Stel u op de hoogte van en houd u aan deze
veiligheidsvoorschriften en bedieningsinstructies
voordat u de machine bedient. De machine mag
alleen door getraind en bevoegd personeel
worden bediend. Deze handleiding moet altijd
bij de machine blijven.
Voor eventuele verduidelijkingen, contact
opnemen met Terexlift.
Contact:
ZONA INDUSTRIALE I-06019 UMBERTIDE
(PG) - ITALIA
Telefoon +39 075 941811
Telefax +39 075 9415382
voorbehouden.
Verwezenlijking:
TEREXLIFT Technisch Documentatie Bureau
Umbertide (PG) Italia
2 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 3
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Symbologie
Gevarensymbool: gebruikt
om personeel te waarschuwen
voor mogelijk gevaar van
persoonlijk letsel. Volg alle
veiligheidsberichten die
achter dit symbool staan op
om mogelijk letsel of de dood
te voorkomen.
Bedieningshandleiding
Inleiding
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
ATTENTIE
Rood: gebruikt om aan te geven
dat een gevaarlijke situatie te
verwachten is die, indien deze
niet wordt vermeden, de dood
of ernstig letsel tot gevolg zal
hebben.
Oranje: gebruikt om de
aanwezigheid van een mogelijk
gevaarlijke situatie aan te
duiden die, indien deze niet
wordt vermeden, de dood of
ernstig letsel tot gevolg kan
hebben.
Geel: gebruikt om de
aanwezigheid van een mogelijk
gevaarlijke situatie aan te
duiden die, indien deze niet
wordt vermeden, licht of
middelzwaar letsel tot gevolg
kan hebben.
Blauw: geeft de aanwezigheid
van een potentieel gevaar dat,
indien niet wordt vermeden,
schade aan de machine en aan
de systemen kan veroorzaken.
HET MILIEU
RESPECTEREN
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 3
Groen: gebruikt om
ainformatie betreffende
milieubescherming aan te
duiden.
Page 4
Bedieningshandleiding
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Pagina opzettelijk wit gelaten
4 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 5
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Bedieningshandleiding
Identificatie Van De Machine
Nagaan of handleiding in gebruik het juiste
toestel betreft.
BENAMING:
TERREIN HEFTRUCK MET EEN VARIABELE
REIKWIJDTE
MODEL GTH-4016 SR / GTH-4018 SR
CONSTRUCTEUR
TEREXLIFT srl
Industriegebied - I-06019 UMBERTIDE (PG) - ITALY
Reg. Tribunaal te Perugia n. 4823
CCIAA Perugia n. 102886
Sofi-nummer en BTW nummer 00249210543
TOEGEPASTE NORMEN
Om de veiligheid van de bediener te garanderen
zijn, bij het opmaken van de risicoanalysen van de
heftruk met telescopische arm, de volgende richtlijnen
in beschouwing genomen voor de van belang zijnde
aspecten:
IDENTIFICATIEPLAATJES VAN DE MACHINE
Op de machine zijn de volgende identificatieplaatjes
aangebracht:
Identificatieplaatje van de machine
Het typeplaatje weergeeft de voornaamste
identificatiegegevens van het toestel, o.a. het model,
het serienummer en het bouwjaar, en is rechts voor
op het frame aangebracht.
Homologatie plaatje voor het verkeer op de weg
Het homologatie plaatje voor het verkeer op de weg
is aangebracht op het chassis, rechts voor (dit plaatje
is slechts aanwezig op machines bestemd voor de
Italiaanse markt).
Op het plaatje zijn de homologatie gegevens van het
specifieke model weergegeven.
Identificatieplaatje van de vorken
Dit is op de linkerzijde van het vorken chassis
aangebracht.
Op het identificatieplaatje zijn de identificatiegegevens
van de vorken afgedrukt, o.a. het model, het
serienummer, het bouwjaar, het gewicht, het nominale
draagvermogen, het laadcentrum en het model van
de machine waarop de vorken aangebracht zijn.
EN 1459:1988 Geharmoniseerde norm.
A2:2009 Veiligheid van gemotoriseerde
Gemotoriseerde heftrucks met een
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 5
Titel
transportwerktuigen.
variabele reikwijdte.
Page 6
Bedieningshandleiding
Identificatie Van De Machine
Tweede Uitgave - Eerste Druk
CE MARKERING
Dit machine voldoet aan de veiligheidseisen van
de Machine Richtlijn; de overeenstemming is
gecertificeerd en op het machine is er de CE markering,
direct aangebracht op het identificatieplaatje.
PONSEN CHASSIS-NUMMER
Het chassis nummer van de wagen is aan de rechter
voorkant, op de chassis draagbalk aangebracht.
HET
SERIENUMMER
AFLEZEN
IDENTIFICATIE-PLATEN VOORNAAMSTE
COMPONENTEN
De platen van alle niet door TEREXLIFT srl gebouwde
componenten (b.v. motors, pompen e.a.) zijn
rechtstreeks op de componenten zelf aangebracht
door de constructeur van deze.
Ponsen chassis-nummer
Het chassis nummer van de wagen is aan de rechter
voorkant, op de chassis draagbalk aangebracht
GTH 4016 SR 0717882
MODEL
BOUWJAAR
Identificatieplaatje van de machine
Het typeplaatje is rechts voor op het frame aangebracht.
6 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
SERIE-
NUMMER
Page 7
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Bedieningshandleiding
Op De Machine Toegepaste Symbolen
Brandstof niveau
Motor oliedruk
onvoldoende
Temperatur
hydraulische olie
Draai-keuzeCabine klimaatregelaar
Remmen druk
Hydraulische oliefilter
verstopt
Luchtfilter
verstopt
ventilator
Werklampen
Hydraulisch olieniveau
laag
Gloeibougie
voorverwarming
Verplaatsing
instelling
ParkeerremLading accu
RichtingaanwijzersKoplichten
Hoge temperatuur
koelvloeistof
NoodlichtenPositielichten
Dimlichten
1ste versnelling2de versnelling
Air conditioningHydraulische
hulplijn
Continu olietoevoer
Mechanische
versnellingsbak
Stabilisatoren
bediening
Blokkering differentieelNoodpomp
Mengschoep
Elektronische waterpas
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 7
Page 8
Bedieningshandleiding
Op De Machine Toegepaste Symbolen
BESCHRIJVING GEVAREN ETIKETTEN
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Gevaar voor
elektrische schokken
Geen mensen
heffen
De bedieningshandleiding dorlezen
Gevaar voor
platdrukken
Zich op een veiligheidsafstand houden
Gevaar voor
brandwonden
Ondersteun de arm
alvorens de onderhoudswerkzaamheden uit te
voeren
Zich op een afstand
van de bewegende
elementen houden
Gevaar voor vallende
voorwerpen
Laat de inrichting
afkoelen
Gevaar voor
platdrukken
Gevaar voor
platdrukken
Niet onder hangende
lasten lopen
Gevaar voor
ontploffing/
brandwonden
Gevaar voor
brandwonden
Zich op een afstand
van de bewegende
onderdelen houden
Gevaar naar
beneden te vallen
Niet roken.
Geen open
vlammen gebruiken.
Laat de
oppervlakken
afkoelen
Toegangsverbod tot
de ruimtes
Zich op een afstand
Gevaar voor
platdrukken
Gevaar voor
platdrukken
8 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
houden van de
stabilisatoren
Zich op een afstand
houden van de riem
Omkantel
gevaar
De onderhoudskraag
plaatsen
Gevaar voor
platdrukken
Batterijschakelaar
Bewaar een zekere
afstand van eventueel
aanwezige obstakels
Gevarensymbool
Page 9
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Bedieningshandleiding
Etiketten En Waarschuwingsborden Op Het Machine
25
37
52
32
30
46
47
C
22
4
13
9
23
2
51
1
15
19
42
8
25
53
9
5
4
49
27
44
3
14
13
10
55
33
16
5
13
14
3
28
26
27
18
45
34
41
50
19
6
12
11
54
49
48
45
29
33
40
13
9
25
5
14
9
13
3
39
36
45
24
31
4
A
D
5
B
14
13
14
3
36
38
35
21
43
7
20
17
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 9
Page 10
Bedieningshandleiding
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Etiketten En Waarschuwingsborden Op Het Machine
Controleer of alle stickers uit de onderstaande tabel aanwezig en goed leesbaar zijn.
De tabel weergeeft ook het aantal en de beschrijving ervan.
Ref.StiklkerCodeBeschrijvingAant.
1
09.4618.1398
09.4618.1398 Werking Veiligheidspen1
Het draagvermogen van het machine-
2
09.4618.1375
toebehoeren geheel moet in acht worden
1
genomen
09.4618.1375
3
P= 5.5 bar
80 psi
4
09.4618.0918
5
09.4618.0919
09.4618.0547 Banddruk P= 5,5bar / 80psi4
09.4618.0918 Gevaar voor vallende voorwerpen3
09.4618.0919 Gevaar voor platdrukken4
6
103
09.4616.0041
7
8
Kg 4000
09.4618.0920
09.4616.0041 Niveau akoestische kracht1
09.4618.0920 Toegangsverbod tot de ruimtes1
09.4616.0040 Max. draagvermogen1
10 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 11
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Bedieningshandleiding
Etiketten En Waarschuwingsborden Op Het Machine
Ref.StiklkerCodeBeschrijvingAant.
9
10
11
12
P max al suolo
P max on the ground
7.9 kg/cm
1
09.4618.1050
4
2
09.4618.1399
2
09.4618.1370
09.4618.0921
09.4618.1050 Etiket - Max druk stabilisator4
09.4618.1399
09.4618.1370
09.4618.0921
Etiket - Binnen Deblokkeer Systeem Deur
Bovenzijde
Snelle gids en bedieningshendels machine1
Etiket - Gebruiksbeperkingen in nabijheid
van elektrische lijnen
1
1
13
09.4618.0933
14
09.4618.0922
15
16
GTH-4016 SR
17
09.4618.0933 Gevaar voor platdrukken8
09.4618.0922 Gevaar voor platdrukken6
09.4618.0243
09.4618.0241
Decoratieve sticker - GENIE Logo op WITTE
achtergrond
09.4618.1108
09.4618.1109
Decoratieve sticker - Genie GTH-4016 SR
09.4618.1061
1
1
1
1
2
18
19
GTH-4018 SR
09.4618.1111
09.4618.1112
09.4618.1113
Decoratieve sticker - Genie GTH-4018 SR
1
1
2
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 11
Page 12
Bedieningshandleiding
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Etiketten En Waarschuwingsborden Op Het Machine
Ref.StiklkerCodeBeschrijvingAant.
20
21
22
23
24
25
09.4618.0923 Gevaar voor brandwonden1
09.4618.0923
09.4618.0924 Gevaar voor ontploffing/brandwonden1
09.4618.0924
09.4618.0925 Gevaar voor platdrukken1
09.4618.0925
09.4618.0926 Geen mensen heffen1
09.4618.0926
09.4618.0927 Gevaar voor brandwonden1
09.4618.0927
09.4618.0916 Hijspunten6
09.4618.0916
26
27
28
29
09.4618.0917
09.4618.0928
XYZ
09.4618.1001
Z
B
A
09.4618.1383
09.4618.0917 Brandstofvuldop 1
09.4618.0928 Hydraulische olie2
09.4618.1383 Etiket - Manuele noodbedieningen1
09.4618.1001 Etiket - Onderhoudskraag1
12 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 13
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Bedieningshandleiding
Etiketten En Waarschuwingsborden Op Het Machine
Ref.StiklkerCodeBeschrijvingAant.
30
30
31
32
33
34
09.4618.1381
1
1
1
1
1
> 1°
> 5°
09.4618.1608
09.4618.0986
09.4618.1028
09.4618.1120
Ref. Circ uitRe f. C irc ui tRef. C irc ui t
K1 Road LightK9 Cut Off Forward/Backward Mode K17 Work Lights
K2 Road LightK10 Cut Off Forward/Backward Mode K18 Boom High Can-Bus
K3 HornK11 Start AbilitationK19 Boom Low Can-Bus
K4 -K12 -K20 Work Lights
Shift First/Second Mechanical Speed K13 -K21 -
K5
K6 -K14 -K22 Manplatform Supply Power
K7 Forward ModeK15 -K23 Warning Lights
K8 Backward Mode/Buzzer K16 -K24 Mechanical Gear Unit
.feR Circuit
F1 Front Windscreen Wiper
F2 Heating
F3 -
F4 Rear/Roof Wiper
F5 Flashing Beacon
F6 Road Light
F7 Position Lights
F8 Position Lights
F9
Stop Lights
F10 Position Lights Switch
F11
Control Instruments-Switch Lighting
F12 -
F13 Manplatform mode
F14 Forward-Reverse Switch
F15 Road Light
F16 Hazard Warning Light
F17 Position Lights Switch
F18 Work Lights
F19 Emergency Stop
F20 Supply Power Proximity
F21 Horn
F22
Manplatform Supply Power
F23 Cabin Interior Light
F24 Cabin Emergency Stop
F25
Boom Auxiliary Hydraulic Switch
F26 -
F27
Supply Power LMI Control Unit
09.4618.1258
09.4618.1381 Beweging vorken achteruit1
09.4618.1608
Arm inclinatie hoek voor GTH-4018SR met
GM-1 articulatie (optioneel)
09.4618.0986 Gevaar voor platdrukken1
09.4618.1028 Etiket - Parkeerrem1
09.4618.1120 Gevaar voor platdrukken2
09.4618.1258 Etiket - Zekeringen en relais bord cabine1
1
Ref. Description
K1G Glow Plugs
K2G Engine Start
Ref. Description
09.4618.1051
F1G Engine Ignition Key
F2G Cabin Fuses-Relay Board
F3G Glow Plugs
F4G Engine Start
09.4618.1257
09.4618.1257 Etiket - Zekeringen en relais bord motor1
PER LA MARCIA SU STRADA:
BLOCCARE MECCANICAMENTE LE ATTREZZATURE DI LAVORO
RUOTARE IL SELETTORE STERZATURA NELLA POSIZIONE CENTRALE “SOLO RUOTE ANTERIORI”
50
POSIZIONARE IL PULSANTE “STRADA/CANTIERE” SULL’ASSETTO “STRADA”
gegevens van het specifieke model
weergegeven (alleen op machines voor de
Italiaanse markt).
1
16 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 17
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Bedieningshandleiding
Veiligheidsnormen
GEVAAR TE WIJTEN AAN DEFECTE
MACHINE
• Gebruik een beschadigde of niet goed
functionerende machine niet.
• Voer een grondige inspectie voor het gebruik
van de machine uit en test alle functies voor
elke dienst.Label een beschadigde of niet goed
functionerende machine onmiddellijk en neem
deze uit bedrijf.
• Zorg ervoor dat alle onderhoud is uitgevoerd
volgens de specificaties in deze handleiding en
die in de servicehandleiding.
• Zorg ervoor dat alle stickers op hun plaats zitten
en leesbaar zijn.
• Vergewis u ervan dat de bedieningshandleiding
heel, leesbaar en goed opgeborgen is in de
speciale houder in de machine.
GEVAAR VOOR PERSOONLIJKE LETSELS
• Bedien de machine niet als er een hydraulisch
olieof luchtlek is. Perslucht of hydraulische olie
kan de huid binnendringen en/of brandwonden
veroorzaken.
• Altijd de machine in een goed geventileerde
omgeving gebruiken om vergiftiging door
koolmonoxyde te voorkomen.
• Laat de arm pas neer als het gebied eronder vrij
van mensen en obstakels is.
VEILIGHEIDSINRICHTINGEN
Er zijn veiligheidsinrichtingen op de wagen
aangebracht, die niet mogen behandeld of
losgemaakt worden.
Regelmatig controles uitoefenen op de goede
werking.
In geval van slechte werking, werkzaamheden
stopzetten en stukken vervangen.
Voor het nakijken van de veiligheidsinrichtingen,
zie hoofdst. "Onderhoud".
LASTBEGRENZER (LLMI/LLMC)
De lastbegrenzer zorgt ervoor dat de bediener in
alle veiligheid de machine kan gebruiken, door de
benadering van gevaarlijke zones met geluids- en
lichtsignalen aan te geven.
Deze inrichting kan echter niet de ervaring
van de bediener vervangen: de bediener blijft
verantwoordelijk voor het uitvoeren van veilige
handelingen en voor het in acht nemen van alle
voorgeschreven veiligheidsvoorschriften.
MICROSCHAKELAAR VAN DE STOEL
De aanwezigheid microschakelaar is ingebouwd
in het kussen van de stoel, deze belemmert iedere
inschakeling van de transmissie van het toestel als
de bestuurder niet goed op de bestuurdersplaats zit.
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 17
Page 18
Bedieningshandleiding
Veiligheidsnormen
Het niet opvolgen van de
instructies en veiligheidsvoorschriften in deze
handleiding heeft de dood of
ernstig letsel tot gevolg.
Niet bedienen tenzij:
• U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding
beschreven worden, leert en in praktijk brengt.
1. Vermijd gevaarlijke situaties. Zorg ervoor
dat u de veiligheidsvoorschriften kent en
begrijpt voordat u verder gaat met de volgende
sectie.
2. Voer altijd een inspectie voor het gebruik
uit.
3. Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4. Inspecteer de werkplek.
5. Gebruik de machine alleen zoals is
bedoeld.
• De Operator handleiding, de veiligheidsinstructies
en de, op de machine aanwezige, stikkers goed
doorlezen, begrijpen en zorgvuldig in acht
nemen.
• De veiligheidsinstructies en de veiligheidsnormen
betreffende de werkomgeving goed doorlezen,
begrijpen en zorgvuldig in acht nemen.
• De van kracht zijnde nationale wetgeving goed
doorlezen, begrijpen en zorgvuldig in acht
nemen.
• U getraind en gekwalificeerd bent om deze
machine veilig te bedienen.
Tweede Uitgave - Eerste Druk
ALGEMENE BESCHOUWING
De meeste ongelukken tijdens het werken mét of
onderhouden vàn de wagens worden veroorzaakt
door het niet in acht nemen van de basis
veiligheidsnormen.
Het is dus nodig steeds oplettend te blijven tijdens
het gebruik van de wagens en steeds attent te zijn
op de eventuele uitwerking van de bedieningen op
het machine.
Het snel herkennen van een potentieel gevaarlijke
situatie kan ongelukken vermijden.
GEVAAR
De instructies in deze handleiding zijn voorzien
door TEREXLIFT het is niet uitgesloten dat er
andere methodes bestaan om het apparaat in
werking te brengen en te herstellen, rekening
houdend met ruimte en hulpmiddelen ter
beschikking.
Indien men op andere wijze wil werken dan déze
voorzien in de handleiding, is het noodzakelijk te
verifiëren dat:
• de methode die men wil volgen niet verboden
is;
• de methode veilig is en aan de normen en
voorschriften van de handleiding voldoet;
• de gebruikte methode geen directe of indirecte
schade veroorzaakt aan het toestel en het
zodoende onveilig maakt;
• contact opnemen met de Technische Assistentie
Dienst van TEREXLIFT voor eventuele suggesties
en de noodzakelijke schriftelijke goedkeuring.
18 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 19
Tweede Uitgave - Eerste Druk
VEREISTEN VAN HET PERSONEEL
Bedieningshandleiding
Veiligheidsnormen
Vereisten van de BEDIENER
De bediener die regelmatig of onregelmatig het
toestel gebruikt (bijv. voor het vervoer) moet aan de
volgende vereisten voldoen:
medische vereisten:
geen alcohol, geneesmiddelen of andere middelen
die het psycho-fysisch evenwicht aantasten, voor of
tijdens het werken.
fysische vereisten:
goed zicht, goed gehoor, niet aan duizelingen lijden,
goed coördinatievermogen en in staat zijn alle
functies uit te oefenen, zoals in deze handleiding
aangegeven.
mentale vereisten:
in staat zijn alle normen, regels en
veiligheidsvoorschriften te verstaan; attent
en bedachtzaam te zijn om het werk op een
verantwoordelijke wijze uit te voeren.
emotionele vereisten:
kalm zijn en onder stress kunnen werken; in staat
zijn eigen pschyco-fysische conditie te oordelen.
training:
deze handleiding moet grondig gelezen worden,
zowel wat schema’s, platen en veiligheidsborden
betreft; men moet alle aspecten van het toestel
kennen.
Vereisten van het personeel verantwoordelijk
voor het ONDERHOUD
Het personeel verantwoordelijk voor het onderhoud
van hefinrichtingen moet gekwalificeerd zijn in
mechaniek en moet aan de volgend vereisten
voldoen:
fysische vereisten:
goed zicht, goed gehoor, niet aan duizelingen lijden,
goed coördinatievermogen en in staat zijn alle
functies uit te oefenen, zoals in deze handleiding
aangegeven
mentale vereisten:
in staat zijn alle normen, regels en
veiligheidsvoorschriften te verstaan; attent
en bedachtzaam te zijn om het werk op een
verantwoordelijke wijze uit te voeren
training:
deze handleiding moet grondig gelezen worden,
zowel wat schema’s, platen en veiligheidsborden
betreft; men moet alle aspecten van het toestel
kennen.
ATTENTIE
Het onderhouden van dit toestel bestaat niet uit
moeilijke handelingen op technisch gebied en
kan ook door de operator uitgevoerd worden
indien deze een basiskennis van mechaniek
bezit.
In sommige landen wordt een apart rijbewijs
of toestemming vereist om met dit toestel te
werken. Informeren bij overheid. Wat betreft
het Italiaans werkgebied moet de bediener
meerderjarig zijn.
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 19
Page 20
Bedieningshandleiding
Veiligheidsnormen
Tweede Uitgave - Eerste Druk
VERSCHILLENDE GEVAREN
WERK- EN ONDERHOUDSKLEDIJ
Bij het werken met of herstellen van het toestel moet
men steeds de volgende kledij en veiligheidsuitrusting
gebruiken:
• Werkoverall of andere makkelijk zittende kleding,
niet te wijd om niet in bewegende delen verstrikt
te raken.
• Oordoppen of gelijksoortige gehoorbeschermers.
• Kleine beschermingshelm.
• Handschoenen.
• Veiligheidsschoenen.
Overeenstemmende en in goede staat van
bewaring verkerende veiligheidsuitrusting
gebruiken.
Gevaren verbonden met de WERKRUIMTE
Steeds rekening houden met de eigenschappen van
het werkterrein:
• Het werkterrein goed bestuderen t.o.v. de wagen
en zijn mogelijke standen.
GEVAAR
Deze machine is niet elektrisch geïsoleerd en
biedt geen bescherming tegen contact met of nabijheid van elektrische stroom. Steeds een veilige
afstand van deze bewaren, zowel met de telescopische arm als met de eventueel geheven vracht.
Gevaar voor bliksem en elektrische ontladingen.
• Blijf uit de buurt van de machine wanneer deze
contact maakt met elektriciteitsdraden onder
spanning. Personeel op de grond of in het
machine dient de machine niet aan te raken of
te bedienen, totdat de elektriciteitsdraden onder
spanning zijn uitgeschakeld.
RISICO VOOR DOOD OF ERNSTIGE
VERWONDINGEN WANNEER CONTACT MET
ONDER STROOM STAANDE ELECTRISCHE LIJNEN.
STEEDS EERST DE ELECTRICITEITS-DISTRIBUERENDE
ENTITEIT VERWITTIGEN ALVORENS TE WERKEN IN
EEN ZONE MET POTENTIEEL GEVAAR. DE ONDER
STROOM STAANDE KABELS EERST LOSMAKEN
ALVORENS MET HET VOERTUIG TE WERKEN.
STROOM LIJNMINIMALE AFSTAND
0a50 kV3.00 m10 ft
50a200 kV4.60 m15 ft
200a350 kV6.10 m20 ft
350a500 kV7.62 m25 ft
500a750 kV10.67 m35 ft
750a1000 kV13.72 m45 ft
PERSOONLIJKE VEILIGHEIDSUITRUSTING
Wanneer de werktoestand het vereist dient men
tevens in bezit te zijn van volgende uitrusting:
• Ademhalingsmaskers (of stofmaskers).
• Brillen of maskers voor de oogbescherming.
Het is verboden de wagen tijdens onweer te
gebruiken.
GEVAAR
WAARSCHUWING
De bediener moet zijn zichtveld controleren
alvorens de heftruck te gebruiken.
20 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 21
Tweede Uitgave - Eerste Druk
• De ondergrond waarop de machine wordt
geplaatst moet geschikt zijn voor het maximale
draagvermogen. Indien de ondergrond instabiel
is, zou het toestel kunnen kantelen. Om dit te
voorkomen de volgende voorschriften in acht
nemen:
1. Vraag aan de werkgever (bouwopzichter,
bouwassistent) of de ondergrond onder
de stabilisatoren holle ruimtes zou kunnen
verstoppen, zoals de aanwezigheid van leidingen,
putten, oude reservoirs, ondergrondse ruimtes,
enz.
2. Een algemene waardering van de ondergrond
kan door middel van de hieronder weergegeven
tabellen en tekeningen uitgevoerd worden.
3. Naargelang het grondtype en de geomorfologische
eigenschappen, kan de ondergrond alleen
beperkte lasten dragen.
Tabel 1 weergeeft de onder de stabilisatoren van
de machine toegestane bodemdruk.
Bedieningshandleiding
Veiligheidsnormen
WAARSCHUWING
Nagaan of de grond waar men de wagen wil
neerzetten (wielen of stabilisators) stevig genoeg
is om het evenwicht niet in gevaar te brengen.
Wanneer de grond onvoldoende stevigheid
biedt, hulpplaten onder de stabilisators of onder
de wielen plaatsen. Deze platen moeten een
druk garanderen, niet hoger dan 1,2÷1,5 kg/cm2
(Afmeting platen: 800x800 mm is voldoende).
• Het beste traject uitzoeken om op het werkterrein
te komen.
• Wanneer het toestel in actie is mag niemand in
de werkstraal komen.
• Tijdens het werk, orde op het terrein houden:
niets laten liggen dat het bewegen van mensen
of toestel zou kunnen belemmeren.
• In nabijheid van grachten, stabilisators dalen op
veilige afstand van de berm.
Bodemtype,
geomorfologische
kenmerken
losse,
niet compacte bodem
leemachtige bodem,
veengrond, zachte
bodem
coherente, zachte bodem
Niet-coherente bodem,
goed compacte bodem,
zand, grind
Coherente
bodem
Rots, beton,
straatsteen geschikt voor
het dragen van zware
voertuigen
half solide
solide
harde4.00.4
Toegestane
bodemdruk
2
kg/cm
over het algemeen
niet stevige bodem,
hiervoor zijn
bijzondere
maatregelen nodig
2.00.2
1.00.1
2.00.2
meer
dan
10.0
N/mm
meer
dan
1.0
Tabel 1
Draagvermogen
2
Steunvlak
Voet van de glooiing
De afstand (a) vanaf de voet van de glooiing moet
geschikt zijn ten opzichte van de hoogte (h) van de
glooiing.
Als de ondergrond goed is:
a : h = 1 : 1
(grijze waarden in tabel 1)
Bij twijfelgevallen:
a : h = 2 : 1
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 21
Page 22
Bedieningshandleiding
Veiligheidsnormen
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Gevaren verbonden met de WERKZAAMHEDEN
en het ONDERHOUD
Alvorens met een werk te beginnen
• Eerst en vooral nagaan of de onderhoudsbeurten
nauwkeurig uitgevoerd werden.
:
WAARSCHUWING
De machine in werkstand brengen door het
evenwicht na te gaan op het in de cabine aanwezig
apparaat.
• Controleer of er voldoende brandstof aanwezig
is om een plotselinge stilstand van de machine,
tijdens kritische manoeuvres, te voorkomen.
• De instrumenten, de borden, de
verlichtingselementen en de ruiten van de cabine
zorgvuldig schoonmaken.
• Verifieer de juiste werking van alle
veiligheidsinrichtingen op de machine en in de
werkzone.
• In geval van problemen of moeilijkheden, van
eender welke aard, eerst bij de meerdere melden.
In geen geval het werk starten zonder de nodige
veiligheidsvoorwaarden.
• Het is verboden noodreparaties uit te voeren om
alsmaar snel met het werk te starten!
Tijdens het werken, onderhouden of herstellen,
steeds voorzichtig blijven:
• Het is verboden onder de opgeheven lading
te lopen of te staan of onder andere delen v/h
voertuig, opgeheven door hydraulische cilinders
of door koorden.
Grepen en voetplanken schoonhouden van
•
olie, vet en vuil teneinde glijden en vallen te
voorkomen.
•
Bij in- en uitstappen cabine of andere geheven
delen, nooit de rug naar het voertuig draaien.
• Bij werken op gevaarlijke hoogtes (hoger dan
1,5 m. van grond), gebruik veiligheidsgordels of
valschermen.
• Het is verboden in of uit te stappen wanneer het
voertuig in beweging is.
• Het is verboden de bedieningsplaats te verlaten
wanneer het voertuig in werking is.
• Het is ten strengste verboden eender welk werk
uit te voeren tussen de wielen van het voertuig
met draaiende motor. Wanneer dit nodig zou zijn,
is men verplicht de motor uit te draaien.
• Het is verboden werken, onderhoud of
herstellingen uit te voeren zonder de juiste
verlichting.
• Bij het gebruik van lampen, opletten dat de
verlichting het werkend personeel niet verblind.
• Alvorens elektrische kabels of onderdelen onder
spanning te zetten, letten op de juiste verbinding
en functie.
• Het is verboden werken uit te voeren op
elektrische delen onder spanning, hoger dan48
V.
• Het is verboden natte stekkers of stopcontacten
te gebruiken
• Gevaar aanduidende borden en platen mogen
nooit weggehaald, bedekt of onleesbaar gemaakt
worden.
• Het is verboden, tenzij voor onderhoudsreden,
veiligheidsborden, koffers of beschermingscarters
weg te halen. Wanneer dit toch nodig zou blijken,
gelieve het heel voorzichtig en met uitgedraaide
motor te doen; verplichtend alles terug op plaats
te brengen alvorens de motor aan te draaien en
met het voertuig te werken.
.
22 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 23
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Bedieningshandleiding
Veiligheidsnormen
• Het is nodig de motor stop te zetten en de
accu te ontkoppelen telkens men onderhoud of
herstellingen uitvoert.
• Het is verboden op bewegende delen olie aan te
brengen of schoon te maken.
• Het is verboden de handen te gebruiken om
werken uit te voeren die met kenmerkende
werktuigen dienen gedaan te worden.
• Het is verboden om lasten op andere punten dan
de gereedschapshouder aan te brengen.
WAARSCHUWING
Enkel gekwalificeerd personeel mag op
hydraulisch vlak ingrijpen.
Het hydraulisch systeem van dit toestel bezit
drukaccu’s die grote risico’s kunnen betekenen
indien men op het systeem zou ingrijpen zonder
deze accu’s eerst te ontladen.
Om de accu’s de ontladen is het voldoende 8 tot 10
keer de rem in te duwen bij een stilstaande wagen.
• Alvorens werk uit te voeren op onder druk staande
lijnen (olie, lucht) en/of delen ervan los te maken,
nagaan of de lijn niet meer onder druk staat en
ze geen hete vloeistof bevat.
• Het is verboden de katalysator en houders met hete
stoffen te ledigen zonder van te voren de nodige
voorzorgsmaatregelen getroffen te hebben.
• Alvorens het toestel in werk te stellen, nà
herstelling of onderhoud, nakijken of er geen
gereedschap of doeken in holtes blijven zitten
die beweging of afkoeling kunnen belemmeren.
• Orders worden gegeven aan slechts-één persoon
tegelijk tijdens het werken met de hefinrichting.
• Steeds aandacht wijden aan de gekregen orders.
• Inmengingen vermijden tijdens het uitvoeren van
werken en moeilijke behandelingen.
• De aandacht van de operator niet afleiden zonder
een ernstige reden.
• Het is verboden het werkende personeel te
verschrikken of met dingen te werpen, ook maar
als grap.
• Bij het einde van de werken is het verboden
de machine achter te laten in een mogelijk
gevaarlijke stand.
• Verwijder het werktuig van het toestel alvorens
onderhouds- of reparatiehandelingen uit te
voeren.
Gevaarlijke toestanden verbonden met het
GEBRUIK VAN DE MACHINE
De volgende werkomstandigheden absoluut
vermijden:
• Lasten verplaatsen die boven het maximale
draagvermogen van de machine liggen.
• De arm heffen of uitschuiven als de machine niet
op een stabiel en genivelleerd oppervlak staat.
• De machine gebruiken als er een sterke wind
staat. Het aan de wind blootgestelde oppervlak
of last niet vergroten. Dit zou, in geval van sterke
wind, de stabiliteit van de machine verminderen.
• Als de machine op niet goed genivelleerde
oppervlakken wordt gebruikt (bijv. in geval van
puin of gladde oppervlakken, of in de buurt van
sloten of kuilen) zeer zorgvuldig te werk gaan en
de snelheid verminderen.
• De verplaatsingssnelheid verminderen
naargelang de toestand van de bodem, de
hellingen, de in de buurt aanwezige personen en
andere omstandigheden die botsingen kunnen
veroorzaken.
Geen uitstekende lasten op de machine plaatsen
•
of aanbrengen.
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 23
Page 24
Bedieningshandleiding
Veiligheidsnormen
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Gevaar voor ONTPLOFFING OF BRAND
• In geval van sporen of geur van LPG, benzine,
dieselbrandstof of andere ontplofbare stoffen de
motor niet starten.
• Als de motor aan is geen brandstof bijtanken.
• Brandstof bijtanken en batterijen opladen
uitsluitend in een goed geventileerde zone, uit
de buurt van vonken, vlammen of sigaretten.
• De machine niet in een gevaarlijke omgeving of
in de buurt van brandbare of ontplofbare stoffen
gebruiken.
• Geen ether in motoren met voorverwarm bougies
doen.
• Vermijden vaten of jerrycans met brandstof te
laten slingeren op het werkterrein.
• Het is verboden de katalysator en houders met
hete stoffen te ledigen zonder van te voren
de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen te
hebben.
• Alle gevaarlijke- en brandstoffen behoedzaam
behandelen.
• Het is verboden brandblusapparaten en
drukaccu’s te schenden.
Gevaar voor SCHADE AAN
MACHINEONDERDELEN
• Om de motor te starten geen batterijoplader of
batterijen gebruiken met een spanning boven de
12V.
• De machine niet als aarding gebruiken om
laswerkzaamheden uit te voeren.
Gevaar voor PERSOONLIJKE LETSELS
• Bedien de machine niet als er een hydraulisch
olieof luchtlek is. Perslucht of hydraulische olie
kan de huid binnendringen en/of brandwonden
veroorzaken.
• Altijd de machine in een goed geventileerde
omgeving gebruiken om vergiftiging door
koolmonoxyde te voorkomen.
• Laat de arm pas neer als het gebied eronder vrij
van mensen en obstakels is.
24 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 25
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Bedieningshandleiding
Veiligheidsnormen
Risico’s verbonden aan HANGENDE LASTEN
• Iedere hangende last heeft een eigen dynamisch
effect dat, met betrekking tot de stabiliteit van de
machine, niet voorspelbaar is. Handel tijdens
de verplaatsing van hangende lasten uiterst
voorzichtig.
• Alvorens de last te heffen, vergewis u ervan dat
de telescopische heflift op een solide en vlakke
ondergrond is geparkeerd.
• Activeer de machine niet indien er onder de
hangende last personen aanwezig zijn.
• Alle verplaatsingen van de last moeten op de
laagste snelheid geschieden.
• Hef geen last indien er sprake is van een
windsnelheid boven de 20 mph (32Kmh).
• Nivelleer de telescopische manipulator alvorens
een last te heffen.
• Om de last te bewegen en schommelingen te
voorkomen, gebruik geschikte kabels en vraag
de hulp van vakkundig personeel.
• Om een schommelende last in evenwicht te
brengen gebruik niet de vork- balansfunctie van
de manipulator.
• De last niet slepen.
• Probeer nooit vaste of verankerde lasten te
verplaatsen.
• Hef de last verticaal; oefen nooit een horizontale
belasting uit op de last om grote schommelingen
te vermijden.
• Indien het zicht belemmerd is of belemmerd kan
worden, moet de bediener zorgen voor andere/
extra middelen om de last in een veilige toestand
te verplaatsen.
• Vraag de assistentie van het grondpersoneel
zowel om aanwijzingen te geven tijdens de
verplaatsing als om het verkeer van vervoermiddel
en personen te regelen.
• Rij langzamer in het geval van omstandigheden
die een plotselinge beweging van de last kunnen
veroorzaken of die het veilige vervoer kunnen
benadelen.
• Tijdens de verplaatsing de arm weer helemaal
inschuiven.
• Beweeg uitsluitend op solide bodems.
• Start, beweeg, draai en stop het toestel zeer
voorzichtig om onstabiele toestanden of
schommelingen te voorkomen.
• Beweeg zeer langzaam.
• Tijdens het voervoer houd de last zo dicht
mogelijk bij de grond.
• Gebruik geen enkele bediening om de last, tijdens
de beweging, terug te plaatsen. Alvorens de last
terug te plaatsen, stop langzaam de machine.
Risico’s verbonden aan het stabiliteit controle
systeem LLMI/ LLMC
Het LLMI/LLMC systeem werkt volgens de ontwerp
specifieken alleen als:
• het voertuig stilstaat;
• het voertuig op een solide, vlakke en genivelleerde
bodem geparkeerd is;
• het voertuig in de laad- of positionering modus is;
• de LLMI/LLMC inrichting actief is (geen
overbrugging).
De LLMI inrichting waarschuwt de bediener voor
niet een geschikte stabiliteit toestanden langs het
voorste lengte vlak.
De LLMI/LLMC inrichting is niet ontworpen om de
bediener te waarschuwen voor een kantelgevaar in
het geval van:
• een plotselinge overbelasting;
• een beweging met een opgeheven last;
• een beweging op instabiele gronden of in geval
van belemmeringen of kuilen;
• een dwarsbewegingen of het keren op hellingen;
• snelle bewegingen bij bochten of met een te
nauwe draairuimte.
De regelingen die de instellingen van de LLMI/
LLMC inrichting beïnvloeden moeten uitsluitend door
bevoegd personeel uitgevoerd worden.
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 25
Page 26
Bedieningshandleiding
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Pagina opzettelijk wit gelaten
26 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 27
Tweede Uitgave - Eerste Druk
5
Bedieningshandleiding
Beschrijving Van Het Toestel
1
2
6
8
3
4
1. Telescopische arm
2. Stuurcabine overeenkomstig ROPS-FOPS
3. Achter stabilisatoren
4. Achteras
5. Vork
6. Verdeler ruimte
7. Vooras
8. Voor stabilisatoren
9. Motorruimte
9
7
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 27
Page 28
Bedieningshandleiding
Beschrijving Van Het Toestel
Algemene Beschrijving van het Toestel
GTH-4016 SR
Tweede Uitgave - Eerste Druk
De machine bestaat voornamelijk uit een mobiele
wagen voorzien van een motor en een transmissielijn
met wielen en draaitoren, een bestuurderscabine
voor de bediener en een telescopische arm met een
gelede koppeling voor de beweging en verplaatsing
van lasten die het nominale draagvermogen van de
machine niet overschrijden.
De mechanische kracht die nodig is om de machine
en de last te bewegen wordt geleverd door een
diesel motor aan de rechterzijde van de wagen en
wordt bediend door een mechanisch pedaal binnen
de bestuurderscabine.
De diesel brandstof, die de motor voedt, bevindt
zich in een stalen tank aan de linkerzijde van de
wagen, net achter de olietank en de toegangstrap
tot de cabine.
De motor voedt drie hydraulische pompen.
De grootste is een zuigerpomp met regelbare
cilinderinhoud, rechtstreeks op de behuizing van
het motorvliegwiel vastgeflensd en is hydraulisch
aangesloten aan een hydraulische zuigermotor met
regelbare cilinderinhoud waarmee de nodige koppel
voor de beweging van het toestel wordt verkregen.
Deze twee eenheden zijn de hoofdonderdelen
van de hydrostatische aandrijving die mechanisch
aangesloten is aan de assen en wielen van het
toestel. In het bijzonder is de hydraulische motor
vastgeflensd op het midden van de vooras die op
de achteras aangesloten is door middel van een
cardan-as, zodanig dat een trekkracht aan de vier
aandrijfwielen wordt geleverd.
De mechanische koppel verkregen door de
hydrostatische motor en die, door de reductor,
wordt overgebracht op de vooras en achteras door
middel van twee cardanassen ondergebracht op
de centrale lijn van de wagen, dusdanig dat een
vierwielaandrijving wordt geleverd.
Zowel de hydrostatische pomp als de motor worden
hydraulisch bestuurd en regelen automatisch hun
werkingsparameters naargelang het toerental van
de motor en het door de pompen vereiste kracht.
De vier wielen zijn voorzien van banden die
geschikt zijn om de machine in alle mogelijke
werkomstandigheden voor dit model te gebruiken
en kunnen een maximale last dragen gelijk aan het
gewicht van de machine en de geheven last.
De tweede pomp is een tandwielpomp, bevestigd
op de achterzijde van de grotere pomp, waaraan
ze mechanisch gekoppeld is door middel van een
PTO en die zorgt voor het vermogen en de druk die
nodig zijn voor de beweging van de telescopische
arm, van de koppeling voor de beweging van de
last, van de rotatie inrichting om de voor en achter
stabilisatoren te activeren en voor de voeding van
het stuursysteem.
De derde pomp is een tandwielpomp, en is geflensd
aan de zij distributie-PTO van de motor en voedt de
inrichting van de bedrijfsrem.
Deze drie pompen worden gevoed door middel van
olie zuiglijnen die verbonden zijn aan de hydraulische
olietank ondergebracht aan de linkerzijde van
de wagen, net voor de gasolie tank en achter de
toegangstrap tot de cabine.
Deze olietank is van staal en is tevens voorzien
van filter (op de terugvoer lijn), peilaanwijzers en
bijvuldop.
De motor en de drie pompen zijn binnen een
geschikte motorkamer ondergebracht bestaande uit
een onderste vaste stalen ruimte en een bovenste
stalen kap die helemaal geopend kan worden om
onderhoudswerkzaamheden binnen de motorruimte
uit te voeren.
De motorruimte bevat ook de radiator, voor de
afkoeling van de motor en van de hydraulische olie,
een intern expansievat voor het koelmiddel, het
filter en de luchtkoker, de alternator, de accu, de
batterijschakelaar, de motorolie- en gasolie filters.
De geluiddemper en de uitlaatpijp van de motor
worden dus geleid vanaf de onderkant van de
motorruimte naar de achterste binnenkant van
de wagen en tenslotte naar de achterkant van de
wagen, dusdanig dat de afvoergassen van de motor
naar de achterkant van de machine geleid worden.
De vier stabilisatoren, op de vier buitenhoeken
van de wagen, geven aan de machine een
vergroot lastvermogen dankzij een draagzone met
een grotere stabiliteit als de vier voeten van de
stabilisatoren helemaal op de grond steunen.
De vier mechanismen van de stabilisatoren bestaan
ieder uit een roterende stabilisator arm, voorzien van
draaivoet die in twee standen kan draaien (gesloten
stabilisator en open stabilisator) en is bevestigd aan
28 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 29
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Bedieningshandleiding
Beschrijving Van Het Toestel
de wagenstructuur. Deze armen worden geactiveerd
door middel van een specifieke hydraulische cilinder
gescharnierd tussen de draaiarm van de stabilisator
en de wagenstructuur.
De plaatsing van de stabilisatoren bestaat uit een
volledige rotatie naar de onderkant van de draaiarm
van de stabilisator. Tijdens de sluitfase van de
stabilisatoren is de draaiarm helemaal omhoog
gekeerd.
De telescopische arm is vastgemaakt aan de
achterzijde van de draaitoren hij bestaat voornamelijk
uit drie stalen rechthoekige buizen en is voorzien van
gelede koppeling voor de beweging en het vervoer
van de last.
Het buitendeel is vastgemaakt aan de bovenste
achterzijde van de toren en wordt bewogen door een
hydraulische cilinder geplaatst tussen zijn onderste
oppervlak en de centrale zone van het frame.
Het uitschuiven en inschuiven van deze cilinder zorgt
voor de rotatie van het buitendeel van de arm binnen
zijn min. en max. grenzen.
Het tussendeel van de arm kan uitschuiven ten
opzichte van de buitenkant door een extensie cilinder
boven de arm.
De binnenkant van de arm wordt bewogen door
middel van een andere telescopische cilinder aan
de binnenkant.
Deze twee cilinders zijn hydraulisch serieel met
elkaar verbonden, en zijn zodanig ontworpen dat
de extensie van de grotere (die het tussendeel van
de arm beweegt) dezelfde extensie als de kleinere
cilinder (die de binnenkant van de arm beweegt)
produceert.
De articulatiekoppeling, boven het interne deel van
de arm, is voorzien van een draaikoppeling die
gemakkelijk aan verschillende werktuigen gekoppeld
kan worden en die door een andere specifieke
cilinder geactiveerd kan worden.
De cilinder is hydraulisch aangesloten aan een andere
cilinder vastgemaakt aan de achterzijde van de toren,
tussen de linker zijde van het eerste deel van de
arm en de onderste plaat van de draaitoren, zodanig
dat een automatisch nivelleringsmechanisme van
de vorken wordt verkregen, waarmee de vorken
automatisch genivelleerd blijven als de arm omhoog
of omlaag gebracht wordt.
De verschillende voor deze machine beschikbare
toebehoren kunnen gemakkelijk vervangen worden
en ze worden geblokkeerd door middel van een
mechanische pin (standaard model) of door middel
van een hydraulische cilinder voor het snel vast- en
loshaken.
De eerder beschreven cilinders van de arm,
de hydraulische motor van de draaitoren en de
torenrotatie reductor worden geactiveerd door middel
van een elektrisch bestuurde verdeler middels een
hoofdjoystick aanwezig op de rechter armsteun van
de bestuurderszitting.
Deze verdeler bedient tevens de rotatiebeweging
van de toren en van de voor en achter stabilisatoren.
De bediener kan de stabilisatoren activeren door
middel van vier, goed van elkaar afgescheiden
elektrische (tweestanden) schakelaars,
ondergebracht op het voorste instrumentenbord.
De andere beschikbare hoofdbedieningen in de
cabine zijn het stuur (voor de bediening van de
stuurfuncties van de machine), het rempedaal en de
mechanische hendel voor de parkeerrem.
Het stuurwiel is mechanisch aan een stuureenheid
verbonden die de stuurcilinders, op de voor- en achteras,
voedt; op deze wijze is de stuurhoek proportioneel ten
opzichte van het toerental van het stuur.
Het rempedaal is verbonden aan de rempomp
die hydraulisch gevoed wordt en die, naargelang
de druk die op het pedaal wordt uitgeoefend,
een hydraulische druk veroorzaakt, waardoor de
remschijfeenheden (in oliebad), binnen de achter- en
vooras, geactiveerd worden door op de drijfassen
binnen de as te handelen.
Dezelfde remschijfeenheid op de vooras wordt
geactiveerd door middel van het parkeerrem systeem
door een intern mechanisme dat mechanisch
geactiveerd wordt en hydraulisch weer losgelaten.
Als de parkeerrem weer wordt losgelaten, door middel
van de greep binnen de cabine aan de linkerzijde van
de bestuurderszitting, wordt een hydraulische druk
op het interne mechanisme uitgeoefend waardoor de
kracht op de remschijven wordt overgebracht.
Als de parkeerrem geactiveerd wordt, wordt deze
druk verwijderd en het interne mechanisme duwt de
remschijven waardoor de nodige remkracht wordt
uitgeoefend.
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 29
Page 30
Bedieningshandleiding
Beschrijving Van Het Toestel
Twee extra hydraulische cilinders zijn aan de
achterzijde van de wagen gemonteerd en duwen de
achteras als er een hydraulische druk hierop wordt
uitgeoefend. Deze cilinders dienen om de zijstabiliteit
van de machine te verbeteren door de achteras
te blokkeren als de armhoek de gespecificeerde
waarde overschrijdt of als de toren niet op de wagen
is uitgelijnd.
De bedienerscabine is compleet en is voorzien van
voorruit en ruiten om de bediener te beschermen en
om een optimaal zicht te geven.
De bediener zit op een opgevulde en regelbare zitting
en kan de machine bedienen door middel van de
speciale bedieningen die op passende wijze binnen
de cabine geplaatst zijn.
Het instrumentenbord is voorzien van alle bedieningen
en wijzers die nodig zijn om de machine op passende
en veilige wijze te gebruiken.
Er is een automatisch controlesysteem van de
stabiliteit met een display, ondergebracht in de
cabine, hiermee kan de bediener de stabiliteit
toestand van de machine en de last op het gekozen
werktuig controleren.
Het systeem werkt door signalen afkomstig van de
volgende elementen: druktransductors op de zuiger
en op de kamer van de cilinders voor het heffen van
de arm en voor de nivellering van de vorken, hoek
transductors en voor het uittrekken van de arm,
aanwezig binnen dezelfde inrichting, gemonteerd op
de linker voorzijde van het eerste deel van de arm.
De machine is tevens voorzien van een complete
set lampen om veilig op weinig verlichte openbare
wegen te kunnen rijden.
Om de stabiliteit van de machine te verbeteren
is er aan de achterzijde van de draaitoren een
tegengewicht gemonteerd.
Tweede Uitgave - Eerste Druk
30 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 31
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Algemene Beschrijving van het Toestel
GTH-4018 SR
Bedieningshandleiding
Beschrijving Van Het Toestel
De machine bestaat voornamelijk uit een mobiele
wagen voorzien van een motor en een transmissielijn
met wielen en draaitoren, een bestuurderscabine
voor de bediener en een telescopische arm met een
gelede koppeling voor de beweging en verplaatsing
van lasten die het nominale draagvermogen van de
machine niet overschrijden.
De mechanische kracht die nodig is om de machine
en de last te bewegen wordt geleverd door een
diesel motor aan de rechterzijde van de wagen en
wordt bediend door een mechanisch pedaal binnen
de bestuurderscabine.
De diesel brandstof, die de motor voedt, bevindt
zich in een stalen tank aan de linkerzijde van de
wagen, net achter de olietank en de toegangstrap
tot de cabine.
De motor voedt drie hydraulische pompen.
De grootste is een zuigerpomp met regelbare
cilinderinhoud, rechtstreeks op de behuizing van
het motorvliegwiel vastgeflensd en is hydraulisch
aangesloten aan een hydraulische zuigermotor met
regelbare cilinderinhoud waarmee de nodige koppel
voor de beweging van het toestel wordt verkregen.
Deze twee eenheden zijn de hoofdonderdelen
van de hydrostatische aandrijving die mechanisch
aangesloten is aan de assen en wielen van het
toestel. In het bijzonder is de hydraulische motor
vastgeflensd op het midden van de vooras die op
de achteras aangesloten is door middel van een
cardan-as, zodanig dat een trekkracht aan de vier
aandrijfwielen wordt geleverd.
De mechanische koppel verkregen door de
hydrostatische motor en die, door de reductor,
wordt overgebracht op de vooras en achteras door
middel van twee cardanassen ondergebracht op
de centrale lijn van de wagen, dusdanig dat een
vierwielaandrijving wordt geleverd.
Zowel de hydrostatische pomp als de motor worden
hydraulisch bestuurd en regelen automatisch hun
werkingsparameters naargelang het toerental van
de motor en het door de pompen vereiste kracht.
De vier wielen zijn voorzien van banden die
geschikt zijn om de machine in alle mogelijke
werkomstandigheden voor dit model te gebruiken
en kunnen een maximale last dragen gelijk aan het
gewicht van de machine en de geheven last.
De tweede pomp is een tandwielpomp, bevestigd
op de achterzijde van de grotere pomp, waaraan
ze mechanisch gekoppeld is door middel van een
PTO en die zorgt voor het vermogen en de druk die
nodig zijn voor de beweging van de telescopische
arm, van de koppeling voor de beweging van de
last, van de rotatie inrichting om de voor en achter
stabilisatoren te activeren en voor de voeding van
het stuursysteem.
De derde pomp is een tandwielpomp, en is geflensd
aan de zij distributie-PTO van de motor en voedt de
inrichting van de bedrijfsrem.
Deze drie pompen worden gevoed door middel van
olie zuiglijnen die verbonden zijn aan de hydraulische
olietank ondergebracht aan de linkerzijde van
de wagen, net voor de gasolie tank en achter de
toegangstrap tot de cabine.
Deze olietank is van staal en is tevens voorzien
van filter (op de terugvoer lijn), peilaanwijzers en
bijvuldop.
De motor en de drie pompen zijn binnen een
geschikte motorkamer ondergebracht bestaande uit
een onderste vaste stalen ruimte en een bovenste
stalen kap die helemaal geopend kan worden om
onderhoudswerkzaamheden binnen de motorruimte
uit te voeren.
De motorruimte bevat ook de radiator, voor de
afkoeling van de motor en van de hydraulische olie,
een intern expansievat voor het koelmiddel, het
filter en de luchtkoker, de alternator, de accu, de
batterijschakelaar, de motorolie- en gasolie filters.
De geluiddemper en de uitlaatpijp van de motor
worden dus geleid vanaf de onderkant van de
motorruimte naar de achterste binnenkant van
de wagen en tenslotte naar de achterkant van de
wagen, dusdanig dat de afvoergassen van de motor
naar de achterkant van de machine geleid worden.
De vier stabilisatoren, op de vier buitenhoeken
van de wagen, geven aan de machine een
vergroot lastvermogen dankzij een draagzone met
een grotere stabiliteit als de vier voeten van de
stabilisatoren helemaal op de grond steunen.
De vier mechanismen van de stabilisatoren bestaan
ieder uit een roterende stabilisator arm, voorzien van
draaivoet die in twee standen kan draaien (gesloten
stabilisator en open stabilisator) gescharnierd op de
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 31
Page 32
Bedieningshandleiding
Beschrijving Van Het Toestel
Tweede Uitgave - Eerste Druk
telescopische arm van de stabilisator. Deze arm kan
naar de buitenkant en naar de binnenkant van de
wagen bewegen door op speciale geleidingen, op de
voor- en achteruiteinde van de wagen, te schuiven.
Deze twee onderdelen worden geactiveerd door
middel van een specifieke hydraulische cilinder
gescharnierd tussen de draaiarm van de stabilisator
en de wagenstructuur.
De plaatsing van de stabilisatoren bestaat uit twee
bewegingen: ten eerste wordt de telescopische
arm van de stabilisator helemaal uitgetrokken en
vervolgens wordt de draaiarm van de stabilisator
helemaal naar beneden gedraaid. Tijdens de
sluitfase van de stabilisatoren zijn deze twee
bewegingen omgekeerd: ten eerste wordt de
draaiarm van de stabilisator helemaal naar boven
gedraaid en vervolgens wordt de telescopische arm
van de stabilisator helemaal ingetrokken.
Een specifiek mechanisme en het hydraulische
circuit zorgen ervoor dat deze twee bewegingen
precies achterelkaar geschieden, geactiveerd door
een enkele cilinder.
De telescopische arm is gescharnierd op de achterkant
van de draaitoren, hij bestaat voornamelijk uit vier
stalen buizen en is voorzien van gelede koppeling
voor de beweging en het vervoer van de last.
Het buitendeel is vastgemaakt aan de achterzijde
van de draaitoren, boven, en wordt bewogen door
een hydraulische cilinder tussen zijn onderste
oppervlak en de centrale zone van de toren.
Het uitschuiven en inschuiven van deze cilinder zorgt
voor de rotatie van het buitendeel van de arm binnen
zijn min. en max. grenzen.
Het grotere centrale deel van de arm kan uitschuiven
ten opzichte van het buitenste deel door een extensie
cilinder boven de arm.
Het kleinere centrale deel van de arm en het
binnenste deel worden door een kettingen systeem,
bestaande uit speciale kettingen die specifiek
ontworpen zijn voor het heffen van lasten, en door
riemschijven en pinnen die nodig zijn voor de juiste
werking van de kettingen.
De articulatiekoppeling, boven het interne deel van
de arm, is voorzien van een draaikoppeling die
gemakkelijk aan verschillende werktuigen gekoppeld
kan worden en die door een andere specifieke
cilinder geactiveerd kan worden.
De cilinder is hydraulisch aangesloten aan een andere
cilinder vastgemaakt aan de achterzijde van de toren,
tussen de linker zijde van het eerste deel van de
arm en de onderste plaat van de draaitoren, zodanig
dat een automatisch nivelleringsmechanisme van
de vorken wordt verkregen, waarmee de vorken
automatisch genivelleerd blijven als de arm omhoog
of omlaag gebracht wordt.
De verschillende voor deze machine beschikbare
toebehoren kunnen gemakkelijk vervangen worden
en ze worden geblokkeerd door middel van een
mechanische pin (standaard model) of door middel
van een hydraulische cilinder voor het snel vast- en
loshaken.
De eerder beschreven cilinders van de arm,
de hydraulische motor van de draaitoren en de
torenrotatie reductor worden geactiveerd door middel
van een elektrisch bestuurde verdeler middels een
hoofdjoystick aanwezig op de rechter armsteun van
de bestuurderszitting.
Deze verdeler bedient tevens de rotatiebeweging
van de toren en van de voor en achter stabilisatoren.
De bediener kan de stabilisatoren activeren door
middel van vier, goed van elkaar afgescheiden
elektrische (tweestanden) schakelaars,
ondergebracht op het voorste instrumentenbord.
De andere beschikbare hoofdbedieningen in de
cabine zijn het stuur (voor de bediening van de
stuurfuncties van de machine), het rempedaal en de
mechanische hendel voor de parkeerrem.
Het stuurwiel is mechanisch aan een stuureenheid
verbonden die de stuurcilinders, op de voor- en
achteras, voedt; op deze wijze is de stuurhoek
proportioneel ten opzichte van het toerental van
het stuur.
Het rempedaal is verbonden aan de rempomp
die hydraulisch gevoed wordt en die, naargelang
de druk die op het pedaal wordt uitgeoefend,
een hydraulische druk veroorzaakt, waardoor de
remschijfeenheden (in oliebad), binnen de achter- en
vooras, geactiveerd worden door op de drijfassen
binnen de as te handelen.
Dezelfde remschijfeenheid op de vooras wordt
geactiveerd door middel van het parkeerrem systeem
door een intern mechanisme dat mechanisch
geactiveerd wordt en hydraulisch weer losgelaten.
32 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 33
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Als de parkeerrem weer wordt losgelaten, door
middel van de greep binnen de cabine aan de
linkerzijde van de bestuurderszitting, wordt een
hydraulische druk op het interne mechanisme
uitgeoefend waardoor de kracht op de remschijven
wordt overgebracht.
Als de parkeerrem geactiveerd wordt, wordt deze
druk verwijderd en het interne mechanisme duwt de
remschijven waardoor de nodige remkracht wordt
uitgeoefend.
Twee extra hydraulische cilinders zijn aan de
achterzijde van de wagen gemonteerd en duwen de
achteras als er een hydraulische druk hierop wordt
uitgeoefend. Deze cilinders dienen om de zijstabiliteit
van de machine te verbeteren door de achteras
te blokkeren als de armhoek de gespecificeerde
waarde overschrijdt of als de toren niet op de wagen
is uitgelijnd.
De bedienerscabine is compleet en is voorzien van
voorruit en ruiten om de bediener te beschermen en
om een optimaal zicht te geven.
De bediener zit op een opgevulde en regelbare zitting
en kan de machine bedienen door middel van de
speciale bedieningen die op passende wijze binnen
de cabine geplaatst zijn.
Het instrumentenbord is voorzien van alle bedieningen
en wijzers die nodig zijn om de machine op passende
en veilige wijze te gebruiken.
Er is een automatisch controlesysteem van de
stabiliteit met een display, ondergebracht in de
cabine, hiermee kan de bediener de stabiliteit
toestand van de machine en de last op het gekozen
werktuig controleren.
Het systeem werkt door signalen afkomstig van de
volgende elementen: druktransductors op de zuiger
en op de kamer van de cilinders voor het heffen van
de arm en voor de nivellering van de vorken, hoek
transductors en voor het uittrekken van de arm,
aanwezig binnen dezelfde inrichting, gemonteerd op
de linker voorzijde van het eerste deel van de arm.
De machine is tevens voorzien van een complete
set lampen om veilig op weinig verlichte openbare
wegen te kunnen rijden.
Om de stabiliteit van de machine te verbeteren
is er aan de achterzijde van de draaitoren een
tegengewicht gemonteerd.
Bedieningshandleiding
Beschrijving Van Het Toestel
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 33
Page 34
Bedieningshandleiding
GEVAAR
WAARSCHUWING
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
ATTENTIE
GEVAAR
Beschrijving Van Het Toestel
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Toegestaan gebruik
Het heftruck is ontworpen bestemd voor het heffen,
behandelen en vervoeren van landbouw- en
industriële produkten, met behulp van de juiste
TEREXLIFT eindwerktuigen (zie het onderdeel
“Optionele accessoires“ uit deze handleiding).
Elk ander gebruik wordt onjuist beschouwd. Het
nauwgezet opvolgen van de handleiding voor werk,
onderhoud en herstel, zoals vastgesteld door de
constructeur, vormen een essentiële basis voor
een juist gebruik. Het gebruik, onderhoud en herstel
van de hoogwerker, worden toevertrouwd aan
personen die op de hoogte zijn van de specifieke
veiligheidsnormen.
Het is tevens noodzakelijk dat alle algemeen herkende
normen inzake veiligheid, arbeidsgeneeskunde en
wegverkeer opgevolgd worden.
De heftruck kan in een woon- en handelsomgeving
en op terreinen van zware en lichte industrie gebruikt
worden.
Het is verboden op de wagen modicaties of
veranderingen aan te brengen, tenzij deze geen
deel uitmaken van het normale onderhoud. Iedere
modicatie aan de wagen die niet uitgevoerd
is door TEREXLIFT of door een bevoegde
assistentie centrum, doet de conformiteit aan
Richtlijn 2006/42/CE vervallen.
Onjuist gebruik
Met onjuist gebruik wordt bedoeld een gebruik van
de hoogwerker dat tegenstrijdig is met de instructies
van deze handleiding.
Hieronder worden de meest voorkomende
en gevaarlijke gevallen van onjuist gebruik
aangegeven:
• Het vervoer van personen op het toestel;
• Het niet navolgen van de gebruiks- en
onderhoudsinstructies van deze handleiding;
• Werken buiten de gebruiksbeperkingen van het
toestel
• Werken in de buurt van kuilen, verzakkende of
instabiele bodems;
• Dwars bewegen op hellingen of heuvels;
• Werken tijdens storm of onweer;
• Werken op steile hellingen;
• Andere eindwerktuigen gebruiken dan
aanbevolen door de bouwer;
• Eindwerktuigen gebruiken die niet goedgekeurd
of gebouwd werden door Terexlift;
• Werken in een explosiegevaarlijke omgeving;
• In gesloten ruimte werken;
• In een slecht verlichte werkomgeving werken.
Kijk goed na welke accessoires op uw voertuig
passen.
34 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 35
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Bedieningshandleiding
Bedieningen En Instrumenten
5
2
14
16
19
1
3
10
6
4
ESC
FORCHE
STAB. FRONTALE
+
PESO SOLL.......................50.3t
CARICO MAX....................10.2t
RAGGIO............................12.3m
-
7
55%
ENTER
9
P
5
8
K23
K
K
K
K
K
K
K
K
F12
F6
F11
F5
F10
F4
F9
F3
F8
F2
F7
F1
K
INT
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
F27
F21
F15
F26
F20
F14
F25
F19
F13
F24
F18
INT
F23
F17
F22
F16
13
18
11
15
12
1. Afstelbare luchtopening
2. Selector vooruit/achteruit beweging - Claxon
3. Hendel voor het blokkeren van de
inclinatieregeling van het stuur
sleutel op deze stand draaien en 10÷15
seconde wachten; vervolgens de sleutel in
de stand “Motorstart” doordraaien om de
motor te starten
Motor starten; wanneer men de sleutel loslaat,
gaat deze automatisch terug naar stand I.
2 _ Keuzeschakelaar beweging vooruit/
achteruit
Heeft drie standen met blokkering in de neutrale
stand:
0 Neutrale stand; geen enkele versnelling is
ingeschakeld
1Door de hendel in stand 1 te zetten wordt de
vooruit beweging geselecteerd
2Door de hendel in stand 2 te zetten wordt de
achteruit beweging geselecteerd
1
0
2
Functie claxon:
Door de drukknop op de hendel, langs de as, in te
drukken doet men de claxon werken, ook als andere
functies actief zijn.
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 37
Page 38
I
0
I
Ι
0
I
Ι
0
I
Ι
0
I
ΙΙ
ΙΙ
ΙΙ
ΙΙ
---
---
---
---
I
0
I
Ι
0
I
Ι
0
I
Ι
0
I
I
ΙΙ
ΙΙ
ΙΙ
ΙΙ
---
---
---
---
Ι
0
I
ΙΙ
---
Ι
0
I
Ι
0
I
ΙΙ
ΙΙ
---
---
Bedieningshandleiding
Bedieningen En Instrumenten
4 _ Schakelaar richtingaanwijzers,
ruitenwissers, licht omschakeling
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Functie ruitenwasser:
Om water op de voorruit te spuiten, op de tweede
stand van de hendel, langs zijn as, duwen.
Functie ruitenwisser:
De ruitenwisser werkt door de hendel in één van
deze vier standen te draaien:
--- Intermitterend (Functie niet actief)
0 stop ruitenwisser
I 1ste snelheid
I I 2de snelheid
ΙΙ
---
ΙΙ
Ι
0
I
Ι
0
---
I
Functie licht omschakeling:
De hendel heeft drie standen op de horizontale as
voor de verandering van de lichten:
0 Dimlichten aan, stabiele stand
1 Grote koplichten aan, stabiele stand
2 Aanzetten grote koplichten om ze te doen
werken als signalering. Wanneer men hendel
loslaat springt deze terug op 0.
Functie richtingaanwijzers:
De hendel in stand 1 voor de richtingsverandering
naar links. De hendel in stand 2 voor de richtingsverandering naar rechts.
38 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 39
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
GEVAAR
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Bedieningshandleiding
Bedieningen En Instrumenten
Remsysteem
14 _ Dienstrempedaal
Voer een progressieve druk op het rempedaal uit om
de snelheid van de machine te verminderen of om
de machine te stoppen. Grijpt in op de vooras.
Het induwen van het rempedaal brengt het uitzetten
van de cilinder van transmissiepomp met zich mee,
en zodoende verhoogd de remkracht.
12 _ Parkeerrem hendel
Om de rem in te schakelen, de hendel met ingedrukte
blokkeerknop omhoog trekken. Als de gewenste
spanning bereikt is de knop weer loslaten. De rem
handelt op de differentieel as van de achterste as en,
als deze geactiveerd is, kan noch de vooruit noch de
achteruit versnelling ingeschakeld worden.
De parkeerrem niet gebruiken om de snelheid
van het voertuig te verminderen, tenzij in
noodgeval. Dit zou de werking van de remmen
zelf belemmeren.
Veiligheidsinrichtingen en noodinrichtingen
31 _ Schakelaar noodlichten
Deze is voorzien van twee stabiele
standen, aan/uit, en bedient het
gelijktijdig en intermitterend aangaan
van de knipperlichten. Als de signalering
ingeschakeld wordt gaan de schakelaar
en het led van de verlichte signaleringen
knipperend aan.
8 _ Noodstopknop
Bij het indrukken van deze knop valt
de motor uit.
Alvorens de wagen weer te starten is
het nodig de knop weer aan te spannen
door deze in te drukken en met de klok
mee te draaien.
27 _ Schakelaar noodpomp (OPTIONEEL)
Heeft twee standen:
0 Uit
1 Ingedrukt houden om elektrische
pomp in werking te stellen voor
uitvoering orders.
Snelheidscontrole
13 _ Gaspedaal
Druk erop controleert de motor en de snelheid
van de wagen. Is voorzien van een regelbare stop
onderaan.
17 _ Manuele accelerator
Wanneer men hendel omhoog trekt, verhoogt men
progressief het aantal toeren van de motor. Om
het aantal toeren te verminderen, de hendel naar
beneden brengen.
De manuele accelerator kan uitsluitend
met platform, lier, mengschoep, haak en
onderhoudskraan gebruikt worden.
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 39
Controleer wekelijks de goede werking van de
noodpomp deze zou ook in geval van niet gebruik
kunnen beschadigen.
6 _ Keuzeschakelaar lastbegrenzer blokkering
De lastbegrenzer kan uitgeschakeld worden door
de sleutelschakelaar onder de beveiligingsdeksel
te activeren, zie de betreffende paragraaf in het
onderdeel “Gebruiksaanwijzing”.
WERKEN MET UITGESCHAKELDE LASTBEGRENZER KAN
HET OMSLAAN VAN HET VOERTUIG VEROORZAKEN.
De sleutel voor de uitschakeling van de
lastbegrenzer is alleen actief in de Werf modus.
In de Platform werkmodus, kan de lastbegrenzer
niet uitgeschakeld worden.
Page 40
1
0
2
1
0
2
Bedieningshandleiding
Bedieningen En Instrumenten
Tweede Uitgave - Eerste Druk
26 _ Omschakelaar mechanische
versnellingsbak
Knop met groen glaasje waarmee, indien ingedrukt,
de eerste of tweede versnelling ingeschakeld wordt.
Druk op de knop om de gewenste versnelling te
kiezen: iedere druk op de knop komt overeen met
een nieuwe versnelling.
0 Eerste versnelling
1 Tweede versnelling
Het groene glaasje is altijd aan.
Om een nieuwe versnelling te kiezen, vergewis
u ervan dat de wagen niet beweegt en dat de
vooruit/achteruit schakelaar op neutraal is.
Selectie Werf/Weg/Platform
23 _ Keuzeschakelaar Weg/Werf/Platform
Heeft drie standen:
1Werkmodus Werf (activering
manipulator met de bedieningen
in de cabine)
0 Werkmodus Weg
2 Werkmodus Platform (activering
van de manipulator met de
bedieningen op het platform).
Het groene lampje gaat aan.
In de werkmodus Werf:
• zijn alle functies van het toestel geactiveerd
In de werkmodus Weg:
• de armbewegingen, de torenrotatie en de
nivellering zijn uitgeschakeld
• alleen de voorwielen kunnen gestuurd worden
In de werkmodus Platform:
• de enige toegestane bewegingen zijn het dalen/
stijgen en uitschuiven/inschuiven van de arm
• alle bedieningen in de cabine zijn geblokkeerd
Hulp stuurbedieningen
Draaiselectie
24 _ Schakelaar draaiselectie
29 _ Schakelaar Waaier Cabine Verwarming
Deze is voorzien van drie standen:
Heeft drie standen voor de keuze type draaiing:
0 Waaier uitgeschakeld
0
1
2
1 krabwijs
1 Eerste snelheid
0 enkel voorwielen
2 vier wiel draaien
2 Tweede snelheid
32 _ Differentieel blokkering schakelaar
Tweestanden schakelaar. Het indrukken van deze
knop zorgt voor de blokkering van het differentieel:
controlelampje van de schakelaar
gaat gedeeltelijk aan).
2Dimlichten aan (het
controlelampje van de
schakelaar gaat aan).
30 _ Schakelaar Air Conditioning (OPTIONEEL)
Heeft twee standen:
0 Air conditioning uit
1 Air conditioning aan
22 _ Schakelaar Werklampen (OPTIONEEL)
Heeft twee standen:
0 Lampen uit
1 Lampen aan
21 _
Keuzeschakelaar mengschoep (OPTIONEEL)
Omschakelaar met twee standen. Door op deze knop
te drukken kunnen de functies van de mengschoep
geactiveerd worden.
0 Mengschoep uit
B
1 Mengschoep aan
De keuzeschakelaar is voorzien van blokkering
die de schakelaar ingedrukt houdt. Alvorens de
keuzeschakelaar te draaien, moet de blokkering B
hierop, ontkoppeld worden.
33 _ Olietoevoer omschakelaar hydraulische
mengschoep (
Driestanden omschakelaar. Door op deze knop
te drukken wordt er olie naar rechts of naar links
gevoerd.
2 Olietoevoer naar links
0 Geen olietoevoer naar de
OPTIONEEL
mengschoep
)
1 Olietoevoer naar rechts
20 _ Schakelaar Hydraulisch Hulpcircuit
(OPTIONEEL)
Twee standen keuzeschakelaar die, indien ingedrukt,
het hydraulische circuit voor de voeding van de
eindwerktuigen voorzien van hulplijnen omschakelt.
B
De keuzeschakelaar is voorzien van blokkering
die de schakelaar ingedrukt houdt. Alvorens de
keuzeschakelaar te draaien, moet de blokkering B
hierop, ontkoppeld worden.
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 41
0 Olie naar het hoofdcircuit
1 Olie naar het hydraulische
circuit van het eindwerktuig
15 _ Kraantje voor de bediening van de cabine
verwarmer
Deze bevindt zich aan de linkerzijde onder de
bestuurderszitting.
• Met de klok mee draait men de verwarming uit.
• Tegen de klok in draait men de verwarming in de
cabine aan.
• De hoeveelheid warme lucht wordt door
schakelaar 29 geregeld.
Page 42
P
Bedieningshandleiding
Bedieningen En Instrumenten
Controlelampjes en Instrumenten (ref. 9)
Tweede Uitgave - Eerste Druk
424139384048434445
52
37
35364649
36.152.135.1
47
51
42 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
50
Page 43
Tweede Uitgave - Eerste Druk
BESCHRIJVING
Bedieningshandleiding
Bedieningen En Instrumenten
35 _ Temperatuurwijzer hydraulische olie
Duidt de temperatuur aan van de hydraulische
olie in de tank. Als de temperatuur de maximale
grenswaarde overschrijdt of als het controlelampje
35.1 aangaat, de machine stoppen en de oorzaken
van het probleem opzoeken.
36 _ Brandstofpeil wijzer
Deze geeft het brandstofniveau in de tank aan. Als
het brandstofpeil de reservestand bereikt gaat het
controlelampje 36.1 aan.
37 _ Urenteller
Teller van de werktijd van het voertuig. Gebruik deze
inrichting regelmatig om het geprogrammeerde
onderhoud uit te voeren.
38 _ Controlelampje batterijlading onvoldoende
Het aangaan van dit controlelampje geeft aan dat de
lading van de alternator onvoldoende is.
39 _Controlelampje motor oliedruk onvoldoende
Dit lampje duidt een onvoldoende druk op de
motorolie aan.
45 _ Controlelampje positielichten
Lichtje geeft aan dat de positielichten werken.
46 _ Controlelampje voorverwarming gloeibougie
Het aangaan van dit oranje controlelampje geeft de
voorverhitting van de motorbougies aan.
47 _ Controlelampje hydraulisch olieniveau
laag
Het aangaan van dit controlelampje geeft aan dat
het hydraulische olieniveau onvoldoende is voor de
goede werking. De olie bijvullen en de oorzaak van
dit probleem opsporen.
48 _ Controlelampje hydraulische oliefilter
verstopt
Bij het aangaan van dit controlelampje onmiddellijk
het filterpatroon voor de terugvoer van de olie naar
de tank vervangen.
49 _ Controlelampje algemeen alarm
Het aangaan van dit rode controlelampje geeft een
storing van de machine aan. Contact opnemen met
de Technische Assistentie Service TEREXLIFT.
40 _ Controlelampje verstopping luchtlter
Bij het aangaan van dit controlelampje de filterpatron
reinigen of, indien nodig, vervangen.
41 _ Controlelampje parkeerrem ingeschakeld
Het aangaan van dit controlelampje geeft aan dat
de parkeerhendel is ingeschakeld.
42 _ Controlelampje onvoldoende druk remolie
Het aangaan van dit controlelampje geeft aan dat
het remcircuit onvoldoende druk heeft voor een
juiste werking.
43 _ Controlelampje koplichten
Licht om de inschakeling van de koplichten aan te
geven.
44 _ Controlelampje richtingsaanwijzers
Lichtje geeft aan dat de richtingsaanwijzers werken.
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 43
50 _ Controlelampje – toestel nivellering (ALLEEN
met PLATFORM)
Controlelampje voor de weergave van de nivellering
van het toestel op de stabilisatoren binnen een bereik
van +/- 2° (het LMI display weergeeft het bericht
“VOOR OF ZIJSTABILISATOREN”).
51 _ Controlelampje versnelling ingeschakeld
Controlelampjes 1ste of 2de versnelling ingeschakeld
gaan aan naargelang de ingeschakelde versnelling.
52 _ Temperatuurwijzer motor koelvloeistof
Deze geeft de temperatuur van de koelvloeistof van
de motor aan. Als de wijzer de rode zone bereikt en
het controlelampje 52.1 aangaat, de machine stoppen
en de oorzaken van het probleem opzoeken.
Page 44
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
GEVAAR
Bedieningshandleiding
Bedieningen En Instrumenten
BEDIENINGSHENDEL
De hefinrichtingen zijn voorzien van een meerfunctie
joystick 11, op de rechter zijde van de bestuurderszitting,
waarmee alle bewegingen van het toestel bestuurd
kunnen worden. Aan de voorzijde van de joystick is
er een intentionele bedieningsknop 4 die ingedrukt
moet blijven totdat de manoeuvre is voltooid. Als
deze knop niet wordt ingedrukt voert de hendel geen
enkele beweging uit.
De joystick kan in vier richtingen bewogen worden:
vooruit, achteruit, naar rechts en naar links.
Bedieningshendel op de juiste wijze vastgrijpen
en zacht in beweging brengen.
De bewegingssnelheid hangt van de stand van
de hendel af: een kleine verplaatsing brengt
een langzame uitvoering van de bediening met
zich mee; daarentegen, een grote verplaatsing
veroorzaakt een snelle uitvoering.
Tweede Uitgave - Eerste Druk
De bedieningshendel wordt enkel gebruikt
wanneer men correct op de rijstoel zit.
Alvorens met de bedieningshendel te werken,
verieer dat er niemand in de buurt aanwezig is.
44 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 45
Tweede Uitgave - Eerste Druk
FUNCTIE STANDAARD BEDIENINGSHENDEL
Bedieningshandleiding
Bedieningen En Instrumenten
1
4
2
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 45
Page 46
Bedieningshandleiding
Bedieningen En Instrumenten
Functieselectie
De joystick kan, nadat de knop voor de functie
activering 4 is ingedrukt, de volgende functies
uitvoeren:
• Heffen/dalen van de arm
Om deze functie te activeren de hendel in stand
A of B activeren.
• Uittrekken/intrekken van de telescopische
arm
Om deze functie te activeren de wieltje 1 in stand
A of B draaien, zonder de joystick te activeren.
• Schommelbeweging vooruit/achteruit van het
eindwerktuig
Om deze functie te activeren de joystick in stand
C of D bewegen.
• Vasthaken/loshaken van de eindwerktuigen
Om deze functie te activeren op de knop 3
drukken, deze ingedrukt houden en de joystick
in stand C of D bewegen.
• Toren rotatie
Om deze functie te activeren de wieltje 2 in stand
C of D draaien, zonder de joystick te activeren.
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Indien, tijdens de beweging, de knop 4 langer
dan 0,5 seconden los wordt gelaten wordt de
functie geblokkeerd.
Om de beweging weer te starten herhaal de
selectie procedure van de functie.
46 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 47
GEVAAR
4
1
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Bedieningen En Instrumenten
Heffen/dalen van de telescopische arm
Alvorens de bewegingen met de telescopische
arm uit te voeren verieer dat er niemand in de
buurt aanwezig is.
Om de arm te heffen/dalen:
• Breng de joystick in het midden en druk op de
knop 4.
• Activeer langzaam de joystick in de richting B om
de arm te heffen of in de richting A om de arm te
laten dalen.
Bedieningshandleiding
B
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 47
Page 48
GEVAAR
Bedieningshandleiding
Bedieningen En Instrumenten
Uittrekken/intrekken van de telescopische
arm
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Alvorens de bewegingen met de telescopische
arm uit te voeren verieer dat er niemand in de
buurt aanwezig is.
Om de arm uit/in te trekken:
• Breng de joystick in het midden en druk op de
knop 4.
• Draai het wieltje 1 in stand A om de telescopische
onderdelen van de arm uit te schuiven zonder de
joystick te bewegen; draai het wieltje in stand B
om de telescopische onderdelen van de arm weer
in te schuiven zonder de joystick te bewegen.
1
4
B
48 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 49
GEVAAR
4
1
2
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Bedieningen En Instrumenten
Schommelbeweging vooruit/achteruit van het
eindwerktuig
Alvorens de bewegingen met de telescopische
arm uit te voeren verieer dat er niemand in de
buurt aanwezig is.
Bedieningshandleiding
Om de plaat met eindwerktuigen te verplaatsen:
• Breng de joystick in het midden en druk op de
knop 4.
• Activeer de joystick in de richting D om plaat met
werktuigen naar voren te brengen of in de richting
C om ze naar achteren te brengen.
C
D
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 49
Page 50
4
GEVAAR
Bedieningshandleiding
Bedieningen En Instrumenten
Vasthaken/loshaken van de eindwerktuigen
Alvorens de bewegingen met de telescopische
arm uit te voeren verieer dat er niemand in de
buurt aanwezig is.
Voor het vasthaken/loshaken van de eindwerktuig:
• Breng de joystick in het midden en druk op de
knop 4.
• Druk op de knop 3 om de functie voor de
blokkering van de eindwerktuigen te selecteren
en houd deze knop ingedrukt tot het einde van
de handeling.
• Activeer langzaam de joystick in de richting C om
het eindwerktuig te blokkeren of in richting D om
het eindwerktuig te deblokkeren.
Tweede Uitgave - Eerste Druk
D
C
50 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 51
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
ATTENTIE
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
ATTENTIE
4
1
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Bedieningen En Instrumenten
TOREN ROTATIE
Toren rotatie
Alvorens met het torenrotatie te werken, nagaan
of rotatie-blokkering uitgeschakeld is.
Om de toren rotatie uit te voeren:
• Breng de joystick in het midden en druk op de
knop 4.
• Draai het wieltje 2 in stand D om de toren met
de wijzers van de klok mee te draaien zonder de
joystick te activeren, draai het wieltje in stand C
om de toren tegen de wijzers van de klok in te
draaien zonder de joystick te activeren.
Bedieningshandleiding
2
ALLEEN VOOR GTH-4018 SR: Als de rotatie
van de toren met de GM-1 koppeling (optioneel)
wordt geactiveerd controleer de hoek van de arm
volgens onderstaande graek:
1
1
1
1
1
> 1°
> 5°
C
D
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 51
Page 52
ENTER
55%
Bedieningshandleiding
Bedieningen En Instrumenten
18 _ Potentiometer voor de snelheidstoename
van de torenrotatie
Door de potentiometer met de wijzers van de klok
mee te draaien neemt de rotatiesnelheid van de
toren toe.
53_Pin voor de toren blokkering
Deze handbediende inrichting bevindt zich achter
de cabine.
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Om de toren rotatie te blokkeren/deblokkeren:
De toren rotatie blokkeren
• Draai de toren totdat op de 8ste regel van de LMI
display het bericht “TOREN GENIVELLEERD”
wordt weergegeven.
• Zet de motor af, schakel de parkeerrem in en
verlaat de cabine.
• Plaats de inrichting in stand A om de toren te
blokkeren.
De toren rotatie deblokkeren
• Plaats de inrichting in stand B om de toren te
deblokkeren.
A
B
53
52 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 53
GEVAAR
()
()
09.4618.1624
125 mm
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Bedieningshandleiding
Bedieningen En Instrumenten
FUNCTIE BEDIENINGSHENDEL MET MACHINE VOORZIEN VAN OPTIONELE LINKER JOYSTICK
19_ Linker joystick (OPTIONEEL):
Een optionele linker joystick 19 kan geplaatst worden
op de afstelbare armsteun, die omhoog gebracht kan
worden om de bedieningsplaats te verlaten.
Aan de voorzijde van de joystick is er een intentionele
bedieningsknop 4 die ingedrukt moet blijven totdat
de manoeuvre is voltooid. Als deze knop niet wordt
ingedrukt voert de hendel geen enkele beweging uit.
De joystick kan, nadat de knop voor de functie
activering 4 is ingedrukt, de volgende functies
uitvoeren:
• Schommelbeweging vooruit/achteruit van de
werktuig drager plaat
Om de functie te activeren, beweeg lichtjes de
hendel naar rechts om de werktuig drager plaat
naar voren te draaien, of naar links om deze naar
achteren te draaien.
• Vasthaken/loshaken van de eindwerktuigen
Om de functie te activeren, druk op de knop A
en beweeg lichtjes de hendel naar voren om het
werktuig te blokkeren of naar achteren om het te
deblokkeren.
• Afwikkelen/wikkelen lierkabel
Om deze functie in te schakelen, druk op de knop
A en breng zachtjes de hendel naar voren om de
kabel van de lier af te wikkelen en naar achteren
om de kabel weer te wikkelen
Indien, tijdens de beweging, de knop 4 langer dan
0,5 seconden los wordt gelaten wordt de functie
geblokkeerd. Om de beweging weer te starten
herhaal de selectie procedure van de functie.
Bedieningshendel op de juiste wijze vastgrijpen
en zacht in beweging brengen.
De bewegingssnelheid hangt van de stand van
de hendel af: een kleine verplaatsing brengt
een langzame uitvoering van de bediening met
zich mee; daarentegen, een grote verplaatsing
veroorzaakt een snelle uitvoering.
Alvorens met de bedieningshendel te werken,
verieer dat er niemand in de buurt aanwezig is.
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 53
Page 54
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
ATTENTIE
09.4618.1626
133 mm
C
D
C
D
Bedieningshandleiding
Bedieningen En Instrumenten
Als de machine voorzien is van een optionele
linker joystick, behoudt de rechter joystick
dezelfde functies als de standaard conguratie
van de machine behalve de vooruit/achteruit
beweging en blokkeer/deblokkeer functie van
het eindwerktuig.
Tweede Uitgave - Eerste Druk
54 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 55
GEVAAR
P
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Stabilisatoren bewegingen (ref. 34)
Bedieningshandleiding
Bedieningen En Instrumenten
Alvorens de stabilisatoren omlaag te brengen,
vergewis u ervan dat er geen mensen in de buurt
van de machine aanwezig zijn.
Om de stabilisatoren te bewegen:
Stabilisator links voor
• Druk knop A in en houd deze ingedrukt om de
functies te activeren:
selecteer X om de stabilisator omlaag te
brengen
selecteer Y om de stabilisator omhoog te
brengen
Stabilisator rechts voor
• Druk knop B in en houd deze ingedrukt om de
functies te activeren:
selecteer X om de stabilisator omlaag te
brengen
selecteer Y om de stabilisator omhoog te
brengen
Met de arm boven een hoek van 20° kunnen de
stabilisatoren niet bewogen worden.
Stabilisator links achter
• Druk knop C in en houd deze ingedrukt om de
functies te activeren:
selecteer X om de stabilisator omlaag te
brengen
selecteer Y om de stabilisator omhoog te
brengen
Stabilisator rechts achter
• Druk knop D in en houd deze ingedrukt om de
functies te activeren:
selecteer X om de stabilisator omlaag te
brengen
selecteer Y om de stabilisator omhoog te
brengen
X
AB
CD
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 55
Y
Page 56
GEVAAR
GEVAAR
WAARSCHUWING
Bedieningshandleiding
Bedieningen En Instrumenten
MANUELE BEDIENINGEN
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Wanneer het commandohendel stuk zou gaan of
telkens het niet mogelijk zou zijn orders uit voeren
met het hendel, is het in noodgval mogelijk manuaal
op de verdeler te werken.
De verdeler heeft drie kleine hendeltjes die de
volgende functies uitvoeren:
Hendel
Hendel 2 op A Uittrekken van de arm
Hendel
op
De manuele bedieningen kunnen alleen gebruikt
worden als de machine aan is of als ze van
noodpomp voorzien is.
1
3
op
op
op
op
A
Heffen van de arm
B
Dalen van de arm
B
Intrekken van de arm
A
Toren rotatie kloksgewijs
B
Toren rotatie tegenkloksgewijs
Om de manuele bedieningen met de noodpomp te
gebruiken op de volgende wijze handelen:
y Druk op de noodstopknop in de cabine of op het
werkplatform.
y Maak de verdeler ruimte aan de achterzijde van
de cabine open om de verdeler te bereiken.
y Monteer de bedieningshendels (meegeleverd) op
de onderdelen van de verdeler.
y Activeer de noodpomp door de knop Z ingedrukt
te houden. Als de knop losgelaten wordt, wordt
de werking van de pomp gestopt.
y Activeer de hendel van de verdeler om de
gewenste bediening uit te voeren.
• Door in de manuele wijze met de
noodbedieningen te werken zal de
lastbegrenzer niet ingrijpen.
Voor het gebruik van noodbedieningen,
nauwkeurig de volgende sequens volgen:
Hendel 2 op BIntrekken van de arm
Hendel 1 op B Dalen van den arm
B
A
Z
56 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 57
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Inachtnemen en respecteren:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding
beschreven worden, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik
uit
.
Zorg ervoor dat u de inspectie voor het gebruik
kent en begrijpt voordat u verder gaat met het
volgende hoofdstuk.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
Bedieningshandleiding
Controles
Inspectie voor het gebruik
Grondbeginselen
Het is de verantwoordelijkheid van de bediener om
een inspectie voor het gebruik en routineonderhoud
uit te voeren.
De inspectie voor het gebruik is een visuele inspectie
die de bediener voor elke dienst uitvoert.De inspectie
is bedoeld om te ontdekken of er iets duidelijk mis is
met de machine voordat de bediener de functietests
uitvoert.
De inspectie voor het gebruik dient ook om te
bepalen of routineonderhoudsprocedures vereist
zijn. Alleen gedeelten van het routineonderhoud die
in deze handleiding genoemd worden, mogen door
de bediener worden uitgevoerd.
Zie de lijst op de volgende pagina en controleer alle
gedeelten en locaties op wijzigingen, schade of losse
of ontbrekende onderdelen.
4 Inspecteer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is
bedoeld.
Wanneer er schade wordt ontdekt, of een wijziging
van de toestand waarin de machine door de fabriek
geleverd is, dient de machine te worden gelabeld en
uit bedrijf te worden genomen.
Reparaties aan de machine mogen alleen uitgevoerd
worden door een gekwalificeerde servicemonteur,
in overeenstemming met de specificaties van de
fabrikant. Als de reparaties voltooid zijn, moet
de bediener opnieuw een inspectie voor het
gebruik uitvoeren voordat de functietests worden
uitgevoerd.
Periodieke onderhoudsinspecties moeten door
gekwalificeerde servicemonteurs worden uitgevoerd,
in overeenstemming met de specificaties van de
fabrikant.
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 57
Page 58
GEVAAR
WAARSCHUWING
GEVAAR
WAARSCHUWING
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
ATTENTIE
Bedieningshandleiding
Controles
INSPECTIE VOOR HET GEBRUIK
Tweede Uitgave - Eerste Druk
• Zorg ervoor dat de bedieningshandleiding,
veiligheidshandleiding en verantwoordelijkheidshandleiding compleet en leesbaar zijn en zich in
de opbergruimte op het machine bevinden.
• Zorg ervoor dat alle stickers op hun plaats zitten
en leesbaar zijn. Zie de sectie “Etiketten en
waarschuwingsborden op het machine”.
• Ga na of er een olielek van de motor is en
controleer het oliepeil. Voeg olie toe als dit nodig
is. Zie de afdeling “Onderhoud”.
• Ga na of er een olielek van de assen is en
controleer het oliepeil. Voeg olie toe als dit nodig
is. Zie de afdeling “Onderhoud”.
• Ga na of er een hydraulisch olielek is en controleer
het oliepeil. Voeg olie toe als dit nodig is. Zie de
afdeling “Onderhoud”.
• Ga na of er een lek van koelvloeistof uit de motor is
en controleer het koelvloeistofpeil. Voeg koelvloeistof
toe als dit nodig is. Zie de afdeling “Onderhoud”.
• Ga na of er een lek van accuvloeistoffen is en
controleer het vloeistofpeil. Voeg gedestilleerd water
toe als dit nodig is. Zie de afdeling “Onderhoud”.
Controleer de volgende onderdelen om eventuele
schade, ontbrekende of niet goed gemonteerde delen,
of niet geautoriseerde wijzigingen vast te stellen:
• elektrische onderdelen, elektrische bedrading
en kabels
• hydraulische pijpen, koppelingen, cilinders en
verdelers
• tanks van brandstof en van het hydraulische
systeem
• pomp en motor voor de verplaatsing en
transmissieassen
• stuurinrichting
• remsysteem
• glijblokken van de telescopische armen
• spanning van de arm kettigen
• ruiten, koplampen en achteruitkijkspiegels
reinigen
• motor en betreffende onderdelen
• claxon
• koplampen
• bediening machinestart
• moeren, bouten en andere blokkeer
inrichtingen
Controleer de gehele machine om het volgende
vast te stellen:
• de aanwezigheid van barsten in de lassen of
in de structurele onderdelen
• deuken of schade aan de machine
* Controleer of alle structurele elementen en de
andere kritische onderdelen aanwezig zijn en
dat alle betreffende klemmen en pinnen goed
gemonteerd en geblokkeerd zijn.
* Na afloop van de controle, verifieer of alle
afdekkingen in de juiste stand gemonteerd en
geblokkeerd zijn.
Indien ook maar één van de genoemde controles
negatief blijkt het werk niet beginnen, de machine
stoppen en het probleem oplossen.
Banden controle
* Controleer of de druk van de banden goed is. Zie
“Banden” in de afdeling Onderhoud.
* Controleer of er geen scheuren of breuken in de
banden zitten.
Het ontploffen van een band kan grote schade
aanbrengen; gebruik het voertuig niet wanneer
de banden versleten of gescheurd zijn of
wanneer ze niet de juiste spanning hebben.
Indien de machine in een zeeomgeving of
gelijksoortige omgeving gebruikt moet worden
bescherm haar met de nodig anti zoutbehandeling
om roestvorming te voorkomen.
58 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 59
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Bedieningshandleiding
Controles
GRONDBEGINSELEN FUNCTIETESTS
Zorg ervoor dat u de functietest kent en
begrijpt voordat u verder gaat met het volgende
hoofdstuk.
De functietests zijn bedoeld om eventuele storingen
te ontdekken voordat de machine in gebruik wordt
genomen. De bediener moet de stapsgewijze
instructies volgen om alle machinefuncties te
testen.
Een niet goed functionerende machine mag nooit
worden gebruikt. Als storingen worden ontdekt, dient
de machine te worden voorzien van een label en
uit bedrijf te worden genomen. Reparaties aan de
machine mogen alleen uitgevoerd worden door een
gekwalificeerde servicemonteur, in overeenstemming
met de specificaties van de fabrikant.
Als de reparaties voltooid zijn, moet de bediener
opnieuw een inspectie voor het gebruik en de
functietests uitvoeren voordat de machine in gebruik
wordt genomen.
Inachtnemen en respecteren:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding
beschreven worden, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik
uit
.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Inspecteer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
CONTROLES
1 Kies een stevig, vlak testgebied uit dat vrij is van
obstakels. Vergewis u ervan dat er geen lading
op vorken of eindwerktuigen aanwezig is.
2 Treedt u in de bedieningsruimte en neem plaats
op de bestuurderszitting.
3 Maak de veiligheidsgordels vast.
4 Regel alle spiegeltjes. Zie het onderdeel
“Achteruitkijkspiegels regelen” uit deze
handleiding.
5 Vergewis u ervan dat de handrem ingeschakeld
is en dat de transmissie op neutraal is.
6 Start de motor door de aanwijzingen uit het
hoofdstuk “Motor starten” bij “Gebruiksaanwijzing”
in acht te nemen.
Controle van de bedieningshendel – uitvoering
met één joystick (door altijd op knop 4 te
drukken)
7 Activeer de bedieningshendel en probeer de arm
omhoog en omlaag te bewegen, probeer tevens
om de vorken vooruit en achteruit te bewegen.
Resultaat: Alle functies moeten actief zijn en
coherent verlopen.
8 Door het wieltje 1, te gebruiken probeer om de
arm uit- en weer in te schuiven.
Resultaat: Alle functies moeten actief zijn en
coherent verlopen.
9 Activeer de bedieningshendel en de witte knop 3
en probeer het eindwerktuig te blokkeren en te
deblokkeren
Resultaat: Alle functies moeten actief zijn en
coherent verlopen.
10 Door het wieltje 2, te gebruiken probeerde de
toren kloksgewijs en tegenkloksgewijs te draaien.
Resultaat: Alle functies moeten actief zijn en
coherent verlopen.
Controle van de bedieningshendel - uitvoering
met dubbele joystick (door altijd op knop B
te drukken)
Rechter joystick:
11 Activeer de bedieningshendel en probeer de arm
omhoog en omlaag te bewegen
Resultaat: Alle functies moeten actief zijn en
coherent verlopen.
12 Door het wieltje D te gebruiken probeer om de
arm uit- en weer in te schuiven.
Resultaat: Alle functies moeten actief zijn en
coherent verlopen.
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 59
Page 60
Bedieningshandleiding
Controles
Tweede Uitgave - Eerste Druk
13 Door het wieltje C te gebruiken probeer de toren
kloksgewijs en tegenkloksgewijs te draaien.
Resultaat: Alle functies moeten actief zijn en
coherent verlopen.
Linker joystick:
14 Activeer de bedieningshendel en probeer de
arm omlaag te brengen en de vorken vooruit en
achteruit te bewegen.
Resultaat: Alle functies moeten actief zijn en
coherent verlopen.
15 Door op de knop A te drukken en de
bedieningshendel te activeren probeer het
eindwerktuig te blokkeren en te deblokkeren.
Controle van de stuurbediening
16 Druk op de rechterzijde van de schakelaar om de
stuurbediening van de vier wielen te selecteren.
17 Controleer de werking door het stuur ongeveer
¼ draaiing in alle richtingen te laten maken.
Resultaat: De voorwielen moeten in dezelfde
richting als het stuur draaien; de achterwielen in
de tegenovergestelde richting.
18 De wielen uitlijnen.
19 Breng de keuzeschakelaar op de centrale
stand om de stuurbediening op twee wielen te
selecteren.
20 Controleer de werking door het stuur ongeveer
¼ draaiing in alle richtingen te laten maken.
Resultaat: De voorwielen moeten in dezelfde
richting als het stuur draaien; de achterwielen
moeten stil blijven.
21 De wielen uitlijnen.
22 Breng de keuzeschakelaar op de “krabbeweging”.
23 Controleer de werking door het stuur ongeveer
¼ draaiing in alle richtingen te laten maken.
Resultaat: De voorwielen en de achterwielen
moeten in dezelfde richting als het stuur draaien.
25 Druk op het dienstrempedaal.
26 Breng de hendel voor de selectie van de
voortbeweging op de vooruit beweging. Laat het
dienstrempedaal geleidelijk los. Zodra de machine
begint te bewegen, druk op het dienstrempedaal.
Resultaat: De machine moet eerst vooruit
bewegen en dan plotseling stoppen.
27 Breng de hendel voor de selectie van
de voortbeweging op achteruit. Laat het
dienstrempedaal geleidelijk los. Zodra de machine
begint te bewegen, druk op het dienstrempedaal.
Resultaat: De machine moet achteruit
bewegen en dan plotseling stoppen. Met de
voortbewegingshendel op achteruit, moet het
achteruitrij geluidssignaal luiden.
28 Breng de hendel voor de selectie van de
voortbeweging op neutraal.
29 Trek de parkeerremhendel omhoog.
Resultaat: Het rode controlelampje van de
parkeerrem moet aangaan om aan te geven dat
de rem ingeschakeld is.
30 Breng de hendel voor de selectie van de
voortbeweging eerst op vooruit en vervolgens
op achteruit.
Resultaat: De machine moet niet bewegen.
31 Breng de parkeerremhendel omlaag. Het
uitgaan van het controlelampje geeft aan dat de
parkeerrem uitgeschakeld is.
Controle van de stabilisatoren
32 Met de knoppen 34 de stabilisatoren helemaal
omlaag en helemaal omhoog brengen.
Resultaat: De stabilisatoren moeten werkzaam
zijn.
33 Breng de arm hoger dan 2 meter.
Resultaat: De stabilisatoren moeten niet werkzaam
zijn.
Controle van de transmissie en de remmen
24 Vergewis u ervan dat de arm helemaal omlaag
en ingeschoven is.
60 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Controle van de lichten
34 Controleer de werking van alle lichten.
Page 61
Tweede Uitgave - Eerste Druk
INSPECTIE VAN DE WERKPLEK
Met de inspectie van de werkplek kan de bediener
bepalen of de werkplek geschikt is om de machine
veilig te bedienen. Deze inspectie dient door de
bediener te worden uitgevoerd, voordat hij de machine
naar de werkplek verplaatst.
Inachtnemen en respecteren:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding
beschreven worden, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik
uit
.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Inspecteer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
Bedieningshandleiding
Controles
Het is de verantwoordelijkheid van de bediener om
de instructies over mogelijke gevaren op de werkplek
door te lezen en te onthouden, er vervolgens op
te letten en deze te vermijden bij het verplaatsen,
opstellen en bedienen van de machine.
Let op en vermijd de volgende gevaarlijke situaties:
• afgereden kanten of gaten
• hobbels, hindernissen en puin op de vloer
• hellingen
• een onstabiele of gladde ondergrond
• hoog aangebrachte obstakels en
hoogspanningsgeleiders
• gevaarlijke locaties
• een te zachte ondergrond om alle
belastingskrachten te weerstaan die door de
machine worden opgewekt
• wind- en weersomstandigheden
• niet geautoriseerde personen aanwezig
• alle andere mogelijk onveilige omstandigheden.
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 61
Page 62
Bedieningshandleiding
Pagina opzettelijk wit gelaten
Tweede Uitgave - Eerste Druk
62 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 63
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Gebruiksaanwijzing
GEVAAR
WAARSCHUWING
GEVAAR
GEVAAR
WAARSCHUWING
Dit hoofdstuk geeft enkele methodes en procedures
weer voor een veilig gebruik van de wagen, voorzien
van “standaard-vorken”. Voor het gebruik van andere
eindwerktuigen, zie de verwijzingen van hoofdstuk
“Optionele accessoires”.
Het werkterrein controleren alvorens de heftruck
te gebruiken. Kijken of er geen gaten, vuil, of
wankelbare grond is die de controle over de
machine in gevaar kunnen brengen.
Bedieningshandleiding
Voor een optimale gebruiksveiligheid van het
toestel, controleer altijd het gewicht van de lasten
alvorens deze te verplaatsen.
Let goed op elektrische kabels. Zorg dat geen
enkel deel van de wagen op minder dan 6 meter
van de kabels komt.
Inachtnemen en respecteren:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding
beschreven worden, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik
uit
.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Inspecteer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 63
Page 64
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
Bedieningshandleiding
Gebruiksaanwijzing
IN HET MACHINE STAPPEN
IN DE CABINE STAPPEN
Zorgen dat schoenen en handen schoon en
droog zijn alvorens achter het stuurwiel te gaan
zitten. Steeds naar het voertuig gedraaid in- of
uitstappen, met behulp van de voorziene steun.
Het portier van de heflift zit aan de linker kant.
Voor het van buiten uit openen van het portier:
• Slot open draaien met
sleutel 1.
• Druk op knop 1 en open
het portier.
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Om het portier in open stand los te maken:
• Druk op de knop 4om het
portier uit de sluiting los te
maken.
• Nadat dit uit de sluiting is
losgemaakt maak het weer
vast aan de onderkant met
de hendel 3.
Om het portier van binnen te sluiten:
• Met een stevige ruk dichttrekken, ze gaat
automatisch op slot.
Om het portier van binnen te openen:
• Doe de hendel 2 omlaag
en het slot openmaken
om het portier helemaal te
openen.
• De hendel 3 draaien om
alleen de bovenkant van het
portier te openen, helemaal
open maken en blokkeren
in de daarvoor bestemde
sluiting.
Indien de bovenkant van het portier niet aan
de onderkant is verankerd is het absoluut
noodzakelijk hem aan de daarvoor bestemde
sluiting, in de open stand, te bevestigen.
In nood de cabine verlaten
In geval van nood is de cabine
voorzien van een nooduitgang,
langs de achterruit.
Deze is voorzien van blokkeer
grepen met makkelijk uit te
halen plastic pinnen 5 om het
compleet openen van de ruit
toe te staan.
64 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 65
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
GEVAAR
Tweede Uitgave - Eerste Druk
REGELING VAN DE ZITTING
Een goede regeling van de zitting zorgt voor een
comfortabele en veilige besturing van de wagen. De
zitting van de hoogwerker is voorzien van inrichtingen
voor de regeling van de vering, de hoogte, de afstand
vanaf de bedieningen, de inclinatie van de rugleuning
en de hoogte van de armleuningen.
• Regeling afstand van pedalen
Om de zitting vooruit of achteruit te bewegen op
hendel A handelen en de zitting in de gewenste
richting bewegen. Als de zitting goed zit hendel
loslaten en controleren of deze in de gewenste
positie vast blijft.
Bedieningshandleiding
Gebruiksaanwijzing
• Regeling van de hoogte en de vering
Ontkoppel de hendel van knop B en draai
hem met de klok mee of tegen de klok in
totdat de gewenste vering bereikt is. Voor een
correcte regeling controleren of de gele wijzer
C in het groene veld zit met de Operator op de
bestuurderszitting.
• Regeling van de inclinatie van de
rugleuning
Op de hendel D handelen en met de rug tegen
de leuning drukken of de leuning loslaten om de
gewenste inclinatie te bereiken, vervolgens de
hendel loslaten.
• Regeling van de hoogte van de
armleuningen
De armleuningen E heffen en op het wieltje F
handelen om de stand te wijzigen.
• De zitting is slechts voor één persoon.
• Regel de zitting niet als de machine in
beweging is.
VEILIGHEIDSGORDELS
Op de stoel zitten:
• De gordels zijn voorzien van rolinrichting. Om de
gordels vast te maken het lipje 1 trekken en in de
gesp 2 invoeren totdat het vastzit.
• Om de gordel los te maken, op drukknop 3 duwen
en het lipje uit de gesp trekken.
• Nagaan dat gordel op de heupen rust en niet op
de maag.
• De lengte van de gordel kan aan het uiteinde
geregeld worden. De gesp in centrale positie
houden.
3
2
1
Het niet vastmaken van de veiligheidsgordels kan
leiden tot ernstige wonden of zelfs tot de dood
van de bediener.
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 65
Page 66
GEVAAR
WAARSCHUWING
Bedieningshandleiding
Gebruiksaanwijzing
Tweede Uitgave - Eerste Druk
REGELING VAN DE STUURINCLINATIE
Stuurwiel en dashboard zijn voorzien van
inclinatieregeling.
Om de inclinatie van het stuurwiel te regelen, hendel
1 losmaken, stuurwiel in gewenste stand duwen of
trekken, daarna hendel 1 weer vastschroeven.
Alvorens te rijden, nagaan of het stuurwiel goed
geblokkeerd is.
REGELING ACHTERUITKIJKSPIEGELS
Het voertuig bezit drie externe
achteruitkijkspiegels:
• De spiegel 1 bevindt zich op op een speciaal
voetstukje geplaatst om toezicht te houden over
de ruimte rechts achter de wagen. De stand is
te regelen met de draaiknop.
• De spiegel 2 is geplaatst aan linker bovenkant
van de cabine om toezicht te houden over de
ruimte links achter de wagen. De stand is te
regelen met de draaiknop.
• De spiegel 3 bevindt zich op de stang aan de
achterkant van de arm voor de visuele controle
van zowel de achterzijde van de wagen als
de stabilisator, rechts achter. Regel de stand
ervan handmatig door de koppeling, waarvan hij
voorzien is, te draaien.
66 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 67
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
ATTENTIE
GEVAAR
WAARSCHUWING
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
ATTENTIE
GEVAAR
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Bedieningshandleiding
Gebruiksaanwijzing
MOTOR STARTEN
• Plaats de vooruit/achteruit versnellingshendel op
neutraal.
• Zet de motor aan door de schakelaar op stand
te draaien en los te laten zo gauw de motor
aanslaat. Indien, na ongeveer 20 seconden,
de motor niet aangaat, sleutel loslaten en
ongeveer 2 minuten wachten alvorens opnieuw
te proberen.
• Als de motor aan is,
de toeren op minimaal
brengen en enkele
minuten wachten
alvorens de versnelling
in te schakelen, zodat
de motorolie progressief
op de juiste temperatuur
komt om efficiënt te
werken.
Indien de lichtwijzers niet aan of uit gaan wanneer
de motor draait, deze dadelijk stil zetten en
oorzaak van het niet werken opzoeken.
P
0
I
MOTOR STARTEN MET BUITENBRON
De machine niet starten door middel van de snelle
activeringen om de elektronische kaarten niet te
beschadigen.
Wanneer de motor aangedraaid wordt door
middel van een externe voedingsbron, gekoppeld
aan de accu van een andere wagen, zorgen dat
beide wagens niet met elkaar in contact komen
om vonken te vermijden. De accu’s brengen een
ontvlambaar gas voort, dat met vonken in brand
kan schieten en dus de ontplofng van de accu
zelf met zich zou meebrengen.
Niet roken tijdens de controle van het elektrolyse.
Alle metalen voorwerpen zoals gespen,
horlogeriempjes e.d. ver van de positieve (+) kabel
van de accu houden want dit zou kortsluiting
kunnen veroorzaken en vervolgens kan de
operator brandwonden oplopen.
De noodaccu moet dezelfde nominale druk en
inhoudsvermogen hebben als de accu van de
hoogwerker.
Voor het aanzetten van de motor met externe bron:
• Alle eventuele apparaten uitschakelen door
middel van de juiste bedieningshendels.
Nadat de motor gestart is en de bedieningsplaats
wordt verlaten blijft de motor draaien. NOOIT
DE BEDIENINGSPLAATS VERLATEN ZONDER
DE MOTOR UIT TE ZETTEN, DE ARM OMLAAG
TE DOEN, DE STUURKOLOM OP NEUTRAAL
TE ZETTEN EN DE PARKEERREM IN TE
SCHAKELEN.
De motor kan niet gestart worden als de
stuurkolom bediening niet neutraal is.
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 67
• Versnellingshendel op neutraal plaatsen en
parkeerrem inschakelen.
• Nagaan of de te helpen accu A wel aangesloten
is, dat de doppen vastgedraaid zijn, dat het
elektrolyse niveau juist is.
• De twee accu’s verbinden zoals afgebeeld: door
eerst de twee positieve polen van de accu’s
onderling te verbinden en daarna de pool van
de hulpaccu B aan de massa van de wagen.
• Indien de hulpaccu op een andere wagen staat,
zorgen dat deze niet in contact komt met de
hulpbenodigde wagen. Om schade aan de
elektronische instrumenten van de machine
te voorkomen, moet de motor van het
hulpmiddel uitgeschakeld zijn.
Page 68
GEVAAR
Bedieningshandleiding
Gebruiksaanwijzing
B
• De hefinrichting door middel van de startschakelaar
aanzetten.
• De kabels ontbinden door de negatieve kabel
eerst van de massa weg te halen en daarna
van de hulpaccu. De positieve kabel eerst van
de te helpen accu en daarna van de hulpaccu
verwijderen.
Tweede Uitgave - Eerste Druk
MOTOR STARTEN MET LAGE
TEMPERATUREN
In geval van zeer koude omgeving raden we het
gebruik aan van oliën met een SAE viscositeit geschikt
voor de buitentemperatuur.
Hiervoor de gebruiks- en onderhoudshandleiding
van de motor raadplegen.
Het voertuig wordt geleverd met olie SAE 15W/40.
Gebruik enkel 12 V accu want andere dispositieven
kunnen de accu doen ontploffen of schade
teweegbrengen aan het elektrische circuit.
ACCU ONTKOPPELEN
Tijdens de onderhouds-, reparatie of
laswerkzaamheden draai de knop van de
batterijschakelaarbinnen de motorruimte, onder
het luchtfilter van de motor.
68 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Voor het aanzetten van de motor bij lage temperaturen
als volgt te werk gaan:
• Plaats de vooruit/achteruit versnellingshendel op
neutraal.
• Draai de startschakelaar op de stand bougie
voorverwarming en wachten tot het uitgaan van
het controlelampje 46 op het dashboard. Druk het
gaspedaal helemaal in en start de motor door de
startschakelaar te draaien. Laat het los zodra de
motor start.
• Als de motor aan is, de toeren op minimaal
brengen en enkele minuten wachten alvorens de
versnelling in te schakelen, zodat de motorolie
progressief op de juiste temperatuur komt om
efficiënt te werken.
Page 69
GEVAAR
WAARSCHUWING
GEVAAR
WAARSCHUWING
GEVAAR
WAARSCHUWING
GEVAAR
WAARSCHUWING
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Bedieningshandleiding
Gebruiksaanwijzing
MACHINE OP GANG BRENGEN
Na de motor op temperatuur gebracht te hebben,
nagaan of alle delen op transport-stand staan en dat
de versnellingshendel vrij staat, daarna:
• Het draaitype uitkiezen.
• De gewenste richting aanduiden (voor- of
achteruit).
• De parkeerrem ontkoppelen.
• Gradueel op gaspedaal duwen om de beweging
te beginnen.
De voor-/of achteruit hendel niet gebruiken als de
wagen in beweging is. Het voertuig zou plotseling
van richting veranderen met gevaarlijke gevolgen
voor de operator.
MACHINE STOPPEN EN PARKEREN
Indien mogelijk, wagen stilzetten op een vlak, droog
en stabiel terrein:
• Machine langzaam stilzetten door gaspedaal
gradueel los te laten en rempedaal in te duwen.
• Plaats de vooruit/achteruit versnellingshendel op
neutraal.
• Standrem inschakelen en nagaan of relatief
lichtje aanschiet.
• Rempedaal loslaten.
• Eindwerktuig van de telescopische arm op de
grond rusten.
• Sleutel van start-schakelaar op “0” draaien en
uittrekken.
• Uit de wagen stappen en de cabine op slot doen.
UITSTAPPEN VAN DE BEDIENER MET TOREN OP 90°
Indien de toren op 90° stand geblokkeerd blijft, kan de
bediener gemakkelijk van het toestel afstappen door
middel van twee ijzeren treden aan de uiteinden van
het frame, zoals in de volgende afbeeldingen te zien is.
Droog zijn en grepen gebruiken om glijden en
vallen te voorkomen.
Steeds naar de wagen gedraaid in- of uitstappen;
zorgen dat schoenen en handen schoon en droog
zijn en grepen gebruiken om glijden en vallen te
voorkomen.
Bij het stilzetten van de wagen altijd de parkeerrem
inschakelen om mogelijke bewegingen van de
wagen te voorkomen.
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 69
Page 70
Gebruiksaanwijzing
GEVAAR
WAARSCHUWING
09.4618.1213
0°
180°
GTH-4016 SR
0
-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
-2
0°
A
B
0123456789101112131415
10°
70°
-3.7°
75°
C
D
E
20°
30°
40°
50°
60°
15.42m
0.6 m
2500 kg
4
0
0
0
k
g
700 kg
1500 kg
1000 kg
2000 kg
3000 kg
13.35 m
EN13000 Std.
Bedieningshandleiding
GEBRUIK LASTTABELLEN
De vrachttabellen met de max. toelaatbare last 1, met
betrekking tot de armextensie en het eindwerktuig,
de aanwezigheid van de stabilisatoren en de ligging
van de toren, zijn te vinden in de cabine.
Voor alle veiligheid, deze tabellen steeds nakijken.
De uitschuif waarde van de arm kan vastgesteld
worden door middel van de letters (A, B, C, D, E)
geverfd op de arm (pos. 3). De reële inclinatiegraad
van de arm is, daarentegen, zichtbaar door middel
van de hoekindicator 2.
Het plaatje 4 aan de onderkant van elke lasttabel
weergeeft het toegepaste werktuig type.
Tweede Uitgave - Eerste Druk
De vrachttabellen aangebracht in de cabine
hebben betrekking op stilstaande machine op
een vaste en vlakke ondergrond.
De last enkele centimeters optillen om de
stabiliteit te controleren alvorens de complete
manoeuvre uit te voeren.
De tabellen hieronder weergegeven dienen enkel
als illustratie, om de juiste vrachtbeperkingen
te kennen, volg de tabellen die in de wagen
zitten.
70 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
A
B
EXAMPLAAR
Page 71
Tweede Uitgave - Eerste Druk
9 _ LASTBEGRENZER WIJZER
Aan de achterzijde van de cabine is er een
lastbegrenzer aanwezig die het anti-omkatelsysteem
van de machine beheert.
De verzamelde gegevens, tezamen met het
soort in gebruik zijnde gereedschap, worden
voortdurend vergeleken met de gegevens uit het
systeemprogramma. Het resultaat van de verwerking
wordt in drie mogelijke toestanden door de display
omgezet weergegeven middels de controlelampjes
aan de linkerzijde van de ervan.
1 LED groen aanStabiele conditie. Het gewicht van de vracht
overschrijdt niet de 90% van het gewicht
toegestaan in deze werkstand.
2 LED geel aanVoor-alarm situatie. Het gewicht is hoger dan 90%
maar blijft lager dan het maximaal toegestane
gewicht. De armbewegingen zijn vertraagd en het
akoestisch signaal geeft korte piepgeluiden.
3 LED rood aanAlarm situatie. Het gewicht is hoger dan het
maximaal toegestane: het akoestisch signaal
geeft lange piepgeluiden en de bewegingen
van de wagen zijn geblokkeerd. In dit geval zijn
alleen de bewegingen mogelijk die de wagen
terug stabiel maken.
Bedieningshandleiding
Gebruiksaanwijzing
Het bord van de beperker is verdeeld in drie
zones:
Zone LED: Er zijn drie LED die de werktoestand
aanduiden:
1 LED groen - stabiele wagen
2 LED geel - wagen in vooralarm
3 LED rood - wagen in alarm
Bedieningsknoppen
ESC Om naar het vorige venster terug
te keren
ENTER Om het venster te bevestigen en
te openen.
PIJLEN Om langs de menu’s omhoog en
omlaag te bewegen.
PLUS (+) Extra selectie knopMIN (-) Extra selectie knop
ESC
55%
FORKS
OUTRIGGERS LATERAL
+
-
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 71
MAX LOAD ........................ 50.3t
RAISED LOAD ................... 10.2t
ANGLE ............................... 12.3°
EXTENSION...................... 12.3m
RADIUS.............................. 7m
ENTER
Page 72
Gebruiksaanwijzing
MIN1 20
EXIT
MIN2 20
MAX1 1000MAX2 1000
N1 915N2 913
LANGUAGE
EXTENSION SENSOR
ANGLE SENSOR
CLOCK
EXIT
ZERO1 511ZERO2 511
N1 552N2 551
LANGUAGE
EXTENSION SENSOR
ANGLE SENSOR
CLOCK
Bedieningshandleiding
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Display onderverdeeld in 8 regels_ g.A
1. Laadpercentage staaf
2. Duidt eindwerktuig aan
3. Duidt werkwijze aan
4. Duidt het max. hefbare gewicht aan
5. Duidt gewicht van vracht aan voor het tarra
berekenen van het systeem
6. Geeft de armhoek aan.
7. Geeft de armextensie aan (met helemaal ingeschoven arm moet het = 0 meter zijn)
8. Geeft de afstand van de lading vanaf de
rotatieschijf aan en, indien nodig, weergeeft
het betreffende waarschuwingsbericht.
FORKS
OUTRIGGERS LATERAL
MAX LOAD ........................ 50.3t
RAISED LOAD ................... 10.2t
ANGLE ............................... 12.3°
EXTENSION...................... 12.3m
RADIUS.............................. 7m
55%
fig. A
Werking
• Bij het in bedrijfstellen van het toestel voert het antiomkantelsysteem een progressieve controle uit en
worden de softwaregegevens weergegeven.
• Na ongeveer 3/4 seconden wordt de lijst van de
eindwerktuigen die beschikbaar zijn weergegeven.
Middels de pijlen moet de bediener de juiste
uitrusting selecteren en vervolgens op ENTER
drukken om te bevestigen.
• Nadat de uitrusting geselecteerd is, weergeeft de
display het Standaard Venster (Fig.A).
• Vanuit deze pagina kan de bediener, door enkele
seconden op (PLUS) (+) te drukken, in een
HOGER NIVEAU (B) treden, waar vier andere
ondermenu’s worden weergegeven, het menu
LANGUAGE (taal) (C) kan gewijzigd worden,
B
EXTENSION SENSOR
ANGLE SENSOR
C
LANGUAGE
CLOCK
ITALIANO
ENGLISH
FRANÇAIS
ESPAÑOL
B
LANGUAGE
EXTENSION SENSOR
ANGLE SENSOR
D
10/01/09
CLOCK
15:25:42
Indien een eindwerktuig wordt toegepast dat niet
in de tabel is aangegeven, maar echter wel door
TEREXLIFT is geleverd, selecteer de werkwijze
“VORK” op regel 2.
72 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
terwijl de andere drie ondermenu’s CLOCK (klok)
(D), EXTENTION SENSOR (extensie sensor) (E)
en ANGLE SENSOR (hoeksensor)
geraadpleegd kunnen worden.
B
LANGUAGE
EXTENSION SENSOR
ANGLE SENSOR
CLOCK
MIN1 20
MAX1 1000 MAX2 1000
N1 915N2 913
EXIT
MIN2 20
B
EXTENSION SENSOR
ZERO1 511 ZERO2 511
N1 552N2 551
(F), alleen
LANGUAGE
ANGLE SENSOR
CLOCK
EXIT
Page 73
GEVAAR
WAARSCHUWING
GEVAAR
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Bedieningshandleiding
Gebruiksaanwijzing
LASTBEHANDELING
• Door op ESC te drukken keert u terug naar het
Standaard Venster.
• Druk tegelijkertijd op de twee toetsen PLUS (+) en
MIN (-) om in de diagnose Pagina te treden. Deze
pagina’s zijn alleen voor raadpleging; gebruik de
PIJLTOETSEN om van de ene pagina naar de
andere te bewegen.
Alvorens het toestel te gebruiken, controleer of
het 1ste groene LED-lampje voor de stabiliteit
aanwijzing brandt en of de werkwijze, aangeduid
in regel 3, en het werktuig type, aangeduid in regel
2, overeenkomen met hetgeen gebruikt wordt.
De stabiliteits-aanwijzer wordt niet gebruikt
om de te heffen vracht te verieren: deze dient
uitsluitend om eventuele onevenwichtigheden
langs de as aan te duiden.
Deze onevenwichtigheden kunnen ook
veroorzaakt worden door te snelle handeling op
het commando-hendel tijdens het verplaatsen
van vracht.
Blokkeerschakelaar lastbegrenzer
Met de blokkeerschakelaar is het mogelijk het LMI
systeem te overbruggen om de werking van de
machine te hervatten in de volgende gevallen:
• in geval van een blokkering te wijten aan de
ingreep van het LMI systeem;
• in geval van machinestoringen waarbij alle
bewegingen van de machine ontkoppeld moeten
worden.
Om een oneigenlijk gebruik van de inrichting te
vermijden (bijv. het overschrijden van de lastwaarden
en het werken in een onveilige toestand), is het
controlesysteem voorzien van een timer (ingesteld
op 10 seconden). Na afloop van de ingestelde tijd
worden de blokkeringen automatisch hersteld.
Regeling van de vorken
Met vorken type FEM
De vorken worden in breedte geregeld volgens de
te heffen last. Om dit te doen:
• Stophendel vorken omhoogtrekken.
• Vorken op gewenste stand brengen en stophendel
weer naar beneden duwen.
Drijvende vorken
Wanneer er drijvende vorken zijn:
• Moer van
bevestigingsschroeven
losdraaien.
• Vorken heffen
en over as
laten lopen
tot men de
gewenste
afstand
bereikt.
• Bevestigings-
schroeven
en moer
vastdraaien.
• Het zwaartepunt van de last moet zich steeds
tussen beide vorken bevinden.
• Gewicht van de last kennen alvorens deze te
verplaatsen.
• De toegestane lastbeperking ten opzichte van
armlengte niet overschrijden.
• De lastbeperking aangewezen op tabel -
binnenruit cabine nagaan en toepassen en
tevens op de snelle gids, indien deze in de
cabine is, controleren
• De vorken zo ver mogelijk van elkaar houden
rekening houdend met de te heffen last.
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 73
Page 74
GEVAAR
WAARSCHUWING
GEVAAR
WAARSCHUWING
Bedieningshandleiding
Gebruiksaanwijzing
WERKFASEN
De bediener moet zijn zichtveld controleren
alvorens de heftruck te gebruiken.
Laden
• Loodrecht de vracht benaderen met oog op het
luchtbelletje voor de juiste nivellering van de
wagen.
• Vorken met totale lengte onder de last duwen en
enkele centimeters optillen.
• De vorken naar achteren bewegen om de last
terug te brengen.
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Tijdens de beweging van de lading zijn de risico’s
vooral aan de achterkant, tijdens het achteruit
bewegen van het toestel.
74 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 75
GEVAAR
WAARSCHUWING
GEVAAR
Gebruiksaanwijzing
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Bedieningshandleiding
Overbrengen
• Bruusk vertrek of remmen vermijden.
• Verplaatsingen naar de losplaats voorzichtig
uitvoeren door de vracht niet hoger dan 20÷30
cm van grond te heffen.
• Snelheid aan het type werkterrein aanpassen om
schokken en zwaaien te vermijden die het verlies
van de vracht kunnen veroorzaken.
• Hellingen of dalingen steeds met geheven vorken
benaderen.
Indien een hangende last of de stand van de arm
een blokkering veroorzaken moet de bediener
voor een andere vervoersmachine zorgen.
Het is verboden hellingen lateraal te benaderen
daar deze verkeerde manoeuvre de voornaamste
oorzaak is voor het omkantelen van de machine.
Lossen
• De losplaats met rechte wielen benaderen en de
machine zacht stilzetten, voldoende ruimte laten
voor het manoeuvreren van de arm.
• Parkeerrem inschakelen en versnellingshendel
uitzetten.
• Last enkele centimeters boven de gewenste
stand heffen en vorken plat zetten.
• Last dalen tot het gewicht van de vorken geheven
wordt.
• Vorken voorzichtig intrekken door op intrek arm
te werken en, indien nodig, de hoogte van de
arm aanpassen terwijl de vorken nog onder de
last zitten.
• Nadat de vorken totaal vrij zijn van de last, ze
terug op “overbrengen” zetten.
• Parkeerrem losmaken en zich op een nieuw werk
instellen.
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 75
Page 76
GEVAAR
WAARSCHUWING
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
Bedieningshandleiding
Gebruiksaanwijzing
VERVANGING VAN DE EINDWERKTUIGEN
Alleen eindwerktuigen gebruiken die door Terexlift
aangegeven worden voor de henrichtingen
en die in de afdeling “Optionele accessoires”
genoemd worden.
Uitvoering met MANUELE BLOKKERING
Indien de eindwerktuig vervangen moet worden, op
de volgende wijze handelen:
• Zich naar de plaats begeven waar men het
opgestelde eindwerktuig wil achterlaten (zo
mogelijk op compacte grond en overdekt).
• Ontkoppel de snelkoppelingen die eventueel op
het werktuig aanwezig kunnen zijn.
• Verwijder de pin 1 voor de blokkering van
het werktuig, nadat de verwijdering van de
veiligheidspen 2 aan het uiteinde ervan.
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Na het vervangen van een eindwerktuig, alvorens
met de wagen te werken, visueel nagaan of het
werktuig wel goed aan de arm gekoppeld is. Een
werktuig dat niet goed vastgekoppeld is, brengt
zowel de operator als alles wie of wat op het
werkterrein tegenwoordig is in gevaar.
• Het werktuig op de grond plaatsen.
• Het gereedschapshouder naar voren zwaaien en
de arm dalen om de boven blokkering van het
werktuig los te maken.
• Ga met de machine achteruit om het werktuig te
verlaten, en beweeg naar het andere gewenste
werktuig.
• Met het gereedschapshouder naar voren zwaaien
en de bovenkant van het nieuwe eindwerktuig
vastschroeven.
• Het werktuig intrekken en enkele centimeters
omhoog tillen, het zal zich automatisch op het
gereedschapshouder centreren.
• Doe de pin 1 weer terug en zorg voor een
goede bevestiging met de vooraf verwijderde
veiligheidspen 2.
• Het eventueel gereedschap op het werktuig
vastkoppelen.
76 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 77
Gebruiksaanwijzing
GEVAAR
WAARSCHUWING
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Bedieningshandleiding
Uitvoering met HYDRAULISCHE BLOKKERING
(
OPTIONEEL
Indien de eindwerktuig vervangen moet worden, op
de volgende wijze handelen:
• Zich naar de plaats begeven waar men het
opgestelde eindwerktuig wil achterlaten (zo
mogelijk op compacte grond en overdekt).
• Ontkoppel de snelkoppelingen die eventueel op
het werktuig aanwezig zijn en maak de pijpen
voor de hydraulische blokker cilinder van de
werktuigen op de koppelingen 3 weer vast.
)
• Het werktuig op de grond plaatsen.
• Verwijder de veiligheidspen 2 aan het uiteinde
ervan.
• Maak het in gebruik zijnde eindwerktuig los door
middel van de bediening van de werktuigen
blokkeer/deblokkeer cilinder.
• Het gereedschapshouder naar voren zwaaien en
de arm dalen om de boven blokkering van het
werktuig los te maken.
• Ga met de machine achteruit om het werktuig te
verlaten, en beweeg naar het andere gewenste
werktuig.
• Met het gereedschapshouder naar voren zwaaien
en de bovenkant van het nieuwe eindwerktuig
vastschroeven.
• Het werktuig intrekken en enkele centimeters
omhoog tillen, het zal zich automatisch op het
gereedschapshouder centreren.
• Handel op de bedieningshendel (optioneel)
voor de definitieve blokkering van het werktuig
en maak hem vast door middel van de vooraf
verwijderde veiligheidspen 2.
• Het eventueel gereedschap op het werktuig
vastkoppelen.
We raden aan de leidingen voor het vast/
loskoppelen van de werktuigen altijd weer vast
te koppelen op de betreffende rustzittingen
aan de bovenkant van de arm, onafhankelijk
van het toegepaste werktuig. Alvorens de
arm te bewegen vergewis u ervan dat het
werktuig goed geblokkeerd is door middel van
de snelkoppelingscilinder en met de manuele
blokkeerpen bevestigd is.
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 77
Page 78
Bedieningshandleiding
Gebruiksaanwijzing
PLAATSING VAN DE LAST
1. Ga naar de gewenste plek en zet de machine
voorzichtig stil.
2. Zet de versnellingshendel in de neutrale stand.
3. Schakel de parkeerrem in.
4. Breng de stabilisatoren omlaag indien nodig voor
de configuratie.
5. Nivelleer de structuur als de inclinatiemeter van
de machine niet de waarde 0 weergeeft.
6. Activeer voorzichtig de bedieningshendel om de
arm naar de gewenste stand te heffen en uit te
trekken.
Tweede Uitgave - Eerste Druk
8. Activeer voorzichtig de bedieningshendel om de
arm te heffen en weer in te trekken en de vorken
van de last vrij te maken.
9. Nadat de vorken van de last en van de structuur
zijn verwijderd kan de arm omlaag gebracht
worden.
7. Activeer voorzichtig de bedieningshendel om de
arm omlaag te brengen en uit te trekken totdat
de eindstand wordt bereikt. Breng de last omlaag
totdat het gewicht helemaal van de vorken wordt
ontladen. Met de vorken geen neerwaartse
kracht uitoefenen.
78 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 79
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
ATTENTIE
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
ATTENTIE
Tweede Uitgave - Eerste Druk
VERPLAATSEN OVER WEG OF OVER
WERKTERREIN
Om over de openbare weg te bewegen, zich
nauwkeurig houden aan de Wegenverkeerswetten
van het land waar men zich bevindt.
Zich in ieder geval aan de volgende normen houden:
• Start de motor.
• Zet de achterwielen op een lijn.
• Alleen voor de Italiaanse markt installeer
de blokkeer inrichtingen voorzien in het
kentekenbewijs van het voertuig:
1. installeer de blokkeerkabel voor de arm
uitschuiving A;
2. monteer de blokkeer kraag B op de inclinatievijzel;
3. monteer de blokkeer kraag C op de hefvijzel;
4. installeer de blokkeerkabel D op de armen van
de stabilisatoren.
• Bescherming over vorken gebruiken of drijvende
vorken plooien.
Bedieningshandleiding
Gebruiksaanwijzing
Het verkeer over openbare weg is alleen
toegestaan voor het verplaatsen van de machine
zonder last.
De machine is niet geschikt voor sleephandelingen.
ALLEEN VOOR DE ITALIAANSE
MARKT
A
B
Met gekantelde
drijvende vorken
beweeg de cilinder
voor de vorken
articulatie niet,
want deze kunnen
de machine
beschadigen.
• Breng de arm en het eindwerktuig terug in de
vervoer stand.
• Plaats de keuzeschakelaar Cabine-WegWerkplatform op “WEG”.
• Controleer of lichten, geluidssignalen,
richtingaanwijzers goed functioneren.
• Schakel de versnelling in.
• De snelheid van de voortbeweging wordt bepaald
door het toerental van de motor en door de
ingeschakelde versnelling.
C
D
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 79
Page 80
GEVAAR
WAARSCHUWING
Bedieningshandleiding
Gebruiksaanwijzing
GEBRUIK MET WERKPLATFORM
Indien de personen platform gebruikt moet worden,
op de volgende wijze handelen:
1. Maak het platform aan de gereedschapshouder
vast.
2. Breng de vier stabilisatoren omlaag en, door
middel van de inclinatiemeter 10 in de cabine,
controleer of het toestel goed uitgelijnd is.
3. Nivelleer het vlak van het platform.
4. Draai de startsleutel van de motor op P.
5. Draai de keuzeschakelaar “cabine-weg-
werkplatform” op “werkplatform” (groen
controlelampje aan).
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Indien, nadat de sleutel is ingevoerd, de
bedieningen op het platform geblokkeerd blijven,
controleer het controlelampje 50: indien dit lampje
knippert is het toestel niet goed uitgelijnd.
Het platform vlak kan niet na de verplaatsing van
de bedieningen genivelleerd worden. Verieer
dat het goed genivelleerd is alvorens met het
werkplatform te werken.
6. Verwijder de sleutel uit de keuzeschakelaar “cabineweg-werkplatform” om deze op de bedieningen
van het werkplatform te gebruiken.
7. Verwijder de pin voor de blokkering van de
torenrotatie aan de achterzijde van de cabine.
8. Maak de beschermdeksel van het stopcontact
op de arm open en steek er de stekker van het
werkplatform in.
9. Ga op het werkplatform en steek de, van te voren
verwijderde, sleutel in de omschakelaar voor de
activering van de bedieningen.
50
Voor het gebruik van dit eindwerktuig, raadpleeg
de betreffende handleiding.
80 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 81
Tweede Uitgave - Eerste Druk
VERPLAATSEN VAN EEN BESCHADIGDE
MACHINE
Het wegslepen van een machine is alleen aangeraden
als er geen andere oplossing bestaat want het kan
grote schade veroorzaken aan de versnellingshendel.
Het is steeds aangeraden de wagen, indien mogelijk,
ter plaatse te herstellen.
Wanneer men de wagen toch moet wegtrekken:
• De parkeerrem uitschakelen.
• Op lage snelheid, kleine afstanden per keer
afleggen (minder dan 5 km/h).
• Een last-staaf gebruiken.
• Twee wiel wending selecteren.
• Plaats de vooruit/achteruit versnellingshendel op
neutraal.
• De koppelingshendel op neutraal zetten (zie
verder).
• De voorwielen van de wagen heffen.
• Indien mogelijk, start de motor om gebruik te
maken van de hydraulische stuurbekrachtiging
en van het remsysteem.
Parkeerrem uitschakelen
Om de negatieve parkeerrem van een defect toestel
te ontkoppelen:
• Verwijder de drie bevestigingsschroeven (1)
aan beide zijden van de vooras, gebruik een
inbussleutel van 8 mm. Opmerking: tijdens
deze handeling, houd de speciale schroeven
(2) op hun plaats door middel van een dubbele
steeksleutel van 25 mm.
Bedieningshandleiding
Transport Van De Machine
• Draai de remontkoppeling schroeven (3) vast
door, achtereenvolgens, een halve draai in de
volgorde (A, B, C) te maken, totdat ze helemaal
los zijn (4÷5 draaiingen).
Parkeerrem activeren
Om de negatieve parkeerrem weer te activeren:
• Verwijder de bevestigingsschroeven (1) en draai
de remontkoppeling schroeven (3) aan de twee
zijden van de vooras los tot het slageinde, tot
de aanraking van de speciale schroeven (2).
Opmerking: verplaats niet de speciale schroeven
(2).
• Monteer de bevestigingsschroeven (1) op de
speciale schroeven (2).
• Maak de speciale schroeven (2) vast aan
een 30 Nm koppel, maak vervolgens de
bevestigingsschroeven aan de twee uiteinden
vast aan een 20 Nm koppel.
C
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 81
B
Page 82
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
ATTENTIE
Bedieningshandleiding
Transport Van De Machine
Versnelling uitzetten
Het is verboden de wagen de slepen zonder eerst
de versnellingshendel te hebben afgezet.
Om dit te doen:
• Gebruik een zelfblokkerende afstelbare tang om
de speciale hendel in de hieronder aangegeven
stand te brengen.
Tweede Uitgave - Eerste Druk
82 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
1ste
versnel.
2de
versnel.
NEUTRA-
AL
Page 83
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
09.4618.0916
09.4618.0916
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Bedieningshandleiding
Transport Van De Machine
HEFFEN VAN DE MACHINE
Als de machine geheven moet worden gebruik
middelen met geschikte draageigenschappen voor
het te heffen gewicht. De technische gegevens
en het zwaartepunt zijn genoemd in het onderdeel
“Technische Gegevens” uit de huidige handleiding.
Om het toestel te heffen op de volgende wijze
handelen:
• De arm helemaal inschuiven en omlaag brengen.
• Schakel de parkeerrem in en plaats het werktuig
evenwijdig met de vloer.
• Zet de motor uit en sluit de bestuurderscabine.
• Veranker de kettingen in de vier speciale
openingen (aangegeven op het toestel met de
hier weergegeven sticker).
Hef het toestel alleen nadat de kettingen in alle
openingen verankerd zijn.
TRANSPORT OP VOERTUIG
Voor het transport van de machine op een ander
voertuig:
• Nagaan of de oprit juist ligt.
• Arm intrekken op transport-stand.
• De machine voorzichtig op het voertuig rijden.
• Parkeerrem inschakelen en eindwerktuig neer
plaatsen.
• Nagaan of de omvang de toegestane grens niet
overschrijdt.
• Motor stilzetten en cabine sluiten.
• Machine blokkeren door wig te plaatsen bij elk
wiel.
• Veranker de machine aan het draagvalk van het
vervoermiddel door deze met kettingen aan de
speciale op het frame voorziene haken A vast te
maken.
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 83
Page 84
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
ATTENTIE
Bedieningshandleiding
Transport Van De Machine
PARKEREN EN BUITEN DIENST STELLEN
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Korte haltes
Bij het einde van iedere werkdag, elke werkbeurt
of, in ieder geval tijdens de nachtrust, de wagen op
een veilige wijze parkeren.
De nodige voorzorgen nemen om risico’s te
voorkomen aan personen die in de nabijheid van
de stilstaande wagen kunnen komen:
• De machine parkeren op een plaats waar hij niets
in de wegstaat.
• De eindwerktuig-arm op de grond plaatsen.
• De parkeerrem inschakelen.
• De sleutel uit de startomschakelaar verwijderen
en de cabine deur op slot doen.
Als de batterij ingeschakeld blijft kunnen
kortsluitingen plaatshebben met brandgevaar.
Lange haltes
Wanneer men de wagen moet parkeren voor langere
periodes is het aan te raden, behalve de genoemde
richtlijnen voor korte haltes, ook de volgende regels
te volgen:
• Wagen goed schoonmaken. Om dit goed te doen,
roosters en protectiekoffer losmaken.
• Na het wassen, alle delen goed drogen met
luchtstraal.
• Wagen compleet invetten.
• Eventuele versleten onderdelen vervangen.
• Eventuele versleten delen herschilderen.
• Accu losmaken, polen met vaseline insmeren en
op een droge plaats wegzetten. Regelmatig het
ladingsniveau nakijken.
• Tank met brandstof vullen om oxydatie van
tankwanden te voorkomen.
• Wagen op een overdekte en geventileerde plaats
zetten.
• Iedere maand, motor ongeveer 10 minuten laten
draaien.
• Bij zeer streng klimaat, radiateur leegmaken.
Ook tijdens lange stilstand periodes moet
de regelmatige onderhoudsbeurt uitgevoerd
worden, met bijzondere aandacht aan alle
vloeistoffen verslijtbare delen. In ieder geval,
alvorens de wagen weer in dienst te zetten,
een buitengewone onderhoudsbeurt uitvoeren
met speciale aandacht voor alle mechanische,
hydraulische en elektrische delen.
84 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 85
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
ATTENTIE
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
ATTENTIE
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
ATTENTIE
HET MILIEU
RESPECTEREN
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
ATTENTIE
HET MILIEU
RESPECTEREN
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Bedieningshandleiding
Transport Van De Machine
SCHOONMAAK EN REINIGING VAN DE
MACHINE
Voor een correcte reiniging van de machine de
volgende handelingen uitvoeren:
• Vuile onderdelen met olie of vet alleen
schoonmaken met droge oplosmiddelen of
vluchtige minerale spiritus.
• Voor de montage de beschermlaag van de
nieuwe reserveonderdelen (antiroest producten,
vet, was enz.) verwijderen
• Zodra roest op de metalen onderdelen van de
wagen wordt opgemerkt, deze schoonmaken met
schuurlinnen en bedekken met een geschikte
beschermende deklaag (antiroest product, verf,
olie, enz.).
Voor de reiniging gebruik geen waterdruk, vooral
niet op enkele bijzondere punten van de machine
(zoals verdeler, elektrokleppen, elektrische en
elektronische onderdelen).
Reiniging van de buitenkant
Alvorens de machine te reinigen controleren of de motor
uit is en of de ruiten en deuren goed gesloten zijn.
Voor de reiniging geen brandstof gebruiken, maar
water of stoom. In zeer koude omgeving, om de
sluitingen niet te blokkeren deze goed afdrogen en,
indien nodig, antivries vloeistof aanbrengen.
Voor het gebruik de machine weer in de oorspronkelijke
werktoestand terugbrengen.
Reiniging van de binnenkant
De binnenkant van de machine alleen met de hand
reinigen, water en zeep gebruiken. Gebruik geen
waterstralen onder druk. Aan het einde met een
doek afdrogen.
AFBRAAK
Aan het einde van de werkingscyclus van de
machine wordt aangeraden de onderdelen ervan
niet in het milieu te verspreiden maar zich tot
bevoegde bedrijven te wenden die dit kunnen
doen met inachtneming van de van kracht zijnde
wetgeving.
Afbraak batterijen
De lege loodbatterijen mogen niet met het gewone
vaste industrieel afval verwijderd worden, maar,
daar ze bestaan uit schadelijke stoffen, moeten ze
verzameld, gesloopt en/of gerecycleerd worden
volgens de wetgeving van de Lidstaten.
De lege batterij moet op een droge geïsoleerde
plaats bewaard worden. Verieer tevens dat de
batterij droog is en dat de doppen goed afgesloten
zijn. Plaats op de batterij een waarschuwingsbord
met het gebruiksverbod. Als de batterij, voor de
afbraak, op een open plaats wordt gehouden
moet deze afgedroogd worden, een vetlaag
aangebracht worden zowel op de behuizing als
op de elementen en moeten de doppen op de
elementen afgesloten worden. Plaats de batterij
liefst niet direct op de grond; het is beter om de
batterij op houten planken of houten bank te
plaatsen en af te dekken. De afbraak van de batterij
moet zo snel mogelijk worden uitgevoerd.
Reiniging van de motor
Tijdens de reiniging van de motor zorgen dat er geen
water in het luchtfilter terechtkomt.
Indien de machine in een zeeomgeving of
gelijksoortige omgeving gebruikt moet worden
bescherm haar met de nodig anti zoutbehandeling
om roestvorming te voorkomen.
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 85
Page 86
Bedieningshandleiding
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Pagina opzettelijk wit gelaten
86 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 87
Tweede Uitgave - Eerste Druk
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
ATTENTIE
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
Bedieningshandleiding
Onderhoud
Houd u aan het volgende:
* Alleen gedeelten van het
routineonderhoud die in deze
handleiding genoemd worden,
mogen door de bediener worden
uitgevoerd.
* Periodieke
onderhoudsinspecties
moeten door gekwalificeerde
servicemonteurs worden
uitgevoerd, in overeenstemming
met de specificaties van
de fabrikant en de eisen
die genoemd worden in de
verantwoordelijkheidshandleiding.
Legenda onderhoudssymbolen:
De volgende symbolen worden in deze handleiding
gebruikt om de bedoeling van de instructies te
verduidelijken. Wanneer een of meer symbolen
aan het begin van een onderhoudsprocedure
worden weergegeven, heeft dit de volgende
betekenis:
VOOROPGESTELD
Een juiste periodieke onderhoudsbeurt garandeert
een veilige wagen.
Daarom, nadat men onder speciale omstandigheden
met de wagen gewerkt heeft (op slijk- of stofgrond,
e.d.) is het nodig deze goed schoon te maken, in te
smeren en een goede onderhoudsbeurt te geven.
Steeds nagaan of alle delen wel goed werkend
zijn, dat er geen olieverlies is, dat de protectie en
de veiligheidsinrichtingen in goede staat verkeren,
zo niet, de oorzaak ervan opzoeken en maatregels
treffen.
De garantie van TEREXLIFT vervalt automatisch
bij het niet opvolgen van de geprogrammeerde
onderhoudsnormen, aangegeven in deze
handleiding.
Voor de onderhoudsnormen van de motor
neem de met de machine meegeleverde
specieke Gebruiks- en Onderhoudshandleiding
nauwkeurig in acht.
Geeft aan dat er gereedschappen
nodig zijn om deze procedure uit te
voeren.
Geeft aan dat er nieuwe onderdelen
nodig zijn om deze procedure uit te
voeren.
Geeft aan dat de procedure met koude
motor moet worden uitgevoerd.
TUSSENTIJD BEMIDDELING
Inrijden _______________________________
Gewoon ______________________________
Geeft de tijden voor de
onderhoudsingrepen aan, uitgedrukt
in werkuren.
Verwijder het werktuig van het toestel alvorens
onderhoudshandelingen uit te voeren.
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 87
Page 88
Bedieningshandleiding
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
Onderhoud
Tweede Uitgave - Eerste Druk
RESERVEONDERDELEN
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
Zie de betreffende Reserveonderdelen handleiding.
LIJST RESERVEONDERDELEN
BEVEILIGINGEN
Display en kaart lastbegrenzer56.0016.0066
Schakelaar voor de activering van
de joystick
Schakelaarnoodpomp07.0703.0430
Noodknop07.0703.0441
Microschakelaar stoel07.0703.0484
Blokkeer klep evenwichtscilinder04.4239.0003
Blokkeer klep hefcilinder04.4239.0001
Blokkeer klep uitschuif cilinder van
de 2de uitschuifdeel
Blokkeerklep cilinder voor
uittrekken van de 3de uitschuifdeel
GTH-4016 SR
Blokkeerklep cilinder voor
schommelbeweging eindwerktuig
Blokkeerklep cilinder as blok04.4240.0041
Blokkeerklep cilinder stabilisatoren 04.4239.0080
Naderingssensor56.0012.0000
Magneetsensor56.0012.0065
Magneetsensor interface 56.0012.0066
Laadcel09.0802.0035
Parkeerrem sensor 105.4329.0016
Parkeerrem sensor 205.4329.0017
Transductor arm uitschuif hoek56.0012.0028
07.0741.0012
04.4239.0041
04.4239.0001
04.4239.0000
SMEEROLIËN- HYGIËNE- EN
VEILIGHEIDSNORMEN
Hygiëne
Langdurig contact van oliën met de huid kan
irritatie veroorzaken. Het is daarom aangeraden
handschoenen en protectiebril te dragen. Nadat
men met olie gewerkt heeft, handen wassen met
water en zeep.
Opberging
Smeeroliën in een gesloten plaats opbergen, buiten
bereik van kinderen. Nooit op een open plek en
zonder stikker met inhoudsaanduiding wegzetten.
Afbraak
Olie, nieuwe of gebruikte, is altijd hoogst vervuilend!
Nieuwe olie zorgvuldig bewaren en de gebruikte olie
in vaten verzamelen voor de afbraak door specifieke
centra.
Verspreiding
In geval van toevallige verspreiding van o lie, zorgen
dat deze opgenomen wordt door zand of toegestane
korrels. Het opgenomen materiaal wegnemen en
afbreken als chemische afval.
Eerste hulp bij ongevallen
Ogen: Bij contact met ogen, overvloedig
spoelen met stromend water. Indien de
irritatie blijft, een Medische Hulpdienst
opzoeken.
Inslikken: Bij het inslikken van olie, geen braken
veroorzaken maar de hulp van een arts
inroepen.
Huid: In geval van langdurig contact met de
huid, wassen met water en zeep.
Brand
In geval van brand, brandblusapparaat met droge
of schuimige koolstof anhydride gebruiken. Geen
water gebruiken.
88 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 89
Tweede Uitgave - Eerste Druk
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD
Bedieningshandleiding
Onderhoud
Een verkeerde of onvoldoende onderhoudsbeurt
kan de wagen gevaarlijk maken voor de operator
of voor de mensen die in nabijheid komen. Zorgen
dat onderhoud en smering regelmatig uitgevoerd
worden, zoals aangeduid door de fabrikant, teneinde
de wagen zo veilig mogelijk te houden.
De onderhoudsbeurten staan in verband met het
aantal werkuren die de wagen uitvoert. De urenteller
nakijken en steeds werkend houden. Nagaan of
alle onregelmatigheden, ondervonden tijdens de
onderhoudsbeurt, hersteld worden alvorens de
wagen alweer te gebruiken.
Alle operaties, aangeduid met “” moeten door een
gespecialiseerde technicus uitgevoerd worden.
Binnen de eerste 10 werkuren
1 Controleer het oliepeil van de terugvoerders en
differentieel
2 Controleer het vastzitten van de schroefbouten
van de wielen regelmatig
3 Controleer de banddruk
4 Controleer het vastzitten van alle schroefbouten
in het algemeen
5 Controleer eventuele olielekkages uit de
koppelingen
Binnen de eerste 50 werkuren
1 Smeer de schuifonderdelen van de telescopische
armen en de draaipen van de hefarm
Binnen de eerste 250 werkuren
1 Smeer de schuifonderdelen van de telescopische
armen en de draaipen van de hefarm
Elke 10 werkuren of dagelijks
1 Controleer het oliepeil van de motor
2 Reinig de filter voor de luchtzuiging
3 Reinig de voorfilter voor de luchtzuiging
4 Verwijder het stof uit de filter door middel van de
speciale rubberen membraan op de filter zelf
5 Controleer het niveau van de motor
koelvloeistof
6 Indien nodig, radiator schoonmaken
7 Niveau hydraulische olie tank controleren
8 Zorgen dat verlengassen ingevet zijn en
corresponderen met schuifschaatsen
9 Smeer de rotatieschijf van tegenchassis/toren
in
10 Smeer de eindwerktuig-draagblad in
11 Smeer alle articulaties van arm en stabilisatoren,
de scharnieren van voor- en achterassen, de
overbrengingsassen en eventuele uitrusting die
bij de machine hoort in
12 Controleer de werking van de anti-
omkantelsysteem
13 Controleer de werking van de remsysteem en
de parkeerrem
14 Controleer de werking van de differentieel
blokkering
15 Controleer de werking van de draai-
selectiesysteem
16 Controleer de werking van de selectie van de
mechanische versnelling
17 Controleer de werking van de keuzeschakelaar
beweging vooruit/achteruit
18 Controleer de werking van de evenwicht-systeem
van de vorken
19 Nagaan of de toegepaste veiligheidsinrichtingen
goed werken
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 89
Page 90
Bedieningshandleiding
Onderhoud
Elke 50 werkuren of wekelijks
Behalve de voorgenoemde operaties, zijn ook déze uit te voeren.
1 Controleer de druk op riemen van alternateur
2 Controleer de banddruk
3 Controleer het vastzitten van de schroefbouten
van de wielen
4 Controleer het vastzitten van de schroeven van
de cardanassen
5 Controleer de sluiting van de
bevestigingsschroeven van de tegenchassis/
toren rotatieschijf
6 Controleer de sluiting van de glijblokken van de
telescopische arm
7 Controleer de verbindingsmoffen luchtfilter en
motorkoeling
8 Controleer de werking van de noodpomp (indien
aanwezig).
Elke 250 werkuren of maandelijks
Behalve de voorgenoemde operaties, zijn ook déze uit te voeren.
1 Vervang de motorolie en betreffend filter
2 Controleer het oliepeil van de
snelheidskoppeling
3 Controleer het olieniveau in de differentiëlen.
4 Controleer het oliepeil in de vier wiel-reductors
5 Controleer het oliepeil in de rotatie reductor van
tegenchassis/toren
6 Controleer de integriteit van het luchtfilter en,
indien nodig, vervang
7 Controleer het vastzitten van de polen van de
accu
8 Controleer de integriteit van de luchtzuigbuis
tussen filter en motor
9 Controleer de verchroomde stelen van
cilinders
10 Controleer of de oleodynamische leidingen niet
versleten zijn door wrijving tegen chassis of tegen
andere mechanische delen
11 Controleer of er geen wrijving is tussen elektrische
kabels en het chassis of andere mechanische
delen
12 Controleer de slijtage van de glijblokken van de
armdelen
Tweede Uitgave - Eerste Druk
13 Regel de speling van de glijblokken van de
armdelen
14 Regel de parkeerrem
15 Controleer het vloeistof niveau van de accu
Elke 3 werkmaanden
1 Controleer de goede werking van de blokkeer
kleppen.
Elke 500 werkuren of elke 2 maanden
Behalve de voorgenoemde operaties, zijn ook déze uit te
voeren.
1 Controleer visueel de kwantiteit rook van
uitlaatpijp
2 Controleer het vastzitten van de schroefbouten
van de motor
3 Controleer het vastzitten van de schroefbouten
van de cabine
4 Nagaan of alle articulaties niet te los zitten
5 Beweging op rotatiepunt nagaan
6 Vervang de motor luchtfilter
7 Vervang de brandstoffilter
8 Vervang de hydraulische oliefilter van de
transmissie
9 Het efficiënt werken van het hydraulisch systeem
door een gespecialiseerd technicus laten
controleren.
Elke 1000 werkuren of elke zes maanden
Behalve de voorgenoemde operaties, zijn ook déze uit te
voeren.
1 Vervang de olie in de de voor- en
achterdifferentieel
2 Vervang de olie in de rotatie reductor van
tegenchassis/toren
3 Vervang de olie in de vier wiel-reductors
4 Vervang de hydraulische olie
5 Verwijder oude vetlagen van de arm en smeer
dus opnieuw de schuifonderdelen in
6 Reinig de cabine luchtfilter en, indien nodig,
vervang hem
7 Smeer de schuifonderdelen van de telescopische
armen en de draaipen van de hefarm
90 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 91
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Elke 1500 werkuren of elk seizoen
Behalve de voorgenoemde operaties, zijn ook déze uit te voeren.
1 Vervang de olie in de snelheidskoppeling
Elke 2000 werkuren of elk jaar
Behalve de voorgenoemde operaties, zijn ook déze uit te voeren.
1 Vervang de koelvloeistof van de motor
Op 6000 werkuur of vanaf 5 jaar en vervolgens
iedere 2 jaar
Behalve de voorgenoemde operaties, zijn ook déze uit te voeren.
1Verifieer de structuur in het bijzonder de gelaste
draagkoppelingen en de armpennen.
Bedieningshandleiding
Onderhoud
PROGRAMMA OLIEVERVANGING
Ingreepwerkuur *regelmaat *Olietype
Niveau controle10dagelijks
Motor
Assen en
verdeler
Hydraulische
olie
Reductor
olie toren
rotatie
* Olie vervangen bij het bereiken van de eerste waarde.
1ste vervanging500Regelmaat vervanging500jaarlijks
Niveau controle300-400maandelijks
1ste vervanging150-200
Regelmaat vervanging1500
Niveau controle10dagelijks
1ste vervanging-Regelmaat vervanging10006 maanden
Niveau controle250maandelijks
1ste vervanging-Regelmaat vervanging10006 maanden
-
elk seizoen
SHELL RIMULA 15W-40
(API CH-4/CG-4/CF-4/CF;
ACEA E3; MB228.3)
TRACTORENAULT THFI 208
LF SAE 80W; API GL4 / FORD
M2C 86B; MASSEY FERGUSON M 1135
SHELL OMALA 150
DN 51 517-3 CLP, ISO 122951 TYPE CKC, US STEEL 224,
DAVID BROWN 51.53.101
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 91
Page 92
Bedieningshandleiding
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
ATTENTIE
HET MILIEU
RESPECTEREN
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
ATTENTIE
GEVAAR
WAARSCHUWING
GEVAAR
WAARSCHUWING
GEVAAR
WAARSCHUWING
GEVAAR
WAARSCHUWING
Onderhoud
ONDERHOUDSBEURTEN
Elke onderhoudsingreep wordt uitgevoerd met:
stilstaande motor; parkeerrem ingeschakeld;
eindwerktuigen op grond geplaatst en
versnellingshendel uitgeschakeld.
Tweede Uitgave - Eerste Druk
De hoge druk leidingen mogen enkel door
bevoegd personeel vervangen worden.
Onzuiverheden die in het gesloten circuit
gaat circuleren kunnen het stukgaan van de
transmissie veroorzaken.
Alvorens een onderhoudsbeurt uit te voeren die
het heffen van een onderdeel vereist, zorgen dat
dit deel op veilige wijze bevestigd is alvorens het
werk uit te voeren.
Het is ten strengste verboden aan het
hydraulische systeem te werken indien niet
bevoegd personeel.
De hydraulische installatie van deze wagen is
voorzien van druk-accumulators die ongelukken
kunnen veroorzaken indien niet compleet
ontladen alvorens er aan te werken.
Om deze accumulators te ontladen is het
voldoende van 8 tot 10 maal op het rempedaal
te duwen met stilstaande motor.
Het gemachtigde personeel dat op het hydraulische
circuit werkt moet eerst de omstaande ruimte
zorgvuldig schoonmaken.
Het behandelen of afbreken van gebruikte olie
kan onderhevig zijn aan nationale of regionale
richtlijnen. Gebruik maken van de aangewezen
installaties.
Om een willekeurige reparatie- of
onderhoudsingreep uit te voeren en, in het
bijzonder, om laswerkzaamheden op het toestel
uit te voeren, de hoofdschakelaar van de
batterij, binnen de motorruimte onder het motor
luchtlter, uitschakelen.
Alvorens werk uit te voeren op hydraulische
leiding of delen, nagaan of er geen restdruk op de
installatie zit. Daarom, nadat men de motor heeft
stilgezet en de parkeerrem heeft ingeschakeld,
op de bedieningshendel van de verdelers werken
(alternatief in de werkrichtingen) om de druk van
het hydraulische circuit te ontladen.
92 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 93
Tweede Uitgave - Eerste Druk
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
TOEGANG TOT MOTORRUIMTE
Om een willekeurige ingreep binnen de motorruimte
uit te voeren moet de beschermkap geopend
worden.
De koffer is voorzien van pneumatische schokbrekers
die hem lichter maken en in stand houden.
Daarom:
• Motoruitdraaienenparkeerreminschakelen;
• Draai de sleutel om de voorkant van de kap te
deblokkeren en te openen (zie fig. A).
• Maak de speciale koppelingen aan beide zijden
van de bovenkant van de kap open (zie fig. B).
Bedieningshandleiding
Onderhoud
Voorzichtig benaderen. Sommige
delen van de motor zouden zeer
heet kunnen zijn. Handschoenen ter
bescherming gebruiken.
A
B
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 93
Page 94
Bedieningshandleiding
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
ATTENTIE
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
ATTENTIE
Onderhoud
MOTOR LUCHTFILTER
Motorluchtfilter schoonmaken en, indien nodig, de
elementen (kardoezen) vervangen.
1 Reiniging of vervanging van de externe
patroon
- Stop de motor en controleer dat de parkeerrem
ingevoerd is.
- Maak de vier haken A.
- Demonteer de deksel B.
- Verwijder de patroon C.
- Reinig de binnenzijde van het filterlichaam.
- Battere la cartuccia contro una tavola di legno
per scaricarne la polvere raccolta.
- Reinig de filterende patroon met luchtstraal
(niet hoger dan 6 bar druk).
- Nagaan of er geen spleten in het filter zitten.
- Monteer het nieuwe onderdeel en breng een
dunne laag vet op de pakking aan en controleer
of deze goed geplaatst is.
- Maak de deksel B dicht en blokkeer hem met
de haken A.
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Het interne onderdeel van de lter moet vervangen
worden als het buitenelement voor de tweede
maal wordt vervangen.
De patroon mag niet met water of met een
willekeurig oplosmiddel gereinigd worden.
C
Het lterelement moet vervangen worden zo gauw
controlelampje 40 in de cabine gaat branden.
De patroon mag niet met water of met een
willekeurig oplosmiddel gereinigd worden.
2 Vervangen intern element
- Handel zoals in punt 1 voor de demontage van
de externe patroon.
- Verwijder de interne patroon D.
- Reinig de binnenzijde van het filterlichaam.
- Monteer het nieuwe onderdeel en vergewis u
ervan dat het goed geplaatst is.
- Plaats de hoofdpatroon en de deksel terug
zoals beschreven bij punt 1.
94 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Inrijden ________________________________ Geen
Reiniging ________________________ Elke 10 uur
Vervanging externe patroon ________ Elke 500 uur
Vervanging interne patroon ________Elke 1000 uur
TUSSENTIJD BEMIDDELING
Page 95
Tweede Uitgave - Eerste Druk
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
INRICHTING VOOR DE MOTOR AFKOELING
Bedieningshandleiding
Onderhoud
Als de koelvloeistof warm is, staat de installatie
onder druk. Met warme motor draai zorgvuldig en
langzaam de dop van de radiator los, zonder hem
helemaal te verwijderen, om de druk af te laten
voeren. Bescherm de handen met handschoenen
en houd het gezicht op een afstand.
radiator los. Laat vervolgens de vloeistof in
een speciale houder wegvloeien.
- Na het ledigen, de dop C weer monteren en
een nieuw antivries middel in de radiator doen,
neem de volgende verhouding 50% water 50%
antivries middel in acht. Deze verhouding is
geschikt voor temperaturen tot -38°C.
een harde kwast of met perslucht, met een max.
druk van 6 bar.
C
De machine wordt geleverd met een antivries middel
in de verhouding 50% water en 50% antivries
middel.
TEREX PRO COOL
Bescherming tegen koken/vriezen
Product %VriesputKookpunt
TUSSENTIJD BEMIDDELING
Inrijden
Gewoon
_____________________________ Geen
______________________Elke50uur
33
40
50
70
-17°C
-24°C
-36°C
-67°C
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 95
123°C
126°C
128°C
135°C
Page 96
Bedieningshandleiding
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
ATTENTIE
HET MILIEU
RESPECTEREN
Onderhoud
OLIEPEIL IN DE TANK
Heel jne, onder druk staande hydraulische
oliestraaltjes kunnen in de huid dringen. Gebruik
de vingers niet om eventueel verlies op te nemen,
maar gebruik een stuk karton.
1. Controleer visueel het niveau van de hydraulische
olie op de peilwijzer A, in de tank naast de
toegangstreden van de cabine.
2. Indien nodig, vul er olie bij door middel van de
speciale dop onder de kap B.
3. Draai de knoppen D los en verwijder de kap B.
4. Bijvullen.
Tweede Uitgave - Eerste Druk
VERVANGING VAN DE HYDRAULISCHE OLIE
1 Stop de machine op een vlak oppervlak,
controleer dat de parkeerrem ingevoerd is.
2 Verwijder de drukresten uit hydraulisch circuit.
3 Plaats een geschikte houder onder de afvoerdop
C aan de onderzijde van de tank om olielekkages
op te vangen.
4 Verwijder de afvoerdop C van de olie en laat de
olie wegvloeien in de houder.
5 Monteer de dop voor de afvoer C van de olie weer
terug.
6 Doe er nieuwe olie in, controleer of deze
overeenkomt met de aanbevolen olie, vul tot de
peil A.
TUSSENTIJD BEMIDDELING
Inrijden
____________ Binnen de eerste 10uur
Gewoon
______________________Elke50uur
Inrijden
Gewoon
De behandeling en verwijdering van gebruikte
olie kan door plaatselijke of nationale normen
geregeld zijn. Neem contact op met erkende
verzamelcentra.
TUSSENTIJD BEMIDDELING
_____________________________ Geen
___________________ Elke1000uur
C
96 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR Code 57.0009.0564
Page 97
Tweede Uitgave - Eerste Druk
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
ATTENTIE
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
ATTENTIE
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
ATTENTIE
HET MILIEU
RESPECTEREN
VERVANGING VAN DE OLIE FILTERPATROON
Om de filterpatroon van de hydraulische olie te
vervangen handel op de volgende wijze:
1 Stop de machine op een vlak oppervlak,
controleer dat de parkeerrem ingevoerd is
2 Plaats een geschikte houder onder de filter om
olielekkages op te vangen.
3 Draai de deksel van de filter los om de patroon
A
te bereiken.
4 Verwijder en vervang de patroon, reinig en smeer
zorgvuldig de zitting en de pakking.
5 Monteer de deksel van de filter weer terug en
maak hem vast.
.
Bedieningshandleiding
Onderhoud
De patroon van de hydraulische olie moet
vervangen worden zo gauw controlelampje 48
in de cabine gaat branden (zie par. Bedieningen en Instrumenten).
Filterelementen van hydraulische olie kunnen
in geen geval weer gebruikt worden, ook
niet na wassen of schoonmaken. Zij moeten
dus telkens vervangen worden door nieuwe
lterelementen, van het type zoals door de
fabrikant aangeraden.
De behandeling en verwijdering van gebruikte
olie kan door plaatselijke of nationale normen
geregeld zijn. Neem contact op met erkende
verzamelcentra.
TUSSENTIJD BEMIDDELING
Inrijden
_____________________________ Geen
Gewoon
____________________ Elke500uur
Code 57.0009.0564 GTH-4016 SR - GTH-4018 SR 97
Page 98
Bedieningshandleiding
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
ATTENTIE
Onderhoud
CABINE LUCHTFILTER
Elke zes maanden het luchtfilter van de cabine
schoonmaken en, indien de mazen van het filter
kapot of beschadigd zijn, het patroon onmiddellijk
vervangen.
1 Voor de reiniging of vervanging van het
patroon:
- Stop de motor en controleer dat de parkeerrem
ingevoerd is.
- Verwijder het filter A bereikbaar vanuit de ruimte
buiten de cabine.
- Reinig de binnenkant van het filterlichaam.
- Maak de filterpatroon schoon door deze
tegen een houten plank te kloppen. Indien
deze beschadigd is met een nieuw onderdeel
vervangen.