Genie GTH-4018 Operator's Manual [nl]

Bedieningshandleiding
Serienummerinterval
GTH-4014
Stage 3A Stage 3B
GTH-4018
Stage 3A Stage 3B
Vanaf serienr.: GTH401814-101
Vertaling van de oorspronkelijke instructies
Eerste uitgave
Eerste druk
Ond. nr. 57.0009.0625
Januari 2014 Eerste uitgave - Eerste druk
Inhoud
Inleiding ............................................................... 1
Definities van symbolen en gevaarstickers ......... 5
Algemene veiligheid ............................................ 6
Veiligheid in het werkgebied .............................. 10
Veiligheidsmaatregelen ..................................... 18
Legenda............................................................. 21
Bedieningen....................................................... 22
Inspecties .......................................................... 28
Gebruiksaanwijzing ........................................... 43
Parkeren en opslag ........................................... 61
Aanwijzingen voor transport en heffen .............. 63
Onderhoud......................................................... 66
Bijlagen .............................................................. 75
Technische gegevens........................................ 83
Lasttabellen ....................................................... 84
Test.................................................................. 108
EC Conformiteitsverklaring .............................. 111
TEREX Global GmbH
Muhlenstrasse 26 8200 Schaffhausen Zwitserland
Technische assistentiedienst
Telefoon: +39 075 9418129 +39 075 9418175
e-mail: UMB.Service@terex.com
II GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Copyright © 2014 by Terex Corporation
Eerste uitgave: Eerste druk, januari 2014
Genie is een gedeponeerd handelsmerk van Terex South Dakota, Inc. in de Verenigde Staten van Amerika en vele andere landen. “GTH” is een handelsmerk van Terex South Dakota, Inc.
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Inleiding
Informatie over deze handleiding
Genie dankt u voor uw keuze van een van onze machines voor uw werkzaamheden. De veiligheid van de gebruiker heeft onze allerhoogste prioriteit. Deze veiligheid wordt echter het beste bereikt door een gezamenlijke inspanning. Dit boek is een handleiding voor de bediening en het dagelijkse onderhoud en is gericht aan de gebruiker of exploitant van een Genie machine.
Dit handboek dient te worden beschouwd als een onlosmakelijk onderdeel van uw machine en moet altijd bij de machine worden gehouden. Voor vragen kunt u contact opnemen met Genie.
Voor handboeken van optionele uitrustingen (indien aanwezig):
Toetsenbordontgrendeling (Optie met ond. nr. 58.2513.1089)
Radio Mp3
(Optie met ond. nr. 58.2513.1093)
Ga naar onze webpagina www.genielift.com/en/service-support/manuals
Productidenticatie
Het serienummer van de machine bevindt zich op het serienummerlabel.
Afdruk van serienummer
Homologatie-
plaat (indien
aanwezig)
Serienummerlabel
(indien aanwezig)
Bedoeld gebruik
Een terreinheftruck met variabele reikwijdte wordt gedefinieerd als een heftruck op wielen met een zwenkbare arm die kan worden uitgerust met uiteenlopende aanbouwdelen voor het opnemen, transporteren en plaatsen van lasten binnen het in de lasttabellen vermelde bereik.
Het gebruik van dit product op enige andere wijze is verboden en in strijd met het beoogde gebruik.
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 1
Januari 2014
Inleiding
Eerste uitgave - Eerste druk
Uitgave van bulletins en naleving van de voorschriften
De veiligheid van de gebruikers van dit product is voor Genie van het grootste belang. Om belangrijke informatie omtrent de veiligheid en het product te verstrekken aan dealers en machine-eigenaars maakt Genie gebruik van diverse bulletins.
De informatie in deze bulletins heeft betrekking op specifieke machines en gaat vergezeld van een indicatie van het betreffende machinemodel en serienummer.
De bulletins worden toegezonden aan de meest recente eigenaar die geregistreerd is, alsook aan de bijbehorende dealer; het is dus belangrijk dat u uw machine registreert en uw contactinformatie up-to-date houdt.
Voor de veiligheid van het personeel en een ononderbroken, betrouwbare werking van uw machine, dient u ervoor te zorgen dat de acties die in de bulletins uiteengezet worden, worden uitgevoerd.
Contact met de fabrikant
Soms kan het nodig zijn om contact op te nemen met Genie.
In dat geval dient u het modelnummer en serienummer van uw machine te verstrekken, evenals uw naam en contactinformatie. In ieder geval dient contact met Genie te worden opgenomen om:
Ongevallen te melden
Vragen te stellen met betrekking tot de toepassingen van een product en de veiligheid
Informatie in te winnen omtrent de naleving van normen en voorschriften
De gegevens van de huidige eigenaar te actuali­seren, als de machine van eigenaar verandert of als er wijzigingen in uw contactinformatie nodig zijn. Zie "Eigendomsoverdracht" verderop.
Overdracht van het eigendom van de machine
Door enkele minuten de moeite te nemen om de informatie omtrent de eigenaar te actualiseren, verzekert u zich ervan dat u belangrijke informatie omtrent de veiligheid, het onderhoud en de werking, die van toepassing is op uw machine, zult ontvangen.
Registreer uw machine op onze website www. genielift.co.uk.
2 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Inleiding
Gevaar
Het niet opvolgen van de instructies en veiligheidsvoorschriften in deze handleiding heeft de dood of ernstig letsel tot gevolg.
Niet gebruiken, tenzij:
U de grondbeginselen van het veilig bedienen van
de machine die in deze bedieningshandleiding beschreven worden leert en in praktijk brengt.
1. Vermijd gevaarlijke situaties. Zorg ervoor dat u de veiligheidsvoorschriften kent en begrijpt voordat u verder gaat met het volgende hoofdstuk.
2. Voer voor het gebruik altijd eerst een inspectie
uit.
3. Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4. Inspecteer de werkplek.
5. Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
De bedieningshandleiding, de veiligheidsinstruc-
ties en de stickers op de machine goed doorle­zen, begrijpen en zorgvuldig in acht nemen.
De veiligheidsinstructies en de veiligheidsnormen
betreffende de werkomgeving goed doorlezen, begrijpen en zorgvuldig in acht nemen.
De geldende nationale wetgeving goed doorlezen,
begrijpen en zorgvuldig in acht nemen.
U dient goed te zijn getraind om de machine veilig
te kunnen gebruiken.
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 3
Januari 2014
GEVAAR
GEVAAR
WAARSCHUWING
GEVAAR
WAARSCHUWING
LET OP
GEVAAR
WAARSCHUWING
LET OP
OPMERKING
Inleiding
Eerste uitgave - Eerste druk
Gevarenclassicatie
Waarschuwingssymbool voor de veiligheid - gebruikt om per­soneel te waarschuwen voor mogelijk gevaar van persoonlijk letsel. Volg alle veiligheidsbe­richten die achter dit symbool staan op om mogelijk letsel of de dood te voorkomen.
Geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien zij niet wordt verme­den, de dood of ernstig letsel tot gevolg zal hebben.
Geeft een mogelijk gevaarlijke
situatie aan die, indien zij niet wordt vermeden, de dood of ernstig letsel tot gevolg kan hebben.
Geeft een mogelijk gevaarlijke
situatie aan die, indien zijn niet wordt vermeden, licht of mid­delzwaar letsel tot gevolg kan hebben.
Normen
De volgende normen en/of verordeningen gelden voor deze machine:
Richtlijn 2006/42/EG Machinerichtlijn 2008/104/EG Richtlijn inzake elektromagnetische
compatibiliteit 2000/14/EG Richtlijn inzake geluidsemissie in het
milieu EN 1459:1998+A3:2012
Onderhoud van veiligheidsborden
Vervang ontbrekende of beschadigde veiligheids­borden. Houd altijd de veiligheid van de bestuurder in gedachten. Gebruik milde zeep en water om veiligheidsborden schoon te maken. Gebruik geen reinigingsmiddelen die oplosmiddel bevatten, want deze kunnen het materiaal van de veiligheidsborden aantasten.
Geeft een bericht aan dat waar­schuwt voor mogelijke schade aan eigendommen.
4 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Denities van symbolen en gevaarstickers
Gevaar voor elektri­sche schokken
Gevaar voor beknelling
Gevaar voor beknelling
Gevaar voor ontplof­fing/brandwonden
Houd de vereiste veiligheidsafstand aan
De onderhoudskraag gebruiken
Uit de buurt van be­wegende onderdelen blijven
Verboden te roken. Geen open vlam­men gebruiken
Gevaar voor beknelling
Gevaar voor beknelling
Gevaar voor beknelling
Gevaar voor brandwonden
Geen mensen onder de last
Altijd de veiligheids­gordel dragen
Uit de buurt van bewegende delen blijven
Laat de oppervlak­ken afkoelen
Het bedieningshand­boek doorlezen
Ontploffingsgevaar Niet gebruiken
Gevaar voor brandwonden
Gevaar voor beknelling
Gevaar voor omkantelen
De dop pas losdraai­en na afkoeling
Uit de buurt van be­wegende onderdelen blijven
Toegang tot de motorruimte
Bediening van nivellering
Gevaar voor beknelling
Gevaar voor ontplof­fing/brandwonden
Last laag houden
Uit de buurt van de stempels blijven
Verboden te roken. Geen open vlammen gebruiken
delen gebruiken
Gevaar voor vallen
OntploffingsgevaarGeen starthulpmid-
Gebruik een werkplatform
Gevaar voor omkantelen
Raadpleeg hijstabel­len en handleiding
Gevaar voor omkantelen
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 5
Januari 2014
09.4618.0922
09.4618.0924
09.4618.1458
Algemene veiligheid voor Stage 3A
09.4618.0920
Eerste uitgave - Eerste druk
09.4618.0920
09.4618.1674
09.4618.1674
237720
09.4618.1458
09.4618.0924
09.4618.0923
09.4618.1458
09.4618.0922
09.4618.1713
215646
09.4618.0922
09.4618.0923
09.4618.0923
237726
09.4618.0924
09.4618.0920
09.4618.1713
09.4618.0923
09.4618.1423
09.4618.1674 237720
215644
09.4618.1423
215646
09.4618.1423
215644
237726
6 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
09.4618.1713
$
09.4618.1375
215646
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Algemene veiligheid voor Stage 3A
09.4618.0933
215648
09.4618.1375
215648
237721
09.4618.0933
09.4618.1683
215645
09.4618.1679
237720
215644
237720
215644
237721
09.4618.1423
09.4618.1679
09.4618.1679
215646
09.4618.1375
09.4618.0933
09.4618.1423
215645
09.4618.0933
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 7
09.4618.1423
09.4618.1683
2
09.4618.1683
: 6,4 kg/cm
max
P
215646
Januari 2014
09.4618.0922
09.4618.0924
09.4618.1458
Algemene veiligheid voor Stage 3B
09.4618.0920
Eerste uitgave - Eerste druk
09.4618.0920
09.4618.1674
09.4618.1674
237720
09.4618.1458
09.4618.0924
09.4618.0923
09.4618.1458
09.4618.0922
09.4618.0923
09.4618.1713
215646
09.4618.0922
09.4618.0923
09.4618.0923
237726
09.4618.0924
09.4618.0920
09.4618.1713
09.4618.1423
09.4618.1674 237720
215644
09.4618.1423
215646
09.4618.1423
215644
237726
8 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
09.4618.1713
$
09.4618.1375
215646
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Algemene veiligheid voor Stage 3B
09.4618.0933
215648
09.4618.1375
215648
237721
09.4618.0933
09.4618.1683
215645
09.4618.1679
237720
215644
237720
215644
237721
09.4618.1423
09.4618.1679
09.4618.1679
215646
09.4618.1375
09.4618.0933
09.4618.1423
215645
09.4618.0933
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 9
09.4618.1423
09.4618.1683
2
09.4618.1683
: 6,4 kg/cm
max
P
215646
Januari 2014
Veiligheid in het werkgebied
Gevaren voor omkantelen
Eerste uitgave - Eerste druk
Controleer aan de hand van de lasttabel of de last binnen de nominale capaciteit van de machine ligt. Overschrijd de nominale last niet.
Het lastzwaartepunt van de vork (indien aanwezig) moet gelijk zijn aan of minder dan het zwaartepunt dat staat vermeld in de lasttabel.
Bij alle lasten die zijn aangegeven in de lasttabel wordt er vanuit gegaan dat de machine op een stevige ondergrond staat, het frame horizontaal is, de vorken gelijkmatig op de drager zijn geplaatst, de last op de vorken gecentreerd is, de banden de juiste maat en spanning hebben, en de verreiker in goede werkconditie is.
Als er accessoires worden gebruikt, moeten de stickers, aanwijzingen en handboeken bij de accessoire gelezen en begrepen zijn en in acht genomen worden.
Hef de last uitsluitend als de ondergrond alle krachten die door de machine worden uitgeoefend kan verdragen.
Laat een last pas zakken nadat de arm eerst is ingetrokken.
Gebruik de machine niet als de lasttabel ontbreekt.
Overschrijd de nominale capaciteit voor elke configuratie niet.
Hef de arm uitsluitend als de machine vlak staat. De niveau­indicator van de machine moet nul graden aangeven.
Gebruik de niveaucontrole niet om een zware last te positioneren.
Het is niet toegestaan een last te heffen en
er vervolgens mee te rijden om hem te positioneren.
Houd de arm tijdens het rijden horizontaal of lager, en houd de last dichtbij de grond.
Gebruik de machine met snelheden waarbij de last onder controle kan worden gehouden. Start en stop bewegingen gelijkmatig.
Hef een last alleen wanneer deze goed gepositioneerd of vastgezet is op de vorken of goedgekeurde aanbouwdelen.
Gebruik de machine niet als er sterke of stormachtige wind staat. Vergroot het oppervlak van de vorkdrager of last niet. Dit zou, in geval van sterke wind, de stabiliteit van de machine verminderen.
Wees uiterst voorzichtig en werk langzaam wanneer u de machine in de rijconfiguratie over oneffen terrein, brokstukken, instabiele of glibberige oppervlakken en de buurt van kuilen en hellingen rijdt.
Wijzig of deactiveer geen machinecomponenten die op enige wijze van invloed zijn op de veiligheid en de stabiliteit.
Vervang geen onderdelen die kritiek zijn voor de stabiliteit van de machine door onderdelen met een ander gewicht of andere technische gegevens.
Zet de machine niet waterpas met de niveaucontrole van het frame, tenzij de hoekindicator van de arm nul graden of minder aangeeft.
Werkt niet met het lastbegrenzingssysteem uitgeschakeld.
10 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Vervang de in de fabriek gemonteerde banden niet door banden met andere technische kenmerken of een andere ply-rating.
Zijwaartse hoek die toegestaan is tijdens de werkfase ± 0,5°
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
a
h
Veiligheid in het werkgebied
Gebruik de machine alleen op een stevige ondergrond die in staat is de maximale gecombineerde last van de machine en de nuttige last te verdragen. Indien de ondergrond instabiel is, zou de machine kunnen kantelen. Om dit te voorkomen de volgende voorschriften in acht nemen:
• Vraag uw werkgever (bouwopzichter, bouwassis­tent) of er in de grond waarop de stempels zullen dalen pijpen, holle ruimtes, oude tanks, kelders, mesttanks enz. verborgen zouden kunnen zijn.
• Een algemene inschatting van de bodem kan door middel van de hieronder weergegeven tabellen en tekeningen worden gedaan.
• De bestendigheid van de ondergrond houdt ver­band met het bodemtype en de geomorfologische eigenschappen.
Tabel 1 geeft de bodemdruk aan die toegestaan is onder de stempels van de machine.
Type bodem,
geomorfologische kenmerken
Toegestane bodemdruk
2
kg/cm
N/mm
2
losse, niet compacte bodem
leemachtige bodem, veengrond, zachte bodem
coherente, zachte
over het algemeen niet stevige bodem; hiervoor zijn bijzondere
maatregelen nodig bodem niet-coherente bodem,
goed compacte bodem,
2,0 0,2
zand, grind
solide 1,0 0,1
harde grond
half solide
2,0 0,2
harde 4,0 0,4
Rots, beton, straatsteen geschikt voor het dragen van zware voertuigen
meer dan
10,0
meer dan
1,0
Ga na of de grond waar men de machine wil neer­zetten (wielen en stempels) stevig genoeg is om het evenwicht niet in gevaar te brengen. Wanneer de grond onvoldoende stevig is, planken onder de stempels of onder de wielen plaatsen die in staat zijn de verwachte belastingen te dragen.
In de nabijheid van greppels, de stempels laten dalen op veilige afstand van de berm.
a & h = minimum afstanden
De afstand (a) vanaf de voet van de helling moet geschikt zijn ten opzichte van de hoogte (h) van de helling. Als de ondergrond goed is:
a : h = 1 : 1
(waarden met grijze achtergrond in tabel 1)
Bij twijfelgevallen:
a : h = 2 : 1
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 11
Tabel 1
Januari 2014
Veiligheid in het werkgebied
Eerste uitgave - Eerste druk
Gevaar bij het rijden op hellingen
Houd de arm tijdens het rijden horizontaal of lager, en houd de last dichtbij de grond.
Als de machine geen last draagt, moet met de vorken of het aanbouwdeel aan de bergafwaartse kant worden gereden.
Als de machine volledig beladen en in de transferconditie is (arm helemaal gedaald en ingetrokken):
• max. hoek bij bergafwaarts rijden 9°
• max. hoek bij bergopwaarts rijden 20°
• max. zijwaartse hoek ± 6°
Rijd op steil terrein alleen bergopwaarts en bergafwaarts en houd de machine altijd in een versnelling. Rijd niet dwars over de helling als de machine een helling op- of afgaat.
Pas de rijroute en snelheid aan de conditie van de bodem, de tractie, helling, aanwezigheid van personeel en eventuele andere factoren die gevaar kunnen veroorzaken. Rijd de machine alleen wanneer de mast en de apparatuur in de juiste transportpositie zijn. Of een machine zal omkantelen tijdens dynamisch gebruik van de machine hangt af van vele factoren waarmee rekening gehouden moet worden. Hiertoe behoren de weg-/bodemconditie, stabiliteit en helling, alsook de machine-uitrusting, ervaring van de bestuurder, positie van de last, bandenspanning, machinesnelheid enz.
Bovendien hangt het omkantelen van een machine in grote mate af van het handelen van de bestuurder, zoals de snelheid en de gelijkmatigheid waarmee de machine wordt bediend, alsook de positie van het aanbouwdeel en de last.
Bestuurders moeten goed getraind zijn en hun beste beoordelingsvermogen en ervaring inzetten om de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen tegen omkantelen.
De bestuurders moeten de variabelen op de werkplek beoordelen en vermijden dat de capaciteiten van de machine (of de bestuurder) met het oog op het terrein en de omstandigheden worden overschreden.
Gevaar voor vallen
Draag altijd een veiligheidsgordel wanneer u de machine gebruikt.
Blijf altijd helemaal in de cabine tijdens het besturen van de machine.
Blijf bij het in- en uitstappen in de cabine met uw gezicht naar de machine gericht, gebruik de aanwe­zige treden en handrelingen en houd altijd op drie punten contact.
Gebruik niet het stuurwiel of andere bedieningsele­menten om u aan vast te houden.
Neem geen passagiers mee op de machine of de vorken.
Transporteer en hef geen personeel met deze machine, tenzij hij is uitgerust met een goedgekeurd werkplatform.
Op bouwplaatsen en wegen verandert de hellings­graad regelmatig, ze kunnen hard of zacht zijn, en veranderingen ondergaan vanwege bouwwerkzaam­heden en weersinvloeden.
12 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Veiligheid in het werkgebied
Gevaar voor botsingen
Zet de transmissie alleen in een versnelling als de parkeerrem ingeschakeld is.
Rijd de machine niet als het zicht belemmerd wordt.
Hef de arm alleen als de parkeerrem is ingeschakeld.
Gebruik de machine niet zonder spatborden, want dan zou de bestuurder kunnen worden geraakt door opspringende brokstukken en zouden deze zich kunnen ophopen tegen de cabineruiten.
Gebruik de machine niet als het achteruitrijsignaal niet goed functioneert. Het achteruitrijsignaal moet klinken wanneer de machine achteruit beweegt.
Gebruik de machine niet als er weinig licht is.
De bestuurders moeten voldoen aan de voorschriften van de werkgever, de werkplek en de overheid met betrekking tot het gebruik van individuele beschermingen.
Gevaar voor vallende voorwerpen
Gebruik de machine met snelheden waarbij de last onder controle kan worden gehouden. Start en stop bewegingen gelijkmatig.
Houd mensen, apparatuur en materiaal buiten het werkgebied. Gebruik de machine niet terwijl er zich mensen onder of in de buurt van een opgeheven arm bevinden, of deze nu een last draagt of niet.
Zorg dat de last vastgezet is, alvorens hem op te heffen.
Rijd niet rechtstreeks op mensen af met de machine.
Als er een radio en/of mp3-speler aanwezig is, moet het volume laag genoeg worden gehouden om geluiden uit de omgeving te kunnen horen (bv. verkeer, alarmen, mensen, enz.). Verander de regelingen niet terwijl u een last verplaatst of manoeuvreert.
Rijd de machine niet als de stempels niet helemaal zijn ingetrokken.
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 13
Januari 2014
Veiligheid in het werkgebied
Eerste uitgave - Eerste druk
Gevaar voor persoonlijk letsel
Stel de stoel altijd af en doe de veiligheidsgordel om voordat u de motor start.
Gebruik de machine niet als er een hydraulischeolie- of luchtlek is. Door een lucht- of hydraulischeolielek kan de lucht of olie in de huid doordrin­gen of brandwonden veroorzaken.
Laat de druk af alvorens de hydrau­lische leidingen af te koppelen. Blijf uit de buurt van lekken en kleine gaatjes. Gebruik een stuk karton of papier om lekken op te sporen. Gebruik hiervoor niet uw handen.
Vloeistof die in de huid binnendringt moet binnen enkele uren chirurgisch worden verwijderd door een arts die bekend is met dit type letsel, anders zal gangreen optreden.
Gevaren door een defecte machine
Gebruik een beschadigde of niet goed functionerende machine niet.
Voer een grondige voorafgaande inspectie van de machine uit en test alle functies voor elke werkbeurt. Markeer een beschadigde of niet goed werkende machine en stel hem onmiddellijk buiten dienst.
Ga na of al het onderhoud is uitgevoerd zoals is opgegeven in dit handboek en het juiste Genie servicehandboek.
Zorg ervoor dat alle stickers op hun plaats zitten en leesbaar zijn.
Zorg dat de bedienings- en veiligheidshandboeken volledig en leesbaar zijn, en voorhanden zijn in de opbergruimte van de cabine.
Probeert de machine niet te starten door haar te slepen of te duwen.
Blijf uit de buurt van riemen en ventilatoren als de motor draait.
Gebruik de machine altijd in een goed geventileerd gebied, om vergiftiging door koolmonoxide te vermijden.
Aanraking van componenten die zich onder een afdekking bevinden, zal ernstige verwonding veroorzaken. Alleen getraind onderhoudspersoneel mag zich toegang verschaffen tot deze ruimten. Toegang door de bestuurder wordt alleen aanbevolen voor inspecties voorafgaand aan het gebruik. Alle ruimten moeten gesloten en vergrendeld zijn tijdens het gebruik.
Probeer niet de vorken of aanbouwdelen te gebruiken om vastzittende of vastgevroren lasten los te wrikken.
Duw of trek geen voorwerpen of lasten met de vorken, het aanbouwdeel of de arm.
14 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Veiligheid in het werkgebied
Gevaren door defecte onderdelen
Gebruik geen accu of oplader met een vermogen van meer dan 12 V om de machine te starten met startkabels.
Gebruik de machine niet als aarde om laswerkzaam­heden uit te voeren.
Stuur de voorwielen niet op een droge ondergrond wanneer de differentieelvergrendeling is geactiveerd.
Gevaar voor beknelling
Bedien de stempels niet terwijl er zich mensen binnen de actieradius ervan bevinden.
Blijf uit de buurt van bewegende delen gedurende de werking van de machine.
Schakel de parkeerrem in, zet de transmissie in neutraal en laat de vorkendrager of het aanbouwdeel op de grond zakken alvorens de machine te verlaten.
Ontplofngs- en brandgevaar
Start de motor niet als u vloeibaar propaangas (LPG), benzine, diesel of andere explosieve stoffen ruikt of detecteert.
Tank geen brandstof terwijl de motor van de machine draait.
Tank en laad de accu op in een open, goed geventileerd gebied, ver weg van vonken, vlammen en brandende tabak.
Gebruik de machine niet op gevaarlijke plaatsen of plaatsen waar mogelijk ontvlambare of explosieve gassen of partikels aanwezig kunnen zijn.
Spuit geen ether in motoren die voorzien zijn van bougies of verwarmingen van het luchtinlaatrooster.
Gebruik geen lucht of zuurstof om de accumulators op te laden.
Blijf uit de buurt van opgeheven componenten.
Ondersteun componenten alvorens service uit te voeren. Blijf uit de buurt van bewegende delen gedurende de werking van de machine.
Gevaar voor brandwonden
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 15
Laat hete oppervlakken afkoelen alvorens hen aan te raken of onderhoud erop te plegen.
Januari 2014
Veiligheid in het werkgebied
Gevaar voor elektrische schokken
Eerste uitgave - Eerste druk
Deze machine is niet elektrisch geïsoleerd en biedt geen bescherming tegen contact met of de nabijheid van elektrische stroom.
Neem alle lokale en nationale verordeningen voor wat betreft de afstand tot elektriciteitsleidin­gen in acht. Als een minimum moet de vereiste afstand in onderstaande tabel worden aangehouden.
Lijnspanning Vereiste Afstand
0 tot 50 kV 10 ft 3,05 m >50 tot 200 kV 15 ft 4,60 m >200 tot 350 kV 20 ft 6,10 m >350 tot 500 kV 25 ft 7,62 m >500 tot 750 kV 35 ft 10,67 m >750 tot 1000 kV 45 ft 13,72 m boven 1000 kV zie hieronder
Gebruik de machine niet als aarde om laswerkzaam­heden uit te voeren.
Neem altijd contact op met de eigenaar van de elektriciteitsleiding. De elektrische energie moet worden afgekoppeld of de elektriciteitsleidingen verplaatst of geïsoleerd voordat er met de machine gaat worden gewerkt.
Houd rekening met bewegingen van de arm, nivellering of doorzakken van elektriciteitsleidingen en wees bedacht op sterke wind of windvlagen.
Blijf uit de buurt van de machine als deze contact maakt met elektriciteitsleidingen waar spanning op staat. Personeel op de grond of in de cabine mag de machine niet aanraken of bedienen zolang de bekrachtigde elektriciteitsleidingen niet zijn uitgeschakeld.
Gebruik de machine niet gedurende onweer of storm.
Voor elektriciteitsleidingen van meer dan 1000kV moet de minimum afstand worden bepaald door de eigenaar van de nutsleiding of de bestuurder, of door een geregistreerde technicus die gekwalificeerd moet zijn op het gebied van de overdracht en verdeling van elektrische energie.
16 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Veiligheid van de accu
Gevaar voor brandwonden
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Veiligheid in het werkgebied
Gevaar voor elektrische schokken
Accu's bevatten zuur. Draag altijd beschermende kleding en oogbeschermingen wanneer u met accu's werkt.
Mors accuzuur niet en raak het
Ontplofngsgevaar
niet aan. Neutraliseer gemorst accuzuur met zuiveringszout en water.
Blijf met vonken, vlammen en aangestoken tabak uit de buurt van accu's. Accu's geven explosief gas af.
Raak elektrische klemmen niet aan
Zorg, wanneer u de oplader gebruikt (indien aanwezig), dat deze op 12 V werkt en de 15 ampère niet overschrijdt.
Tijdens onderhoud of reparaties, en bij het lassen, moet de accu worden afgekoppeld door de isolatieschakelaar te draaien (zie het deel Inspectie van stickers).
Verantwoordelijkheden van de
werkgever
Werkgevers zijn verantwoordelijk voor het creëren van een veilige werkomgeving en voor de inachtneming van de plaatselijke en nationale overheidsvoorschriften.
Persoonlijke veiligheid
Zorg dat iedereen die op of in de buurt van deze machine werkt, weet welke veiligheidsmaatregelen moeten worden toegepast.
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 17
Januari 2014
Veiligheidsmaatregelen
Eerste uitgave - Eerste druk
Eisen aan de
machinebestuurders
De bestuurder die regelmatig of onregelmatig de machine gebruikt (bv. voor het vervoer) moet aan de volgende vereisten voldoen:
gezondheid:
geen alcohol, geneesmiddelen of andere middelen innemen die het psycho-fysisch evenwicht aantasten, voor of tijdens het werken.
lichamelijke conditie:
goed zicht, goed gehoor, goed coördinatievermogen en in staat zijn alle vereiste werkzaamheden veilig uit te voeren, zoals in dit handboek wordt aangegeven.
geestelijke conditie:
in staat zijn om de geldende regels, verordeningen en veiligheidsmaatregelen te begrijpen en toe te passen. De bestuurders moeten voorzichtig werken en attent zijn op zowel hun eigen veiligheid als die van anderen, en moeten erop uit zijn om het werk op een verantwoordelijke wijze uit te voeren.
emotionele conditie:
in staat zijn om kalm te blijven en de eigen pschycho­fysische conditie te beoordelen.
training:
dit handboek, alsook de bijgaande grafieken en schema’s, typeplaten en veiligheidsborden grondig lezen en zich er vertrouwd mee maken. De bestuurders moeten ervaren hebben en getraind zijn in het gebruik van de machine.
Eisen aan het servicepersoneel
Het personeel dat verantwoordelijk is voor het onderhoud van de machine moet gekwalificeerd zijn, gespecialiseerd in het onderhoud van verreikers, en moet aan de volgende eisen voldoen: lichamelijke conditie: goed zicht, goed gehoor, goed coördinatievermogen en in staat zijn alle nodige onderhoudswerkzaamheden veilig uit te voeren, zoals in dit handboek wordt aangegeven. geestelijke conditie: in staat zijn om de geldende regels, verordeningen en veiligheidsmaatregelen te begrijpen en toe te passen. De bestuurders moeten voorzichtig werken en attent zijn op zowel hun eigen veiligheid als die van anderen, en moeten erop uit zijn om het werk op een verantwoordelijke wijze uit te voeren. training: dit handboek, alsook de bijgaande grafieken en schema’s, typeplaten en veiligheidsborden grondig lezen en zich ermee vertrouwd maken. De bestuurders moeten ervaren hebben en getraind zijn in de bediening van de machine.
Vanuit technisch oogpunt is het gewone onderhoud van de machine geen complexe ingreep. Het kan dan ook worden uitgevoerd door de bestuurder van de machine, op voorwaarde dat hij basiskennis op mechanisch gebied bezit.
In sommige landen wordt een apart rijbewijs of toestemming vereist om met deze machine te werken. Vraag dit na bij de bevoegde instanties. In Italië moet de bediener minstens 18 zijn.
18 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Veiligheidsmaatregelen
Werkkleding
Bij het werken, maar vooral tijdens onderhoud of reparaties van de machine, moeten de bedieners geschikte beschermende kleding dragen:
Overalls of andere gemakkelijk zittende kleding. Het dragen van kleding met wijde mouwen of voorwerpen die verstrikt kunnen raken in de bewegende delen van de machine is niet toegestaan.
Veiligheidshelm.
Handschoenen.
Veiligheidsschoenen.
Persoonlijke
beschermingsmiddelen
In speciale werkomstandigheden dient men tevens in bezit te zijn van volgende uitrusting:
• Ademhalingsmasker (of stofmasker).
• Oordoppen of gelijksoortige gehoorbeschermers.
• Veiligheidsbril of gezichtsmaskers.
Gebruik uitsluitend goedgekeurde werkkleding die in goede staat is.
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 19
Januari 2014
Veiligheidsmaatregelen
Controle-indicators en
vergrendelingen
Op de machine zijn diverse controle-indicators en vergrendelingen aanwezig. Deze mogen nooit onklaar gemaakt of verwijderd worden. Voer altijd een werkingstest uit om na te gaan of deze inrichtingen goed functioneren. Gebruik nooit een machine die niet goed functioneert. Als de machine slecht begint te werken, moet u onmiddellijk stoppen met werken en zorgen dat de machine wordt gerepareerd.
Lastbegrenzingssysteem
Het lastbegrenzingssysteem is ontwikkeld om de bestuurder de helpen de machine in de lengte stabiel te houden. Er worden hoorbare en zichtbare signalen gegeven als de grenzen van de longitudinale stabiliteit worden genaderd. Deze inrichting kan echter niet de ervaring van de bediener vervangen. Het is aan de gebruiker om de nodige veiligheidsmaatregelen te treffen binnen de nominale limieten van de machine. Het lastbegrenzingssysteem is uitsluitend ontworpen om te werken wanneer:
het voertuig stilstaat;
het voertuig op een solide, stabiele en genivel­leerde bodem geparkeerd is;
het voertuig in laad- of positioneringsfuncties verricht;
het lastbegrenzingssysteem actief is (niet onderdrukt).
Het lastbegrenzingssysteem waarschuwt de bestuurder als de stabiliteit in de lengte in voorwaartse richting onvoldoende is. Het lastbegrenzingssysteem is niet ontworpen om te waarschuwen voor kantelgevaar in het geval van:
een plotselinge overbelasting;
een beweging met een opgeheven last;
een beweging op instabiele gronden of in geval van belemmeringen of kuilen;
een dwarsbewegingen of het keren op hellingen;
snelle bewegingen bij bochten of met een te nauwe draairuimte;
Regelingen die van invloed zijn op de instelling van het lastbegrenzingssysteem mogen uitsluitend worden uitgevoerd door bevoegd personeel.
Eerste uitgave - Eerste druk
Stoelvergrendeling
De microschakelaar is ingebouwd in het stoelkussen en verhindert iedere inschakeling van de machi­netransmissie als de bestuurder niet goed op de bestuurdersplaats zit.
Noodstopknop
Deze moet worden gebruikt om de machine te laten stoppen in een noodsituatie. Door deze knop in te drukken wordt de motor uitgeschakeld, maar blijft het lastbegrenzingssysteem actief. Alvorens de machine weer te starten moet de knop worden gereset door hem met de klok mee te draaien.
Schakelaar voor de activering van de joystick
De joystick is voorzien van een schakelaar voor activering. Deze rode vingerschakelaar moet ingedrukt worden totdat de joystickfuncties zijn voltooid; als hij wordt losgelaten, stopt de manoeuvre.
Sensors op stempels
Elke stempel is voorzien van twee sensoren:
Naderingsschakelaar: deze waarschuwt als de uithouder minder dan 10 cm van de grond is, door de transmissie uit te schakelen;
Magnetische gecodeerde sensor met target: deze waarschuwt wanneer de stempel helemaal omlaag is;
Het lastbegrenzingssysteem verandert de configuratie van “NIET GESTABILISEERD” in “GESTABILISEERD” wanneer het indicatielampje “stempels gedaald” gaat branden.
20 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
13
8
4
11
6
1
14
9
5
2
3
10
7
12
Legenda
1. Niveau-indicator links-rechts
2. Opbergruimte bedieningshandboek (binnenkant deur)
3. Achteruitkijkspiegel links
4. Bolle achteruitkijkspiegel
5. Armhoekindicator
6. Onderhoudskraag (aan andere kant van machine)
7. Brandstofvulopening
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 21
8. Hydraulische oliemeter (aan andere kant van machine)
9. Motor (aan andere kant van machine)
10. Vorken
11. Veiligheidsgordel
12. Stempels
13. Niveau-indicator voor-achter
14. Achteruitkijkspiegels rechts
Januari 2014
Bedieningen
31
22 1
20
28
19
32
23
8
29
Eerste uitgave - Eerste druk
4
18
2
6
13
16
17
7
9
27
5
P
25
26
ERROR
24
21
30
15
10
12
14
11
22 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
3
Bedieningspaneel
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Bedieningen
1. Stuurwiel
2. Transmissiehendel - Claxonknop
3. Stoelbedieningen
4. Richtingaanwijzer - Sproeier/wisser voorruit -
Groot licht
5. Steer Select-schakelaar
6. Deactiveringsschakelaar lastbegrenzer
7. Lastbegrenzingsindicator
8. Noodstopknop
9. Instrumentenpaneel
10. Schakelaar parkeerrem
11. Rechter bedieningshendel
12. Bedieningen voor verwarming en airconditioning
13. Diagnostiekknop
14. Gaspedaal
15. Rempedaal
16. Startschakelaar
17. DPF-schakelaar (EU model)
18. Stuurkolombediening
19. Keuzeschakelaar werkplek/weg/platform
20. AIRCO-schakelaar (indien aanwezig)
21. Schakelaar cabineverwarmingsventilator
22. Schakelaar hydraulisch hulpcircuit (indien aan-
wezig)
23. Schakelaar mixbak (indien aanwezig)
24. Schakelaar werklichten (indien aanwezig)
25. Schakelaar noodknipperlichten
26. Noodpompschakelaar (indien aanwezig)
27. Versnellingsschakelaar
28. Chassisnivelleringsschakelaar (indien aanwezig)
29. Stempelschakelaars
30. Schakelaar weglichten
31. Olierichtingschakelaar hydraulische mixbak
(indien aanwezig)
32. Activeringsschakelaar hydraulische snelkoppe-
ling (indien aanwezig)
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 23
Januari 2014
Bedieningen
Eerste uitgave - Eerste druk
1 Stuurwiel
Draai het stuurwiel naar rechts om de voorwielen naar rechts te draaien. Draai het stuurwiel naar links om de voorwielen naar links te draaien.
2 Transmissiehendel - Claxonknop
Duw de transmissiehendel van u vandaan voor de voorwaartse versnelling. Trek de hendel naar u toe voor de achterwaartse versnelling. Verplaats de hendel naar het midden voor de neutrale stand.
Druk op de knop aan de bovenkant van de hendel, de claxon klinkt dan. De claxon stopt wanneer de knop wordt losgelaten.
3 Stoelbedieningen
Zie het deel “De stoel afstellen”.
4 Richtingaanwijzer - Sproeier/wisser voorruit -
Groot licht
Verplaats de hendel naar voren om de rechter richtingaanwijzer te activeren. Verplaats de hendel naar achteren om de linker richtingaanwijzer te activeren.
Druk op de knop aan de bovenkant van de hendel om een straal water op de voorruit van de cabine te spuiten.
Draai het uiteinde van de hendel om de ruitenwisser te laten werken.
Duw de hendel omlaag om het grote licht in te schakelen (na indrukken van de rijlichtenschakelaar 30). Duw de hendel omhoog om het grote licht te gebruiken voor onderbroken signalen.
5 Steer Select-schakelaar
Draai de stuurkeuzeschakelaar naar rechts om vierwielbesturing te selecteren. Draai de stuurkeuzeschakelaar in de middelste stand om tweewielbesturing te selecteren. Draai de stuurkeuzeschakelaar naar links om knikbesturing te selecteren.
6 Deactiveringsschakelaar lastbegrenzer
7 Lastbegrenzingsindicator
Zie het deel “Lastbegrenzingsindicator”.
8 Noodstopknop
Zie het deel “Bedieningsindicators en vergren­delingen”.
9 Instrumentenpaneel
10 Schakelaar parkeerrem
Duw op de onderkant van de tuimelschakelaar om de parkeerrem in te schakelen. Duw op de bovenkant van de tuimelschakelaar om de parkeerrem uit te schakelen.
11 Bedieningshendel
Zie het deel “Bewegingen van de bedienings­hendel”.
12 Bedieningen voor verwarming en airconditioning
13 Diagnostiekknop
Duw op de knop om door het LCD-schermmenu te scrollen.
14 Gaspedaal
15 Rempedaal
16 Startschakelaar
Draai de sleutel op de stand en houd hem daar tot de bougievoorverwarmingsindicator uitgaat; wanneer de sleutel losgelaten wordt, keert hij automatisch terug in de stand I. Draai de sleutel op de stand P om de bediening om te zetten van cabine naar platform.
17 DPF-schakelaar (indien aanwezig)
Duw op de onderkant van de tuimelschakelaar om de DPF-regeneratie in te schakelen. Duw op de bovenkant van de tuimelschakelaar om de DPF-regeneratie te onderdrukken.
18 Stuurkolombediening
Ontgrendel de hendel rechtsonder en trek of duw het stuurwiel in de gewenste stand, en vergrendel de hendel weer.
Zie het deel “Lastbegrenzingsindicator”.
24 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Bedieningen
19 Keuzeschakelaar werkplek/weg/platform
Draai de stuurkeuzeschakelaar naar links om de werkplekmodus te selecteren. Draai de stuurkeuzeschakelaar in de middelste stand om de wegmodus te selecteren. Draai de stuurkeuzeschakelaar naar rechts om de platformmodus te selecteren (indien aanwezig).
20 Airco-schakelaar
Duw op de schakelaar om de airco in te schakelen. Duw op de schakelaar om de airco uit te schakelen.
21 Schakelaar cabineverwarmingsventilator
Duw op de onderkant van de schakelaar om de ventilator van de cabineverwarming aan te zetten: eerste stand voor lage snelheid, tweede stand voor hoge snelheid. Duw op de bovenkant van de schakelaar om de ventilator van de cabineverwarming uit te schakelen.
22 Schakelaar hydraulisch hulpcircuit (indien
aanwezig)
Duw op de knop om de richting van de hydraulische stroming tussen de twee hulplijnen om te schakelen.
23 Schakelaar mixbak (indien aanwezig)
Duw op de onderkant van de tuimelschakelaar om de hydraulische werking van de mixbak in te schakelen. Duw op de bovenkant van de schakelaar om de hydraulische werking van de mixbak te stoppen.
24. Schakelaar werklichten (indien aanwezig)
Duw op de tuimelschakelaar om de werklichten aan te zetten: eerste stand voor de werklichten aan de voorzijde en op de arm, de tweede stand voor de werklichten op de voorzijde, arm, en achterzijde.
25 Schakelaar noodknipperlichten (indien aanwezig)
Duw op de onderkant van de schakelaar om de noodknipperlichten aan te zetten. Duw op bovenkant van de schakelaar om de noodknipperlichten uit te zetten.
26 Noodpompschakelaar (indien aanwezig)
Duw op de schakelaar om de noodpomp te activeren. Laat de schakelaar los om de noodpomp te deactiveren.
27 Versnellingsschakelaar
Duw op de onderkant van de tuimelschakelaar om de gewenst snelheid te kiezen: elke druk op de knop komt overeen met selectie van een nieuwe snelheid.
28. Chassisnivelleringsschakelaar (indien aanwezig)
Houd de schakelaar ingeduwd totdat de geselecteerde functie helemaal is uitgevoerd: druk op de linkerkant om de rechterkant van de machine te laten stijgen; druk op de rechterkant om de rechterzijde van de machine te laten dalen.
29. Stempelschakelaars
Duw op de bovenkant van de schakelaars om de stempels uit te schuiven en te laten dalen. Duw op de onderkant van de schakelaars om de stempels te laten stijgen en in te trekken.
30. Schakelaar weglichten
Duw op de tuimelschakelaar om de rijlichten aan te zetten: eerste stand voor positielichten, tweede stand voor dimlichten.
31. Olierichtingschakelaar hydraulische mixbak (indien aanwezig)
Druk op de schakelaar om de stromingsrichting van de olie naar rechts of links te selecteren: druk op de bovenkant om de olie naar links te laten stromen, of druk op de onderkant om de olie naar rechts te laten stromen.
32. Activeringsschakelaar hydraulische snelkoppe­ling (indien aanwezig)
Houd de schakelaar ingedrukt om het aan- of afkoppelen van het aanbouwdeel te activeren, dat beheerd wordt door de bedieningshendel.
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 25
Januari 2014
engine rpm
000000.0
1230
°c
105
60
13
22
24
14
18
15
161719
23
3 81 4 5 6
7
2 9
2021
25
26
ERROR
11
10
12
Bedieningen
Eerste uitgave - Eerste druk
Instrumentenpaneel
1. Indicatielampje lage motoroliedruk
2. Indicatielampje parkeerrem ingeschakeld
3. Indicatielampje hydraulisch oliefilter verstopt
4. Indicatielampje laag peil hydraulische olie
5. Indicatielampje stempels gedaald
6. Indicatielampje voorverwarming bougies
7. Indicatielampje roetfilter (DPF) (alleen EU-versie)
8. Indicatielampje DPF uitgeschakeld (alleen EU-
versie)
9. Indicatielampje hoge temperatuur uitlaatsysteem
(alleen EU-versie)
10. Indicatielampje motorluchtfilter verstopt
11. Waarschuwingslampje
12. Indicatielampje ernstige fout in motor
13. Indicatielampje 2e versnelling ingeschakeld
14. Indicatielampje 1e versnelling ingeschakeld
15. Temperatuurmeter motorkoelvloeistof met
indicatielampje hoge koelvloeistoftemperatuur
16. Indicatielampje positielicht
17. Urenteller
18. Tachometer
19. Indicatielampje hoge temperatuur hydraulische
olie
20. Indicatielampje richtingaanwijzer
21. Brandstofmeter met indicatielampje laag
brandstofpeil
22. Indicatielampje lage remdruk
23. Indicatielampje groot licht
24. Indicatielampje lage accuspanning
25. Indicatielampje machinenivellering (alleen met
personenplatform)
26. Indicatielampje algemeen alarm lastbegren-
zingssysteem
26 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Bedieningen
1 Indicatielampje lage motoroliedruk
Als dit lampje brandt, geeft het aan dat de motoroliedruk te laag is, hetgeen kan leiden tot schade aan de machine. Stop het gebruik van de machine en voer service uit.
3 Indicatielampje hydraulisch oliefilter verstopt
Als dit lampje brandt, geeft het aan dat het hydraulische oliefilter verstopt is, hetgeen kan leiden tot schade aan de machine. Stop het gebruik van de machine en voer service uit.
4 Indicatielampje laag peil hydraulische olie
Als dit lampje brandt, geeft het aan dat het peil van de hydraulische olie te laag is, hetgeen kan leiden tot schade aan de machine. Voeg olie toe en verhelp eventuele olielekken.
5 Indicatielampje stempels gedaald
Als dit lampje brandt, geeft het aan dat de vier stempels helemaal zijn gedaald.
7 Indicatielampje roetfilter
Als dit lampje brandt, geeft het aan dat de DPF (roetfilter) gegenereerd moet worden. Parkeer de machine op een veilige plaats, druk op de DPF­schakelaar en volg de aanwijzingen voor regeneratie van de DPF in het aanvullende bedieningshandboek van de motor.
10 Indicatielampje motorluchtfilter verstopt
Als dit lampje gaat branden, is het luchtfilter van de motor verstopt. Maak de luchtfilterpatroon schoon of vervang hem.
11 Indicatielampje DPF waarschuwing
Dit lampje knippert om te waarschuwen voor een probleem in de motor. Om het probleem op te sporen, zie de twee delen “Logica van het motorlampje”
12 Indicatielampje ernstige fout in motor
Dit lampje gaat branden om te waarschuwen voor een probleem met de motor. Om het probleem op te sporen, zie de twee delen “Logica van het motorlampje”
15 Temperatuurmeter motorkoelvloeistof met indicatielampje hoge koelvloeistoftemperatuur
Als de wijzer in het rode gebied komt, is de motorkoelvloeistof te heet, hetgeen kan resulteren in schade aan de motor. Stop het gebruik en pleeg service op de motor
19 Indicatielampje hoge temperatuur hydraulische olie
Dit geeft aan dat de temperatuur van de hydraulische olie in de tank zodanig is dat er schade aan de machine kan ontstaan. Stop het gebruik van de machine en voer service uit.
8 Indicatielampje DPF uitgeschakeld
Als dit lampje brandt, geeft het aan dat er een regeneratie onderdrukt is.
9 Indicatielampje hoge temperatuur uitlaatsysteem
Als dit lampje brandt, geeft het aan dat er een regeneratie bezig is en dat de temperaturen van het uitlaatsysteem hoog zijn.
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 27
22 Indicatielampje lage remdruk
Dit gaat branden als de druk van het remcircuit te laag is voor een goede werking, hetgeen kan resulteren in schade aan de machine. Stop het gebruik van de machine en voer service uit.
Januari 2014
Inspecties
Niet gebruiken, tenzij:
U de grondbeginselen van het veilig bedienen van
de machine die in deze bedieningshandleiding beschreven worden leert en in praktijk brengt.
1. Vermijd gevaarlijke situaties.
2. Voer voor het gebruik altijd eerst een inspectie uit.
Zorg ervoor dat u de inspectie voor het gebruik kent en begrijpt voordat u verder gaat met het volgende hoofdstuk.
3. Voer altijd functietests uit voordat u de machine gebruikt.
4. Inspecteer de werkplek.
5. Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
Eerste uitgave - Eerste druk
Inspectie voor het gebruik
Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om voor het gebruik eerst een inspectie en het routineonderhoud uit te voeren.
De inspectie voor het gebruik is een visuele inspectie door de bestuurder, die voor elke werkbeurt moet worden uitgevoerd. De inspectie is erop gericht om te ontdekken of er iets duidelijk mis is met een machine, voordat de bediener de functietests uitvoert.
De inspectie voor het gebruik dient ook om te bepalen of er routineonderhoudsprocedures vereist zijn. Alleen punten van het routineonderhoud die in deze handleiding genoemd worden, mogen door de bediener worden uitgevoerd.
Zie de lijst op de volgende pagina en controleer alle punten.
Als er schade of ongeoorloofde wijzigingen worden vastgesteld ten opzichte van de conditie waarin de machine de fabriek verliet, moet de machine worden gelabeld en buiten dienst worden gesteld.
Reparaties aan de machine mogen alleen uitgevoerd worden door een gekwalificeerde servicemonteur, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant. Nadat reparaties zijn voltooid, moet de bestuurder opnieuw een inspectie voor het gebruik uitvoeren alvorens over te gaan tot de functietests.
Inspecties voor gepland onderhoud moeten worden verricht door gekwalificeerde servicemonteurs, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant en de vereisten in het handboek omtrent de verantwoordelijkheden.
28 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Inspectie voor het gebruik
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Inspecties
 Zorg dat de bedienings- en veiligheidshandboeken
volledig en leesbaar zijn, en voorhanden zijn in de opbergruimte van de cabine.
 Verzeker dat alle stickers leesbaar zijn en op hun
plaats zitten. Zie het deel Inspecties.
 Ga na of er hydraulisch olielekken zijn en
controleer het oliepeil. Voeg indien nodig olie toe. Zie het deel Onderhoud.
 Ga na of er een lek van accuvloeistoffen is en
controleer het vloeistofpeil. Voeg indien nodig gedestilleerd water toe. Zie het deel Onderhoud.
 Ga na of er een olielek van de motor is en
controleer het oliepeil. Voeg indien nodig olie toe. Zie het deel Onderhoud.
 Modellen met luchtbanden: Controleer of de
bandenspanning correct is. Voeg indien nodig lucht toe. Zie het deel Onderhoud.
Controleer de volgende componenten of gebieden op schade, onjuist gemonteerde of ontbrekende onderdelen en ongeoorloofde wijzigingen:
 Elektrische onderdelen, elektrische
bedrading en kabels
 Hydraulische slangen, koppelingen, cilinders
en verdelers
 Eindschakelaars
 Lichten, alarmen en zwaailichten
 Pennen, moeren, bouten en andere
bevestigingsmiddelen
Controleer de gehele machine om het volgende vast te stellen:
 De aanwezigheid van barsten in lassen of
in structurele onderdelen
 Deuken of schade aan de machine
 Overmatige roest, corrosie of oxidatie
 Controleer of alle structurele elementen en de
andere kritische onderdelen aanwezig zijn en of alle betreffende bevestigingsmiddelen en pennen goed gemonteerd en aangehaald zijn.
 Verzeker dat de voorruit en ruiten (indien
aanwezig) schoon zijn en geen belemmeringen hebben die het zich kunnen hinderen.
 Nadat uw inspectie voltooid is, moet worden
nagegaan of alle afschermingen, kappen en afdekkingen op hun plaats zitten en goed bevestigd zijn.
 Brandstoftanks en hydraulische tanks
 Rijmotoren en rijnaven
 Slijtblokken van de arm
 Banden en wielen
 Spiegels
 Motor en gerelateerde onderdelen
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 29
Januari 2014
Inspecties
Eerste uitgave - Eerste druk
Grondbeginselen functietests
De functietests zijn bedoeld om eventuele storingen te ontdekken voordat de machine in gebruik wordt genomen. De bediener moet de stapsgewijze instructies volgen om alle machinefuncties te testen.
Niet gebruiken, tenzij:
U de grondbeginselen van het veilig bedienen van
de machine die in deze bedieningshandleiding beschreven worden leert en in praktijk brengt.
1. Vermijd gevaarlijke situaties.
2. Voer voor het gebruik altijd eerst een inspectie uit.
Zorg ervoor dat u de inspectie voor het gebruik kent en begrijpt voordat u verder gaat met het volgende hoofdstuk.
3. Voer altijd functietests uit voordat u de machine gebruikt.
4. Inspecteer de werkplek.
5. Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
Een niet goed functionerende machine mag nooit worden gebruikt. Als er storingen worden ontdekt, dient de machine te worden voorzien van een label en uit bedrijf te worden genomen. Wanneer er schade wordt ontdekt, of een wijziging van de toestand waarin de machine door de fabriek geleverd is, dient de machine te worden gelabeld en uit bedrijf te worden genomen.
Als de reparaties voltooid zijn, moet de bediener opnieuw een inspectie voor het gebruik en de functietests uitvoeren voordat de machine in gebruik wordt genomen.
30 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Inspecties
Functietests
1 Kies een stevig, vlak testgebied uit dat vrij is van
obstakels. Vergewis u ervan dat er geen last op de vorken of het aanbouwdeel aanwezig is.
2 Ga de cabine binnen en ga op de stoel zitten.
3 Stel de stoel en de stuurkolom indien nodig af.
4 Doe de veiligheidsgordel om uw middel.
5 Stel de spiegel in de cabine, de bolle
achteruitkijkspiegel en de buitenspiegels aan de rechterkant indien nodig bij.
6 Vergewis u ervan dat de handrem ingeschakeld
is en dat de transmissie in neutraal staat.
7 Start de motor. Zie het deel De motor starten in
het deel Gebruiksaanwijzing.
Bedieningshendel testen
8 Hef de arm met behulp van de bedieningshendel
even op en schuif hem uit, kantel de vorken omhoog en omlaag.
~ Resultaat: Alle functies moeten soepel werken.
9 Schuif de arm even uit en weer in met behulp
van het linker wieltje.
~ Resultaat: Alle functies moeten soepel werken.
De vergrendeling/ontgrendeling van de hydraulische snelkoppeling testen (indien aanwezig)
10 Houd, terwijl u de betreffende schakelaar
indrukt, de witte duimschakelaar ingedrukt en gebruik de bedieningshendel om de hydraulische snelkoppeling even te vergrendelen/ ontgrendelen.
~ Resultaat: Alle functies moeten soepel werken.
De stuurinrichting testen
11 Draai de stuurkeuzeschakelaar naar rechts om
vierwielbesturing te selecteren.
12 Controleer de werking door het stuur ongeveer
¼ slag in beide richtingen te draaien.
~ Resultaat: De voorwielen moeten in dezelfde
richting draaien als het stuur. De achterwielen moeten in tegengestelde richting draaien.
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 31
Januari 2014
Inspecties
Eerste uitgave - Eerste druk
13 De wielen uitlijnen.
14 Draai de stuurkeuzeschakelaar in de middelste
stand om tweewielbesturing te selecteren.
15 Controleer de werking door het stuur ongeveer
¼ slag in beide richtingen te draaien.
~ Resultaat: De voorwielen moeten in dezelfde
richting draaien als het stuur. De achterwielen horen niet te draaien.
16 De wielen uitlijnen.
17 Draai de stuurkeuzeschakelaar naar links om
knikbesturing te selecteren.
18 Controleer de werking door het stuur ongeveer
¼ slag in beide richtingen te draaien.
~ Resultaat: De voorwielen en de achterwielen
moeten in dezelfde richting draaien als het stuur.
De transmissie en de remmen testen
22 Beweeg de transmissiehendel achterwaarts.
Druk het gaspedaal iets in om het toerental te verhogen, en laat het rempedaal langzaam omhoog komen. Zodra de machine begint te bewegen, druk op het rempedaal.
~ Resultaat: De machine moet achteruit bewegen en
dan plotseling stoppen. Met de transmissiehendel op achteruit, moet het achteruitrijsignaal klinken.
23 Zet de transmissiehendel op neutraal.
24 Druk op de onderkant van de parkeerremscha-
kelaar.
~ Resultaat: Het rode indicatielampje van de
parkeerrem moet gaan branden om aan te geven dat de parkeerrem ingeschakeld is.
25 Verplaats de transmissiehendel naar voren, en
daarna naar achteren, terwijl u het toerental laat oplopen met het gaspedaal.
~ Resultaat: De machine moet niet bewegen.
19 Vergewis u ervan dat de arm helemaal omlaag
en ingeschoven is.
20 Druk op het rempedaal. Druk op de bovenkant van
de parkeerremschakelaar om hem uit te zetten.
21 Beweeg de transmissiehendel voorwaarts.
Druk het gaspedaal iets in om het toerental te verhogen, en laat het rempedaal langzaam omhoog komen. Zodra de machine begint te bewegen, druk op het rempedaal.
~ Resultaat: De machine moet eerst vooruit
bewegen en dan plotseling stoppen.
De parkeerrem testen
26 Druk op de onderkant van de tuimelschakelaar
om de parkeerrem in te schakelen: het waarschuwingslampje van de parkeerrem moet
gaan branden.
27 Duw het gaspedaal iets in.
~ Resultaat: De machine moet niet bewegen.
32 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Inspecties
De achterasblokkering testen
28 Hef de arm op tot boven 50°.
~ Resultaat: De chassisnivelleringsfunctie zal niet
werken.
De stempels testen
29 Duw op de bovenkant van elke stempelschakelaar
en schuif de stempels helemaal uit en laat ze dalen. Duw op de onderkant van elke stempelschakelaar om de stempels te laten stijgen en in te trekken.
~ Resultaat: De stempels moeten soepel werken
en in de verwachte richting.
Uitschakeling van stempels testen
30 Hef de arm op tot boven 20°. Probeer de stempels
uit te schuiven of in te trekken
~ Resultaat: De stempels mogen niet functioneren.
Uitschakeling van de nivellering testen
33 Hef de arm op tot boven 20°.
Nivelleer de machine langzaam naar rechts en
naar links.
~ Resultaat: De nivelleringsfunctie mag niet
werken.
De lichten testen
34 Controleer of alle aanwezige werk- en rijlichten
goed functioneren.
Het lastbegrenzingssysteem testen
35 Laad een bekend gewicht van ongeveer 1000 kg.
36 Hef de arm ongeveer 30 cm boven de grond.
37 Schuif de arm uit en controleer of het systeem in
de alarmmodus gaat nadat de afstand is bereikt die vermeld staat in de lasttabellen voor het aanbouwdeel dat op de machine gemonteerd is.
~ Resultaat: de alarmmodus van het systeem
De wegmodus testen
31 Zet de Steer Select-schakelaar op de wegmodus.
32 Probeer om: de arm te bedienen en de stempels
uit te schuiven/te laten dalen.
~ Resultaat: Geen van deze functies mag werken.
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 33
moet klinken.
Januari 2014
Inspecties
Eerste uitgave - Eerste druk
De activeringsschakelaar van de joystick testen
38 Bedien de joystick zonder op deze knop te
drukken.
~ Resultaat: de joystick mag op geen enkel moment
actief worden.
De noodstopknop testen
39 Druk de noodstopknop in tijdens een beweging.
~ Resultaat: de bewegingen moeten stoppen en
de motor moet afslaan.
De noodpomp testen (indien aanwezig)
40 Zet de startschakelaar op stand I
41 Druk op de noodstopknop
42 Druk de noodpompschakelaar een paar
seconden in.
43 Schakel een van de handhendels in terwijl u de
noodpompschakelaar indrukt.
De stoelschakelaar testen
44 Ga niet op de bestuurdersstoel zitten.
45 Zet de transmissie in de 1e of de 2e versnelling.
46 Schakel de parkeer- en bedrijfsrem uit.
47 Duw het gaspedaal iets in.
~ Resultaat: de machine mag niet bewegen.
De stempelsensors testen
48 Alle stempels omlaag of omhoog brengen.
~ Resultaat: het lastbegrenzingsdisplay verandert
de schaal van de toegestane nuttige lasten dienovereenkomstig.
~ Resultaat: de bijbehorende beweging van
de machine geeft aan of de noodpomp goed functioneert.
34 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Inspecties
Controlelijst inspectie van de werkplek
Let op en vermijd de volgende gevaarlijke situaties:
 afgereden kanten of gaten
Niet gebruiken, tenzij:
U de grondbeginselen van het veilig bedienen van
de machine die in deze bedieningshandleiding beschreven worden leert en in praktijk brengt.
1. Vermijd gevaarlijke situaties.
2. Voer voor het gebruik altijd eerst een
inspectie uit.
Zorg ervoor dat u de inspectie voor het gebruik kent en begrijpt voordat u verder gaat met het volgende hoofdstuk.
3. Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4. Inspecteer de werkplek.
5. Gebruik de machine alleen zoals is
bedoeld.
Grondbeginselen voor de inspectie van de werkplek
 hobbels, hindernissen en puin op de grond
 hellingen
 een instabiele of gladde ondergrond
 obstakels boven het hoofd en hoogspannings-
geleiders
 gevaarlijke locaties
 een ondergrond die te zacht is om alle
belastingskrachten te weerstaan die door de machine worden veroorzaakt
 wind- en weersomstandigheden
 de aanwezigheid van onbevoegden
 alle andere mogelijk onveilige omstandigheden.
Met de inspectie van de werkplek kan de bediener bepalen of de werkplek geschikt is om de machine veilig te bedienen. Deze inspectie dient door de bediener te worden uitgevoerd, voordat hij de machine naar de werkplek verplaatst.
Het is de verantwoordelijkheid van de bediener om de instructies over mogelijke gevaren op de werkplek door te lezen en te onthouden, er vervolgens op te letten en deze te vermijden bij het verplaatsen, opstellen en bedienen van de machine.
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 35
Januari 2014
Inspecties
Inspectie van Stage 3A stickers
Ga na of de stickers op uw machine woorden of symbolen bevatten. Pas de juiste inspectie toe om na te gaan of alle stickers leesbaar zijn en op hun plaats zitten.
Eerste uitgave - Eerste druk
Ond. nr. Beschrijving sticker Aant.
215645 Gevaar – Ontploffings-/brandgevaar, tanken 1
215646 Waarschuwing – Gevaar voor elektrocutie 3
215648 Gevaar - Geen passagiers 1
235644 Waarschuwing – Gevaar voor beknelling
237720
237721 Waarschuwing – Veiligheidsgordel dragen 1
237726 Waarschuwing – Gevaar voor brandwonden 1
09.4616.0040 Label – 4000 kg 1
09.4618.0242 Decoratieve sticker - Genie 1
09.4618.0243 Decoratieve sticker - Genie 1
09.4618.0920 Waarschuwing – Motorruimte 1
09.4618.0922 Waarschuwing – Gevaar voor beknelling 2
09.4618.0924 Gevaar – Ontploffings-/brandgevaar 1
09.4618.0923
09.4618.1741 Label - Testaansluitingen 1
09.4618.1375
09.4618.1398 Label - Borgpen voor aanbouwdeel 1
09.4618.1399 Label - Deurontgrendeling 1
09.4618.1418 Label - Nooduitgang 1
09.4618.1419 Label - Naturelle hydraulische olie 1
09.4618.1423 Gevaar – Ontploffings-/brandgevaar 4
09.4618.1687 Label - Bedieningshendel 1
09.4618.1689
09.4618.1458
Waarschuwing – Gevaar voor beknelling, bewegende machine
Waarschuwing – Gevaar voor brandwonden, hete onderdelen
Waarschuwing - Omkantelen, neem capaciteit in acht
Label - Bedieningshendel met vergrendeling/ ontgrendeling (indien aanwezig)
Waarschuwing - Omkantelen, neem capaciteit in acht
Ond. nr. Beschrijving sticker Aant.
09.4618.1506
09.4618.1616
09.4618.1507
09.4618.1617
09.4618.1645 Label - Deactivering lastbegrenzingssysteem 1
3
09.4618.1670 Label - Hydraulische olie 2
28159 Label - Brandstof 1
09.4618.0933
09.4618.1674
09.4618.1683
09.4618.1739
09.4618.1681
09.4618.1682
2
09.4618.1686
09.4618.1685
1
09.4618.1678 Label - Uitschakelaar 1
09.4618.1679 Waarschuwing - 7 stickers 1
09.4618.1713 Waarschuwing – Gevaar voor brandwonden 1
09.4618.1684 Label - Handbediend gebruik hoofdklep 1
1
2
Decoratieve sticker - Genie GTH-4018
Decoratieve sticker - Genie GTH-4014
Decoratieve sticker - Genie GTH-4018
Decoratieve sticker - Genie GTH-4014
Waarschuwing - Gevaar voor beknelling, stempels
Waarschuwing - Gevaar voor beknelling, veiligheidskraag
Waarschuwing - Stempels Pmax GTH-4018
Waarschuwing - Stempels Pmax GTH-4014
Label - Bandenspanning 4,5 bar GTH-4018
Label - Bandenspanning 5,5 bar GTH-4014
Label - Verankering en heffen GTH-4014
Label - Verankering en heffen GTH-4018
2
2
1
1
4
2
4
4
4
4
1
1
36 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Inspecties
GTH-4018 Lasttabellen
Ond. nr. Beschrijving Aant.
09.4618.1714 Label - Vork op banden 1
09.4618.1715 Label - Vork op stempels 1
09.4618.1716 Label - Haak op banden 1
09.4618.1717 Label - Haak op stempels 1
09.4618.1718 Label - 900 kg jib op banden 1
09.4618.1719 Label - 900 kg jib op stempels 1
09.4618.1720 Label - 2000 kg jib op banden 1
09.4618.1721 Label - 2000 kg jib op stempels 1
09.4618.1722 Label - Lier op banden 1
09.4618.1723 Label - Lier op stempels 1
09.4618.1724 Label - Bak op banden 1
09.4618.1725 Label - Bak op stempels 1
09.4618.1727
09.4618.1726
09.4618.1728 Label - MANITOU vork op banden 1
09.4618.1729 Label - MANITOU vork op stempels 1
09.4618.1730
09.4618.1731
09.4618.1732 Label - MANITOU P4000 jib op banden 1
09.4618.1733 Label - MANITOU P4000 jib op stempels 1
09.4618.1734 Label - MANITOU P1200 jib op banden 1
09.4618.1735 Label - MANITOU P1200 jib op stempels 1
09.4618.1736 Label - MANITOU PC40 haak op banden 1
09.4618.1737 Label - MANITOU PC40 haak op stempels 1
Label - 3P700 REM4400 personenplatform op banden
Label - 2P300 F personenplatform op stempels
Label - MANITOU CBR1000 L2450 Bak op banden
Label - MANITOU CBR1000 L2450 Bak op stempels
GTH-4014 Lasttabellen
Ond. nr. Beschrijving Aant.
09.4618.1639 Label - Vork op banden 1
09.4618.1641 Label - Vork op stempels 1
09.4618.1743 Label - Haak op banden 1
09.4618.1744 Label - Haak op stempels 1
09.4618.1745 Label - 900 kg jib op banden 1
09.4618.1746 Label - 900 kg jib op stempels 1
09.4618.1747 Label - 2000 kg jib op banden 1
09.4618.1748 Label - 2000 kg jib op stempels 1
09.4618.1749 Label - Lier op banden 1
09.4618.1750 Label - Lier op stempels 1
09.4618.1751 Label - Bak op banden 1
09.4618.1752 Label - Bak op stempels 1
1
1
1
1
09.4618.1754
09.4618.1753
09.4618.1755 Label - MANITOU vork op banden 1
09.4618.1756 Label - MANITOU vork op stempels 1
09.4618.1757
09.4618.1758
09.4618.1759 Label - MANITOU P4000 jib op banden 1
09.4618.1760 Label - MANITOU P4000 jib op stempels 1
09.4618.1761 Label - MANITOU P1200 jib op banden 1
09.4618.1762 Label - MANITOU P1200 jib op stempels 1
09.4618.1763 Label - MANITOU PC40 haak op banden 1
09.4618.1764 Label - MANITOU PC40 haak op stempels 1
Label - 3P700 REM4400 personenplatform op banden
Label - 2P300 F personenplatform op stempels
Label - MANITOU CBR1000 L2450 Bak op banden
Label - MANITOU CBR1000 L2450 Bak op stempels
1
1
1
1
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 37
Januari 2014
Eerste uitgave - Eerste druk
Inspecties Stage 3A
09.4618.1686
{
09.4618.1645
09.4618.1506
09.4618.1616
09.4616.0040
09.4618.0933
09.4618.1683
09.4618.1739
215648
09.4618.1375
09.4618.0924
09.4618.1398
{
{
09.4618.1685
215644
237720
215645
09.4618.0242
237721
09.4618.1681
{
09.4618.1682
09.4618.1423
215646
09.4618.1681
{
09.4618.1682
28159
09.4618.0933
09.4618.1687
load chart set
09.4618.1679
09.4618.1418
09.4618.1670
09.4618.0923
09.4618.1674
09.4618.1423
09.4618.1684
09.4618.0243
237720
215644
237726
09.4618.1681
09.4618.1682
{
De arcering geeft aan dat de sticker verborgen is, d.w.z. onder een kap zit
09.4618.1689
09.4618.1506
{
09.4618.1616
09.4618.0933
09.4618.1458
09.4618.0922
09.4618.1678
09.4618.0924
09.4618.1713
09.4618.0923
09.4618.1681
{
09.4618.1682
215646
09.4618.0920
09.4618.1507
{
09.4618.1617
38 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Inspectie van Stage 3B stickers
Ga na of de stickers op uw machine woorden of symbolen bevatten. Pas de juiste inspectie toe om na te gaan of alle stickers leesbaar zijn en op hun plaats zitten.
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Inspecties
Ond. nr. Beschrijving sticker Aant.
215645 Gevaar – Ontploffings-/brandgevaar, tanken 1
215646 Waarschuwing – Gevaar voor elektrocutie 3
215648 Gevaar - Geen passagiers 1
235644 Waarschuwing – Gevaar voor beknelling
237720
237721 Waarschuwing – Veiligheidsgordel dragen 1
237726 Waarschuwing – Gevaar voor brandwonden 1
09.4616.0040 Label – 4000 kg 1
09.4618.0242 Decoratieve sticker - Genie 1
09.4618.0243 Decoratieve sticker - Genie 1
09.4618.0920 Waarschuwing – Motorruimte 1
09.4618.0922 Waarschuwing – Gevaar voor beknelling 2
09.4618.0924 Gevaar – Ontploffings-/brandgevaar 1
09.4618.0923
09.4618.1741 Label - Testaansluitingen 1
09.4618.1375
09.4618.1398 Label - Borgpen voor aanbouwdeel 1
09.4618.1399 Label - Deurontgrendeling 1
09.4618.1418 Label - Nooduitgang 1
09.4618.1419 Label - Naturelle hydraulische olie 1
09.4618.1423 Gevaar – Ontploffings-/brandgevaar 4
09.4618.1687 Label - Bedieningshendel 1
09.4618.1689
09.4618.1458
Waarschuwing – Gevaar voor beknelling, bewegende machine
Waarschuwing – Gevaar voor brandwonden, hete onderdelen
Waarschuwing - Omkantelen, neem capaciteit in acht
Label - Bedieningshendel met vergrendeling/ ontgrendeling (indien aanwezig)
Waarschuwing - Omkantelen, neem capaciteit in acht
Ond. nr. Beschrijving sticker Aant.
09.4618.1506
09.4618.1616
09.4618.1507
09.4618.1617
09.4618.1645 Label - Deactivering lastbegrenzingssysteem 1
3
09.4618.1670 Label - Hydraulische olie 2
09.4618.1692 Label - ULSD brandstof 1
09.4618.0933
09.4618.1674
09.4618.1683
09.4618.1739
09.4618.1681
09.4618.1682
3
09.4618.1686
09.4618.1685
1
09.4618.1678 Label - Uitschakelaar 1
09.4618.1679 Waarschuwing - 7 stickers 1
09.4618.1713 Waarschuwing – Gevaar voor brandwonden 1
09.4618.1684 Label - Handbediend gebruik hoofdklep 1
09.4618.1773 Label - Geluidsniveau 103 dB 1
1
2
Decoratieve sticker - Genie GTH-4018
Decoratieve sticker - Genie GTH-4014
Decoratieve sticker - Genie GTH-4018
Decoratieve sticker - Genie GTH-4014
Waarschuwing - Gevaar voor beknelling, stempels
Waarschuwing - Gevaar voor beknelling, veiligheidskraag
Waarschuwing - Stempels Pmax GTH-4018
Waarschuwing - Stempels Pmax GTH-4014
Label - Bandenspanning 4,5 bar GTH-4018
Label - Bandenspanning 5,5 bar GTH-4014
Label - Verankering en heffen GTH-4014
Label - Verankering en heffen GTH-4018
2
2
1
1
4
2
4
4
4
4
1
1
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 39
Januari 2014
Inspecties
Eerste uitgave - Eerste druk
GTH-4018 Lasttabellen
Ond. nr. Beschrijving Aant.
09.4618.1714 Label - Vork op banden 1
09.4618.1715 Label - Vork op stempels 1
09.4618.1716 Label - Haak op banden 1
09.4618.1717 Label - Haak op stempels 1
09.4618.1718 Label - 900 kg jib op banden 1
09.4618.1719 Label - 900 kg jib op stempels 1
09.4618.1720 Label - 2000 kg jib op banden 1
09.4618.1721 Label - 2000 kg jib op stempels 1
09.4618.1722 Label - Lier op banden 1
09.4618.1723 Label - Lier op stempels 1
09.4618.1724 Label - Bak op banden 1
09.4618.1725 Label - Bak op stempels 1
09.4618.1727
09.4618.1726
09.4618.1728 Label - MANITOU vork op banden 1
09.4618.1729 Label - MANITOU vork op stempels 1
09.4618.1730
09.4618.1731
09.4618.1732 Label - MANITOU P4000 jib op banden 1
09.4618.1733 Label - MANITOU P4000 jib op stempels 1
09.4618.1734 Label - MANITOU P1200 jib op banden 1
09.4618.1735 Label - MANITOU P1200 jib op stempels 1
09.4618.1736 Label - MANITOU PC40 haak op banden 1
09.4618.1737 Label - MANITOU PC40 haak op stempels 1
Label - 3P700 REM4400 personenplatform op banden
Label - 2P300 F personenplatform op stempels
Label - MANITOU CBR1000 L2450 Bak op banden
Label - MANITOU CBR1000 L2450 Bak op stempels
GTH-4014 Lasttabellen
Ond. nr. Beschrijving Aant.
09.4618.1639 Label - Vork op banden 1
09.4618.1641 Label - Vork op stempels 1
09.4618.1743 Label - Haak op banden 1
09.4618.1744 Label - Haak op stempels 1
09.4618.1745 Label - 900 kg jib op banden 1
09.4618.1746 Label - 900 kg jib op stempels 1
09.4618.1747 Label - 2000 kg jib op banden 1
09.4618.1748 Label - 2000 kg jib op stempels 1
09.4618.1749 Label - Lier op banden 1
09.4618.1750 Label - Lier op stempels 1
09.4618.1751 Label - Bak op banden 1
09.4618.1752 Label - Bak op stempels 1
1
1
1
1
09.4618.1754
09.4618.1753
09.4618.1755 Label - MANITOU vork op banden 1
09.4618.1756 Label - MANITOU vork op stempels 1
09.4618.1757
09.4618.1758
09.4618.1759 Label - MANITOU P4000 jib op banden 1
09.4618.1760 Label - MANITOU P4000 jib op stempels 1
09.4618.1761 Label - MANITOU P1200 jib op banden 1
09.4618.1762 Label - MANITOU P1200 jib op stempels 1
09.4618.1763 Label - MANITOU PC40 haak op banden 1
09.4618.1764 Label - MANITOU PC40 haak op stempels 1
Label - 3P700 REM4400 personenplatform op banden
Label - 2P300 F personenplatform op stempels
Label - MANITOU CBR1000 L2450 Bak op banden
Label - MANITOU CBR1000 L2450 Bak op stempels
1
1
1
1
40 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Stage 3B Inspecties
09.4618.1686
{
09.4618.1645
09.4618.1506
09.4618.1616
09.4616.0040
09.4618.0933
09.4618.1683
09.4618.1739
215648
09.4618.1375
09.4618.0924
09.4618.1398
{
{
09.4618.1685
215644
237720
215645
09.4618.1692
09.4618.0242
237721
09.4618.1681
{
09.4618.1682
09.4618.1423
215646
09.4618.1681
{
09.4618.1682
09.4618.0933
09.4618.1689
09.4618.1687
load chart set
09.4618.1679
09.4618.1418
09.4618.1670
09.4618.1674
09.4618.1423
09.4618.1684
09.4618.0243
237720
215644
237726
09.4618.1681
09.4618.1682
{
De arcering geeft aan dat de sticker verborgen is, d.w.z. onder een kap zit
09.4618.1773
09.4618.1506
{
09.4618.1616
09.4618.0933
09.4618.1458
09.4618.0922
09.4618.1678
09.4618.0924
09.4618.1713
09.4618.0923
09.4618.1681
{
09.4618.1682
09.4618.0923
215646
09.4618.0920
09.4618.1507
{
09.4618.1617
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 41
Januari 2014
Eerste uitgave - Eerste druk
Inspecties
Inspectie van de conguratie m.b.t. homologatie voor weggebruik
4
2
6
5
6
2
3
7
1
2
5
Pos. Ond. nr. TUV Spanje Zwitserland Italië
09.4618.1772 Max. snelheid 33 km/u GTH-4014
1
09.4618.1492 Max. snelheid 35 km/u GTH-4018
1
09.4618.0339 Max. snelheid 20 km/u
2
56.0010.0029 Rode reflector
3
09.0803.0081 Wielblok
4
09.4618.0276 Reflecterende gele sticker
5
56.0010.0020 Oranje reflector
6
09.4616.0114 Homologatieplaat
7
09.4616.0000 Homologatieplaat
7
42 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Niet gebruiken, tenzij:
U de grondbeginselen van het veilig bedienen van
de machine die in deze bedieningshandleiding beschreven worden leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer voor het gebruik altijd eerst een inspectie
uit.
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
Grondbeginselen
In het deel Gebruiksaanwijzing worden instructies gegeven voor alle aspecten van het gebruik van de machine. Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder dat alle veiligheidsvoorschriften en -instructies in de bedienings- en veiligheidshandboeken en de vereisten in het handboek omtrent de verantwoordelijkheden worden opgevolgd.
Een terreinheftruck met variabele reikwijdte wordt gedefinieerd als een heftruck op wielen die primair bedoeld is als vorkheftruck met een scharnierende arm die kan worden uitgerust met aanbouwdelen om materialen te heffen. Het gebruik voor andere doeleinden is onveilig en gevaarlijk.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Inspecteer de werkplek.
5 Draag altijd de veiligheidsgordel wanneer u
de machine gebruikt.
6 Gebruik de machine alleen zoals is
bedoeld.
Alleen getraind en bevoegd personeel mag toestemming krijgen om de machine te gebruiken. Als verwacht wordt dat de machine door meer dan één bestuurder zal worden gebruikt op verschillende momenten gedurende dezelfde werkdienst, moeten alle bestuurders gekwalificeerd zijn, en wordt van hen verwacht dat ze allemaal de veiligheidsvoorschriften en -instructies in de bedienings-, veiligheidshandboeken opvolgen en voldoen aan de vereisten met betrekking tot de verantwoordelijkheden in het handboek. Dit betekent dat iedere nieuwe bestuurder een inspectie voor het gebruik, functietests en een inspectie op de werkplek moet uitvoeren voordat hij/zij de machine gaat gebruiken.
Daarnaast moet iedereen die op of in de buurt van het product werkt ook vertrouwd zijn met de toepasselijke veiligheidsmaatregelen.
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 43
Januari 2014
Gebruiksaanwijzing
Eerste uitgave - Eerste druk
De stoel afstellen
Beweeg hendel A en schuif de stoel naar voren of naar achteren. Laat de hendel los, en ga na of de stoel in de positie vergrendeld wordt.
Draai de knop B met de klok mee of tegen de klok in, tot de gewenste vering bereikt is. Controleer wanneer u goed zit of de gele wijzer C in het groene veld staat.
Bedien de hendel D en duw met uw rug stevig tegen de rugleuning om de leuning in de gewenste stand te brengen, en laat de hendel vervolgens los.
De veiligheidsgordels omdoen
3
1
2
Op de stoel zitten:
De gordels zijn voorzien van rolinrichting.
Om de gordels vast te maken de lip 1 in de gesp 2 steken totdat hij vastzit.
Om de gordel los te maken, op drukknop 3 duwen en het lipje uit de gesp trekken.
Zorg dat de gordel op de heupen rust en niet op de maag.
Stel de lengte van de gordel in met de hiervoor bestemde regelaars, en zorg dat de gesp altijd in het midden zit.
Breng de armleuning E omhoog en draai het wieltje F om de armleuning op de gewenste hoogte af te stellen.
De zitting is slechts voor één persoon.
Regel de zitting niet terwijl de machine in beweging is.
44 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
De spiegels afstellen
De machine heeft vijf achteruitkijkspiegels. Om de stand hiervan aan te passen, draait u hen met de hand in de stand(en) die het beste zicht geven.
1. Hiermee kan het gebied aan de rechterkant
achter de machine worden gecontroleerd.
2. Hiermee kan de rijbaan achter de machine
worden gecontroleerd.
3. Hiermee kan het gebied aan de linkerkant
achter de machine worden gecontroleerd.
4. Hiermee kan het gebied achter de machine
alsook het achterste deel van het chassis worden gecontroleerd.
5. Hiermee kan het gebied aan de rechterkant
voor de machine worden gecontroleerd.
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
4
1
2
3
5
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 45
Januari 2014
0
Gebruiksaanwijzing
Eerste uitgave - Eerste druk
Parkeerrem
Gebruik de parkeerremschakelaar om de parkeerrem in te schakelen voordat u de arm omhoog brengt of de machine verlaat.
Schakel de parkeerrem altijd in voordat u opstaat van de stoel, anders geeft het lastbegrenzingssysteem een akoestisch alarmsignaal.
Duw op de onderkant van de tuimelschakelaar om de parkeerrem in te schakelen.
Duw op de bovenkant van de tuimelschakelaar om de parkeerrem uit te schakelen.
Rempedaal
Gebruik het rempedaal om de snelheid van de machine te regelen en de machine te laten stoppen.
Houd het rempedaal ingedrukt om de machine te laten stoppen.
Trap het rempedaal in en laat het omhoog komen om de machinesnelheid te regelen.
De motor starten
1. Vergewis u ervan dat de parkeerrem ingeschakeld is en dat de transmissiehendel in neutrale stand staat.
Start in koude conditie
In koude situaties, bij 20 °F / -6 °C en lager, moet de motor 5 minuten warmdraaien voordat u begint te werken, om schade aan het hydraulische systeem te voorkomen. In buitengewoon koude situaties, bij 0 °F / -18 °C en lager, moeten de machines zijn voorzien van optionele koudestartkits. Om te proberen de machine te starten bij temperaturen onder 0 °F / -18 °C kan een hulpstartaccu nodig zijn.
Steer Select
Breng alle wielen altijd in lijn met de machine, alvorens van stuurmodus te wisselen.
Lijn de wielen niet opnieuw uit terwijl u rijdt.
Om de achterwielen uit te lijnen:
1. Start de motor en zet de keuzeschakelaar Werkplek/Weg/Platform op de stand “Werkplek”.
2. Draai het stuurwiel totdat de wielen in lijn zijn met het chassis in de lengterichting en het oranje indicatielampje van de stuurmodusschakelaar vast gaat branden.
Bij overgang van vierwielbesturing naar knikbesturing (of omgekeerd), wordt de machine automatisch uitgelijnd met de achterwielen.
2. Steek de sleutel in het contact.
3. Draai de sleutel om totdat de motor start.
Als de motor niet binnen 30 seconden start, moet de oorzaak worden vastgesteld en een eventuele storing worden gerepareerd. Wacht 20 seconden voordat u een nieuwe startpoging doet.
1
2
46 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
Selectie werkplek/weg/platform
Werkplekmodus: alle machinefuncties zijn geactiveerd;
Wegmodus: armbewegingen, het draaien van de bovenstructuur en de bewegingen van de stempels zijn uitgeschakeld; alleen de tweewielbesturing is actief;
Platformmodus: alle bedieningen in de cabine zijn buiten werking, bedien de machine vanaf de bedieningen op het platform.
De stempels laten stijgen en dalen
Duw op de bovenkant van de tuimelschakelaar om de stempels uit te schuiven/te laten dalen. Duw op de onderkant van de tuimelschakelaar om de stempels te laten stijgen/in te trekken.
Het chassis nivelleren
Duw op de rechterkant van de tuimelschakelaar om de rechterkant van het chassis te laten dalen. Duw op de linkerkant van de tuimelschakelaar om
de linkerkant van het chassis te laten dalen.
Nooduitgang
Trek de borghendels uit en duw het venster naar buiten.
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 47
Januari 2014
Gebruiksaanwijzing
Eerste uitgave - Eerste druk
Transmissiebediening
Gebruik de transmissiehendel om de rijrichting van de machine te bedienen.
Om vooruit te rijden, beweeg de transmissiehendel naar u toe en omhoog.
Om achteruit te rijden, beweeg de transmissiehendel naar u toe en omlaag.
Om terug te keren in neutrale stand, moet de transmissiehendel in de middelste stand worden gezet.
Vooruit
Neutraal
Achteruit
Achterasblokkering
Deze functie start automatisch wanneer de arm boven 50° wordt geheven: de chassisnivelleringsfunctie werkt dan niet. De arm­en vorkfuncties blijven wel werken.
Om de achteras te ontgrendelen en om de chassisnivelleringsfunctie te bedienen, laat de arm zakken tot onder 50°.
De snelheidsinschakeling wordt gesignaleerd door de hiervoor bestemde indicatielampjes, afhankelijk van de ingeschakelde snelheid.
48 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
DPF regeneratie (indien aanwezig)
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
Als het indicatielampje van het roetfilter, 7, gaat branden, moet de bestuurder de DPF-regeneratie beginnen volgens deze aanwijzingen:
i Kies een veilige parkeerplek in de open lucht:
een stevige, vlakke ondergrond
zonder obstakels en verkeer
zonder ontvlambaar materiaal
zonder ontploffingsgevaar
ii Schakel de parkeerrem in.
iii Zet de transmissiehendel op neutraal.
iv Laat de motor warmdraaien, de temperatuur
van de koelvloeistof moet minstens 75 °C zijn.
v Houd de motor draaiende.
vi Activeer de regeneratie van het DPF door
op de DPF-schakelaar te drukken: het indicatielampje van hoge temperatuur in het uitlaatsysteem, 9, gaat permanent branden en het motortoerental loopt op tot 1200 rpm.
xi Indien nodig kan de regeneratie worden
gestopt door op de DPF-schakelaar te drukken, en vervolgens opnieuw worden gestart.
xii Nadat de regeneratie is voltooid, gaat het
indicatielampje van de hoge temperatuur in het uitlaatsysteem 9 uit en draait de motor op stationair toerental.
xiii Tijdens generatie van de DPF:
blijf uit de buurt van explosiegevaarlijke gebieden
blijf uit de buurt van ontvlambaar materiaal
Als het DPF-indicatielampje snel begint te knipperen en het indicatielampje “Ernstige motorstoring” permanent rood gaat branden, moet de bestuurder een gekwalificeerd servicemonteur waarschuwen.
vii Blijf uit het gebied van de knalpot.
viii Laat de machine niet onbewaakt achter.
ix Baken het gebied af.
x De machine moet ongeveer 30 minuten lang
buiten geparkeerd blijven.
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 49
Januari 2014
Gebruiksaanwijzing
Eerste uitgave - Eerste druk
Een last vervoeren
Plaats de last midden op de vorken. Positioneer de last zo dat hij helemaal tegen de rug van het vorkenframe rust.
De last moet tijdens het rijden zo laag mogelijk boven de grond worden gehouden. Rijd met een machine die een last draagt altijd met de armhoekindicator op 0 graden of minder.
Kantel de vorken iets naar achteren om de last veilig te dragen.
Breng de machine altijd volledig tot stilstand alvorens de parkeerrem in te schakelen.
Een last opheffen en plaatsen
De lasttabel in de cabine toont de werkgrenzen van een goed onderhouden en bediende machine. Om de lasttabel te gebruiken moet de bestuurder het gewicht van de last en het zwaartepunt ervan kennen, en weten hoe ver hij naar buiten en naar boven moet worden verplaatst.
Deze machine heeft meer dan één lasttabel. Verzeker u ervan dat u de lasttabel gebruikt die overeenstemt met het aanbouwdeel op de machine en de configuratie van de stempels.
Als u vaststelt dat het gewicht van de last niet kan worden geplaatst tot de hoogte en met de hoek die u wilt, heeft u de volgende opties:
1. als u de stempels niet omlaag heeft gebracht, breng ze dan omlaag en gebruik de lasttabel voor neergelaten stempels.
Als de stempels al omlaag zijn:
2. breng de machine dichter bij het laad- of oppikpunt, zodat het gewicht van de last voldoet aan de specificaties van de lasttabel.
3. Verdeel de last in kleinere porties, zodat elk gedeelte voldoet aan de specificaties van de lasttabel.
4. Zorg voor een grotere machine, die in staat is de last te verplaatsen binnen de specificaties.
50 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
De last plaatsen
1 Ga naar de gewenste plek en zet de machine
voorzichtig stil.
2 Zet de transmissie in de neutrale stand.
3 Schakel de parkeerrem in.
4 Breng de stempels omlaag indien nodig voor
de configuratie.
5 Nivelleer het frame als de niveau-indicator
links-rechts of de niveau-indicator voor-achter niet op 0 graden staat.
6 Beweeg de bedieningshendel geleidelijk om
de arm te heffen en uit te schuiven tot de gewenste hoogte.
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
8 Beweeg de bedieningshendel geleidelijk om
de arm te heffen en uit te schuiven. Hierdoor komen de vorken uit de last.
9 Nadat de vorken uit de last en de structuur zijn
verwijderd kan de arm omlaag gebracht en ingetrokken worden.
7 Beweeg de bedieningshendel geleidelijk om
de arm te laten dalen en uit te schuiven tot in de uiteindelijke positie. Laat de last zakken totdat het gewicht helemaal van de vorken wordt ontladen. Oefen geen neerwaartse kracht uit met de vorken.
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 51
Januari 2014
168 mm
C
C
C
Gebruiksaanwijzing
Bedieningsbewegingen ­Eén bedieningshendel
Eerste uitgave - Eerste druk
Bediening van de hendel
met alleen de rode
vingerschakelaar (B)
Bediening van de
hendel met alleen de
rode vingerschakelaar
(B) en geel wieltje (C)
Hydraulische snelkoppeling (indien aanwezig)
Bedien, terwijl u de vergrendeling/
ontgrendeling van de hydraulische
snelkoppeling indrukt, de hendel met de
rode vingerschakelaar (B) en de witte
duimschakelaar (A)
52 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
Lastbegrenzingsindicator
Aan de achterkant van de bestuurdersplaats zit een unit waarmee u het lastbegrenzingssysteem van de machine kunt besturen. De verzamelde gegevens, verwerkt in relatie tot het aanbouwdeel dat wordt gebruikt, worden voortdurend vergeleken met de gegevens uit het systeemprogramma. Het resultaat van de verwerking wordt in drie mogelijke toestanden door de display omgezet en weergegeven middels de controlelampjes aan de linkerzijde van de ervan.
1 Groene led AAN Stabiele conditie. (L1,L2,L3): tijdens de normale
werking, wanneer het kantelmomentpercentage
tussen 0 en 79 ligt, zijn deze leds AAN. 2 Gele led AAN Pre-alarmsituatie. (L4 en L5): ze lichten op
wanneer de machine neigt tot kantelen en het
kantelmomentpercentage ten opzichte van
de drempelwaarde tussen 80 en 99 ligt: de
armbewegingen zijn vertraagd en het akoestische
alarm geeft langzame pieptonen. 3 Rode led AAN
Alarmsituatie. (L6 en L7): gevaar voor kanteling!
Het kantelmomentpercentage is 100 of hoger
ten opzichte van de drempelwaarde: het
akoestische alarm geeft snelle pieptonen en
de machinebewegingen zijn gestopt, behalve
degene die nodig zijn om de last terug te brengen
binnen veilige grenzen.
Beschrijving van de bedieningen
1. Kalibratieknop
2. Stabiliteitsindicator met ledbalk
3. Groen licht - voeding OK
4. L8 functioneel led
Werking
Als de stroom wordt ingeschakeld op het begren­zingssysteem, voert dit een zelftest uit:
LEDbalk 2 licht geleidelijk aan op van groen naar rood
het display zoemt
L8 en het Indicatielampje algemeen alarm lastbegrenzingssysteem blijven branden
vervolgens gaat Ledbalk 2 geleidelijk uit
L8 en het Indicatielampje algemeen alarm lastbegrenzingssysteem gaan uit
Tijdens de werking licht de LED-balk 2 geleidelijk aan op, afhankelijk van de verandering in stabiliteit.
Alarmcodes en resetten
De begrenzer heeft diagnosemogelijkheden om te helpen bij het opsporen van defecten in de transducers, breuk van kabels of slechte werking van het elektronische systeem. Als er een defect wordt gesignaleerd gaat de begrenzer in de veiligheidsmodus en blokkeert hij gevaarlijke manoeuvres: Indicatielampje algemeen alarm lastbegrenzingssysteem blijft branden samen met Led L8 dat begint te knipperen, en hiermee een alarmcode uitdrukt. De betekenis van deze alarmcodes wordt weergegeven in het deel “Storingen en problemen oplossen”.
L5
L4
L3
L2
L1
L8
L7
L6
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 53
Zorg dat, voordat u de machine
gebruikt, de eerste groene led van het waarschuwingssysteem voor overbelasting AAN is. Het waarschuwingssysteem voor overbelasting mag niet worden gebruikt om de last te controleren die geheven gaat worden: het is alleen ontworpen om mogelijke onbalans van de machine op de bewegingsas te signaleren. Dergelijke onbalans kan ook veroorzaakt worden door te snelle bediening van de hendels tijdens het verplaatsen van lasten. Als er tijdens het werken diverse indicatielampjes oplichten, bedien de hendels dan geleidelijker.
Januari 2014
Gebruiksaanwijzing
Eerste uitgave - Eerste druk
Deactiveringsschakelaar lastbegrenzer
Met deze schakelaar kan het lastbegrenzingssysteem worden onderdrukt om de machine te herstellen:
als zij geblokkeerd is nadat het lastbegrenzings­systeem getriggerd is;
in geval van machinestoringen waarbij alle bewegingen van de machine ontgrendeld moeten worden;
Om oneigenlijk gebruik van de inrichting te vermijden (bijv. het werken buiten de last- en stabiliteitsgrenzen van de machine), is het controlesysteem voorzien van een timer (ingesteld op 10 seconden). Na afloop van de ingestelde tijd worden de blokkeerfuncties automatisch hersteld.
Als de deactiveringsschakelaar van de lastbegrenzer is ingeschakeld, gaat de functionele led L8 branden met vast rood licht.
De uitschakelaar van het lastbegrenzingssysteem is alleen actief in de werkplekmodus. In de plat­formmodus kan het lastbegrenzingssysteem niet uitgeschakeld worden.
Het gebruik van de lasttabellen
De lasttabellen in de cabine geven de maximaal toegestane last aan in relatie tot de armextensie, het gebruik van de stempels en het type aanbouwdeel. Houd u altijd aan deze tabellen, om in veilige omstandigheden te werken. De uitschuiving van de arm kan worden gecontroleerd aan de hand van de letters (A, B, C, D, E) die op de arm zijn geverfd, terwijl de werkelijke hellingsgraden van de arm worden aangegeven door de hoekindicator.
Waarschuwinglampje lastbegrenzing (indien aanwezig)
Deze inrichting, die op het cabinedak zit, is verbonden met het lastbegrenzingssysteem en toont dezelfde ledsequentie als die op het lastbegrenzingsdisplay verschijnt. Als het rode gebied wordt bereikt, klinkt er een zoe­mend akoestisch alarm.
54 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Instructies voor snelkoppeling
Versie met mechanische blokkering
1 Rijd naar de plaats waar u het gemonteerde
aanbouwdeel wilt afkoppelen (zo mogelijk een stevige, overdekte plek).
2 Ontkoppel de snelkoppelingen die eventueel van
het aanbouwdeel (indien aanwezig).
3 Trek de mechanische borgpen van het
aanbouwdeel weg nadat de veiligheidssplitpen aan het uiteinde ervan is verwijderd.
4 Plaats het aanbouwdeel vlak op de grond. 5 Zwaai het bevestigingsframe van aanbouwdelen
naar voren en breng de arm omlaag om de bovenste aanbouwblokkering los te maken.
6 Ga met de machine achteruit en rijd naar het
nieuwe aanbouwdeel dat aangekoppeld moet worden.
7 Houd het frame voorover gekanteld en haak de
bovenste blokkering van het nieuwe aanbouw­deel vast.
8 Trek het aanbouwdeel in en hef het een
stukje op. Het centreert automatisch op het snelkoppelingsframe.
9 Plaats de mechanische borgpen terug en zet
hem vast met zijn veiligheidssplitpen.
10 Koppel de verbindingsstukken van het aanbouw-
deel weer vast (indien aanwezig).
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
Versie met hydraulische blokkering (optie)
1. Rijd naar de plaats waar u het gemonteerde aanbouwdeel wilt afkoppelen (zo mogelijk een stevige, overdekte plek).
2. Ontkoppel de snelkoppelingen die eventueel van het aanbouwdeel (indien aanwezig).
3. Plaats het aanbouwdeel vlak op de grond.
4. Druk op de activeringsschakelaar voor vergren­deling/ontgrendeling en houd hem ingedrukt tot aan het einde van stap 5.
5. Maak het aanbouwdeel los door de bediening­shendel te bewegen.
6. Zwaai het bevestigingsframe van aanbouwdelen naar voren en breng de arm omlaag om de bovenste aanbouwblokkering los te maken.
7. Ga met de machine achteruit en rijd naar het nieuwe aanbouwdeel dat aangekoppeld moet worden.
8. Houd het frame voorover gekanteld en haak de bovenste blokkering van het nieuwe aanbouw­deel vast.
9. Trek het aanbouwdeel in en hef het een stukje op. Het centreert automatisch op het snelkoppelingsframe.
10. Koppel het aanbouwdeel aan door de bediening­shendel te bewegen met de activeringsschake­laar voor vergrendelen/ontgrendelen.
11. Koppel de verbindingsstukken van het aanbouw­deel weer vast (indien aanwezig).
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 55
Januari 2014
Gebruiksaanwijzing
Eerste uitgave - Eerste druk
De machine starten met startkabels
Het starten van de machine met startkabels op de accu of vervanging van de accu is nodig als de accu zo leeg is dat de accu de starter niet aandrijft.
Nooit de machine starten met startkabels
direct op de startmotor of de solenoïde van de startmotor. Ernstig letsel of overlijden kunnen het gevolg zijn door de voor- of achterwaarts bewegende machine.
Om persoonlijk letsel te vermijden bij het starten met startkabels met behulp van een andere machine, moet worden verzekerd dat de machines elkaar niet raken.
Start een bevroren accu nooit met startkabels, want dan ontploft hij.
Blijf met vonken en vlammen uit de buurt van de accu. Loodzuuraccu’s veroorzaken explosieve gassen tijdens het opladen. Draag een veiligheidsbril als u in de buurt van accu’s werkt.
De hulpaccu moet 12 V zijn. De machine die gebruikt wordt om met startkabels te starten moet een elektrisch systeem met negatieve aarde hebben.
Het starten van de machine met startkabels
1 Sluit de positieve (+) startkabel aan op de
positieve (+) pool van de lege accu.
2 Sluit het andere uiteinde van dezelfde
startkabel aan op de positieve (+) pool van de hulpstartaccu.
3 Sluit het ene uiteinde van de tweede
startkabel aan op de negatieve (-) pool van de hulpstartaccu.
4 Maak de laatste kabelverbinding met het
motorblok of het aardpunt dat het verst van de accu vandaan ligt.
Op een helling rijden
Als de machine een last draagt, moet deze altijd aan de bergopwaartse kant zitten. Als de machine geen last draagt, moet met de vorken of het aanbouwdeel aan de bergafwaartse kant worden gereden.
Rijd op steil terrein alleen bergopwaarts en bergafwaarts en houd de machine altijd in een versnelling. Rijd niet dwars over de helling als de machine een helling op- of afgaat.
Pas de rijroute en snelheid aan de conditie van de bodem, de tractie, helling, aanwezigheid van personeel en eventuele andere factoren die gevaar kunnen veroorzaken. Rijd de machine alleen wanneer de mast en de apparatuur in de juiste transportpositie zijn.
Of een machine zal omkantelen tijdens dynamisch gebruik van de machine hangt af van vele variabelen waarmee rekening gehouden moet worden. Hiertoe behoren de weg-/bodemconditie, stabiliteit en helling, alsook de machine-uitrusting, ervaring van de bestuurder, positie van de last, bandenspanning, machinesnelheid enz.
Bovendien hangt het omkantelen van een machine in grote mate af van het handelen van de bestuurder, zoals de snelheid en de gelijkmatigheid waarmee de machine wordt bediend, alsook de positie van het aanbouwdeel en de last.
Op bouwplaatsen en wegen verandert de hellingsgraad regelmatig, ze kunnen hard of zacht zijn en veranderingen ondergaan vanwege de bouwwerkzaamheden en weersinvloeden.
Bestuurders moeten goed getraind zijn en hun beste beoordelingsvermogen en ervaring inzetten om de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen tegen omkantelen. De bestuurders moeten de variabelen op de werkplek beoordelen en vermijden dat de capaciteiten van de machine (of de bestuurder) met het oog op het terrein en de omstandigheden worden overschreden.
5 Start de motor.
56 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Manuele bedieningen
147 mm
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
Als de joystick-bedieningshendels niet goed werken of als een functie niet kan worden gebruikt, is het mogelijk de noodbedieningen bij de hoofdklep te gebruiken.
De hoofdklep heeft 2 kleine hendeltjes die de volgende functies bedienen:
1 Hendel 1:
stand A, arm omlaag
stand B, arm omhoog
2 Hendel 2:
stand A, armtelescoop in
stand B, armtelescoop uit
De manuele bedieningen kunnen alleen gebruikt worden als de machine in werking is of als ze van noodpomp voorzien is.
Volg deze aanwijzingen om de noodpomp te gebruiken met manuele bedieningen:
Druk op de noodstopknop in de cabine of op het platform.
Open de kap aan de achterkant van de machine om bij de hoofdklep te kunnen.
Monteer de bedieningshendels (meegeleverd) op de elementen van de hoofdklep.
Duw op de schakelaar Z om de noodpomp te activeren.
Duw de hendel van de hoofdklep in de stand voor de gewenste beweging.
Door in de manuele wijze met de noodbedieningen te werken zal de lastbegrenzer niet ingrijpen.
Z
B
A
09.4618.1684
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 57
Januari 2014
Gebruiksaanwijzing
Eerste uitgave - Eerste druk
Indicator motorconditie
Als het waarschuwingslampje en/of het indicatielampje “Ernstige motorfout” gaan branden, dient u servicepersoneel te waarschuwen.
Na elk gebruik
1 Selecteer een veilige parkeerplek — stevige,
vlakke ondergrond, uit de buurt van obstakels en verkeer.
2 Trek de stempels in.
3 Trek de arm in en breng hem omlaag in de
opbergstand.
4 Zet de transmissiehendel op neutraal.
5 Schakel de parkeerrem in.
6 Zet de sleutelschakelaar in de uit-stand en
haal de sleutel weg als beveiliging tegen gebruik door onbevoegden.
Rijden over de weg of het werkterrein
Houd u bij het rijden over de openbare weg strikt aan de lokale of nationale verkeersregels. Verzeker dat de volgende voorzorgsmaatregelen getroffen zijn voordat u de openbare weg op gaat:
• Start de motor.
• Lijn de achterwielen uit met het chassis.
• Klap de drijvende vorken op zoals hieronder is afgebeeld
Beweeg de cilinder voor vorkenkanteling niet terwijl de drijvende vorken achterover geklapt zijn, want daardoor zou de machine beschadigd kunnen worden.
Trek de arm in en breng hem omlaag.
Zet de keuzeschakelaar Werkplek/Weg/Platform op “Wegmodus”.
Controleer of lichten, geluidssignalen, richtingaanwijzers goed functioneren.
De rijsnelheid van de machine hangt af van het motortoerental.
Rijden op de openbare weg is alleen
toegestaan met een machine zonder last. De machine is niet geschikt om aanhangers te trekken.
58 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Een defecte machine verplaatsen
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
Het wegslepen van een machine is alleen aangeraden als er geen andere oplossing bestaat, want het kan grote schade veroorzaken aan de transmissie.
Repareer wanneer mogelijk de machine ter plekke. Als de machine beslist moet worden versleept:
1. Schakel de parkeerrem.
2. Zet de versnellingshendel in neutrale stand (zie volgende pagina).
3. Selecteer de tweewielbesturing.
4. Verbind een starre trekbalk met een van de twee bevestigingspunten op de vooras.
5. Indien mogelijk, start de motor om gebruik te maken van de hydraulische aandrijving en van het remsysteem.
6. Sleep de machine over korte afstanden en op lage snelheid (minder dan 5 km/u).
Parkeerremmen uitschakelen
Blokkeer met het mechanische systeem alle
wielen, om te voorkomen dat het voertuig gaat bewegen wanneer de parkeerrem uitgeschakeld wordt.
Doe het volgende om de negatieve rem van een defecte machine los te zetten:
1. Draai aan beide zijden de moeren (5) los.
2. Draai de remontkoppelingsschroeven (6a) en (6b) naar binnen door ze achtereenvolgens een halve slag te draaien, totdat ze helemaal los zijn (de wielen vrij zijn).
Stuur eventueel aanwezig personeel weg uit het gebied alvorens de blokkering van elk van de vier banden te verwijderen en sleep het voertuig naar een veilige plaats.
Parkeerrem activeren
Blokkeer met het mechanische systeem alle
vier de wielen, om te voorkomen dat het voertuig gaat bewegen voordat u een handeling gaat verrichten.
Om de negatieve parkeerrem weer te activeren:
1. Pas een druk van 20÷25 bar toe op de ontkoppelingspoort van de parkeerrem (B).
2. Draai de remontkoppelingsschroeven (6) aan beide zijden los.
3. Stel de schroeven (6) bij tot 19,5±1 mm. Breng het B2 afdichtmiddel aan op de moeren (5) en haal hen aan tot 45 Nm.
4. Laat de druk af op de remmenpoort (B).
De parkeerremmen worden nu opnieuw geactiveerd en de wielen zijn geblokkeerd.
Stuur eventueel aanwezig personeel weg uit het gebied en ga na of de parkeerremmen naar behoren functioneren.
6
5
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 59
6a
6b
Januari 2014
Gebruiksaanwijzing
Versnellingshendel in neutraal zetten
Versleep de machine niet zonder eerst de versnel­lingshendel in neutraal te hebben gezet.
Zet de versnellingshendel als volgt in neutrale stand:
1. Draai de schroeven M8x25 n°1 los
2. Verwijder de kap n°2
3. Verplaats de pen met een M10 trekker: neutrale stand beide schakelaars geactiveerd
4. Assembleer alle componenten weer, het aanhaalkoppel van de schroeven n°1 is 23 Nm (+5%;-15%)
Deze noodhandeling moet worden uitgevoerd terwijl het voertuig uitgeschakeld is en zich op een vlakke ondergrond bevindt.
Eerste uitgave - Eerste druk
60 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
78 mm
Parkeren en opslag
Korte inactiviteit
Parkeer de machine altijd veilig na een werkdag, een werkdienst of ’s nachts. Tref alle voorzorgsmaatregelen om risico’s te voor­komen voor al degenen die de machine naderen terwijl deze stilstaat:
• Parkeer de machine zo dat hij andere werkzaamheden niet hindert.
• Trek de arm in en breng hem omlaag met het aanbouwdeel op de grond.
• Schakel de transmissie uit en schakel de parkeerrem in.
• Haal de sleutel uit het contact en doe de cabinedeur op slot.
Als een accu aangekoppeld gelaten wordt,
kan dat kortsluitingen en daardoor brand veroorzaken.
Koppel de accu af door de isolatieschakelaar (deze zit in de motorbehuizing) op de UIT-stand te draaien (zie het deel Inspectie van stickers).
+
-
+
-
09.4618.1678
Opslag van de machine
Als de machine lange tijd niet zal worden gebruikt, moeten de bovenstaande voorzorgsmaatregelen worden getroffen. Verder:
• Was de machine grondig af. Verwijder, met het oog op een betere reiniging, roosters en beschermkappen.
• Maak alle machinedelen zorgvuldig droog met perslucht.
• Smeer de machine grondig.
• Voer een inspectie uit door om de machine heen te lopen en eventuele versleten of beschadigde onderdelen te vervangen.
• Verf eventuele versleten of beschadigde delen.
• Verwijder de accu, vet de klemmen in met vaseline en berg de accu op een droge plaats op. De accu kan worden gebruikt voor andere doeleinden. Controleer anders het oplaadniveau regelmatig.
• Vul de tank om interne oxidatie te voorkomen.
• Sla de machine op een overdekte, goed geventileerde plaats op.
• Start de motor eenmaal per maand en laat hem ongeveer 10 minuten draaien.
• Maak bij zeer koud weer de radiateur leeg.
Denk er altijd aan dat het gewone onderhoud ook moet worden uitgevoerd gedurende inactieve perioden van de machine. Let vooral op de vloeistofpeilen en de onderdelen die onderhevig zijn aan veroudering. Alvorens de machine opnieuw te starten, moet er buitengewoon onderhoud worden uitgevoerd en moeten alle mechanische, hydraulische en elektrische onderdelen zorgvuldig worden gecontroleerd.
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 61
Januari 2014
Parkeren en opslag
Eerste uitgave - Eerste druk
De machine reinigen en wassen
Maak de machine schoon volgens deze aanwijzingen:
• Verwijder olie- of vetsporen met een droog oplosmiddel of vluchtige minerale alcohol
• Alvorens een nieuw onderdeel te monteren, moeten eventuele beschermingsproducten (roestwerend middel, vet, was etc.) worden verwijderd.
• Verwijder eventuele roest van metalen onderdelen met wat schuurlinnen alvorens het onderdeel in te wrijven met een beschermend product (roestwerend middel, verf, olie etc.).
Gebruik geen water onder hoge druk om de machine, en vooral de hoofdklep, de magneetkleppen en elektrische onderdelen schoon te maken.
Reiniging van de buitenkant
Controleer alvorens de machine te reinigen of de motor uit is en of de ruiten en deuren goed gesloten zijn. Gebruik nooit brandstof om de machine schoon te maken. Gebruik water of stoom. Maak in koude omgevingen de sloten droog nadat ze gereinigd zijn, of smeer ze in met een antivriesmiddel. Controleer de conditie van de machine alvorens haar weer te gebruiken.
Reiniging van de binnenkant
Maak de binnenkant van de machine alleen schoon met wat water en een spons. Gebruik geen waterstralen onder druk. Aan het einde met een doek afdrogen.
Reiniging van de motor
Bescherm het luchtinlaatfilter voordat u de motor gaat schoonmaken, om te voorkomen dat er water in het circuit kan binnendringen.
Afvoer van de machine als afval
Aan het einde van de levensduur van de
machine moet een gespecialiseerd bedrijf worden gecontacteerd om de machine als afval te laten verwerken in overeenstemming met de lokale of nationale voorschriften.
Afvoer van accu’s als afval
Gebruikte loodzuuraccu’s mogen niet als
normaal vast industrieel afval worden verwerkt. Vanwege de aanwezigheid van schadelijke stoffen moeten ze ingezameld, geëlimineerd of gerecycled worden volgens de voorschriften va de EU.
Gebruikte accu’s moeten apart en op een
droge plaats bewaard worden. Zorg dat de accu droog is en de celdoppen goed dicht zitten. Breng een bord op de accu aan om te waarschuwen dat hij niet mag worden gebruikt. Als de accu voordat hij als afval wordt verwerkt in de open lucht wordt gelaten, moet hij worden afgedroogd, moeten de kast en de elementen met een laagje vet worden ingesmeerd en moeten de doppen goed worden afgedicht. Zet de accu niet op de grond; geadviseerd wordt hem op een pallet te zetten en af te dekken. Accu’s moeten zo snel mogelijk al afval worden verwerkt.
Indien de machine in een maritieme of
soortgelijke omgeving zal worden gebruikt, moet zij tegen zoutafzettingen worden beschermd met een geschikte behandeling om roest te voorkomen.
62 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Aanwijzingen voor transport en heffen
Houd u aan het volgende:
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Klanten van Genie die een hefwerktuig of
product van Genie in een container moeten vervoeren, moeten een erkende expediteur zoeken die ervaren is in het voorbereiden, laden en vastzetten van bouw- en hefwerktuigen voor internationaal vervoer.
Alleen erkende operators mogen de machine
op of van de truck af verplaatsen.
Het transportvoertuig moet op een vlakke
ondergrond zijn geparkeerd.
Het transportvoertuig moet geblokkeerd zijn
om te voorkomen dat het wegrijdt terwijl de machine wordt geladen.
Verzeker u er voor het laden voor transport van
dat er geen modder, sneeuw en ijs aanwezig zijn op het laadvlak, de oprijplanken en de machinebanden. Is dat wel het geval, dan kan de machine wegglijden.
Verzeker u ervan dat de capaciteit van
het voertuig, de laadvlakken en kettingen of banden voldoende sterk zijn om het machinegewicht te kunnen dragen. Genie verreikers zijn zeer zwaar gezien hun omvang. Zie het serielabel voor het machinegewicht. Zie het deel “Inspecties” voor de plaats van het serielabel.
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 63
Januari 2014
Aanwijzingen voor transport en heffen
Eerste uitgave - Eerste druk
De truck of aanhanger vastzetten voor transport
Draai de sleutelschakelaar in de uit-stand en haal de sleutel weg alvorens de machine te transporteren.
Inspecteer de hele machine op losse of niet­vastgezette voorwerpen.
Zorg dat de deur en de deurruiten goed vergrendeld en vastgezet zijn (indien aanwezig).
Zet de verreiker, voordat hij geladen wordt, horizontaal en trek de arm in.
Trek de stempels in.
Gebruik een spotter bij het laden en lossen van de verreiker. Houd de arm zo laag mogelijk tijdens het laden en lossen.
Schakel de parkeerrem in.
Het chassis vastzetten
Gebruik kettingen met een ruim belastingsvermogen.
Gebruik minimaal 6 kettingen. Er zijn 8 bevestigingspunten, vier aan elke kant van de machine.
Laat de vorken of het aanbouwdeel helemaal dalen op de laadvloer. Zet de vorken of het aanbouwdeel vast met een geschikte band of ketting, om te voorkomen dat ze gaan bewegen.
Pas de bevestigingen aan om schade aan de kettingen te voorkomen.
64 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Aanwijzingen voor transport en heffen
Houd u aan het volgende:
Alleen gekwalificeerde riggers mogen de
machine aanslaan.
Alleen gediplomeerde kraanbestuurders
mogen de machine heffen, en wel uitsluitend in overeenstemming met de kraanvoorschriften die van toepassing zijn.
Verzeker u ervan dat de kraancapaciteit, de
laadvlakken en banden of kabels voldoende sterk zijn om het machinegewicht te kunnen dragen. Zie het serielabel voor het machinegewicht.
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Aanwijzingen voor het heffen
Laat de arm helemaal zakken en trek hem in.
Trek de stempels in.
Stel het zwaartepunt van uw machine vast aan de hand van de afbeelding op deze pagina.
Verwijder alle losse voorwerpen die zich op de machine bevinden.
Bevestig de kettingen/banden aan de beoogde hijspunten op de machine.
Pas de bevestigingen aan om beschadiging van de machine te voorkomen en om de machine horizontaal te houden.
720 mm
GTH-4018 GTH-4014
720 mm
2440 mm
2520 mm
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 65
Januari 2014
Onderhoud
Houd u aan het volgende:
De werkzaamheden voor routineonderhoud die
in dit handboek worden opgegeven, dienen te worden verricht door de bestuurder.
Inspecties voor gepland onderhoud moeten
worden verricht door gekwalificeerde servicemonteurs, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant en de vereisten in het handboek omtrent de verantwoordelijkheden.
Eerste uitgave - Eerste druk
Bandenspanning controleren
Gevaar voor omkantelen. Een te sterk
opgepompte band kan ontploffen, waardoor de stabiliteit van de machine wordt aangetast en de machine kan omkantelen.
Gevaar voor omkantelen. Het gebruik van
producten voor tijdelijke reparaties van defecte banden kan uitval van de band tot gevolg hebben, waardoor de stabiliteit van de machine wordt aangetast en de machine kan omkantelen.
Gevaar voor persoonlijk letsel. Een te sterk
opgepompte band kan ontploffen en de dood of ernstig letsel veroorzaken.
Legenda onderhoudssymbolen
De volgende symbolen zijn in dit handboek gebruikt als hulpmiddel bij het communiceren van de bedoeling van de instructies. Wanneer een of meer symbolen aan het begin van een onderhoudsprocedure worden weergegeven, heeft dit de volgende betekenis.
Geeft aan dat er gereedschappen nodig zijn om deze procedure uit te voeren.
Geeft aan dat er nieuwe onderdelen nodig zijn om deze procedure uit te voeren.
Geeft aan dat een koude motor nodig is om deze procedure uit te voeren.
Opmerking: deze procedure hoeft niet te worden uitgevoerd op machines met banden met schuimvulling.
1 Controleer elke band met een luchtdrukmeter.
Voeg lucht toe zoals nodig is.
GTH-4014 Technische gegevens van wielen en banden
Band 405/70-20 Velg 13 x 20 Wiel 8 gaten DIN 70361 Bandenspanning 5,5 bar (80 psi)
GTH-4018 Technische gegevens van wielen en banden
Band 405/70-24 Velg 13 x 24 Wiel 8 gaten DIN 70361 Bandenspanning 4,5 bar (65 psi)
66 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Onderhoud
Motoroliepeil controleren
Het handhaven van het juiste motoroliepeil is van fundamenteel belang voor goede motorprestaties en een lange levensduur. Als de machine wordt gebruikt met een onjuiste oliepeil, kunnen de motorcomponenten beschadigd raken.
Opmerking: Controleer het oliepeil met de motor uit en op een vlakke ondergrond.
1 Controleer de oliepeilstok. Voeg olie toe zoals nodig is.
Perkins 854E-E34TA, STAGE III B (EU model)
Olie type SHELL RIMULA R4 L 15W-40
Perkins 1104D-E44T, STAGE III A
Olie type SHELL RIMULA R4 L 15W-40
Hydraulische oliepeil controleren
Het handhaven van de hydraulische olie op het juiste peil is van essentieel belang voor de werking van de machine. Onjuiste hydraulische oliepeilen kunnen de hydraulische componenten schaden. Degene die de inspecties verricht kan door dagelijkse controles veranderingen in het oliepeil vaststellen die erop kunnen wijzen op problemen in het hydraulische systeem.
1 Zorg dat de motor uit staat, het chassis vlak is
en de arm in de opbergstand.
2 Bekijk het kijkglas op de linkerkant van de
hydraulische olietank.
Resultaat: Het hydraulische oliepeil moet
halverwege het kijkglas staan.
3 Voeg olie toe zoals nodig is. Voeg niet te veel
toe.
Eisen aan de diesel
Goede motorprestaties hangen af van het gebruik van brandstof van goede kwaliteit. Het gebruik van brandstof van goede kwaliteit levert het volgende op: een lange levensduur van de motor en aanvaardbare niveaus van de uitlaatgassen.
De Stage III B dieselmotor mag alleen worden gebruikt met brandstof met een zeer laag zwavelgehalte. Het zwavelgehalte van deze brandstof moet lager zijn dan 15 PPM.
Tank 170 L 45 gal
Perkins 854E-E34TA, STAGE III B (EU model)
Brandstoftype Ultralaagzwavelige brandstof (ULSD)
Perkins 1104D-E44T, STAGE III A
Brandstoftype Diesel
Specicaties van de hydraulische olie
Type hydraulische olie
GAZPROMNEFT HYDRAULIC HDZ 46
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 67
Januari 2014
Onderhoud
Eerste uitgave - Eerste druk
Motorkoelvloeistofpeil controleren
- vloeistofgekoelde modellen
Het handhaven van de motorkoelvloeistof op het juiste peil is van essentieel belang voor de levensduur van de machine. Een onjuist koelvloeistofniveau is van invloed op het koelvermogen van de motor en zal de motorcomponenten schaden. Degene die de inspecties verricht kan door dagelijkse controles veranderingen in het koelvloeistofpeil vaststellen die kunnen wijzen op problemen in het koelsysteem.
1 Bekijk het kijkglas op de bovenkant van de
radiateur.
Resultaat: Het vloeistofpeil moet halverwege
het kijkglas staan.
Gevaar voor persoonlijk letsel. Vloeistoffen
in de radiateur staan onder druk en zijn zeer heet. Wees voorzichtig bij het verwijderen van de dop en toevoegen van vloeistoffen.
De accu controleren
Een goede conditie van de accu is van essentieel belang voor goede motorprestaties en een veilige werking. Onjuiste vloeistofniveaus of beschadigde kabels en aansluitingen kunnen resulteren in beschadiging van componenten en gevaarlijke situaties.
Gevaar voor elektrische schokken.
Contact met hete of spanningvoerende circuits kunnen resulteren in de dood of ernstig letsel. Doe ringen, horloges en andere sieraden af.
Gevaar voor persoonlijk letsel. Accu’s
bevatten zuur. Mors accuzuur niet en raak het niet aan. Neutraliseer gemorst accuzuur met zuiveringszout en water.
1 Draag beschermende kleding en een
oogbescherming.
2 Zorg dat de aansluitingen van de accukabel
stevig vastzitten en vrij zijn van corrosie.
3 Controleer of de neerhoudbeugels van de
accu op hun plaats en goed vast zitten.
Spiegels controleren
Opmerking: door klembeschermers en Het onderhoud van indirecte visuele hulpmiddelen is fundamenteel voor een goed zicht op de werkplek.
1. Inspecteer met het oog alle spiegels, om na te
gaan of ze goed functioneren, schoon zijn en geen rommel bevatten.
68 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
corrosieremmend afdichtmiddel te gebruiken,
wordt corrosie van de accuklemmen en kabels
tegengegaan.
Gepland onderhoud
Op machines die langer dan drie maanden buiten bedrijf zijn geweest, moet de driemaandelijkse inspectie worden uitgevoerd voordat ze weer in gebruik mogen worden genomen.
Model
Serienummer
Datum
Urenteller
Eigenaar machine
Geïnspecteerd door (blokletters)
Handtekening inspecteur
Titel inspecteur
Bedrijf inspecteur
Instructies
- Maak kopieën van dit rapport om ze te gebruiken voor elke inspectie.
- Selecteer de passende controlelijst(en) voor het type inspectie dat moet worden uitgevoerd.
Dagelijks of om de 8 uur
Inspectie: A
Eenmaal per drie maanden of om de 250 uur
Inspectie: A+B
Eenmaal per zes maanden of om de 500 uur
Inspectie: A+B+C
Eenmaal per jaar of om de 1000 uur
Inspectie: A+B+C+D
Eenmaal per 2 jaar of om de 2000 uur
Inspectie: A+B+C+D+E
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Onderhoud
Controlelijst A J N R
A-1 Handboeken en stickers
A-2 Inspectie voor het gebruik
A-3 Functietests
A-4 De arm smeren
A-5 Motoronderhoud - Perkins-
modellen
Uitvoeren na 40 uur:
A-6 Noodpomp (indien aanwezig)
Uitvoeren na 50 uur:
A-7 Asonderhoud
Uitvoeren na 150 uur:
A-8 Asonderhoud
Reserveonderdelen voor vergrendelingen
Display en kaart lastbegrenzer 56.0016.0132 Activeringsschakelaar op joystick 07.0741.0012 Schakelaar noodpomp 07.0703.0430 Noodknop 07.0703.0441 Stoelschakelaar 07.0740.0498 Naderingssensor
Gecodeerde naderingssensor
56.0012.0004
56.0012.0065
- Plaats een vinkje in het passende vakje nadat elke inspectieprocedure is voltooid.
- Gebruik de stapsgewijze procedures in dit deel om te leren hoe deze inspecties moeten worden uitgevoerd.
- Als het resultaat van een van de inspecties “N” is, label de machine en dan en stel haar buiten dienst om haar te repareren en opnieuw te inspecteren. Plaats na de reparatie een vinkje in het veld “R”.
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 69
Januari 2014
Onderhoud
A-1 Handboeken en stickers inspecteren
Eerste uitgave - Eerste druk
De specificaties van Genie vereisen dat deze procedure om de 8 uur of dagelijks worden uitgevoerd (de periode die het eerst verstrijkt).
­Het is van groot belang voor een goed gebruik van de machine dat de bedienings- en veiligheidshandboeken in goede conditie worden gehouden. Handboeken worden bij elke machine geleverd en moeten worden opgeborgen in de houder in de bestuurdersruimte. Een onleesbaar of ontbrekend handboek voorziet niet in de informatie over de veiligheid en de bediening die noodzakelijk is om de machine veilig te kunnen gebruiken.
­Daarnaast is het verplicht om alle veiligheids- en instructiestickers in goede conditie te houden, met het oog op een veilig gebruik van de machine. Stickers maken bestuurders en personeel attent op mogelijke gevaren die gepaard gaan met het gebruik van deze machine. Bovendien voorzien ze gebruikers van informatie voor de bediening en het onderhoud. Een onleesbare sticker maakt het personeel niet attent op een procedure of gevaar, en zou kunnen leiden tot onveilige werkomstandigheden.
- 3 Open het bedieningshandboek op het deel “Inspectie van de stickers”. Inspecteer alle stickers op de machine zorgvuldig en grondig op leesbaarheid en schade.
-
� Resultaat: De machine is voorzien van alle
vereiste stickers en alle stickers zijn leesbaar en in goede conditie.
-
9 Resultaat: De machine is niet voorzien van
alle vereiste stickers, één of meer stickers zijn onleesbaar of in slechte conditie. Stel de machine buiten bedrijf totdat de stickers zijn vervangen.
-
- 4 Doe de handboeken na gebruik altijd terug in de opbergruimte.
-
Opmerking: Neem contact op met uw erkende Genie distributeur of met Genie Industries als u vervangende handboeken of stickers nodig heeft.
- 1 Controleer of de bedienings- en veiligheids­handboeken aanwezig en volledig zijn, en voor­handen in de houder in de bestuurdersruimte.
-
- 2 Bekijk de pagina’s van elk handboek om te verzekeren dat ze leesbaar en in goede conditie zijn.
-
� Resultaat: Het bedieningshandboek is het juiste
handboek voor de machine en alle handboeken zijn leesbaar en in goede conditie.
9 Resultaat: Het bedieningshandboek is niet het
juiste voor de machine, of niet alle handboeken zijn in goede conditie of leesbaar. Stel de machine buiten bedrijf totdat het handboek is vervangen.
70 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Onderhoud
A-2 Inspectie voor het gebruik uitvoeren
De specificaties van Genie vereisen dat deze procedure om de 8 uur of dagelijks worden uitgevoerd (de periode die het eerst verstrijkt).
Voor een veilig gebruik van de machine moet een volledige voorafgaande inspectie worden uitgevoerd. De inspectie voor het gebruik is een visuele inspectie door de bestuurder, die voor elke werkbeurt moet worden uitgevoerd. De inspectie is erop gericht om te ontdekken of er iets duidelijk mis is met een machine, voordat de bediener de functietests uitvoert. De inspectie voor het gebruik dient ook om vast te stellen of er routineonderhoudsprocedures nodig zijn.
A-3 Functietests uitvoeren
De specificaties van Genie vereisen dat deze procedure om de 8 uur of dagelijks worden uitgevoerd (de periode die het eerst verstrijkt).
Voor een veilig gebruik van de machine moeten volledige functietests worden uitgevoerd. De functietests zijn bedoeld om eventuele storingen te ontdekken voordat de machine in gebruik wordt genomen. Een niet goed functionerende machine mag nooit worden gebruikt. Als er storingen worden ontdekt, dient de machine te worden voorzien van een label en uit bedrijf te worden genomen.
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 71
Januari 2014
Onderhoud
A-4 De arm smeren
Eerste uitgave - Eerste druk
De specificaties van Genie vereisen dat deze procedure om de 8 uur of dagelijks worden uitgevoerd (de periode die het eerst verstrijkt).
Het smeren op bepaalde punten is van essentieel belang voor goede machineprestaties en een lange levensduur. Als de machine zonder of met weinig vet wordt gebruikt, presteert ze mogelijk slecht en als ze langere tijd in dergelijke conditie wordt gebruikt, kunnen er componenten stuk gaan.
-
Vetspecicaties
- PTFE INTERFLON FIN GREASE LS 2
Genie onderdeelnummer 09.4693.0000
Voor smering van de arm van GTH-4014:
1. Schuif de arm helemaal uit en hef hem op, trek de arm vervolgens in en controleer hierbij of hij soepel beweegt. Er moet een dun laagje smeermiddel op de contactvlakken van het slijtblok zitten.
� Resultaat: De arm werkt soepel en er is een
laagje smeermiddel zichtbaar. Ga naar stap 5.
_ Resultaat: De arm schuift niet soepel uit en
in, en er is geen smeermiddel zichtbaar op de contactvlakken van het slijtblok. Ga naar stap 2.
Voor smering van de arm van GTH-4018:
1. Schuif de arm helemaal uit en hef hem op, trek de arm vervolgens in en controleer hierbij of hij soepel beweegt. Er moet een dun laagje smeermiddel op de contactvlakken van het slijtblok zitten.
� Resultaat: De arm werkt soepel en er is een
laagje smeermiddel zichtbaar. Ga naar stap 6.
_ Resultaat: De arm schuift niet soepel uit en
in, en er is geen smeermiddel zichtbaar op de contactvlakken van het slijtblok. Ga naar stap 2.
2. Breng een dun laagje vet aan op de onderkant van armbuis 4, op de plaats waar hij contact maakt met de onderste slijtblokken van armbuis 3.
3. Breng een dun laagje vet aan op de onderkant van armbuis 3, op de plaats waar hij contact maakt met de onderste slijtblokken van armbuis 2.
4. Breng een dun laagje vet aan op de onderkant van armbuis 2, op de plaats waar hij contact maakt met de onderste slijtblokken van armbuis 1.
5. Smeer de slijtblokken aan de boven- en zijkanten van de armbuis.
6. Breng de arm terug in de opbergstand.
2. Breng een dun laagje vet aan op de onderkant van armbuis 3, op de plaats waar hij contact maakt met de onderste slijtblokken van armbuis 2.
3. Breng een dun laagje vet aan op de onderkant van armbuis 2, op de plaats waar hij contact maakt met de onderste slijtblokken van armbuis 1.
4. Smeer de slijtblokken aan de boven- en zijkanten van de armbuis.
5. Breng de arm terug in de opbergstand.
72 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Onderhoud
A-5 Onderhoud op de motor uitvoeren ­Perkins-modellen
Opmerking: De motorspecificaties vereisen dat deze procedure om de 8 uur of dagelijks wordt uitgevoerd (de periode die het eerste verstrijkt).
Motoroliepeil - controleren Koelvloeistofpeil - controleren/toevoegen Filter/waterscheider van brandstofsysteem ­aftappen Dichtheid van de motor - op lekken controleren Uitlaatsysteem - op lekken controleren
De vereiste onderhoudsprocedures en verdere informatie over de motor zijn te vinden in het Perkins 1104D Bedienings- en onderhoudshandboek (Perkins ond. nr. SEBU8172-02),
Perkins 854 Bedienings- en onderhoudshandboek
(Perkins ond. nr. SEBU8726-01).
A-6 Bediening van de noodpomp (indien aanwezig)
- 1 Stop de motor.
-
- 2 Druk op de rode noodstopknop.
-
- 3 Druk de aan/uit-knop van de hulppomp in en houd hem ingedrukt.
-
� Resultaat: Bedien de joystick om de arm te
bewegen en na te gaan of de beweging wordt uitgevoerd.
Perkins 1104D-E Bedienings­en onderhoudshandboek
Genie onderdeelnummer 57.4700.0000
Perkins 854 Bedienings­en onderhoudshandboek
Genie onderdeelnummer 57.4700.0001
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 73
Januari 2014
Onderhoud
A-7 Asonderhoud uitvoeren
Eerste uitgave - Eerste druk
A-8 Asonderhoud uitvoeren
Opmerking: Gezien de technische gegevens van de as moet deze procedure worden uitgevoerd na 50 uren.
Oliepeil - controleren/toevoegen
De vereiste onderhoudsprocedures en verdere informatie over de as zijn te vinden in het
Carraro 26.27M Instructies voor onderhoud en reparatie van voor- en achteras
(Carraro onderdeelnr. 270324).
Carraro 26.27M Instructies voor onderhoud en reparatie van voor- en achteras
Genie onderdeelnummer (Bibliotheek van Genie Instructies)
57.4700.0023
Opmerking: Gezien de technische gegevens van de as moet deze eenmalige procedure worden uitgevoerd na 150 bedrijfsuren.
Asolie verversen Magnetische oliepluggen reinigen Olieontluchter - reinigen As invetten (indien nodig)
De vereiste onderhoudsprocedures en verdere informatie over de as zijn te vinden in het
Carraro 26.27M Instructies voor onderhoud en reparatie van voor- en achteras
(Carraro onderdeelnr. 270324).
Carraro 26.27M Instructies voor onderhoud en reparatie van voor- en achteras
Genie onderdeelnummer (Bibliotheek van Genie Instructies)
57.4700.0023
74 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Aanbouwdelen
Deze machine kan worden uitgerust met verschillende aanbouwdelen.
Gebruik uitsluitend de door Genie goedgekeurde aanbouwdelen die in dit deel zijn gespecificeerd.
Informatie over het monteren en vervangen van aanbouwdelen op de machine is te vinden in het deel “Instructies voor snelle aankoppeling”.
Lijst van door Genie goedgekeurde aanbouwdelen:
• Drijvende vorken
(ond. nr. 55.0750.0033)
• FEM 3 plaat- en vorkenkit
(ond. nr. 55.0750.0002)
• UK drijvende vorken L1200 mm doorsn.100x50mm
(ond. nr. 55.0750.0050)
• Laadschop 800 l.
(ond. nr. 59.0201.9004)
• Betonbak 500 l. handmatige lediging
(ond. nr. 59.0400.0000)
• Betonbak 500 l. hydraulische lediging
(ond. nr. 55.0401.2006)
• Betonbak 800 l. handmatige lediging
(ond. nr. 59.0400.2000)
• Betonbak 800 l. hydraulische lediging
(ond. nr. 55.0401.2007)
• Betonmixbak 500 l. volledig hydraulisch
(ond. nr. 59.0401.2008)
• Bakstenenkorf
(ond. nr. 59.0400.7000)
• Vaste haak op plaat
(ond. nr. 59.0700.9002)
• Mechanische jib, lengte 2 m/ inhoud 2000 kg
(ond. nr. 59.0802.3007)
• Mechanische jib, lengte 4 m/ inhoud 900 kg
(ond. nr. 59.0802.3008)
• Hydraulische jib, lengte 4 m/ inhoud 900 kg
(ond. nr. 59.0802.3012)
• Hydraulische lier 4000 kg
(ond. nr. 59.0901.9004)
• Vast personenplatform: 2P/300-F
(ond. nr. 59.1111.6011)
• Draaibaar en uitschuifbaar personenplatform: 3P/700-REM 4400 +/- 90°
(ond. nr. 59.1111.6012)
Informatie voor het gebruik van dit aanbouwdeel is te vinden in de bedieningshandleiding van het specifieke aanbouwdeel op de officiële website van Genie: www. genielift.com/en/service-support/manuals
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 75
Januari 2014
Aanbouwdelen
Gevaren op werkplatforms
Eerste uitgave - Eerste druk
Veiligheid in het werkgebied
Gebruik uitsluitend een door Genie goedgekeurd werkplatform voor personeel.
Hef geen personeel met een verreiker, tenzij hij is uitgerust met een goedgekeurd werkplatform.
De gebruiker of werkgever en de bestuurder moeten verder onderzoek doen naar, en voldoen aan alle lokale, nationale, provinciale of federale voorschriften, verordeningen en normen inzake het gebruik van verreikers met werkplatforms die van toepassing zijn op de werkplek.
Lees en begrijp alle waarschuwingen en instructies die bij het goedgekeurde werkplatform zijn geleverd, en neem ze in acht.
De bestuurder en degenen die op het platform werken moeten op de hoogte zijn van de specifieke gevaren die gepaard gaan met het gebruik van de verreiker met het werkplatform, en alle middelen gebruiken, inclusief de middelen die door de gebruiker of werknemer zijn verstrekt, om deze gevaren te vermijden.
Voer altijd een voorafgaande inspectie uit van het platform, volgens de instructies van Genie, alvorens het te gebruiken.
Veiligheidssystemen op het
platform
Al degenen die zich op het werkplatform bevinden moeten gebruik maken van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM).
Zij moeten een veiligheidsgordel of valbeveiliging dragen, zoals wordt voorgeschreven door overheidsvoorschriften. Bevestig de vallijn aan de verankering in het platform.
Alle persoonlijke beschermingsmiddelen moeten voldoen aan de toepasselijke overheidsvoorschriften en moeten geïnspecteerd en gebruikt worden in overeenstemming met de aanwijzingen van de fabrikant van de beschermingsmiddelen.
Bediening van de verreiker
Rijd niet met de verreiker als er zich mensen op het platform bevinden.
Als er schade of ongeoorloofde wijzigingen worden vastgesteld ten opzichte van de conditie waarin het platform de fabriek verliet, moet het worden gemarkeerd en buiten dienst worden gesteld.
Wijzig het platform niet zonder schriftelijke goedkeuring door Genie.
Gebruik de verreiker niet terwijl er een werkplatform aangekoppeld is voor andere doelen dan het positioneren van de machine.
76 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Gevaren door hangende lasten
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Aanbouwdelen
Veiligheid in het werkgebied
Algemene veiligheid
Hef een hangende last niet zonder eerst de lokale, nationale, federale of provinciale voorschriften, normen en verordeningen die gelden voor de werkzaamheden te hebben begrepen. Er kunnen aanvullende regels, normen en verordeningen van toepassing zijn. Er kan extra training nodig zijn.
Als een verreiker moet worden gebruikt om een last te verplaatsen, moeten de volgende voorzorgsmaatregelen worden getroffen voor de veiligheid van de bestuurder.
Lees en begrijp alle waarschuwingen en instructies die bij het aanbouwdeel dat goedgekeurd is voor hangende lasten geleverd zijn, en neem ze in acht.
Alleen naar behoren ontworpen, geteste en goedgekeurde aanbouwdelen mogen worden gebruikt om een hangende last te dragen.
De lasttabellen van de verreiker zijn opgesteld voor lasten met een stationair lastzwaartepunt. Als een hangende last beweegt, kan het lastzwaartepunt veranderen. Om deze reden moet zeer voorzichtig worden gewerkt bij het transporteren en heffen of plaatsen van de last; deze moet in het oog gehouden worden om de kans dat de last gaat bewegen zo laag mogelijk te houden.
Gevaar voor omkantelen
Hef een hangende last niet zonder de juiste, leesbare lasttabel voor de combinatie van verreiker/aanbouwdeel die u gebruikt.
Sta het niet toe
dat de last vrij kan zwaaien. Zet lasten altijd vast, om hun beweging te beperken. Door rijden over hellingen, plotseling starten, stoppen en bochten maken kan de last gaan zwaaien, hetgeen gevaarlijk is als de last niet aan de buitenkant gestabiliseerd is.
Houd de arm zoveel ingetrokken als praktisch is.
Hef geen hangende lasten wanneer windsnelheden een onveilige situatie kunnen veroorzaken.
Alle bewegingen van de last moeten geleidelijk plaatsvinden en met de laagste praktische snelheid om te voorkomen dat de last gaat schommelen.
Houd het zware deel van de last zo dicht mogelijk bij het aanbouwdeel.
Sleep of trek een last nooit zijwaarts.
Hef de last verticaal; trek nooit horizontaal aan een last, want daardoor zou deze te sterk kunnen zwaaien.
Het gewicht van alle bevestigingsmiddelen (hijsbanden, sluitingen etc.) moet als onderdeel van de last worden beschouwd.
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 77
Januari 2014
Aanbouwdelen
Eerste uitgave - Eerste druk
Zoek de juiste hefpunten van de last op, en houd hierbij rekening met het lastzwaartepunt en de stabiliteit van de last.
Probeer niet de chassisnivellering van de verreiker te gebruiken om een zwaaiende last te compenseren of om de last aan te passen nadat hij geheven is.
Probeer nooit vaste of verankerde lasten te verplaatsen.
Laat de verreiker niet onbewaakt achter met een hangende last.
Houd de arm en last zo laag als mogelijk is met behoud van het zicht in de rijrichting.
Beweeg niet sneller dan loopsnelheid (2 mph / 3,2 km/u) met een hangende last.
Start, beweeg, draai en stop langzaam om instabiele toestanden of schommelingen te voorkomen.
Gebruik geen enkele bediening om de last tijdens de beweging te herpositioneren. Alvorens de last terug te plaatsen, stop langzaam de machine.
Om hellingen op te gaan met een lege laadschop, beweeg altijd met het voertuig achteruit.
Om hellingen af te gaan met een volle laadschop, beweeg altijd met het voertuig vooruit.
Laat hangende lasten niet schommelen.
Versleep geen lasten terwijl ze aan de haak bevestigd zijn.
Hangende lasten hebben een eigen beweging, daarom kunnen ze onvoorspelbare effecten hebben op de stabiliteit van de machine. Werk zeer voorzichtig.
De vaste haak is ontworpen om de last te dragen die aangegeven staat op de zijkant ervan. Het maximale draagvermogen komt overeen met het nominale vermogen van de verreiker waarop hij aangebracht is en staat aangegeven in de lasttabel die met het aanbouwdeel is meegeleverd.
Gevaar voor vallen
Hef of hijs geen personeel op.
Probeer niet om hellingen over te steken, want het lastzwaartepunt zal dan naar de kantellijn bewegen waardoor de stabiliteit afneemt.
Rijd hellingen altijd uiterst voorzichtig op en af, want het lastzwaartepunt verplaatst zich naar de kantellijn, waardoor de stabiliteit afneemt
Parkeer niet op een helling.
Om hellingen met een last op te gaan, beweeg altijd met de vooruit versnelling, en houd de last zo laag mogelijk.
Om hellingen met een last af te gaan, beweeg altijd met het voertuig achteruit.
78 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Gebruik de schop niet om mensen op te tillen of te vervoeren.
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Aanbouwdelen
Gevaar voor botsingen
Controleer voor het heffen of de last vrij is van eventuele obstakels in de buurt.
Als het zicht belemmerd is of zou kunnen worden in de buurt van of op de plaats waar de last wordt neergezet, moet de bestuurder alternatieve of aanvullende middelen gebruiken om de last veilig te heffen, bijvoorbeeld een gekwalificeerde aanwijzer.
Aanwijzers moeten ononderbroken communiceren (verbaal of met de handen) en voortdurend oogcontact houden met de bestuurder.
Gevaar voor beknelling
Laat de aanwijzer nooit tussen de hangende last en een ander voorwerp komen (zoals de verreiker zelf).
Alvorens een onderhoudsbeurt uit te voeren op de mixbak, deze op de grond plaatsen, de machine stilzetten, de startsleutel uit het contact halen en de cabinedeur op slot doen om te voorkomen dat iemand bij het bedieningspaneel zou kunnen komen.
Gevaar voor vallende voorwerpen
Hef de last niet in het
aangegeven valgebied.
Gebruik de machine niet indien er onder de last of in het valgebied personen aanwezig zijn.
Hijs geen lasten met hijsbanden of kettingen aan de vorken of de vorkendrager.
Hef geen op elkaar geplaatst lasten.
Bind ronde lasten (zoals olievaten) vast met banden of touwen en rijd op lage snelheid.
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 79
Januari 2014
Aanbouwdelen
Eerste uitgave - Eerste druk
Een hangende last opheffen
Controleer of het landingspunt vlak is en de last veilig kan dragen.
Zet het aanbouwdeel goed vast aan de verreiker
Nivelleer het frame op de verreiker.
Zet de last vast om de beweging ervan te beperken.
Vraag een aanwijzer om te assisteren bij het heffen van de last als het zicht belemmerd wordt op de werkplek.
Zorg dat de aanwijzer voortdurend blijft communiceren en oogcontact houdt.
Hef de arm en last, met de arm zover ingetrokken als praktisch is, langzaam en geleidelijk, en zorg dat de last en de arm zo laag bij de grond blijven als praktisch is.
Zorg dat alle bewegingen van de arm en de aanbouwdelen zo langzaam worden uitgevoerd als praktisch is om het zwaaien van de last te voorkomen.
Rijden
Controleer of de rijroute vlak is en in staat is om de verreiker met zijn last te ondersteunen.
Houd de arm en last zo laag als mogelijk is met behoud van het zicht in de rijrichting.
Vraag een aanwijzer om u te assisteren bij het rijden als het zicht belemmerd wordt in de rijrichting.
Gevaar voor beknelling of botsing. Zorg dat de aanwijzers voortdurend blijft communiceren en altijd oogcontact houdt.
Verplaats de last pas nadat de verreiker helemaal tot stilstand is gebracht.
Start, stop, beweeg en draai langzaam om onstabiele toestanden of zwaaien te voorkomen.
Rijd niet sneller dan loopsnelheid (<2 mph / 3,2 km/u).
80 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Aanbouwdelen
De last plaatsen
Vraag een aanwijzer om te assisteren bij het plaatsen van de last als het zicht belemmerd wordt op de werkplek.
Zorg dat de aanwijzers voortdurend blijft communiceren en altijd oogcontact houdt.
Stop volledig in de buurt van het landingspunt.
Schakel de parkeerrem in en zet de transmissie in neutrale stand.
Plaats de last langzaam en geleidelijk boven het landingspunt en laat de last zakken totdat hij veilig wordt ondersteund.
Nadat de last is geland, laat u de arm verder zakken totdat de bevestigingsmiddelen kunnen worden verwijderd.
Aanwijzer
In de volgende gevallen wordt aanbevolen een aanwijzer in te zetten:
als het werkpunt, d.w.z. de route van de last of het gebied bij of op de plaats waar de last wordt neergezet, niet volledig binnen het zicht van de bestuurder valt.
Als terwijl de machine rijdt het zicht in de rijrichting gehinderd wordt.
Vanwege specifieke veiligheidskwesties op de locatie, als ofwel de bestuurder of degene die de last hanteert acht dat een aanwijzer nodig is.
Aanwijzers moeten ononderbroken communiceren (verbaal of met de handen) en voortdurend oogcontact houden met de bestuurder.
Het onderstaande overzicht van handseinen kan als referentie worden gebruikt.
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 81
Januari 2014
Aanbouwdelen
STOP. De arm is zijwaarts horizontaal uitgestrekt, met de handpalm omlaag, en wordt naar voren en achteren gezwaaid.
NOODSTOP. Beide armen zijn zijwaarts horizontaal uitgestrekt, met de handpalmen omlaag, en worden naar voren en achteren gezwaaid.
Eerste uitgave - Eerste druk
HIJSEN. De bovenarm is zijwaarts uitgestrekt, de onderarm en wijsvinger wijzen recht omhoog, hand en vinger maken kleine cirkelbewegingen.
GIEK OMHOOG. De arm is zijwaarts horizontaal uitgestrekt, de duim wijst omhoog terwijl de overige vingers gesloten zijn.
ZWENKEN. De arm is horizontaal uitgestrekt, de wijsvinger wijst in de richting waarin de arm moet zwenken.
GIEK LATEN ZAKKEN. De arm is zijwaarts horizontaal uitgestrekt, de duim wijst omlaag terwijl de overige vingers gesloten zijn.
TELESCOPISCHE
TELESCOPISCHE GIEK INTREKKEN. De handen bevinden zich voor het lichaam op taillehoogte, de duimen wijzen naar elkaar terwijl de overige vingers gesloten zijn.
DE GIEK HEFFEN EN DE LAST LATEN ZAKKEN. De arm is zijwaarts uitgestrekt en de duim wijst omhoog, de vingers worden geopend en gesloten zolang verplaatsing van de last is gewenst.
EINDE VAN DE WERKZAAMHEDEN. Beide handen zijn op taillehoogte samengevoegd.
VIEREN. De arm en
wijsvinger wijzen omlaag, de hand en vinger maken kleine cirkelbewegingen.
GIEK UITGESCHOVEN. De handen bevinden zich voor het lichaam op taillehoogte, de duimen wijzen naar buiten terwijl de overige vingers gesloten zijn.
VERPLAATSEN/TOREN VERPLAATSEN. Alle vingers wijzen omhoog, de arm wordt horizontaal naar voren uitgestrekt en ingetrokken om een duwbeweging in de beweegrichting te maken.
DE GIEK LATEN ZAKKEN EN DE LAST HIJSEN. De arm is zijwaarts horizontaal uitgestrekt en de duim wijst omlaag, de vingers worden geopend en gesloten zolang verplaatsing van de last is gewenst.
LANGZAAM BEWEGEN. De andere hand wordt voor de hand geplaatst die het actiesignaal geeft.
82 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Technische Gegevens
GTH-4014
Hoogte, opbergstand 2,40 m
Lengte, opgeborgen, bij de vorkhouderplaat
Breedte, standaardbanden 2,32 m
Wielbasis 2,95 m
Grondspeling, midden 0,30 m
Gewicht 10.225 kg
Werkhoogte vorken, maximum 13,57 m
Horizontale reikwijdte, maximum 9,08 m
Reikwijdte op maximale hoogte 0,48 m
Hefcapaciteit, maximale hoogte stempels omhoog stempels omlaag
Hefcapaciteit, maximale reikwijdte stempels omhoog stempels omlaag
Max. hefcapaciteit 4.000 kg
Rijsnelheid, maximum, 26 km/u
Zwenking van chassis (indien aanwezig) +/- 6°
Draaistraal, buitenzijde, tweewielbesturing
Draaistraal, buitenzijde, vierwielbesturing
Inhoud brandstoftank 170 l.
Maximale helling 44 %
Geluidsniveau claxon, opgave door de fabrikant
Geluidsniveau achteruitrijsignaal, opgave door de fabrikant
Gemiddeld gewogen trillingsniveau overgebracht op het lichaam
Gemeten geluidsdrukniveau op de stuurplek (in overeenstemming met EN12053)
Gegarandeerd geluidvermogenniveau LwA
in overeenstemming met de richtlijn
(
2000/14/EG)
6,06 m
2000 kg 3000 kg
250 kg
1000 kg
6,6 m
3,55 m
110 dB
95 dB
0,32 m/s
74 dB
103 dB
GTH-4018
Hoogte, opbergstand 2,44 m
Lengte, opgeborgen, bij de vorkhouderplaat
Breedte, standaardbanden 2,42 m
Wielbasis 2,95 m
Grondspeling, midden 0,35 m
Gewicht 11.980 kg
Werkhoogte vorken, maximum 17,61 m
Horizontale reikwijdte, maximum 13,36 m
Reikwijdte op maximale hoogte 0,89 m
Hefcapaciteit, maximale hoogte stempels omhoog stempels omlaag
Hefcapaciteit, maximale reikwijdte stempels omhoog stempels omlaag
Max. hefcapaciteit 4.000 kg
Rijsnelheid, maximum, 27 km/u
Zwenking van chassis (indien aanwezig) +/- 6°
Draaistraal, buitenzijde, tweewielbesturing
Draaistraal, buitenzijde, vierwielbesturing
Inhoud brandstoftank 170 l.
Maximale helling 43 %
Geluidsniveau claxon, opgave door de fabrikant
Geluidsniveau achteruitrijsignaal, opgave door de fabrikant
2
Gemiddeld gewogen trillingsniveau overgebracht op het lichaam
Gemeten geluidsdrukniveau op de stuurplek (in overeenstemming met EN12053)
Gegarandeerd geluidvermogenniveau LwA
in overeenstemming met de richtlijn
(
2000/14/EG)
6,57 m
1.300 kg
2.000 kg
0 kg
650 kg
6,6 m
3,55 m
110 dB
95 dB
0,32 m/s
74 dB
103 dB
2
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 83
Januari 2014
GTH-4014
09.4618.1639
Lasttabellen
GTH-4014, standaard vorkenbord
Eerste uitgave - Eerste druk
GTH-4014
09.4618.1641
84 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
GTH-4014, Haak
GTH-4014
09.4618.1743
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Lasttabellen
GTH-4014
09.4618.1744
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 85
Januari 2014
GTH-4014
09.4618.1745
Lasttabellen
GTH-4014, 900kg Jib
Eerste uitgave - Eerste druk
GTH-4014
09.4618.1746
86 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
GTH-4014, 2000kg Jib
GTH-4014
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Lasttabellen
09.4618.1747
GTH-4014
09.4618.1748
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 87
Januari 2014
Lasttabellen
GTH-4014, Lier
Eerste uitgave - Eerste druk
GTH-4014
09.4618.1749
GTH-4014
09.4618.1750
88 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
GTH-4014, Bak
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Lasttabellen
GTH-4014
09.4618.1751
GTH-4014
09.4618.1752
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 89
Januari 2014
Lasttabellen
GTH-4014, Personenplatform
Eerste uitgave - Eerste druk
90 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
GTH-4014, MANITOU TFF45 Vork 653344
GTH-4014 GM-1
09.4618.1755
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Lasttabellen
GTH-4014 GM-1
09.4618.1756
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 91
Januari 2014
Lasttabellen
GTH-4014, MANITOU PC40 Jib met haak 708553
GTH-4014 GM-1
Eerste uitgave - Eerste druk
09.4618.1763
GTH-4014 GM-1
09.4618.1764
92 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
GTH-4014, MANITOU CBR 1000L Bak 654716
GTH-4014 GM-1
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Lasttabellen
09.4618.1757
GTH-4014 GM-1
09.4618.1758
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 93
Januari 2014
Lasttabellen
GTH-4014, MANITOU P4000 Jib 653226
4000 KG
GTH-4014 GM-1
Eerste uitgave - Eerste druk
09.4618.1759
4000 KG
GTH-4014 GM-1
09.4618.1760
94 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
GTH-4014, MANITOU P1200 Jib
1200 KG
GTH-4014 GM-1
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Lasttabellen
09.4618.1761
1200 KG
GTH-4014 GM-1
09.4618.1762
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 95
Januari 2014
GTH-4018
09.4618.1714
Lasttabellen
GTH-4018, standaardvorkenbord
Eerste uitgave - Eerste druk
GTH-4018
09.4618.1715
96 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
GTH-4018, Haak
GTH-4018
09.4618.1716
Januari 2014Eerste uitgave - Eerste druk
Lasttabellen
GTH-4018
09.4618.1717
Ond. nr. 57.0009.0625 GTH-4014, GTH-4018 97
Januari 2014
GTH-4018
09.4618.1718
Lasttabellen
GTH-4018, 900kg Jib
Eerste uitgave - Eerste druk
GTH-4018
09.4618.1719
98 GTH-4014, GTH-4018 Ond. nr. 57.0009.0625
Loading...