NEDERLANDS
INSTALLEREN EN AANSLUITEN 19
Installeren en Aansluiten
6. Indien u DVD-speler en monitor beide
component video aansluitingen hebben, sluit de
component video uitgangen van de Video 1
Component Video Ingang
. Merk op dat
zelfs wanneer de component video-aansluitingen
gebruikt worden, de audio-aansluitingen nog
steeds gemaakt moeten worden op de analoge
DVD audio-ingangen
of op de Coaxiale
of Optische digitale ingangen
.
7. Indien u een ander component video-apparaat
ter beschikking hebt, sluit het dan aan op de
Video 2 of Video 3 component videoingangen
De audio-aansluitingen voor
dit apparaat dienen te worden gemaakt op de
Video 2 ingangen
of op de Coaxiale of
Optische digitale ingangen
.
8. Indien de component video-ingangen gebruikt
worden, sluit dan de Component video-
uitgangen
aan op de component videoingangen van uw TV, projector of weergaveapparaat.
9. Gebruikt u een camcorder, videospelletje of
ander audio/video apparaat dat is zo nu en dan
tijdelijk wordt aangesloten op de AVR, verbind
de audio, video en digitale audio uitgangen van
dat apparaat dan met de Front Ingangen
*ÓÔ
. Een op Video 4 ingangÔaangesloten apparaat wordt gekozen als Video 4
ingang en aangesloten op de digitale ingan-
gen
*Ó
gekozen als 'Optisch 3' of 'Coax 3'
ingang. Zie pagina 24 voor nadere informatie
over de configuratie van de ingangen.
10. Wanneer de AVR 350 wordt verbonden met
een standaard analoog beeldscherm met alleen
standaard composiet en S-video ingangen, kunnen geen component video-ingangen worden
gebruikt. In dat geval verbindt u de Video en S-
video Monitor Uitgang
met de overeenkomstige composiet en S-video ingangen van
het beeldscherm, afhankelijk welk type video
wordt gebruikt door de bronnen. Wanneer
beide typen video worden gebruikt door verschillende bronnen dan dienen beide Video
Monitor Uitgangen
afzonderlijk met het
beeldscherm te worden verbonden.
Opmerkingen over video-aansluitingen:
• Alle component in- en uitgangen kunnen ook
voor RGB signalen worden gebruikt, op dezelfde
wijze als beschreven voor de Y/Pr/Pb signalen,
en verbonden met de aansluitingen van overeenkomstige kleur.
Maar dat werkt alleen zolang de drie RGB videosignalen door de bron worden afgegeven, alleen
met een sync signaal in het ‘G’ signaal, zonder
een afzonderlijk sync signaal van de bron.
Scart A/V-aansluitingen
Voor alle hiervoor omschreven verbindingen
gebruikt uw videoapparaat cinch-aansluitingen
en/of S-video aansluitingen, zowel voor de
audio- als de videosignalen: elk normaal videoapparaat (niet S-VHS of High 8) gebruikt voor
alleen afspelen 3 cinch verbindingen; videorecorders voor afspelen en opnemen zelfs
6 cinch verbindingen. Alle S-video-apparaten
(S-VHS, High 8) hebben 2 cinch (audio) en
1 S-video verbinding nodig voor afspelen, of
4 cinch (audio in/uit) en 2 S-video (video in/uit)
verbindingen als het een videorecorder betreft.
Veel Europese videoapparaten zijn maar ten dele
voorzien van cinch of S-video aansluitingen, niet
voor alle audio- en video in- en -uitgangen die
nodig zijn als eerder beschreven, maar via een
zogeheten Scart of Euro-AV connector, een vrijwel haakse plug met 21 pennen, zie afbeelding.
In dat geval zijn de volgende scart/cinch-adapters of kabels nodig:
• Voor weergave van satellietontvangers, camcorders, DVD- of LD-spelers, een adapter van
scart naar 3 cinch pluggen, zie afbeelding 1
(normale videoapparaten), of van scart naar 2
cinch +1 S-video stekkers, zie afbeelding 4
(S-videoapparaten).
• HiFi-videorecorders hebben een adapter van
scart naar 6 cinch pluggen nodig, zie afbeelding
2 (normale video), of van scart naar 4 audio +2
S-video pluggen, zie afbeelding 5 (S-video VCR).
Lees de instructies bij de adapter zorgvuldig, om
vast te stellen welke van de zes stekkers voor
het opnamesignaal is (aansluiten op de uitgangen van de AVR) en welke voor het weergavesignaal van de videorecorder (aansluiten op de
Ingangen van de AVR). Maak onderscheid tussen
audio- en videosignalen. Aarzel niet uw leverancier te raadplegen indien u twijfels heeft.
• Gebruikt u uitsluitend normale videoapparaten, dan is voor de TV-monitor een adapter van
3 cinch pluggen naar scart nodig (zie afbeelding
3). Gebruikt u ook S-video apparaten, dan is een
extra adapter van 2 cinch +1 S-video plug naar
scart nodig (afbeelding 6), verbonden met de
scart-ingang van uw TV, geschikt voor S-video.
Alleen de videopluggen (de ‘gele’ cinch pluggen
in afbeelding 3 en de S-video plug in afbeelding
6) worden aangesloten op de TV/Monitor
Uitgang
en het volume van de TV wordt
geheel teruggedraaid.
1. Verbind de audio- en video Play/Out uitgan-
gen met de Video 2 In ingangen
op de
achterzijde. De audio en video Record/In ingan-
gen van de VCR worden verbonden met de
Video 1 uitgangen
van de AVR.
2. Hoewel op deze ingang elke videobron kan
worden aangesloten, raden we u aan de TV op
de Audio 1 Audio/Video Ingang
aan
te sluiten zodat u kunt werken met de voorgeprogrammeerde TV afstandsbedieningscodes
voor de Video 1 positie. Om dezelfde reden
raden u aan de videorecorder, kabel-TV converter of satellietontvanger op de Video 2
Audio/Video Ingang
aan te sluiten.
3. Verbind de analoge audio- en video-uitgangen van een DVD- of laserdiscspeler met de
DVD-ingang
.
4. Verbind de digitale audio uitgangen van een
CD- of DVD-speler, satellietontvanger, kabel- of
HDTV-converter aan op de juiste Optische of
Coaxiale digitale ingangen
*Ó
.
Onthoud dat de DVD-bron standaard op Coax
Digitale Ingang 1
hoort. Alle andere gaan
standaard naar de analoge ingangen hoewel in
principe elke digitale bron op elke digitale audioingang van de receiver kan worden toegewezen.
Opmerking: bij het aansluiten van een digitale
kabelbox of een ander set-top tuner met digitale
audio-uitgang, raden we u aan zowel de digitale
als de analoge uitgangen daarvan op de AVR aan
te sluiten. De ingebouwde audio omschakelfunctie van de AVR zorgt er dan voor dat er een
ononderbroken audiosignaal is, doordat bij
onderbreking van het digitale signaal of het niet
beschikbaar zijn ervan op een bepaald kanaal,
automatisch wordt omgeschakeld naar de
analoge aansluitingen.
5. Verbind de Composiet en S-Video (indien
S-Video wordt gebruikt) Monitor Uitgang
op de achterzijde van de receiver met de
composiet of S-Video ingang van de televisie of
videoprojector.