Genie is een gedeponeerd handelsmerk van
Terex South Dakota, Inc. in de Verenigde Staten
van Amerika en vele andere landen. “GTH” is een
handelsmerk van Terex South Dakota, Inc.
Informatie over deze handleiding
Genie dankt u voor uw keuze van een van onze
machines voor uw werkzaamheden. De veiligheid
van de gebruiker heeft onze allerhoogste prioriteit.
Deze veiligheid wordt echter het beste bereikt door
een gezamenlijke inspanning.
Dit boek is een handleiding voor de bediening en het
dagelijkse onderhoud en is gericht aan de gebruiker
of exploitant van een Genie machine.
Dit handboek dient te worden beschouwd als een
onlosmakelijk onderdeel van uw machine en moet
altijd bij de machine worden gehouden. Voor vragen
kunt u contact opnemen met Genie.
Voor handboeken van optionele uitrustingen
(indien aanwezig):
• Toetsenbordontgrendeling
(Optie met ond. nr. 58.2513.1089)
• Radiobesturing
(Optie met ond. nr. 58.2513.1038)
• Radio Mp3
(Optie met ond. nr. 58.2513.1093)
Ga naar onze webpagina
www.genielift.com/en/service-support/manuals
Productidenticatie
Het serienummer van de machine bevindt zich op
het serienummerlabel.
GTH 4016 R - GTH 4018 R
Afdruk van serienummer
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Inleiding
GTH 5021 R
Afdruk van serienummer
Homologatielabel
(indien vereist)
Serienummerlabel
Bedoeld gebruik
Een zwenkbare terreinheftruck met variabele
reikwijdte wordt gedefinieerd als een heftruck op
wielen met een zwenkbare bovenstructuur die
meer dan 5° naar links/rechts kan draaien, en
een zwenkbare arm die kan worden uitgerust met
uiteenlopende aanbouwdelen voor het opnemen,
transporteren en plaatsen van lasten binnen het in
de lasttabellen vermelde bereik.
In de standaardconfiguratie draait de machine 200°
naar links en 200° naar rechts; als optie is een
continue rotatie van 360° mogelijk.
Het gebruik van dit product op enige andere wijze
is verboden en in strijd met het beoogde gebruik.
SerienummerlabelHomologatielabel
(indien vereist)
Ond.nr. 57.0009.0630 GTH-4016 R - 4018 R - 5021 R 1
Mei 2015
Inleiding
Tweede uitgave - Eerste druk
Uitgave van bulletins en
naleving van de voorschriften
De veiligheid van de gebruikers van dit product is
voor Genie van het grootste belang. Om belangrijke
informatie omtrent de veiligheid en het product te
verstrekken aan dealers en machine-eigenaars maakt
Genie gebruik van diverse bulletins.
De informatie in deze bulletins heeft betrekking op
specifieke machines en gaat vergezeld van een
indicatie van het betreffende machinemodel en
serienummer.
De bulletins worden toegezonden aan de meest
recente eigenaar die geregistreerd is, alsook aan
de bijbehorende dealer; het is dus belangrijk dat
u uw machine registreert en uw contactinformatie
up-to-date houdt.
Voor de veiligheid van het personeel en een
ononderbroken, betrouwbare werking van uw
machine, dient u ervoor te zorgen dat de acties die in
de bulletins uiteengezet worden, worden uitgevoerd.
Contact met de fabrikant
Soms kan het nodig zijn om contact op te nemen
met Genie.
In dat geval dient u het modelnummer en serienummer
van uw machine te verstrekken, evenals uw naam en
contactinformatie. In ieder geval dient contact met
Genie te worden opgenomen om:
• Ongevallen te melden
• Vragen te stellen met betrekking tot de
toepassingen van een product en de veiligheid
• Informatie in te winnen omtrent de naleving van
normen en voorschriften
• De gegevens van de huidige eigenaar
te actualiseren, als de machine van
eigenaar verandert of als er wijzigingen
in uw contactinformatie nodig zijn. Zie
„Eigendomsoverdracht” verderop.
Overdracht van het eigendom van
de machine
Door enkele minuten de moeite te nemen om de
informatie omtrent de eigenaar te actualiseren,
verzekert u zich ervan dat u belangrijke informatie
omtrent de veiligheid, het onderhoud en de werking,
die van toepassing is op uw machine, zult ontvangen.
Registreer uw machine op onze website
www.genielift.co.uk.
2 GTH-4016 R - 4018 R - 5021 R Ond.nr. 57.0009.0630
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Inleiding
Gevaar
Het niet opvolgen van de instructies
en veiligheids voorschriften
in deze handleiding heeft de
dood of ernstig letsel tot gevolg.
Niet gebruiken, tenzij:
5 U de grondbeginselen van het veilig bedienen van
de machine die in deze bedieningshandleiding
beschreven worden leert en in praktijk brengt.
1. Vermijd gevaarlijke situaties.
Zorg ervoor dat u de veiligheidsvoorschriften kent en begrijpt voordat u verder gaat
met het volgende hoofdstuk.
2. Voer voor het gebruik altijd eerst een inspectie
uit.
3. Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4. Inspecteer de werkplek.
5. Gebruik de machine alleen zoals is
bedoeld.
5 De bedieningshandleiding, de veiligheidsinstructies
en de stickers op de machine goed doorlezen,
begrijpen en zorgvuldig in acht nemen.
5 De veiligheidsinstructies en de veiligheidsnormen
betreffende de werkomgeving goed doorlezen,
begrijpen en zorgvuldig in acht nemen.
5 De geldende nationale wetgeving goed doorlezen,
begrijpen en zorgvuldig in acht nemen.
5 U dient goed te zijn getraind om de machine veilig
te kunnen gebruiken.
Ond.nr. 57.0009.0630 GTH-4016 R - 4018 R - 5021 R 3
Mei 2015
GEVAAR
GEVAAR
WAARSCHUWING
GEVAAR
WAARSCHUWING
LET OP
GEVAAR
WAARSCHUWING
LET OP
OPMERKING
Inleiding
Tweede uitgave - Eerste druk
Gevarenclassicatie
Waarschuwingssymbool voor
de veiligheid - gebruikt om
personeel te waarschuwen
voor mogelijk gevaar van
persoonlijk letsel. Volg alle
veiligheidsberichten die achter
dit symbool staan op om mogelijk
letsel of de dood te voorkomen.
Geeft een gevaarlijke situatie
aan die, indien zij niet wordt
vermeden, de dood of ernstig
letsel tot gevolg zal hebben.
Geeft een mogelijk gevaarlijke
situatie aan die, indien zij niet
wordt vermeden, de dood of
ernstig letsel tot gevolg kan
hebben.
Geeft een mogelijk gevaarlijke
situatie aan die, indien zijn
niet wordt vermeden, licht of
middelzwaar letsel tot gevolg
kan hebben.
Normen
De volgende normen en/of verordeningen gelden
voor deze machine(alleen voor STAGE 3B machine):
2000/14/EG Richtlijn inzake geluidsemissie in het
milieu
Onderhoud van veiligheidsborden
Vervang ontbrekende of beschadigde
veiligheidsborden.
Houd altijd de veiligheid van de bestuurder in
gedachten. Gebruik milde zeep en water om
veiligheidsborden schoon te maken. Gebruik geen
reinigingsmiddelen die oplosmiddel bevatten, want
deze kunnen het materiaal van de veiligheidsborden
aantasten.
4 GTH-4016 R - 4018 R - 5021 R Ond.nr. 57.0009.0630
Geeft een bericht aan dat
waarschuwt voor mogelijke
schade aan eigendommen.
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Denities van symbolen en gevaarstickers
Gevaar voor
elektrische schokken
Gevaar voor
Houd de vereiste
veiligheidsafstand aan.
De onderhoudskraag
beknelling.
Uit de buurt van
Gevaar voor
beknelling.
Gevaar voor ontploffing/
brandwonden
P
: 7,9 kg/cm
max
bewegende onderdelen
blijven.
Verboden te roken.
Geen open vlammen
gebruiken.
2
Max. druk op de
grond
Gevaar voor ontploffing/
brandwonden
gebruiken
Gevaar voor
beknelling.
Gevaar voor
beknelling.
Gevaar voor
beknelling
Geen mensen
onder de last
Altijd de veiligheidsgordel dragen.
Uit de buurt van
bewegende delen
blijven.
Laat de
Gevaar voor
brandwonden
Verboden te roken. Geen
open vlammen gebruiken.
oppervlakken
afkoelen.
Gevaar voor
vallen
De bedieningshandleiding
doorlezen.
Omkantelgevaar
Uit de buurt van
Gevaar voor
beknelling
Gevaar voor
brandwonden.
Gevaar voor
beknelling
Uitsluitend een
goedgekeurd
werkplatform gebruiken
de zwenkbare
bovenstructuur blijven.
De dop pas losdraaien
na afkoeling.
Uit de buurt van
bewegende
onderdelen blijven
Nooit de nominale
hefcapaciteit
overschrijden
De machine niet
nivelleren met
opgeheven arm
Gevaar voor
beknelling.
De last gedurende
het rijden laag
houden
Uit de buurt van
de stempels
blijven.
Geen
starthulpmiddelen
gebruiken
Gevaar voor
verstrikking.
Ontploffingsgevaar
Uit de buurt van
de bewegende
riem blijven
Omkantelgevaar
Ontploffingsgevaar
Omkantelgevaar
Niet gebruiken.
Ond.nr. 57.0009.0630 GTH-4016 R - 4018 R - 5021 R 5
Mei 2015
Tweede uitgave - Eerste druk
Denities van symbolen en gevaarstickers
Alleen getraind
onderhoudspersoneel
mag zich toegang
verschaffen tot deze
ruimten
Geen mensen
onder de last
Weer in fase
brengen van de
arm
6 GTH-4016 R - 4018 R - 5021 R Ond.nr. 57.0009.0630
GTH 4016 R - 4018 R Stage 3A
09.4618.0924
09.4618.0986
09.4618.1674
09.4618.0923
09.4618.0986
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Algemene veiligheid
237726
09.4618.0923
09.4618.1946
09.4618.1674
2
: 7,9 kg/cm
max
P
09.4618.1946
09.4618.1120
09.4618.1713
09.4618.0924
09.4618.0923
09.4618.1458
09.4618.1946
09.4618.0922
09.4618.1673
215646
09.4618.092009.4618.0923
237726
09.4618.0924
09.4618.0922
09.4618.0922
09.4618.0920
09.4618.0920
09.4618.1674
09.4618.0986
09.4618.1120
09.4618.1673
215646
Ond.nr. 57.0009.0630 GTH-4016 R - 4018 R - 5021 R 7
09.4618.1120
237720
215646
09.4618.1946
09.4618.0923
Mei 2015
09.4618.1458
$
09.4618.1375
Algemene veiligheid
GTH 4016 R - 4018 R Stage 3A
09.4618.1679
237720
09.4618.1120
09.4618.1423
237720
Tweede uitgave - Eerste druk
09.4618.1673
09.4618.1946
215646
09.4618.1946
2
: 7,9 kg/cm
max
P
09.4618.1673
09.4618.1946
09.4618.1679
215646
09.4618.1673
215646
215648
09.4618.1375
0°
09.4618.1423
09.4618.1120
215645
215645237721237720
215646
09.4618.1679
09.4618.1120
09.4618.1386
237721
OK
09.4618.1386
09.4618.1386
(alleen voor
GTH4016 R)
09.4618.1673
09.4618.1423
09.4618.1375
09.4618.1458
09.4618.1423
09.4618.1458
215648
09.4618.1946
8 GTH-4016 R - 4018 R - 5021 R Ond.nr. 57.0009.0630
GTH 4016 R - 4018 R Stage 3B
09.4618.0924
09.4618.0922
175 mm
09.4618.0986
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Algemene veiligheid
09.4618.0923
09.4618.1674
09.4618.0923
09.4618.1674
09.4618.1713
09.4618.1713
09.4618.0986
09.4618.0924
09.4618.1713
09.4618.1946
237726
09.4618.1458
09.4618.0922
09.4618.1673
215646
09.4618.0924
09.4618.0922
2
: 7,9 kg/cm
max
P
09.4618.1946
09.4618.1946
09.4618.1120
09.4618.0923
09.4618.0920
09.4618.0986
09.4618.1120
09.4618.0920
237726
09.4618.1674
09.4618.1673
09.4618.1673
215646
09.4618.1673
Ond.nr. 57.0009.0630 GTH-4016 R - 4018 R - 5021 R 9
09.4618.1120
09.4618.1946
09.4618.0920
Mei 2015
09.4618.1458
$
09.4618.1375
Algemene veiligheid
GTH 4016 R - 4018 R Stage 3B
Tweede uitgave - Eerste druk
09.4618.1120
09.4618.1679
09.4618.1120
215646
237720
215646
09.4618.1679
09.4618.1423
09.4618.1120
237720
09.4618.1946
237721
09.4618.1673
215646
215648
09.4618.1423
09.4618.1375
0°
215645
215645
237720
215646
09.4618.1679
09.4618.1386
237721
OK
09.4618.1386
(alleen voor
GTH4016 R)
09.4618.1386
09.4618.1673
09.4618.1423
09.4618.1458
09.4618.1375
09.4618.1458
09.4618.1423
09.4618.1673
215648
09.4618.1673
09.4618.1946
10 GTH-4016 R - 4018 R - 5021 R Ond.nr. 57.0009.0630
09.4618.0924
09.4618.1458
09.4618.0986
GTH 5021 R Stage 3A
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Algemene veiligheid
09.4618.1713
09.4618.0922
09.4618.0922
09.4618.1674
09.4618.1120
237726
09.4618.1675
09.4618.0924
09.4618.0923
09.4618.1673
09.4618.0986
09.4618.1713
09.4618.0922
09.4618.1458
09.4618.1713
215646
09.4618.0923
09.4618.0923
09.4618.0924
09.4618.0920
09.4618.0986
09.4618.112009.4618.1674
237726
09.4618.1674
09.4618.1120
09.4618.1458
Ond.nr. 57.0009.0630 GTH-4016 R - 4018 R - 5021 R 11
09.4618.1675
09.4618.1675
09.4618.1673
2
: 11 kg/cm
max
P
09.4618.1675
09.4618.1673
09.4618.0920
09.4618.1673
09.4618.0920
Mei 2015
09.4618.1375
$
Algemene veiligheid
GTH 5021 R Stage 3A
237720
Tweede uitgave - Eerste druk
215648
09.4618.1375
215646
09.4618.1679
09.4618.1423
09.4618.1679
237721
09.4618.1675
09.4618.1120
09.4618.1673
09.4618.0923
215645
215646
09.4618.1673
237720215646
0°
09.4618.1675
09.4618.1679
09.4618.1423
215645
09.4618.1423
09.4618.1375215648237721
12 GTH-4016 R - 4018 R - 5021 R Ond.nr. 57.0009.0630
09.4618.0924
09.4618.1458
09.4618.0986
GTH 5021 R Stage 3B
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Algemene veiligheid
09.4618.1713
09.4618.0922
09.4618.0922
09.4618.1674
09.4618.1120
237726
09.4618.1675
09.4618.0924
09.4618.0923
09.4618.1673
09.4618.0986
09.4618.1713
09.4618.0922
09.4618.1458
09.4618.0923
09.4618.1713
215646
09.4618.0923
09.4618.0923
09.4618.0924
09.4618.0920
09.4618.0986
09.4618.112009.4618.1674
237726
09.4618.1674
09.4618.1120
09.4618.1458
Ond.nr. 57.0009.0630 GTH-4016 R - 4018 R - 5021 R 13
09.4618.1675
09.4618.1675
09.4618.1673
2
: 11 kg/cm
max
P
09.4618.1675
09.4618.1673
09.4618.0920
09.4618.1673
09.4618.0920
Mei 2015
09.4618.1375
$
Algemene veiligheid
GTH 5021 R Stage 3B
237720
Tweede uitgave - Eerste druk
215648
09.4618.1375
215646
09.4618.1679
09.4618.1423
09.4618.1679
237721
09.4618.1120
09.4618.1675
09.4618.1673
215645
237720215646
215646
09.4618.1673
0°
09.4618.1675
09.4618.1679
09.4618.1423
215645
09.4618.1423
09.4618.1375215648237721
14 GTH-4016 R - 4018 R - 5021 R Ond.nr. 57.0009.0630
Gevaren voor omkantelen
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Veiligheid in het werkgebied
Controleer aan de hand van de
lasttabel of de last binnen de
nominale capaciteit van de machine
ligt. Overschrijd de nominale last niet.
Het lastzwaartepunt van de vork (indien aanwezig)
moet gelijk zijn aan of minder dan het zwaartepunt
dat staat vermeld in de lasttabel.
Bij alle lasten die zijn aangegeven in de lasttabel
wordt er vanuit gegaan dat de machine op een
stevige ondergrond staat, het frame horizontaal is,
de vorken gelijkmatig op de drager zijn geplaatst,
de last op de vorken gecentreerd is, de banden de
juiste maat en spanning hebben, en de verreiker in
goede werkconditie is.
Als er accessoires worden gebruikt, moeten de
stickers, aanwijzingen en handboeken bij de
accessoire gelezen en begrepen zijn en in acht
genomen worden.
Hef de last uitsluitend als de ondergrond alle
krachten die door de machine worden uitgeoefend
kan verdragen.
Laat een last pas zakken nadat de arm eerst is
ingetrokken.
Gebruik geen aanbouwdelen die niet zijn goedgekeurd
door Genie
Gebruik de machine niet als de lasttabel ontbreekt.
Overschrijd de nominale capaciteit voor elke
configuratie niet.
te positioneren.
Gebruik de machine met snelheden waarbij de last
onder controle kan worden gehouden. Start en stop
bewegingen gelijkmatig.
Hef een last alleen wanneer deze
Gebruik de machine niet als er sterke of stormachtige
wind staat. Vergroot het oppervlak van de vorkdrager
of last niet. Dit zou, in geval van sterke wind, de
stabiliteit van de machine verminderen.
Wees uiterst voorzichtig en werk langzaam wanneer
u de machine in de rijconfiguratie over oneffen terrein,
brokstukken, instabiele of glibberige oppervlakken en
de buurt van kuilen en hellingen rijdt.
Wijzig of deactiveer geen machinecomponenten die
op enige wijze van invloed zijn op de veiligheid en
de stabiliteit.
Gebruik de niveaucontrole niet om een
zware last te positioneren.
Het is niet toegestaan een last te heffen
en er vervolgens mee te rijden om hem
Houd de arm tijdens het rijden
horizontaal of lager, en houd de
last dichtbij de grond.
goed gepositioneerd of vastgezet is
op de vorken of goedgekeurde
aanbouwdelen.
Hef de arm uitsluitend als de
machine vlak staat. De niveauindicator van de machine moet nul
graden aangeven.
Zet de machine niet waterpas met de niveaucontrole
van het frame, tenzij de hoekindicator van de arm
nul graden of minder aangeeft.
Werk niet met het lastbegrenzingssysteem
uitgeschakeld.
Ond.nr. 57.0009.0630 GTH-4016 R - 4018 R - 5021 R 15
Vervang geen onderdelen die kritiek zijn voor de
stabiliteit van de machine door onderdelen met een
ander gewicht of andere technische gegevens.
Vervang de in de fabriek gemonteerde banden niet
door banden met andere technische kenmerken of
een andere ply-rating.
Zijwaartse hoek die toegestaan is tijdens de werkfase ± 0,5°
Mei 2015
Veiligheid in het werkgebied
Tweede uitgave - Eerste druk
Gebruik de machine alleen op een stevige ondergrond
die in staat is de maximale gecombineerde last
van de machine en de nuttige last te verdragen.
Indien de ondergrond instabiel is, zou de machine
kunnen kantelen. Om dit te voorkomen de volgende
voorschriften in acht nemen:
• Vraag uw werkgever (bouwopzichter,
bouwassistent) of er in de grond waarop de
stempels zullen dalen pijpen, holle ruimtes,
oude tanks, kelders, mesttanks enz. verborgen
zouden kunnen zijn.
• Een algemene inschatting van de
bodemconsistentie kan worden gemaakt met
behulp van de tabellen en de afbeelding op
deze pagina.
• De weerstand van de ondergrond houdt verband
met het bodemtype en de bodemeigenschappen.
Tabel 1 geeft de bodemdruk aan die is toegestaan
onder de stempels van de machine.
Bodemtype,
bodemeigenschappen
losse, niet compacte
bodem
leemachtige bodem, veengrond, zachte bodem
coherente, zachte bodem
niet-coherente bodem,
goed compacte bodem,
zand, grind
harde
grond
Rots, beton, straatsteen
geschikt voor het dragen
van zware voertuigen
solide
halfvaste
harde
Toegestane
bodemdruk
2
KPa
over het algemeen
niet stevige bodem;
hiervoor zijn bijzondere maatregelen
nodig
200
100
200
400
meer dan 1000
Ga na of de grond waar men de machine wil
neerzetten (wielen en stempels) stevig genoeg is om
het evenwicht niet in gevaar te brengen. Wanneer
de grond onvoldoende stevig is, planken onder de
stempels of onder de wielen plaatsen die in staat zijn
de verwachte belastingen te dragen.
Wanneer er in de buurt van greppels wordt gewerkt, de
stempels op veilige afstand van de berm laten dalen.
a & h = minimum afstanden
De afstand (a) vanaf de voet van de helling moet
geschikt zijn ten opzichte van de hoogte (h) van de
helling.
Als de ondergrond goed is:
a : h = 1 : 1
(waarden met grijze achtergrond in tabel 1)
Bij twijfelgevallen:
a : h = 2 : 1
Tabel 1
16 GTH-4016 R - 4018 R - 5021 R Ond.nr. 57.0009.0630
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Veiligheid in het werkgebied
Gevaar bij het rijden op hellingen
Houd de arm tijdens het rijden
horizontaal of lager, en houd de last
dicht bij de grond.
Als de machine geen last draagt, moet met de
vorken of het aanbouwdeel aan de bergafwaartse
kant worden gereden.
Als de machine wel een last draagt en in de
transferconditie is (arm helemaal gedaald en
ingetrokken):
• max. hoek bij bergafwaarts rijden 9°
• max. hoek bij bergopwaarts rijden 20°
• max. zijwaartse hoek ± 5°
Rijd op steil terrein alleen bergopwaarts en
bergafwaarts en houd de machine altijd in een
versnelling. Rijd niet dwars over de helling als de
machine een helling op- of afgaat.
Pas de rijroute en snelheid aan de conditie van
de bodem, de tractie, helling, aanwezigheid van
personeel en eventuele andere factoren die gevaar
kunnen veroorzaken. Rijd de machine alleen
wanneer de mast en de apparatuur in de juiste
transportpositie zijn. Of een machine zal omkantelen
tijdens dynamisch gebruik van de machine hangt af
van vele factoren die
in aanmerking moeten worden genomen. Hiertoe
behoren de weg-/bodemconditie, stabiliteit en
helling, alsook de machine-uitrusting, ervaring van
de bestuurder, positie van de last, bandenspanning,
machinesnelheid enz.
Bovendien hangt het omkantelen van een machine
in grote mate af van het handelen van de bestuurder,
zoals de snelheid en de gelijkmatigheid waarmee de
machine wordt bediend, alsook de positie van het
aanbouwdeel en de last.
Bestuurders moeten goed getraind zijn en hun beste
beoordelingsvermogen en ervaring inzetten om
de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen tegen
omkantelen.
De bestuurders moeten de variabelen op de werkplek
beoordelen en vermijden dat de capaciteiten van de
machine (of de bestuurder) met het oog op het terrein
en de omstandigheden worden overschreden.
Gevaar voor vallen
Draag altijd een veiligheidsgordel
wanneer u de machine gebruikt.
Blijf altijd helemaal in de cabine tijdens het besturen
van de machine.
Blijf bij het in- en uitstappen in de cabine met
uw gezicht naar de machine gericht, gebruik de
aanwezige treden en handelingen en houd altijd op
drie punten contact.
Gebruik niet het stuurwiel of andere
bedieningselementen om u aan vast te houden.
Neem geen passagiers mee in de
machine
of op de vorken.
Transporteer en hef geen personeel
met deze machine, tenzij hij is
uitgerust met een goedgekeurd
werkplatform.
Op bouwplaatsen en wegen verandert de hellingsgraad
regelmatig, ze kunnen hard of zacht zijn, en veranderingen
ondergaan vanwege bouwwerkzaamheden en
weersinvloeden.
Ond.nr. 57.0009.0630 GTH-4016 R - 4018 R - 5021 R 17
Mei 2015
Veiligheid in het werkgebied
Tweede uitgave - Eerste druk
Gevaar voor botsingen
Zet de transmissie alleen in een versnelling als de
parkeerrem ingeschakeld is.
Rijd de machine niet als het zicht belemmerd wordt.
Hef de arm alleen als de parkeerrem is ingeschakeld.
Gebruik de machine niet zonder spatborden, want
dan zou de bestuurder kunnen worden geraakt door
opspringende brokstukken en zouden deze zich
kunnen ophopen tegen de cabineruiten.
Gebruik de machine niet als het achteruitrijsignaal
niet goed functioneert. Het achteruitrijsignaal moet
klinken wanneer de machine achteruit beweegt.
Gebruik de machine niet als er weinig licht is.
De bestuurders moeten voldoen aan de voorschriften
van de werkgever, de werkplek en de overheid
met betrekking tot het gebruik van individuele
beschermingen.
Lijn de wielen niet opnieuw uit terwijl u rijdt.
Lijn de wielen altijd alleen opnieuw uit voordat
u van stuurmodus verandert. Raadpleeg de
bedieningsaanwijzingen van Steer Select.
Gevaar voor vallende voorwerpen
Gebruik de machine met snelheden waarbij de
last onder controle blijft. Start en stop bewegingen
gelijkmatig.
Houd mensen, apparatuur en
materiaal uit het werkgebied.
Gebruik de machine niet terwijl er
mensen onder of in de buurt van
een opgeheven arm zijn, of deze
nu een last heeft of niet.
Zorg dat de last vastgezet is, alvorens hem op te
heffen.
Rijd niet rechtstreeks op mensen af met de machine.
Als er een radio en/of mp3-speler aanwezig is,
moet het volume laag genoeg worden gehouden
om geluiden uit de omgeving te kunnen horen (bv.
verkeer, alarmen, mensen, enz.).
Verander de regelingen niet terwijl u een last
verplaatst of manoeuvreert.
Wees u bewust van de armpositie en het uitzwaaien
van het achterstuk, in de buurt van mensen en
voorwerpen, wanneer u de bovenstructuur zwenkt.
Rijd wanneer de zwenkbare bovenstructuur is
gedraaid niet zonder eerst de rijrichting van de
machine te zijn nagegaan.
Rijd de machine niet als de stempels niet helemaal
zijn ingetrokken.
18 GTH-4016 R - 4018 R - 5021 R Ond.nr. 57.0009.0630
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Veiligheid in het werkgebied
Gevaar voor persoonlijk letsel
Stel de stoel altijd af en doe de
veiligheidsgordel om voordat u de
motor start.
Gebruik de machine niet als er een
lek van hydraulische olie of luchtlek
is.
Door een luchtlek of lek van
hydraulische olie kan de lucht of olie
in de huid dringen en/of brandwonden veroorzaken.
Laat de druk af voordat
u hydraulische leidingen afkoppelt.
Blijf uit de buurt van lekken en kleine
gaten. Gebruik een stuk karton of
papier om lekken op te sporen.
Gebruik hiervoor niet uw handen.
Vloeistof die in de huid binnendringt moet binnen
enkele uren chirurgisch worden verwijderd door
een arts die bekend is met dit type letsel, ander zal
gangreen het gevolg zijn.
Gevaren door een defecte
machine
Gebruik een beschadigde of niet goed functionerende
machine niet.
Voer voorafgaand aan het gebruik van de machine
een grondige inspectie uit en test alle functies voor
elke werkdienst. Markeer een beschadigde of niet
goed werkende machine en stel hem onmiddellijk
buiten dienst.
Ga na of al het onderhoud is uitgevoerd zoals
opgegeven in dit handboek en het juiste Genie
onderhoudshandboek.
Zorg ervoor dat alle stickers op hun plaats zitten en
leesbaar zijn.
Zorg dat de bedienings- en veiligheidshandleidingen
volledig en leesbaar zijn, en voorhanden zijn in de
opbergruimte van de cabine.
Probeert de machine niet te starten door haar te
slepen of te duwen.
Blijf uit de buurt van riemen en
ventilatoren als de motor draait.
Gebruik de machine uitsluitend in goed beluchte
gebieden, om koolmonoxidevergiftiging te voorkomen.
Aanraking van componenten die zich onder een
afdekking bevinden, zal ernstige verwonding
veroorzaken. Alleen getraind onderhoudspersoneel
mag zich toegang verschaffen tot deze ruimten.
Toegang door de bestuurder wordt alleen aanbevolen
voor inspecties voorafgaand aan het gebruik. Alle
ruimten moeten gesloten en vergrendeld zijn tijdens
het gebruik.
Ond.nr. 57.0009.0630 GTH-4016 R - 4018 R - 5021 R 19
Probeer niet de vorken of aanbouwdelen te gebruiken
om verankerde of in de bodem gevroren lasten los
te wrikken.
Duw of trek geen voorwerpen of lasten met de vorken,
het aanbouwdeel of de arm.
Mei 2015
Veiligheid in het werkgebied
Tweede uitgave - Eerste druk
Gevaren door defecte onderdelen
Gebruik geen accu of oplader met een vermogen van
meer dan 12 V om de motor te starten met startkabels.
Gebruik de machine niet als aarde om
laswerkzaamheden uit te voeren.
Stuur de voorwielen niet op een droge ondergrond
wanneer de differentieelvergrendeling is geactiveerd.
Vergrendel het asdifferentieel niet terwijl de machine
in beweging is.
Gevaar voor beknelling
Bedien de stempels niet terwijl er zich mensen binnen
de actieradius ervan bevinden.
Blijf uit de buurt van bewegende delen gedurende
de werking van de machine.
Schakel de parkeerrem in, zet de transmissie in
neutraal en laat de vorkendrager of het aanbouwdeel
op de grond zakken alvorens de machine te verlaten.
Blijf uit de buurt van opgeheven componenten.
Ondersteun componenten alvorens service uit te
voeren. Blijf uit de buurt van bewegende delen
gedurende de werking van de machine.
Gevaar voor brandwonden
Laat hete oppervlakken afkoelen
alvorens
ze aan te raken of service erop te
verrichten.
Ontplofngs- en brandgevaar
Start de motor niet als u vloeibaar propaangas
(LPG), benzine, diesel of andere explosieve stoffen
ruikt of detecteert.
Tank geen brandstof terwijl de motor van de machine
draait.
Tank brandstof en laad de accu alleen
op in een open, goed geventileerd
gebied, waar geen vonken, vlammen
en brandende tabak aanwezig zijn.
Gebruik de machine niet op gevaarlijke
plaatsen of plaatsen waar mogelijk ontvlambare of
explosieve gassen of partikels aanwezig kunnen zijn.
Spuit geen ether in motoren met bougies of
verwarmingen van luchtroosters.
Gebruik geen lucht of zuurstof om de accumulators
op te laden.
Gebruik de zwenkfunctie niet terwijl er zich mensen
binnen de actieradius ervan bevinden.
Gebruik, wanneer de zwenkbare bovenstructuur
meer dan 90° uit het midden is gedraaid, de stempel-,
transmissie-, chassisnivellerings- of stuurbedieningen
niet zonder eerst de beweegrichting te zijn nagegaan
gaan volgens de aanwijzingen. Alle bewegingen zijn
omgekeerd wanneer de zwenkbare bovenstructuur
verder dan 90° uit het midden is gedraaid.
20 GTH-4016 R - 4018 R - 5021 R Ond.nr. 57.0009.0630
Gevaar voor elektrische
schokken
Deze machine is niet elektrisch geïsoleerd en biedt
geen bescherming tegen contact met of nabijheid
van elektrische stroom.
Neem alle lokale en overheidsvoorschriften in acht met betrekking
tot de vereiste afstand tot
elektriciteits- lijnen. Tenminste
moet de vereiste afstand die
vermeld wordt in onderstaande
tabel worden aangehouden.
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Veiligheid in het werkgebied
Gebruik de machine niet als aarde om
laswerkzaamheden uit te voeren.
Neem altijd contact op met de eigenaar van de
elektriciteitsleiding. De elektrische energie moet
worden afgekoppeld of de leidingen moeten worden
verplaatst of geïsoleerd voordat de werkzaamheden
beginnen.
Sta beweging van de arm, nivellering of doorhangen
van de elektriciteitslijn toe, en wees bedacht op sterke
of stormachtige wind.
Blijf uit de buurt van de machine als deze contact
maakt met elektriciteitsleidingen waar spanning
op staat. Personeel aan de grond of in de cabine
mogen de machine niet aanraken of bedienen,
totdat de elektriciteitsleidingen onder spanning zijn
uitgeschakeld.
LijnspanningVereisteAfstand
0 tot 50 kV10 ft 3,05 m
>50 tot 200 kV15 ft4,06 m
>200 tot 350 kV 20 ft 6,10 m
>350 tot 500 kV25 ft7,62 m
>500 tot 750 kV35 ft10,67 m
>750 tot 1000 kV
boven 1000 kV
Voor elektriciteitslijnen van meer dan 1000 kV moet
de minimum- afstand worden vastgesteld door de
gebruiker van de nutsvoorziening of de bestuurder
of door een erkende professionele technicus die
gekwalificeerd is om werkzaamheden te verrichten
m.b.t. de transmissie en distributie van elektrische
energie.
45 ft13,72 m
zie hieronder
Gebruik de machine niet gedurende onweer of storm.
Ond.nr. 57.0009.0630 GTH-4016 R - 4018 R - 5021 R 21
Mei 2015
Veiligheid in het werkgebied
Veiligheid van de accu
Gevaar voor brandwonden
Tweede uitgave - Eerste druk
Gevaar voor elektrische schokken
Accu's bevatten zuur.
Draag altijd beschermende kleding
en oogbeschermingen wanneer u
met accu's werkt.
Vermijd morsen van of aanraking
Ontplofngsgevaar
met accuzuur. Neutraliseer gemorst
accuzuur met zuiverings- zout en
water.
Blijf met vonken, vlammen en
aangestoken tabak uit de buurt van
accu's. Accu's geven
explosief gas af.
Raak elektrische klemmen niet aan.
Zorg, wanneer u de oplader gebruikt (indien
aanwezig), dat deze op 12 V werkt en de 15 ampère
niet overschrijdt.
Tijdens onderhoud of reparaties, en bij het lassen,
moet de accu worden afgekoppeld door de
isolatieschakelaar te draaien (zie het deel Inspectie
van stickers).
Verantwoordelijkheden van de
werkgever
Werkgevers zijn verantwoordelijk voor het creëren
van een veilige werkomgeving en voor de
inachtneming van de plaatselijke en nationale
overheidsvoorschriften.
Persoonlijke veiligheid
Zorg dat iedereen die op of in de buurt van deze
machine werkt, weet welke veiligheidsmaatregelen
moeten worden toegepast.
22 GTH-4016 R - 4018 R - 5021 R Ond.nr. 57.0009.0630
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Veiligheidsmaatregelen
Vereisten voor
machinebestuurders
Bestuurders die de machine regelmatig of
onregelmatig gebruiken (bv. voor vervoer) moeten
aan de volgende vereisten voldoen:
gezondheid:
geen alcohol, geneesmiddelen of andere middelen
innemen die het psycho-fysisch evenwicht aantasten,
voor of tijdens het werken.
lichamelijke conditie:
goed zicht, goed gehoor, goed coördinatievermogen
en in staat zijn alle vereiste werkzaamheden veilig uit
te voeren, zoals in dit handboek wordt aangegeven.
geestelijke conditie:
in staat zijn om de geldende regels, verordeningen
en veiligheidsmaatregelen te begrijpen en toe te
passen. De bestuurders moeten voorzichtig werken
en attent zijn op zowel hun eigen veiligheid als die
van anderen, en moeten erop uit zijn om het werk
op een verantwoordelijke wijze uit te voeren.
emotionele conditie:
in staat zijn om kalm te blijven en de eigen psychofysische conditie te beoordelen.
training:
dit handboek, alsook de bijgaande grafieken
en schema’s, typeplaten en veiligheidsborden
grondig lezen en zich er vertrouwd mee maken. De
bestuurders moeten ervaren hebben en getraind zijn
in het gebruik van de machine.
In sommige landen wordt een apart rijbewijs of
toestemming vereist om met deze machine te
werken. Vraag dit na bij de bevoegde instanties. In
Italië moet de bediener minstens 18 zijn.
Vereisten voor
servicepersoneel
Het personeel dat verantwoordelijk is voor het
onderhoud van de machine moet gekwalificeerd zijn,
gespecialiseerd in het onderhoud van verreikers, en
moet aan de volgende eisen voldoen:
lichamelijke conditie:
goed zicht, goed gehoor, goed coördinatievermogen
en in staat zijn alle nodige onderhoudswerkzaamheden
veilig uit te voeren, zoals in dit handboek wordt
aangegeven.
geestelijke conditie:
in staat zijn om de geldende regels, verordeningen
en veiligheidsmaatregelen te begrijpen en toe te
passen. De bestuurders moeten voorzichtig werken
en attent zijn op zowel hun eigen veiligheid als die
van anderen, en moeten erop uit zijn om het werk
op een verantwoordelijke wijze uit te voeren.
training:
dit handboek, alsook de bijgaande grafieken
en schema’s, typeplaten en veiligheidsborden
grondig lezen en zich ermee vertrouwd maken. De
bestuurders moeten ervaren hebben en getraind zijn
in de bediening van de machine.
Vanuit technisch oogpunt is het routine-onderhoud
van de machine geen complexe procedure. Het kan
dan ook worden uitgevoerd door de bestuurder van
de machine, op voorwaarde dat hij basiskennis op
mechanisch gebied bezit.
Ond.nr. 57.0009.0630 GTH-4016 R - 4018 R - 5021 R 23
Mei 2015
Veiligheidsmaatregelen
Tweede uitgave - Eerste druk
Werkkleding
Bij het werken, maar vooral tijdens onderhoud of
reparaties van de machine, moeten de bedieners
geschikte beschermende kleding dragen:
• Overalls of andere gemakkelijk zittende kleding.
Het dragen van kleding met wijde mouwen
of voorwerpen die verstrikt kunnen raken in
de bewegende delen van de machine is niet
toegestaan.
• Veiligheidshelm.
• Handschoenen.
• Veiligheidsschoenen.
Persoonlijke
beschermingsmiddelen
In speciale werkomstandigheden dient men tevens
in bezit te zijn van volgende uitrusting:
• Ademhalingsmasker (of stofmasker).
• Oordoppen of gelijksoortige gehoorbeschermers.
• Veiligheidsbril of gezichtsmaskers.
Gebruik alleen goedgekeurd veiligheidsschoeisel
in goede staat.
24 GTH-4016 R - 4018 R - 5021 R Ond.nr. 57.0009.0630
Controle-indicators en
vergrendelingen
Op de machine zijn diverse controle-indicators en
vergrendelingen aanwezig. Deze mogen nooit onklaar
gemaakt of verwijderd worden.
Voer altijd een werkingstest uit om na te gaan of deze
inrichtingen goed functioneren.
Gebruik nooit een machine die niet goed functioneert.
Als de machine slecht begint te werken, moet u
onmiddellijk stoppen met werken en zorgen dat de
machine wordt gerepareerd.
Lastbegrenzingssysteem
Het lastbegrenzingssysteem is ontwikkeld om de
bestuurder de helpen de machine in de lengte stabiel
te houden. Er worden hoorbare en zichtbare signalen
gegeven als de grenzen van de longitudinale stabiliteit
worden genaderd.
Deze inrichting kan echter niet de ervaring van de
bediener vervangen. Het is aan de gebruiker om de
nodige veiligheidsmaatregelen te treffen binnen de
nominale limieten van de machine.
Het lastbegrenzingssysteem is uitsluitend ontworpen
om te werken wanneer:
• het voertuig stilstaat;
• het voertuig op een solide, stabiele en
genivelleerde bodem geparkeerd is;
• het voertuig in laad- of positioneringsfuncties
verricht;
• het lastbegrenzingssysteem actief is (niet
onderdrukt).
Het lastbegrenzingssysteem waarschuwt de
bestuurder als de stabiliteit in de lengte in voorwaartse
richting onvoldoende is.
Het lastbegrenzingssysteem is niet ontworpen om
te waarschuwen voor kantelgevaar in het geval van:
• een plotselinge overbelasting;
• een beweging met een opgeheven last;
• een beweging op instabiele gronden of in geval
van belemmeringen of kuilen;
• een dwarsbewegingen of het keren op hellingen;
• snelle bewegingen bij bochten of met een te
nauwe draairuimte;
Regelingen die van invloed zijn op de instelling
van het lastbegrenzingssysteem mogen uitsluitend
worden uitgevoerd door bevoegd personeel.
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Veiligheidsmaatregelen
Stoelvergrendeling
De microschakelaar is ingebouwd in het stoelkussen
en verhindert iedere inschakeling van de
machinetransmissie als de bestuurder niet goed op
de bestuurdersplaats zit.
Noodstopknop
Deze kan worden gebruikt om de machine te laten
stoppen in een noodsituatie.
Door deze knop in te drukken wordt de motor
uitgeschakeld, maar blijft het lastbegrenzingssysteem
actief.
Alvorens de machine weer te starten moet de knop
worden gereset door hem met de klok mee te draaien.
Activeringsschakelaar op joystick
De joystick is voorzien van een schakelaar voor
activering. Deze rode vingerschakelaar moet
ingedrukt worden totdat de joystickfuncties zijn
voltooid; als hij wordt losgelaten, stopt de manoeuvre.
Sensors op stempels
Iedere stempel is voorzien van één sensor en één
krachtmeetpen:
• Magnetische micro met interface: deze laat
het lastbegrenzingssysteem weten wanneer
de stempel helemaal gedaald is, zodat de
transmissie wordt uitgeschakeld;
• Krachtmeetpen: signaleert het als de stempel
de bodem raakt en registreert de druk van het
machinegewicht op de grond.
Het lastbegrenzingssysteem verandert de
configuratie van „NIET GESTABILISEERD” in
„GESTABILISEERD” alleen wanneer beide condities
zijn bereikt.
Ond.nr. 57.0009.0630 GTH-4016 R - 4018 R - 5021 R 25
34. Bedieningen voor verwarming en airconditioning
35. Vergrendeling afstelling stuurkolomhoek
36. Knop voor omschakeling weergave
instrumentenpaneel
Ond. nr. 57.0009.0630GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 29
Mei 2015
Bedieningen
Tweede uitgave - Eerste druk
1 Stuurwiel
Draai het stuurwiel naar rechts om de voorwielen
naar rechts te draaien. Draai het stuurwiel naar
links om de voorwielen naar links te draaien.
2 Transmissiehendel - Claxonknop
Duw de transmissiehendel van u vandaan voor
de voorwaartse versnelling. Trek de hendel
naar u toe voor de achterwaartse versnelling.
Verplaats de hendel naar het midden voor de
neutrale stand.
Druk op de knop aan de bovenkant van de hendel,
de claxon klinkt dan. De claxon stopt wanneer
de knop wordt losgelaten.
3 Stoelbedieningen
Zie het deel „De stoel afstellen”.
4 Richtingaanwijzer - Sproeier/wisser voorruit -
Groot licht
Verplaats de hendel naar voren om de linker
richtingaanwijzer te activeren. Verplaats
de hendel naar achteren om de rechter
richtingaanwijzer te activeren.
Druk op de knop aan de bovenkant van de
hendel om een straal water op de voorruit van
de cabine te spuiten.
Draai het uiteinde van de hendel om de
ruitenwisser te laten werken.
Duw de hendel omlaag om het grote licht
in te schakelen (na indrukken van de
rijlichtenschakelaar 30). Duw de hendel omhoog
om het grote licht te gebruiken voor onderbroken
signalen.
5 Keuzeschakelaar stuurmodus
Draai de keuzeschakelaar van de stuurmodus
naar rechts om vierwielbesturing te selecteren.
Draai de keuzeschakelaarvande stuurmodus
in de middelste stand om tweewielbesturing
te selecteren. Draai de keuzeschakelaar van
de stuurmodus naar links om knikbesturing te
selecteren.
6 Schakelaar voor onderdrukking lastbegrenzings-
systeem
Zie het deel „Bedieningspaneel lastbegrenzingssysteem”.
7 Bedieningspaneel lastbegrenzingssysteem
Zie het deel „Bedieningspaneel lastbegrenzingssysteem”.
8 Noodstopknop
Zie het deel „Bedieningsindicators en
vergrendelingen”.
9 Instrumentenpaneel
10 Schakelaar parkeerrem
Duw op de onderkant van de tuimelschakelaar
om de parkeerrem in te schakelen. Duw op
de bovenkant van de tuimelschakelaar om de
parkeerrem uit te schakelen.
11 Rechter functiejoystick (enkel)
Zie het deel „Bewegingen van de
bedieningshendel”.
12 Linker functiejoystick (indien aanwezig)
Zie het deel „Bewegingen van de
bedieningshendel”.
13 Schakelaar asdifferentieelblokkering
Houd de schakelaar ingeduwd om de
asdifferentieelblokkering te activeren. Laat de
schakelaar los om de asdifferentieelblokkering
te deactiveren.
14 Gaspedaal
15 Rempedaal
16 Startschakelaar
Draai de sleutel op de stand en houd hem daar
tot de bougievoorverwarmingsindicator uitgaat;
wanneer de sleutel losgelaten wordt, springt hij
automatisch terug in de stand I. Draai de sleutel
op de stand P om de bediening om te zetten van
cabine naar platform.
17 Dpf-schakelaar (EU model)
Duw op de onderkant van de tuimelschakelaar
om de DPF-regeneratie in te schakelen. Duw
op de bovenkant van de tuimelschakelaar om
de DPF-regeneratie te onderdrukken.
18 Snelheidspotentiometer zwenkbare
bovenstructuur
Draai de potentiometer met de klok mee om de
draaisnelheid van de bovenstructuur te vergroten.
30 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Bedieningen
19 Keuzeschakelaar werkplek/weg/platform
Draai de keuzeschakelaar naar links om
de werkplekmodus te selecteren. Draai
de keuzeschakelaar in de middelste stand
om de wegmodus te selecteren.Draai
de keuzeschakelaar naar rechts om de
platformmodus te selecteren (indien aanwezig).
20 Airco-schakelaar
Duw op de schakelaar om de airco in te
schakelen. Duw op de schakelaar om de airco
uit te schakelen.
21 Schakelaar cabineverwarmingsventilator
Duw op de onderkant van de schakelaar om
de ventilator van de cabineverwarming aan te
zetten: eerste stand voor lage snelheid, tweede
stand voor hoge snelheid. Duw op de bovenkant
van de schakelaar om de ventilator van de
cabineverwarming uit te schakelen.
22 Schakelaar hydraulisch hulpcircuit (indien
aanwezig)
Duw op de knop om de richting van de
hydraulische stroming tussen de twee hulplijnen
om te schakelen.
23 Schakelaar mixbak (indien aanwezig)
Duw op de onderkant van de tuimelschakelaar
om de hydraulische mixbak in te schakelen.
Duw op de bovenkant van de schakelaar om de
hydraulische mixbak te stoppen.
24. Schakelaar werklichten (indien aanwezig)
Duw op de tuimelschakelaar om de werklichten
aan te zetten: eerste stand voor de werklichten
aan de voorzijde en op de arm, de tweede stand
voor de werklichten op de voorzijde, arm, en
achterzijde.
Houd de schakelaar ingeduwd totdat de
geselecteerde functie helemaal is uitgevoerd:
druk op de linkerkant om de rechterkant van de
machine te laten stijgen; druk op de rechterkant
om de rechterzijde van de machine te laten dalen.
29. Stempelschakelaars
Duw op de bovenkant van de schakelaars om
de stempels uit te schuiven en te laten dalen.
Duw op de onderkant van de schakelaars om de
stempels te laten stijgen en in te trekken.
30. Schakelaar weglichten
Duw op de tuimelschakelaar om de rijlichten
aan te zetten: eerste stand voor positielichten,
Druk op de schakelaar om de stromingsrichting
van de olie naar rechts of links te selecteren:
druk op de bovenkant om de olie naar links te
laten stromen, of druk op de onderkant om de
olie naar rechts te laten stromen.
Houd de schakelaar ingedrukt om het aankoppelen
of afkoppelen van het aanbouwdeel te activeren,
die beheerd wordt door de rechter functiejoystick
of door de linker functiejoystick (indien aanwezig)
34 Bedieningen voor verwarming en airconditioning
35 Vergrendeling afstelling stuurkolomhoek
Ontgrendel de hendel rechtsonder en trek of duw
het stuurwiel in de gewenste stand, en vergrendel
de hendel weer.
26 Noodpompschakelaar (indien aanwezig)
Duw op de schakelaar om de noodpomp
te activeren. Laat de schakelaar los om de
noodpomp te stoppen.
Ond. nr. 57.0009.0630GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 31
36 Knop voor omschakeling weergave
instrumentenpaneel
Duw op de knop om door het LCD-schermmenu
te scrollen.
32 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
GTH 4016 R - 4018 R - 5021 R
Stage 3A
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Bedieningen
1 Indicatielampje lage motoroliedruk
Als dit lampje brandt, geeft het aan dat de
motoroliedruk te laag is, hetgeen kan leiden tot
schade aan de machine. Stop het gebruik van de
machine en voer service uit.
3 Indicatielampje hydraulisch oliefilter verstopt
Als dit lampje brandt, geeft het aan dat het hydraulische
oliefilter verstopt is, hetgeen kan leiden tot schade
aan de machine. Stop het gebruik van de machine
en voer service uit.
4 Indicatielampje laag peil hydraulische olie
Als dit lampje brandt, geeft het aan dat het peil van
de hydraulische olie te laag is, hetgeen kan leiden
tot schade aan de machine. Voeg olie toe en verhelp
eventuele olielekken.
6 Indicatielampje motorluchtfilter verstopt
Als dit lampje gaat branden, is het luchtfilter van de
motor verstopt. Maak de luchtfilterpatroon schoon
of vervang hem.
9 Temperatuurmeter motorkoelvloeistof met
indicatielampje hoge koelvloeistoftemperatuur
Dit geeft aan dat de temperatuur van de hydraulische
olie in de tank zodanig is dat er schade aan de machine
kan ontstaan. Stop het gebruik van de machine en
voer service uit.
15 Indicatielampje lage remdruk
Dit gaat branden als de druk van het remcircuit te laag
is voor een goede werking, hetgeen kan resulteren
in schade aan de machine. Stop het gebruik van de
machine en voer service uit.
18 Indicatielampje machinenivellering
Werkt alleen wanneer de keuzeschakelaar werkplek/
weg/platform op de stand 'platform' wordt gedraaid
en de stempels omlaag zijn. Licht op wanneer het
chassis niet is genivelleerd. Als het chassis niet is
genivelleerd, werkt het platform niet.
Als de wijzer in het rode gebied komt, is de
motorkoelvloeistof te heet, hetgeen kan resulteren
in schade aan de motor. Stop het gebruik en
pleeg service op de motor 12 Indicatielampje hoge
temperatuur hydraulische olie.
Ond. nr. 57.0009.0630GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 33
9. Indicatielampje hoge temperatuur uitlaatsysteem
10. Indicatielampje motorluchtfilter verstopt
11. Indicatielampje DPF waarschuwing
12. Indicatielampje ernstige fout in motor
13. Indicatielampje 2e versnelling ingeschakeld
14. Indicatielampje 1e versnelling ingeschakeld
34 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
15. Temperatuurmeter motorkoelvloeistof met
indicatielampje hoge koelvloeistoftemperatuur
16. Indicatielampje positielicht
17. Urenmeter
18. Tachometer
19. Indicatielampje hoge temperatuur hydraulische
olie
20. Indicatielampje richtingaanwijzer
21. Brandstofmeter met indicatielampje laag
brandstofpeil
22. Indicatielampje lage remdruk
23. Indicatielampje groot licht
24. Indicatielampje lage accuspanning
25. Indicatielampje machinenivellering
GTH 4016 R - 4018 R - 5021 R
Stage 3B
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Bedieningen
1 Indicatielampje lage motoroliedruk
Als dit lampje brandt, geeft het aan dat de
motoroliedruk te laag is, hetgeen kan leiden tot
schade aan de machine. Stop het gebruik van de
machine en voer service uit.
3 Indicatielampje hydraulisch oliefilter verstopt
Als dit lampje brandt, geeft het aan dat het hydraulische
oliefilter verstopt is, hetgeen kan leiden tot schade
aan de machine. Stop het gebruik van de machine
en voer service uit.
4 Indicatielampje laag peil hydraulische olie
Als dit lampje brandt, geeft het aan dat het peil van
de hydraulische olie te laag is, hetgeen kan leiden
tot schade aan de machine. Voeg olie toe en verhelp
eventuele olielekken.
5 Indicatielampje stempels gedaald
Als dit lampje brandt, geeft het aan dat de vier
stempels helemaal zijn gedaald.
7 Indicatielampje roetfilter
Als dit lampje brandt, geeft het aan dat de DPF
(roetfilter) gegenereerd moet worden. Parkeer de
machine op een veilige plaats, druk op de DPFschakelaar en volg de aanwijzingen voor regeneratie
van de DPF in het aanvullende bedieningshandboek
van de motor.
10 Indicatielampje motorluchtfilter verstopt
Als dit lampje gaat branden, is het luchtfilter van de
motor verstopt. Maak de luchtfilterpatroon schoon
of vervang hem.
11 Indicatielampje DPF waarschuwing
Dit lampje knippert om te waarschuwen voor een
probleem in de motor. Om het probleem op te sporen,
zie de twee delen "Logica van het motorlampje”
12 Indicatielampje ernstige fout in motor
Dit lampje gaat branden om te waarschuwen voor
een probleem met de motor. Om het probleem
op te sporen, zie de twee delen "Logica van het
motorlampje”
15 Temperatuurmeter motorkoelvloeistof met
indicatielampje hoge koelvloeistoftemperatuur
Als de wijzer in het rode gebied komt, is de
motorkoelvloeistof te heet, hetgeen kan resulteren
in schade aan de motor. Stop het gebruik en pleeg
service op de motor
19 Indicatielampje hoge temperatuur hydraulische
olie
Dit geeft aan dat de temperatuur van de hydraulische
olie in de tank zodanig is dat er schade aan de machine
kan ontstaan. Stop het gebruik van de machine en
voer service uit.
8 Indicatielampje DPF uitgeschakeld
Als dit lampje brandt, geeft het aan dat er een
regeneratie onderdrukt is.
9 Indicatielampje hoge temperatuur uitlaatsysteem
Als dit lampje brandt, geeft het aan dat er een
regeneratie bezig is en dat de temperaturen van het
uitlaatsysteem hoog zijn.
Ond. nr. 57.0009.0630GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 35
22 Indicatielampje lage remdruk
Dit gaat branden als de druk van het remcircuit te laag
is voor een goede werking, hetgeen kan resulteren
in schade aan de machine. Stop het gebruik van de
machine en voer service uit.
25 Indicatielampje machinenivellering
Werkt alleen wanneer de keuzeschakelaar werkplek/
weg/platform op de stand 'platform' wordt gedraaid
en de stempels omlaag zijn. Licht op wanneer het
chassis niet is genivelleerd. Als het chassis niet is
genivelleerd, werkt het platform niet.
Mei 2015
Inspecties
Niet gebruiken, tenzij:
5 U de grondbeginselen van het veilig bedienen van
de machine die in deze bedieningshandleiding
beschreven worden leert en in praktijk brengt.
1. Vermijd gevaarlijke situaties.
2. Voer voor het gebruik altijd eerst een
inspectie uit.
Zorg ervoor dat u de inspectie voor het
gebruik kent en begrijpt voordat u verder
gaat met het volgende hoofdstuk.
3. Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4. Inspecteer de werkplek.
Tweede uitgave - Eerste druk
Inspectie voor het gebruik
Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder
om voor het gebruik eerst een inspectie en het
routineonderhoud uit te voeren.
De inspectie voor het gebruik is een visuele inspectie
door de bestuurder, die voor elke werkbeurt moet
worden uitgevoerd. De inspectie is bedoeld om te
ontdekken of er iets zichtbaar niet in orde is met een
machine, voordat de bestuurder de werkingstest
uitvoert.
De inspectie voor het gebruik dient ook om te
bepalen of er routineonderhoudsprocedures vereist
zijn. Alleen punten van het routineonderhoud die in
deze handleiding genoemd worden, mogen door de
bediener worden uitgevoerd.
Zie de lijst op de volgende pagina en controleer alle
punten.
Als er schade of ongeoorloofde wijzigingen worden
vastgesteld ten opzichte van de conditie waarin de
machine de fabriek verliet, moet de machine worden
gelabeld en buiten dienst worden gesteld.
5. Gebruik de machine alleen zoals is
bedoeld.
36 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
Reparaties aan de machine mogen alleen
uitgevoerd worden door een gekwalificeerde
servicemonteur, in overeenstemming met de
specificaties van de fabrikant. Nadat reparaties zijn
voltooid, moet de bestuurder opnieuw een inspectie
voor het gebruik uitvoeren alvorens over te gaan tot
de functietests.
Inspecties voor gepland onderhoud moeten worden
verricht door gekwalificeerde servicemonteurs,
in overeenstemming met de specificaties van de
fabrikant en de vereisten in het handboek omtrent
de verantwoordelijkheden.
Inspectie voor het gebruik
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Inspecties
Zorg dat de bedienings- en veiligheidshandlei-
dingen volledig en leesbaar zijn, en voorhanden
zijn in de opbergruimte van de cabine.
Verzeker dat alle stickers leesbaar zijn en op hun
plaats zitten. Zie het deel Inspecties.
Ga na of er hydraulisch olielekken zijn en
controleer het oliepeil. Voeg indien nodig olie
toe. Zie het deel Onderhoud.
Ga na of er een lek van accuvloeistoffen is en
controleer het vloeistofpeil. Voeg indien nodig
gedestilleerd water toe. Zie het deel Onderhoud.
Ga na of er een olielek van de motor is en
controleer het oliepeil. Voeg indien nodig olie
toe. Zie het deel Onderhoud.
Modellen met luchtbanden: Controleer of de
bandenspanning correct is. Voeg indien nodig
lucht toe. Zie het deel Onderhoud.
Controleer de volgende componenten of gebieden
op schade, onjuist gemonteerde of ontbrekende
onderdelen en ongeoorloofde wijzigingen:
Motor en gerelateerde onderdelen
Eindschakelaars
Lichten, alarmen en zwaailichten
Pennen, moeren, bouten en andere
bevestigingsmiddelen
Controleer de gehele machine om het volgende
vast te stellen:
De aanwezigheid van barsten in lassen of
in structurele onderdelen
Deuken of schade aan de machine
Overmatige roest, corrosie of oxidatie
Controleer of alle structurele elementen en de
andere kritische onderdelen aanwezig zijn en of
alle betreffende bevestigingsmiddelen en pennen
goed gemonteerd en aangehaald zijn.
Verzeker dat de voorruit en ruiten (indien
aanwezig) schoon zijn en geen belemmeringen
hebben die het zicht kunnen hinderen.
Elektrische onderdelen, elektrische
bedrading en kabels
Hydraulische slangen, koppelingen, cilinders
en verdelers
Brandstoftanks en hydraulische tanks
Rijmotoren en rijnaven
Slijtblokken van de arm
Banden en wielen
Spiegels
Ond. nr. 57.0009.0630GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 37
Nadat uw inspectie voltooid is, moet worden
nagegaan of alle afschermingen, kappen en
afdekkingen op hun plaats zitten en goed
bevestigd zijn.
Mei 2015
Inspecties
Tweede uitgave - Eerste druk
Grondbeginselen functietests
De functietests zijn bedoeld om eventuele storingen
te ontdekken voordat de machine in gebruik wordt
genomen. De bediener moet de stapsgewijze
instructies volgen om alle machinefuncties te testen.
Niet gebruiken, tenzij:
5 U de grondbeginselen van het veilig bedienen van
de machine die in deze bedieningshandleiding
beschreven worden leert en in praktijk brengt.
1. Vermijd gevaarlijke situaties.
2. Voer voor het gebruik altijd eerst een inspectie
uit.
3. Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
Zorg ervoor dat u de inspectie voor het
gebruik kent en begrijpt voordat u verder
gaat met het volgende hoofdstuk.
4. Inspecteer de werkplek.
5. Gebruik de machine alleen zoals is
bedoeld.
Een niet goed functionerende machine mag nooit
worden gebruikt. Als er storingen worden ontdekt,
dient de machine te worden voorzien van een label
en uit bedrijf te worden genomen. Wanneer er schade
wordt ontdekt, of een wijziging van de toestand
waarin de machine door de fabriek geleverd is,
dient de machine te worden gelabeld en uit bedrijf
te worden genomen.
Als de reparaties voltooid zijn, moet de bediener
opnieuw een inspectie voor het gebruik en de
functietests uitvoeren voordat de machine in gebruik
wordt genomen.
38 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Inspecties
Functietests
1 Kies een stevig, vlak testgebied uit dat vrij is van
obstakels. Vergewis u ervan dat er geen last op
de vorken of het aanbouwdeel aanwezig is.
2 Ga de cabine binnen en ga op de stoel zitten.
3 Stel de stoel en de stuurkolom indien nodig af.
4 Doe de veiligheidsgordel om uw middel.
5 Stel de spiegel in de cabine, de bolle
achteruitkijkspiegel en de buitenspiegel aan de
rechterkant indien nodig bij.
6 Vergewis u ervan dat de parkeerrem ingeschakeld
is en dat de transmissiehendel in neutrale stand
staat.
7 Start de motor. Zie het deel De motor starten in
het deel Gebruiksaanwijzing.
De enkele functiejoystick testen
8 Hef de arm met behulp van de functiejoystick een
moment op en schuif hem uit, kantel de vorken
omhoog en omlaag.
~ Resultaat: Alle functies moeten soepel werken.
9 Schuif de arm even uit en weer in met behulp
van het wieltje.
~ Resultaat: Alle functies moeten soepel werken.
10 Draai met behulp van het rechter wieltje de
zwenkbare bovenstructuur naar rechts en naar links.
~ Resultaat: Alle functies moeten soepel werken.
De dubbele functiejoysticks testen
(indien aanwezig)
11 Breng de arm met behulp van de rechter
functiejoystick kort omhoog en omlaag, kantel
de vorken omhoog en omlaag.
~ Resultaat: Alle functies moeten soepel werken.
12 Schuif met behulp van het linker wieltje op de
rechter functiejoystick de arm kort uit en weer in.
~ Resultaat: Alle functies moeten soepel werken.
13 Houd de activeringsschakelaar voor het
vergrendelen/ontgrendelen samen met de witte
duimschakelaar van de linker functiejoystick
ingedrukt, om het aanbouwdeel even te
ontgrendelen en weer te vergrendelen.
Controleer of het aanbouwdeel aan het eind van
deze stap is vergrendeld.
~ Resultaat: Alle functies moeten soepel werken.
14 Draai met behulp van de linker functiejoystick
de zwenkbare bovenstructuur naar rechts en
naar links.
~ Resultaat: Alle functies moeten soepel werken.
Ond. nr. 57.0009.0630GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 39
Mei 2015
Inspecties
Tweede uitgave - Eerste druk
De stuurinrichting testen
15 Draai de keuzeschakelaar van de stuurmodus
naar rechts om vierwielbesturing te selecteren.
16 Controleer de werking door het stuur ongeveer
¼ slag in beide richtingen te draaien.
~ Resultaat: De voorwielen moeten in dezelfde
richting draaien als het stuur. De achterwielen
moeten in tegengestelde richting draaien.
17 De wielen uitlijnen.
18 Draai de keuzeschakelaar van de stuurmodus
in de middelste stand om tweewielbesturing te
selecteren.
19 Controleer de werking door het stuur ongeveer
¼ slag in beide richtingen te draaien.
~ Resultaat: De voorwielen moeten in dezelfde
richting draaien als het stuur. De achterwielen
horen niet te draaien.
20 De wielen uitlijnen.
21 Draai de keuzeschakelaar van de stuurmodus
naar links om knikbesturing te selecteren.
De transmissie en de remmen testen
23 Vergewis u ervan dat de arm helemaal omlaag
en ingeschoven is.
24 Druk op het rempedaal. Druk op de bovenkant van
de parkeerremschakelaar om hem uit te zetten.
25 Beweeg de transmissiehendel voorwaarts.
Druk het gaspedaal iets in om het toerental
te verhogen, en laat het rempedaal langzaam
omhoog komen. Zodra de machine begint te
bewegen, druk op het rempedaal.
~ Resultaat: De machine moet eerst vooruit
bewegen en dan plotseling stoppen.
26 Beweeg de transmissiehendel achterwaarts.
Druk het gaspedaal iets in om het toerental
te verhogen, en laat het rempedaal langzaam
omhoog komen. Zodra de machine begint te
bewegen, druk op het rempedaal.
~ Resultaat: De machine moet achteruit bewegen en
dan plotseling stoppen. Met de transmissiehendel
op achteruit, moet het achteruitrijsignaal klinken.
27 Zet de transmissiehendel op neutraal.
22 Controleer de werking door het stuur ongeveer
¼ slag in beide richtingen te draaien.
~ Resultaat: De voorwielen en de achterwielen
moeten in dezelfde richting draaien als het stuur.
40 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
28 Druk op de onderkant van de parkeerremscha-
kelaar.
~ Resultaat: Het rode indicatielampje van de
parkeerrem moet gaan branden om aan te geven
dat de parkeerrem ingeschakeld is.
29 Verplaats de transmissiehendel naar voren, en
daarna naar achteren, terwijl u het toerental laat
oplopen met het gaspedaal.
~ Resultaat: De machine moet niet bewegen.
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Inspecties
De parkeerrem testen
30 Druk op de onderkant van de tuimelschakelaar
om de parkeerrem in te schakelen: het
waarschuwingslampje van de parkeerrem moet
gaan branden.
31 Duw het gaspedaal iets in.
~ Resultaat: De machine mag niet bewegen.
De achterasblokkering testen
32 Hef de arm op tot boven 50°.
33 Draai de zwenkbare bovenstructuur meer dan
10° (op het display van de lastbegrenzer staat
„TURRET NOT ALIGNED” (BOVENSTRUCTUUR
NIET UITGELIJND)).
34 Zet de transmissie in een versnelling
~ Resultaat: De machine mag niet bewegen
35 Bedien de chassisnivelleringsfunctie in beide
richtingen.
~ Resultaat: De chassisnivelleringsfunctie mag
niet werken.
De wegmodus testen
38 Zet de keuzeschakelaar van de stuurmodus op
de wegmodus.
39 Probeer om: de arm te bedienen, de zwenkbare
bovenstructuur te draaien en de stempels uit te
schuiven/te laten dalen.
~ Resultaat: Geen van deze functies mag werken.
Uitschakeling van de nivellering testen
(indien aanwezig)
40 Hef de arm op tot boven 2 meter.
41 Zet de transmissiehendel in neutrale stand.
42 Schakel de parkeerrem in.
Nivelleer de machine langzaam naar rechts en
naar links.
~ Resultaat: De nivelleringsfunctie mag niet
werken.
De stempels testen
36 Duw op de bovenkant van elke stempelschakelaar
en schuif de stempels helemaal uit en laat
ze dalen. Duw op de onderkant van elke
stempelschakelaar om de stempels te laten
stijgen en in te trekken.
~ Resultaat: De stempels moeten soepel werken
en in de verwachte richting.
Uitschakeling van stempels testen
37 Hef de arm op tot boven 2 meter. Probeer de
stempels uit te schuiven of in te trekken
~ Resultaat: De stempels mogen niet functioneren.
Ond. nr. 57.0009.0630GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 41
De lichten testen
43 Controleer of alle aanwezige werk- en rijlichten
goed functioneren.
Het lastbegrenzingssysteem testen
44 Laad een bekend gewicht van ongeveer 1000 kg.
45 Hef de arm ongeveer 30 cm boven de grond.
46 Schuif de arm uit en controleer of het systeem in
de alarmmodus gaat nadat de afstand is bereikt
die vermeld staat in de lasttabellen voor het
aanbouwdeel dat op de machine gemonteerd is.
~ Resultaat: de alarmmodus van het systeem
moet klinken.
Mei 2015
Inspecties
Tweede uitgave - Eerste druk
De activeringsschakelaar van de joystick
testen
47 Bedien de joystick zonder op deze knop te
drukken.
~ Resultaat: de joystick mag op geen enkel moment
actief worden.
De noodstopknop testen
48 Druk de noodstopknop in tijdens een beweging.
~ Resultaat: de bewegingen moeten stoppen en
de motor moet afslaan.
De noodpomp testen (indien aanwezig)
49 Zet de startschakelaar op stand I
50 Druk op de noodstopknop
51 Druk de noodpompschakelaar een paar
seconden in.
De stempelsensors testen
57 Alle stempels omlaag of omhoog brengen.
~ Resultaat: het lastbegrenzingsdisplay verandert
de schaal van de toegestane nuttige lasten
dienovereenkomstig.
De naderingsschakelaars van de
zwenkbare bovenstructuur testen
58 Hef de arm op tot boven 20°.
59 Draai de zwenkbare bovenstructuur tot de tekst
„ALIGNED TURRET” (BOVENSTRUCTUUR
UITGELIJND) op de 8e regel van het
lastbegrenzingsdisplay.
~ Resultaat: de twee gele leds A van de
naderingsschakelaars gaan branden.
52 Schakel een van de handhendels in terwijl u de
noodpompschakelaar indrukt.
~ Resultaat: de bijbehorende beweging van
de machine geeft aan of de noodpomp goed
functioneert.
De stoelschakelaar testen
53 Ga niet op de bestuurdersstoel zitten.
54 Zet de transmissie in de 1e of de 2e versnelling.
55 Schakel de parkeer- en bedrijfsrem uit.
56 Duw het gaspedaal iets in.
~ Resultaat: de machine behoort niet te bewegen.
De chassisnivellering testen
(indien aanwezig)
60 Hef de arm op tot boven 20°.
61 Probeer om: de machine te nivelleren door op
de chassisnivelleringsschakelaar in te drukken
~ Resultaat: De nivelleringsfunctie mag niet
werken.
42 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Inspecties
Controlelijst inspectie van de
werkplek
Let op en vermijd de volgende gevaarlijke situaties:
afgereden kanten of gaten
Niet gebruiken, tenzij:
5 U de grondbeginselen van het veilig bedienen van
de machine die in deze bedieningshandleiding
beschreven worden leert en in praktijk brengt.
1. Vermijd gevaarlijke situaties.
2. Voer voor het gebruik altijd eerst een inspectie
uit.
Zorg ervoor dat u de inspectie voor het gebruik
kent en begrijpt voordat u verder gaat met het
volgende hoofdstuk.
3. Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4. Inspecteer de werkplek.
5. Gebruik de machine alleen zoals is
bedoeld.
Grondbeginselen voor de
inspectie van de werkplek
hobbels, hindernissen en puin op de grond
hellingen
een instabiele of gladde ondergrond
obstakels boven het hoofd en hoogspannings-
geleiders
gevaarlijke locaties
een ondergrond die te zacht is om alle
belastingskrachten te weerstaan die door de
machine worden veroorzaakt
wind- en weersomstandigheden
de aanwezigheid van onbevoegden
alle andere mogelijk onveilige omstandigheden.
Met de inspectie van de werkplek kan de bediener
bepalen of de werkplek geschikt is om de machine
veilig te bedienen. Deze inspectie dient door de
bediener te worden uitgevoerd, voordat hij de machine
naar de werkplek verplaatst.
Het is de verantwoordelijkheid van de bediener om
de instructies over mogelijke gevaren op de werkplek
door te lezen en te onthouden, er vervolgens op
te letten en deze te vermijden bij het verplaatsen,
opstellen en bedienen van de machine.
Ond. nr. 57.0009.0630GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 43
Mei 2015
Inspecties
Inspectie voor GTH 4016 R
stickers
Controleer aan de hand van de afbeeldingen op de
volgende pagina of alle stickers zich op de juiste
plaats bevinden en leesbaar zijn.
Hieronder staat een lijst op nummer met hoeveelheden
en beschrijvingen.
Tweede uitgave - Eerste druk
Ond. nr.Beschrijving stickerAant.
215645Gevaar – Ontploffings-/brandgevaar, tanken1
215646Waarschuwing – Gevaar voor elektrocutie3
215648Gevaar - Geen passagiers1
237720Waarschuwing – Gevaar voor beknelling, bewegende machine2
237721Waarschuwing – Veiligheidsgordel dragen1
237726Waarschuwing – Gevaar voor brandwonden1
09.4616.0040Label – 4000 kg1
09.4618.0920Waarschuwing – Motorruimte1
09.4618.0922Waarschuwing – Gevaar voor beknelling2
09.4618.0923Waarschuwing – Gevaar voor brandwonden, hete onderdelen3
09.4618.0924Gevaar – Ontploffings- en brandgevaar1
09.4618.0986Waarschuwing - Gevaar voor beknelling koeler riem1
09.4618.1051Label – Opening motorruimte2
09.4618.1120Waarschuwing – Gevaar voor beknelling, bewegende onderdelen2
Ond. nr. 57.0009.0630GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 51
Mei 2015
Inspecties
09.4618.1769
09.4618.1770
09.4618.1399
09.4618.1670
09.4618.1645
09.4618.1840
09.4618.1264
09.4616.0010
09.4618.1677
215646
215648
09.4618.1375
237720
09.4618.1676
09.4618.1398
09.4618.1675
09.4618.1673
Tweede uitgave - Eerste druk
09.4618.1423
09.4618.1820
09.4618.1819
09.4618.1821
09.4618.1120
09.4618.1740
09.4618.1693
09.4618.1423
215645
09.4618.1675
09.4618.1673
09.4618.1671
{
of 28159
237721
09.4618.1676
09.4618.1594
215646
09.4618.1827
09.4618.1263
09.4618.1694
09.4618.1829
alleen STAGE 3B
Lasttabellen
09.4618.1418
09.4618.1679
09.4618.0243
09.4618.1674
237720
215646
09.4618.0923
NIET EU-markt
09.4618.1120
237726
09.4618.1676
09.4618.1675
09.4618.1673
De arcering geeft aan dat de sticker verborgen is, d.w.z. onder een kap zit
09.4618.1771
09.4618.1837
09.4618.1458
09.4618.0922
09.4618.0924
09.4618.0923
09.4618.1675
09.4618.1673
09.4618.1051
09.4618.1829
alleen STAGE 3B
09.4618.1713
09.4618.1189
09.4618.1829
alleen STAGE 3B
09.4618.1676
215646
09.4618.0923
alleen EU-markt
09.4618.1678
09.4618.0920
09.4618.1593
09.4618.0986
09.4618.1051
52 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Inspecties
Inspectie van de conguratie m.b.t. homologatie voor weggebruik GTH 5021 R
2
5
3
6
6
5
2
4
1
2
8
6
7
Pos.Ond. nr.GASSpanjeZwitserlandItalië
1
2
3
4
5
6
7
8
8
Ond. nr. 57.0009.0630GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 53
09.4618.1491Max. snelheid 30 km/u
09.4618.0339Max. snelheid 20 km/u
09.4610.0028Achteruitkijkspiegel 'vissenoog'
09.0803.0081Wielblok
09.4618.0276Reflecterende gele sticker
56.0010.0020Oranje reflector
56.0010.0029Rode reflector
09.4616.0114Homologatieplaat
09.4616.0153HomologatieplaatHomologatieplaat
Mei 2015
Gebruiksaanwijzing
Niet gebruiken, tenzij:
5 U de grondbeginselen van het veilig bedienen van
de machine die in deze bedieningshandleiding
beschreven worden leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer voor het gebruik altijd eerst een inspectie
uit.
Tweede uitgave - Eerste druk
Grondbeginselen
In het deel Gebruiksaanwijzing worden instructies
gegeven voor alle aspecten van het gebruik van
de machine. Het is de verantwoordelijkheid van
de bestuurder dat alle veiligheidsvoorschriften
en -instructies in de bedienings- en
veiligheidshandboeken en de vereisten in het
handboek omtrent de verantwoordelijkheden
worden opgevolgd.
Een terreinheftruck met variabele reikwijdte wordt
gedefinieerd als een heftruck op wielen die primair
bedoeld is als vorkheftruck met een scharnierende
arm die kan worden uitgerust met aanbouwdelen
om materialen te heffen. Het gebruik voor andere
doeleinden is onveilig en gevaarlijk.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Inspecteer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is
bedoeld.
Alleen getraind en bevoegd personeel
mag toestemming krijgen om de machine
te gebruiken. Als verwacht wordt dat de
machine door meer dan één bestuurder zal
worden gebruikt op verschillende momenten
gedurende dezelfde werkdienst, moeten
alle bestuurders gekwalificeerd zijn, en
wordt van hen verwacht dat ze allemaal de
veiligheidsvoorschriften en -instructies in de
bedienings-, veiligheidshandboeken opvolgen
en voldoen aan de vereisten met betrekking
tot de verantwoordelijkheden in het handboek.
Dit betekent dat iedere nieuwe bestuurder een
inspectie voor het gebruik, functietests en een
inspectie op de werkplek moet uitvoeren voordat
hij/zij de machine gaat gebruiken.
Daarnaast moet iedereen die op of in de buurt
van het product werkt ook vertrouwd zijn met de
toepasselijke veiligheidsmaatregelen.
54 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
De stoel afstellen
4
2
1
3
5
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
Standaardstoel
Om de stand van de stoel te veranderen, hendel A
bewegen en de stoel naar voren of naar achteren
schuiven. Laat de hendel los, en controleer of de
stoel in de positie vergrendeld wordt.
Om de stoelhoogte en -vering af te stellen, draait
u knop B met de klok mee of tegen de klok in
tot u de gewenste instelling van de vering hebt
verkregen. Controleer wanneer u goed zit of de
gele wijzer C in de groene zone staat.
Om de rugleuning af te stellen, bedient u de
hendel D en duwt u met uw rug stevig tegen de
rugleuning om de leuning in de gewenste stand te
brengen, en laat u de hendel vervolgens los.
Om de armleuning af te stellen, brengt u de
armleuning E omhoog en draait u het wieltje F
om de armleuning op de gewenste hoogte af te
stellen.
De zitting is slechts voor één persoon.
Regel de zitting niet terwijl de machine in
beweging is.
Comfort stoel (indien aanwezig)
(ond. nr. 58.2513.1088)
Om de stand van de stoel te veranderen, hendel 1
bewegen en de stoel naar voren of naar achteren
schuiven. Laat de hendel los, en controleer of de
stoel in de positie vergrendeld wordt.
Om de stoelhoogte af te stellen duwt of trekt
u de hoogteregelaar 2 zo, dat uw bovenbeen
evenwijdig komt aan het zittingkussen.
Om de rugleuning af te stellen, bedient u de
hendel 3 en duwt u met uw rug stevig tegen de
rugleuning om de leuning in de gewenste stand te
brengen, en laat u de hendel vervolgens los.
Om de armleuning af te stellen, draait u aan de
knop 4 om de armleuning op de gewenste hoogte
te brengen.
Om de joystickhouder af stellen, beweegt u de
hendel 5 en zet de joystickhouder in de gewenste
positie.
De zitting is slechts voor één persoon.
Regel de zitting niet terwijl de machine in
beweging is.
Ond. nr. 57.0009.0630GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 55
Mei 2015
Gebruiksaanwijzing
Tweede uitgave - Eerste druk
De veiligheidsgordels omdoen
3
1
2
Op de stoel zitten:
• De stoelgordel is voorzien van een
rolinrichting.
• Om de gordels vast te maken de lip 1 in de
gesp 2 steken totdat hij vastzit.
• Om de gordel los te maken, op drukknop 3
duwen en het lipje uit de gesp trekken.
• Zorg dat de gordel op de heupen rust en niet
op de maag.
De achteruitkijkspiegels afstellen
De machine heeft drie achteruitkijkspiegels. Om
de stand hiervan aan te passen, draait u hen met
de hand in de stand(en) die het beste zicht geven.
1. Hiermee kan het gebied achter de machine en
aan de rechterkant worden gecontroleerd.
2. Hiermee kan het gebied achter de machine en
aan de linkerkant worden gecontroleerd.
3. Hiermee kan het gebied achter de machine
worden gecontroleerd.
1
3
2
56 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
0
Gebruiksaanwijzing
Parkeerrem
Gebruik altijd de parkeerremschakelaar om de
parkeerrem in te schakelen voordat u de arm
omhoog brengt.
Schakel altijd de parkeerrem in voordat u de
bestuurdersstoel verlaat.
Duw op de onderkant van de tuimelschakelaar om
de parkeerrem in te schakelen.
Duw op de bovenkant van de tuimelschakelaar om
de parkeerrem uit te schakelen.
Rempedaal
Gebruik het rempedaal om de snelheid van
de machine te regelen en de machine te laten
stoppen.
Houd het rempedaal ingedrukt om de machine te
laten stoppen.
De motor starten
1. Vergewis u ervan dat de parkeerrem
ingeschakeld is en dat de transmissiehendel in
neutrale stand staat.
2. Steek de sleutel in het contact.
Start in koude conditie
In koude situaties, bij 20°F / -6°C en lager, moet de
motor 5 minuten warmdraaien voordat u begint te
werken, om schade aan het hydraulische systeem
te voorkomen. In buitengewoon koude situaties,
bij 0°F / -18°C en lager, moeten de machines
zijn voorzien van optionele koudestartkits. Om te
proberen de machine te starten bij temperaturen
onder 0°F / -18°C kan een hulpstartaccu nodig zijn.
Steer Select
Wanneer de zwenkbare bovenstructuur in
achterwaartse positie wordt gedraaid, werken alle
stuurbedieningen omgekeerd!
Lijn de wielen niet opnieuw uit terwijl u rijdt.
Om de achterwielen uit te lijnen:
1. Start de motor en zet de keuzeschakelaar
Werkplek/Weg/Platform op de stand
„Werkplek”.
2. Draai het stuurwiel totdat de wielen in lijn
zijn met het chassis in de lengterichting en
de tekst „ALIGNED WHEELS” (WIELEN
UITGELIJND) op het lastbegrenzingsdisplay
verschijnt.
3. Draai de sleutel om totdat de motor start.
Als de motor niet binnen 30 seconden start, moet
de oorzaak worden vastgesteld en een eventuele
storing worden gerepareerd. Wacht 20 seconden
voordat u een nieuwe startpoging doet.
1
2
Ond. nr. 57.0009.0630GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 57
Mei 2015
Gebruiksaanwijzing
Tweede uitgave - Eerste druk
Selectie werkplek/weg/platform
• Werkplekmodus: alle machinefuncties zijn
geactiveerd;
• Wegmodus: armbewegingen, het draaien
van de bovenstructuur en de bewegingen
van de stempels zijn uitgeschakeld; alleen de
tweewielbesturing is actief;
• Platformmodus: alle bedieningen in de cabine
zijn buiten werking, bedien de machine vanaf
de bedieningen op het platform. Als het chassis
niet is genivelleerd, werkt het platform niet.
Naar beneden klimmen terwijl de
zwenkbare bovenstructuur 90° is
gedraaid
Als de zwenkbare bovenstructuur gedraaid is, kan
de bestuurder van de machine klimmen via twee
speciaal hiervoor aangebrachte ijzeren treden aan
de achterkant en de voorkant van het chassis.
De stempels laten stijgen en
dalen
Duw op de bovenkant van de tuimelschakelaar om
de stempels uit te schuiven/te laten dalen. Duw
op de onderkant van de tuimelschakelaar om de
stempels te laten stijgen/in te trekken.
Alvorens de stempels te bedienen terwijl de
zwenkbare structuur niet is uitgelijnd, moet worden
nagegaan of de stempelbediening overeenstemt
met de juiste stempel.
Het chassis nivelleren
(indien aanwezig)
Duw op de rechterkant van de tuimelschakelaar
om de rechterkant van het chassis te laten dalen.
Duw op de linkerkant van de tuimelschakelaar om
de linkerkant van het chassis te laten dalen.
Nooduitgang
Trek aan de borgpennen en duw het venster naar
buiten.
Houd altijd de hiervoor bestemde handgrepen
vast om vallen en uitglijden te voorkomen.
58 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
Borgpen zwenkende
bovenstructuur
Deze handbediende inrichting bevindt zich achter
de cabine.
Doe het volgende om het draaien van de
zwenkende bovenstructuur te vergrendelen/
ontgrendelen:
Rotatie vergrendelen
1. Draai de bovenstructuur totdat de tekst
„TURRET ALIGNED” (BOVENSTRUCTUUR
UITGELIJND) op het lastbegrenzingsdisplay
verschijnt.
2. Schakel de motor uit en schakel de
parkeerrem in.
3. Open vanuit de cabine de achterruit en til de
borgpen op.
4. Zet de inrichting op stand A om de bovenstructuur te vergrendelen: de bestuurder ziet het
vergrendelingssymbool op de bovenste pen.
Rotatie ontgrendelen
Transmissiebediening
Wanneer de zwenkende bovenstructuur in
achterwaartse positie wordt gedraaid, zijn alle
stuurbedieningen verwisseld!
Gebruik de transmissiehendel om de rijrichting van
de machine te bedienen.
Om vooruit te rijden, verplaatst u de
transmissiehendel omhoog en naar de voorzijde
van de machine toe.
Om achteruit te rijden, verplaatst u de
transmissiehendel omhoog en naar de achterzijde
van de machine toe.
Om terug te keren in neutrale stand, moet de
transmissiehendel in de middelste stand worden
gezet.
Vooruit
Neutraal
1. Zet de inrichting op de stand B om de
bovenstructuur te ontgrendelen: de bestuurder
ziet het ontgrendelingssymbool op de
bovenste pen van de handgreep.
De snelheidsinschakeling wordt gesignaleerd door
de hiervoor bestemde indicatielampjes, afhankelijk
van de ingeschakelde snelheid.
Ond. nr. 57.0009.0630GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 59
Achteruit
Mei 2015
Gebruiksaanwijzing
Tweede uitgave - Eerste druk
Asdifferentieelblokkering
Gebruik de schakelaar van de
asdifferentieelblokkering om het asdifferentieel te
blokkeren en extra tractie te krijgen op bepaalde
terreinsoorten, bijvoorbeeld zand, modder of
sneeuw.
Laat de machine volledig tot stilstand komen
alvorens de asdifferentieelblokkering te activeren.
Blokkeer het asdifferentieel niet terwijl de machine
in beweging is.
Houd de schakelaar ingeduwd om de
asdifferentieelblokkering te activeren. Laat de
schakelaar los om de asdifferentieelblokkering te
deactiveren.
Achterasblokkering
Deze functie start automatisch in twee situaties:
1. wanneer de arm boven 50° is opgeheven;
2. wanneer de bovenstructuur meer dan 10°
is gedraaid (op het lastbegrenzingsdisplay
staat „TURRET NOT ALIGNED”
(BOVENSTRUCTUUR NIET UITGELIJND)).
Toegang tot de motorruimte
Om een willekeurige ingreep binnen de motorruimte
uit te voeren moet de motorkap geopend worden.
De motorkap is voorzien van pneumatische
schokbrekers die hem lichter maken en in opgeheven
stand houden. Open de motorkap als volgt:
• Zet de motor af en schakel de parkeerrem in.
• Draai de sleutel om de voorkant van de motorkap
te ontgrendelen.
• Maak de klemmen van de motorkap los aan beide
zijden aan de bovenkant van de motorkap (zie
onderstaande afb.).
De transmissie gaat in neutrale stand en de
chassisnivelleringsfunctie functioneert niet. De
arm- en vorkfuncties blijven wel werken.
Om de achteras te ontgrendelen en om de
chassisnivelleringsfunctie te bedienen, laat de arm
zakken en lijn de bovenstructuur uit.
60 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
DPF regeneratie
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
Als het indicatielampje van het roetfilter, 7, gaat
branden, moet de bestuurder de DPF-regeneratie
beginnen volgens deze aanwijzingen:
i Kies een veilige parkeerplek in de open lucht:
• een stevige, vlakke ondergrond
• zonder obstakels en verkeer
• zonder ontvlambaar materiaal
• zonder ontploffingsgevaar
ii Schakel de parkeerrem in.
iii Zet de transmissiehendel op neutraal.
iv Laat de motor warmdraaien, de temperatuur
van de koelvloeistof moet minstens 75°C zijn.
v Houd de motor draaiende.
vi Activeer de regeneratie van het DPF door
op de DPF-schakelaar te drukken: het
indicatielampje van hoge temperatuur in het
uitlaatsysteem, 9, gaat permanent branden en
het motortoerental loopt op tot 1200 tpm.
vii Blijf uit het gebied van de knalpot.
xi Indien nodig kan de regeneratie worden
gestopt door op de DPF-schakelaar te
drukken, en vervolgens opnieuw worden
gestart.
xii Nadat de regeneratie is voltooid, gaat het
indicatielampje van de hoge temperatuur in
het uitlaatsysteem 9 uit en draait de motor op
stationair toerental.
xiii Tijdens generatie van de DPF:
• verplaats geen lasten
• blijf uit de buurt van explosiegevaarlijke
gebieden
• blijf uit de buurt van ontvlambaar materiaal
Als het DPF-indicatielampje snel begint te
knipperen en het indicatielampje „Ernstige
motorstoring” permanent rood gaat branden, moet
de bestuurder een gekwalificeerd servicemonteur
waarschuwen.
viii Laat de machine niet onbewaakt achter.
ix Baken het gebied af.
x De machine moet ongeveer 30 minuten lang
buiten geparkeerd blijven.
Ond. nr. 57.0009.0630GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 61
Mei 2015
Gebruiksaanwijzing
Tweede uitgave - Eerste druk
Een last vervoeren
Plaats de last midden op de vorken. Positioneer
de last zo dat hij helemaal tegen de rug van het
vorkenframe rust.
De last moet tijdens het rijden zo laag mogelijk
boven de grond worden gehouden. Rijd met
een machine die een last draagt altijd met de
armhoekindicator op 0 graden of minder.
Kantel de vorken iets naar achteren om de last
veilig te dragen.
Breng de machine altijd volledig tot stilstand
alvorens de parkeerrem in te schakelen.
Een last opheffen en plaatsen
De lasttabel in de cabine toont de werkgrenzen
van een goed onderhouden en bediende machine.
Om de lasttabel te gebruiken moet de bestuurder
het gewicht van de last en het zwaartepunt ervan
kennen, en weten hoe ver hij naar buiten en naar
boven moet worden verplaatst.
Deze machine heeft meer dan één lasttabel.
Verzeker u ervan dat u de lasttabel gebruikt
die overeenstemt met het aanbouwdeel op de
machine, de configuratie van de stempels en de
positie van de bovenstructuur.
Als u vaststelt dat het gewicht van de last niet kan
worden geplaatst tot de hoogte en met de hoek
die u wilt, heeft u de volgende opties:
1. als u de stempels niet omlaag heeft gebracht,
breng ze dan omlaag en gebruik de lasttabel
voor neergelaten stempels.
Als de stempels al omlaag zijn:
2. breng de machine dichter bij het laad- of
oppikpunt, zodat het gewicht van de last
voldoet aan de specificaties van de lasttabel.
3. Verdeel de last in kleinere porties, zodat elk
gedeelte voldoet aan de specificaties van de
lasttabel.
4. Zorg voor een grotere machine, die in staat is
de last te verplaatsen binnen de specificaties.
62 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
De last plaatsen
1 Ga naar de gewenste plek en zet de machine
voorzichtig stil.
2 Zet de transmissie in de neutrale stand.
3 Schakel de parkeerrem in.
4 Ontgrendel de borgpen van de zwenkende
bovenstructuur.
5 Breng de stempels omlaag indien nodig voor
de configuratie.
6 Nivelleer het frame als de niveau-indicator
links-rechts of de niveau-indicator voor-achter
niet op 0 graden staat.
7 Beweeg de bedieningshendel geleidelijk om
de arm te heffen en uit te schuiven tot de
gewenste hoogte.
9 Beweeg de bedieningshendel geleidelijk om
de arm te laten dalen en uit te schuiven tot in
de uiteindelijke positie. Laat de last zakken
totdat het gewicht helemaal van de vorken
wordt ontladen. Oefen geen neerwaartse
kracht uit met de vorken.
10 Beweeg de bedieningshendel geleidelijk om
de arm te heffen en uit te schuiven. Hierdoor
komen de vorken uit de last.
11 Nadat de vorken uit de last en de structuur zijn
verwijderd kan de arm omlaag gebracht en
ingetrokken worden.
8 Draai desgewenst de bovenstructuur om de
uitlaadpositie te bereiken. Voor wat betreft de
wielconfiguratie, past het lastbegrenzingssysteem
een ander werkbereik toe als de rotatie groter is
dan +/-10°. Raadpleeg de juiste lasttabel.
Ond. nr. 57.0009.0630GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 63
Mei 2015
232 mm
Gebruiksaanwijzing
Bedieningsbewegingen - Enkele
functiejoystick
Tweede uitgave - Eerste druk
D
D
D
Functiejoystick met
activeringsschakelaar
(B)
Functiejoystick met
activeringsschakelaar
(B) en geel wieltje (D)
Hydraulische snelkoppeling (indien aanwezig)
C
Functiejoystick met
activeringsschakelaar
(B) en geel wieltje (C)
Vergrendel of ontgrendel de hydraulische snelkoppeling door
tegelijkertijd de schakelaar voor vergrendeling/ontgrendeling
van de hydraulische snelkoppeling, de activeringsknop van de
functiejoystick (B) en de witte duimknop (A) in te drukken
64 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
Bedieningsbewegingen - dubbele
D
D
D
()
functiejoysticks (indien aanwezig)
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
D
D
Functiejoystick
met alleen rode
vingerschakelaar (B)
Functiejoystick
alleen met rode
vingerschakelaar (B) en
met geel wieltje (D)
D
()
Functiejoystick
met alleen rode
vingerschakelaar (B)
Ond. nr. 57.0009.0630GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 65
Bedien, terwijl u de vergrendeling/ontgrendeling
van de hydraulische snelkoppeling indrukt, de
functiejoystick met rode vingerschakelaar (B) en
met witte duimschakelaar (A)
Mei 2015
Gebruiksaanwijzing
Tweede uitgave - Eerste druk
Bedieningspaneel
lastbegrenzingssysteem
Aan de achterkant van de bestuurdersplaats zit een
unit waarmee u het lastbegrenzingssysteem van de
machine kunt besturen.
De verzamelde gegevens, verwerkt in relatie
tot het aanbouwdeel dat wordt gebruikt, worden
voortdurend vergeleken met de gegevens uit
het systeemprogramma. Het resultaat van de
verwerking wordt in drie mogelijke toestanden door
de display omgezet en weergegeven middels de
controlelampjes aan de linkerzijde van de ervan.
1 Groene led AANStabiele conditie. Het gewicht van de last
overschrijdt niet de 90% van het gewicht dat is
toegestaan in deze werkstand.
2 Gele led AANVooralarmconditie. De opgeheven last is groter
dan 90% van de maximaal toegestane last,
maar is nog minder dan het maximum: de
armbewegingen verlopen langzamer en het
akoestische alarm geeft langzame pieptonen.
3 Rode led AANAlarmsituatie. De opgeheven last is groter dan
maximaal is toegestaan, het akoestische alarm
geeft snelle pieptonen en alle machinebewegingen
zijn gestopt, behalve degene die nodig zijn om
de last terug te brengen binnen veilige grenzen.
ESC
FORKS
OUTRIGGERS LATERAL
MAX LOAD ........................ 50.3t
+
RAISED LOAD ................... 10.2t
HEIGHT............................... 2 m
RADIUS............................... 7 m
ANGLE................................ 15°
-
Het display bestaat uit drie gebieden:
Gebied met leds: Er zijn drie leds die de
werktoestand aanduiden:
1 groene led - machine stabiel
2 gele led - machine in pre-alarm
3 rode led - machine in alarm
55%
ENTER
Bedieningsknoppen
ESC
Om naar het vorige venster terug
te keren
ENTER
Om te bevestigen en de
gekoppelde pagina te openen.
PIJLEN
Om langs de menu’s omhoog en
omlaag te bewegen.
PLUS (+)
MINUS (-)
Aanvullende selectieknop
Aanvullende selectieknop
Display onderverdeeld in 8 regels_ afb.A
1. Lastpercentagebalk
2. Duidt het gebruikte aanbouwdeel aan
3. Duidt de werkwijze aan
4. Duidt het max. hefbare gewicht aan
5. Duidt het opgeheven gewicht aan voor de
systeemkalibratie
6. Duidt de armhoogte aan (= 0 meter wanneer
de arm helemaal omlaag is)
7. Duidt de afstand van de last tot de draaias van de
bovenstructuur aan en, indien nodig, geeft het
het bijbehorende waarschuwingsbericht weer
8. Geeft de armhoek aan.
Indien een aanbouwdeel wordt toegepast dat niet in de
tabel is aangegeven, maar wel door Terex Global GmbH
is geleverd, selecteer de werkwijze „VORK” op regel 2.
Werking
• Bij het starten van de machine voert het
lastbegrenzingssysteem een automatische controle
uit en worden de softwaregegevens weergegeven.
• Binnen 3/4 seconden verschijnt de lijst van toegestane
aanbouwdelen: de bestuurder moet met behulp van de
pijlen het juiste aanbouwdeel selecteren en vervolgens
op ENTER drukken om te bevestigen.
• Nadat het aanbouwdeel is geselecteerd verschijnt
op het display de standaard schermpagina (afb.A).
• Vanaf deze schermpagina kan de bestuurder, door
enkele seconden op PLUS (+) te drukken het
HOOGSTE NIVEAU (B) openen, waar vier andere
submenu's worden weergegeven: een hiervan,
LANGUAGE (TAAL) kan worden gewijzigd, terwijl de
overige drie, CLOCK (KLOK), EXTENSION SENSOR
(UITSCHUIFSENSOR) en ANGLE SENSOR
(HOEKSENSOR) alleen maar geraadpleegd kunnen
worden.
66 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
• Ga door op ESC te drukken terug naar de
standaard schermpagina.
• Druk tegelijkertijd op de twee knoppen PLUS
(+) en MINUS (-) om naar de diagnostiek-
schermpagina's te gaan. Deze pagina's kunnen
alleen worden geraadpleegd. Gebruik de PIJLEN
om van de ene pagina naar een andere te gaan.
Controleer voordat u de machine gebruikt of
de groene led AAN is, en of de bedrijfswijze
op regel 3 en het aanbouwdeel op regel
2 degene zijn die daadwerkelijk worden
gebruikt. Het lastbegrenzingssysteem mag
niet worden gebruikt om de te verplaatsen last
te controleren: het is uitsluitend ontworpen
om de bestuurder te waarschuwen voor
instabiliteit van de machine tijdens het
heffen. Deze instabiliteit kan ook veroorzaakt
worden door te snelle bediening van de
hendel tijdens het verplaatsen van lasten.
Schakelaar voor onderdrukking
lastbegrenzingssysteem
Het gebruik van de lasttabellen
De lasttabellen in de cabine geven de maximaal
toegestane last aan in relatie tot de armextensie,
de rotatie van de bovenstructuur, het gebruik van
de stempels en het type aanbouwdeel. Houd u altijd
aan deze tabellen, om in veilige omstandigheden
te werken.
De uitschuiving van de arm kan worden gecontroleerd
aan de hand van de letters (A, B, C, D, E) die op de arm
zijn geverfd, terwijl de werkelijke hellingsgraden van
de arm worden aangegeven door de hoekindicator.
Deze inrichting, die op het cabinedak zit, is verbonden
met het lastbegrenzingssysteem en toont dezelfde
ledsequentie als die op het lastbegrenzingsdisplay
verschijnt.
Als het rode gebied wordt bereikt, klinkt er een
akoestisch alarm.
Met deze schakelaar kan het lastbegrenzingssysteem
worden onderdrukt om de machine te herstellen:
• als zij geblokkeerd is nadat het lastbegrenzingssysteem getriggerd is;
• in geval van machinestoringen waarbij alle
bewegingen van de machine ontgrendeld moeten
worden;
Om oneigenlijk gebruik van de inrichting te vermijden
(bijv. het werken buiten de last- en stabiliteitsgrenzen
van de machine), is het lastbegrenzingssysteem
voorzien van een timer (ingesteld op 10 seconden).
Na afloop van de ingestelde tijd worden de
blokkeerfuncties automatisch hersteld.
Schakelaar voor onderdrukking lastbegrenzingssysteem is alleen actief in de werkplekmodus. In de
platformmodus kan het lastbegrenzingssysteem niet
uitgeschakeld worden.
Ond. nr. 57.0009.0630GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 67
Mei 2015
Gebruiksaanwijzing
Instructies voor snelkoppeling
Versie met mechanische blokkering
1 Rijd naar de plaats waar u het gemonteerde
aanbouwdeel wilt afkoppelen (zo mogelijk een
stevige, overdekte plek).
2 Ontkoppel de snelkoppelingen die eventueel van
het aanbouwdeel (indien aanwezig).
3 Trek de mechanische borgpen van het
aanbouwdeel weg nadat de veiligheidssplitpen
aan het uiteinde ervan is verwijderd.
4 Plaats het aanbouwdeel vlak op de grond.
5 Kantel het bevestigingsframe van aanbouwdelen
naar voren en breng de arm omlaag om de
bovenste aanbouwblokkering los te maken.
6 Ga met de machine achteruit en rijd naar het nieuwe
aanbouwdeel dat aangekoppeld moet worden.
7 Houd het frame voorover gekanteld en haak de
bovenste blokkering van het nieuwe aanbouwdeel
vast.
8 Trek het aanbouwdeel in en hef het een
stukje op. Het centreert automatisch op het
snelkoppelingsframe.
9 Plaats de mechanische borgpen terug en zet hem
vast met zijn veiligheidssplitpen.
10 Koppel de verbindingsstukken van het
aanbouwdeel weer vast (indien aanwezig).
Tweede uitgave - Eerste druk
Versie met hydraulische blokkering (optie)
1. Rijd naar de plaats waar u het gemonteerde
aanbouwdeel wilt afkoppelen (zo mogelijk een
stevige, overdekte plek).
2. Ontkoppel de snelkoppelingen die eventueel van
het aanbouwdeel (indien aanwezig).
3. Plaats het aanbouwdeel vlak op de grond.
4. Druk op de activeringsschakelaar voor vergrendeling/ontgrendeling en houd hem ingedrukt tot
aan het einde van stap 5.
5. Maak het aanbouwdeel los door de functiejoystick
te bewegen.
6. Kantel het bevestigingsframe van aanbouwdelen
naar voren en breng de arm omlaag om de
bovenste aanbouwblokkering los te maken.
7. Ga met de machine achteruit en rijd naar het
nieuwe aanbouwdeel dat aangekoppeld moet
worden.
8. Houd het frame voorover gekanteld en haak de
bovenste blokkering van het nieuwe aanbouwdeel vast.
9. Trek het aanbouwdeel in en hef het een
stukje op. Het centreert automatisch op het
snelkoppelingsframe.
10. Koppel het aanbouwdeel aan door de functiejoystick te bewegen met de activeringsschakelaar
voor vergrendelen/ontgrendelen.
11. Koppel de verbindingsstukken van het
aanbouwdeel weer vast (indien aanwezig).
68 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
De machine starten met
startkabels
Het starten van de machine met startkabels op de
accu of vervanging van de accu is nodig als de
accu zo leeg is dat de accu de starter niet aandrijft.
Nooit de machine starten met startkabels
direct op de startmotor of de solenoïde van de
startmotor. Ernstig letsel of overlijden kunnen
het gevolg zijn door de voor- of achterwaarts
bewegende machine.
Om persoonlijk letsel te vermijden bij het starten
met startkabels met behulp van een andere
machine, moet worden verzekerd dat de machines
elkaar niet raken.
Start een bevroren accu nooit met startkabels,
want dan ontploft hij.
Blijf met vonken en vlammen uit de buurt
van de accu. Loodzuuraccu's veroorzaken
explosieve gassen tijdens het opladen. Draag een
veiligheidsbril als u in de buurt van accu's werkt.
De hulpaccu moet 12 V zijn. De machine die
gebruikt wordt om met startkabels te starten moet
een elektrisch systeem met negatieve aarde hebben.
Het starten van de machine met
startkabels
1 Sluit de positieve (+) startkabel aan op de
positieve (+) pool van de lege accu.
2 Sluit het andere uiteinde van dezelfde
startkabel aan op de positieve (+) pool van de
hulpstartaccu.
3 Sluit het ene uiteinde van de tweede
startkabel aan op de negatieve (-) pool van de
hulpstartaccu.
4 Maak de laatste kabelverbinding met het
motorblok of het aardpunt dat het verst van de
accu vandaan ligt.
5 Start de motor.
Op een helling rijden
Als de machine een last draagt, moet deze altijd
aan de bergopwaartse kant zitten. Als de machine
geen last draagt, moet met de vorken of het
aanbouwdeel aan de bergafwaartse kant worden
gereden.
Rijd op steil terrein alleen bergopwaarts en
bergafwaarts en houd de machine altijd in een
versnelling. Rijd niet dwars over de helling als de
machine een helling op- of afgaat.
Pas de rijroute en snelheid aan de conditie van
de bodem, de tractie, helling, aanwezigheid van
personeel en eventuele andere factoren die
gevaar kunnen veroorzaken. Rijd de machine
alleen wanneer de arm en de apparatuur in de
juiste transportpositie zijn.
Of een machine zal omkantelen tijdens dynamisch
gebruik van de machine hangt af van vele
variabelen waarmee rekening gehouden moet
worden. Hiertoe behoren de weg-/bodemconditie,
stabiliteit en helling, alsook de machine-uitrusting,
ervaring van de bestuurder, positie van de last,
bandenspanning, machinesnelheid enz.
Bovendien hangt het omkantelen van een
machine in grote mate af van het handelen
van de bestuurder, zoals de snelheid en de
gelijkmatigheid waarmee de machine wordt
bediend, alsook de positie van het aanbouwdeel
en de last.
Op bouwplaatsen en wegen verandert de
hellingsgraad regelmatig, ze kunnen hard of zacht
zijn en veranderingen ondergaan vanwege de
bouwwerkzaamheden en weersinvloeden.
Bestuurders moeten goed getraind zijn en hun
beste beoordelingsvermogen en ervaring inzetten
om de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen
tegen omkantelen. De bestuurders moeten
de variabelen op de werkplek beoordelen en
vermijden dat de capaciteiten van de machine (of
de bestuurder) met het oog op het terrein en de
omstandigheden worden overschreden.
Ond. nr. 57.0009.0630GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 69
Mei 2015
180 mm
Gebruiksaanwijzing
Tweede uitgave - Eerste druk
Manuele bedieningen
Als de joystick niet goed werkt of als een functie
niet kan worden gebruikt, is het mogelijk de
noodbedieningen bij de hoofdklep te gebruiken.
De hoofdklep heeft 3 kleine hendeltjes die de
volgende functies bedienen:
1 Hendel 1:
• stand A, arm omlaag
• stand B, arm omhoog
2 Hendel 2
• stand A, armtelescoop in
• stand B, armtelescoop uit
3 Hendel 3
• stand A, bovenstructuur tegen de klok in
gedraaid
• stand B, bovenstructuur met de klok mee
gedraaid
De manuele bedieningen kunnen alleen gebruikt
worden als de machine in werking is of als ze van
noodpomp voorzien is.
Volg deze aanwijzingen om de noodpomp te
gebruiken met manuele bedieningen:
• Druk op de noodstopknop in de cabine of op
het platform.
• Open de hoofdklepruimte aan de achterkant
van de cabine om bij de hoofdklep te kunnen.
• Monteer de bedieningshendels (meegeleverd)
op de elementen van de hoofdklep.
• Duw op de schakelaar Z om de noodpomp te
activeren.
• Duw de hendel van de hoofdklep in de stand
voor de gewenste beweging.
Door in de manuele wijze met de noodbedieningen
te werken zal de lastbegrenzer niet ingrijpen.
Z
B
A
70 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
Indicator motorconditie
Als het DPF waarschuwingslampje en/of het
indicatielampje "Ernstige motorfout" gaan branden,
dient u contact op te nemen met servicepersoneel.
Na elk gebruik
1 Selecteer een geschikte parkeerplek —
stevige, vlakke ondergrond, uit de buurt van
obstakels en verkeer.
2 Trek de stempels in.
3 Trek de arm in en breng hem omlaag in de
opbergstand.
4 Zet de transmissiehendel op neutraal.
5 Schakel de parkeerrem in.
6 Plaats de borgpen van de zwenkende
bovenstructuur.
7 Zet de sleutelschakelaar in de uit-stand en
haal de sleutel weg als beveiliging tegen
gebruik door onbevoegden.
Rijden over de weg of het
werkterrein
Houd u bij het rijden over de openbare weg strikt
aan de lokale of nationale verkeersregels.
Zorg ervoor dat de volgende voorzorgsmaatregelen
getroffen zijn voordat u de openbare weg op gaat:
• Start de motor.
• Lijn de achterwielen uit met het chassis.
• Vergrendel de zwenkende bovenstructuur met
de borgpen.
• Klap de drijvende vorken op zoals hieronder is
afgebeeld
Beweeg de cilinder voor vorkenkanteling niet terwijl
de drijvende vorken achterover geklapt zijn, want
daardoor zou de machine beschadigd kunnen
worden.
• Trek de arm in en breng hem omlaag.
• Zet de keuzeschakelaar Werkplek/Weg/Platform
op „Wegmodus”.
• Controleer of lichten, geluidssignalen,
richtingaanwijzers goed functioneren.
• De rijsnelheid van de machine hangt af van het
motortoerental en de geselecteerde versnelling.
Rijden op de openbare weg is alleen
toegestaan met een machine zonder last.
De machine is niet geschikt om aanhangers te
trekken.
Ond. nr. 57.0009.0630GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 71
Mei 2015
Gebruiksaanwijzing
Tweede uitgave - Eerste druk
Een defecte machine verplaatsen
Het wegslepen van een machine is alleen aangeraden
als er geen andere oplossing bestaat, want het
kan grote schade veroorzaken aan de transmissie.
Repareer wanneer mogelijk de machine ter plekke.
Als de machine moet worden versleept:
1. Schakel de parkeerrem uit.
2. Zet de transmissie in neutrale stand (zie volgende
pagina).
3. Selecteer de tweewielbesturing.
4. Verbind een starre trekbalk met een van de twee
bevestigingspunten op de vooras.
5. Indien mogelijk, start de motor om gebruik te
maken van de hydraulische aandrijving en van
het remsysteem.
6. Sleep de machine over korte afstanden en op
lage snelheid (minder dan 5 km/u).
De parkeerrem uitschakelen
Gebruik wielblokken op alle wielen om te
voorkomen dat het voertuig gaat bewegen
wanneer de parkeerrem uitgeschakeld wordt.
Doe het volgende om de negatieve rem van een
defecte machine los te zetten:
• verwijder de drie borgschroeven (1) aan beide
zijden van de vooras met een zeskantsleutel van
8 mm. Opmerking: houd tijdens deze handeling
de speciale schroeven (2) op hun plaats door
middel van een combinatiesleutel van 25 mm.
• Draai de remontkoppelingsschroeven (3) naar
binnen door ze achtereenvolgens een halve
slag te draaien in de volgorde (A, B, C), totdat
ze helemaal los zijn (4÷5 slagen).
Stuur eventueel aanwezig personeel weg uit
het gebied alvorens de blokkering van elk van
de vier banden te verwijderen en sleep het
voertuig naar een geschikte plaats.
De parkeerrem inschakelen
Gebruik wielblokken op alle wielen om te
voorkomen dat het voertuig gaat bewegen
voordat u een handeling gaat verrichten.
Om de negatieve parkeerrem weer te activeren:
• Verwijder de borgschroeven (1) en draai alle
remontkoppelingsschroeven (3) aan de twee zijden
van de vooras los tot het slageinde (tot aanraking
van de speciale schroeven 2). Opmerking:
verplaats de speciale schroeven (2) niet.
• Monteer de borgschroeven (1) op de speciale
schroeven (2).
• Haal de speciale schroeven (2) aan met
een koppel van 30 Nm, maak vervolgens de
borgschroeven (1) aan de twee uiteinden vast
met een koppel van 20 Nm.
72 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
De transmissie in neutraal zetten
Versleep de machine niet zonder eerst de
transmissie in neutraal te hebben gezet.
Om de transmissie in neutraal te zetten:
• Draai de schroef M8X25 1 los
• Verwijder de kap n 2
• Beweeg pen nr. 3 met een M10 uittrekgereedschap
tot beide schakelaars zijn geactiveerd
• Assembleer de componenten weer. Aanhaalkoppel van schroef nr. 1 is 23Nm (+5%/-15%)
Deze noodhandeling moet worden uitgevoerd met
uitgeschakelde motor en de machine op een rechte
ondergrond.
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
3
1
2
Ond. nr. 57.0009.0630GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 73
Mei 2015
78 mm
Parkeren en opslag
Tweede uitgave - Eerste druk
Korte inactiviteit
Parkeer de machine altijd veilig na een werkdag,
een werkdienst of 's nachts.
Tref alle voorzorgsmaatregelen om letsel te
voorkomen voor al degenen die de machine naderen
terwijl deze stilstaat:
• Parkeer de machine zo dat hij andere
werkzaamheden niet hindert.
• Trek de arm in en en zet hem aan de grond.
• Schakel de transmissie uit en schakel de
parkeerrem in.
• Haal de sleutel uit het contact en doe de
cabinedeur op slot.
Koppel de accu af door de isolatieschakelaar (deze
zit in de motorbehuizing) op de UIT-stand te draaien
(zie het deel Inspectie van stickers).
+
-
+
-
09.4618.1678
Opslag van de machine
Als de machine lange tijd niet zal worden gebruikt,
moeten de bovenstaande voorzorgsmaatregelen
worden getroffen. Verder:
• Was de machine grondig af. Verwijder, met
het oog op een betere reiniging, roosters en
beschermkappen.
• Maak alle machinedelen zorgvuldig droog met
perslucht.
• Smeer de machine grondig.
• Voer een inspectie uit door om de machine heen
te lopen en eventuele versleten of beschadigde
onderdelen te vervangen.
• Verf eventuele versleten of beschadigde delen.
• Verwijder de accu, vet de klemmen in met
vaseline en berg de accu op een droge plaats
op. De accu kan worden gebruikt voor andere
doeleinden. Controleer anders het oplaadniveau
regelmatig.
• Vul de tank om interne oxidatie te voorkomen.
• Sla de machine op een overdekte, goed
geventileerde plaats op.
• Start de motor eenmaal per maand en laat hem
ongeveer 10 minuten draaien.
• Maak bij zeer koud weer de radiateur leeg.
Denk er altijd aan dat het routine-onderhoud ook moet
worden uitgevoerd gedurende inactieve perioden
van de machine. Let vooral op de vloeistofpeilen en
de onderdelen die onderhevig zijn aan veroudering.
Alvorens de machine opnieuw te starten, moet de
inspectie voor gebruik worden uitgevoerd en moeten
alle mechanische, hydraulische en elektrische
onderdelen zorgvuldig worden gecontroleerd.
74 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Parkeren en opslag
De machine reinigen en wassen
Maak de machine schoon volgens deze aanwijzingen:
• Verwijder olie- of vetsporen met een droog
oplosmiddel of vluchtige minerale alcohol
• Alvorens een nieuw onderdeel te monteren,
moeten eventuele beschermingsproducten
(roestwerend middel, vet, was etc.) worden
verwijderd.
• Verwijder eventuele roest van metalen onderdelen
met wat schuurlinnen alvorens het onderdeel
in te wrijven met een beschermend product
(roestwerend middel, verf, olie etc.).
Gebruik geen water onder hoge druk om de machine,
en vooral de hoofdklep, de magneetkleppen,
de elektrische onderdelen en de elektrische
draaikoppeling, indien aanwezig, schoon te maken.
Reiniging van de buitenkant
Controleer alvorens de machine te reinigen of de
motor uit is en of de ruiten en deuren goed gesloten
zijn.
Gebruik nooit brandstof om de machine schoon
te maken. Gebruik water of stoom. Maak in koude
omgevingen de sloten droog nadat ze gereinigd zijn,
of smeer ze in met een antivriesmiddel.
Controleer de conditie van de machine alvorens haar
weer te gebruiken.
Reiniging van de binnenkant
Maak de binnenkant van de machine alleen
schoon met wat water en een spons. Gebruik geen
waterstralen onder druk. Aan het einde met een
doek afdrogen.
Reiniging van de motor
Bescherm het luchtinlaatfilter voordat u de motor
gaat schoonmaken, om te voorkomen dat er water
in het circuit kan binnendringen.
Afvoer van de machine als afval
Aan het einde van de levensduur van de
machine moet een gespecialiseerd bedrijf
worden gecontacteerd om de machine als
afval te laten verwerken in overeenstemming
met de lokale of nationale voorschriften.
Afvoer van accu's als afval
Gebruikte loodzuuraccu's mogen niet als
normaal vast industrieel afval worden
verwerkt. Vanwege de aanwezigheid van
schadelijke stoffen moeten ze ingezameld,
geëlimineerd of gerecycled worden volgens
de voorschriften va de EU.
Gebruikte accu's moeten apart en op een
droge plaats bewaard worden. Zorg dat de
accu droog is en de celdoppen goed dicht
zitten. Breng een bord op de accu aan om
te waarschuwen dat hij niet mag worden
gebruikt. Als de accu voordat hij als afval
wordt verwerkt in de open lucht wordt
gelaten, moet hij worden afgedroogd, moeten
de kast en de elementen met een laagje vet
worden ingesmeerd en moeten de doppen
goed worden afgedicht. Zet de accu niet
op de grond; geadviseerd wordt hem op
een pallet te zetten en af te dekken. Accu's
moeten zo snel mogelijk al afval worden
verwerkt.
Indien de machine in een maritieme of
soortgelijke omgeving moet worden gebruikt,
moet zij tegen zoutafzettingen worden
beschermd met een geschikte behandeling
om roest te voorkomen.
Ond. nr. 57.0009.0630GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 75
Mei 2015
Aanwijzingen voor transport en heffen
5 Verzeker u er voor het laden voor transport van
Houd u aan het volgende:
5 Genie geeft deze informatie omtrent het
bevestigen als aanbeveling. Alleen de chauffeurs
zijn er verantwoordelijk wordt dat gecontroleerd
wordt of machines naar behoren vastgezet zijn
en de juiste aanhanger is gekozen volgens
de transportvoorschriften, andere plaatselijke
verordeningen en het bedrijfsbeleid.
5 Klanten van Genie die een hefwerktuig of
product van Genie in een container moeten
vervoeren, moeten een erkende expediteur
zoeken die ervaren is in het voorbereiden,
laden en vastzetten van bouw- en
hefwerktuigen voor internationaal vervoer.
dat er geen modder, sneeuw en ijs aanwezig
zijn op het laadvlak, de oprijplanken en de
machinebanden. Is dat wel het geval, dan kan
de machine wegglijden.
5 Verzeker u ervan dat de capaciteit van
het voertuig, de laadvlakken en kettingen
of banden voldoende sterk zijn om het
machinegewicht te kunnen dragen. Genie
verreikers zijn zeer zwaar gezien hun omvang.
Zie het serielabel voor het machinegewicht.
Zie het deel "Inspecties" voor de plaats van het
serielabel.
Tweede uitgave - Eerste druk
5 Alleen erkende operators mogen de machine
op of van de truck af verplaatsen.
5 Het transportvoertuig moet op een vlakke
ondergrond zijn geparkeerd.
5 Het transportvoertuig moet geblokkeerd zijn
om te voorkomen dat het wegrijdt terwijl de
machine wordt geladen.
76 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Aanwijzingen voor transport en heffen
De truck of aanhanger vastzetten voor transport
Draai de sleutelschakelaar in de uit-stand en
haal de sleutel weg alvorens de machine te
transporteren.
Inspecteer de hele machine op losse of nietvastgezette voorwerpen.
Zorg dat de deur en de deurruiten goed
vergrendeld en vastgezet zijn (indien aanwezig).
Zet de verreiker, voordat hij geladen wordt,
horizontaal en trek de arm in.
Trek de stempels in.
Blokkeer de bovenstructuur.
Gebruik een spotter bij het laden en lossen van de
verreiker. Houd de arm zo laag mogelijk tijdens het
laden en lossen.
Schakel de parkeerrem in.
GTH 4016 R - GTH 4018 R
Het chassis vastzetten
Gebruik kettingen met een ruim
belastingsvermogen.
Gebruik minimaal 6 kettingen. Er zijn 8
bevestigingspunten, vier aan elke kant van de
machine.
Laat de vorken of het aanbouwdeel helemaal
dalen op de laadvloer. Zet de vorken of het
aanbouwdeel vast met een geschikte band of
ketting, om te voorkomen dat ze gaan bewegen.
Pas de bevestigingen aan om schade aan de
kettingen te voorkomen.
Opmerking: Zie voor informatie over het
lastzwaartepunt het deel Aanwijzingen voor het
heffen in dit handboek.
Ond. nr. 57.0009.0630GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 77
Mei 2015
Aanwijzingen voor transport en heffen
GTH 5021 R
Tweede uitgave - Eerste druk
78 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Aanwijzingen voor transport en heffen
Aanwijzingen voor het heffen
Laat de arm helemaal zakken en trek hem in.
Trek de stempels in.
Blokkeer de bovenstructuur.
Houd u aan het volgende:
5 Alleen gekwalificeerde riggers mogen de
machine aanslaan.
5 Alleen gediplomeerde kraanbestuurders
mogen de machine heffen, en wel uitsluitend
in overeenstemming met de kraanvoorschriften
die van toepassing zijn.
5 Verzeker u ervan dat de kraancapaciteit, de
laadvlakken en banden of kabels voldoende
sterk zijn om het machinegewicht te
kunnen dragen. Zie het serielabel voor het
machinegewicht.
GTH 4016 R
1292 mm hoogte boven de grond
892 mm offset achterkant
1236 mm offset zijkant
Stel het zwaartepunt van uw machine vast aan de
hand van de afbeelding op deze pagina.
Verwijder alle losse voorwerpen die zich op de
machine bevinden.
Bevestig de kettingen/banden aan de beoogde
hijspunten op de machine.
Pas de bevestigingen aan om beschadiging van
de machine te voorkomen en om de machine
horizontaal te houden.
GTH 4018 R
1385 mm hoogte boven de grond
900 mm offset achterkant
1236 mm offset zijkant
Ond. nr. 57.0009.0630GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 79
Mei 2015
Aanwijzingen voor transport en heffen
GTH 5021 R
Tweede uitgave - Eerste druk
1280 mm hoogte boven de grond
1444 mm offset achterkant
874 mm offset zijkant
80 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
Houd u aan het volgende:
5 De werkzaamheden voor routineonderhoud die
in dit handboek worden opgegeven, dienen te
worden verricht door de bestuurder.
5 Inspecties voor gepland onderhoud moeten
worden verricht door gekwalificeerde
servicemonteurs, in overeenstemming
met de specificaties van de fabrikant en
de vereisten in het handboek omtrent de
verantwoordelijkheden.
Legenda onderhoudssymbolen
De volgende symbolen zijn in dit handboek
gebruikt als hulpmiddel bij het communiceren
van de bedoeling van de instructies. Wanneer
een of meer symbolen aan het begin van een
onderhoudsprocedure worden weergegeven, heeft
dit de volgende betekenis.
Geeft aan dat er gereedschappen
nodig zijn om deze procedure uit te
voeren.
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Onderhoud
Bandenspanning controleren
Omkantelgevaar. Een te sterk opgepompte
band kan ontploffen, waardoor de stabiliteit
van de machine wordt aangetast en de
machine kan omkantelen.
Omkantelgevaar. Het gebruik van producten
voor tijdelijke reparaties van defecte banden
kan uitval van de band tot gevolg hebben,
waardoor de stabiliteit van de machine wordt
aangetast en de machine kan omkantelen.
Gevaar voor persoonlijk letsel. Een te sterk
opgepompte band kan ontploffen en de dood
of ernstig letsel veroorzaken.
Opmerking: deze procedure hoeft niet te worden
uitgevoerd op machines met banden met
schuimvulling.
1 Controleer elke band met een luchtdrukmeter.
Voeg lucht toe zoals nodig is.
Technische gegevens van wielen en banden
GTH 4016 R - 4018 R
Band18R x 19.5 16 PR
Velg14 x 19.5
Wiel10 gaten DIN 70361
Bandenspanning5,5 bar (80 psi)
Geeft aan dat er nieuwe onderdelen
nodig zijn om deze procedure uit te
voeren.
Geeft aan dat een koude motor nodig
is om deze procedure uit te voeren.
Ond. nr. 57.0009.0630 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 81
Technische gegevens van wielen en banden
GTH 5021 R
Band18R x 19.5 TL XF
Velg14 x 19.5
Wiel10 gaten DIN 70361
Bandenspanning7,5 bar (109 psi)
Mei 2015
Onderhoud
Tweede uitgave - Eerste druk
Motoroliepeil controleren
Het handhaven van het juiste motoroliepeil is van
fundamenteel belang voor goede motorprestaties
en een lange levensduur. Als de machine wordt
gebruikt met een onjuiste oliepeil, kunnen de
motorcomponenten beschadigd raken.
Opmerking: Controleer het oliepeil met de motor
uit en op een vlakke ondergrond.
1 Controleer de oliepeilstok. Voeg olie toe zoals
nodig is.
Perkins 854E-E34TA, STAGE III B (EU model)
Olie type SHELL RIMULA R4 L 15W-40
Perkins 1104D-E44T, STAGE III A
Olie type SHELL RIMULA R4 L 15W-40
Eisen aan de diesel
Hydraulische oliepeil controleren
Het handhaven van de hydraulische olie op het
juiste peil is van essentieel belang voor de werking
van de machine. Onjuiste hydraulische oliepeilen
kunnen de hydraulische componenten schaden.
Degene die de inspecties verricht kan door
dagelijkse controles veranderingen in het oliepeil
vaststellen die erop kunnen wijzen op problemen
in het hydraulische systeem.
1 Zorg dat de motor uit staat, het chassis vlak is
en de arm in de opbergstand.
2 Bekijk het kijkglas op de linkerkant van de
hydraulische olietank.
~ Resultaat: Het hydraulische oliepeil moet
halverwege het kijkglas staan.
3 Voeg olie toe zoals nodig is. Voeg niet te veel
toe.
Goede motorprestaties hangen af van het gebruik
van brandstof van goede kwaliteit. Het gebruik van
brandstof van goede kwaliteit levert het volgende
op: een lange levensduur van de motor en
aanvaardbare niveaus van de uitlaatgassen.
De Stage III B dieselmotor mag alleen worden
gebruikt met brandstof met een zeer laag
zwavelgehalte. Het zwavelgehalte van deze
brandstof moet lager zijn dan 15 PPM
Brandstof
Perkins 854E-E34TA, STAGE III B (EU model)
Brandstoftype ltralaagzwavelige brandstof (ULSD)
Perkins 1104D-E44T, STAGE III A
Brandstoftype Diesel
Tank 205 L 54 gal
Specicaties van de hydraulische olie
Type hydraulische olie
GAZPROMNEFT HYDRAULIC HDZ 46
82 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Onderhoud
Motorkoelvloeistofpeil controleren
-
vloeistofgekoelde modellen
Het handhaven van de motorkoelvloeistof
op het juiste peil is van essentieel belang
voor de levensduur van de machine. Een
onjuist koelvloeistofniveau is van invloed op
het koelvermogen van de motor en zal de
motorcomponenten schaden. Degene die de
inspecties verricht kan door dagelijkse controles
veranderingen in het koelvloeistofpeil vaststellen die
kunnen wijzen op problemen in het koelsysteem.
1 Bekijk het kijkglas op de bovenkant van de
radiateur.
~ Resultaat: Het vloeistofpeil moet halverwege
het kijkglas staan.
Gevaar voor persoonlijk letsel. Vloeistoffen
in de radiateur staan onder druk en zijn zeer
heet. Wees voorzichtig bij het verwijderen van
de dop en toevoegen van vloeistoffen.
Spiegels controleren
Het onderhoud van indirecte visuele hulpmiddelen
is fundamenteel voor een goed zicht op de
werkplek.
1. Inspecteer met het oog alle spiegels, om na te
gaan of ze goed functioneren, schoon zijn en
geen rommel bevatten.
De accu controleren
Een goede conditie van de accu is van essentieel
belang voor goede motorprestaties en een veilige
werking. Onjuiste vloeistofniveaus of beschadigde
kabels en aansluitingen kunnen resulteren in
beschadiging van componenten en gevaarlijke
situaties.
Gevaar voor elektrische schokken. Contact
met hete of spanningvoerende circuits kan
resulteren in de dood of ernstig letsel. Doe
ringen, horloges en andere sieraden af.
Gevaar voor persoonlijk letsel. Accu's bevatten
zuur. Mors accuzuur niet en raak het niet
aan. Neutraliseer gemorst accuzuur met
zuiveringszout en water.
1 Draag beschermende kleding en een
oogbescherming.
2 Zorg dat de aansluitingen van de accukabel
stevig vastzitten en vrij zijn van corrosie.
3 Controleer of de neerhoudbeugels van de
accu op hun plaats en goed vast zitten.
Opmerking: door klembeschermers en
corrosieremmend afdichtmiddel te gebruiken,
wordt corrosie van de accuklemmen en kabels
tegengegaan.
Ond. nr. 57.0009.0630 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 83
Mei 2015
Onderhoud
Terug in fase brengen van de
telescopische arm (alleen voor
GTH-4016 R)
Indien gedurende het normale bedrijf een
verandering van 150mm of meer in de
uitgeschoven lengte van de arm wordt bemerkt
wanneer de arm is ingetrokken, als volgt te werk
gaan:
1 De telescoopcilinder volledig ingetrokken en
het intreksysteem onder druk houden (ca.
15 seconden); de armsecties behoren gelijk te
worden.
Tweede uitgave - Eerste druk
Als na het uitvoeren van deze procedure de arm
nog steeds uit fase is, onderstaande stappen
uitvoeren;
2 De arm naar de nulstand brengen, de arm
volledig intrekken en het intreksysteem ca.
20 seconden onder druk houden.
3 De arm tot ca. 60° heffen en de intrekfunctie
ca. 20 seconden activeren.
4 De volledig ingetrokken arm naar de laagst
mogelijke hoek laten zakken zonder de grond
te raken en het intreksysteem ca. 20 seconden
onder druk houden.
Als ondanks deze procedures de arm niet terug
in fase komt, de arm tot ca. 60° heffen, volledig
uitschuiven en over de volle slag intrekken
en het intreksysteem onder druk houden
(ca. 20 seconden).
Door deze procedures te volgens, zou de arm
weer correct in fase moeten worden gebracht.
84 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
Gepland onderhoud
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Onderhoud
Op machines die langer dan drie maanden buiten
bedrijf zijn geweest, moet de driemaandelijkse
inspectie worden uitgevoerd voordat ze weer in
gebruik mogen worden genomen.
Model
Serienummer
Datum
Urenteller
Eigenaar machine
Geïnspecteerd door (blokletters)
Handtekening inspecteur
Titel inspecteur
Bedrijf inspecteur
Instructies
· Maak kopieën van dit rapport om ze te gebruiken
voor elke inspectie.
· Selecteer de passende controlelijst(en) voor het
type inspectie dat moet worden uitgevoerd.
Dagelijks of om de 8 uur
Inspectie:A
· Plaats een vinkje in het passende vakje nadat
elke inspectieprocedure is voltooid.
· Gebruik de stapsgewijze procedures in dit deel
om te leren hoe deze inspecties moeten worden
uitgevoerd.
· Als het resultaat van een van de inspecties „N” is,
label de machine en dan en stel haar buiten dienst
om haar te repareren en opnieuw te inspecteren.
Plaats na de reparatie een vinkje in het veld „R”.
Controlelijst AJ N R
A-1 Handboeken en stickers
A-2 Inspectie voor het gebruik
A-3 Functietests
A-4 De arm smeren
A-5 Motoronderhoud -
Perkins-modellen
Uitvoeren na 40 uur:
A-6 Noodpomp (indien aanwezig)
Uitvoeren na 50 uur:
A-7 Asonderhoud
Uitvoeren na 150 uur:
A-8 Asonderhoud
Reserveonderdelen voor vergrendelingen
Display en kaart
lastbegrenzer
Activeringsschakelaar op
joystick
56.0016.0066
07.0741.0012
Schakelaar noodpomp07.0703.0430
Noodknop07.0703.0441
Stoelschakelaar07.0740.0498
Magneetsensor interface
Krachtmeetpen
56.0012.0066
09.0802.0042
Ond. nr. 57.0009.0630 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 85
Mei 2015
Onderhoud
A-1
Handboeken en stickers inspecteren
Tweede uitgave - Eerste druk
De specificaties van Genie vereisen dat deze
procedure om de 8 uur of dagelijks worden uitgevoerd
(de periode die het eerst verstrijkt).
Het is voor een correct en veilig gebruik van de
machine van groot belang dat de bedienings- en
veiligheidshandleidingen in goede conditie worden
gehouden. Handboeken worden bij elke machine
geleverd en moeten worden opgeborgen in de
houder in de bestuurdersruimte. Een onleesbaar of
ontbrekend handboek voorziet niet in de informatie
over de veiligheid en de bediening die noodzakelijk is
om de machine correct en veilig te kunnen gebruiken.
Daarnaast is het verplicht om alle veiligheids- en
instructiestickers in goede conditie te houden, met het
oog op een correct en veilig gebruik van de machine.
Stickers maken bestuurders en personeel attent op
mogelijke gevaren die gepaard gaan met het gebruik
van deze machine. Bovendien voorzien ze gebruikers
van informatie voor de bediening en het onderhoud.
Een onleesbare sticker maakt het personeel niet
attent op een procedure of gevaar, en zou kunnen
leiden tot gevaarlijke werkomstandigheden.
1 Controleer of de bedienings- en veiligheidshand-
boeken aanwezig en volledig zijn, en voorhanden
in de houder in de bestuurdersruimte.
9 Resultaat: Het bedieningshandboek is niet het
juiste voor de machine, of niet alle handboeken
zijn in goede conditie of leesbaar. Stel de machine
buiten bedrijf totdat het handboek is vervangen.
3 Open het bedieningshandboek op het deel
„Inspectie van de stickers”. Inspecteer alle
stickers op de machine zorgvuldig en grondig op
leesbaarheid en schade.
~ Resultaat: De machine is voorzien van alle
vereiste stickers en alle stickers zijn leesbaar en
in goede conditie.
9 Resultaat: De machine is niet voorzien van
alle vereiste stickers, één of meer stickers zijn
onleesbaar of in slechte conditie. Stel de machine
buiten bedrijf totdat de stickers zijn vervangen.
4 Doe de handboeken na gebruik altijd terug in de
opbergruimte.
Opmerking: Neem contact op met uw erkende Genie
distributeur of met Genie Industries als u vervangende
handboeken of stickers nodig heeft.
2 Bekijk de pagina's van elk handboek om te
verzekeren dat ze leesbaar en in goede conditie
zijn.
~ Resultaat: Het bedieningshandboek is het juiste
handboek voor de machine en alle handboeken
zijn leesbaar en in goede conditie.
86 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Onderhoud
A-2
Inspectie voor het gebruik uitvoeren
De specificaties van Genie vereisen dat deze
procedure om de 8 uur of dagelijks worden uitgevoerd
(de periode die het eerst verstrijkt).
Voor een correct en veilig gebruik van de machine
moet een volledige voorafgaande inspectie worden
uitgevoerd. De inspectie voor het gebruik is een
visuele inspectie door de bestuurder, die voor elke
werkbeurt moet worden uitgevoerd. De inspectie is
erop gericht om te ontdekken of er iets duidelijk mis is
met een machine, voordat de bediener de functietests
uitvoert. De inspectie voor het gebruik dient ook om
vast te stellen of er routineonderhoudsprocedures
nodig zijn.
A-3
Functietests uitvoeren
De specificaties van Genie vereisen dat deze
procedure om de 8 uur of dagelijks worden uitgevoerd
(de periode die het eerst verstrijkt).
Voor een veilig gebruik van de machine moeten
volledige functietests worden uitgevoerd. De
functietests zijn bedoeld om eventuele storingen
te ontdekken voordat de machine in gebruik wordt
genomen. Een niet goed functionerende machine
mag nooit worden gebruikt. Als er storingen worden
ontdekt, dient de machine te worden voorzien van
een label en uit bedrijf te worden genomen.
Ond. nr. 57.0009.0630 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 87
Mei 2015
Onderhoud
Tweede uitgave - Eerste druk
A-4
De arm smeren
De specificaties van Genie vereisen dat deze
procedure om de 8 uur of dagelijks worden uitgevoerd
(de periode die het eerst verstrijkt).
Het smeren op bepaalde punten is van essentieel
belang voor goede machineprestaties en een lange
levensduur.
Als de machine zonder of met weinig vet wordt
gebruikt, presteert ze mogelijk slecht en als ze langere
tijd in dergelijke conditie wordt gebruikt, kunnen er
componenten stuk gaan.
1 Schuif de arm helemaal uit en hef hem op,
trek de arm vervolgens in en controleer hierbij
of hij soepel beweegt. Er moet een dun laagje
smeermiddel op de contactvlakken van het
slijtblok zitten.
~ Resultaat: De arm werkt soepel en er is een
laagje smeermiddel zichtbaar. Ga naar stap 5.
9 Resultaat: De arm schuift niet soepel uit en
in, en er is geen smeermiddel zichtbaar op de
contactvlakken van het slijtblok. Ga naar stap 2.
2 Breng een dun laagje vet aan op de onderkant van
armbuis 3, op de plaats waar hij contact maakt
met de onderste slijtblokken van armbuis 2.
A-5
Onderhoud op de motor uitvoeren Perkins-modellen
Opmerking: De motorspecificaties vereisen dat deze
procedure om de 8 uur of dagelijks wordt uitgevoerd
(de periode die het eerste verstrijkt).
Motoroliepeil - controleren
Koelvloeistofpeil - controleren/toevoegen
Filter/waterscheider van brandstofsysteem aftappen
Dichtheid van de motor - op lekken controleren
Uitlaatsysteem - op lekken controleren
De vereiste onderhoudsprocedures en verdere
informatie over de motor zijn te vinden in het
Perkins 1104D Bedienings- en onderhoudshandboek
(Perkins ond. nr. SEBU8172-02),
Perkins 854 Bedienings- en onderhoudshandboek
(Perkins ond. nr. SEBU8726-01).
Perkins 1104D-E Bedienings- en onderhoudshandboek
Genie onderdeelnummer
Perkins 854 Bedienings- en onderhoudshandboek
Genie onderdeelnummer
57.4700.0000
57.4700.0001
3 Breng een dun laagje vet aan op de onderkant van
armbuis 2, op de plaats waar hij contact maakt
met de onderste slijtblokken van armbuis 1.
4 Smeer de slijtblokken aan de boven- en zijkanten
van de armbuis.
5 Breng de arm terug in de opbergstand.
Vetspecicaties
PTFE INTERFLON FIN GREASE LS 2
Genie onderdeelnummer09.4693.0000
88 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Onderhoud
A-6
Bediening van de noodpomp
(indien aanwezig)
1 Stop de motor.
2 Druk op de rode noodstopknop.
3 Druk de aan/uit-knop van de hulppomp in en houd
hem ingedrukt.
~ Resultaat: Bedien de joystick om de arm te
bewegen en na te gaan of de beweging wordt
uitgevoerd.
A-7
Asonderhoud uitvoeren
Opmerking: Gezien de technische gegevens van
de as moet deze procedure worden uitgevoerd na
50 uren.
Oliepeil - controleren/toevoegen
De vereiste onderhoudsprocedures en verdere
informatie over de as zijn te vinden in het
Carraro 26.32M Asonderhoud- en reparatiehandboek
(Carraro ond. nr. CA270015 - Vooras, CA270016 Achteras).
Carraro 26.32M Instructies voor onderhoud en
reparatie van de vooras
Genie onderdeelnummer
(Bibliotheek van Genie Instructies)
Carraro 26.32M Instructies voor onderhoud en
reparatie van de achteras
Genie onderdeelnummer
(Bibliotheek van Genie Instructies)
57.4700.0002
57.4700.0003
Ond. nr. 57.0009.0630 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 89
Mei 2015
Onderhoud
A-8
Asonderhoud uitvoeren
Opmerking: Gezien de technische gegevens van
de as moet deze eenmalige procedure worden
uitgevoerd na 150 bedrijfsuren.
De vereiste onderhoudsprocedures en aanvullende
informatie over de as zijn te vinden in het
Carraro 26.32M Asonderhoud- en reparatiehandboek
(Carraro ond. nr. CA270015 - Vooras, CA270016 Achteras).
Tweede uitgave - Eerste druk
Carraro 26.32M Instructies voor onderhoud en
reparatie van de vooras
Genie onderdeelnummer
(Bibliotheek van Genie Instructies)
Carraro 26.32M Instructies voor onderhoud en
reparatie van de achteras
Genie onderdeelnummer
(Bibliotheek van Genie Instructies)
57.4700.0002
57.4700.0003
90 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Aanbouwdelen
Deze machine kan worden uitgerust met verschillende
aanbouwdelen.
Gebruik uitsluitend de door Genie goedgekeurde
aanbouwdelen die in dit deel zijn gespecificeerd.
Informatie over het monteren en vervangen van
aanbouwdelen op de machine is te vinden in het
deel “Instructies voor snelle aankoppeling”.
Informatie voor het gebruik van dit aanbouwdeel is te
vinden in de bedieningshandleiding van het specifieke
aanbouwdeel op de officiële website van Genie:
www.genielift.com/en/service-support/manuals
Genie GTH 4016 R - GTH 4018 R Lijst
goedgekeurde aanbouwdelen:
• Drijvende vorken
(ond. nr. 55.0750.0118)
• FEM3 Vorken met hydraulische SIDE-SHIFT
+/-100mm
(ond. nr. 55.0750.0119)
• UK drijvende vorken L1200 mm
doorsn.100x65mm
(ond. nr. 55.0750.0120)
• Laadschop 800 l.
(ond. nr. 59.0201.9022)
• Betonbak 500 l. handmatige lediging
(ond. nr. 59.0401.2028)
• Betonbak 500 l. hydraulische lediging
(ond. nr. 59.0401.2029)
• Betonbak 800 l. handmatige lediging
(ond. nr. 59.0401.2030)
• Betonbak 800 l. hydraulische lediging
(ond. nr. 59.0401.2031)
• Betonmixbak 500 l. volledig hydraulisch
(ond. nr. 59.0401.2016)
• Bakstenenkorf
(ond. nr. 59.0401.2032)
• Vaste haak op plaat
(ond. nr. 59.0700.9013)
• Mechanische jib, lengte 2 m/ inhoud 2000 kg
(ond. nr. 59.0802.3027)
• Mechanische jib, lengte 4 m/ inhoud 900 kg
(ond. nr. 59.0802.3028)
• Hydraulische jib, lengte 4 m/ inhoud 900 kg
(ond. nr. 59.0802.3029)
• Hydraulische lier 4000 kg
(ond. nr. 59.0901.9015)
• Vast man-platform: 2P/300-F
(ond. nr. 59.1111.6013)
• Draaibaar en uitschuifbaar
personenplatform: 3P/700-REM 4400 +/- 90°
(ond. nr. 59.1111.6014)
Ond. nr. 57.0009.0630 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 91
Mei 2015
Aanbouwdelen
Genie GTH 5021 R Lijst goedgekeurde
aanbouwdelen:
Tweede uitgave - Eerste druk
• Drijvende vorken
(ond. nr. 55.0750.0082)
• Side Shift en positioneersysteem vorken
(ond. nr. 59.0601.5027)
• FEM3 Vorken met hydraulische SIDE-SHIFT
+/-100mm
(ond. nr. 59.0601.5012)
• UK drijvende vorken L1200 mm
doorsn.100x65mm
(ond. nr. 55.0750.0083)
• Laadschop 800 l.
(ond. nr. 59.0201.9008)
• Betonbak 500 l. handmatige lediging
(ond. nr. 59.0401.2012)
• Betonbak 500 l. hydraulische lediging
(ond. nr. 59.0401.2013)
• Betonbak 800 l. handmatige lediging
(ond. nr. 59.0401.2014)
• Betonbak 800 l. hydraulische lediging
(ond. nr. 59.0401.2015)
• Betonmixbak 500 l. volledig hydraulisch
(ond. nr. 59.0401.2016)
• Bakstenenkorf
(ond. nr. 59.0401.2017)
• Vaste haak op plaat
(ond. nr. 59.0700.9007)
• Mechanische jib, lengte 2 m/ inhoud 2000 kg
(ond. nr. 59.0802.3016)
• Mechanische jib, lengte 4 m/ inhoud 900 kg
(ond. nr. 59.0802.3017)
• Hydraulische jib, lengte 4 m/ inhoud 900 kg
(ond. nr. 59.0802.3018)
• Hydraulische lier 4000 kg
(ond. nr. 59.0901.9005)
• Hydraulische lier 5000 kg
(ond. nr. 59.0901.9008)
• Vast man-platform: 2P/300-F
(ond. nr. 59.1111.6013)
• Draaibaar en uitschuifbaar
personenplatform: 3P/700-REM 4400 +/- 90°
(ond. nr. 59.1111.6014)
92 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
Gevaren op werkplatforms
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Aanbouwdelen
Veiligheid in het werkgebied
Gebruik uitsluitend een door Genie goedgekeurd
werkplatform voor personeel.
Hef geen personeel met een
verreiker, tenzij hij is uitgerust met
een goedgekeurd werkplatform.
De gebruiker of werkgever en de bestuurder
moeten verder onderzoek doen naar, en voldoen
aan alle lokale, nationale, provinciale of federale
voorschriften, verordeningen en normen inzake
het gebruik van verreikers met werkplatforms die
van toepassing zijn op de werkplek.
Lees en begrijp alle waarschuwingen en
instructies die bij het goedgekeurde werkplatform
zijn geleverd, en neem ze in acht.
De bestuurder en degenen die op het platform
werken moeten op de hoogte zijn van de
specifieke gevaren die gepaard gaan met het
gebruik van de verreiker met het werkplatform, en
alle middelen gebruiken, inclusief de middelen die
door de gebruiker of werknemer zijn verstrekt, om
deze gevaren te vermijden.
Voer altijd een voorafgaande inspectie uit van
het platform, volgens de instructies van Genie,
alvorens het te gebruiken.
Veiligheidssystemen op het
platform
Al degenen die zich op het werkplatform
bevinden moeten gebruik maken van persoonlijke
beschermingsmiddelen (PBM).
Zij moeten een
veiligheidsgordel of
valbeveiliging dragen, zoals
wordt voorgeschreven door
overheidsvoorschriften.
Bevestig de vallijn aan de
verankering in het platform.
Alle persoonlijke beschermingsmiddelen
moeten voldoen aan de toepasselijke
overheidsvoorschriften en moeten geïnspecteerd
en gebruikt worden in overeenstemming met
de aanwijzingen van de fabrikant van de
beschermingsmiddelen.
Bediening van de verreiker
Rijd niet met de verreiker als er
zich mensen op het platform
bevinden.
Als er schade of ongeoorloofde wijzigingen worden
vastgesteld ten opzichte van de conditie waarin
het platform de fabriek verliet, moet het worden
gemarkeerd en buiten dienst worden gesteld.
Wijzig het platform niet zonder schriftelijke
goedkeuring door Genie.
Gebruik de verreiker niet terwijl er een
werkplatform aangekoppeld is voor andere doelen
dan het positioneren van de machine.
Ond. nr. 57.0009.0630 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 93
Mei 2015
Aanbouwdelen
Gevaren door hangende lasten
Tweede uitgave - Eerste druk
Veiligheid in het werkgebied
Algemene veiligheid
Hef een hangende last niet zonder eerst de lokale,
nationale, federale of provinciale voorschriften,
normen en verordeningen die gelden voor de
werkzaamheden te hebben begrepen. Er kunnen
aanvullende regels, normen en verordeningen van
toepassing zijn. Er kan extra training nodig zijn.
Als een verreiker moet worden gebruikt om
een last te verplaatsen, moeten de volgende
voorzorgsmaatregelen worden getroffen voor de
veiligheid van de bestuurder.
Lees en begrijp alle waarschuwingen en instructies
die bij het aanbouwdeel dat goedgekeurd is voor
hangende lasten geleverd zijn, en neem ze in
acht.
Alleen naar behoren ontworpen, geteste en
goedgekeurde aanbouwdelen mogen worden
gebruikt om een hangende last te dragen.
De lasttabellen van de verreiker zijn opgesteld
voor lasten met een stationair lastzwaartepunt.
Als een hangende last beweegt, kan het
lastzwaartepunt veranderen. Om deze reden
moet zeer voorzichtig worden gewerkt bij het
transporteren en heffen of plaatsen van de last;
deze moet in het oog gehouden worden om de
kans dat de last gaat bewegen zo laag mogelijk te
houden.
Gevaar voor omkantelen
Hef een hangende last niet zonder de juiste,
leesbare lasttabel voor de combinatie van
verreiker/aanbouwdeel die u gebruikt.
Sta het niet toe
dat de last vrij
kan zwaaien. Zet
lasten altijd vast,
om hun beweging
te beperken. Naast
het grondpersoneel
kunnen de twee
hijspunten op
het chassis op
de voorkant
van de machine
worden gebruikt
om te helpen
de last extern
te stabiliseren.
Kruis de touwen
altijd over de
tegenoverliggende
zijden van de last,
om beweging
van de last tot
het minimum
te beperken.
Door rijden over
hellingen, plotseling
starten, stoppen
en bochten maken
kan de last gaan
zwaaien, hetgeen
gevaarlijk is als
de last niet aan
de buitenkant
gestabiliseerd is.
Houd de arm zoveel ingetrokken als praktisch is.
94 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Aanbouwdelen
Hef geen hangende lasten wanneer windsnelheden
een onveilige situatie kunnen veroorzaken.
Alle bewegingen van de last moeten geleidelijk
plaatsvinden en met de laagste praktische snelheid
om te voorkomen dat de last gaat schommelen.
Houd het zware deel van de last zo dicht mogelijk
bij het aanbouwdeel.
Sleep of trek een last nooit zijwaarts.
Hef de last verticaal; trek nooit horizontaal aan
een last, want daardoor zou deze te sterk kunnen
zwaaien.
Het gewicht van alle bevestigingsmiddelen
(hijsbanden, sluitingen etc.) moet als onderdeel
van de last worden beschouwd.
Zoek de juiste hefpunten van de last op, en houd
hierbij rekening met het lastzwaartepunt en de
stabiliteit van de last.
Probeer niet de chassisnivellering van de verreiker
te gebruiken om een zwaaiende last te compenseren
of om de last aan te passen nadat hij geheven is.
Probeer nooit vaste of verankerde lasten te
verplaatsen.
Laat de verreiker niet onbewaakt achter met een
hangende last.
Houd de arm en last zo laag als mogelijk is met
behoud van het zicht in de rijrichting.
Gebruik geen enkele bediening om de last tijdens
de beweging te herpositioneren. Alvorens de last
terug te plaatsen, stop langzaam de machine.
Probeer niet om hellingen over te steken, want
het lastzwaartepunt zal dan naar de kantellijn
bewegen waardoor de stabiliteit afneemt.
Rijd hellingen altijd uiterst voorzichtig op en af,
want het lastzwaartepunt verplaatst zich naar de
kantellijn, waardoor de stabiliteit afneemt
Parkeer niet op een helling.
Om hellingen met een last op te gaan, beweeg
altijd met de vooruit versnelling, en houd de last zo
laag mogelijk.
Om hellingen met een last af te gaan, beweeg
altijd met het voertuig achteruit.
Om hellingen op te gaan met een lege laadschop,
beweeg altijd met het voertuig achteruit.
Om hellingen af te gaan met een volle laadschop,
beweeg altijd met het voertuig vooruit.
Laat hangende lasten niet schommelen.
Versleep geen lasten terwijl ze aan de haak
bevestigd zijn.
Hangende lasten hebben een eigen beweging,
daarom kunnen ze onvoorspelbare effecten
hebben op de stabiliteit van de machine. Werk
zeer voorzichtig.
Beweeg niet sneller dan loopsnelheid (2 mph /
3,2 km/u) met een hangende last.
Start, beweeg, draai en stop langzaam om
instabiele toestanden of schommelingen te
voorkomen.
Ond. nr. 57.0009.0630 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 95
De vaste haak is ontworpen om de last te dragen
die aangegeven staat op de zijkant ervan. Het
maximale draagvermogen komt overeen met
het nominale vermogen van de verreiker waarop
hij aangebracht is en staat aangegeven in de
lasttabel die met het aanbouwdeel is meegeleverd.
Mei 2015
Aanbouwdelen
Tweede uitgave - Eerste druk
Gevaar voor vallen
Hef of hijs geen personeel op.
Gebruik de schop niet om mensen op te tillen of te
vervoeren.
Gevaar voor botsingen
Controleer voor het heffen of de last vrij is van
eventuele obstakels in de buurt.
Als het zicht belemmerd is of zou kunnen worden
in de buurt van of op de plaats waar de last wordt
neergezet, moet de bestuurder alternatieve of
aanvullende middelen gebruiken om de last
veilig te heffen, bijvoorbeeld een gekwalificeerde
aanwijzer.
Aanwijzers moeten ononderbroken communiceren
(verbaal of met de handen) en voortdurend
oogcontact houden met de bestuurder.
Gevaar voor beknelling
Laat de aanwijzer nooit tussen de hangende last
en een ander voorwerp komen (zoals de verreiker
zelf).
Alvorens een onderhoudsbeurt uit te voeren op de
mixbak, deze op de grond plaatsen, de machine
stilzetten, de startsleutel uit het contact halen en
de cabinedeur op slot doen om te voorkomen
dat iemand bij het bedieningspaneel zou kunnen
komen.
Gevaar voor vallende voorwerpen
Hef de last niet in het
aangegeven valgebied.
Gebruik de machine niet indien er onder de last of
in het valgebied personen aanwezig zijn.
Hijs geen lasten met hijsbanden of kettingen aan
de vorken of de vorkendrager.
Hef geen op elkaar geplaatst lasten.
Bind ronde lasten (zoals olievaten) vast met
banden of touwen en rijd op lage snelheid.
96 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
Mei 2015Tweede uitgave - Eerste druk
Aanbouwdelen
Een hangende last opheffen
Controleer of het landingspunt vlak is en de last
veilig kan dragen.
Zet het aanbouwdeel goed vast aan de verreiker
Nivelleer het frame op de verreiker.
Zet de last vast om de beweging ervan te
beperken.
Vraag een aanwijzer om te assisteren bij het
heffen van de last als het zicht belemmerd wordt
op de werkplek.
Zorg dat de aanwijzer voortdurend blijft
communiceren en oogcontact houdt.
Hef de arm en last, met de arm zover ingetrokken
als praktisch is, langzaam en geleidelijk, en zorg
dat de last en de arm zo laag bij de grond blijven
als praktisch is.
Zorg dat alle bewegingen van de arm en de
aanbouwdelen zo langzaam worden uitgevoerd
als praktisch is om het zwaaien van de last te
voorkomen.
Rijden
Controleer of de rijroute vlak is en in staat is om de
verreiker met zijn last te ondersteunen.
Houd de arm en last zo laag als mogelijk is met
behoud van het zicht in de rijrichting.
Vraag een aanwijzer om u te assisteren bij
het rijden als het zicht belemmerd wordt in de
rijrichting.
Gevaar voor beknelling of botsing. Zorg dat de
aanwijzers voortdurend blijft communiceren en
altijd oogcontact houdt.
Verplaats de last pas nadat de verreiker helemaal
tot stilstand is gebracht.
Start, stop, beweeg en draai langzaam om
onstabiele toestanden of zwaaien te voorkomen.
Rijd niet sneller dan loopsnelheid (<2 mph / 3,2 km/u).
Ond. nr. 57.0009.0630 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R 97
Mei 2015
Aanbouwdelen
Tweede uitgave - Eerste druk
De last plaatsen
Vraag een aanwijzer om te assisteren bij het
plaatsen van de last als het zicht belemmerd wordt
op de werkplek.
Zorg dat de aanwijzers voortdurend blijft
communiceren en altijd oogcontact houdt.
Stop volledig in de buurt van het landingspunt.
Schakel de parkeerrem in en zet de transmissie in
neutrale stand.
Plaats de last langzaam en geleidelijk boven het
landingspunt en laat de last zakken totdat hij veilig
wordt ondersteund.
Nadat de last is geland, laat u de arm verder
zakken totdat de bevestigingsmiddelen kunnen
worden verwijderd.
Aanwijzer
In de volgende gevallen wordt aanbevolen een
aanwijzer in te zetten:
als het werkpunt, d.w.z. de route van de last of
het gebied bij of op de plaats waar de last wordt
neergezet, niet volledig binnen het zicht van de
bestuurder valt.
Als terwijl de machine rijdt het zicht in de rijrichting
gehinderd wordt.
Vanwege specifieke veiligheidskwesties op de
locatie, als ofwel de bestuurder of degene die de
last hanteert acht dat een aanwijzer nodig is.
Aanwijzers moeten ononderbroken communiceren
(verbaal of met de handen) en voortdurend
oogcontact houden met de bestuurder.
Het onderstaande overzicht van handseinen kan
als referentie worden gebruikt.
98 GTH 4016 R - GTH 4018 R - GTH-5021 R Ond. nr. 57.0009.0630
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.