Grundig BEEZZ RRCD 4101 User Manual [nl]

Page 1
RADIO CASSETTE RECORDER
WITH CD
BEEZZ
RRCD 4101
Page 2
82
VEILIGHEID EN ONDERHOUD
___________
Om lang plezier te kunnen hebben van dit apparaat, dient u de volgende aanwijzingen op te volgen:
Dit apparaat is voor de weergave en opname van geluidssignalen bestemd. Elk ander gebruik is uitdrukkelijk verboden.
Bescherm het apparaat, de cd’s en de cassettes tegen regen, vocht (druip- en spatwater), zand en hitte van bijv. verwarmingstoestellen of in het interieur van in de zon geparkeerde auto’s.
Zorg bij het opstellen van het toestel voor voldoende ventilatie. Laat aan de achterkant van het toestel minstens 10 cm vrije ruimte en bedekt de ventila­tiegleuven niet met voorwerpen.
Steek geen vreemde voorwerpen in het cd- of cassettevak van het apparaat.
Bij overgang van koude naar warmte kan de lens van het cd-deel beslaan. Er kan dan geen cd gespeeld worden. Geef het toestel de nodige tijd om te acclimatiseren.
Het cd-deel en cassettedeel bevatten zelfsmerende lagers die niet geolied of gesmeerd mogen worden.
U mag de behuizing van het apparaat in geen geval openen. Schade die is ontstaan door het ondeskundig omgaan met het apparaat, valt niet onder de garantie.
Onweer vormt een bedreiging voor alle elektrische apparatuur. Ook als het apparaat uitgeschakeld is, kunnen door blikseminslag in het stroomnet beschadigingen optreden. Trek daarom altijd de netstekker uit het stop­contact als het onweert.
Gebruik geen schoonmaakmiddelen, aangezien de behuizing hierdoor beschadigd kan worden. Reinig het apparaat met een schone, vochtige zeemleren lap.
Houd bij het installeren van de radio rekening met het oppervlak van meu­bels. Deze oppervlakken hebben de meest verschillende soorten laklagen en kunststoflagen. Ze bevatten meestal chemische toevoegingsmiddelen die onder andere het materiaal van de toestelvoeten kunnen aantasten. Daardo­or kunnen er resten achterblijven op het meubel, die slechts moeilijk of hele­maal niet meer verwijderd kunnen worden.
°C
2h
°C
8
4
ə
!
3
!
ə
34
8
ʀ
ǵ
RADIO CASSETTE RECORDER WITH CD
B
eezz
OPEN/CLOSE
RADIO CD
TAPE/ OFF
BAND
FMMW
U
L
T
R
A
B
A
S
S
S
Y
S
T
E
M
VOL.
FM STEREO
PLAY/ PAUSE
U
L T
R A
B
A
S
S
S
Y
S
T
E
M
PROG
STOP
PLAY/PAUSE
PROG.
TRACK
REPEAT
OPER.
F-SKIP
R-SKIP
REPEAT
TAPE DIRECTION
3
3
8
!
CLOSE
H CD
ezz
OSE
BAND
FMMW
FM STEREO
PLAY/ PAUSE
! SERVICE !! SERVICE !
NEDERLANDS
02
eezz
B
ǵ
RADIO CASSETTE RECORDER WITH CD
S
S
A
S
B
Y
S
A
T
R
E
T
L
M
U
ʀ
RADIO CD
TAPE/
VOL.
OFF
! SERVICE !
RADIO CD
TAPE/ OFF
FM MW
BAND
OPEN/CLOSE
FM STEREO
!
!
ə
8
ə
34
8
4
3
PLAY/ PAUSE
F-SKIP
!
3
8
OPER.
PLAY/PAUSE
REPEAT
PROG
02
3
REPEAT
PROG.
R-SKIP
STOP
TRACK
CLOSE
TAPE DIRECTION
U
M
L
E
T
T
R
S
A
Y
S
B
A
S S
eezz
B
ǵ
RADIO CASSETTE RECORDER WITH CD
S
S
A
S
B
Y
S
A
T
R
E
T
L
M
U
ʀ
VOL.
OPEN/CLOSE
FM STEREO
!
!
ə
8
ə
34
8
4
3
PLAY/ PAUSE
F-SKIP
!
3
8
PLAY/PAUSE
OPER.
REPEAT
PROG
02
3
REPEAT
PROG.
R-SKIP
STOP
TRACK
CLOSE
TAPE DIRECTION
U
M
L
E
T
T
R
S
A
Y
S
B A
S
S
FM MW
BAND
FM MONO FM ST
BEATCUT
AC
~
Page 3
NEDERLANDS
83
RADIO CD
!
Bedieningselementen
Algemeen
RADIO Functieschakelaar, schakelt de programma- TAPE/OFF CD bronnen »TAPE«, »RADIO« en »CD« om (het
toestel is uitgeschakeld als in de stand »TAPE/OFF« geen loopwerktoetsen ingedrukt zijn).
ULTRA BASS SYSTEM Ultra Bass System, verhoogt de bassen. VOL Wijzigt het volume.
yy
Aansluiting voor een hoofdtelefoon, voor het aans­luiten van een stereo-hoofdtelefoon met behulp van een plug (ø 3,5 mm), aan de linkerzijde van het apparaat;
de luidsprekers van het apparaat worden hier­door uitgeschakeld.
AC~ Aansluiting voor het netsnoer.
Radio-deel
I Uitschuifbare antenne voor FM-ontvangst.
FM 88-108 MHz Afstembereik voor de golflengtegebieden »FM« MW 530-1600 kHz en »MW«.
FM . . MW BAND Omschakelaar voor golflengtegebied »FM«,
»MW«.
TUNING Hiermee kunt u radiozenders instellen, rechter-
kant van het toestel.
FM STEREO Stereo-indicatie, is groen bij FM-stereo-ontvangst.
IN EEN OOGOPSLAG
_________________________
TAPE/ OFF
S
S
A
S
B
Y
S
A
T
R
E
T
M
L
U
VOL.
RADIO CD
TAPE/ OFF
!
eezz
ǵ
RADIO CASSETTE RECORDER WITH CD
S
S
A
S
B
Y
S
A
T
R
E
T
M
L
U
VOL.
!
!
ə
ə
34
3
F-SKIP
3
OPER.
REPEAT
3
REPEAT
R-SKIP
CLOSE
U
L
T
R
A
B
B
ʀ
02
TRACK
A
OPEN/CLOSE
FM STEREO
8
8
4
S
S
PLAY/PAUSE
PROG.
Y
S
T
S
8
PROG
TAPE DIRECTION
M
E
PLAY/ PAUSE
!
STOP
FM MW
BAND
FM STEREO
FM MW
BAND
Page 4
84
FM MONO. .FM ST. Hiermee kunt u omschakelen op Mono bij een
slechte stereo-ontvangst, aan achterzijde van het apparaat.
Cassette-deel
CLOSE Cassettevak; druk hierop om het vak te sluiten.
Start de opname.
ľ Start de weergave. ıı Spoelt de cassette terug. ľľ Spoelt de cassette vooruit.
/
ə
Beëindigt de weergave/opname; opent het cassettevak.
II Pauze bij opname en weergave.
| Hiermee kunt u de looprichting van de cassette kiezen.
TAPE DIRECTION
CD-deel
OPEN/CLOSE Om het cd-vak te openen en te sluiten. F-SKIP, R-SKIP Kort indrukken: kiest een titel;
lang indrukken: zoekt een bepaalde passage.
REPEAT Eén keer indrukken: herhaalt de actuele titel altijd
opnieuw; Twee keer indrukken: herhaalt de hele cd altijd opnieuw.
PLAY/PAUSE Start de weergave van een cd;
schakelt op weergavepauze.
STOP Beëindigt de weergave van de cd. PROG. Hiermee slaat u titels op voor het opstellen van een
muziekprogramma.
Weergeven
OPER.
Brandt rood als de radiorecorder in gebruik is.
REPEAT
Brandt of knippert groen als de REPEAT­functies geactiveerd zijn.
PLAY/PAUSE
Brandt groen als een cd afgespeeld wordt; knippert in de pauze-modus.
PROG.
Brandt groen bij de weergave van een muziekprogramma; knippert van het ops­laan van een titel.
TRACK 08 Geeft voor het starten van de weergave het
totale aantal titels van een cd weer; geeft bij de weergave de actuele cd-titel weer.
IN EEN OOGOPSLAG
_______________________________
/ E
N
T
08
TRACK
OPER.
REPEAT
PROG.
PLAY/PAUSE
EPEAT
IP
E
CLOSE
FM MONO FM ST
!
!
ə
ə
34
4
3
IP
3
OPER.
PLAY/PAUSE
02
3
REPEAT
TRACK
PROG.
8
8
TAPE DIRECTIO
FM
PLAY PAUS
8
!
PROG
STOP
PLAY/PAUSE
PROG.
8
8
TAPE DIRECTION
FM S
PLAY/ PAUSE
8
!
PROG
STOP
!
!
ə
ə
34
4
3
F-SKIP
3
OPER.
REPEAT
R-SKIP
02
3
REPEAT
TRACK
Page 5
NEDERLANDS
85
Aansluiten op het stroomnet
Aanwijzing:
Controleer of de vermelde netspanning op het typeplaatje (aan de onder­kant van het apparaat) overeenstemt met de plaatselijke netspanning. Is dit niet het geval, neem dan contact op met de winkel waar u het toestel hebt gekocht.
1 Steek de meegeleverde netkabel (in het batterijvak) in de aansluiting
»AC
~
« van de radiorecorder.
2 Steek de stekker van de netkabel in het stopcontact.
Voorzichtig:
Het apparaat is alleen volledig van het stroomnet afgesloten als u de netstekker uit het stopcontact hebt gehaald.
Gebruik op batterijen
1 Druk op de markering op het klepje van het batterijvak om het klepje
eraf te halen.
2 Gebruik acht batterijen (type babycellen, R 14, UM 2 of C) en let op de
polen die in de bodem van het batterijvak gemarkeerd zijn.
Aanwijzingen:
Verwijder de batterijen als ze leeg zijn of als u het apparaat van het stroomnet haalt. Voor schade die ontstaat door uitgelopen batterijen, stelt GRUNDIG zich niet aansprakelijk. De batterijen worden uitgeschakeld bij gebruik van het stroomnet.
Milieutip
Indien bij het door u in gebruik genomen apparaat batterijen of batterij­packs zijn geleverd, geldt het volgende: Om te voorkomen dat er mogelijk schadelijke stoffen in het milieu terechtkomen, dienen batterijen en batterijpacks, na het beëindigen van de levenscyclus niet te worden weggegooid, maar te worden ingeleverd als klein chemisch afval.
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
STROOMTOEVOER
______________________________
FM MONO FM ST
AC
~
FM MONO FM ST
FM MONO FM ST
AC
AC
~
~
Page 6
86
Volume veranderen
1 Verander het volume met de regelaar »VOL.«.
Ultra Bass System activeren
Met deze functie worden de bassen verhoogd.
1 Zet het Ultra Bass System aan of uit met »ULTRA BASS SYSTEM«.
Met hoofdtelefoon luisteren
1
Sluit de hoofdtelefoon aan op de hoofdtelefoonaansluiting »yy« (linker­zijde van het toestel) (ø 3,5 mm). – De luidsprekers van het apparaat worden hierdoor uitgeschakeld.
Aanwijzing:
Permanent luisteren met hoog volume kan leiden tot gehoorbeschadi­ging.
VOLUME/GELUID
________________________________
S
S
A
S
B
Y
S
A
T
R
E
T
M
L
U
VOL.
!
!
Page 7
NEDERLANDS
87
Antennes
1 Bij FM-ontvangst (ultrakorte golf) dient u de uitschuifbare antenne uit te
trekken en af te stellen door eraan te buigen en te draaien.
Aanwijzing:
Bij een te sterk FM-signaal raden wij u aan de uitschuifbare antenne in te schuiven.
Bij zwakke ontvangst:
Als er bij FM-stereo-ontvangst storingen optreden door onvoldoende signaalsterkte, kunnen deze eventueel onderdrukt worden door de scha­kelaar »FM MONO. .FM ST.« op »FM MONO.« te zetten. Het FM- stereo-lampje gaat uit en de FM-zender wordt in Mono weergegeven.
2 Voor MW-ontvangst heeft de radiorecorder een ingebouwde antenne.
Om deze antenne af te stellen, dient u de radiorecorder te draaien.
Radio-ontvangst
1 Zet de radiorecorder aan door de functieschakelaar »RADIO
TAPE/OFF CD« op »RADIO« te zetten.
– Het lampje »OPER.•« licht op.
2 Kies het gewenste golflengtegebied (FM, MW) met de golflengteschake-
laar.
3 Stel de radiozender in met de draairegelaar »TUNING« .
– Bij ontvangst van een FM-stereozender brandt de indicatie
»FM STEREO«.
4 Zet de radiorecorder uit door de functieschakelaar op »TAPE/ OFF«te
zetten. – De weergave »OPER.
« verdwijnt.
RADIO-MODE
_______________________________________
FM MONO FM ST
RADIO CD
TAPE/ OFF
FM MW
BAND
TUNING
Page 8
88
Algemene aanwijzingen voor apparaten die gebruik maken van een laser
Aan de onderzijde van uw toestel treft u het hiernaast afgebeelde plaatje aan. CLASS 1 LASER PRODUCT betekent dat de laser vanwege zijn techni­sche constructie intrinsiek veilig is, zodat de maximaal toegestane uitstra­lingswaarde in geen geval kan worden overschreden. Als andere dan de hier gespecificeerde bedieningsinrichtingen worden gebruikt of andere methoden worden uitgevoerd, kunt u aan gevaarlijke straling worden bloot­gesteld. Er treedt onzichtbare laserstraling naar buiten als het CD-vak geo­pend wordt en als de veiligheidsvergrendeling overbrugd is. U mag niet blootgesteld worden aan de laserstraling.
Houd de cd-lade van het apparaat altijd gesloten, om te voorkomen dat zich stof op de laseroptiek verzamelt. Breng geen stickers op de cd aan. Houd het oppervlak van de cd schoon.
Het toestel is geschikt voor muziek-CD’s met het hiernaast afgebeelde logo (CD-DA) en voor CD-R resp. CD-RW met audiogegevens.
Bij het branden van CD-R’s en CD-RW’s met audiogegevens kunnen er ver­schillende problemen optreden die een storingvrije weergave onder bepaal­de omstandigheden in gevaar brengen. Oorzaak hiervoor zijn foute soft­ware- en hardware-instellingen of fouten aan de gebruikte CD. Als er der­gelijke fouten optreden, dan moet u contact opnemen met de klantendienst van uw CD-brander-/brandersoftwarefabrikant of de nodige informatie zoeken, b.v. op het internet.
Als u audio-CD’s maakt, neem dan de wettelijke bepalingen in acht en maak geen inbreuken op de kopieerrechten van derden.
Voorbereiden
1 Zet de radiorecorder aan door de functieschakelaar »RADIO
TAPE/OFF CD« op »CD« te zetten.
– Het lampje »OPER.•« brandt.
2 Open het cd-vak met »OPEN/CLOSE« (aan de bovenzijde van de
radiorecorder).
3 Plaats de cd met het opschrift naar boven in de cd-lade.
4 Sluit het deksel van de cd-lade (markering »OPEN/CLOSE«).
De cd-speler start en tast de inhoud van de cd af. – Op de display verschijnen alle titels.
CD weergeven
1 Start de weergave met » PLAY/PAUSE«.
– Het lampje » PLAY/PAUSE•« brandt. – Op de display verschijnt het nummer van de eerste titel. – De weergave stopt aan het eind van de cd.
2 Schakel op weergavepauze met » PLAY/PAUSE«.
– » PLAY/PAUSE
« knippert.
3 Zet de weergave voort met » PLAY/PAUSE«.
4 Beëindig de weergave met »STOP«.
– » PLAY/PAUSE
« gaat uit.
CD-MODE
_________________________________________
CLASS 1
00
0I
I2
LASER PRODUCT
eezz
ʀ
B
OPEN/CLOSE
ǵ
RADIO CASSETTE RECORDER WITH CD
Page 9
NEDERLANDS
89
Andere titels kiezen
1 Druk tijdens de weergave zo vaak op »F-SKIP« of »R-SKIP« tot het
nummer van de gewenste titel op de display verschijnt. – De weergave van de gekozen titel start automatisch.
Passage van een titel zoeken
1 Tijdens de weergave »F-SKIP« of »R-SKIP« indrukken en ingedrukt
houden tot de gewenste passage gevonden is. – Als »F-SKIP« of »R-SKIP« losgelaten worden, begint de weergave.
Aanwijzing:
Tijdens het zoeken wordt het volume verminderd.
REPEAT-functies oproepen
Met de repeat-functies kunt u een titel of de hele cd herhalen.
1 Druk een keer op »REPEAT« om een titel te herhalen.
– De indicatie »REPEAT
« brandt en de actuele titel wordt nu telkens
herhaald.
2 Druk opnieuw op »REPEAT« om alle titels op de cd te herhalen.
– De indicatie » REPEAT
« gaat knipperen; de cd wordt nu telkens
herhaald.
3 Beëindig de functies door nog eens op »REPEAT« te drukken.
Muziekprogramma opstellen
Met deze functie kunt u maximaal eenentwintig titels voor de ingelegde cd in een bepaalde volgorde bewaren en daarna weergeven. Dezelfde titel kan meerdere keren opgeslagen worden.
Titel kiezen en opslaan
1 Plaats de cd in de cd-lade.
– Op de display verschijnen alle titels.
Aanwijzing:
Op de functieschakelaar moet »CD« gekozen zijn.
2 »PROG.« indrukken.
– Display: »01«, »PROG
« knippert.
3 Kies de gewenste titel met »F.FWD« of »REW«.
– Op de display knippert de gekozen titel, »PROG
« brandt.
4 Druk op »PROG.« om de titel op te slaan.
– Display: »02« (aantal opgeslagen titels), »PROG
« knippert.
5 Wilt u nog meer titels opslaan, herhaal dan de stappen 3 en 4.
Aanwijzing:
Worden meer dan 21 titels opgeslagen, dan wist het toestel de pro­grammering. Er wordt dan opnieuw bij titel 1 gestart.
CD-MODE
_____________________________________________
02
12
!
A
O
A
25
!
ə
ə
34
3
F-SKIP
3
OPER.
REPEAT
3
REPEAT
R-SKIP
CLOSE
02
TRACK
4
PL
PR
F-SKIP
REPEAT
3
R-SKIP
CLOSE
!
!
ə
ə
34
3
3
OPER.
02
REPEAT
TRACK
U
L
T
R
4
PLAY/ PAUSE
8
!
PLAY/PAUSE
PROG
PROG.
STOP
TAPE DIRECTION
M
E
T
S
Y
FM STER
8
8
Page 10
90
CD-MODE
_____________________________________________
Muziekprogramma afspelen
1 Start de weergave van de titelkeuze met » PLAY/PAUSE«.
– De weergave begint met de eerste opgeslagen titel. – »PROG•« en »PLAY/PAUSE•« branden.
2 Beëindig de weergave van de titelkeuze met »STOP«.
Van muziekprogramma naar normale weergave overschakelen
1 Beëindig de weergave van de titelkeuze met »STOP«.
– Op het display verschijnen alle cd-titels.
2 » PLAY/PAUSE« indrukken.
– De normale weergave begint aan het begin van de cd.
Aanwijzing:
Bij het starten van de normale weergave blijft de titelkeuze opgeslagen.
Van normale weergave naar muziekprogramma terugkeren
1 Beëindig de normale weergave met »STOP«.
– Op het display verschijnen alle cd-titels.
2 » PROG.« indrukken.
– Op het display verschijnt de eerste opgeslagen titel (»01«),
»PROG
« knippert.
3 Start de weergave van de titelkeuze met » PLAY/PAUSE«.
Titels toevoegen
1 Als de weergave gestopt is »PROG.« indrukken tot op het display de
eerste vrije geheugenplaats verschijnt (hoogste nummer).
2 Voeg andere titels toe, zie paragraaf ”Titels kiezen en opslaan”.
– De nieuwe titel wordt volgens de actuele volgorde opgeslagen.
Titels vervangen
1 »PROG.« indrukken tot op het display de geheugenplaats van de titel
verschijnt die u wilt vervangen.
2 Voeg andere titels toe en bewaar ze, zie paragraaf ”Titels kiezen en
opslaan”.
Muziekprogramma wissen
Het muziekprogramma wordt gewist, als – het cd-vak geopend wordt, – de radiorecorder met de functieschakelaar »RADIO TAPE/OFF
CD« uitgeschakeld wordt,
– de stroomtoevoer onderbroken wordt.
01
05
ə
8
8
43
8
02
TRACK
PLAY/PAUSE
PROG.
TAPE DIRECTION
PLAY/ PAUSE
8
!
PROG
STOP
02
TRACK
4ə3
PLAY/PAUSE
PROG.
8
TAPE DIRECTION
PLAY/ PAUSE
8
!
PROG
STOP
OPER.
REPEAT
34
Page 11
NEDERLANDS
91
Voorbereiden
1 Zet de radiorecorder aan door de functieschakelaar »RADIO TAPE/
OFF CD« op »TAPE« te zetten.
2 Open het cassettevak met »/ə«.
3 Plaats de cassette met de open zijde naar boven en de volle spoel naar
rechts (zie »TAPE DIRECTION«) in het cassettevak.
4 Sluit het cassettevak door voorzichtig op de voorkant van het
cassettevak »CLOSE« te drukken.
Cassette weergeven
1 Start de weergave met »ľ«.
Het lampje »OPER.•« brandt. – De weergave stopt aan het einde van de cassettezijde.
2 Onderbreek de weergave met »II« (pause).
Zet de weergave voort met »II«.
3 Beëindig de weergave met »/
ə
«.
4 Open het cassettevak door nog eens op »/
ə
« te drukken en neem de
cassette eruit.
Aanwijzing:
Het apparaat is uitgeschakeld als geen van de toetsen van het cassette­deel is ingedrukt.
Snel vooruit-/terugspoelen van de cassette
1 Druk op »ľľ« of »ıı«, als de cassette niet loopt.
– »ľľ« spoelt naar het einde van de band, »ıı« spoelt naar het begin van de band.
2 Druk bij de gewenste positie op »/
ə
«.
Op cassette opnemen
Wisbeveiliging van de cassette
Bij elke nieuwe opname wordt de vorige opname overspeeld. Zelf opgenomen cassettes kunt u tegen onopzettelijk wissen beveiligen door het veiligheidspalletje uit de opening in de cassette-rug te breken. Bespeelde muziekcassettes zijn al tegen het per ongeluk wissen beveiligd. Wilt u opnieuw muziek op een bespeelde muziekcassette opnemen, plak dan een strookje plakband op de opening.
Aanwijzing:
Gebruik voor het opnemen alleen NORMAL-cassettes (IEC I). CHROME (IEC II) of METAL (IEC IV) cassettes zijn niet geschikt. De instelling van het volume en de stand van de Ultra Bass System-schake­laar hebben geen invloed op de opname.
CASSETTE-MODE
__________________________________
T
T
C
PLAY/PAUSE
PROG.
8
8
TAPE DIRECTION
FM S
PLAY/ PAUSE
8
!
PROG
STOP
!
!
ə
ə
34
4
3
F-SKIP
3
OPER.
REPEAT
R-SKIP
LOSE
02
3
REPEAT
TRACK
PLAY/PAUSE
PROG.
8
8
TAPE DIRECTION
FM S
PLAY/ PAUSE
8
!
PROG
STOP
!
!
ə
ə
34
3
4
F-SKIP
3
OPER.
REPEAT
R-SKIP
CLOSE
02
3
REPEAT
TRACK
1
Page 12
92
Van het radiodeel opnemen
1 Leg de cassette zonder wisbeveiliging in het cassettevak en zoek de
gewenste positie met »ıı« of »ľľ«.
2 Zet de functieschakelaar »RADIO TAPE/OFF CD« op »RADIO« en
stel de gewenste radiozender in.
3 Start de opname met »«.
– De toets »
ľ
« klikt automatisch vast.
– Het apparaat schakelt aan het einde van de cassette automatisch op
stop.
4 Schakel op opname-pauze met »II«.
Zet de opname voort met »II«.
5 Beëindig de opname voortijdig met »/
ə
«.
Van een cd opnemen
1 Leg de cassette zonder wisbeveiliging in het cassettevak en zoek de
gewenste positie met »ıı« of »ľľ«.
2 Zet de functieschakelaar »RADIO TAPE/OFF CD« op »CD«.
3 Om een opname in het midden van een stuk te starten, begint u gewoon
met de cd-weergave.
4 Zodra de gewenste passage bereikt is, drukt u op »PLAY/PAUSE«en
vervolgens op »●« om de opname te starten.
Synchrone opname van cd
1 Leg de cassette zonder wisbeveiliging in het cassettevak en zoek de
gewenste positie met »ıı« of »ľľ«.
2 Zet de functieschakelaar »RADIO TAPE/OFF CD« op »CD«.
3 Start de opname met »«.
– De toets »
ľ
« klikt automatisch vast en de weergave van de cd wordt automatisch gestart van het begin van de cd of van het begin van het opgeslagen muziekprogramma, als u even kort op de toets »PROG.« hebt gedrukt.
– Het apparaat schakelt aan het einde van de cassette automatisch op
stop.
CASSETTE-MODE
_____________________________________
!
T
T
!
F-SKIP
3
REPEAT
3
-SKIP
LOSE
RADIO CD
TAPE/ OFF
ə
ə
34
3
4
OPER.
PLAY/PAUSE
02
REPEAT
PROG.
TRACK
8
8
TAPE DIRECTION
FM S
PLAY/ PAUSE
8
!
PROG
STOP
PLAY/PAUSE
PROG.
8
8
TAPE DIRECTION
FM S
PLAY/ PAUSE
8
!
PROG
STOP
!
!
ə
ə
34
3
4
F-SKIP
3
OPER.
REPEAT
R-SKIP
CLOSE
02
3
REPEAT
TRACK
Page 13
NEDERLANDS
93
Cassettebandaandrijving reinigen
Om een goede opname- en weergavekwaliteit te garanderen, moet u de opgegeven delen (1, 2, 3) na telkens vijftig bedrijfsuren of om de maand rei­nigen. Het cassettevak openen, een wattenstaafje met alcohol of een speciale kopreinigingsvloeistof nat maken en de rubberen aandrukrol (3), de toonas (2) alsook de magneetkoppen (1) reinigen. Sluit het cassettevak. Om de magneetkoppen (1) te reinigen kunt u ook een reinigingscassette een keer afspelen. Bescherm uw cassettes tegen vocht, stof, hitte en koude. Bewaar uw cassettes niet in de buurt van sterke magneetvelden, zoals, tele­visietoestellen, luidsprekerboxen enz. Plaats uw cassette na gebruik opnieuw in de beschermhoes.
Technische gegevens
Dit toestel is ontstoord volgens de geldende EU-richtlijnen. Dit product voldoet aan de Europese richtlijnen 89/336/EEC, 73/23/EEC en 93/68/EEC. Dit toestel voldoet aan de veiligheidsbepaling DIN EN 60065 (VDE 0860) en dus aan het internationale veiligheidsvoorschrift IEC 60065. U mag het apparaat niet openen. Schade die is ontstaan door het ondes­kundig omgaan met het apparaat, valt niet onder de garantie. Het typeplaatje bevindt zich aan de onderkant van het toestel.
INFORMATIE
_________________________________________
Technische en optische wijzigingen voorbehouden!
31 1
2
Spanningsvoorziening
Aansluiting op het net: 230 volt, 50/60 Hz
Batterijen: ..................... 8 x 1,5 volt
(R14, UM2, C)
Uitgangsvermogen
DIN 45324, 10% THD
Muziekvermogen: ............ 2 x 2500 mW
Sinusvermogen: ............... 2 x 1500 mW
Aansluiting voor stereo-hoofdtelefoon 3,5 mm ø
Radio Golflengtegebieden
FM 87,5 ...108,0 MHz MW 526,5 ... 1606,5 kHz
CD-deel
Frequentiekarakteristiek: 20 Hz ... 20 kHz
Geluidsspanningsafstand: ......... ≥ 65 dB
Cassettedeel
Geluidsdrager: ........... Compact-cassette
volgens
DIN 45516 Spoorpositie: Vierde spoor internationaal Band-
snelheid: .......................... 4,76 cm/sec.
Motor: ................................... DC motor
Frequentiebereik: ....... 100 Hz ... 10 kHz
Signaal-
ruisverhouding: ........................ 45 dB
Synchronisatie-
schommelingen: ...................... 0,25 %
Afmetingen en gewicht
B x H x D:............. 400 x 154 x 262 mm
Gewicht: ..................................... 2,8 kg
3
2
5
4
1
Page 14
94
Als er een storing optreedt, lees dan eerst deze aanwijzingen voordat u het apparaat laat repareren.
Als u een probleem ondanks deze aanwijzingen niet kunt oplossen, neem dan contact op met uw dealer of servicepunt.
Probeer de radiorecorder nooit zelf te repareren; de garantie komt dan te vervallen.
FOUTOPSPORING
____________________________
PROBLEEM
ALGEMEEN
Geen geluid
De radiorecorder reageert niet op het indrukken van de toetsen
RADIO
Slechte radio-ont­vangst
CD
De weergave start niet
De cd-speler slaat titels over
CASSETTE
Slechte geluidskwali­teit bij weergave van een cassette
Er wordt geen casset­te opgenomen
MOGELIJKE OORZAAK
Volume is te laag ingesteld Hoofdtelefoon is aangesloten Batterijen zijn leeg
Batterijen zijn verkeerd aange­bracht Netkabel is niet juist aanges­loten
Elektrostatische ontlading
Zwak radio-antennesignaal
Storende interferentie van elek­trische apparatuur zoals tele­visietoestel, videorecorder, com­puter, TL-buizen, thermostaten, motoren enz.
De cd is beschadigd of vuil
Een opgeslagen muziekpro­gramma wordt afgespeeld
Stof en vuil op koppen, aan­drijfassen of aandrukrollen
Beveiligingslipje van de cassette is losgebroken
OPLOSSING
Volume verhogen Hoofdtelefoon losmaken Nieuwe batterijen aanbren­gen Batterijen juist aanbrengen
De netkabel juist aansluiten
Radiorecorder uitschakelen, netstekker uit het stopcon­tact halen en na een paar seconden weer aansluiten
Ultrakorte golf (FM): de uitschuifbare antenne buigen en draaien AM (MW): het gehele appa­raat draaien De radiorecorder uit de buurt van elektrische appa­ratuur houden
Cd vervangen of reinigen
Op normale weergave schakelen of wissen
Koppen, aandrijfassen en aandrukrollen reinigen
De opening afsluiten met een stuk plakband
Page 15
Grundig AG Beuthener Str. 41 • D-90471 Nürnberg • http://www.grundig.com 72011-401.1500
Loading...