Grundig RCD 1410, RCD 1420 MP3 User Manual [nl]

ǵ
PORTABLE RADIO CD/MP3 PLAYER
RCD 1410 RCD 1420 MP3
Bedieningselementen
CD OFF RADIO Schakelt tussen de programmabronnen CD en RADIO om; schakelt het
toestel uit.
ON Powerlampje. Is rood tijdens het gebruik.
VOLUME Wijzigt het volume.
UBS Schakelt het Ultra-Bass-systeem in en uit.
0 Aansluiting voor een hoofdtelefoon, voor het aansluiten van een
stereohoofdtelefoon met behulp van een plug (ø 3,5 mm), aan de linkerzijde van het apparaat;
de luidsprekers van het toestel worden automatisch uitgeschakeld.
AC~ Aansluiting voor het netsnoer, achterkant van het toestel.
Radio-deel
ANTENNA Uitschuifbare antenne de voor FM (ultrakorte golf) -ontvangst.
STOP/BAND Golfbereikomschakelaar MG (middengolf) en FM (UKG).
UP 9 Kort indrukken verandert de frequentie stapsgewijs vooruit of DOWN 8 achteruit; indrukken en ingedrukt houden start de frequentiezoekloop
vooruit of achteruit.
PROG/ Voor het opslaan van radiozenders op zenderplaatsen; MEM start de automatische zenderzoekloop;
REPEAT/MEM UP Kiest zenderplaatsen vooruit; kiest bij het opslaan van radiozenders
het volgende zenderplaatsnummer.
RANDOM/ Kiest zenderplaatsen achteruit; kiest bij het opslaan van radio MEM DOWN zenders het vorige zenderplaatsnummer.
FM MODE Schakelt tussen mono- en stereo-ontvangst om (rechterkant toestel). MONO/STEREO
Cd-deel (RCD 1410)
OPEN/CLOSE Om het cd-vak te openen en te sluiten.
PLAY/PAUSE ıII Start de weergave; schakelt in weergavepauze.
UP 9 Kort indrukken kiest de volgende of vorige titel; DOWN 8 indrukken en ingedrukt houden start de zoekloop vooruit of achteruit.
STOP/BAND Beëindigt de weergave; wist een muziekprogramma. PROG/ Voor het opslaan van titels bij het opmaken van een muziekprogramma. MEM
REPEAT/MEM UP Voor het herhalen van een titel of de hele cd.
RANDOM/ Voor de weergave van titels in een toevallige volgorde. MEM DOWN
IN EEN OOGOPSLAG ___________________________________
NEDERLANDS
NEDERLANDS
89
90
Cd-deel (RCD 1420)
OPEN/CLOSE Om het cd-vak te openen en te sluiten.
PLAY/PAUSE
ı
II Start de weergave; schakelt in weergavepauze.
UP 9 Kort indrukken kiest de volgende of vorige file resp. de volgende DOWN 8 of vorige titel;
indrukken en ingedrukt houden start de zoekloop vooruit of achteruit.
STOP/BAND Beëindigt de weergave; wist een muziekprogramma. PROG/ Voor het opslaan van titels bij het opmaken van een muziekprogramma. MEM
ALBUM In mp3-mode: kiest in de stand stop het volgende album. MEMORY UP
ALBUM In mp3-mode: kiest in de stand stop het vorige album. MEMORY DOWN
MODE In cd-da-mode: voor het herhalen van een titel of van de hele cd.
in de mp3-modus: voor het herhalen van een file, van alle files van het gekozen album of van alle files op de cd.
De indicaties (RCD 1410)
00:000 Radio-mode: geeft de frequentie weer; geeft het zenderplaatsnummer weer.
In de cd-modus: toont het totale aantal titels en de actuele titel.
ɳ Radio-mode: een FM-stereozender wordt ontvangen.
RANDOM In cd-mode: de titels worden in een toevallige volgorde weergegeven.
REPEAT In cd-mode: knippert als een titel herhaald wordt; brandt als de hele cd her-
haald wordt.
MEMORY Radio-mode: knippert als een radiozender opgeslagen wordt; brandt als
een opgeslagen radiozender ingesteld is.
FM Radio-mode: golfbereikindicatie FM (UKG).
MW Radio-mode: golfbereikindicatie MG (middengolf).
MHz Radio-mode: in combinatie met de FM-frequentieaanduiding.
kHz Radio-mode: in combinatie met de MG-frequentieaanduiding.
IN EEN OOGOPSLAG ___________________________________
00:000
RANDOMɳREPEAT MEMORY
FM MW
MHz kHz
NEDERLANDS
91
De indicaties (RCD 1420)
00:000 Radio-mode: geeft de frequentie weer; geeft het zenderplaatsnummer weer.
In de cd-da-modus: toont het totale aantal titels en de actuele titel. In de mp3-modus: geeft het totale aantal albums en de actuele file weer.
FM Radio-mode: golfbereikindicatie FM (UKG).
MW Radio-mode: golfbereikindicatie MG (middengolf).
s In cd-mode: geeft de weergave weer, knippert in weergavepauze.
MEM Radio-mode: knippert als een radiozender opgeslagen wordt; brandt als
een opgeslagen radiozender ingesteld is. In de cd-modus: knippert bij het opstellen van een muziekprogramma, brandt bij de weergave van een muziekprogramma.
MP3 In mp3-mode: geeft aan dat een mp3-cd geplaatst is.
ALBUM In mp3-mode: geeft het albumniveau weer.
RND In cd-mode: de files of titels worden in een toevallige volgorde afgespeeld.
M In cd-mode: knippert als een titel herhaald wordt.
In mp3-modus: knippert als een file herhaald wordt; brandt als een album herhaald wordt.
M ALL In cd-mode: brandt als de hele cd herhaald wordt.
ɳ Radio-mode: een FM-stereozender wordt ontvangen.
MHz Radio-mode: in combinatie met de FM-frequentieaanduiding.
kHz Radio-mode: in combinatie met de MG-frequentieaanduiding.
IN EEN OOGOPSLAG ___________________________________
00:000
MEM MP3ɳALBUM RND M ALL
FM MW
kHz MHz
s
92
Stroomtoevoer
Aansluiten op het stroomnet
Aanwijzing:
Controleer of de vermelde netspanning op het typeplaatje (aan de onderzijde van het apparaat) overeenstemt met de plaatselijke netspanning. Is dit niet het geval, neem dan contact op met de winkel waar u het toestel hebt gekocht.
1 Steek de meegeleverde netkabel in de aansluiting »AC
~
« van de radiorecorder (aan
de achterkant van het toestel).
2 Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
Voorzichtig:
Het apparaat is alleen volledig van het stroomnet afgesloten als u de netstekker uit het stopcontact hebt gehaald.
Gebruik op batterijen
1 Druk op de markering op de afsluiting van het batterijvak om het klepje eraf te halen.
2 Zes batterijen (6 x 1,5 V, type IEC R14/UM2/C-Size) plaatsen, hierbij op de polen letten
die op de klepje van het batterijvak gemarkeerd zijn.
Aanwijzingen:
Verwijder de batterijen als ze leeg zijn of als u het apparaat langere tijd niet gebruikt. Voor schade die ontstaat door lekke batterijen, stelt GRUNDIG zich niet aansprakelijk. De batterijen worden uitgeschakeld bij gebruik van het stroomnet.
Milieutip:
Om te voorkomen dat er mogelijk schadelijke stoffen in het milieu terechtkomen, dienen batterijen en batterijpacks, na het beëindigen van de levenscyclus niet te worden wegge­gooid, maar te worden ingeleverd als klein chemisch afval.
Wanneer batterijen leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
Extra batterijen aanbrengen
Bij de netvoeding zorgen de hulpbatterijen ervoor dat in het geval van een stroomuitval of als u kort de stekker uit het stopcontact trekt, de opgeslagen instellingen behouden blijven.
1 Hulpbatterijvak binnenin het batterijvak open, hiervoor op het klepje drukken en eraf
halen.
2 Bij het plaatsen van de batterijen (2 x 1,5 V, type IEC LR3/AM3/AA) op de polen onder-
aan het vakje letten.
IN EEN OOGOPSLAG ___________________________________
Loading...
+ 10 hidden pages