Gebruiksaanwijzing
OVEN
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Samenvatting |
|
|
|
|
|
|
NL |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Het installeren, 2-4 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
NL |
|
DE |
|
Plaatsing |
|
|
|
|
|
|
Elektrische aansluiting |
|
Nederlands, 1 Deutsch, 13 |
Typeplaatje |
|||||
|
|
|||||
|
|
|
|
|
Beschrijving van het apparaat, 5 |
|
|
|
|
|
|
Algemeen aanzicht |
|
|
|
|
|
|
Bedieningspaneel |
|
|
|
|
|
|
Starten en gebruik, 6 |
|
|
|
|
|
|
De oven starten |
|
|
|
|
|
|
Programma’s, 7-8 |
|
|
|
|
|
|
Kookprogramma’s |
|
|
|
|
|
|
Praktische kooktips |
|
|
|
|
|
|
Kooktabel |
HR 50.2/HA
HR 50.2 IX/HA
HR 50.2 T/HA
HR 50.2 T IX/HA
Kookplaat, 9
Type kookplaat
Aanzetten kookplaat glaskeramiek Praktische tips voor het gebruik van de glaskeramische kookplaat
Voorzorgsmaatregelen en advies, 10
Algemene veiligheidsmaatregelen Afvalverwijdering Energiebesparing en milieubesef
Onderhoud en verzorging, 11
De elektrische stroom afsluiten Schoonmaken van de oven De ovendeur reinigen Vervangen van het lampje Montage van de Kit Glijders
Service, 12
Het installeren
Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele verdere NL raadpleging. Wanneer u het product weggeeft,
verkoopt, of wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij de oven te bewaren zodat alle nodige informatie voorhanden blijft.
Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door: er staat belangrijke informatie in over installatie, gebruik en veiligheid.
Plaatsing
Het verpakkingsmateriaal is niet bestemd voor kinderen en dient daarom te worden weggegooid volgens de geldende normen (zie Voorzorgsmaatregelen en advies).
De installatie moet worden uitgevoerd door een bevoegde installateur en volgens de instructies van de fabrikant. Een verkeerde installatie kan schade berokkenen aan personen, dieren of dingen.
Inbouw
Voor een goede werking van het apparaat moet het keukenmeubel de juiste kenmerken hebben:
•de zijkanten van de kastjes die aan de oven grenzen moeten hittebestendig zijn;
•in het bijzonder moet, in geval van meubels met fineer, de lijm bestand zijn tegen temperaturen van 100°C;
•voor het inbouwen van de oven, zowelonder het aanrecht (zie figuur) alsin stapelbouw, dient het meubel de volgende afmetingen te hebben:
580
500
39 |
|
-0 |
560 +4 -0 |
480 |
+4 |
||
|
|
|
555
15
23 |
572 |
|
|
min |
45 |
min |
575-585 |
||
|
|
|
|
|
595 |
|
|
|
|
558 min
5453
595
Nadat het apparaat is ingebouwd, mag er geen contact meer mogelijk zijn met de elektrische onderdelen.
Het energieverbruik dat staat aangegeven op het typeplaatje is gebaseerd op dit soort installatie.
Ventilatie
Om een goede ventilatie te kunnen garanderen is het noodzakelijk de achterkant van het meubel te verwijderen. Het verdient de voorkeur de oven op twee houten balken te plaatsen, of eventueel op een enkele plank die een opening heeft van tenminste 45 x 560 mm (zie afbeeldingen).
. |
45 |
mm |
. |
mm |
|
||
560 |
|
|
|
Centreren en bevestigen
Regel de 4 klemmetjes aan de zijkant van de oven in overeenkomst met de 4 gaten in de lijst. De stand hangt af van de dikte van de zijkant van het meubel:
als de dikte 20 mm is: verwijder dan het beweegbare gedeelte van het voetje (zie afb.);
als de dikte 18 mm is: gebruik dan de eerste gleuf; zoals al door de fabriek is voorzien (zie afb.);
als de dikte 16 mm is: gebruik de tweede gleuf (zie afb.).
Om het apparaat aan het keukenkastje te bevestigen: open de ovendeur en schroef de 4 houtschroeven in de 4 gaten in de zijrand.
Alle beschermende onderdelen moeten zodanig worden bevestigd dat ze niet kunnen worden verwijderd zonder gereedschap te gebruiken.
2
Elektrische aansluiting
De keuken moet aan het elektrische net worden aangesloten. Deze functioneert met de wisselstroom, de spanning en de frequentie die aangegeven staan op het typeplaatje (zie volgende pagina).
De kookplaat wordt aan het fornuis verbonden met een speciale aansluiting.
INBOUWPLAAT
Slechts op enkele modellen aanwezig
BLAUW WIT ROOD GEEL GROEN
INBOUWFORNUIS
Nadat u de kookplaat heeft aangesloten, dient u de metalen bescherming weer op zijn plaats te doen. Als de kookplaat wordt verwijderd moet u de rode dop, die oorspronkelijk op de rode connector zat, weer op zijn plaats doen.
Monteren voedingskabel
1. Licht de lipjes aan de zijkant van het deksel van het klemmenbord op met een schroevendraaier: trek het deksel van het klemmenbord open (zie afb.).
2. Draai de schroef van de kabelklem los en verwijder hem met behulp van een schroevendraaier
(zie afbeelding).
3. Verwijder de schroeven van de contacten L-N- en bevestig de draden onder de koppen van de schroeven met inachtneming van de kleuren: Blauw (N) Bruin
(L) Geel-Groen ().
Het klemmenbord is ingesteld voor een verbinding op |
|
400 V driefasenstroom (zie afbeeldingen onder). |
NL |
400V 3N~H05RR-F 5x2.5 CEI-UNEL 35363
N L3 L2 L1
5 |
3 |
1 |
|
4 |
2 |
|
|
P |
N |
L3 |
|
|
L2 |
L1 |
Als de elektrische installatie andere eigenschappen heeft (zie afbeeldingen onder), dient u de elektrische verbinding tot stand te brengen door middel van de verbindings-U-bouten in doos P.
230V 1N~H07RN-F 3x4 CEI-UNEL 35364
N L
5 |
3 |
1 |
4 |
2 |
400V 2N~H05RR-F 4x2.5 CEI-UNEL 35363
N |
L2 L1 |
5 |
3 |
1 |
|
4 |
2 |
3.Maak de voedingskabel vast aan de speciale kabelklem.
4.Maak het deksel van het klemmenbord dicht.
3
Het aansluiten van de voedingskabel aan het net
NL
Gebruik voor de voedingskabel een stekker die genormaliseerd is voor de lading aangegeven op het typeplaatje(zie hiernaast).
Wanneer het apparaat rechtstreeks op het net wordt aangesloten moet men tussen het apparaat en het net een meerpolige schakelaar aanbrengen met een afstand tussen de contacten van minstens 3mm, aangepast aan het elektrische vermogen en voldoend aan de geldende normen (de aarding mag niet worden onderbroken door de schakelaar). De voedingskabel moet zodanig geplaatst worden dat hij nergens een temperatuur bereikt die 50°C hoger is dan de kamertemperatuur.
De installateur is verantwoordelijk voor de correcte elektrische verbinding en het in acht nemen van de geldende veiligheidsnormen.
Vóór het aansluiten moet u controleren dat:
•het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen;
•het stopcontact in staat is het maximale vermogen van het apparaat te verdragen, zoals aangegeven op het typeplaatje (zie onder);
•de spanning zich bevindt tussen de waarden die staan aangegeven op het typeplaatje (zie onder);
•het stopcontact en de stekker overeenkomen. Als dat niet zo is, dient u ofwel de stekker ofwel het stopcontact te vervangen; gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
Wanneer het apparaat geïnstalleerd is, moeten de snoer en het stopcontact makkelijk te bereiken zijn.
De kabel mag niet worden gebogen of samengedrukt.
De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd en mag alleen door erkende monteurs worden vervangen (zie Service).
De fabrikant kan niet verantwoordelijkheid worden gesteld als deze normen niet worden nageleefd.
TYPEPLAATJE
|
breedte 43,5 cm. |
|
|||||
Afmetingen |
hoogte 32 cm. |
|
|||||
|
diepte 41,5 cm. |
|
|||||
Inhoud |
liter 58 |
|
|||||
|
|
||||||
Elektrische |
spanning 230V/400V~ 3N 50/60Hz |
||||||
aansluitingen |
maximum vermogen 10250W |
||||||
|
|
||||||
|
Richtlijn 2002/40/CE op etiket van |
||||||
|
elektrische ovens. |
|
|||||
|
Norm EN 50304 |
|
|||||
|
Energieverbruik convectie Natuurlijk |
||||||
ENERGY LABEL |
– verwarmingsfunctie: |
|
|||||
|
|
|
|
|
Traditioneel; |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Energieverbruikverklaring Klasse |
||||||
|
convectie Hetelucht |
|
|
||||
|
|
|
|||||
|
verwarmingsfunctie: |
|
Multikoken. |
||||
|
|
||||||
|
Dit apparaat voldoet aan de volgende |
EU Richtlijnen: 73/23/EEG van 19/02/73
(laagspanning) en daaropvolgende wijzigingen;
-89/336/EEG van 03/05/89 (elektromagnetische compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen
- 93/68/EEG van 22/07/93 en daaropvolgende wijzigingen - 2002/96/EC
4
Beschrijving van het apparaat
Algemeen aanzicht
NL
Bedieningspaneel |
GLIJDERS om |
|
|
roosters in te |
|
|
schuiven |
|
Rooster GRILL |
positie 5 |
|
|
positie 4 |
|
Rooster LEKPLAAT |
positie 3 |
|
positie 2 |
||
|
||
|
positie 1 |
Bedieningspaneel
|
|
|
THERMOSTAATKNOP |
||
|
|
|
|||
|
Knop KOOKPLATEN |
|
Knop |
||
|
|
||||
|
DUBBELE DIAMETER |
|
PROGRAMMA’S |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Controlelampje |
Knop |
Controlelampje |
KOOKPLATEN |
KOOKPLATEN |
THERMOSTAAT |
5
Starten en gebruik
Wij raden u aan bij het eerste gebruik de oven NL minstens een uur leeg te laten functioneren, op
maximum temperatuur en met de deur dicht. Nadat u de oven hebt uitgedaan, opent u de ovendeur en lucht u het vertrek. De lucht die u ruikt komt door het verdampen van de middelen die worden gebruikt om de oven te beschermen.
De oven starten
1.Door aan de knop PROGRAMMA’S te draaien kunt u het gewenste kookprogramma kiezen.
2.Kies de temperatuur door aan de knop THERMOSTAAT te draaien. Een lijst met kooktijden en aanbevolen kooktemperaturen kunt u terugvinden in de Kooktabel (zie Programma’s).
3.Als het controlelampje THERMOSTAAT aan is, bevindt de oven zich in de verwarmingsfase en is bezig de ingestelde temperatuur te bereiken.
4.Tijdens het koken kunt u nog altijd:
-het kookprogramma veranderen met behulp van de knop PROGRAMMA’S;
-de temperatuur veranderen met behulp van de knop THERMOSTAAT;
-het koken onderbreken door de knop PROGRAMMA’S weer op stand “0” te zetten.
Zet nooit voorwerpen op de bodem van de oven; u riskeert hiermee het email te beschadigen.
Plaats de ovenschalen altijd op bijgeleverde roosters.
Ventilator
Teneinde de hitte aan de buitenkant van de oven te beperken, zijn enkele modellen voorzien van een
ventilator. Hierdoor ontstaat een luchtstroom die tussen het bedieningspaneel en de ovendeur naar buiten komt.
Aan het einde van de kooktijd blijft de ventilator draaien totdat de oven voldoende is afgekoeld.
Ovenverlichting
Deze gaat werken door de knop PROGRAMMA’S op
te draaien. Ze blijft aan wanneer u een kookprogramma selecteert.
6
Programma’s
Kookprogramma’s
U kunt voor alle programma’s een temperatuur tussen de 60°C en MAX instellen, behalve:
•GRILL (hierbij is het aanbevolen alleen MAX te gebruiken);
•GRATINEREN (hierbij is het aanbevolen niet meer dan 200°C in te stellen).
Programma TRADITIONELE OVEN
De onderste en bovenste verwarmingselementen gaan aan. Met deze traditionele kookwijze is het beter een enkel rooster te gebruiken: met meerdere roosters riskeert u een slechte temperatuursverspreiding.
Programma MULTIOVEN
Alle verwarmingselementen gaan aan (onder en boven) en de ventilator gaat draaien. Aangezien de warmte in de hele oven constant is, zorgt de lucht dat de gerechten op gelijkmatige wijze gekookt en gebakken worden. Hierbij is het mogelijk maximaal twee roosters tegelijk te gebruiken.
Programma OVEN BOVEN
Het bovenste verwarmingselement gaat aan. Deze functie kan worden gebruikt voor het afmaken van een gerecht.
Programma GRILL
Het bovenste verwarmingselement gaat aan. De hoge en rechtstreekse hitte bruint de oppervlakten van het vlees onmiddellijk zodat er geen vocht verloren gaat en de binnenkant mals blijft. Het koken onder de grill is vooral aan te raden voor gerechten die een hoge temperatuur aan de buitenkant nodig hebben: kalfsen runderbiefstuk, entrecôte, filet, hamburger etc... U vindt enkele voorbeelden in het hoofdstuk “Praktische kooktips”. Kook met de ovendeur dicht.
Programma GRATINEREN |
Het bovenste verwarmingselement gaat aan en de ventilator gaat draaien. Hiermee wordt de rechtstreekse bovenhitte van de grill gecombineerd
met de circulatie van de lucht in de oven. Eventueel verbranden van de buitenkant wordt zo vermeden; de NL warmte dringt gemakkelijker door naar de binnenkant.
Kook met de ovendeur dicht.
Praktische kooktips
Gebruik voor het koken met de heteluchtoven nooit de standen 1 en 5: de hete lucht zou fijne gerechten kunnen verbranden.
Bij de functies GRILL of GRATINEREN raden wij u aan de lekplaat op stand 1 te zetten om eventueel vet of jus op te vangen.
MULTIKOKEN
•Gebruik de standen 2 en 4, en plaats de gerechten die meer warmte nodig hebben op stand 2.
•Plaats de lekplaat op de onderste stand en de grill op de hoogste.
GRILL
•Plaats de grill op stand 3 of 4, plaats de gerechten op het midden van de grill.
•We raden u aan het energieniveau op de hoogste stand te zetten. Het is normaal dat het bovenste verwarmingselement niet constant aan blijft: zijn werking wordt geregeld door een thermostaat.
PIZZA
•Voor een optimale pizza dient u het programma MULTIKOKEN te gebruiken.
•Gebruik een lichte aluminium ovenschaal en zet hem op het bijgeleverde ovenrooster.
Bij gebruik van de bakplaat duurt het langer en krijgt u waarschijnlijk geen krokante pizza.
•Bij zeer gevulde pizza’s raden wij aan de mozzarella of andere kaas pas halverwege de kooktijd toe te voegen.
7
Kooktabel
NL
Programma's |
Gerechten |
Gewicht |
Roosterstanden |
Voorverwarming |
Aangeraden |
Kooktijd |
|
|
|
(kg) |
|
(minuten) |
temperatuur |
(minuten) |
|
|
Eend |
1 |
3 |
15 |
200 |
65-75 |
|
Traditionele |
Braadstuk |
1 |
3 |
15 |
200 |
70-75 |
|
Varkensrollade |
1 |
3 |
15 |
200 |
70-80 |
||
oven |
|||||||
Koekjes (kruimeldeeg) |
- |
3 |
15 |
180 |
15-20 |
||
|
|||||||
|
Taarten |
1 |
3 |
15 |
180 |
30-35 |
|
|
Pizza (op 2 roosters) |
1 |
2 en 4 |
15 |
230 |
15-20 |
|
|
Lasagne |
1 |
3 |
10 |
180 |
30-35 |
|
|
Lamsvlees |
1 |
2 |
10 |
180 |
40-45 |
|
|
Kip + gebakken aardappels |
1+1 |
2 en 4 |
15 |
200 |
60-70 |
|
Multikoken |
Makreel |
1 |
2 |
10 |
180 |
30-35 |
|
Plum-cake |
1 |
2 |
10 |
170 |
40-50 |
||
|
Soesjes (op 2 roosters) |
0.5 |
2 en 4 |
10 |
190 |
20-25 |
|
|
Koekjes (op 2 roosters) |
0.5 |
2 en 4 |
10 |
180 |
10-15 |
|
|
Cake (op 1 rooster) |
0.5 |
2 |
10 |
170 |
15-20 |
|
|
Cake (op 2 roosters) |
1 |
2 en 4 |
10 |
170 |
20-25 |
|
|
Quiche |
1.5 |
3 |
15 |
200 |
25-30 |
|
Oven Boven |
Afmaken van het gerecht |
- |
3/4 |
15 |
220 |
- |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Tong en inktvis |
1 |
4 |
5 |
Max |
8-10 |
|
|
Calamarien garnalenspiesjes |
1 |
4 |
5 |
Max |
6-8 |
|
|
Kabeljauwfilet |
1 |
4 |
5 |
Max |
10 |
|
Grill |
Gegrilde groenten |
1 |
3 of 4 |
5 |
Max |
10-15 |
|
Kalfsbiefstuk |
1 |
4 |
5 |
Max |
15-20 |
||
|
Koteletten |
1 |
4 |
5 |
Max |
15-20 |
|
|
Hamburgers |
1 |
4 |
5 |
Max |
7-10 |
|
|
Makreel |
1 |
4 |
5 |
Max |
15-20 |
|
|
Toast |
n.° 4 |
4 |
5 |
Max |
2-3 |
|
Gratineren |
Gegrilde kip |
1.5 |
2 |
5 |
200 |
55-60 |
|
Inktvis |
1.5 |
2 |
5 |
200 |
30-35 |
||
|
8