Hotpoint Ariston PK 640.1 R X /HA, PK 750 RL GH /HA, PK 630 RT L GH /HA User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
KOOKPLAAT
NL
Nederlands, 1
BE
Deutsch, 16
PK 741 RQO GH /HA PK 750 X /HA PK 750 AX /HA PK 750 GH /HA PK 750 R GH /HA PK 750 RT X /HA PK 750 RT AX /HA PK 750 RT GH /HA PK 750 T X /HA PK 750 T GH /HA PK 760 RF X /HA PK 760 RF GH /HA PK 750 RL GH /HA PK 750 RTL GH /HA PK 750 TL GH /HA PK 630 RT GH/HA PK 630 RTL GH/HA PK 640 GH/HA PK 640 X/HA PK 640 RL GH/HA PK 640 RGH/HA PK 640.1 RX /HA PK 640 RX/HA PK 640.1 RGH/HA PK 640 RAX /HA
PT
Português, 31
Samenvatting
Het installeren, 2-8
Plaatsing Elektrische aansluiting Gasaansluiting Typeplaatje Kenmerken van de branders en de straalpijpjes
Beschrijving van het apparaat, 9
Algemeen aanzicht
Starten en gebruik, 10-12
Praktisch advies voor het gebruik van de branders Praktisch advies voor het gebruik van de Keramiek kookvlak
Voorzorgsmaatregelen en advies, 13
Algemene veiligheidsmaatregelen Afvalverwijdering
Onderhoud en verzorging, 14
De elektrische stroom afsluiten Schoonmaken van het apparaat Onderhoud gaskranen
Storingen en oplossingen, 15
NL
BE
1
Het installeren
Verhoging van de spleet tussen deur en vloer
Aangrenzend vertrek
Te ventileren vertrek
A
Voorbeelden ventilatie-opening voor verbrandingslucht
In het gevaal van een schoorsteen of vertakte rookleiding (gereserveerd voor fornuizen)
Rechtstreeks naar buiten
NL
BE
! Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele verdere raadpleging. Wanneer u het product weggeeft, verkoopt, of wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te bewaren zodat alle nodige informatie voorhanden blijft.
! Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door: er staat belangrijke informatie in over installatie, gebruik en veiligheid.
De apparaten zijn gebruiksklaar gemaakt in de fabriek voor de functies (zie typeplaatje en plaatje van de gas instelling van het apparaat) :
• Natuurlijk gas Categorie II2E+3+ voor Belgie;
• Natuurlijk gas Categorie I2L voor Nederland. Het is dus niet nodig verdere regelingen uit te voeren.
Plaatsing
! Het verpakkingsmateriaal is niet bestemd voor kinderen en dient daarom te worden weggegooid volgens de geldende normen voor gescheiden afvalverzameling ( zie Voorzorgsmaatregelen en advies).
! De installatie moet worden uitgevoerd door een bevoegde installateur en volgens de instructies van de fabrikant. Een verkeerde installatie kan schade berokkenen aan personen, dieren of dingen.
! dit apparaat mag alleen geïnstalleerd worden en funktioneren in goed geventileerde vertrekken volgens de voorschriften van de van kracht zijnde Normen:
• NBN D51-003 e NBN D51-001 (voor België);
• NEN-1078 (voor Nederland). De volgende eisen moeten in acht genomen worden:
Dit systeem kan worden uitgevoerd door lucht direct van buiten te onttrekken door middel van een buis met een doorsnede
2
van minstens 100 cm
en die zodanig is geplaatst dat hij niet per ongeluk verstopt kan raken.
Een andere manier is door op indirecte wijze lucht te onttrekken aan de aangrenzende vertrekken die door middel van een ventilatiebuis, zoals boven beschreven, met buiten zijn verbonden en die geen gemeenschappelijke delen zijn
van het huis en ook geen ruimtes met hoog brandgevaar of slaapkamers.
• (voor België) De gassen van vloeibaar gemaakte gasmengsels (LPG) zijn zwaarder dan lucht en blijven laag hangen. Om deze reden moeten vertrekken waar LPG-flessen staan laag geplaatste ontluchtingsopeningen hebben voor het afvoeren van eventueel ontsnapt gas. Lege of halfvolle LPG­flessen mogen dus niet worden geïnstalleerd of bewaard in vertrekken die lager liggen dan de vloer (kelders, enz.). Het is beter alleen de in gebruik zijnde fles in het vertrek te bewaren, zodanig geplaatst dat hij niet in rechtstreeks contact staat met warmtebronnen (oven, open haard, kachel, enz.) die hem tot temperaturen van meer dan 50°C zouden kunnen brengen.
Inbouw
• Het vertrek moet voor de verbrandingsrook over een afvoersysteem naar buiten toe beschikken. Dit kan gebeuren door middel van een afzuigkap of een elektrische ventilator die automatisch aangaan elke keer als het apparaat wordt aangezet.
• Het vertrek moet een luchttoevoersysteem hebben dat dient voor de normale verbranding van het gas. De luchttoevoer die nodig is voor een normale verbranding moet niet minder dan 2 m kW geïnstalleerd vermogen.
2
3
/h zijn per
Het gasfornuis en het gemengde fornuis hebben een beschermingsgraad tegen oververhitting van het type X. Het is daardoor mogelijk het apparaat naast meubels te plaatsen die niet hoger zijn dan het keukenblad. Voor een juiste installatie van de kookplaat moeten de volgende voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen:
• De meubels die direct naast de kookplaat staan en hierboven uitsteken, moeten op minstens 600 mm van de rand van de plaat staan.
• Een afzuigkap moet worden geïnstalleerd volgens de voorschriften die u kunt vinden in het instructieboekje van de afzuigkap zelf en in ieder geval op een afstand van minstens 650 mm.
• Hang de keukenkastjes naast de kap op een minimum hoogte van 420 mm van het keukenblad (zie afbeelding).
Als de kookplaat onder een
560 mm.
45 mm.
600mm min.
600mm min.
700mm min.
keukenkastje wordt geplaatst, moet deze zich op een afstand van minstens 700 mm van het keukenblad bevinden (zie afbeelding).
• De opening van het meubel moet de afmetingen hebben die in de afbeelding zijn aangegeven. De bevestigingsklemmen maken een bevestiging mogelijk van de kookplaat aan een keukenblad van tussen de 20 en 40 mm dik. Voor een goede bevestiging raden wij u aan alle bijgeleverde haken te gebruiken.
555 mm
55 mm
475 mm
Ventilatie
Om een goede ventilatie te bereiken moet u de achterkant van het meubel verwijderen. Het verdient de voorkeur de oven op twee houten balken te plaatsen, of eventueel op een enkele plank die een opening heeft van tenminste 45 x 560 mm (zie afbeeldingen).
In het geval dat het fornuis wordt geinstalleerd boven een ingebouwde oven zonder geforceerde afkoelingsventilatie, dan moet men in een luchtingang en uitgang voorzien om voldoende ventilatie te garanderen.
NL
BE
• Als de kookplaat niet boven een inbouwoven wordt geïnstalleerd, moet u een houten isolatieplank aanbrengen. Deze moet op een minimum afstand van 20 mm van de onderkant van de kookplaat worden geplaatst.
Schema voor de bevestiging van de haken
Stand haak voor Stand haak voor keukenblad H=20mm keukenblad H=30mm
Voor
Stand haak voor Achter keukenblad H=40mm
! Gebruik de haken die u vindt in de “toebehorenverpakking”
Elektrische aansluiting
De kookplaten met driepolige voedingskabel werken met de wisselstroom, spanning en frequentie die aangegeven zijn op het typeplaatje (aan de onderkant van de kookplaat). De aarding van de kabel wordt aangegeven door de kleuren geel-groen. Als het fornuis wordt geïnstalleerd boven een inbouwoven moeten de elektrische aansluitingen van fornuis en oven apart worden uitgevoerd, zowel voor veiligheidsredenen als voor het eventueel makkelijker verwijderen van de oven.
Het aansluiten van de voedingskabel aan het elektrische net
Gebruik voor de voedingskabel een stekker die genormaliseerd is voor de lading aangegeven op het typeplaatje. Wanneer het apparaat rechtstreeks op het net wordt aangesloten moet u tussen het apparaat en het net een meerpolige schakelaar aanbrengen met een afstand tussen de contacten van minstens 3mm, aangepast aan het elektrische vermogen en voldoend
3
NL
L
G
R
BE
aan de geldende normen (de aarding mag niet worden onderbroken door de schakelaar). De voedingskabel moet zodanig worden geplaatst dat hij nergens een temperatuur bereikt van 50°C hoger dan de kamertemperatuur.
! De installateur is verantwoordelijk voor een correcte elektrische aansluiting en het in acht nemen van de veiligheidsnormen. Voor het aansluiten moet u controleren dat:
• het stopcontact geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
• het stopcontact in staat is het maximale vermogen
van het apparaat te dragen, zoals aangegeven op het typeplaatje;
pakking op de verbinder “G”,die er uit ziet als een “L” , van de voedings-struktuur te monteren. De verbinder is gedraad: rond mannelijk 1/2 gas. De aansluiting voert men uit met behulp van:
- een onbuigbare buis (voor Belgie volgens de normen NBN D51-003)
- of met een flexibile buis van roestvrij staal die in de muur zit en voortzet met bedradingsverbinder.
Daarbij dient het apparaat uitgerust te zijn van een gaskraantje (voor Belgie A.G.B.) die gemakkelijk draaibaar dient te zijn. Voor Nederland dient dit gaskraantje aan de huidige Nationale Normen te voldoen.
• de spanning zich bevindt tussen de waarden die staan aangegeven op het typeplaatje;
• het stopcontact en de stekker overeenkomen. Als dat niet zo is, dient u ofwel de stekker ofwel het stopcontact te vervangen; gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
! Wanneer het apparaat geïnstalleerd is moeten het snoer en het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
! De kabel mag niet worden gebogen of samengedrukt.
! De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd en mag alleen door erkende monteurs worden vervangen (zie Service).
! De fabrikant kan nergens aansprakelijk voor worden gesteld als deze normen niet worden nageleefd.
Gasaansluiting
De aansluiting van het apparaat aan de gasbuizen moet worden uitgevoerd zoals voorgeschreven door de geldende normen, en nadat men er zeker van is dat het fornuis is ingesteld voor het type gas dat men gaat gebruiken. In het omgekeerde geval (voor België) gaat u te werk zoals beschreven in de paragraaf “Aanpassing aan verschillende types gas”. Om het apparaat aan de gasbuizen aan te sluiten (II2E+3+ voor Belgie en I2L voor Nederland), dient men eerst de verbinder te monteren.”R” (Deze is op aanvraag verkrijgbaar bij de technische­service-dienst Ariston) Tevens dient men zijn
Aansluiting met onbuigzame buis (koper of staal)
! De aansluiting aan de gasleiding moet zodanig worden uitgevoerd dat het apparaat niet beweegt. Op de voedingsstructuur van het apparaat bevindt zich een “L”-vormig, richtbaar verbindingsstuk waarvan de afdichting is verzekerd door een pakking. Als het verbindingsstuk gedraaid moet worden is het absoluut noodzakelijk de pakking te vervangen (bij het apparaat geleverd). Het verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt tot het fornuis is voorzien van schroefdraad: 1/2 gas cilindrische schroefbout.
Aansluiting met een roestvrije stalen flexibele buis aan een onafgebroken wand voorzien van aanhechtingen met schroefdraad.
Het verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt tot het fornuis is voorzien van schroefdraad: 1/2 gas cilindrische schroefbout. De in werking stelling van deze buizen moet zodanig worden bewerkstelligd dat hun lengte in uitgerolde toestand niet meer dan 2000 mm is. Nadat de aansluiting heeft plaatsgevonden moet u controleren dat de flexibele metalen buis niet in contact komt met de beweegbare delen of dat hij vastgekneld raakt.
! Gebruik uitsluitend buizen en afdichtingen die voldoen aan de geldende landelijke normen.
Controleren gasdichtheid
! Nadat het installeren heeft plaats gevonden moet de perfecte gasdichtheid van alle
4
verbindingsstukken worden gecontroleerd met een zeepoplossing en nooit met een vlam.
Aanpassen aan de verschillende soorten gas (voor België)
Voor het aanpassen van de kookplaat aan een ander soort gas dan waarvoor hij is bestemd (aangegeven op het typeplaatje aan de onderkant van de kookplaat of op de verpakking), moeten de straalpijpjes van de branders op de volgende wijze worden vervangen:
1. verwijder de roosters van de kookplaat en schuif de branders uit hun plaats.
2. schroef de straalpijpjes los met een steeksleutel van 7mm en vervang ze met de straalpijpjes geschikt voor het nieuwe type gas (zie tabel 1 “Kenmerken van de branders en de straalpijpen”).
3. zet de onderdelen weer op hun plaats door de handelingen in omgekeerde volgorde uit te voeren.
4. aan het einde van deze handelingen moet u het oude etiket dat de gasinstelling aangeeft vervangen met het etiket dat overeenkomt met het nieuwe gas dat u gaat gebruiken, verkrijgbaar bij onze Technische Service Centers.
Het vervangen van de straalpijpjes van de brander met "onafhankelijke dubbele vlamkronen":
1. verwijder de roosters en branders van hun plaats. De brander bestaat uit twee aparte delen (zie afbeeldingen);
2. schroef de straalpijpjes los met een sleutel van 7mm. De binnenste vlamkroon heeft een straalpijpje, de buitenste heeft er twee (van dezelfde maat). Vervang de straalpijpjes met nieuwe die zijn aangepast aan het nieuwe type gas (zie tabel1).
3. zet de onderdelen in omgekeerde volgorde weer op hun plaats.
Vervanging van de sproeiers op de brander met Drievoudige vlammenkroon
1. verwijder de roosters en branders van hun plaats. De brander bestaat uit twee afzonderlijke delen (zie afbeeldingen.);
2. schroef de sproeiers los met een steeksleutel van 7 mm. Vervang de sproeiers met degene die geschikt zijn voor het nieuwe type gas (zie tabel 1). De twee sproeiers hebben dezelfde gaten.
3. zet de onderdelen weer op hun plaats door de handelingen omgekeerd uit te voeren t.o.v. hierboven.
• Regelen primaire lucht van de straalpijpjes (voor België)
De branders hebben geen regeling van de primaire lucht nodig.
• Het regelen van de minimumstand (voor België)
1. Zet het kraantje op de minimumstand;
2. Verwijder de knop en draai aan het regelschroefje in of naast de spil van het kraantje totdat u een kleine, regelmatige vlam bereikt.
! In het geval van een DCDR brander met enkelvoudige bediening dient de afregeling te worden uitgevoerd op de 2 schroeven die zich naast het staafje van de kraan bevinden (zie afbeelding).
Regeling DCDR totaal
Regeling DCDR intern
3. Controleer of de brander aanblijft als u de knop snel van hoog naar laag draait.
4. Als bij de apparaten met een veiligheidsmechanisme (thermo-element) dit systeem niet werkt als de branders op de minimum stand staan, moet u het minimum verhogen door aan de stelschroef te draaien.
5. Als de regeling voltooid is moet u de zegels op de bypass schroefjes weer op hun plaats brengen met zegellak of dergelijk materiaal.
6. Bij aanwezigheid van knoppen met discrete
NL
BE
5
NL
BE
afregeling en led weergave zet u de knop op de minimumstand. Verwijder vervolgens de knop en draai aan de regelschroef naast het staafje van de kraan.
7. Regel de minimumstanden van de DCDR brander met discrete afregeling en led weergave.
voor het afregelen van de externe kroon draait u de knop helemaal tegen de klok in tot aan de minimum stand;
voor het afregelen van de minimumstand van de interne kroon draait u de knop helemaal met de klok mee tot aan de minimum stand;
verwijder de knop en draai aan het regelschroefje naast het staafje van de kraan.
! Bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel dicht worden geschroefd. ! Aan het einde van deze handelingen moet u het oude etiket van de gasinstelling vervangen met het etiket dat correspondeert met het nieuwe gas, verkrijgbaar bij onze Technische Service Centers.
! Als de gasdruk van het gebruikte gas verschillend (of variabel) is dan hetgeen is voorzien, moet op de toevoerbuis een drukteregelaar worden aangebracht die voldoet aan de geldende landelijke normen.
TYPEPLAATJE Elektrische
aansluitingen
zie typeplaatje
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU Richtlijnen:
- 2006/95/EEG van 12/12/06 (Laagspanning) en daaropvolgende wijzigingen
- 2004/108/EEG van 15/12/04 (Elektromagnetische Compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen
- 93/68/EEG van 22/07/93 en daaropvolgende wijzigingen.
- 2009/142/EEG van 30/11/09 (Gas) en daaropvolgende wijzigingen.
- 2002/96/EC en daaropvolgende wijzigingen.
TC
S
PK630RT... PK630RTL...
RR
A
PK750...
RR
A
DC
S
UR
S
DC SP
R
PK640...
PK750R... PK750RL...
RR
A
DC
A
S
S
A
R
DC
S
PK640R... PK640RL... PK640.1R...
RR
A
PK750T... PK750TL...
S
TC
S
DC
S
S
DC TC
S
A
PK750RT... PK750RTL...
S
A
PK760RF...
6
PK741RQO...
Kenmerken van de branders en de straalpijpjes (alleen voor de modellen van 60 en 65 cm)
Table 1 (Voor Belgie) Vloeibaar gas Natuurlijk gas
NL
Gaspit Doorsnee
(mm)
Snel (R)
Halp Snel (S)
Hulp (A)
Drievoudige Ring (TC)
Dubbele vlamkroon (binnenste DCDR) (1)
(binnenste
Dubbele vlamkroon
(1)
Dubbele Vlankroon (binnenste DCDR) (2)
Dubbele Vlankroon (buitenste DCDR) 2 straalpijpjes (2)
Spanning van voeding
DCDR)
(bui tenste DCDR) 2 straalpijpjes
100
75
55
130
30 0,30 0,90
130 1,50
30
130
Tabel 1 (Voor Nederland)
Termisch
vermogen
kW
(p.c.s.*)
Gered.
0.70
0.40
0.40
1.50
0.40
1.50
Termisch
vermogen
(p.c.s.*)
Nomin.
kW
3.00
1.65
1.00
3.30
3,60
By-pass
1/100
(mm)
0.90
3.60
Nominale (mbar) Minimum (mbar) Maximum (mbar)
Straal.
1/100
(mm)
39
86
28
64
28
50
61
65x2
27 44 65 64 0,9072 86 0,90 100
27 44
57 60x2
44
27
67x2
55
Bereik*
(g/h)
Butane Propane G20
218
214
120
118
73
71
240
236
262 257 3,60 5,00
65
26264257
28-30
37
20
25
35
45
Straal. 1/100
(mm)
132 (H)
96 (Y)
79 (6)
103x2
72
94x2
72
100x2
Termisch
vermogen
kW
(p.c.s.*)
Nomin.
3.00
1.65
1.00
3.60
0.90
3.60
Bereik*
(l/h)
286
157
95
343
343
86
343
20 15 25
Termisch
vermogen
(p.c.s.*)
Nomin.
kW
3.00
1.65
1.00
3.30
0.90
3.60
Bereik*
(l/h)
G25
332
183
111
365
399
100
399
Natuurlijk gas
BE
25 15 30
Gaspit Doorsnee
(mm)
Snel (R)
Half Snel (S)
Hulp (A)
Drievoudige Ring (TC)
Dubbele vlamkroon (binnenste DCDR) (1)
(binnenste
Dubbele (1)
Dubbele Vlankroon (binnenste DCDR) (2)
Dubbele Vlankroon (buitenste DCDR) 2 straalpijpjes (2)
Spanning van voeding
DCDR)
(buitenste DCDR)
2 straalpijpjes
100
75
55
130
30 0,30 0,90
130 1,503,60
30
130
(1) Alleen voor DCDR met enkelvoudige bediening (2) Alleen voor DCDR met dubbele bediening
* A 15°C et 1013 mbar-gaz sec Propane P.C.S. = 50,37 MJ/kg Butane P.C.S. = 49,47 MJ/kg Naturele G20 P.C.S. = 37,78 MJ/m³ Naturele G25 P.C.S. = 32,49 MJ/m³
Thermisch vermogen
kW (p.c.s.*)
3.00
1.65
1.00
3.30
0.90
3.60
Nominale (mbar)
Minimum (mbar)
Maximum (mbar)
Gered.Nominale
0.40
1.50
0.70
0.40
0.40
1.50
Straalpijpjes
1/100
(mm)
132 (H)
96 (Y)
79 (6)
103x2
72
72
94x2
72
100x2
Bereik *
(l/h)
G25
332
183
111
365
100
399
100
399
25 20 30
7
NL
Kenmerken van de branders en de straalpijpjes (alleen voor de modellen van 75 cm)
Table 1 (Voor Belgie) Vloeibaar gas Natuurlijk gas
BE
Gaspit Doorsnee
(mm)
Gered. Snel (RR)
Halp Snel (S)
Hulp (A)
Drievoudige Ring (TC)
Extra snel (UR)
Half Vispan (SP)
Dubbele vlamkroon (binnenste DCDR) (2)
Dubbele vlamkroon (buitenste DCDR) 2 straalpijpjes (2)
Dubbele vlamkroon (binnenste DCDR) (1)
(binnenste
Dubbele vlamkroon
(1)
Spanning van voeding
DCDR)
(bui tenste DCDR) 2 straalpijpjes
100
75
55
130
100
30
130
30 0,30 0,90
130 1,50
Tabel 1 (Voor Nederland)
Termisch
vermogen
kW
(p.c.s.*)
Gered.
0.70
0.40
0.40
1.50
0.70
0.70
0.40
1.50
Termisch vermogen
kW
(p.c.s.*)
Nomin.
2.60
1.65
1.00
3.30
3.40
1.50
0.90
4.10
4,60
Nominale (mbar) Minimum (mbar) Maximum (mbar)
Straal.
By-pass
1/100
1/100
(mm)
(mm)
39
80
28
64
28
50
61
65x2
39
91
39
60
28
44
61
70
27 44 65 64 0,9069 86 0,80 100
27 44
57 70x2
Bereik*
(g/h)
Butane Propane G20
189
186
120
118
73
71
240
236
247
243
109
107
65
64
298
293
334 329 5,00 4,60
28-30
37
20
25
35
45
Straal.
1/100
(mm)
122 (H)
96 (Y)
79 (6)
103x2
138 (H)
88
74
110x2
69
113x2
Termisch
vermogen
kW
(p.c.s.*)
Nomin.
2.60
1.65
1.00
3.60
3.40
1.50
0.90
4.10
Bereik*
(l/h)
248
157
95
343
324
143
86
390
476
20 15 25
Termisch
vermogen
kW
(p.c.s.*)
Nomin.
2.60
1.65
1.00
3.30
3.40
1.50
0.90
4.10
Natuurlijk gas
Bereik*
(l/h)
G25
288
183
111
365
376
166
100
454
438
25 15 30
Gaspit Doorsnee
(mm)
Gered. Snel (RR)
Half Snel (S)
Hulp (A)
Drievoudige Ring (TC)
Extra snel (UR)
Half Vispan (SP)
Dubbele Vlankroon (binnenste DCDR) (2)
Dubbele Vlankroon (buitenste DCDR) 2 straalpijpjes (2)
Dubbele vlamkroon (binnenste DCDR) (1)
(binnenste
Dubbele (1)
Spanning van voeding
DCDR)
(bui tenste DCDR) 2 straalpijpjes
100
75
55
130
100
30
130
30 0,30 0,80
130 1,504,60
(1) Alleen voor DCDR met enkelvoudige bediening (2) Alleen voor DCDR met dubbele bediening
* A 15°C et 1013 mbar-gaz sec Propane P.C.S. = 50,37 MJ/kg Butane P.C.S. = 49,47 MJ/kg Naturele G20 P.C.S. = 37,78 MJ/m³ Naturele G25 P.C.S. = 32,49 MJ/m³
Thermisch vermogen
kW (p.c.s.*)
2.60
1.65
1.00
3.30
3.40
1.50
0.90
4.10
Nominale (mbar) Minimum (mbar)
Maximum (mbar)
Gered.Nominale
0.70
0.40
0.40
1.50
0.70
0.70
0.40
1.50
Straalpijpjes
1/100
(mm)
122 (H)
96 (Y)
79 (6)
103x2
138 (H)
88
74
110x2
69
69
113x2
Bereik *
(l/h)
G25
288
183
111
365
376
166
100
454
100
509
25 20 30
8
Beschrijving van het apparaat
Algemeen aanzicht
GASBRANDERS
Roosters voor de
Roosters voor de
GASBRANDERS
NL
BE
PANNEN
Bedieningsknoppen van de
GASBRANDERS
KERAMISCH KOKKVLAK *
PANNEN
Bedieningsknoppen van de
GASBRANDERS
of KERAMISCH KOKKVLAK *
VEILIGHEIDSMECHANISME *
• Controlelampje WERKING KERAMISCH KOOKPLAAT*: gaat aan als de knop niet op de
stand ‘uit’ staat.
GASBRANDERS hebben verschillende afmetingen en vermogen. Kies de brander die het best overeenkomt met de diameter van de pan die u wilt gebruiken.
Controlelampje
KERAMISCH KOKKVLAK *
Bougie voor ontsteking van de
GASBRANDERS *
• Bougie voor het ontsteken van de GASBRANDERS*: zorgt voor een automatische ontsteking van de gekozen brander.
VEILIGHEIDSMECHANISME* zorgt ervoor dat de gastoevoer wordt onderbroken als de vlam per ongeluk uitgaat.
• Knoppen van de GASBRANDERS en van de KERAMISCH KOOKPLAAT* voor het regelen van de vlam of van het vermogen.
Slechts op enkele modellen aanwezig.
*
9
Starten en gebruik
NL
BE
! Op iedere knop staat aangegeven waar de gasbrander of de elektrische plaat* zich precies bevindt.
De gaskookplaten beschikken over een discrete afregeling van het vermogen, waarmee u de vlam nauwkeurig op 5 verschillende niveaus kunt instellen. Dankzij dit systeem zal het ook mogelijk zijn om met gaskookplaten dezelfde resultaten voor elk recept te bereiken, aangezien het eenvoudiger en nauwkeuriger zal zijn om het optimale vermogen vast te stellen voor de gekozen bereiding.
Gasbranders
De gekozen brander kan met de betreffende knop als volgt worden geregeld:
• Uit
Maximum
Minimum
Om een van de branders aan te steken dient u er een vlam of aansteker bij te houden, de knop stevig in te drukken en tegen de klok in te draaien tot u het maximum vermogen heeft bereikt. In de uitvoeringen die zijn voorzien van een veiligheidsmechanisme moet u de knop circa 2-3 seconden lang ingedrukt houden totdat het element dat automatisch de vlam ontstoken houdt, warm wordt. Druk de knop in en draai hem tegelijkertijd tegen de klok in: vonken steken de brander aan. Nadat de brander aan is houdt u de knop lang genoeg ingedrukt zodat het veiligheidssysteem geactiveerd kan worden.
! Mocht een gasbrander per ongeluk uitgaan, draai dan de knop uit en wacht minstens 1 minuut voordat u hem weer probeert aan te steken.
Om de brander uit te doen moet u de knop geheel met de klok meedraaien totdat hij niet meer verder kan (tot aan het symbool “•”).
Discrete afregeling van de vlam
De gekozen brander kan m.b.v. de knop worden
afgesteld op 5 verschillende vermogensniveaus. Om van het ene op het andere niveau over te stappen draait u de knop naar het gekozen niveau. Een klik geeft aan dat u van het ene naar het andere
niveau bent overgegaan. Het geselecteerde niveau wordt weergegeven d.m.v.
het betreffende symbool (symbolen kookplaten met display, d.m.v. het aangaan van de LEDS (5= max vermogen; 1= min vermogen). Het systeem garandeert een perfecte regeling van de vlam en zorgt ervoor dat u een constant kookresultaat kunt bereiken, doordat u eenvoudiger het gewenste vermogensniveau kunt instellen.
De brander met "dubbele vlamkroon"
Deze gasbrander bestaat uit twee concentrische vlamkronen die samen of onafhankelijk kunnen functioneren (alleen in het geval van een dubbele bediening).
Aangezien de brander is voorzien van een veiligheidsmechanisme moet u de knop ongeveer
2 à 3 seconden ingedrukt houden totdat het veiligheidsmechanisme, dat automatisch de vlam aanhoudt, warm wordt.
Dubbele bediening: Iedere vlamkroon van de brander heeft zijn eigen bedieningsknop: de knop met het symbool vlamkroon; de knop met het symbool vlamkroon.
Voor het aansteken van de gewenste vlamkroon drukt u de betreffende knop in en draait u hem
tegen de klok in tot aan de maximum stand
Voor het juiste gebruik van de brander met dubbele vlammenkroon moet u nooit tegelijkertijd de interne kroon op minimum en de externe kroon op maximum zetten.
Enkele Bediening: Iedere vlamkroon van de brander heeft zijn eigen bedieningsknop. Om beide kronen tegelijkertijd aan te steken drukt u de knop in en draait u hem tegen de klok in, tot aan
het symbool
Om alleen de interne kroon aan te steken drukt u de knop in en draait u hem met de klok mee, tot aan
het symbool (om van de ene modus over te stappen op de andere dient u de brander uit te schakelen).
Slechts op enkele modellen aanwezig.
*
(max) - (min).
(max) - (min).
bedient de buitenste
bedient de binnenste
) en, op
.
10
Om de brander uit te doen moet u de knop indrukken en met de klok meedraaien totdat hij niet meer verder kan (tot aan het symbool “•”).
Keramiek kookvlakKeramiek kookvlak
Keramiek kookvlak*
Keramiek kookvlakKeramiek kookvlak
Deze kookzone is voorzien van stralingselementen met dubbele diameter onder het glas. Het is mogelijk alleen het ronde gedeelte "A" in te schakelen of, om een grotere kookzone te krijgen, beide gedeelten "A" ene "B". Voor het inschakelen van de ronde zone "A" draait u de knop met de klok mee en zet hem op één van de 12 posities. Voor het inschakelen van ook de zone "B" zet u de knop op de positie 12 en dan nog een stapje verder tot aan
de positie
, vervolgens draait u de knop tegen de klok in tot op het gewenste warmteniveau, gekozen uit de 12 posities. De tekening geeft de warmtezone aan, die rood wordt als hij is ingeschakeld.
A. ronde kookzone; B. uitgebreide kookzone; C. controlelampje overgebleven warmte: dit geeft
aan dat de kookzone warmer is dan 60°C ook nadat hij is uitgeschakeld.
B
A
O val R
C
ing
Brander
Snel (R)
Half-snel (S)
Hulpvlam (A)
Drievoudige Ring (TC)
Dubbele vlamkroon (binnenste DCDR)
Dubbele vlamkroon (buitenste DCDR)
Pannen die moeten worden gebruikt op kookvlakken van 60-65cm
Brander
Gereduceerd snel (RR)
Half-snel (S)
Hulpvlam (A)
Half Vispan (SP)
Drievoudige Ring (TC)
Extra snel (UR)
Dubbele vlamkroon (binnenste DCDR)
Dubbele vlamkroon (buitenste DCDR)
Pannen die moeten worden gebruikt op kookvlakken van 75 cm
Ø Diameter pan (cm)
24 - 26
16 - 20
10 - 14
24 - 26
10 - 14
24 - 26
Ø Diameter pan (cm)
24 - 26
16 - 20
10 - 14
16 - 20
24 - 26
24 - 26
10 - 14
26 - 28
! Bij de modellen die voorzien zijn van een reductieroostertje moet dit alleen gebruikt worden voor de Dubbele Vlammen brander (DCDR intern) als u een pan gebruikt die een doorsnede heeft van minder dan 12 cm. Voor het herkennen van het soort brander verwijzen wij u naar de afbeeldingen in paragraaf “Kenmerken van de branders en straalpijpen”.
NL
BE
Het controlelampje gaat aan bij iedere positie van de knop behalve de “uit”-positie.
Praktisch advies voor het gebruik van de branders
Voor een optimaal rendement dient u het volgende te onthouden:
• gebruik voor iedere brander de pan die erop past
(zie tabel) om te vermijden dat de vlammen er onderuit vandaan komen.
• gebruik alleen pannen met een platte bodem en
met een deksel erop.
• draai de knop op het minimum zodra het
kookpunt is bereikt.
Slechts op enkele modellen aanwezig.
*
Practische raadgevingen voor het gebruik van de “Half vispan”.
De aanwezigheid van de tweeovalen “Half Vispan” branders, die 90° draaibaar zijn, maakt het kookvlak nog flexibeler in het gebruik.
Voor het 90° draaien van de “Half Vispan” branders gaat u als volgt te werk:
• Let op dat de branders koud zijn.
• Verwijder de branders van hun plaats.
• Plaats ze opnieuw in de gewenste positie.
• Let op dat de branders op de juiste wijze op hun plaats zitten.
11
NL
BE
Vooral de twee branders kunnen samen worden gebruikt of apart, met pannen van verschillende vormen en afmetingen:
• Dubbele brander als “Vispan” voor ovalen pannen (afb.A).
• Dubbele brander voor biefstukgrill of rechthoekige of vierkante pannen minimum 28x28 (afb.B).
• Enkele brander voor middelgrote pannen (diameter 16-20 cm) (afb.C).
Gebruik NOOIT de dubbele brander in de combinatie zoals aangegeven in afbeelding D.
Onthoud het volgende voor het beste rendement:
• Op het keramische kookvlak kunt u alle soorten pannen gebruiken. Het belangrijkste is dat de bodem perfect plat is: pannen met een dikke bodem verdelen de warmte het beste.
• Gebruik pannen die de kookzone geheel bedekken, zodat u alle beschikbare hitte gebruikt.
Afb. A Afb. B
Afb. C Afb. D
Practische raadgevingen voor het gebruik van de keramische
Pos.
Stralingsplaat
0
Uit
1
Boter, chocolade smelten.
2
Opwarmen vloeistoffen.
3
4
Vla en sausen.
5
• Let erop dat de bodem van de pan schoon en droog is voor goed contact en een lange levensduur van het kookvlak en van de pannen zelf.
• Gebruik geen pannen die op een gasfornuis zijn gebruikt. De hitte van de branders kan de bodem vervormd hebben en zo krijgt u niet het gewenste resultaat op het keramische kookvlak.
! De lijm die gebruikt is voor het verzegelen van het glas kan vetsporen nalaten. Verwijder deze voor het gebruik van het apparaat met een niet-schurend schoonmaakmiddel. Gedurende de eerste uren van gebruik kan zich een rubberachtige geur ontwikkelen, die snel verdwijnt.
12
6
7
8
9
10
11
12
Aan de kook brengen.
Braadstukken.
Groot stoofvlees.
Bakken.
Inschakeling van beide kookzones.
Slechts op enkele modellen aanwezig.
*
Voorzorgsmaatregelen en advies
! Dit apparaat is ontworpen en vervaardigd volgens de geldende internationale veiligheidsvoorschriften. Deze aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid en u dient ze derhalve goed door te nemen.
Algemene veiligheidsmaatregelen
Dit is een inbouwapparaat van klasse 3.
Gasfornuizen hebben voor een goede werking
behoefte aan een regelmatige luchtverversing. Controleer dat bij het installeren aan de vereisten wordt voldaan beschreven in de paragraaf “Plaatsing”.
Deze instructies gelden alleen voor de landen
wiens symbolen in de gebruiksaanwijzing en op het typeplaatje staan.
• Dit apparaat is vervaardigd voor niet­professioneel gebruik binnenshuis.
• Het apparaat dient niet buitenshuis te worden geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is erg gevaarlijk als het in aanraking komt met regen of onweer.
Het apparaat dient gebruikt te worden om
voedsel te bereiden. Het mag uitsluitend door volwassenen worden gebruikt en alleen volgens de instructies die in deze handleiding beschreven staan. Elk ander gebruik (bv.: verwarming van ruimten) is als oneigenlijk te beschouwen en dus gevaarlijk. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade die te wijten is aan onjuist, verkeerd of onredelijk gebruik.
• Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine keukenapparaten op warme delen van de kookplaat terechtkomen.
• Laat de ventilatieopeningen en warmteafvoer vrij.
• Controleer altijd dat de knoppen in de stand “”/
” staan als de oven niet wordt gebruikt.
• Haal de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer te trekken maar door de stekker zelf beet te pakken.
• Maak de oven niet schoon of voer geen onderhoud uit als de stekker nog in het stopcontact zit.
• Als de oven defect is, mag u nooit aan het interne systeem sleutelen om een reparatie proberen uit te voeren. Neem contact op met de Technische Dienst (zie Service).
• Richt de handvaten van de pannen altijd naar de binnenzijde van de kookplaat zodat u er niet per ongeluk tegenaan stoot.
• Doe het glazen deksel (waar aanwezig) niet omlaag als de gasbranders nog warm zijn.
• Gebruik geen instabiele of vervormde pannen.
• Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen (kinderen inbegrepen) met een beperkt lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen of personen die niet de nodige ervaring of kennis hebben met het apparaat, tenzij onder toezicht van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of nadat hun is uitgelegd hoe het apparaat werkt.
• Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen.
Het apparaat is niet geschikt om te worden
ingeschakeld m.b.v. een externe timer ofwel door een gescheiden afstandsbedieningssysteem.
Afvalverwijdering
• Verwijdering van het verpakkingsmateriaal: houd u aan de plaatselijke normen, zodat het verpakkingsmateriaal hergebruikt kan worden.
• De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging van Electrische en Electronische Apparatuur (WEEE), vereist dat oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte materialen te optimaliseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het symbool op het product van de “afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden ingezameld. Consumenten mogen hun apparaat naar publieke afvalstortplaatsen brengen of, als de nationale wetgeving dit toestaat, naar de handelaar brengen als er een soortgelijk nieuw product wordt gekocht. Alle fabrikanten van grote huishoudelijke apparaten zijn aktief bezig met het creëren van systemen om het inzamelen en de verwijdering van oude producten te regelen.
NL
BE
13
Onderhoud en verzorging
NL
BE
De elektrische stroom afsluiten
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige handeling overgaat.
Schoonmaken van het apparaat
! Vermijd het gebruik van schuurmiddelen of bijtende middelen, zoals vlekkenmiddelen en roestverwijderende producten, schoonmaakmiddelen in poedervorm of schuursponzen: deze kunnen het oppervlak onherstelbaar krassen.
! Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het reinigen van het apparaat.
• Voor normaal onderhoud moet u de kookplaat met een vochtige spons reinigen en afdrogen met keukenpapier.
• De vlamverspreiders moeten regelmatig in een warm sopje worden gewassen zodat eventuele etensresten makkelijker kunnen worden verwijderd.
• maak het oppervlak van het fornuis schoon voordat u gaat koken; gebruik een vochtige doek voor het verwijderen van stof en gemorst eten. Het oppervlak moet regelmatig worden schoongemaakt met een sop, geen schuurmiddelen. Af en toe zal het noodzakelijk zijn speciale producten voor keramiek te gebruiken. Verwijder eerst alle etensresten en vetspetters met een schrapertje, b.v.
(niet
bijgeleverd).
Maak het kookvlak schoon als het nog lauw is
(zoals die van de Solutions lijn, verkrijgbaar bij alle Service Centers van Merloni Elettrodomestici huishoudapparatuur) en gebruik keukenpapier met een hiervoor geschikt schoonmaakmiddel. Wrijf met een vochtige doek en droog. Aluminiumfolie, plastic of synthetisch materiaal, zowel als suiker of suikerhoudende
etenswaren die per ongeluk gesmolten zijn moeten onmiddelijk verwijderd worden met een schrapertje als de zone nog lauw is. Speciale schoonmaakmiddelen vormen een doorzichtig beschermend laagje. Dit beschermt ook tegen schade door suikerhoudend voedsel. Gebruik in geen geval schuursponzen of schuurmiddelen, en ook geen chemisch aggressieve middelen zoals ovenspray of ontvlekkingsmiddelen.
• Roestvrij staal kan vlekken gaan vertonen als er voor langere tijd kalkhoudend water of agressieve schoonmaakmiddelen (fosforhoudend) op hebben gelegen. Spoel en droog het dus na het schoonmaken goed af. Droog watervlekken altijd gelijk af.
! Om het oppervlak van de kookplaat te reinigen dient u eerst de roosters te verwijderen. Dankzij het ondersteuningssysteem is het voldoende de roosters op te tillen en vast te houden of ze te draaien totdat ze op de achterzijde kunnen rusten.
Zorg ervoor de warme roosters nooit op het glazen deksel te leggen (indien aanwezig) om te voorkomen dat de rubberen elementen van het glas worden beschadigd.
Onderhoud gaskranen
Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of vast blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk hem te vervangen.
! Dit moet worden uitgevoerd door een door de fabrikant bevoegde installateur.
14
Loading...
+ 30 hidden pages