Greisinger GTD 1100 User guide [nl]

1
G E B R U I K S A A N W I J Z I N G
Altimeter/ Barometer GTD 1100
Bestnr. 10 05 95
Belangrijk! Beslist lezen!
Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke aanwij­zingen in betreffende de ingebruikneming en het gebruik. Let hier op, ook als u dit product door­geeft aan derden. Lees deze handleiding zorgvuldig door! Bij schades, die ontstaan door het niet in acht nemen van deze handleiding, vervalt het recht op garantie! Wij zijn niet aansprakelijk voor schades en letsel die daarvan het gevolg zijn. Bewaar daarom deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig!
Introductie
Geachte klant,
Hartelijk dank voor de aankoop van dit product.
Lees eerst deze gebruiksaanwijzing volledig en zorgvuldig door voordat u de altimeter/barometer GTD 1100 in gebruik neemt. U dient zich beslist te houden aan de aanwijzingen betreffende de veiligheid en het gebruik.
Bij vragen kunt u zich wenden tot onze Technische helpdesk:
Nederland: Tel. 053 – 428 54 80 e-mail: helpdesk@conrad.nl
2
Veiligheidsaanwijzingen
Dit apparaat is gebouwd en getest volgens de veiligheidsbepalingen voor elektronische meetappa­ratuur. Het perfect functioneren en de gebruiksveiligheid van het apparaat kan alleen gegaran­deerd worden als bij het gebruik de algemeen gebruikelijke veiligheidsmaatregelen alsmede de veiligheidsaanwijzingen specifiek voor dit apparaat in acht worden genomen.
1. Het perfect functioneren en de gebruiksveiligheid van het apparaat kunnen alleen aangehou­den worden onder de klimatologische omstandigheden zoals die gespecificeerd worden in de “Technische specificaties”. Als het apparaat van een koude naar een warme ruimte overgebracht wordt, kan er door con­densvorming een storing in het functioneren van het apparaat optreden. In dit geval moet de aanpassing van de temperatuur van het apparaat aan de kamertemperatuur afgewacht wor­den voor u het apparaat in gebruik neemt.
2. Als er aangenomen kan worden dat het apparaat niet meer zonder gevaar gebruikt kan wor­den, dient u het buiten werking te stellen en er door een speciale aanduiding voor te zorgen dat het niet meer gebruikt wordt. De veiligheid van de gebruiker kan door het apparaat beïn­vloed worden, als het bijvoorbeeld:
- zichtbaar beschadigd is – niet meer functioneert zoals voorgeschreven – langere tijd onder ongeschikte omstandigheden opgeslagen is geweest. Bij twijfel dient het apparaat in principe voor reparatie resp. voor onderhoud naar de fabrikant gestuurd te worden.
3.
Let op:
dit apparaat is niet geschikt voor veiligheidstoepassingen, noodmaatregelen of toe­passingen waarbij het niet goed functioneren letsel en beschadigingen tot gevolg zouden kun­nen hebben.
Metingen en functies
Meten van de absolute druk (schakelaar in de stand “baro”)
Het apparaat meet de absolute druk. Deze mag echter niet verwisseld worden met de door weer­stations aangegeven “luchtdruk op zeeniveau”! Bij deze opgaven van de luchtdruk wordt de lucht­drukafname afhankelijk van de hoogte uitgerekend. Het apparaat is in staat deze luchtdruk­hoogtecorrectie uit te voeren. Daartoe moet in de configuratie SEA.L (Sea level correctie) (= “on”) geactiveerd en de actuele hoogte boven de zeespiegel (Alti = altitude) ingevoerd zijn, om een cor­rect meetresultaat te krijgen. De tendens van de luchtdruk (vallend of stijgend) kan als een belangrijke indicatie voor de weers­voorspelling gebruikt worden. De tendensaanduiding kan indien gewenst via de configuratie geac­tiveerd worden.
De hoogtemeting (schakelaar in de stand (“alto”)
Het apparaat berekent de hoogte uit de actuele luchtdruk: op grotere hoogte is de luchtdruk lager. U dient er daarbij beslist op te letten, dat niet alleen hoogteveranderingen maar ook het weer de meting kunnen beïnvloeden. Om deze weersinvloed te corrigeren, kan de aangeduide hoogte via de toetsen gecorrigeerd worden. Druk daartoe gelijktijdig op de toetsen “auf” (omhoog) en “ab” (omlaag). Op het display knippert “Corr”. Met de toetsen “auf” en “ab” kan de waarde in ft of in m (afhankelijk van de configuratie) ingevoerd worden. De invoer wordt afgesloten door op de “Enter” toets te drukken. Als er langer dan 10 sec geen verandering uitgevoerd wordt, wordt de invoer eveneens afgesloten.
3
Als de aanduiding gecorrigeerd werd op plaatsen met bekende hoogte boven de zeespiegel (hoogtelijnen op landkaarten, markeringen op stations, hoogtemerken op gebouwen en landmer­ken), is de hoogte- aanduiding in het vervolg bij stabiele weersomstandigheden zeer exact.
Min-/ Max- waarden geheugen, extra totaalfunctie bij de schakelaar op “alti”
MIN- waarde (Lo) bekijken: druk kort op toets Mode Display wisselt tussen ‘Lo’ en Min-waarde MAX-waarde (Hi) bekijken: toets Mode nogmaals indrukken: display wisselt tussen ‘Hi” en Max­ waarde Totaal (ALL) bekijken: toets Mode nogmaals indrukken: display wisselt tussen ‘ALL’ en totaal (alleen bij “alti”!) Werkelijke waarde weer bekijken: toets Mode nogmaals indrukken: werkelijke waarde wordt getoond MIN/MAX/TOTAAL wissen: toets Mode 2s indrukken: MIN, MAX en totaal worden gewist Er verschijnt kort ‘CLr’ (Clear)
De totaalfunctie bij de hoogtemeting telt de afgelegde gestegen meters sinds het inschakelen resp. sinds de laatste keer dat er gewist is. (Alleen Op, Op + Neer -> onderzoeken wat andere hoogtemeters doen.
Zero- functie (bij schakelaar in stand “alti” en “baro”)
Door lang op de Zero- toets te drukken (langer dan 1 sec) wordt het display op 0 gezet, er ver­schijnt kort “ZEro”, d.w.z. alle resultaten worden relatief tot aan dit nulpunt berekend. Als u nog­maals op de Zero- toets drukt, wordt deze functie weer uitgeschakeld.
Tendensaanduiding (bij schakelaar in stand “alti” en “baro”)
De tendens van het afgelopen uur sinds het inschakelen wordt afwisselend met de meetwaarde getoond, als het display in deze configuratie geactiveerd werd (zie onder). Daarbij zijn de instellin­gen van de tendensaanduiding van “alti” en “baro” onafhankelijk van elkaar.
Schakelaarpositie “alti”: “up” : hoogte gestegen “down“: hoogte gedaald Schakelaarpositie “baro”: “rISE”: luchtdruk gestegen “FALL”: luchtdruk gedaald
Offset- (nulpuntverschuiving) en stijgingscorrectie (bij “alti”en “baro”)
De offset- en stijgingscorrectie is bedoeld voor het compenseren van afwijkingen van de interne temperatuursensor resp. druksensor. De displaywaarde wordt berekend volgens de volgende for­mule:
Eenheid = °C, mbar, mmHg:
Display = (gemeten waarde – offset) * (1 + stijgingscorrectie [%])
Eenheid = °F:
display = (gemeten waarde – 32°F – offset) * (1 + stijgingscorrectie [%]) + 32 °F
Voor het invoeren van de offset- (nulpuntverschuiving) en de stijgingscorrectie handelt u als volgt:
1. Apparaat uitschakelen. Schakelaar in de gewenste positie brengen (‘alti” of “baro”).
2. “Omlaag”- toets indrukken en gelijktijding inschakelen. “Omlaag”- toets ingedrukt houden tot er “OFFS” getoond wordt (ca. 3s).
3. “Omhoog”- of “omlaag”- toets indrukken. Op het display verschijnt de op dit moment ingestelde offset- waarde.
4. Met “Omhoog”- of “Omlaag”- toets de gewenste offset- waarde instellen. (Max. instelbare waarden: ± 5.0°C resp. ±0.0°F, ±20mbar)
5. Met On/Off- toets bevestigen: er verschijnt “SCAL” op het display.
4
6. “Omhoog”- of “Omlaag”- toets indrukken. Op het display verschijnt de actuele stijgingscorrectie voor de gekozen meetgrootheid.
7. Met “Omhoog”- en “Omlaag”- toets de stijgingscorrectie instellen (max. instelbaar: ±5.00%). De invoer vindt plaats in % verandering.
Voorbeeld: Instelling is 4.00 => Stijging is met 4.00% verhoogd => Stijging is 104%. Bij een gemeten waarde van 100.0°C (zonder stijgingscorrectie) zou het apparaat nu 104.0°C aangeven.
8. Met On/Off- toets bevestigen: de offset- en stijgingscorrectie wordt opgeslagen, het apparaat start opnieuw.
Let op: Als bij de invoer langer dan 20 sec. geen toets ingedrukt wordt, dan wordt de invoer afge­broken. Eventueel gedane veranderingen worden niet opgeslagen!
Configuratie van het apparaat
Voor de configuratie van het apparaat handelt u als volgt:
1. Apparaat uitschakelen.
2. Druk op de “Omhoog”- toets en schakel het apparaat gelijktijdig in. Houd de “Omhoog”- toets ingeschakeld tot er ‘P-oF’ op het display verschijnt (ca. 3s).
I.) Uitschakelvertraging “P-oF” (= Power Off):
De uitschakelvertraging wordt ingevoerd in minuten. Als er geen toets wordt ingedrukt, wordt het apparaat na de ingestelde tijd automatisch uitgeschakeld.
3. Druk op de “Omhoog”- of “Omlaag”- toets. Op het display verschijnt de op dit moment inge­stelde uitschakelvertraging (off, 1…120 min).
4. Met de “Omhoog”- of “Omlaag”- toets de gewenste uitschakelvertraging instellen. De instelbare waarden zijn: off: de uitschakelvertraging is niet actief (permanente werking).
1…120: uitschakelvertraging in minuten.
5. Uitschakelvertraging bevestigen met de toets On/Off; op het display verschijnt “Unit”.
II.) Displayeenheid “Unit” (afhankelijk van de gekozen positie van de schakelaar!):
6. Druk op de “Omhoog”- of “Omlaag”- toets. Op het display verschijnt, afhankelijk van de positie van de schakelaar de actueel ingestelde display- eenheid: Schakelaarpositie “alti”: Hoogte- eenheid meter (‘n’) of feet (‘Ft’) Schakelaarpositie “temp”: Temperatuureenheid °C of °F Schakelaarpositie “baro”: Drukeenheid mBar = hPascal (‘hPA’) of mmHg (‘nnHg’)
7. Met de “Omhoog”- of “Omlaag”- toets de gewenste eenheid instellen.
8. Display- eenheid met toets “On/Off” bevestigen. Op het display verschijnt
“SEA.L”.
III.) Sea-Level correctie van de barometeraanduiding “SEA.L” (Sea level)
De zeeniveau- correctie corrigeert de gemeten luchtdruk naar de luchtdruk boven normaal nul.
9. Druk op de “Omhoog”- of “Omlaag”- toets; op het display verschijnt de actuele toestand van de zeeniveau- correctie.
10. Met de “Omhoog”- of “Omlaag”- toets de gewenste toestand instellen. De instelbare waarden zijn: “off”: Sea-Level correctie is uitgeschakeld “on”: Sea-Level correctie is actief.
11. Met de toets “On/Off” bevestigen. Op het display verschijnt “tEnd” (SEA.L = off) of ALTi” (SEA.L = on).
5
IV.) Hoogte- invoer van de SEA-Level correctie van de barometeraanduiding “ALTi” (altitude)
Hier wordt de actuele hoogte boven de zeespiegel ingevoerd.
12. Druk op de “Omhoog”- of “Omlaag”- toets. Op het display verschijnt de actuele hoogte- invoer van de Sea-Level correctie.
13. Met de “Omhoog”- of “Omlaag”- toets de gewenste hoogte instellen. De instelbare waarden zijn: “off”: Sea-level correctie is uitgeschakeld “on”: Sea-level correctie is actief.
14. Met de toets “On/Off” bevestigen. Op het display verschijnt “tEnd”.
V.) Tendensaanduiding “tEnd” voor barometer- en hoogte- aanduiding
15. Druk op de “Omhoog”- of “Omlaag”- toets. Op het display verschijnt de actuele toestand van de tendensaanduiding.
16. Met de “Omhoog”- of “Omlaag”- toets de gewenste toestand instellen. De instelbare waarden zijn: -500…9000m: als in de altimetercorrectie [m] gekozen is
-1640…19999ft: als in de altimetercorrectie [ft] is gekozen
17. Met toets “On/off” bevestigen. De waarden worden opgeslagen. Het apparaat wordt vervol­gens opnieuw gestart.
Let op: Als bij de invoer langer dan 20 sec. geen toets ingedrukt wordt, dan wordt de invoer afge­broken. Eventueel gedane veranderingen worden niet opgeslagen!
Systeemmeldingen
Er. 1 = het meetbereik is overschreden Er. 2 = het meetbereik is onderschreden Er. 3 = de waarde gaat uit boven het bereik dat weergegeven kan worden (> 9999) Er. 4 = de waarde is kleiner dan het minimale bereik dat weergegeven kan worden (< -1999) Er. 7 = systeemfout – het apparaat heeft een systeemfout ontdekt (apparaat defect of ver buiten
de toelaatbare werktemperatuur)
Als er links op het display de aanduiding
“LO BAT”
verschijnt, is de batterij op. Gedurende korte tijd kan er nog gemeten worden. Als er op het display “bAt” verschijnt, is de batterij definitief leeg en moet deze vervangen worden. Een meting is niet meer mogelijk.
Technische specificaties
Meetbereiken:
Temperatuur.: -25,0…+50,0°C resolutie 0,1°C resp. –13,0°F…122,0°F, resolutie 0,1°F Luchtdruk: 300.0…1100.0mbar, resolutie 0,1mbar resp. 225.0…825.0 mmHg, resolutie 0,1 mmHg Hoogte: -500 ...1999,5 m, resolutie 0,5m resp. -1640 ... 1999,5ft, resolutie -2ft
2000 ... 9000m, resolutie 1m resp. 2000 ... 19999ft, resolutie -5ft
Precisie (±1 digit) Temperatuur: ±0,05% v.MW. ±0,5% FS
(bij nominale
Luchtdruk absoluut: ±1.5mbar (750 … 1100 mbar)
temp. 25 °C)
Luchtdruk relatief: ±0.5mbar (750 … 1100 mbar)
Offset en Scale digitale nulpunt- en stijgingscorrectie voor luchtdruk en temperatuur Meetfrequentie 1 meting per 2 seconden Display ca. 12 mm hoog, 4 ½ - pos. LCD- display
6
Bedieningselementen 3 folietoetsen voor AAN/UIT, MIN/MAX- waarde opvragen, nulinstelling en
hoogte-invoer/ correctie
schuifschakelaar voor het kiezen van de meetgrootheid MIN/MAX- waarden- de minimum- en maximumwaarden worden opgeslagen Zero- functie Verschilmeting bij luchtdruk- of hoogtemeting Werkingscondities -25 tot +50 °C, 0 tot 80% rel. luchtvochtigheid (niet condenserend) Opslagtemperatuur -25 tot +70 °C Stroomvoorziening 9V- batterij type JEC 6F22 (bij levering inbegrepen) Stroomverbruik ca. 60 µA Levensduur batterij standaard zink- koolstofbatterij meer dan 6000 uur! Aanduiding batterij automatisch bij verbruikte batterij “BAT” Auto-Off functie Als de Auto-Off functie geactiveerd is, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld, als het langere tijd (naar keuze 1…120 min) niet gebruikt wordt. Behuizing breukvaste ABS- behuizing ca. 106 x 67 x 30 mm (h x b x d) Gewicht ca. 135 g incl. batterij EMV het apparaat voldoet aan de wezenlijke veiligheidseisen, die in de richtlijn
89/336/EWG) betreffende de elektromagnetische verdraagzaamheid vast­gelegd zijn. Extra fout: < 1%.
Loading...