NL
GEBRUIKSAANWIJZING
SCHEMA VAN HET APPARAAT (Afb. 1)
A.
Handgreep.
B.
Veiligheidssluiting (indien aanwezig).
C.
Afdichting.
D.
Scheider (indien aanwezig).
E.
Dop afvoerkanaal.
F.
Bedieningspaneel.
G.
Zijrooster afkoeling motor.
INSTALLATIE
•
Haal het apparaat uit de verpakking.
•
Verwijder de 4 vulstukken tussen de deur en het
apparaat. (Fig. 3)
• Zorg dat de dop van het afvoerkanaal voor
dooiwater (indien aanwezig) correct gepositioneerd
is (E).
• Om de maximale prestaties te verkrijgen en schade
te voorkomen bij het openen van de deur van het
apparaat, dient een afstand van tenminste 7 cm
van de achterwand en 7 cm van de zijkanten te
worden vrijgelaten.
• Breng de bijgeleverde accessoires aan (indien
aanwezig).
Maak de binnenkant van het apparaat schoon
alvorens het te gebruiken.
SCHEMA VAN HET BEDIENINGSPANEEL (Afb.
2)
a. Rode led:
een alarm aangeduid, zie OPSPOREN VAN
STORINGEN..
b. Groene leds:
werking is en dat de temperatuur als volgt ingesteld
is:
b1 minder koude temperatuur (lampje rechts aan),
b2 middelste temperatuur (middelste lampje aan)
b3 heel koude temperatuur (lampje links aan)
ALLE groene leds AAN:
is actief; zie het gedeelte “Invriezen van verse
levensmiddelen”.
c. Toets temperatuurinstelling:
van de temperatuurinstelling en om de fast freezefunctie te activeren/deactiveren.
Druk herhaaldelijk op de insteltoets (3) om de
gewenste temperatuur te selecteren: elke keer dat
er op de toets wordt gedrukt, wordt de ingestelde
temperatuur aangepast.
Houd de toets ongeveer 3 seconden ingedrukt om
de fast freeze-functie te activeren/deactiveren: alle
groene leds knipperen 3 keer tegelijkertijd en blijven
vervolgens branden.
Opmerking: De instellingen worden in het geheugen
opgeslagen, zelfs bij een stroomuitval. De benodigde
tijd voor het bereiken van de instelde temperatuur
in de diepvriezer kan variëren afhankelijk van de
klimaatomstandigheden en de instelde temperatuur
zelf.
INSCHAKELEN VAN HET APPARAAT
• Steek de stekker van het apparaat in het
als deze knippert, dan wordt hiermee
gebruik deze instelling met partiële lading, dat
optimaliseert het energieverbruik.
(Fig.4)
deze duiden aan dat het apparaat in
Functie SNELVRIEZEN
voor het aanpassen
stopcontact.
• De groene led brandt (middelste temperatuur).
• De rode LED knippert om aan te duiden dat de
temperatuur in het apparaat nog niet laag genoeg
is voor de opslag van etenswaren. De rode led
deactiveert zich normaal gesproken binnen zes uur
na de inschakeling.
• Plaats de levensmiddelen alleen in het apparaat als
de rode LED niet langer brandt.
Opmerking: de afdichting sluit de vriezer hermetisch
af, dus u kunt de deur van het apparaat niet
onmiddellijk na sluiting weer openen. Wacht enkele
minuten voordat u de deur van het apparaat opnieuw
opent.
Dit apparaat beschikt over de “skin-condensor”
•
technologie: de condensoreenheid is in de
wanden van de vriezer geïntegreerd. Om die
reden kunnen de zijkanten en voorzijde van het
product warm worden wanneer het product in
bedrijf is. Dit is normaal en vermindert het risico op
condensvorming bij zeer kritische omstandigheden
(zie de paragraaf “Opsporen van storingen”).
INVRIEZEN VAN LEVENSMIDDELEN
Klaarmaken van verse levensmiddelen om in te
vriezen
• Alvorens verse levensmiddelen in te vriezen dient
u het te wikkelen en verzegelen in: aluminiumfolie,
plastic folie, lucht- en waterdichte plastic zakken,
polytheen containers met deksel die geschikt zijn
voor het invriezen van levensmiddelen.
• De levensmiddelen moeten vers, rijp en van een
zeer goede kwaliteit zijn.
• Verse groenten en fruit zo mogelijk direct na
de oogst invriezen, om de voedingsstoen, de
consistentie, de kleur en de smaak te behouden.
• Laat warme levensmiddelen altijd afkoelen voordat
u ze in het apparaat legt.
Invriezen van verse levensmiddelen
• Plaats de in te vriezen levensmiddelen direct tegen
de verticale wanden van het apparaat:
A)
- in te vriezen levensmiddelen,
B)
- al ingevroren levensmiddelen.
• Plaats de in te vriezen levensmiddelen niet direct
tegen de al ingevroren levensmiddelen aan.
• Voor beter en sneller invriezen raden wij aan de
levensmiddelen in kleine pakjes te verdelen; dit
is ook nuttig op het moment van gebruik van het
ingevroren voedsel.
1.
Activeer de fast freeze-functie minstens 24 uur
voordat er verse levensmiddelen in het product
worden ingevroren door de toets c ongeveer 3
seconden in te drukken. Alle groene leds (b) gaan
branden.
2.
Plaats de levensmiddelen in het apparaat en houd
de deur van het apparaat 24 uur gesloten. Na deze
periode zijn de levensmiddelen ingevroren. De fast
freeze-functie kan gedeactiveerd worden door de
toets c ongeveer 3 seconden in te drukken.
Als de fast freeze-functie niet handmatig
gedeactiveerd wordt, dan wordt de functie na 50
uur automatisch door het apparaat gedeactiveerd.
1
CONSERVERING VAN LEVENSMIDDELEN
Raadpleeg de tabel op het apparaat.
Indeling van de ingevroren levensmiddelen
Laad het diepgevroren voedsel en deel het in; het is
raadzaam de datum waarop het voedsel geladen is te
vermelden op de verpakkingen, om ervoor te zorgen
dat het voedsel gebruikt wordt binnen de vervaldatums
aangegeven in maanden in g. 6 voor elk type van voedsel.
Tips voor het bewaren van diepvriesproducten
Wanneer u bevroren levensmiddelen koopt, zorg dan dat:
• De verpakking niet beschadigd is (diepgevroren
voedsel in beschadigde verpakkingen kan een
verminderde kwaliteit hebben). Indien de verpakking
bol staat of vochtplekken heeft, werd het product
mogelijk niet bij optimale omstandigheden bewaard
en is mogelijk al deels ontdooid.
• Tijdens het winkelen dient u de aankopen van
diepgevroren levensmiddelen als laatste te doen en
u dient de producten in een thermisch geïsoleerde
zak te dragen.
• Zet de diepvriesproducten bij thuiskomst meteen in
het apparaat.
• Vermijd of beperk temperatuurvariaties tot een
minimum. Neem de uiterste houdbaarheidsdatum
op de verpakking in acht.
• Volg altijd de opslaginstructies op de verpakking
van diepvriesproducten.
Opmerking:
•
Ontdooide of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen
moeten onmiddellijk worden geconsumeerd.
Vries ze niet opnieuw in, tenzij het voedsel na het
ontdooien gekookt is. Nadat het levensmiddel
gekookt is, mag het opnieuw worden ingevroren.
•
Als de stroom gedurende langere tijd uitvalt:
Open de deur van het apparaat niet, behalve om de
vrieselementen (indien beschikbaar) boven op het
ingevroren voedsel aan de rechter- en linkerkant van
het apparaat te plaatsen. Op deze manier kunt u de
snelheid waarmee de temperatuur stijgt beperken.
ONTDOOIEN APPARAAT
Wij raden u aan het apparaat te ontdooien wanneer
het ijs op de wanden 5-6 mm dik is geworden.
• Koppel het apparaat los van de netvoeding.
• Haal alle voedsel uit het apparaat en bewaar het op
een heel koele plek of in thermisch isolerende zakken.
• Laat de deur van het apparaat openstaan.
• Verwijder de binnendop van het afvoerkanaal
(afhankelijk van model)
• Verwijder de buitendop van het afvoerkanaal
(afhankelijk van model) en plaats hem zoals
aangegeven in
• Gebruik de scheider (afhankelijk van model) in het
product als een recipiënt om het resterende water
in op te vangen (D) zoals aangegeven in
er geen scheider is, gebruik dan een ondiepe kom.
• U kunt het ontdooien versnellen door met een spatel
het ijs op de wanden van het apparaat los te maken.
• Verwijder het ijs van de bodem van het apparaat.
• Gebruik, om onherstelbare schade aan de binnenkant
van het apparaat te voorkomen, geen puntige of
scherpe metalen voorwerpen om het ijs te verwijderen.
•
Gebruik geen schuurmiddelen en verwarm het
vriesvak niet kunstmatig.
•
Maak de binnenkant van het apparaat zorgvuldig
droog.
• Plaats na het ontdooien de dop terug.
(Fig. 8)
afbeelding 8
.
.
g. 8
. Als
VERVANGEN VAN HET DEURLAMPJE (indien
aanwezig)
• Haal de stekker van het apparaat uit het
stopcontact.
• Verwijder de melkglazen kap aan de hand van
de aanwijzingen van de afbeelding en in de
aangegeven volgorde.
• Draai het lampje los en vervang het door een
nieuw lampje met dezelfde spanning en hetzelfde
vermogen.
• Breng de melkglazen kap weer aan en sluit het
apparaat aan op het elektriciteitsnet.
HANDLEIDING VOOR PROBLEEMOPLOSSING
1. De rode led knippert
• Is de stroom uitgevallen?
• Wordt er een ontdooiprocedure uitgevoerd?
• Werd onlangs vers voedsel ingebracht?
• Is de deur van het apparaat goed dicht?
• Staat het apparaat in de buurt van een warmtebron?
• Zijn het ventilatierooster en de condensor schoon?
2. Alle LEDS knipperen tegelijkertijd.
• Neem contact op met de klantenservice.
3. Het apparaat maakt erg veel lawaai.
• Is het apparaat perfect waterpas geïnstalleerd?
• Staat het apparaat tegen andere meubels
of voorwerpen aan die trillingen kunnen
veroorzaken?
• Is de verpakking van het onderstel van het
apparaat verwijderd?
Opmerking: de circulatie van het koelgas kan een
zacht geluid maken, ook nadat de compressor
stopgezet is. Dit is geheel normaal.
4. Alle LEDS zijn uit en het product werkt niet.
• Is de stroom uitgevallen?
• Zit de stekker goed in het stopcontact?
• Is de voedingskabel niet beschadigd?
5. Alle LEDS zijn uit en het product werkt.
• Neem contact op met de klantenservice.
6. De compressor werkt onafgebroken.
• Heeft u misschien warm voedsel in het apparaat
gezet?
• Is de deur van het apparaat langdurig open
geweest?
• Staat het apparaat in een te warme ruimte of in
de buurt van een warmtebron?
• Is de fast freeze-functie geactiveerd? (Alle
groene leds AAN)
7. Te veel ijsvorming op de bovenranden.
• Zijn de doppen van het afvoerkanaal voor het
dooiwater correct geplaatst?
• Is de deur van het apparaat goed dicht?
• Is de afdichting van de deur van het apparaat
beschadigd of vervormd? (Zie hoofdstuk “Installatie”)
• Zijn de vier beschermdelen verwijderd? (Zie
hoofdstuk “Installatie”)
8. Er vormt zich condens aan de buitenkant van het
apparaat
• Condensvorming is normaal onder bepaalde
9. De ijslaag op de binnenwanden van de vriezer is
niet overal even dik.
• Dit is normaal.
.
klimatologische omstandigheden (luchtvochtigheid
hoger dan 85%) of als het apparaat geïnstalleerd
is in vochtige en slecht geventileerde ruimtes.
Dit heeft echter geen negatieve invloed op de
prestaties van het apparaat.
.
2