Genie Hoist Operator's Manual [nl]

Page 1

Bedieningshandleiding

Serienummer interval
VASTE HAAK OP PLAAT Van serienummer: 61606
HIJSKRAAN
4000mm/900kg
Van serienummer: 61902
HIJSKRAAN
2000mm/2000kg
Van serienummer: 61903
HIJSLIER 3000kg Van serienummer: 61958 Bevat inlichtingen
over het onderhoud
Eerste Uitgave
Eerste Herdruk
Code 57.0303.5171
Page 2

Waarschuwing

Stel u op de hoogte van en houd u aan deze veiligheidsvoorschriften en bedieningsinstructies voordat u de machine bedient. De machine mag alleen door getraind en bevoegd personeel worden bediend. Deze handleiding moet altijd bij de machine blijven.

Voor eventuele verduidelijkingen, contact opnemen met Terexlift.

Inhoud

Identificatie Van De Werktuigen Pag. Aangebrachte Etiketten en Borden Pag. Veiligheidsnormen Pag. Beschrijving Van De Werktuigen Pag. Controles Pag. Gebruiksaanwijzing Pag. Onderhoud Pag. Storingen En Defecten Opsporing Pag. Lasttabellen Pag. Schema's Pag. Windschaal Van Beaufort Pag. Bateriaal Tabellen Pag. Controletabel Pag. Inleiding Pag. 3
Aangebrachte Etiketten en BordenPag.VeiligheidsnormenPag.Beschrijving Van De WerktuigenPag.1ControlesPag.2GebruiksaanwijzingPag.2OnderhoudPag.4Storingen En Defecten OpsporingPag.5Technische GegevensPag.6Schema'sPag.8Windschaal Van BeaufortPag.8EG-ConformiteitsverklaringPag.99 Identificatie Van De Werktuigen . Pag. 5
Veiligheidsnormen Aangebrachte Etiketten en Border nPag. 7
Beschrijving Van De WerktuigenPag.1ControlesPag.2GebruiksaanwijzingPag.2OnderhoudPag.4Storingen En Defecten OpsporingPag.5Technische GegevensPag.5LasttabellenPag.6Schema'sPag.8Windschaal Van BeaufortPag.8Materiaal TabellenPag.8EG-ConformiteitsverklaringPag.8ControletabelPag.9 Veiligheidsnormen Pag. 9
ControlesPag. 2
GebruiksaanwijzingPag. 2
OnderhoudPag. 4
Storingen En Defecten OpsporingPag. 5
Technische GegevensPag. 5
LasttabellenPag. 6
Schema'sPag. 8
Windschaal Van BeaufortPag. 8
Materiaal TabellenPag. 8
EG-ConformiteitsverklaringPag. 8
ControletabelPag. 9
Beschrijving Van De Werktuigen Pag. 17
GebruiksaanwijzingPag. 2
OnderhoudPag. 4
Storingen En Defecten OpsporingPag. 5
Technische GegevensPag. 5
LasttabellenPag. 6
Schema'sPag. 8
Windschaal Van BeaufortPag. 8
Materiaal TabellenPag. 8
EG-ConformiteitsverklaringPag. 8
ControletabelPag. 9
Controles Pag. 23
OnderhoudPag. 4Storingen En Defecten OpsporingPag. 5Technische GegevensPag. 5LasttabellenPag. 6Schema'sPag. 8Windschaal Van BeaufortPag. 8Materiaal TabellenPag. 8EG-ConformiteitsverklaringPag. 9 Gebruiksaanwijzing Pag. 27
Storingen En Defecten OpsporingPag. 5
Technische GegevensPag. 5
LasttabellenPag. 6
Schema'sPag. 8
Windschaal Van BeaufortPag. 8
Materiaal TabellenPag. 8
EG-ConformiteitsverklaringPag. 8
ControletabelPag. 9
Onderhoud Pag. 49
Technische GegevensPag. 5
LasttabellenPag. 6
Schema'sPag. 8
Windschaal Van BeaufortPag. 8
Materiaal TabellenPag. 8
EG-ConformiteitsverklaringPag. 8
ControletabelPag. 9
Storingen En Defecten Opsporing Pag. 55
LasttabellenPag. 6
Schema'sPag. 8
Windschaal Van BeaufortPag. 8
Materiaal TabellenPag. 8
EG-ConformiteitsverklaringPag. 8
ControletabelPag. 9
Technische Gegevens Pag. 57
Schema'sPag. 8
Windschaal Van BeaufortPag. 8
Materiaal TabellenPag. 8
EG-ConformiteitsverklaringPag. 8
ControletabelPag. 9
Lasttabellen Pag. 61
Windschaal Van BeaufortPag.8Materiaal TabellenPag.8EG-ConformiteitsverklaringPag.8ControletabelPag.9 Schema's Pag. 83
Materiaal TabellenPag. 8
EG-ConformiteitsverklaringPag. 8
ControletabelPag. 9
Windschaal Van Beaufort Pag. 85
EG-ConformiteitsverklaringPag. 8
ControletabelPag. 9
Materiaal Tabellen Pag. 87
ControletabelPag. 9 EG-Conformiteitsverklaring Pag. 89
5 Controletabel Pag. 91

Contact:

ZONA INDUSTRIALE I-06019 UMBERTIDE (PG) - ITALY Telefoon +39 075 941811 Telefax +39 075 9415382

Dienst Technische Bijstand

Telefoon: +39 075 9418129 +39 075 9418175 e-mail: UMB.Service@terex.com

Vertaling van de oorspronkelijke instructies Eerste Uitgave - Eerste Herdruk, Mei 2011

Om de elektronische versie van deze handleiding te raadplegen bezoek de website www.genielift.com/operator_manuals.asp

© Copyright 2011 TEREXLIFT srl - Alle rechten voorbehouden. Verwezenlijking: TEREXLIFT Technisch Documentatie Bureau Umbertide (PG) Italia

Page 3

Inleiding

Svmbologie

Gevarensymbool: gebruikt om personeel te waarschuwen voor mogeliik gevaar van persoonlijk letsel. Volg alle veiligheidsberichten die achter dit symbool staan op om mogelijk letsel of de dood te voorkomen.

A GEVAAR

Rood: aebruikt om aan te geven dat een gevaarliike situatie te verwachten is die. indien deze niet wordt vermeden. de dood of ernstia letsel tot gevolg zal hebben.

A GEVAAR Oranie: gebruikt om de aanwezigheid van een mogelijk gevaarlijke situatie aan te duiden die, indien deze niet wordt vermeden. de dood of ernstig letsel tot gevolg kan hehhen

A ATTENTIE

Geel: gebruikt om de aanwezigheid van een mogelijk gevaarlijke situatie aan te duiden die, indien deze niet wordt vermeden. licht of middelzwaar letsel tot gevolg kan hebben.

ATTENTIE

Blauw: geeft de aanwezigheid van een potentieel gevaar dat, indien niet wordt vermeden. schade aan de machine en aan de systemen kan veroorzaken.

Groen: gebruikt om ainformatie betreffende milieubescherming aan te duiden.

Page 4

Pagina opzettelijk wit gelaten

Page 5

Identificatie Van De Werktuigen

Vergewis u ervan dat de Bedieningshandleiding overeenkomt met het hulpwerktuig waarnaar wordt verwezen.

BENAMING

✓ VASTE HAAK OP PLAAT

✓ HIJSKRAAN

✓ LIER

  • ✓ Vaste Haak op Plaat
  • ✓ Hydraulische hijskraan 4000 mm/900 kg
  • ✓ Hijskraan 4000 mm/900 kg
  • ✓ Hijskraan 2000 mm/400 kg
  • ✓ Hijskraan 2000 mm/2000 kg ✓ Hijslier 3000 kg

TEREXLIFT srl

Industriegebied - I-06019 UMBERTIDE (PG) - ITALY Reg. Tribunaal te Perugia n. 4823 CCIAA Perugia n. 102886

Sofi-nummer en BTW nummer 00249210543

TOEGEPASTE NORMEN

Om de veiligheid van de bediener te garanderen zijn, bij het opmaken van de risicoanalysen van de heftruk met telescopische arm, de volgende richtlijnen in beschouwing genomen voor de van belang zijnde aspecten:

Richtlijn Titel
2006/42/EG Machine Richtlijn
Norm Titel
EN 1459:1988/A2:2009 Veiligheid van gemotoriseerd
Gometerisoorde beftrucks met oon
variabele reikwiidte.

Op de eindwerktuigen is een identificatieplaatje aangebracht en veder weergegeven.

Op het identificatieplaatje zijn het model, de benaming, het serienummer, het gewicht, het draagvermogen en het bouwjaar van het eindwerktuig afgedrukt.

Page 6

Pagina opzettelijk wit gelaten

Page 7

Aangebrachte Etiketten en Borden

Controleer of alle stickers uit de onderstaande tabel aanwezig en goed leesbaar zijn. De tabel weergeeft ook het aantal en de beschrijving ervan.

Ref. Stiklker Code Beschrijving Aant.
1 900 kg / TYPEPLAATJE_Max. draagvermogen.
ALLEEN voor HIJSKRAAN 4000 mm/900 kg
1
2 09.4618.1346 Gevaar voor beknelling 1
А / IDENTIFICATIEPLAATJE 1

Page 8

Pagina opzettelijk wit gelaten

Page 9

GEVAAR TE WIJTEN AAN DEFECTE MACHINE

  • Gebruik het werktuig niet als het defect of beschadigd is.
  • Voer een zorgvuldige vooraf controle van het hulpwerktuig uit en, alvorens met het werk te beginnen, voer een controletest uit van alle functies. In het geval van een defect hulpwerktuig dit onmiddellijk aangeven en het toestel buitendienst stellen.
  • Vergewis u ervan dat alle onderhoudsingrepen uitgevoerd zijn in overeenstemming met de aanwijzingen uit deze handleiding en uit handleiding van de hefinrichting.
  • Zorg ervoor dat alle stickers op hun plaats zitten en leesbaar zijn.
  • Vergewis u ervan dat de bedieningshandleiding heel, leesbaar en goed opgeborgen is in de speciale houder in de machine.
GEVAAR VOOR PERSOONLIJKE LETSELS

  • Gebruik het werktuig niet in geval van olielekkages uit het hydraulische systeem van de hefinrichting. Perslucht of hydraulische olie kan de huid binnendringen en/of brandwonden veroorzaken.
  • Altijd de machine in een goed geventileerde omgeving gebruiken om vergiftiging door koolmonoxyde te voorkomen.
  • Laat de arm pas neer als het gebied eronder vrij van mensen en obstakels is.

Er zijn veiligheidsinrichtingen op de wagen aangebracht, die niet mogen behandeld of losgemaakt worden.

Regelmatig controles uitoefenen op de goede werking.

In geval van slechte werking, werkzaamheden stopzetten en stukken vervangen.

Voor het nakijken van de veiligheidsinrichtingen, zie hoofdst. "Onderhoud" in de handleiding van het toestel.

Het lastbegrenzer systeem is speciaal ontworpen om de Bediener te helpen bij het behouden van de lengtestabiliteit van de machine door middel van lampjes en geluidssignalen die waarschuwen bij het benaderen van het limiet van de lengtestabiliteit. Deze inrichting kan echter niet de ervaring van de bediener vervangen: de bediener blijft verantwoordelijk voor het uitvoeren van veilige handelingen en voor het in acht nemen van alle voorgeschreven veiligheidsvoorschriften.

Page 10

Het niet opvolgen van de instructies en veiligheidsvoorschriften in deze handleiding heeft de dood of ernstig letsel tot gevolg.

Niet bedienen tenzij:

  • U de principes van het veilig bedienen van het eindwerktuig die in deze bedieningshandleiding beschreven worden, leert en in praktijk brengt. 1. Vermijd gevaarlijke situaties.
    • Zorg ervoor dat u de veiligheidsvoorschriften kent en begrijpt voordat u verder gaat met de volgende sectie.
    • 2. Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
    • 3. Voer altijd functietests uit voordat u de hulpwerktuig gebruikt.
    • 4. Inspecteer de werkplek.
    • 5. Gebruik de werktuigen alleen voor de werking waarvoor ze ontworpen zijn.
  • De instructies van de Fabrikant, de veiligheidsnormen, de veiligheids- en gebruikshandleiding en de stickers aandachtig doorlezen, begrijpen en in acht nemen.
  • De veiligheidsinstructies en de veiligheidsnormen betreffende de werkomgeving goed doorlezen, begrijpen en zorgvuldig in acht nemen.
  • De van kracht zijnde nationale wetgeving goed doorlezen, begrijpen en zorgvuldig in acht nemen.
  • U getraind en gekwalificeerd bent om de werktuigen veilig te bedienen.

■ ALGEMENE BESCHOUWING

De meeste ongelukken tijdens het werken mét of onderhouden van de wagens worden veroorzaakt door het niet in acht nemen van de basis veiligheidsnormen.

Het is dus nodig steeds oplettend te blijven tijdens het gebruik van de wagens en steeds attent te zijn op de eventuele uitwerking van de bedieningen op het machine.

Het snel herkennen van een potentieel gevaarlijke situatie kan ongelukken vermijden.

A GEVAAR

De instructies in deze handleiding zijn voorzien door TEREXLIFT het is niet uitgesloten dat er andere methodes bestaan om de machine en/of de werktuigen in werking te brengen en te herstellen, rekening houdend met ruimte en hulpmiddelen ter beschikking.

Indien men op andere wijze wil werken dan déze voorzien in de handleiding, is het noodzakelijk te verifiëren dat:

  • de methode die men wil volgen niet verboden is;
  • de methode veilig is en aan de normen en voorschriften van de handleiding voldoet;
  • de gebruikte methode geen directe of indirecte schade veroorzaakt aan het toestel en/of het werktuig en het zodoende onveilig maakt;
  • contact opnemen met de Technische Assistentie Dienst van TEREXLIFT voor eventuele suggesties en de noodzakelijke schriftelijke goedkeuring.
Page 11
VEREISTEN VAN HET PERSONEEL
Vereisten van de BEDIENER VAN HET HEFTRUCK

De bediener die de machine en/of de eindwerktuigen regelmatig of onregelmatig gebruikt moet absoluut aan de volgende vereisten voldoen:

medische vereisten:

geen alcohol, geneesmiddelen of andere middelen die het psycho-fysisch evenwicht aantasten, voor of tijdens het werken.

fysische vereisten:

goed zicht, goed gehoor, niet aan duizelingen lijden, goed coördinatievermogen en in staat zijn alle functies uit te oefenen, zoals in deze handleiding aangegeven.

mentale vereisten:

in staat zijn alle normen, regels en veiligheidsvoorschriften te verstaan; attent en bedachtzaam te zijn om het werk op een verantwoordelijke wijze uit te voeren.

emotionele vereisten:

kalm zijn en onder stress kunnen werken; in staat zijn eigen pschyco-fysische conditie te oordelen.

training:

deze handleiding moet grondig gelezen worden, zowel wat schema's, platen en veiligheidsborden betreft; men moet alle aspecten van het heftruck en/ of het werktuig kennen.

In sommige landen wordt een apart rijbewijs of toestemming vereist om met dit toestel te werken. Informeren bij overheid.

Vereisten van het PERSONEEL verantwoordelijk voor het ONDERHOUD

Het personeel verantwoordelijk voor het onderhoud van het heftruck en/of het werktuig moet gekwalificeerd zijn in mechaniek en moet aan de volgend vereisten voldoen:

fysische vereisten:

goed zicht, goed gehoor, niet aan duizelingen lijden, goed coördinatievermogen en in staat zijn alle functies uit te oefenen, zoals in deze handleiding aangegeven

mentale vereisten:

in staat zijn alle normen, regels en veiligheidsvoorschriften te verstaan; attent en bedachtzaam te zijn om het werk op een verantwoordelijke wijze uit te voeren

training:

deze handleiding moet grondig gelezen worden, zowel wat schema's, platen en veiligheidsborden betreft; men moet alle aspecten van het toestel kennen.

ATTENTIE

Het gewoon onderhoud van de machine en/ of van de werktuigen omvat geen bijzonder ingewikkelde technische handelingen en kan ook door de operator uitgevoerd worden indien deze een basiskennis van mechaniek bezit.

Page 12
WERK- EN ONDERHOUDSKLEDIJ

Bij het werken met of herstellen van het toestel moet men steeds de volgende kledij en veiligheidsuitrusting gebruiken:

  • Werkoverall of andere makkelijk zittende kleding, niet te wijd om niet in bewegende delen verstrikt te raken.
  • Oordoppen of gelijksoortige gehoorbeschermers.
  • Kleine beschermingshelm.
  • Handschoenen.
  • Veiligheidsschoenen.

Overeenstemmende en in goede staat van bewaring verkerende veiligheidsuitrusting gebruiken.

■ PERSOONLIJKE VEILIGHEIDSUITRUSTING

Wanneer de werktoestand het vereist dient men tevens in bezit te zijn van volgende uitrusting:

  • Ademhalingsmaskers (of stofmaskers).
  • Brillen of maskers voor de oogbescherming.

VERSCHILLENDE GEVAREN

Gevaren verbonden met de WERKRUIMTE

Steeds rekening houden met de eigenschappen van het werkterrein:

• Het werkterrein goed bestuderen t.o.v. de wagen en zijn mogelijke standen.

Deze machine is niet elektrisch geïsoleerd en biedt geen bescherming tegen contact met of nabijheid

van elektrische stroom. Steeds een veilige afstand van deze bewaren, zowel met de telescopische arm als met de eventueel geheven vracht. Gevaar voor bliksem en elektrische ontladingen.

Blijf uit de buurt van de machine wanneer deze contact maakt met elektriciteitsdraden onder spanning. Personeel op de grond of in het machine dient de machine niet aan te raken of

te bedienen, totdat de elektriciteitsdraden onder spanning zijn uitgeschakeld.

RISICO
VERW
ONDE
)
/OND
R STI
VOOR
INGEN
ROOM S
D
WA
TAA
OOD
NNEER
NDE EL
OI
C
ECT
=
ON
RIS
ERNS
TACT
CHE LI
STIGE
MET
UNEN.
STEED
ENTITE
EEN Z
STROC
ALVOF
os eei
Eit Vi
One
DM S
Rens
RST DE E
ERWITTI
MET PO
STAANDI
MET HET
ELEC
GEN
TEN1
E KJ
T VOE
TRICITEI
ALVORI
TEEL GI
ABELS
ERTUIG T
TS-E
ENS
EVAA
EEF
TE W
DISTI
TE
AR.
ST
ERK
ribuer
Werk
De o
Losm
En.
Rende
'En in
Inder
Iaken
S TROC OM LIJN МІ NIM/ ALE AFST AND
0 а 50 kV 3 .00 т 10 ft
50 а 200 kV 4 .60 т 15 ft
200 а 350 kV 6 .10 т 20 ft
350 а 500 kV 7 .62 т 25 ft
500 а 750 kV 10 .67 т 35 ft
750 а 1000 kV 13 .72 т 45 ft

Het is verboden de machine tijdens onweer te gebruiken.

De bediener moet zijn zichtveld controleren alvorens de heftruck te gebruiken.

Genie

Page 13

Gevaren verbonden met de WERKZAAMHEDEN EN HET ONDERHOUD

Alvorens met een werk te beginnen:

Eerst en vooral nagaan of de onderhoudsbeurten nauwkeurig uitgevoerd werden.

Zet de machine in de bedrijfsstand en zorg dat hij goed uitgelijnd wordt door middel van de speciale waterpas aan de rechterzijde van de bedieningsplaats.

  • Controleer of er voldoende brandstof aanwezig is om een plotselinge stilstand van de machine, tijdens kritische manoeuvres, te voorkomen.
  • De instrumenten, de borden, de verlichtingselementen en de ruiten van de cabine zorgvuldig schoonmaken.
  • Verifieer de juiste werking van alle veiligheidsinrichtingen op de machine en in de werkzone.
  • In geval van problemen of moeilijkheden, van eender welke aard, eerst bij de meerdere melden. In geen geval het werk starten zonder de nodige veiligheidsvoorwaarden.
  • Het is verboden noodreparaties uit te voeren om alsmaar snel met het werk te starten!

Tijdens het werken, onderhouden of herstellen, steeds voorzichtig blijven:

  • Het is verboden onder de opgeheven lading te lopen of te staan of onder andere delen v/h voertuig, opgeheven door hydraulische cilinders of door koorden.
  • Grepen en voetplanken schoonhouden van olie, vet en vuil teneinde glijden en vallen te voorkomen.

• Bij in- en uitstappen cabine of andere geheven delen, nooit de rug naar het voertuig draaien.

  • Bij werken op gevaarlijke hoogtes (hoger dan 1,5 m. van grond), gebruik veiligheidsgordels of valschermen.
  • Het is verboden in of uit te stappen wanneer het voertuig in beweging is.
  • Het is verboden de bedieningsplaats te verlaten wanneer het voertuig in werking is.
  • Het is ten strengste verboden eender welk werk uit te voeren tussen de wielen van het voertuig met draaiende motor. Wanneer dit nodig zou zijn, is men verplicht de motor uit te draaien.
  • Het is verboden werken, onderhoud of herstellingen uit te voeren zonder de juiste verlichting.
  • Bij het gebruik van lampen, opletten dat de verlichting het werkend personeel niet verblind.
  • Alvorens elektrische kabels of onderdelen onder spanning te zetten, letten op de juiste verbinding en functie.
  • Het is verboden werken uit te voeren op elektrische delen onder spanning, hoger dan 48 V .
  • Het is verboden natte stekkers of stopcontacten te gebruiken.
  • Gevaar aanduidende borden en platen mogen nooit weggehaald, bedekt of onleesbaar gemaakt worden.
  • Het is verboden, tenzij voor onderhoudsreden, veiligheidsborden, koffers of beschermingscarters weg te halen. Wanneer dit toch nodig zou blijken, gelieve het heel voorzichtig en met uitgedraaide motor te doen; verplichtend alles terug op plaats te brengen alvorens de motor aan te draaien en met het voertuig te werken.
  • Het is nodig de motor stop te zetten en de accu te ontkoppelen telkens men onderhoud of herstellingen uitvoert.
Genîe
Page 14

  • Het is verboden op bewegende delen olie aan te brengen of schoon te maken.
  • Het is verboden de handen te gebruiken om werken uit te voeren die met kenmerkende werktuigen dienen gedaan te worden.
  • Het is absoluut verboden om gereedschappen te gebruiken die niet in een perfecte onderhoudstoestand verkeren of om deze op een oneigenlijke wijze te gebruiken(bijv.: tangen in plaats van vaste sleutels).
  • Het is verboden om lasten op andere punten dan de gereedschapshouder aan te brengen.

A GEVAAR

Enkel gekwalificeerd personeel mag op hydraulisch vlak ingrijpen.

Het hydraulisch systeem van dit toestel bezit drukaccu's die grote risico's kunnen betekenen indien men op het systeem zou ingrijpen zonder deze accu's eerst te ontladen.

Om de accu's de ontladen is het voldoende 8 tot 10 keer de rem in te duwen bij een stilstaande wagen.

Alvorens werk uit te voeren op onder druk staande lijnen (olie, lucht) en/of delen ervan los te maken, nagaan of de lijn niet meer onder druk staat en ze geen hete vloeistof bevat.

  • Het is verboden de katalysator en houders met hete stoffen te ledigen zonder van te voren de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen te hebben.
  • Alvorens het toestel in werk te stellen, nà herstelling of onderhoud, nakijken of er geen gereedschap of doeken in holtes blijven zitten

die beweging of afkoeling kunnen belemmeren.

  • Orders worden gegeven aan slechts-één persoon tegelijk tijdens het werken met de hefinrichting.
  • Steeds aandacht wijden aan de gekregen orders.
  • Inmengingen vermijden tijdens het uitvoeren van werken en moeilijke behandelingen.
  • De aandacht van de operator niet afleiden zonder een ernstige reden.
  • Het is verboden het werkende personeel te verschrikken of met dingen te werpen, ook maar als grap.
  • Bij het einde van de werken is het verboden de machine achter te laten in een mogelijk gevaarlijke stand.
  • Verwijder het werktuig van het toestel alvorens onderhouds- of reparatiehandelingen uit te voeren.
Gevaarlijke toestanden verbonden met het GEBRUIK VAN DE MACHINE

De volgende werkomstandigheden absoluut vermijden:

  • Lasten verplaatsen die boven het maximale draagvermogen van de machine liggen.
  • De arm heffen of uitschuiven als de machine niet op een stabiel en genivelleerd oppervlak staat.
  • De machine gebruiken als er een sterke wind staat. Het aan de wind blootgestelde oppervlak of last niet vergroten. Dit zou, in geval van sterke wind, de stabiliteit van de machine verminderen.
  • Als de machine op niet goed genivelleerde oppervlakken wordt gebruikt (bijv. in geval van puin of gladde oppervlakken, of in de buurt van sloten of kuilen) zeer zorgvuldig te werk gaan en de snelheid verminderen.
  • De verplaatsingssnelheid verminderen naargelang de toestand van de bodem, de hellingen, de in de buurt aanwezige personen en andere omstandigheden die botsingen kunnen veroorzaken.
  • Geen uitstekende lasten op de machine plaatsen of aanbrengen.
Genie
Page 15
Gevaar voor ONTPLOFFING OF BRAND

  • In geval van sporen of geur van LPG, benzine, dieselbrandstof of andere ontplofbare stoffen de motor niet starten.
  • Als de motor aan is geen brandstof bijtanken.
  • Brandstof bijtanken en batterijen opladen uitsluitend in een goed geventileerde zone, uit de buurt van vonken, vlammen of sigaretten.
  • De machine niet in een gevaarlijke omgeving of in de buurt van brandbare of ontplofbare stoffen gebruiken.
  • Geen ether in motoren met voorverwarm bougies doen.
  • Vermijden vaten of jerrycans met brandstof te laten slingeren op het werkterrein.
  • Het is verboden de katalysator en houders met hete stoffen te ledigen zonder van te voren de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen te hebben.
  • Alle gevaarlijke- en brandstoffen behoedzaam behandelen.
  • Het is verboden brandblusapparaten en drukaccu's te schenden.
■ Gevaar voor SCHADE AAN MACHINEONDERDELEN

  • Om de motor te starten geen batterijoplader of batterijen gebruiken met een spanning boven de 12V.
  • De machine niet als aarding gebruiken om laswerkzaamheden uit te voeren.
Gevaar voor PERSOONLIJKE LETSELS

  • Bedien de machine niet als er een hydraulisch olieof luchtlek is. Perslucht of hydraulische olie kan de huid binnendringen en/of brandwonden veroorzaken.
  • Altijd de machine in een goed geventileerde omgeving gebruiken om vergiftiging door koolmonoxyde te voorkomen.
  • Laat de arm pas neer als het gebied eronder vrij van mensen en obstakels is.

Page 16
Risico's verbonden aan HANGENDE LASTEN

  • ledere hangende last heeft een eigen dynamisch effect dat, met betrekking tot de stabiliteit van de machine, niet voorspelbaar is. Handel tijdens de verplaatsing van hangende lasten uiterst voorzichtig.
  • Alvorens de last te heffen, vergewis u ervan dat de telescopische heflift op een solide en vlakke ondergrond is geparkeerd.
  • Activeer de machine niet indien er onder de hangende last personen aanwezig zijn.
  • Alle verplaatsingen van de last moeten op de laagste snelheid geschieden.
  • Hef geen last indien er sprake is van een windsnelheid boven de 20 mph (32Kmh).
  • Nivelleer de telescopische manipulator alvorens een last te heffen.
  • Om de last te bewegen en schommelingen te voorkomen, gebruik geschikte kabels en vraag de hulp van vakkundig personeel.
  • Om een schommelende last in evenwicht te brengen gebruik niet de vork- balansfunctie van de manipulator.
  • De last niet slepen.
  • Probeer nooit vaste of verankerde lasten te verplaatsen.
  • Hef de last verticaal; oefen nooit een horizontale belasting uit op de last om grote schommelingen te vermijden.
  • Indien het zicht belemmerd is of belemmerd kan worden, moet de bediener zorgen voor andere/ extra middelen om de last in een veilige toestand te verplaatsen.
  • Vraag de assistentie van het grondpersoneel zowel om aanwijzingen te geven tijdens de verplaatsing als om het verkeer van vervoermiddel en personen te regelen.
  • Rij langzamer in het geval van omstandigheden die een plotselinge beweging van de last kunnen veroorzaken of die het veilige vervoer kunnen benadelen.
  • Tijdens de verplaatsing de arm weer helemaal inschuiven.
  • Beweeg uitsluitend op solide bodems.
  • Start, beweeg, draai en stop het toestel zeer voorzichtig om onstabiele toestanden of schommelingen te voorkomen.

  • Beweeg zeer langzaam.
  • Tijdens het voervoer houd de last zo dicht mogelijk bij de grond.
  • Gebruik geen enkele bediening om de last, tijdens de beweging, terug te plaatsen. Alvorens de last terug te plaatsen, stop langzaam de machine.

Page 17

HOOFDONDERDELEN VAN DE HIJSKRAAN EN DE LIER

  • 1. Snelkoppelingen (indien aanwezig)
  • 2. Haak
  • 3. Haakframe
  • 4. Hijslier

Page 18

■ ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE LIER

Deze uitrusting wordt gebruikt voor de beweging van hangende lasten door middel van een kabelsysteem. Het bestaat voornamelijk uit een gelast balkennetwerk van staal voorzien van twee zijflenzen met mechanische uitsparingen (aan de bovenkant) en openingen (aan de onderkant) voor de koppeling aan de standaard verbindingen van de telescopische hefinrichtingen GTH.

Deze twee flenzen zijn met elkaar gekoppeld (middels lasverbinding) door een centrale stalen plaat, die wederom aan het balkennetwerk gelast is. De gelaste structuur heeft, aan de onderkant, vier voeten om het werktuig te ondersteunen als dit op de grond staat en niet op de hefinrichting.

De hydraulische hijslier, gemonteerd op het vooroppervlak van de centrale stalen plaat, wordt hydraulisch geactiveerd middels de secundaire lijn op het uiteinde van de telescopische arm. De hydraulische aansluiting tussen lijn en hijslier wordt verzekerd door twee hydraulische snelkoppelingen.

De hijslier is voorzien van mechanisch geactiveerde trommel voor de wikkeling van de staalkabel.

Het uiteinde van de staalkabel is direct of middels stalen katrol naargelang het model gekoppeld aan een haak geschikt voor het te heffen gewicht.

De haak is goedgekeurd voor de beweging van de last geschikt voor het hulpwerktuig (zijn structurele weerstand moet gelijk zijn aan of hoger zijn dan het maximum draagvermogen aangegeven voor het volledige eindwerktuig).

Naast de hijslier is er een speciale hydraulische eindschakelaar die waarneemt als de haak helemaal omhoog is.

Met de haak helemaal omhoog, wordt er geen enkele hydraulische druk op het werktuig uitgeoefend zodat onnodige overbelastingen op de structurele onderdelen ervan worden vermeden.

■ ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE HIJSKRAAN

Deze uitrusting wordt gebruikt voor de beweging van hangende lasten door middel van een kabelsysteem. Het bestaat voornamelijk uit een gelast balkennetwerk van staal voorzien van twee zijflenzen met mechanische uitsparingen (aan de bovenkant) en openingen (aan de onderkant) voor de koppeling aan de standaard verbindingen van de telescopische hefinrichtingen GTH.

Deze twee flenzen zijn met elkaar gekoppeld (middels lasverbinding) door een centrale stalen plaat, die wederom aan het balkennetwerk gelast is.

Het gelaste balkennetwerk heeft, aan de voorzijde, een mechanische bevestiging voor de verbinding van een gehomologeerde stalen haak.

De haak is goedgekeurd voor de beweging van de last geschikt voor het hulpwerktuig (zijn structurele weerstand moet gelijk zijn aan of hoger zijn dan het maximum draagvermogen aangegeven voor het volledige eindwerktuig).

De hydraulische uitvoering van de hijskraan voorziet een hydraulische hijslier binnen het balkennetwerk, net voor de centrale stalen plaat.

De hijslier wordt hydraulisch geactiveerd door middel van de hulplijn op het uiteinde van de telescopische arm. De hydraulische aansluiting tussen lijn en hijslier wordt verzekerd door twee hydraulische snelkoppelingen.

De hijslier is voorzien van mechanisch geactiveerde trommel voor de wikkeling van de staalkabel.

Het uiteinde van de staalkabel is gekoppeld aan de gehomologeerde haak, aan het uiteinde van het balkenwerk. Tussen trommel en haak wordt de kabel

geleidt door stalen katrollen binnen en op het uiteinde van het balkennetwerk. Aan het uiteinde van het balkennetwerk is er ook een speciale hydraulische eindschakelaar die waarneemt als de haak helemaal

omhoog is. Met de haak helemaal omhoog, wordt er geen enkele

hydraulische druk op het werktuig uitgeoefend zodat onnodige overbelastingen op de structurele onderdelen ervan worden vermeden.

Page 19
HOOFDONDERDELEN VAN DE HAAK

1. Haak

2. Haakframe

ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE HAAK

Deze uitrusting wordt gebruikt voor de beweging van hangende lasten door middel van een kabelsysteem. Het bestaat voornamelijk uit een gelaste stalen structuur voorzien van twee zijflenzen met mechanische uitsparingen (aan de bovenkant) en openingen (aan de onderkant) voor de koppeling aan de standaard verbindingen van de telescopische hefinrichtingen GTH.

De gelaste structuur heeft, in het centrale deel, een uitstekende structuurbalk met, aan het vooruiteinde, een mechanische bevestiging voor de verbinding van een gehomologeerde stalen haak.

De haak is goedgekeurd voor de beweging van de last geschikt voor het hulpwerktuig (zijn structurele weerstand moet gelijk zijn aan of hoger zijn dan het maximum draagvermogen aangegeven voor het volledige eindwerktuig).

Page 20
TOEGESTAAN GEBRUIK

De hijslieren en de hijskranen zijn ontworpen en gebouwd voor de verticale beweging (omhoog/ omlaag) van lasten door middel van het op- en afwikkelen van de betreffende kabel op de trommel. Elk ander gebruik wordt onjuist beschouwd.

Het nauwgezet opvolgen van de handleiding voor werk, onderhoud en herstel, zoals vastgesteld door de constructeur, vormen een essentiële basis voor een juist gebruik.

Het gebruik, het onderhoud en de reparatie van deze hulpwerktuigen moeten uitsluitend door personen uitgevoerd worden die op de hoogte zijn van de

eigenschappen en de veiligheidsprocedures. Het is tevens noodzakelijk dat alle algemeen herkende

normen inzake veiligheid, arbeidsgeneeskunde en wegverkeer opgevolgd worden.

ATTENTIE

Het is verboden wijzigingen aan te brengen of ingrepen uit te voeren op het toestel of op de hulpwerktuigen, behalve de gewone onderhoudshandelingen. ledere willekeurige wijziging van het toestel of van het werktuig die niet door TEREXLIFT of door erkende assistentie centra zijn uitgevoerd, doen automatisch de overeenstemming van het toestel met de Bichtliin 2006/42/EG vervallen.

ONEIGENLIJK GEBRUIK

Met oneigenlijk gebruik wordt het gebruik van het eindwerktuig bedoeld dat niet in overeenstemming is met de instructies uit deze handleiding en die voor zichzelf en voor anderen gevaarlijk kunnen zijn.

A GEVAAR

Hieronder worden de meest voorkomende en gevaarlijke gevallen van oneigenlijk gebruik van hijskranen en hijslieren beschreven.

  • Het niet zorgvuldig navolgen van de gebruiksen onderhoudsinstructies uit deze handleiding en uit de handleiding van de hefinrichting.
  • De hijskraan of de hijslier gebruiken om personen te heffen en/of te vervoeren.
  • Werken buiten de gebruiksbeperkingen van het hulpwerktuig.
  • Werken of parkeren op onvaste of wegzakkende oppervlakken
  • Werken op te sterke hellingen of met een niet uitgelijnde hefinrichting.
  • Op het hefinrichting wanden aanbrengen die de werking van de wind kunnen versterken en dus de stabiliteit verminderen.
  • Telescopische hefinrichtingen gebruiken die niet door TEREXLIFT goedgekeurd of gebouwd zijn voor de koppeling van de werktuigen uit deze handleiding.
  • Lasten op de arm aanbrengen op andere punten dan de verankeringspunten voor de werktuigen.
Page 21

■ TOEPASSINGSVELD VAN DE WERKTUIGEN

De volgende tabel toont de Terexlift modellen waarop de werktuigen uit deze handleiding gemonteerd kunnen worden:

Vaste
haak op plaat
2500 kg
Vaste
haak op plaat
5000 kg
Hydraulische
of
mechanische
hijskraan
4000 mm /
900 kg
Hijskraan
2000mm / 2000kg
Hijslier
3000 kg
GTH-2506 × ×
GTH-3007 × × ×
GTH-4013SX
GTH-4017SX
× × × ×
GTH-4013EX
GTH-4017EX
× × × ×
GTH-4016SR
GTH-4018SR
× × × ×
Page 22

Pagina opzettelijk wit gelaten

Page 23

Inachtnemen en respecteren:

  • Degrondbeginselen uitdezegebruikershandleiding en uit die van de machine, inzake de werking van het heftruck in een veilige toestand, leren en toepassen.
    • 1 Vermijd gevaarlijke situaties.
    • 2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.

Zorg ervoor dat u de inspectie voor het gebruik kent en begrijpt voordat u verder gaat met het volgende hoofdstuk.

  • 3 Voer altijd functietests uit voordat u de machine gebruikt.
  • 4 Inspecteer de werkplek.
  • 5 Gebruik de machine en de werktuigen alleen voor de werking waarvoor ze ontworpen zijn.

Inspectie voor het gebruik Grondbeginselen

Het is de verantwoordelijkheid van de bediener om een inspectie voor het gebruik en routineonderhoud uit te voeren.

De inspectie voor het gebruik bestaat uit een visuele controle die door de bediener, voor iedere werkbeurt, wordt uitgevoerd, om het bestaan van storingen op de machine en/of op het werktuig vast te stellen alvorens de functies te testen.

De inspectie voor het gebruik dient ook om te bepalen of routineonderhoudsprocedures vereist zijn. Alleen gedeelten van het routineonderhoud die in deze handleiding genoemd worden, mogen door de bediener worden uitgevoerd.

Indien een storing of een niet vooraf goedgekeurde wijziging, ten opzichte van de oorspronkelijke toestand, wordt vastgesteld, het meteen aangeven en de machine en/of de werktuig buitendienst stellen.

De reparatie van de machine en/of van de werktuig mag uitsluitend door bevoegd technisch personeel uitgevoerd worden. Als de reparaties voltooid zijn, moet de bediener opnieuw een inspectie voor het gebruik uitvoeren voordat de functietests worden uitgevoerd.

Periodieke onderhoudsinspecties moeten door gekwalificeerde servicemonteurs worden uitgevoerd, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant.

Page 24

■ INSPECTIE VOOR HET GEBRUIK

Voor de inspectie voor het gebruik en het onderhoud van de hoogwerker raadpleeg de betreffende bedieningshandleiding binnen de cabine.

Voor het hulpwerktuig:

  • Vergewis u ervan dat de gebruikershandleidingen heel zijn en goed leesbaar en dat ze bij de hefinrichting bewaard worden.
  • Zorg ervoor dat alle stickers op hun plaats zitten en leesbaar zijn. Raadpleeg het hoofdstuk "Aangebrachte etiketten en borden".
  • Ga na of er een hydraulisch olielek is en controleer het oliepeil. Voeg olie toe als dit nodig is. Zie de afdeling "Onderhoud".

Controleer de volgende onderdelen om eventuele schade, ontbrekende of niet goed gemonteerde delen, of niet geautoriseerde wijzigingen vast te stellen:

  • elektrische onderdelen en kabels
  • hvdraulische pipen en koppelingen
  • tanks van brandstof en van het hydraulische systeem
  • moeren, bouten en andere blokkeer inrichtingen.

Controleer de gehele struktuur om het volgende vast te stellen:

  • de aanwezigheid van barsten in de lassen of in de structurele onderdelen
  • deuken of schade aan de struktuur.

Indien ook maar één van de genoemde controles negatief blijkt het werk niet beginnen, de machine stoppen en het probleem oplossen.

Indien de machine in een zeeomgeving of gelijksoortige omgeving gebruikt moet worden bescherm haar met de nodig anti zoutbehandeling om roestvorming te voorkomen.

Page 25

■ FUNCTIETESTS

De functietests zijn bedoeld om eventuele storingen te ontdekken voordat de machine in gebruik wordt genomen. De bediener moet de stapsgewijze instructies volgen om alle machinefuncties te testen. Een niet goed functionerende machine mag nooit worden gebruikt. Als storingen worden ontdekt, dient de machine te worden voorzien van een label en uit bedrijf te worden genomen. Reparaties aan de machine mogen alleen uitgevoerd worden door een gekwalificeerde servicemonteur, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant. Als de reparaties voltooid zijn, moet de bediener opnieuw een inspectie voor het gebruik en de functietests uitvoeren voordat de machine in gebruik wordt genomen.

Inachtnemen en respecteren:

  • Degrondbeginselenuitdezegebruikershandleiding en uit die van de hoogwerker, inzake de werking van het heftruck in een veilige toestand, leren en toepassen.
    • 1 Vermijd gevaarlijke situaties.
    • 2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
Zorg ervoor dat u de inspectie voor het gebruik kent en begrijpt voordat u verder gaat met het volgende hoofdstuk.

  • 3 Voer altijd functietests uit voordat u de machine gebruikt.
  • 4 Inspecteer de werkplek
  • 5 Gebruik de machine en de werktuigen alleen voor de werking waarvoor ze ontworpen zijn.

Met betrekking tot de heftruck:

  • 1. Kies een stevig, vlak testgebied uit dat vrij is van obstakels.
  • 2. Treedt u in de bedieningsruimte en neem plaats op de bestuurderszitting.
  • 3. Maak de veiligheidsgordels vast.
  • 4. Regel alle spiegelties.
  • 5. Vergewis u ervan dat de handrem ingeschakeld is en dat de transmissie op neutraal is.
  • 6. Start de motor.

Alle voor de heftruck in de Bedieningshandleiding aangegeven controles uitvoeren.

Controle van de bedieningshendel

  • 7. Probeer met de bedieningshendel de kabel op en af te wikkelen.
  • Resultaat: Alle functies moeten actief zijn.
Page 26

■ INSPECTIE VAN DE WERKPLEK

Met de inspectie van de werkplek kan de bediener bepalen of de werkplek geschikt is om de machine veilig te bedienen. Deze inspectie dient door de bediener te worden uitgevoerd, voordat hij de machine naar de werkplek verplaatst.

Het is de verantwoordelijkheid van de bediener om de instructies over mogelijke gevaren op de werkplek door te lezen en te onthouden, er vervolgens op te letten en deze te vermijden bij het verplaatsen, opstellen en bedienen van de machine.

Let op en vermiid de volgende gevaarlijke situaties:

  • afgereden kanten of gaten
  • hobbels, hindernissen en puin op de vloer
  • hellingen
  • een onstabiele of gladde ondergrond
  • hoog aangebrachte obstakels en hoogspanningsgeleiders
  • gevaarlijke locaties
  • een te zachte ondergrond om alle belastingskrachten te weerstaan die door de machine worden opgewekt
  • wind- en weersomstandigheden
  • niet geautoriseerde personen aanwezig
  • alle andere mogelijk onveilige omstandigheden.

Page 27

Dit onderdeel wil de bediener en het grondpersoneel geleidelijk opleiden tot het gebruik van de hefinrichting met haak, hijskraan of hijslier.

Zowel de bediener als het grondpersoneel moeten de vereiste kwalificatie en ervaring hebben om de hefinrichting met werktuig te bedienen en moeten de werking ervan, voor het gebruik, goed kennen.

Deze kennis is nodig voor een correct gebruik tijdens de werkfase.

Het werkterrein controleren alvorens de heftruck te gebruiken. Kijken of er geen gaten, vuil, of wankelbare grond is die de controle over de machine in gevaar kunnen brengen.

Let goed op elektrische kabels. Zorg dat geen enkel deel van de machine op minder dan 6 meter van de kabels komt.

Voor een gebruik in volledige veiligheid van het toestel met werktuig, controleer altijd het gewicht van de te bewegen lasten alvorens deze te hijsen.

Page 28
VERVANGING VAN DE EINDWERKTUIGEN

Uitvoering met MANUELE BLOKKERING

Indien de eindwerktuig vervangen moet worden, op de volgende wijze handelen:

  • Zich naar de plaats begeven waar men het opgestelde eindwerktuig wil achterlaten (zo mogelijk op compacte grond en overdekt).
  • Ontkoppel de snelkoppelingen die eventueel op het werktuig aanwezig kunnen zijn.
  • Verwijder de pin 1 voor de blokkering van het werktuig, nadat de verwijdering van de veiligheidspen 2 aan het uiteinde ervan.

  • Het werktuig op de grond plaatsen.
  • Het gereedschapshouder naar voren zwaaien en de arm dalen om de boven blokkering van het werktuig los te maken.
  • Ga met de machine achteruit om het werktuig te verlaten, en beweeg naar het andere gewenste werktuig.
  • Met het gereedschapshouder naar voren zwaaien en de bovenkant van het nieuwe eindwerktuig vastschroeven.
  • Het werktuig intrekken en enkele centimeters omhoog tillen, het zal zich automatisch op het gereedschapshouder centreren.
  • Doe de pin 1 weer terug en zorg voor een goede bevestiging met de vooraf verwijderde veiligheidspen 2 .
  • Het eventueel gereedschap op het werktuig vastkoppelen.

Na het vervangen van een eindwerktuig, alvorens met de wagen te werken, visueel nagaan of het werktuig wel goed aan de arm gekoppeld is. Een werktuig dat niet goed vastgekoppeld is, brengt zowel de operator als alles wie of wat op het werkterrein tegenwoordig is in gevaar.

Uitvoering met HYDRAULISCHE BLOKKERING

Indien de eindwerktuig vervangen moet worden, op de volgende wijze handelen:

  • Zich naar de plaats begeven waar men het opgestelde eindwerktuig wil achterlaten (zo mogelijk op compacte grond en overdekt).
  • Ontkoppel de snelkoppelingen die eventueel op het werktuig aanwezig zijn en maak de pijpen voor de hydraulische blokker cilinder van de werktuigen op de koppelingen 3 weer vast.

  • Het werktuig op de grond plaatsen.
  • Verwijder de veiligheidspen 2 aan het uiteinde ervan.
  • Maak het in gebruik zijnde eindwerktuig los door middel van de bediening van de werktuigen blokkeer/deblokkeer cilinder.
  • Het gereedschapshouder naar voren zwaaien en de arm dalen om de boven blokkering van het werktuig los te maken.
  • Ga met de machine achteruit om het werktuig te verlaten, en beweeg naar het andere gewenste werktuig.
Page 29

  • Met het gereedschapshouder naar voren zwaaien en de bovenkant van het nieuwe eindwerktuig vastschroeven.
  • Het werktuig intrekken en enkele centimeters omhoog tillen, het zal zich automatisch op het gereedschapshouder centreren.
  • Handel op de bedieningshendel (optioneel) voor de definitieve blokkering van het werktuig en maak hem vast door middel van de vooraf verwijderde veiligheidspen 2.
  • Het eventueel gereedschap op het werktuig vastkoppelen.
■ AANSLUITING VAN HET WERKTUIG

Hydraulische aansluiting (indien nodig)

Om de hijslier of de hydraulische hijskraan te gebruiken, moet de hydraulische aansluiting uitgevoerd worden volgens de hieronder weergegeven instructies:

  • na de verankering van het werktuig zoals eerder beschreven, maak de hydraulische slangen van de vijzel voor het vast/loskoppelen van de werktuigen los uit de snelkoppelingen 3,
  • plaats de zojuist losgekoppelde slangen in de ruststand,
  • maak de hydraulische slangen uit de lier aan de snelkoppelingen 3 vast.

Door deze hydraulische aansluiting kan de kabel op de windas op- of afgewikkeld worden, door middel van de bedieningen die gewoonlijk gebruikt worden om de werktuigen vast of los te koppelen, zoals beschreven in de betreffende paragraven.

Page 30

CONTROLESYSTEEM VOOR DE STABILITEIT

Alle hoogwerkers zijn voorzien van een automatisch controlesysteem voor de stabiliteit waardoor het geleidelijk veranderen van de stabiliteit gesignaleerd wordt en waarmee het toestel geblokkeerd wordt voordat het de kritische toestand bereikt. Een display binnen de cabine weergeeft de stabiliteit toestand van het toestel en van het hieraan verbonden werktuig.

RISICO'S VERBONDEN AAN HET CONTROLE SYSTEEM LLMI/ LLMC

Het LLMI/LLMC systeem werkt volgens de ontwerp specifieken alleen als:

  • het voertuig stilstaat;
  • het voertuig op een solide, vlakke en genivelleerde bodem geparkeerd is;
  • het voertuig in de laad- of positionering modus is;
  • de LLMI/LLMC inrichting actief is (geen overbrugging).

De LLMI inrichting waarschuwt de bediener voor niet een geschikte stabiliteit toestanden langs het voorste lengte vlak.

De LLMI/LLMC inrichting is niet ontworpen om de bediener te waarschuwen voor een kantelgevaar in het geval van:

  • een plotselinge overbelasting;
  • een beweging met een opgeheven last;
  • een beweging op instabiele gronden of in geval van belemmeringen of kuilen:
  • een dwarsbewegingen of het keren op hellingen; snelle bewegingen bij bochten of met een te
  • snelle bewegingen bij bochten of met een te nauwe draairuimte.

De regelingen die de instellingen van de LLMI/ LLMC inrichting beïnvloeden moeten uitsluitend door

bevoegd personeel uitgevoerd worden.

Het stabiliteit controlesysteem is anders naargelang het model in uw bezit en kan gemakkelijk geïdentificeerd worden door middel van de in de cabine geïnstalleerde display.

MODEL NR. 1

  • 1. Alleen gebruikt voor de kalibratie
  • 2. Ledden staaf lastbegrenzer
  • 3. Groen controlelampje correcte elektriciteitsvoeding
  • 4. Alleen gebruikt voor de kalibratie. Op de modellen voorzien van stabilisatoren, gaat het branden als de stabilisatoren omlaag zijn.
  • 5. Alleen gebruikt voor de kalibratie.

Gebruik

Bij het starten gaan het lampje 3 , de leddenstaaf 2 en de knoppen 4 en 5 aan.

Het controlesysteem voert een diagnose controle uit. Tijdens het gebruik van het toestel gaat de ledden staaf 2 geleidelijk, naargelang de stabiliteit van het toestel, aan.

Page 31

Groene Ledden (L1 en L2): deze controlelampjes zijn aan bij een normale werkingstoestand, als het percentage van het kantel moment ten opzichte van de grenswaarde schommelt van 0 tot 89. De wagen is stabiel.

Oranje Ledden (L3 en L4): deze controlelampjes gaan aan als de wagen bijna een instabiele toestand bereikt: het percentage van het kantel moment ten opzichte van de grenswaarde ligt tussen 90 en 99. Het systeem treedt in een toestand van vooralarm: De zoemer geeft een intermitterend geluid af en de uitschuif en daal bewegingen van de arm en de vooruit

beweging van de vorken worden vertraagd.

Rode Ledden (L5 en L6): Omkantel gevaar: het percentage van het kantel moment ten opzichte van de grenswaarde ligt boven de 100.

Het toestel treedt in een alarm toestand; er luidt een continu geluidsalarm en iedere gevaarlijke beweging wordt geblokkeerd: het stijgen, dalen en uitschuiven van de arm, het vooruit bewegen van de vorken.

Alarmcodes en Reset

De lastbegrenzer is voorzien van een inrichting voor de zelf diagnose die in staat is de defecten van de transductors, kapotte kabels en problemen aan het elektronische systeem waar te nemen. Indien een defect wordt waargenomen stelt de controlesysteem zich in een veilige toestand door de gevaarlijke manoeuvres te blokkeren. Het Led L6 gaat knipperen om een alarmcode aan te geven. De codes betreffende het waargenomen defect zijn weergegeven in het deel "Defecten en problemen opsporen" in de handleiding van de hoogwerker.

A GEVAAR

Alvorens het toestel te gebruiken, controleer of het 1ste groene LED-lampje brandt.

MODEL NR. 2

1 LED groen aan

Stabiele conditie. Het gewicht van de vracht overschrijdt niet de 90% van het gewicht toegestaan in deze werkstand.

2 LED geel aan

Voor-alarm situatie. Het gewicht is hoger dan 90% maar blijft lager dan het maximaal toegestane gewicht. De armbewegingen zijn vertraagd en het akoestisch signaal geeft korte piepgeluiden.

3 LED rood aan

Alarm situatie. Het gewicht is hoger dan het maximaal toegestane: het akoestisch signaal geeft lange piepgeluiden en de bewegingen van de wagen zijn geblokkeerd. In dit geval zijn alleen de bewegingen mogelijk die de wagen terug stabiel maken.

Het bord van de controlesysteem is verdeeld in drie zones:

Zone LED : Er zijn drie LED die de werktoestand aanduiden:

  • 1 LED groen stabiele wagen
  • 2 LED geel wagen in vooralarm
  • 3 LED rood wagen in alarm

Bedieninasknoppen

  • ESC Om naar het vorige venster terug te keren
  • ENTER Om het venster te bevestigen en te openen.
  • PIJLEN Om langs de menu's omhoog en omlaag te bewegen.
  • PLUS(+) Extra selectie knop
    • MIN(-) Extra selectie knop
Page 32

Display onderverdeeld in 8 regels_ fig.A

  • 1. Laadpercentage staaf
  • 2. Duidt eindwerktuig aan
  • 3. Duidt werkwijze aan
  • 4. Duidt het max. hefbare gewicht aan
  • 5. Duidt gewicht van vracht aan voor het tarra berekenen van het systeem
  • 6. Geeft de armhoek aan.
  • 7. Geeft de armextensie aan (met helemaal ingeschoven arm moet het = 0 meter zijn)
  • 8. Geeft de afstand van de lading vanaf de rotatieschijf aan en, indien nodig, weergeeft het betreffende waarschuwingsbericht.

Gebruik

  • Bij het in bedrijfstellen van het toestel voert het controlesysteem een progressieve controle uit en worden de softwaregegevens weergegeven.
  • Na ongeveer 3/4 seconden wordt de lijst van de eindwerktuigen die beschikbaar zijn weergegeven. Middels de pijlen moet de bediener de juiste uitrusting selecteren en vervolgens op ENTER drukken om te bevestigen.
  • Nadat de uitrusting geselecteerd is, weergeeft de display het Standaard Venster ( fig. A ).
  • Vanuit deze pagina kan de bediener, door enkele seconden op (PLUS) (+) te drukken, in een HOGER NIVEAU (B) treden, waar vier andere ondermenu's worden weergegeven, het menu LANGUAGE (taal) (C) kan gewijzigd worden, terwijl de andere drie ondermenu's CLOCK (klok) (D), EXTENSION SENSOR (extensie sensor) (E) en ANGLE SENSOR (hoeksensor) (F), alleen geraadpleegd kunnen worden.
  • Door op ESC te drukken keert u terug naar het Standaard Venster.

Druk tegelijkertijd op de twee toetsen PLUS(+) en MIN(-) om in de Diagnose Pagina te treden. Deze pagina's zijn alleen voor raadpleging; gebruik de PIJLTOETSEN om van de ene pagina naar de andere te bewegen.

A GEVAAR

Alvorens het toestel te gebruiken, controleer of het 1ste groene LED-lampje voor de stabiliteit aanwijzing brandt en of de werkwijze, aangeduid in regel 3, en het werktuig type, aangeduid in regel 2, overeenkomen met hetgeen gebruikt wordt.

Page 33
GEBRUIK LASTTABELLEN

De lasttabellen 1 weergegeven de maximale toelaatbare last met betrekking tot armextensie en toegepast werktuig.

Voor alle veiligheid, deze tabellen steeds nakijken. De uitschuif waarde van de arm kan vastgesteld worden door middel van de letters ( A , B , C , D , E ) geverfd op de arm (pos. 3 ). De reële inclinatiegraad van de arm is, daarentegen, zichtbaar door middel van de hoekindicator 2 .

Alle lasttabellen zijn op een speciale steun in de cabine geplaatst.

Het lipje 4 bovenaan iedere lasttabel weergeeft het in gebruik zijnde hulpstuk.

De tabellen hieronder weergegeven dienen enkel als illustratie, om de juiste vrachtbeperkingen te kennen, volg de tabellen die in de cabine van de machine zitten.

De tabellen in de cabine hebben betrekking op een stilstaand toestel op een vaste en vlakke ondergrond.

Hef de last enkele centimeter van de grond en controleer de stabiliteit alvorens de heffing uit te voeren.

ledere hangende last heeft een dynamisch effect op de stabiliteit van het toestel dat niet voorspelbaar is. Zeer zorgvuldig handelen.

Page 34

DE LAST VASTHAKEN

DE LAST BEOORDELEN

De bediener moet alle nodige handelingen uitvoeren om het gewicht en de stand van het zwaartepunt van iedere last vast te stellen. Men zou over een tekening met het gewicht moeten beschikken of een nauwkeurige rekening ervan moeten maken. Dit hoofdstuk zet de verschillende wijzen om dergelijke inlichtingen te verkrijgen uiteen

Vergewis u ervan dat de te heffen last niet het max. draaqvermogen van het werktuig en van de hefinrichting overschriidt. Neem als verwiizing de betreffende Lasttabellen.

GEWICHT

  • 1. Controleer of het gewicht op de last is afgedrukt. Als dat het geval is, vergewis u ervan dat het aangegeven gewicht betrekking heeft op alle delen van de last
  • 2. Controleer het gewicht op alle documenten tot uw beschikkina
  • 3. Controleer de tekening van de last. Indien het gewicht aangegeven is, vergewis u ervan dat het betrekking heeft op alle onderdelen van de last zoals aangegeven onder punt (1).
  • 4. Stel het gewicht van de last vast door middel van de lasttabellen van het materiaal, zoals weergegeven als voorbeeld in het onderdeel "Materiaal Tabellen"

ZWAARTEPUNT

Het "zwaartepunt" is het punt waarbij de door de haak vastgehouden last, in een perfecte toestand van evenwicht is

De haak moet zich precies boven het zwaartepunt bevinden, zoals aangegeven in fig. A zodat de last stabiel is.

Indien een last wordt opgeheven die afwijkt ten opzichte van het zwaartepunt, kan dit leiden tot een verschuiving van de last totdat het evenwicht weer bereikt wordt

In het geval van twijfels over de stabiliteit van de last hef hem eerst enkele centimeter van de grond Indien de last schommelt maak de kabels vast meer stabiele positie vast.

■ LAST VEILIGHEID

Tijdens het heffen van de last is het belangrijk te controleren of als de last van de grond wordt geheven, deze. zoals verwacht, goed aan het hijswerktuig bevestigd blijft zonder dat de hefinrichting op de ene of andere wijze overbelast wordt. Met andere woorden, de last moet goed verdeeld en stabiel zijn.

I ASTVERDELING

Bij de meeste hefhandelingen, zodra de last van de arond wordt geheven moet hij in evenwicht blijven. Hiervoor moet de haak van de hefinrichting langs de verticale liin boven het zwaartepunt van de last geplaatst worden.

De armen van het hijswerktuig moeten gelijk verdeeld ziin in overeenstemming met de hechtpunten. De tophoek gevormd door de arm en de loodlijn beïnvloedt de last die deze arm zal belasten, om een goed verdeelde last te verkrijgen, zouden alle armen

Goolo

Page 35

dezelfde inclinatie hoek moeten hebben.

Indien tijdens het heffen de last schuin hangt, zal de kracht die op de arm van het hijswerktuig wordt uitgeoefend, niet gelijkmatig verdeeld zijn. Dit is voornamelijk belangrijk in het geval van zeer korte hoeken tussen de armen.

Bij zeer stijve lasten, indien hefmiddelen met drie of meer armen gebruikt worden, stel vast hoeveel armen de last werkelijk zullen dragen, want het zou kunnen zijn dat alleen twee of drie armen de last werkelijk dragen terwijl de andere armen slechts als "balanskrachten" werken. In dat geval zal het nodig zijn een hefinrichting met een hoger draagvermogen te gebruiken.

STABILITEIT

In deze context, wordt er met stabiliteit "kantel weerstand" bedoeld. Een voorwerp met een kleine onderkant en een hoog zwaartepunt zal een kleine kracht nodig hebben om te kantelen dan een voorwerp met een grote onderkant en een lager zwaartepunt. Daar de hoogte van het zwaartepunt toeneemt in overeenstemming met de breedte van de onderkant, zal een punt bereikt worden waarbij het voorwerp zal vallen als het niet door externe steunpunten wordt ondersteund. In deze toestand, wordt het voorwerp instabiel beschouwd en hoe groter de instabiliteit hoe groter het steunpunt moet zijn.

Met hangende lasten, wordt een gelijkwaardige toestand verkregen. Omdat het onvermijdelijk is dat er krachten zijn die het omkantelen van de last kunnen veroorzaken (bijvoorbeeld de wind, een versnelling, een remkracht) zal bij het vastmaken van de last gecontroleerd moeten worden of de last voldoende stabiel is om die kantel krachten te weerstaan.

Een last blijkt wezenlijk stabiel indien de hefinrichting BOVEN het zwaartepunt en eromheen bevestigd is.

VERANKERING TOEBEHOREN

Een goede verankering tussen hijswerktuig en last is fundamenteel. Neem de volgende aanwijzingen in acht:

  • Controleer de last (afmetingen, gewicht en eenheid).
  • Kies het juiste hijswerktuig voor de te heffen last,

aan de hand van de tabellen van de betreffende fabrikanten.

  • Controleer ieder onderdeel van de hefinrichting alvorens de last te heffen.
  • Indien er scherpe kanten zijn, bescherm het hijswerktuig met hoekafdekkingen, afstandstukken of houten blokken.

  • Bij het heffen van langere lasten, voornamelijk in kleine ruimtes, maak een draad of een kabel vast aan een of aan beide uiteinden van het voorwerp om de draaibewegingen ervan te controleren.
  • Maak de niet gebruikte armen van het hijswerktuig vast aan de betreffende bevestigingspunten

  • De handen en de vingers beschermen! Indien het hijswerktuig onder spanning wordt gebracht, houd de handen en de vingers op een afstand van het contactpunt tussen last en hijswerktuig om de voorkomen dat deze ertussen komen of verpletterd worden. Uit de buurt gaan alvorens de last te heffen.
  • Tijdens de manoeuvres schokbewegingen vermijden! De last zonder schokken omhoog en omlaag bewegen om onnodige spanningen op het hijswerktuig te vermijden.
  • Hef nooit een gewicht dat boven het maximum draagvermogen van het hijswerktuig ligt.
  • De hijsstroppen niet door elkaar halen of vastknopen en gebruik geen bouten, spijkers of metalen onderdelen om de lengte ervan te verminderen.
  • Maak geen kapotte kabels aan elkaar vast.
  • Verplaats de last niet door de haak aan een schakel van de ketting vast te maken.

Genie

Page 36

  • Laat het hijskabels, toebehoren of andere blokkeer inrichtingen niet slingeren als ze niet gebruikt worden. Plaats ze weer terug in de speciale rekken of bewaar ze in een veilige plaats.
  • Gebruik het heftuig niet om een last op de grond voort te slepen.
  • De ketting niet vastknopen om de lengte ervan te verminderen. Gebruik uitsluitend daarvoor bestemde bevestigingen.
  • Gebruik geen geïmproviseerde kettingen of kabels.
  • Voer geen las- of snijhandelingen uit op de schakels van de ketting: hierdoor zou het hefvermogen drastisch verminderen.
  • Gebruik op de schakels van de ketting geen chemische middelen zonder de voorafgaande goedkeuring van de fabrikanten.

De haken zijn ontworpen om een last te dragen in punt A. De gebruikers moeten zich ervan vergewissen dat de haak van het hijswerktuig vrijuit in het hefpunt gekoppeld wordt zodat de last door dat punt gedragen wordt.

Indien het veiligheidslipje van de haak B in de hefpunten geforceerd wordt zal dit leiden tot krachten die de haak vroegtijdig kunnen vervormen of beschadigen.

Page 37

BEDIENINGEN

Bedieningen GTH-2506 en GTH-3007

Alvorens de lier te activeren, vergewis u ervan dat er geen mensen in de buurt aanwezig zijn.

Om de kabel van de windas omhoog of omlaag te brengen:

  • breng de bedieningshendel in het midden,
  • druk op de knop 1,
  • beweeg de hendel in de richting D om de kabel omlaag te brengen,
  • beweeg de hendel in de richting C om de kabel omhoog te brengen.

Daar de stijg- daalsnelheid van de kabel bepaald wordt door het oliedebiet, is het aanbevolen de bedieningshendel zacht te activeren tijdens de hef- en daalbewegingen om hevige schokken van de last te voorkomen waardoor sterke krachten op alle structurele onderdelen zouden worden uitgeoefend en waardoor de stabiliteit van het toestel zou worden benadeeld.

Page 38

Bedieningen GTH-4013SX en GTH-4017SX

Alvorens de lier te activeren, vergewis u ervan dat er geen mensen in de buurt aanwezig zijn.

Om de kabel van de windas omhoog of omlaag te brengen:

  • breng de hendel 4 in het midden,
  • beweeg de hendel in de richting D om de kabel omlaag te brengen,
  • beweeg de hendel in de richting C om de kabel omhoog te brengen.

Daar de stijg- daalsnelheid van de kabel bepaald wordt door het oliedebiet, is het aanbevolen de bedieningshendel zacht te activeren tijdens de hef- en daalbewegingen om hevige schokken van de last te voorkomen waardoor sterke krachten op alle structurele onderdelen zouden worden uitgeoefend en waardoor de stabiliteit van het toestel zou worden benadeeld.

Page 39

Bedieningen GTH-4013EX en GTH-4017EX

Alvorens de lier te activeren, vergewis u ervan dat er geen mensen in de buurt aanwezig zijn.

Om de kabel van de windas omhoog of omlaag te brengen:

  • . breng de bedieningshendel in het midden.
  • druk op de knop 1.
  • beweeg de hendel in de richting D om de kabel omlaag te brengen.
  • beweeg de hendel in de richting C om de kabel omhooa te brenaen.

Daar de stijg- daalsnelheid van de kabel bepaald wordt door het oliedebiet, is het aanbevolen de bedieningshendel zacht te activeren tiidens de hef- en daalbewegingen om hevige schokken van de last te voorkomen waardoor sterke krachten op alle structurele onderdelen zouden worden uitgeoefend en waardoor de stabiliteit van het toestel zou worden benadeeld.

Page 40

Bedieningen GTH-4016SR en GTH-4018SR

Alvorens de lier te activeren, vergewis u ervan dat er geen mensen in de buurt aanwezig zijn.

Om de kabel van de windas omhoog of omlaag te brengen:

MET LINKER JOYSTICK ( Optionele configuratie )

  • Breng de bedieningshendel in het midden en druk op de knop 4.
  • Beweeg langzaam de hendel in de richting () om de kabel omlaag te brengen.
  • Beweeg de hendel in de richting () om de kabel omhoog te brengen.
METRECHTERJOYSTICK(Standaardconfiguratie)

  • Breng de bedieningshendel in het midden en druk op de knop 4.
  • Druk de knop 3 in en houd hem ingedrukt totdat de beweging voltooid is.
  • Beweeg langzaam de hendel in de richting () om de kabel omlaag te brengen.
  • Beweeg de hendel in de richting () om de kabel omhoog te brengen.

Daar de stijg- daalsnelheid van de kabel bepaald wordt door het oliedebiet, is het aanbevolen de bedieningshendel zacht te activeren tijdens de hef- en daalbewegingen om hevige schokken van de last te voorkomen waardoor sterke krachten op alle structurele onderdelen zouden worden uitgeoefend en waardoor de stabiliteit van het toestel zou worden benadeeld.

Code 57.0303.5171

Page 41

VASTE HAAK OP PLAAT

  • Bevestig en maak de haak vast door middel van het (mechanisch of hydraulisch) werktuigen blokkeer systeem.
  • Breng de houders van het werktuig in de werkstand 1 door middel van de speciale pinnen A.
  • Alle vracht moet vastgebonden worden met de juiste riemen of ketting, volgens de plaatselijke richtlijnen.
  • Voor het verplaatsen van vracht, de telescopische arm van de lift heffen en draaien.
  • Om het werktuig te verwijderen, breng de houders in de ruststand 2 , draai het werktuig langzaam naar voren, breng de arm omlaag totdat het werktuig de grond bereikt en schuif vervolgens de arm weer in.

De haak op de plaat is ontworpen om de last, aangegeven in deze handleiding ervan, te dragen. Het maximale draagvermogen komt overeen met het nominale vermogen van de heflift waarop hij aangebracht is en dus aangegeven in de laadtabel, die met het werktuig is meegeleverd.

HIJSKRAAN 2000 KG

  • Bevestig en maak de kraan vast door middel van het (mechanisch of hydraulisch) werktuigen blokkeer systeem.
  • Breng de houders van het werktuig in de werkstand 1.
  • Om de werkhoogte te wijzigen, activeer de hendel zoals aangegeven in de paragraaf "Snelle koppeling werktuigen".
  • Om het werktuig te verwijderen, breng de houders in de ruststand 2, draai het werktuig langzaam naar voren, breng de arm omlaag totdat het werktuig de grond bereikt en schuif vervolgens de arm weer in.
Page 42
HYDRAULISCHE HIJSKRAAN 900 KG

  • Bevestig en maak de kraan vast door middel van het (mechanisch of hydraulisch) werktuigen blokkeer systeem.
  • Breng de houders van het werktuig in de werkstand 1 door middel van de speciale pinnen A.
  • Breng op de werktuig houder 3 in de werkstand en blokkeer deze met de betreffende pin B .
  • Alle vracht moet vastgebonden worden met de juiste riemen of ketting, volgens de plaatselijke richtlijnen.
  • Voor het verplaatsen van vracht, de telescopische arm van de lift heffen en draaien.
  • Om het werktuig te verwijderen, breng de houders in de ruststand 2, breng ook de werktuig houder 3 in de ruststand en blokkeer deze met de betreffende pin B, draai het werktuig langzaam naar voren, breng de arm omlaag totdat het werktuig de grond bereikt en schuif vervolgens de arm weer in.

Na de snelkoppelingen van het werktuig uit de verbindingen op de arm ontkoppeld te hebben waarbij de aansluitpunten op het werktuig gekoppeld worden, om te voorkomen dat er stof binnen het circuit terechtkomt. Als de aansluitpunten niet gebruikt worden sluit ze af met de speciale meegeleverde doppen.

MECHANISCHE HIJSKRAAN KG

  • Bevestig en maak de kraan vast door middel van het (mechanisch of hydraulisch) werktuigen blokkeer systeem.
  • Breng de houders van het werktuig in de werkstand 1 door middel van de speciale pinnen A.
  • Breng op de werktuig houder 3 in de werkstand en blokkeer deze met de betreffende pin B .
  • Alle vracht moet vastgebonden worden met de juiste riemen of ketting, volgens de plaatselijke richtlijnen.
  • Voor het verplaatsen van vracht, de telescopische arm van de lift heffen en draaien.
  • Om het werktuig te verwijderen, breng de houders in de ruststand 2, breng ook de werktuig houder 3 in de ruststand en blokkeer deze met de betreffende pin B, draai het werktuig langzaam naar voren, breng de arm omlaag totdat het werktuig de grond bereikt en schuif vervolgens de arm weer in.
Page 43
HYDRAULISCHE LIER 3000 KG

  • Bevestig en maak de lier vast door middel van het (mechanisch of hydraulisch) werktuigen blokkeer systeem.
  • Breng de houders van het werktuig in de werkstand 1 door middel van de speciale pinnen A.
  • Om de werkhoogte te wijzigen, activeer de hendel zoals aangegeven in de paragraaf "Snelle koppeling werktuigen".
  • Om het werktuig te verwijderen, breng de houders in de ruststand 2, draai het werktuig langzaam naar voren, breng de arm omlaag totdat het werktuig de grond bereikt en schuif vervolgens de arm weer in.

Na de snelkoppelingen van het werktuig uit de verbindingen op de arm ontkoppeld te hebben waarbij de aansluitpunten op het werktuig gekoppeld worden, om te voorkomen dat er stof binnen het circuit terechtkomt. Als de aansluitpunten niet gebruikt worden sluit ze af met de speciale meegeleverde doppen.

Page 44

EEN HANGENDE LAST VERPLAATSEN

Zodra een last bevestigd is, neem de volgende instructies in acht:

  • Hef de last en vergewis u ervan dat het goed hangt; alvorens de last te bewegen controleer of de kabel goed gespannen en niet slap is.
  • De arm weer helemaal inschuiven.
  • Breng de last op een vervoerhoogte van 300-500 mm van de grond.
  • Alvorens te bewegen, controleer of de last voldoende van de grond is geheven ten opzichte van omliggende voorwerpen.
  • Controleer het parkoers om eventueel aanwezige risico's vast te stellen.
  • Beweeg niet op bijzonder oneffen ondergronden.
  • Tijdens het vervoer zijn de volgende hellingen toegestaan: 10% afwaarts, 15% opwaarts, 5% zijdelings.
  • Neem de werking van de windkracht altijd in beschouwing; de windsnelheid mag niet hoger zijn da 10 m/s of trap 5 van de Beaufort schaal overschrijden - zie onderdeel "Windtabel van Beaufort".
  • Begin te bewegen op laagst mogelijke snelheid.
  • Beweeg zeer langzaam (1,5 km/h).

  • Laat hangende lasten niet schommelen.
  • Vastgehaakte lasten niet voortslepen.
  • Niet op haken of lasten stijgen.
  • Het personeel niet onder een last laten lopen of staan.
  • De hangende last niet onbewaakt achterlaten.
  • Alvorens de last te heffen alle mensen uit de buurt weg laten gaan.

Indien het zicht belemmerd is of belemmerd kan worden, zorg voor andere/extra middelen. Vraag de hulp aan het grondpersoneel zowel om aanwijzingen te geven als om het verkeer te regelen.

DE LAST NAAR DE GROND BRENGEN

Alvorens een last te heffen, kies de ruimte waar deze geplaatst zal worden. De voorbereiding van de ruimte is afhankelijk van het soort last, maar over het algemeen zouden lasten op houten planken geplaatst moeten worden. Vergewis u ervan dat de hijsstrop gemakkelijk kan worden verwijderd. Laat de last nooit rechtstreeks op de ketting steunen.

Page 45

HET PARKEREN EN HET BUITENBEDRIJF STELLEN van het WERKTUIG en van de HEFINRICHTING

ATTENTIE

Het hulpwerktuig op een vlakke en droge ondergrond plaatsen.

Om het werktuig uit de hefinrichting los te maken:

  • Zich begeven naar de plek waar men het werktuig wil plaatsen.
  • Het werktuig naar beneden brengen.
  • De motor van de hoogwerker stilzetten.
  • De hydraulische leidingen van het werktuig van de armkoppelingen loskoppelen.
  • De motor weer starten.
  • Handel op de speciale bedieningshendel om het werktuig uit de houder los te maken.
  • Met de werktuigen houder naar voren, de arm omlaag brengen om de bovenkant van het werktuig los te maken.
  • Met de hoogwerker achteruit rijden.

ATTENTIE

Als het werktuig in de ruststand is controleer de kabel. Deze moet gespannen zijn, goed op de trommel opgerold en niet in elkaar gedraaid om te voorkomen dat hij gaat rafelen of breken.

Het werktuig kan bewogen worden door middel van de hoogwerker waarop het gemonteerd is of door middel van vorken van het juiste draagvermogen.

Page 46

Beweging van het werktuig

Voor de beweging van het werktuig gebruik middelen van het juiste draagvermogen. De identificatiegegevens zijn te vinden in het specifieke hoofdstuk van deze handleiding en op het typeplaatje.

Naargelang het te bewegen werktuig, de volgende instructies in acht nemen:

• Hijskraan van 900 kg: doe vorken in de vier daarvoor bestemde invoerruimtes 1.

• Hijskraan van 2000 Kg, doe vorken in de twee daarvoor bestemde invoerruimtes 2.

Hijslier , doe de vorken in de daarvoor bestemde invoerruimtes 3 .

Haak , doe twee hijsstroppen rond de openingen op het chassis, zoals weergegeven in de onderstaande tekening.

Page 47

Korte haltes

Bij het einde van iedere werkdag, elke werkbeurt of, in ieder geval tijdens de nachtrust, de wagen op een veilige wijze parkeren.

De nodige voorzorgen nemen om risico's te voorkomen aan personen die in de nabijheid van de stilstaande wagen kunnen komen:

  • De machine parkeren op een plaats waar hij niets in de wegstaat.
  • De parkeerrem inschakelen.
  • De sleutel uit de startomschakelaar verwijderen en de cabine deur op slot doen.

Lange haltes

Om de hoogwerker en/of het werktuig voor een langere periode te parkeren, moet, behalve de voorschriften voor een korte stilstand periode, ook het volgende in acht worden genomen:

• Wagen goed schoonmaken. Om dit goed te doen, roosters en protectiekoffer losmaken.

Gebruik geen benzine, oplosmiddelen of andere brandbare vloeistoffen als reinigingsmiddelen; aebruik daarentegen goedgekeurde in de handel

zijnde, brandvrije en niet giftige producten. Indien perslucht gebruikt wordt, draag een veiligheidsbril en beschermmasker. Indien een waterstraal gebruikt wordt, let erop dat de straal niet op elektrische onderdelen wordt gericht.

  • Na het wassen, alle delen goed drogen met luchtstraal.
  • Wagen compleet invetten.
  • Eventuele versleten onderdelen vervangen.
  • Eventuele versleten delen herschilderen.
  • Wagen op een overdekte en geventileerde plaats zetten.

Ook tijdens lange stilstand periodes moet de regelmatige onderhoudsbeurt uitgevoerd worden, met bijzondere aandacht aan alle vloeistoffen verslijtbare delen. In ieder geval, alvorens de hoogwerker en/of de werktuigen weer in dienst te zetten, een buitengewone onderhoudsbeurt uitvoeren met speciale aandacht voor alle mechanische, hydraulische en elektrische delen.

Page 48

Na de werkcyclus van de van de hoogwerker en/ of van het hulpwerktuig wordt aangeraden de onderdelen ervan niet in het milieu te verspreiden maar zich tot bevoegde bedrijven te wenden die dit kunnen doen met inachtneming van de van kracht zijnde wetgeving.

Afbraak batterijen

De lege loodbatterijen mogen niet met het gewone vaste industrieel afval verwijderd worden, maar,

daar ze bestaan uit schadelijke stoffen, moeten ze verzameld, gesloopt en/of gerecycleerd worden volgens de wetgeving van de Lidstaten.

De lege batterij moet op een droge geïsoleerde plaats bewaard worden. Verifieer tevens dat de batterij droog is en dat de doppen goed afgesloten zijn. Plaats op de batterij een waarschuwingsbord met het gebruiksverbod. Als de batterij, voor de afbraak, op een open plaats wordt gehouden moet deze afgedroogd worden, een vetlaag aangebracht worden zowel op de behuizing als op de elementen en moeten de doppen op de elementen afgesloten worden. Plaats de batterij liefst niet direct op de grond; het is beter om de batterij op houten planken of houten bank te plaatsen en af te dekken. De afbraak van de batterij moet zo snel mogelijk worden uitgevoerd.

Page 49
Houd u aan het volgende:

* Alleen gedeelten van het routineonderhoud die in deze handleiding genoemd worden, mogen door de bediener worden uitgevoerd.

Periodieke onderhoudsinspecties moeten door gekwalificeerde servicemonteurs worden uitgevoerd, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant.

Legenda onderhoudssymbolen:

Deze symbol geeft de tijden voor de onderhoudsingrepen aan, uitgedrukt in werkuren.

Inrijden
Gewoon

Een juiste periodieke onderhoudsbeurt garandeert een veilige machine.

Daarom, nadat men onder speciale omstandigheden met de machine gewerkt heeft (op slijk- of stofgrond, e.d.) is het nodig deze goed schoon te maken, in te smeren en een goede onderhoudsbeurt te geven.

Steeds nagaan of alle delen wel goed werkend zijn, dat er geen olieverlies is, dat de protectie en de veiligheidsinrichtingen in goede staat verkeren, zo niet, de oorzaak ervan opzoeken en maatregels treffen.

De garantie van TEREXLIFT vervalt automatisch bij het niet opvolgen van de geprogrammeerde onderhoudsnormen, aangegeven in deze handleiding.

ATTENTIE

Het is verboden wijzigingen aan te brengen of ingrepen uit te voeren op het toestel of op de hulpwerktuigen, behalve de gewone onderhoudshandelingen. Iedere willekeurige wijziging van het toestel of van het werktuig die niet door TEREXLIFT of door erkende assistentie centra zijn uitgevoerd, doen automatisch de overeenstemming van het toestel met de Richtlijn 2006/42/EG vervallen.

Page 50

SMEEROLIËN- HYGIËNE- EN VEILIGHEIDSNORMEN

Hygiëne

Langdurig contact van oliën met de huid kan irritatie veroorzaken. Het is daarom aangeraden handschoenen en protectiebril te dragen. Nadat men met olie gewerkt heeft, handen wassen met water en zeep.

Opberging

Smeeroliën in een gesloten plaats opbergen, buiten bereik van kinderen. Nooit op een open plek en zonder stikker met inhoudsaanduiding wegzetten.

Afbraak

Olie, nieuwe of gebruikte, is altijd hoogst vervuilend! Nieuwe olie zorgvuldig bewaren en de gebruikte olie in vaten verzamelen voor de afbraak door specifieke centra.

Verspreiding

In geval van toevallige verspreiding van olie, zorgen dat deze opgenomen wordt door zand of toegestane korrels. Het opgenomen materiaal wegnemen en afbreken als chemische afval.

Eerste hulp bij ongevallen

  • Ogen: Bij contact met ogen, overvloedig spoelen met stromend water. Indien de irritatie blijft, een Medische Hulpdienst opzoeken.
  • Inslikken: Bij het inslikken van olie, geen braken veroorzaken maar de hulp van een arts inroepen.
  • Huid: In geval van langdurig contact met de huid, wassen met water en zeep.

Brand

In geval van brand, brandblusapparaat met droge of schuimige koolstof anhydride gebruiken. Geen water gebruiken.

GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD

Een verkeerde of onvoldoende onderhoudsbeurt kan de wagen en/of de werktuig gevaarlijk maken voor de operator of voor de mensen die in nabijheid komen. Zorg ervoor dat onderhouds- en smeerhandelingen regelmatig uitgevoerd worden zoals aangegeven door de fabrikant, zodat het toestel en het hulpwerktuig doeltreffend en veilig blijven. De onderhoudsbeurten staan in verband met het aantal werkuren die de wagen en/of de werktuig uitvoert. De urenteller nakijken en steeds werkend houden.

Nagaan of alle onregelmatigheden, ondervonden tijdens de onderhoudsbeurt, hersteld worden alvorens de wagen alweer te gebruiken.

Bij elk gebruik

  • Controleer de correcte werking van de gemonteerde veiligheidssystemen zoals aangegeven in de paragraaf "Veiligheidsinrichtingen"
  • 2. Controleer het vastzitten van de schroefboute
  • 3. Controleer of er lekkages zijn uit de koppelstukken
  • 4. Controleer de hydraulische inrichting
  • 5. Controleer de elektrische aansluitingen
  • 6. Controleer de slijtagetoestand van de kabel
  • 7. Controleer de hijshaak
  • 8. Controleer de veiligheidsinrichtingen
  • 9. Een visuele controle van de structuur uitvoeren, met bijzondere aandacht aan de corrosie en aan de dragende lasnaden.
Elke 10 werkuren

1. Smeer alle bewegende onderdelen in.

Page 51

Elke onderhoudsingreep wordt uitgevoerd met: stilstaande motor; parkeerrem ingeschakeld; eindwerktuigen op grond geplaatst en versnellingshendel uitgeschakeld.

Het is ten strengste verboden aan het hydraulische systeem te werken indien niet bevoegd personeel. De hydraulische installatie van deze wagen is voorzien van druk-accumulators die ongelukken kunnen veroorzaken indien niet compleet ontladen alvorens er aan te werken.

Om deze accumulators te ontladen is het voldoende van 8 tot 10 maal op het rempedaal te duwen met stilstaande motor.

Alvorens werk uit te voeren op hydraulische leiding of delen, nagaan of er geen restdruk op de installatie zit. Daarom, nadat men de motor heeft stilgezet en de parkeerrem heeft ingeschakeld, op de bedieningshendel van de verdelers werken (alternatief in de werkrichtingen) om de druk van het hydraulische circuit te ontladen.

De hoge druk leidingen mogen enkel door bevoegd personeel vervangen worden.

Onzuiverheden die in het gesloten circuit gaat circuleren kunnen het stukgaan van de transmissie veroorzaken.

Hetgemachtigdepersoneeldatophethydraulische circuit werkt moet eerst de omstaande ruimte zorgvuldig schoonmaken.

Het behandelen of afbreken van gebruikte olie kan onderhevig zijn aan nationale of regionale richtlijnen. Gebruik maken van de aangewezen installaties.

ATTENTIE

Om een willekeurige reparatie- of onderhoudsingreep uit te voeren en, in het bijzonder. om laswerkzaamheden op het toestel

uit te voeren, moet de hoofdschakelaar van de batterij, in de motorruimte uitgeschakeld worden.

Page 52
SLIJTAGECONTROLE VAN DE KABEL

Het bewust werken met versleten en/of beschadigde kabels is zeer gevaarlijk. De beschadigde kabel dient onmiddellijk vervangen te worden. TEREXLIFT aanvaardt geen aansprakelijkheid voor letsels aan personen of schade aan zaken te wijten aan het niet in acht nemen van de omschreven gedragsregel.

Voer een dagelijkse visuele controle uit waarbij alle mogelijke afwijkingen naar voren komen. De kabel moet in ieder geval vervangen worden indien zich een van de volgende problemen voordoen:

  • als de totale diameter van de kabel met 10% van de oorspronkelijk diameter afwijkt;
  • als de kabel een permanente kneuzing, torsie of vouw vertoont;
  • als er een draadbreuk is, of als er een schade is ontstaan waarbij, op enkele delen, 40% van de sectie wordt verminderd;
  • als het centrale deel van de kabel (kabelziel) ook maar in een deel naar buiten komt;
  • als, hoewel de kabel gespannen is, een of meer draden slap zijn en uit de kabel steken;
  • als er duidelijke schade te wijten aan hitte is (brander, elektrische boog, enz.).
Model Ø kabel Lengte
Hijskraan
4000mm / 900kg
8 mm 37 m
Hijslier
3000 kg
12 mm 70 m
TUSSENTIJD BEMIDDELING
Inrijden_ Geen
Gewoon _ Bij elk gebruik
HIJSHAAK CONTROLE

Telkens als de hijshaak gebruikt wordt, moet de toestand van het veiligheidslipje A gecontroleerd worden.

Page 53

CONTROLE VAN DE VEILIGHEIDSINBICHTINGEN

Controle van het STABILITEIT BEDIENINGSSYSTEEM van de HEFINRICHTING (bii jeder gebruik)

De controlesysteem zorgt automatisch, bij het starten van de wagen, voor een werkingscontrole. Indien een storing wordt waargenomen, gaat het rode LED aan en het geluidssignaal luidt. De hoogwerker gaat in een alarmtoestand en de bewegingen worden geblokkeerd. Om een manuele controle van de controlesysteem

uit to vooron

  • Laat de hoogwerker op de twee wielen steunen.
  • Laad een gewicht van 1000 kg.
  • Hef de arm ongeveer 30 cm van de grond.
  • Schuif de arm uit en controleer of het systeem in een alarmtoestand raakt, zodra de op de lasttabellen aangegeven afstand, voor het geïnstalleerd werktuig, wordt bereikt. Er moet een alarmtoestand van het systeem
  • ontstaan: als dat niet gebeurt contact opnemen mat da Tachnischa Assistantia Sarvica TEREXI IFT
Controle van de HYDRAULISCH BESTUURDE BLOKKEERKLEP van de LIER (bii jeder gebruik)

Deze inrichting blokkeert de beweging van de last, stopt de motor en blokkeert de leidingen in het geval van een breuk.

Om de goede werking te controleren:

  • hiis een last
  • activeer de bedieningshendel om de kabel weer op te rollen
  • breng de hendel in neutrale stand: de last moet geblokkeerd worden. Als dat niet het geval is. contact opnemen met de Technische Assistentie Service TEREXLIFT.

CONTROLE VAN DE LIER REM (bij jeder gebruik)

Deze inrichting blokkeert de trommel als er hangende lasten ziin.

Om de goede werking te controleren:

  • hijs een last
  • activeer de bedieningshendel om de kabel weer of to rollon

breng de hendel in neutrale stand; de last moet geblokkeerd worden. Als dat niet het geval is. contact opnemen met de Technische Assistentie Sonvice TEREVI IET

CONTROLE VAN DE EINDSCHAKELAARS VAN DE LIER

(bii jeder gebruik)

Deze inrichtingen moeten de beweging van de last binnen vooraf ingestelde waarden houden.

Om de goede werking te controleren:

  • hijs een last
  • activeer de bedieningshendel om de kabel weer op te wikkelen: de last moet stoppen zodra de vooraf ingestelde grenswaarden bereikt worden. Als dat niet het geval is, contact opnemen met de Technische Assistentie Service TEREXLIET.
CONTROLE VAN DE WERKING VAN DE (bii ieder aebruik)

Met deze inrichting wordt het heffen van lasten die zwaarder zijn dan het maximum draagvermogen van de lier belemmerd.

Om de goede werking te controleren:

  • hef een last met een gewicht dat boven het maximum draagvermogen van de lier ligt
  • activeer de bedieningshendel om de kabel weer op te wikkelen; de lier moet stoppen zodra de last van de grond wordt geheven. Als dat niet het geval is. contact opnemen met de Technische Assistentie Service TEREXLIET.

Gebruik de dag-checklist van de beveiligingen onderaan de handleiding om de betreffende controles op te schrijven.

Page 54

Alvorens het smeervet in de doorsmeerders te spuiten, deze grondig schoonmaken om te vermijden dat slijk, stof e.d. zich met het vet zouden mengen en zodoende de uitwerking van de doorsmering zouden verminderen of zelfs totaal annuleren

Alvorens nieuw smeervet in de telescopische arm te brengen, deze grondig schoonmaken.

Om het werktuig efficiënt en langer werkend te houden regelmatig insmeren

Met een pompie het smeervet in de doorsmeerders spuiten.

Het insmeren stoppen zodra het vet langs de spleten naar buiton komt

Om de kabel te smeren, zorg voor de aanwezigheid van een bediener die klaar staat om in te grijpen en de noodstop te activeren in het geval van een gevaarlijke toestand en breng met een kwast het smeermiddel aan terwiil de kabel wordt afgewikkeld

Op de tekening zijn de insmeer punten aangeduid waar men

met symbool ziin de, met een pomp, te smeren punten aangegeven

met symbool zijn de, met een penseel, te smeren punten aangegeven.

NG
Inrijden Geen
GewoonEike 1 0 uur

Page 55

Storingen En Defecten Opsporing

STORINGEN EN DEFECTEN OPSPORING

Dit hoofdstuk is een leidraad voor de operator om kleine reparaties uit te voeren en een aanwijzing van die reparaties die een gespecialiseerde technicus eisen.

Wanneer er twijfels bestaan, nooit op de wagen ingrijpen maar steeds een gespecialiseerde technicus inroepen.

De toebehoren uit de huidige handleiding zijn werktuigen die op de hefinrichting aangebracht kunnen worden en dus onderhevig zijn aan de problemen van de hefinrichting zelf. Gelieve dus tevens de handleiding van de hoogwerker te raadplegen voor eventuele problemen die in dit hoofdstuk niet vermeld worden.

PROBLEEM OORZAAK OPLOSSING
ALARMTOESTAND VAN
HET KANTEL SYSTEEM
Het hulpwerktuig is overbelast
  • Verwijder het overgewicht van het werktuig.
    Controleer de toepassingsgrenzen van
    de hefinrichting waarop het werktuig is
    aangebracht.
GELUIDSOVERLAST OP
HET HYDRAULISCHE
CIRCUIT
Lucht in het circuit Laat de lucht uit het circuit
GELUIDSOVERLAST
TIJDENS HET HEFFEN EN
SCHOKBEWEGINGEN
Niet voldoende olie in het circuit
  • Activeer het hulpwerktuig door geleidelijk
    de last te verhogen totdat hij regelmatig
    draait en het geluid verdwijnt
MET DE VERDELER IN
HET MIDDEN GAAT DE
LAST OMLAAG
Breking van de remveren Remveren vervangen
HET HULPWERKTUIG
KAN HET GEWICHT NIET
OMHOOG BRENGEN
  • Onvoldoende druk op het
    hydraulisch circuit
  • Beschadigde motor
  • Controleer of de maximumdrukklep op de
    verdeler goed geijkt is
  • Controleer de drainage van de motor.
    Indien het oliedebiet boven 1 l/min. is
    vervang de motor

ATTENTIE

Wanneer er zich problemen voordoen die niet op deze lijst staan, contact opnemen met de Technische Assistentie Service TEREXLIFT, de dichtstbijzijnde werkplaats of de dealer.

Page 56

Pagina opzettelijk wit gelaten

Page 57

VASTE HAAK OP PLAAT

• code 59.0700.9004 voor GTH-2506

TECHNISCHE GEGEVENS
Breedte 1335 mm
6 Hoogte in ruststand 1110 mm
Θ Lengte 830 mm
D Hoogte in werkstand 910 mm
Gewicht 120 kg
Draagvermogen 2500 kg
Zwaartepunt 150 mm

Technische Gegevens

  • code 59.0700.9002 voor GTH-3007, GTH-4013SX, GTH-4017SX, GTH-4013EX, GTH-4017EX, GTH-4016SR, GTH-4018SR

TECHNISCHE GEGEVENS
Breedte 1335 mm
Hoogte in ruststand 1110 mm
Θ Lengte 830 mm
D Hoogte in werkstand 1070 mm
Gewicht 160 kg
Draagvermogen 5000 kg
Zwaartepunt 180 mm
Page 58

Technische Gegevens

  • HYDRAULISCHE HIJSKRAAN 4000 MM/900 KG
  • code 59.0802.3009 voor GTH-3007, GTH-4013SX, GTH-4017SX, GTH-4013EX, GTH-4017EX, GTH-4016SR, GTH-4018SR
MECHANISCHE HIJSKRAAN 4000 MM/900 KG

code 59.0802.3008 voor GTH-3007, GTH-4013SX, GTH-4017SX, GTH-4013EX, GTH-4017EX, GTH-4016SR, GTH-4018SR

TECHNISCHE GEGEVENS
Breedte 1190 mm
6 Hoogte in ruststand 1220 mm
Θ Lengte 4485 mm
D Hoogte in werkstand 1610 mm
Gewicht 320 kg
Draagvermogen 900 kg
Zwaartepunt 1400 mm
TECHNISCHE GEGEVENS
Breedte 1190 mm
Hoogte in ruststand 1220 mm
0 Lengte 4450 mm
D Hoogte in werkstand 980 mm
Gewicht 245 kg
Draagvermogen 900 kg
Zwaartepunt 1340 mm
Page 59

Technische Gegevens

HIJSKRAAN 2000 MM/2000 KG

code 59.0802.3007 voor GTH-2506, GTH-3007, GTH-4013SX, GTH-4017SX, GTH-4013EX, GTH-4017EX, GTH-4016SR, GTH-4018SR

HIJSLIER 3000 KG

code 59.0901.9002 voor GTH-4013SX, GTH-4017SX, GTH-4013EX, GTH-4017EX, GTH-4016SR, GTH-4018SR

TECHNISCHE GEGEVENS
Breedte 1335 mm
Hoogte in ruststand 1080 mm
Θ Lengte 2290 mm
D Hoogte in werkstand 800 mm
Gewicht 255 kg
Draagvermogen 2000 kg
Zwaartepunt 490 mm
TECHNISCHE GEGEVENS
A Breedte 1335 mm
Hoogte in ruststand 1260 mm
Θ Lengte 830 mm
D Hoogte in werkstand 1840 mm
Gewicht 350 kg
Draagvermogen 3000 kg
Zwaartepunt 260 mm
Page 60

Pagina opzettelijk wit gelaten

Page 61

VASTE HAAK OP PLAAT VOOR GTH-2506

Page 62

■ VASTE HAAK OP PLAAT VOOR GTH-3007

Page 63

■ VASTE HAAK OP PLAAT VOOR GTH-4013 SX EN GTH-4013 EX

Page 64

■ VASTE HAAK OP PLAAT VOOR GTH-4017 SX EN GTH-4017 EX

Page 65

VASTE HAAK OP PLAAT VOOR GTH-4016 SR

Code 57.0303.5171

Page 66

■ VASTE HAAK OP PLAAT VOOR GTH-4018 SR

HAAK - HIJSKRAAN - HIJSLIER

Page 67

■ HYDRAULISCHE EN MECHANISCHE HIJSKRAAN VAN 4000 mm/900 kg VOOR GTH-3007

Page 68

HYDRAULISCHE EN MECHANISCHE HIJSKRAAN VAN 4000 mm/900 kg VOOR GTH-4013 SX EN GTH-4013 EX

Page 69

HYDRAULISCHE EN MECHANISCHE HIJSKRAAN VAN 4000 mm/900 kg VOOR GTH-4017 SX EN GTH-4017 EX

Page 70

HYDRAULISCHE EN MECHANISCHE HIJSKRAAN VAN 4000 mm/900 kg VOOR GTH-4016 SR

Page 71

■ HYDRAULISCHE EN MECHANISCHE HIJSKRAAN VAN 4000 mm/900 kg VOOR GTH-4018 SR

Page 72

HIJSKRAAN VAN 2000 mm/2000 kg VOOR GTH-2506

Page 73

HIJSKRAAN VAN 2000 mm/2000 kg VOOR GTH-3007

Page 74

■ HIJSKRAAN VAN 2000 mm/2000 kg VOOR GTH-4013 SX EN GTH-4013 EX

Page 75

HIJSKRAAN VAN 2000 mm/2000 kg VOOR GTH-4017 SX EN GTH-4017 EX

Page 76

HIJSKRAAN VAN 2000 mm/2000 kg VOOR GTH-4016 SR

Page 77

■ HIJSKRAAN VAN 2000 mm/2000 kg VOOR GTH-4018 SR

Page 78

■ HIJSLIER VAN 3000 kg VOOR GTH-4013 SX EN GTH-4013 EX

Page 79

■ HIJSLIER VAN 3000 kg VOOR GTH-4017 SX EN GTH-4017 EX

Page 80

■ HIJSLIER VAN 3000 kg VOOR GTH-4016 SR

Page 81

HIJSLIER VAN 3000 kg VOOR GTH-4018 SR

Page 82

Pagina opzettelijk wit gelaten

Page 83

Schema's

(Rev.0, Code: 57.2500.0001)

Page 84

Schema's

HYDRAULISCH HIJSKRAAN

(Rev.0, Code: 57.2500.0000)

Page 85

Windschaal Van Beaufort

Wind-
kracht
Wind-
benaming
Wind-
snelheid
m/s
Uitwerking boven land
0 Windstil < 0,3 Windstil. De rook stijgt recht omhoog
1 Zeer zwakke
wind
0,3 - 1,5 De wind verandert de richting van de rook.
2 Zwakke wind 1,6 - 3,4 De wind is voelbaar op de blote huid. Bladeren ritselen.
3 Zeer matige
wind
3,5 - 5,4 Bladeren en twijgen voortdurend in beweging.
4 Matige wind 5,5 - 7,9 Stof en papier dwarrelen op. Takken maken zwaaiende bewegingen.
5 Vrij krachtige
wind
8,0 - 10,7 Kleine takken bewegen. Takken met bladeren bewegen.
6 Krachtige wind 10,8 - 13,8 Grote takken bewegen. Telefoonlijnen fluiten Het gebruik van een paraplu is zeer moeilijk. Plastic vuilnisbakken worden omgegooid.
7 Harde wind 13,9 - 17,1 Hele bomen bewegen. Het is zeer moeilijk tegen de
wind in te lopen. Bewegingen van hoge gebouwen
worden waargenomen, vooral op de hoogste
verdiepingen.
8 Stormachtige
wind
17,2 - 20,7 Takken breken af van de bomen. Het is zeer moeilijk
voor de auto's om de koers aan te houden. Over het
algemeen is het onmogelijk tegen de wind in te lopen.
9 Storm 20,8 - 24,4 Boomtakken breken af en worden weggesleept.
Borden en tijdelijke afzettingen worden weggesleept.
Schade aan circustenten en koepels.
10 Zware storn 24,5 - 28,4 Bomen worden ontworteld of gebroken. Kleinere
bomen worden gebogen of vervormd. Slecht
bevestigd of beschadigd asfalt wordt van de daken
weggeblazen.
11 Zeer zware
storn
28,5 - 32,6 Schade aan bossen. Schade aan daken. Oude
en/of beschadigde asfaltbodems worden volledig
omhooggehaald.
12 Orkaan 32,7 > Grote schade aan bossen. Enkele ramen breken.
Schade aan caravans, hutten en graanzolders die in
een slechte toestand verkeren. Kleine voorwerpen
worden projectielen.
Page 86

Pagina opzettelijk wit gelaten

Page 87

Materiaal Tabellen

MATERIALEN GEWICHT
Materiaal Gewicht in kg per
m 3
Aluminium 2700
Messing 8500
Baksteen 2100
Steenkool 1450
Koper 8800
Cement 2400
Ongelegeerd
staal
7700
Lood 11200
Olie 800
Papier 1120
Water 1000
Hout 800

VOLUME VAN DE MEEST IN GEBRUIK ZIJNDE VORMEN

L. Piramide
¼ x L x I x H
Volle cilinder
ϖr² x L
L Pijp met dikke wand
ϖ(r1² - r2²) x L
H Balk
L x I x H
R Kegel
4ϖ x R³
Page 88

Pagina opzettelijk wit gelaten

Page 89

EG-Conformiteitsverklaring

■ EG-CONFORMITEITSVERKLARING

Bouwer en bevoegde persoon voor het samenstellen van het technische dossier TEREXLIFT s.r.l. Zona Industriale Buzzacchero 06019 Umbertide (PG) Italia We verklaren dat het volgende toestel Benaming: Mobiel Hoogwerkplatform Werking: heffen van personen en voorwerpen Model XXXXX Serienummer XXXXX Voldoet aan alle bepalingen van de Machinerichtlijn 2006/42/EG, bijlage IV Het volgende EG-conformiteitscertificaat type XXXXXXXX heeft verkregen, afgegeven door de volgende aangemelde instantie: XXXXX Voldoet tevens aan de Europese en nationale normen en technische specificaties: EN 280/A2:2009

Page 90

Pagina opzettelijk wit gelaten

Page 91

Bedieningshandleiding

Controletabel

DAGELIJKSE CONTROLE VAN DE BEVEILIGINGEN

DATUM _____

ONDERDEEL RESULTAAT OPMERKINGEN HAND-
TEKENING
LMI Inrichting
hefinrichting
  • positief
  • negatief
Blokkeerklep
met hydraulisch
bestuurde lier
  • positief
  • negatief
Trommelrem lier
  • positief
  • negatief
Eindschakelaar
lier
  • positief
  • negatief
Hefbegrenzer lier
  • positief
  • negatief
Veiligheidslipje
haak
  • positief
  • negatief

Code 57.0303.5171

Page 92

Loading...