Genie GS-2669DC / GS-3369DC / GS-4069DC Operator's Manual [nl]

Page 1
-
2
Bedieningshandleiding
GS
669DC GS-3369DC GS-4069DC
CE
met onderhoudsinformatie
Vertaling van originele instructies First Edition Fifth Printing Part No. 237929DU
Page 2
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Front Matter
Belangrijk
Inhoud
Stel u op de hoogte van en houd u aan deze veiligheidsvoorschriften en bedieningsinstructies voordat u de machine bedient. De machine mag alleen door getraind en bevoegd personeel worden bediend. Deze handleiding dient als vast onderdeel van uw machine te worden beschouwd en moet altijd bij de machine blijven. Neem contact met ons op als u vragen hebt.
Neem contact met ons op via:
Internet: www.genielift.com
E-mail: awp.techpub@terex.com
Inleiding ..................................................................... 1
Pictogrammen van symbolen en gevaren ................. 3
Algemene veiligheid .................................................. 5
Persoonlijke veiligheid .............................................. 7
Veiligheid werkgebied ............................................... 8
Legenda .................................................................. 16
Bedieningselementen ............................................. 17
Inspecties ................................................................ 21
Bedieningsinstructies .............................................. 36
Transport- en hefinstructies .................................... 47
Onderhoud .............................................................. 50
Specificaties ............................................................ 52
Copyright © 2011 Terex Corporation
Eerste uitgave: Vijfde druk, oktober 2014
Genie is een gedeponeerd handelsmerk van Terex South Dakota, Inc. in de Verenigde Staten en een groot aantal andere landen. “GS” is een handelsmerk van Terex South Dakota, Inc.
Voldoet aan EG-richtlijn 2006/42/EG Zie EG-conformiteitsverklaring
GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC Onderdeelnr. 237929DU
Page 3
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Inleiding
Inleiding
Eigenaars, gebruikers en bedieners:
Wij danken u dat u onze machine hebt gekozen voor uw gebruik. Onze voornaamste prioriteit is de veiligheid van de gebruiker, waaraan we gezamenlijk moeten werken voor het beste resultaat. We geloven dat u als gebruiker en bediener van de apparatuur een belangrijke bijdrage levert aan de veiligheid als u:
1 Zich houdt aan de voorschriften van de
werkgever, werkplek en overheid.
2 Zich op de hoogte stelt van en houdt aan de
instructies in deze en andere handleidingen die met deze machine zijn meegeleverd.
3 Gebruikmaakt van goede en veilige
werkmethoden en uw gezonde verstand.
4 Zorgt dat alleen getrainde/bevoegde
bedieners, onder goed geïnformeerde en
ingelichte supervisie, met de machine werken.
Gevaar
Als u zich niet houdt aan de instructies en veiligheidsvoorschriften in deze handleiding, heeft dit de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg.
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
Zorg ervoor dat u de veiligheidsvoorschriften kent en begrijpt voordat u verder gaat met de volgende sectie.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
U de instructies en veiligheidsvoorschriften van
de fabrikant en de veiligheids- en bedieningshandleidingen en machinestickers hebt gelezen en begrepen en u zich hieraan houdt.
U de veiligheids- en werkplekvoorschriften van
de werkgever hebt gelezen en begrepen en u zich hieraan houdt.
U alle van toepassing zijnde
overheidsvoorschriften hebt gelezen en begrepen en u zich hieraan houdt.
U getraind en gekwalificeerd bent om deze
machine veilig te bedienen.
Onderdeelnr. 237929DU GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC
1
Page 4
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Inleiding
Classificatie van gevaren
Op de stickers op deze machine worden symbolen, kleurcoderingen en signaalwoorden gebruikt om het volgende aan te geven:
Veiligheidswaarschuwingssymbool
- gebruikt om u te waarschuwen voor mogelijk lichamelijk letsel. Volg alle veiligheidsberichten achter het symbool op om mogelijk letsel of de dood te voorkomen.
Geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet wordt voorkomen, de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg zal hebben.
Geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet wordt voorkomen, de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben.
Geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet wordt voorkomen, licht tot middelzwaar lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben.
Bedoeld gebruik
Deze machine is alleen bedoeld om personeel en hun gereedschap en materiaal naar een werkplek op hoogte te heffen.
Onderhoud van veiligheidstekens
Vervang ontbrekende of beschadigde veiligheidstekens. Vergeet nooit de veiligheid van de bediener. Gebruik milde zeep en water om veiligheidstekens te reinigen. Gebruik geen reinigingsmiddelen op basis van een oplosmiddel, aangezien dit het materiaal van een veiligheidsteken kan beschadigen.
Geeft informatie over mogelijke schade aan eigendommen.
2 GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC Onderdeelnr. 237929DU
Page 5
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Pictogrammen van symbolen en gevaren
Pictogrammen van symbolen en gevaren
Lees de bedieningshand­leiding
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk
Lees de servicehandleiding
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen
Gevaarlijke situatie: kans op explosies
Gevaarlijke situatie: ledematen kunnen worden verbrijzeld
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen
Gevaarlijke situatie: kans op brand
Gevaarlijke situatie: ledematen kunnen worden verbrijzeld
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen
Gevaarlijke situatie: kans op brandwonden
Gevaarlijke situatie: kans op botsing
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk
Gevaarlijke situatie: stoffen kunnen de huid binnendringen
Schakel de veiligheidsarm in
Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen
Laat het platform neer.
Onderdeelnr. 237929DU GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC
Stel de machine niet op een ondergrond op waar deze niet met alleen de stempels kan worden vlak gesteld
Blijf uit de buurt van stempels en banden
Houd voldoende afstand
Verplaats de machine naar een horizontale ondergrond
Alleen getraind onderhoudspersoneel mag compartimenten openen
Sluit de chassisbak
Controleer met een stuk karton of papier op lekkage
3
Page 6
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Pictogrammen van symbolen en gevaren
Blokkeer de wielen Zet de remmen vrij Vastzetpunt Veiligheidsgordelveranke-
Wielbelasting Transportschema Kracht van opzij Windsnelheid Stempelbelasting
ringspunt
Verboden te roken
Spanningsbereik voor voeding naar platform
Drukbereik voor luchtleiding naar platform
Maximum laadvermogen Gevaarlijke situatie: ledematen
kunnen worden verbrijzeld
Houd de reling vast terwijl het platform wordt neergelaten
4 GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC Onderdeelnr. 237929DU
Page 7
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Algemene veiligheid
Algemene veiligheid
Onderdeelnr. 237929DU GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC
5
Page 8
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Algemene veiligheid
6 GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC Onderdeelnr. 237929DU
Page 9
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Persoonlijke veiligheid
Persoonlijke veiligheid
Persoonlijke bescherming tegen vallen
Persoonlijke bescherming tegen vallen is bij de bediening van deze machine niet verplicht. Als persoonlijke bescherming tegen vallen verplicht is volgens de op de werkplek geldende regels of de voorschriften van de werkgever, geldt het volgende:
Alle persoonlijke bescherming tegen vallen dient te voldoen aan de van toepassing zijnde overheidsvoorschriften en moet worden gecontroleerd en gebruikt in overeenstemming met de instructies van de fabrikant.
Onderdeelnr. 237929DU GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC
7
Page 10
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Veiligheid werkgebied
Veiligheid werkgebied
Gevaarlijke situatie: elektrocutie
mogelijk
Gevaarlijke situatie: machine kan
omkantelen
Deze machine is niet elektrisch geïsoleerd en biedt geen bescherming tegen contact met of nabijheid van elektrische stroom.
Houd u aan alle overheids- en lokale voorschriften aangaande de vereiste afstand tot elektriciteitsdraden. In elk geval moet ten minste de vereiste afstand in de tabel worden aangehouden.
Lijnspanning Vereiste veiligheidsafstand
0 tot 50KV 3,05 m
50 tot 200KV 4,60 m
200 tot 350KV 6,10 m
350 tot 500KV 7,62 m
500 tot 750KV 10,67 m
750 tot 1.000KV 13,72 m
Houd rekening met platformbeweging, slingeren en doorhangen van stroomdraden en pas op voor harde wind of windvlagen.
Inzittenden, apparatuur en materialen mogen het maximum laadvermogen van het platform of het maximum laadvermogen van de platformverlenging niet overschrijden.
Maximum laadvermogen GS-2669DC
Platform ingeschoven 680 kg
Platform uitgeschoven – Alleen platform Platform uitgeschoven – Alleen platformverlenging
Maximum bezetting 4
544 kg 136 kg
680 kg 136 kg 544 kg
Maximum laadvermogen GS-3369DC
Platform ingeschoven 454 kg
Platform uitgeschoven – Alleen platform Platform uitgeschoven – Alleen platformverlenging
Maximum bezetting 4
318 kg 136 kg
Blijf uit de buurt van de machine als deze contact maakt met elektriciteits-draden onder spanning. Personeel op de grond of op het platform
454 kg 136 kg 318 kg
mag de machine niet aanraken of bedienen totdat de elektriciteitsdraden onder spanning zijn uitgeschakeld.
Werk niet met de machine tijdens bliksem of storm.
Gebruik de machine niet als massa voor laswerk.
8 GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC Onderdeelnr. 237929DU
Page 11
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Veiligheid werkgebied
Maximum laadvermogen – GS-4069DC
Platform ingeschoven 363 kg
Platform uitgeschoven – Alleen platform Platform uitgeschoven – Alleen platformverlenging
Maximum bezetting 3
227 kg 136 kg
363 kg 136 kg 227 kg
Breng het platform pas omhoog als de machine zich op een stevige, horizontale ondergrond bevindt.
Als het scheefstandalarm klinkt: Laat het platform neer. Verplaats de machine naar een stevige, horizontale ondergrond. Als het scheefstandalarm klinkt bij geheven platform, dient u uiterst voorzichtig te werk te gaan bij het neerlaten van het platform.
Pas eindschakelaars niet aan en schakel deze ook niet uit.
Rijd niet harder dan 0,48 km/u met het platform geheven.
Bij gebruik buiten: Breng het platform niet omhoog wanneer de wind harder dan 12,5 m/s waait. Wanneer de windsnelheid 12,5 m/s overschrijdt terwijl het platform omhoog is gebracht, breng dan het platform omlaag en werk niet verder met de machine.
Bij gebruik binnen: Houd bij het omhoogbrengen van het platform de toegestane waarden voor kracht van opzij en bezetting op de volgende pagina aan.
Vertrouw niet op het scheefstandalarm ter indicatie van een vlakke stand. Het scheefstandalarm klinkt uitsluitend op het chassis wanneer de machine zich op een helling bevindt.
Werk niet met de machine bij harde wind of bij windstoten. Vergroot het oppervlak van het platform of de lading niet. Als u het oppervlak vergroot dat aan de wind is blootgesteld, neemt de stabiliteit van de machine af.
Wees uiterst voorzichtig en houd een lage snelheid aan wanneer met de machine in de transportstand wordt gereden over oneffen terrein, puin, een onstabiele of gladde ondergrond en vlakbij gaten of afgereden kanten.
Onderdeelnr. 237929DU GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC
9
Page 12
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Veiligheid werkgebied
Gebruik de platformbediening niet om een platform vrij te maken dat is vastgeklemd of is blijven haken of dat op andere wijze niet normaal kan bewegen vanwege een aangrenzende constructie. Er mogen zich geen personen op het platform bevinden als geprobeerd wordt het platform met behulp van de grondbediening vrij te maken.
Rijd niet met de machine op of nabij oneffen terrein en oppervlakken die niet stabiel zijn of in andere gevaarlijke omstandigheden met het platform geheven.
Gebruik de machine niet als kraan.
Gebruik het platform niet om de machine of andere objecten te duwen.
Vermijd contact tussen het platform en aangrenzende constructies.
Maak het platform niet vast aan aangrenzende constructies.
Plaats ladingen niet buiten de randen van het platform.
Duw niet tegen en trek niet aan objecten die zich buiten het platform bevinden.
Maximaal toegestane handkracht
GS-2669DC
Alleen voor gebruik binnen – 4 personen Voor gebruik buiten – 4 personen
GS-3369DC
Alleen voor gebruik binnen – 4 personen Voor gebruik buiten – 2 personen
GS-4069DC
Alleen voor gebruik binnen – 3 personen Voor gebruik buiten – 2 personen
400 N 400 N
400 N 400 N
400 N 400 N
Breng geen veranderingen aan in machineonderdelen en schakel machineonderdelen die op enige wijze invloed hebben op de veiligheid en de stabiliteit niet uit.
Vervang onderdelen die van invloed zijn op de stabiliteit van de machine niet door onderdelen met een ander gewicht of andere specificaties.
Breng geen aanpassingen of wijzigingen in hoogwerkerplatformen aan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de fabrikant. Montage van houders voor gereedschappen of andere materialen op het platform, de voetplaten of het veiligheidsrelingsysteem kan het gewicht op het platform en het oppervlak van het platform of de lading vergroten.
10 GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC Onderdeelnr. 237929DU
Page 13
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Veiligheid werkgebied
Plaats of bevestig geen vaste of overhangende lading op/aan enig deel van deze machine.
Gevaarlijke situatie: ledematen
kunnen worden verbrijzeld
Houd uw handen en ledematen uit de buurt van de schaar.
Houd uw handen uit de buurt bij het inklappen van de reling.
Plaats geen ladders of steigers op het platform of tegen welk deel van deze machine dan ook.
Vervoer alleen gereedschappen en materialen als deze gelijkmatig zijn verdeeld en veilig door de persoon/personen op het platform kunnen worden gehanteerd.
Gebruik de machine niet op een bewegende of mobiele ondergrond of een bewegend voertuig.
Zorg ervoor dat alle banden in goede staat verkeren, de kroonmoeren stevig zijn vastgedraaid en de splitpennen op de juiste wijze zijn geplaatst.
Gebruik geen accu’s die minder wegen dan de oorspronkelijke uitrusting. Accu’s worden gebruikt als contragewicht en zijn van cruciaal belang voor de stabiliteit van de machine. Op de GS-4069 machine moet elke accu 39,9 kg wegen. Op elke GS-2669 en GS-3369 machine met de optie voor een accu met hoog vermogen moet elke accu 39,9 kg wegen.
Op GS-2669 en GS-3369 machines met de optie voor een standaardaccu moet elke accu 28,1 kg wegen.
Voer geen werkzaamheden uit onder het platform of binnen het schaarmechanisme zonder dat de veiligheidsarm op zijn plaats zit.
Gebruik gezond verstand en denk vooruit wanneer u de machine vanaf de grond bedient met behulp van de controller. Zorg voor een veilige afstand tussen de bediener, de machine en vaste objecten.
Gevaren van bediening op
hellingen
Rijd niet met de machine op een helling die steiler is dan de voor de machine toelaatbare hellingshoek (omhoog en omlaag) of dwarshellingshoek. De toelaatbare hellingshoek is uitsluitend van toepassing op machines die in de transportstand staan.
Maximaal toelaatbare hellingshoek, transportstand
Uitschuifplatform, heuvelopwaarts
Uitschuifplatform, heuvelafwaarts
Dwarshelling 35% (19°)
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is afhankelijk van de bodemconditie en van voldoende tractie.
35% (19°)
15% (9°)
Onderdeelnr. 237929DU GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC
11
Page 14
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Veiligheid werkgebied
Gevaarlijke situatie: kans op
vallen
Het veiligheidsrelingsysteem beschermt tegen vallen. Als de inzittende(n) van het platform volgens de op de werkplek geldende regels of de voorschriften van de werkgever verplicht zijn persoonlijke bescherming tegen vallen te dragen, dient de bescherming te voldoen aan de van toepassing zijnde overheidsvoorschriften en te worden gebruikt volgens de instructies van de fabrikant. Bevestig de veiligheidsgordel aan het verankeringspunt op het platform.
Zit, sta of klim niet op de platformveiligheidsreling. Ga altijd stevig op de platformvloer staan.
Klim niet van het platform naar beneden als dit geheven is.
Gevaarlijke situatie: kans op
botsing
Houd rekening met beperkt zicht en dode hoeken terwijl u rijdt of de machine bedient.
Houd rekening met de stand van het uitgeschoven platform wanneer u de machine verplaatst.
De machine moet zich op een horizontale ondergrond bevinden of zijn vastgezet voordat de remmen worden vrijgezet.
Bedieners dienen wat betreft het gebruik van persoonlijke bescherming te voldoen aan de voorschriften van de werkgever, werkplek en overheid.
Controleer het werkgebied op hoog aangebrachte obstakels en andere mogelijke gevaren.
Houd de vloer van het platform vrij van puin.
Betreed of verlaat het platform pas wanneer de machine zich in de transportstand bevindt.
Bevestig de platformtoegangsketting of sluit het toegangshek voordat u de machine in bedrijf neemt.
Bedien de machine pas als de veiligheidsreling op de juiste wijze is geplaatst en het toegangshek is vastgezet.
Wees u bewust van het risico van verbrijzeling wanneer u de platformveiligheidsreling vasthoudt.
12 GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC Onderdeelnr. 237929DU
Page 15
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Veiligheid werkgebied
Houd u aan de kleurgecodeerde richtingpijlen op de platformbediening en de platformstickerplaat voor de rij- en stuurfuncties.
Laat het platform pas neer als het gebied eronder vrij is van mensen en obstakels.
Stem de rijsnelheid af op de ondergrond, beschikbare ruimte, helling, plaats van medewerkers en eventuele andere factoren die tot een botsing kunnen leiden.
Gevaarlijke situatie: lichamelijk
letsel mogelijk
Werk niet met de machine als er hydraulische olie weglekt of als er perslucht ontsnapt. Perslucht of hydraulische olie kan de huid binnendringen en/of brandwonden veroorzaken.
Onjuist contact met onderdelen die zich onder een afdekking bevinden, heeft ernstig lichamelijk letsel tot gevolg. Alleen getraind onderhoudspersoneel mag compartimenten openen. De bediener wordt geadviseerd compartimenten alleen tijdens de inspectie voor het gebruik te openen. Alle compartimenten moeten tijdens bedrijf zijn gesloten en vastgezet.
Explosie- en brandgevaar
Bedien de machine niet en laad de accu niet op op gevaarlijke plaatsen of op plaatsen waar mogelijk brandbare of explosieve gassen of deeltjes aanwezig zijn.
Bedien de machine niet als deze zich in de route van een kraan of bovenloopmachine bevindt, tenzij de bediening van de kraan is geblokkeerd en/of er voorzorgsmaatregelen zijn genomen om een mogelijke botsing te voorkomen.
Ga niet stuntrijden en speel geen spelletjes terwijl u een machine bedient.
Onderdeelnr. 237929DU GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC
13
Page 16
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Veiligheid werkgebied
Gevaarlijke situatie: machine
beschadigd
Gebruik geen beschadigde of niet goed functionerende machine.
Voer een grondige inspectie voor het gebruik van de machine uit en test alle functies voor elke dienst. Voorzie een beschadigde of niet goed functionerende machine van een label en neem deze onmiddellijk uit bedrijf.
Zorg ervoor dat alle onderhoud is uitgevoerd volgens de specificaties in deze handleiding en in de desbetreffende Genie servicehandleiding.
Zorg ervoor dat alle stickers op hun plaats zitten en leesbaar zijn.
Zorg ervoor dat de bedienings-, verantwoordelijkheids- en veiligheidshandleidingen compleet en leesbaar zijn en zich in de opbergruimte van de machine bevinden.
Gevaarlijke situatie: onderdelen
kunnen beschadigd raken
Gebruik geen acculader van meer dan 48V om de accu’s te laden.
Veiligheid accu
Gevaarlijke situatie: kans op brandwonden
Accu’s bevatten zuur. Trek altijd beschermende kleding aan en draag een veiligheidsbril wanneer u met accu’s werkt.
Vermijd morsen en zorg ervoor
Stel de accu’s en de acculader tijdens het laden niet bloot aan water of regen.
Gevaarlijke situatie: kans op explosies
dat u niet in aanraking komt met accuzuur. Neutraliseer gemorst accuzuur met zuiveringszout en water.
Houd vonken, vlammen en brandende tabak uit de buurt van accu’s. Accu’s geven een explosief gas af.
De accubak moet tijdens de gehele laadcyclus open blijven.
Gebruik de machine niet als massa voor laswerk.
Raak de accupolen en de kabelklemmen niet aan met gereedschappen die vonken kunnen veroorzaken.
14 GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC Onderdeelnr. 237929DU
Page 17
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Veiligheid werkgebied
Gevaarlijke situatie: onderdelen kunnen beschadigd raken
Gebruik geen acculader van meer dan 48V om de accu’s te laden.
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk/kans op brandwonden
Sluit de acculader alleen aan op een elektrische 3-aderige geaarde AC-contactdoos.
Controleer de snoeren, kabels en draden dagelijks op beschadiging. Vervang beschadigde onderdelen voordat de machine in bedrijf wordt genomen.
Vermijd elektrische schokken door onbedoeld contact met de accupolen. Doe alle ringen, horloges en andere sieraden af.
Blokkering na elk gebruik
1 Kies een veilige parkeerplaats uit: een stevige,
horizontale ondergrond vrij van obstakels en verkeer.
2 Schuif de arm in en laat deze neer in de
transportstand.
3 Roteer de draaitafel totdat de arm zich tussen de
achterwielen bevindt.
4 Draai het contactslot naar de stand ‘uit’ en
verwijder de sleutel om onbevoegd gebruik te voorkomen.
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen
Gebruik geen accu’s die minder wegen dan de oorspronkelijke uitrusting. Accu’s worden gebruikt als contragewicht en zijn van cruciaal belang voor de stabiliteit van de machine. Op de GS-4069 machine moet elke accu 39,9 kg wegen. Op elke GS-2669 en GS-3369 machine met de optie voor een accu met hoog vermogen moet elke accu 39,9 kg wegen. Op GS-2669 en GS-3369 machines met de optie voor een standaardaccu moet elke accu 28,1 kg wegen.
Gevaarlijke situatie: tillen
Gebruik bij het tillen van de accu’s het juiste aantal mensen en de juiste heftechniek.
Onderdeelnr. 237929DU GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC
15
Page 18
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Legenda
Legenda
1
23
2 3 4 3 5 6 3
7
22
192021 11 101213 9
18
1 Platformtoegangshek 2 Platformveiligheidsreling 3 Veiligheidsgordelverankeringspunt 4 Vergrendelingshendel platformverlenging 5 Opbergruimte voor handleiding 6 Platformbediening 7 Platformverlenging 8 Acculader (achter afdekking aan de
grondbedieningszijde)
9 Afdekking aan grondbedieningszijde 10 Hydraulische tank (achter afdekking) 11 Scheefstandalarm (achter afdekking)
14
15 81617
12 Peilaanduiding hydraulische olie (achter afdekking) 13 Grondbediening met LCD-scherm 14 Stempelbehuizing (indien uitgerust met stempels) 15 Stempelvoetkussen (indien uitgerust met stempels) 16 Stuurwiel 17 Omvormer (optioneel) 18 Afdekkingen accucompartiment 19 Achterwiel 20 Toegangsladder 21 Transportvastzetpunt 22 Veiligheidsarm 23 GFCI-contactdoos
16 GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC Onderdeelnr. 237929DU
Page 19
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Bedieningselementen
Bedieningselementen
Grondbedieningspaneel
1 Functietuimelschakelaar voor nooddalen. 2 Tuimelschakelaar voor nooddalen 3 Knop ‘menu bevestigen’ 4 Contactslot voor selectie
platformbediening/uit/grondbediening Draai het contactslot naar de platformstand om met
de platformbediening te werken. Draai het contactslot naar de stand ‘uit’ om de machine uit te schakelen. Draai het contactslot naar de grondstand om met de grondbediening te werken.
5 Rode noodstopknop
Druk de rode noodstopknop in naar de stand ‘uit’ om alle functies stop te zetten. Trek de rode noodstopknop uit naar de stand ‘aan’ om de machine te bedienen.
6 Knop ‘menu omlaag’ 7 Alarm 8 7A zekering voor bedieningselementencircuit 9 15A zekering voor bedieningselementencircuit 10 Knop ‘platform neer’ 11 Hef-inschakelknop
Druk op deze knop en houd deze ingedrukt om de heffunctie te activeren.
12 Knop 'platform op' 13 Knop ‘menu annuleren’ 14 Knop ‘menu omhoog’ 15 Diagnose-LCD
Onderdeelnr. 237929DU GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC
17
Page 20
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Bedieningselementen
15
6
5
-
­+
+
=
=
7
4
3
8
9
2
1
STOP
6
5
-
­+
+
=
=
4
137636
3
2
1
STOP
7
11
12
13
10
6
6
15
4
137636
14
2
STOP
Platformbedieningspaneel
1 Lagesnelheidshef-inschakelknop
Houd deze knop ingedrukt om de lagesnelheidsfunctie voor het platform te activeren.
16
=
-
+
17
4
137636
=
-
+
16
17
14
2
STOP
13
18
2 Rode noodstopknop
Druk de rode noodstopknop in naar de stand 'uit' om alle functies stop te zetten. Trek de rode noodstopknop uit naar de stand 'aan' om de machine te bedienen.
18 GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC Onderdeelnr. 237929DU
Page 21
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Bedieningselementen
3 Hogesnelheidshef-inschakelknop
Druk op deze knop en houd deze ingedrukt om de hogesnelheidsfunctie voor het platform te activeren.
7 Diagnose-LED/accuconditiemeter 8 Knop 'platform op'
Druk op de knop ‘platform op’ en houd deze ingedrukt om het platform omhoog te brengen.
4 Claxonknop
Druk op de claxonknop om de claxon te laten klinken. Laat de claxonknop los om de claxon te stoppen.
5 Proportionele joystick en functieschakelaar voor
rijfunctie
Rijfunctie: Druk de functieschakelaar in en houd deze ingedrukt om de rijfunctie op de platformjoystick in te schakelen. Verplaats de joystick in de richting die wordt aangegeven door de blauwe pijl op het bedieningspaneel en de machine gaat rijden in de richting die wordt aangegeven door de blauwe pijl. Verplaats de joystick in de richting die wordt aangegeven door de gele pijl op het bedieningspaneel en de machine gaat rijden in de richting die wordt aangegeven door de gele pijl.
6 Duimschakelaar voor stuurfunctie
Druk op de linkerzijde van de duimschakelaar om de machine te sturen in de richting waarin de blauwe driehoek op het platformbedieningspaneel wijst.
9 Knop ‘platform neer’
Druk op de knop ‘platform neer’ en houd deze ingedrukt om het platform omlaag te brengen.
10 Inschakelknop stempels
Druk op deze knop en houd deze ingedrukt om de stempelfunctie te activeren.
11 Platform op OF knop ‘stempels inschuiven’
Druk op deze knop en houd deze ingedrukt om het platform omhoog te brengen OF de stempels in te schuiven.
12 Platform neer OF knop ‘stempels uitschuiven’
Druk op deze knop en houd deze ingedrukt om het platform neer te laten OF de stempels uit te schuiven.
Druk op de rechterzijde van de duimschakelaar om de machine te sturen in de richting waarin de gele driehoek op het platformbedieningspaneel wijst.
Onderdeelnr. 237929DU GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC
19
Page 22
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Bedieningselementen
13 Indicatielampjes stempels
Tijdens het uitschuiven van de stempels knipperen de lampjes groen. Wanneer een stempel de grond raakt, licht het lampje ervan continu groen op. Telkens wanneer de uitschuifprocedure van de stempels wordt onderbroken, gaan de lampjes groen knipperen, wat aangeeft dat de stempels de grond nog niet raken of nog niet volledig geactiveerd zijn. Tijdens het inschuiven van de stempels lichten de lampjes continu groen op. Wanneer een stempel volledig is ingeschoven, gaat het lampje ervan uit. Als een lampje continu rood oplicht, geeft dit aan dat de bijbehorende stempel de aanslag heeft bereikt.
14 Heffunctieknop
Druk op deze knop om de heffunctie te activeren.
15 Proportionele joystick en functieschakelaar voor
rij-, stuur-, hef- en stempelfuncties
Heffunctie: Druk de functieschakelaar in en houd deze ingedrukt om de heffunctie op de platformjoystick in te schakelen. Verplaats de joystick in de richting die wordt aangegeven door de blauwe pijl om het platform omhoog te brengen. Verplaats de joystick in de richting die wordt aangegeven door de gele pijl om het platform neer te laten. Het daalalarm dient te klinken terwijl het platform omlaaggaat.
Rijfunctie: Druk de functieschakelaar in en houd deze ingedrukt om de rijfunctie op de platformjoystick in te schakelen. Verplaats de joystick in de richting die wordt aangegeven door de blauwe pijl op het bedieningspaneel en de machine gaat rijden in de richting die wordt aangegeven door de blauwe pijl. Verplaats de joystick in de richting die wordt aangegeven door de gele pijl op het bedieningspaneel en de machine gaat rijden in de richting die wordt aangegeven door de gele pijl.
Stempelfunctie: Druk de functieschakelaar in en houd deze ingedrukt om de stempelfunctie op de platformjoystick in te schakelen. Verplaats de joystick in de richting die wordt aangegeven door de blauwe pijl en de stempels worden ingeschoven. Verplaats de joystick in de richting die wordt aangegeven door de gele pijl en de stempels worden uitgeschoven.
16 LED-diagnosedisplay, accuconditiemeter en
indicator hef-/rijmodus
17 Rijfunctieknop
Druk op deze knop om de rijfunctie te activeren.
18 Stempelfunctieknop
Druk op deze knop om de stempelfunctie te activeren.
20 GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC Onderdeelnr. 237929DU
Page 23
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Inspecties
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik
uit.
Zorg ervoor dat u de inspectie voor het gebruik kent en begrijpt voordat u verder gaat met de volgende sectie.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
Grondbeginselen inspectie voor het gebruik
Het is de verantwoordelijkheid van de bediener om een inspectie voor het gebruik en periodiek onderhoud uit te voeren.
De inspectie voor het gebruik is een visuele inspectie die de bediener voor elke dienst uitvoert. De inspectie is bedoeld om te ontdekken of er iets duidelijk mis is met de machine voordat de bediener de functietests uitvoert.
De inspectie voor het gebruik dient ook om te bepalen of periodieke onderhoudsprocedures vereist zijn. Alleen gedeelten van het periodieke onderhoud die in deze handleiding genoemd worden, mogen door de bediener worden uitgevoerd.
Zie de lijst op de volgende pagina en controleer alle punten.
Indien er schade wordt ontdekt, of een ongeautoriseerde wijziging van de toestand waarin de machine door de fabriek is geleverd, dient de machine te worden voorzien van een label en uit bedrijf te worden genomen.
Reparaties aan de machine mogen alleen uitgevoerd worden door een gekwalificeerde servicemonteur, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant. Als de reparaties zijn voltooid, moet de bediener opnieuw een inspectie voor het gebruik uitvoeren voordat de functietests worden uitgevoerd.
Periodieke onderhoudsinspecties moeten door gekwalificeerde servicemonteurs worden uitgevoerd, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant en de eisen die genoemd worden in de verantwoordelijkheidshandleiding.
Onderdeelnr. 237929DU GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC
21
Page 24
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Inspecties
Inspectie voor het gebruik
Zorg ervoor dat de bedienings-,
verantwoordelijkheids- en veiligheidshandleidingen compleet en leesbaar zijn en zich in de opbergruimte op het platform bevinden.
Zorg ervoor dat alle stickers op hun plaats zitten
en leesbaar zijn. Zie de sectie Inspecties.
Ga na of er een lek van hydraulische olie is en
controleer het oliepeil. Vul indien nodig olie bij. Zie de sectie Onderhoud.
Ga na of er een lek van accuvloeistoffen is en
controleer het vloeistofpeil. Voeg indien nodig gedestilleerd water bij. Zie de sectie Onderhoud.
Controleer de volgende onderdelen of gedeelten op schade, onjuist geplaatste of ontbrekende onderdelen en ongeautoriseerde aanpassingen:
Elektrische onderdelen, bedrading en
elektrische kabels
Hydraulische slangen, koppelingen, cilinders
en ventielenblokken
Rijmotoren Glijblokken Banden en wielen Eindschakelaars, alarmen en claxon Alarmen en flitslampen (indien aanwezig) Moeren, bouten en andere bevestigingen Onderdelen rem vrijzetten Veiligheidsarm Platformverlenging
Schaarpennen en borgbevestigingen Veiligheidsgordelverankeringspunt Joystick platformbediening Stempelbehuizing en -voetkussens (indien
aanwezig)
Accupakken en aansluitingen Massastrip Platformtoegangshek Omvormer (indien aanwezig) Stempelbehuizing en -voetkussens (indien
aanwezig)
Controleer de gehele machine op:
Scheuren in lasnaden of constructiedelen Deuken of beschadigingen aan de machine Overmatige roest, corrosie of oxidatie
Zorg ervoor dat alle constructiedelen en andere
cruciale onderdelen aanwezig zijn en dat alle bijbehorende bevestigingen en pennen op hun plaats zitten en stevig zijn vastgemaakt.
Zorg ervoor dat de zijrelingen zijn geplaatst en de
bouten zijn vastgezet.
Opmerking: Als het platform omhooggebracht moet worden om de machine te inspecteren, moet de veiligheidsarm op zijn plaats zitten. Zie de sectie Bedieningsinstructies.
22 GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC Onderdeelnr. 237929DU
Page 25
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Grondbeginselen functietests
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
Zorg ervoor dat u de functietests kent en begrijpt voordat u verder gaat met de volgende sectie.
4 Controleer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
De functietests zijn bedoeld om eventuele storingen te ontdekken voordat de machine in gebruik wordt genomen. De bediener moet de stapsgewijze instructies volgen om alle machinefuncties te testen.
Een niet goed functionerende machine mag nooit worden gebruikt. Als er storingen worden ontdekt, dient de machine te worden voorzien van een label en uit bedrijf te worden genomen. Reparaties aan de machine mogen alleen uitgevoerd worden door een gekwalificeerde servicemonteur, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant.
Als de reparaties zijn voltooid, moet de bediener opnieuw een inspectie voor het gebruik en de functietests uitvoeren voordat de machine in gebruik wordt genomen.
Onderdeelnr. 237929DU GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC
23
Page 26
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Inspecties
Grondbediening
1 Kies een gebied uit dat stevig, horizontaal en vrij
van obstakels is.
2 Zorg ervoor dat de accu’s zijn aangesloten. 3 Trek de rode noodstopknop van de platform- en
grondbediening uit naar de stand 'aan'.
4 Draai het contactslot naar grondbediening. 5 Houd de diagnose-LED bij de platformbediening
in het oog.
Resultaat: De LED dient er uit te zien als op de
afbeelding hieronder.
6 Houd het diagnose-LCD bij de grondbediening in
het oog.
Resultaat: Op het LCD-display moeten het model
en de urenteller worden weergegeven.
Noodstop testen
7 Druk de rode noodstopknop op de
grondbediening in naar de stand ‘uit’.
Resultaat: Geen enkele functie mag in werking
treden.
8 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
'aan'.
Op/neer-functies testen
De waarschuwingsgeluiden op deze machine en de standaard claxon zijn alle afkomstig van hetzelfde centrale alarm. De claxon geeft een constante toon. Het daalalarm klinkt met 60 pieptonen per minuut. Het alarm klinkt met 180 pieptonen per minuut als de machine niet vlak staat.
9 Druk niet op de hef-inschakelknop. 10 Druk op de knop ‘platform op’ of ‘platform neer’.
Resultaat: De heffunctie mag niet in werking
treden.
11 Druk niet op de knop ‘platform op’ of ‘platform
neer’.
12 Druk op de hef-inschakelknop.
Resultaat: De heffunctie mag niet in werking
treden.
13 Druk op de hef-inschakelknop en houd deze
ingedrukt, en druk op de knop ‘platform op’.
Resultaat: Het platform dient omhoog te worden
gebracht.
14 Druk op de hef-inschakelknop en houd deze
ingedrukt, en druk op de knop ‘platform neer’.
Resultaat: Het platform dient omlaag te worden
gebracht. Het daalalarm dient te klinken terwijl het platform wordt neergelaten.
24 GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC Onderdeelnr. 237929DU
Page 27
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Nooddalen testen
15 Activeer de functie ‘platform op’ door de
hef-inschakelknop en de knop ‘platform op’ in te drukken, zodat het platform ongeveer 60 cm omhoog wordt gebracht.
16 Druk de rode noodstopknop op de
grondbediening in naar de stand ‘uit’.
17 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
'aan'.
18 Verplaats de functietuimelschakelaar voor
nooddalen en houd deze vast.
19 Verplaats de tuimelschakelaar voor nooddalen
en houd deze vast.
Resultaat: Het platform dient omlaag te worden
gebracht. Het daalalarm klinkt niet.
20 Draai het contactslot naar platformbediening.
Platformbediening
Noodstop testen
21 Druk de rode noodstopknop op het platform in
naar de stand 'uit'.
Resultaat: Geen enkele functie mag in werking
treden.
Claxon testen
22 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
'aan'.
23 Druk op de claxonknop.
Resultaat: De claxon dient te klinken.
Bepaal met het knoppenpatroon op de platformbediening welke van deze volgende twee functietests moet worden uitgevoerd.
Gebruik deze functietestprocedure als de sticker op uw platformbediening deze knoppen toont.
Functieschakelaar en op/neer-functies testen
24 Houd de functieschakelaar op de joystick niet
ingedrukt.
25 Verplaats de joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de blauwe pijl en vervolgens in de richting die wordt aangegeven door de gele pijl.
Resultaat: Geen enkele functie mag in werking
treden.
26 Druk niet op de hoge- of
lagesnelheids-hef-inschakelknop.
27 Druk op de knop ‘platform op’ of ‘platform neer’.
Resultaat: De heffunctie mag niet in werking
treden.
28 Druk niet op de knop ‘platform op’ of ‘platform
neer’.
29 Druk op de hoge- of
lagesnelheidshef-inschakelknop.
Resultaat: De heffunctie mag niet in werking
treden.
30 Druk de hogesnelheidshef-inschakelknop in en
houd deze ingedrukt.
31 Druk op de knop ‘platform op’.
Resultaat: Het platform dient omhoog te worden
gebracht. De pothole-beschermingen dienen in werking te treden.
Onderdeelnr. 237929DU GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC
25
Page 28
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Inspecties
32 Laat de hogesnelheidshef-inschakelknop of de
knop ‘platform op’ los.
Resultaat: Het platform dient niet verder omhoog
te worden gebracht.
33 Druk de hogesnelheidshef-inschakelknop in en
houd deze ingedrukt.
34 Druk op de knop ‘platform neer’.
Resultaat: Het platform dient omlaag te worden
gebracht. Het daalalarm dient te klinken terwijl het platform omlaag gaat.
35 Laat de hogesnelheidshef-inschakelknop of de
knop ‘platform neer’ los.
Resultaat: Het platform dient niet verder omlaag
te gaan.
36 Druk de lagesnelheidshef-inschakelknop in en
houd deze ingedrukt.
37 Druk op de knop ‘platform op’.
Resultaat: Het platform dient omhoog te worden
gebracht. De pothole-beschermingen dienen in werking te treden.
38 Laat de lagesnelheidshef-inschakelknop of de
knop ‘platform op’ los.
Resultaat: Het platform dient niet verder omhoog
te worden gebracht.
39 Druk de lagesnelheidshef-inschakelknop in en
houd deze ingedrukt.
40 Druk op de knop ‘platform neer’.
Resultaat: Het platform dient met dezelfde
daalsnelheid omlaag te worden gebracht als bij de hoge snelheid. Het daalalarm dient te klinken terwijl het platform omlaaggaat.
41 Laat de lagesnelheidshef-inschakelknop of de
knop ‘platform neer’ los.
Resultaat: Het platform dient niet verder omlaag
te gaan.
Gebruik deze functietestprocedure als de sticker op uw platformbediening deze knoppen toont.
Functieschakelaar en op/neer-functies testen
42 Houd de functieschakelaar op de joystick niet
ingedrukt.
43 Verplaats de joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de blauwe pijl en vervolgens in de richting die wordt aangegeven door de gele pijl.
Resultaat: Geen enkele functie mag in werking
treden.
44 Druk op de heffunctieknop. 45 Wacht zeven seconden tot de inschakelduur van
de heffunctie is verstreken.
46 Verplaats de joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de blauwe pijl en vervolgens in de richting die wordt aangegeven door de gele pijl.
Resultaat: De heffunctie mag niet in werking
treden.
47 Druk op de heffunctieknop. 48 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt. Beweeg de joystick langzaam in de richting die wordt aangegeven door de blauwe pijl.
Resultaat: Het platform dient omhoog te worden
gebracht.
49 Laat de joystick los.
Resultaat: Het platform dient niet verder omhoog
te worden gebracht.
50 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt. Verplaats de joystick langzaam in de richting die wordt aangegeven door de gele pijl.
Resultaat: Het platform dient omlaag te worden
gebracht. Het daalalarm dient te klinken terwijl het platform omlaag gaat.
26 GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC Onderdeelnr. 237929DU
Page 29
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Rijfunctieknop testen
Test het rijden en de remmen
Gebruik deze functietestprocedure als de sticker op uw platformbediening deze knoppen toont.
51 Druk op de rijfunctieknop (indien
aanwezig).
52 Wacht zeven seconden tot de inschakelduur van
de rijfunctie is verstreken.
53 Verplaats de joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de blauwe pijl en vervolgens in de richting die wordt aangegeven door de gele pijl.
Resultaat: Geen enkele functie mag in werking
treden.
Test de stuurinrichting
Opmerking: Ga voor de uitvoering van de stuur- en rijfunctietests op het platform staan en kijk naar de voorzijde van de machine.
54 Druk op de rijfunctieknop (indien
aanwezig).
55 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
56 Druk de duimschakelaar op de joystick in de
richting die wordt aangegeven door de blauwe driehoek op het bedieningspaneel.
Resultaat: De stuurwielen dienen in de richting te
draaien die wordt aangegeven door de blauwe driehoek.
57 Druk de duimschakelaar op de joystick in de
richting die wordt aangegeven door de gele driehoek op het bedieningspaneel.
Resultaat: De stuurwielen dienen in de richting te
draaien die wordt aangegeven door de gele driehoek.
58 Druk op de rijfunctieknop (indien
aanwezig).
59 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
60 Verplaats de joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de blauwe pijl op het bedieningspaneel tot de machine gaat rijden en verplaats de joystick vervolgens weer naar de middelste stand.
Resultaat: De machine dient zich te verplaatsen
in de richting waarin de blauwe pijl op het bedieningspaneel wijst, en vervolgens abrupt te stoppen wanneer de joystick weer in de middelste stand wordt gezet.
61 Verplaats de joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de gele pijl op het bedieningspaneel tot de machine gaat rijden en verplaats de joystick vervolgens weer naar de middelste stand.
Resultaat: de machine dient zich te verplaatsen
in de richting waarin de gele pijl op het bedieningspaneel wijst, en vervolgens abrupt te stoppen wanneer de joystick weer in de middelste stand wordt gezet.
Opmerking: De remmen moeten in staat zijn de machine tegen te houden op elke helling die door de machine kan worden genomen.
Onderdeelnr. 237929DU GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC
27
Page 30
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Inspecties
Werking scheefstandschakelaar testen
Rijsnelheid bij geheven stand testen
Opmerking: Voer deze test vanaf de grond uit met de platformcontroller. Ga niet op het platform staan.
62 Laat het platform volledig neer. 63 Plaats een blok hout van 5 x 10 cm of iets
vergelijkbaars aan één zijde onder beide wielen en rijd de machine hierop.
64 Breng het platform ongeveer 2,1 m vanaf de
grond omhoog.
Resultaat: Het platform dient te stoppen en het
scheefstandalarm dient met 180 pieptonen per minuut te klinken. De LED op de platformbediening moet LL weergeven en de LCD op de grondbediening moet LL: Machine Tilted (Machine staat scheef) weergeven.
65 Druk op de rijfunctieknop (indien
aanwezig).
66 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
67 Verplaats de joystick in de richting die wordt
aangegeven door de blauwe pijl en vervolgens in de richting die wordt aangegeven door de gele pijl.
Resultaat: De rijfunctie mag in geen van beide
richtingen in werking treden.
68 Laat het platform neer en verwijder beide
houtblokken.
69 Breng het platform ongeveer 1,2 m vanaf de
grond omhoog.
70 Druk op de rijfunctieknop (indien
aanwezig).
71 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.Verplaats de joystick langzaam naar de maximale rijstand.
Resultaat: De maximaal haalbare rijsnelheid met
geheven platform mag niet hoger zijn dan 13 cm per seconde.
Als de rijsnelheid met geheven platform hoger is dan 13 cm per seconde, dient de machine onmiddellijk te worden voorzien van een label en uit bedrijf te worden genomen.
28 GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC Onderdeelnr. 237929DU
Page 31
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Rijsnelheid in transportstand testen
72 Druk op de hef-inschakelknop en houd deze
ingedrukt, en druk op de knop ‘platform neer’.
Resultaat: Het platform dient omlaag te worden
gebracht.
73 Druk de functieschakelaar rijden/sturen op de
joystick in en houd deze ingedrukt. Beweeg de joystick langzaam naar de maximale rijstand in de richting die wordt aangegeven door de blauwe pijl.
Resultaat: De maximaal haalbare rijsnelheid met
het platform in de transportstand mag niet hoger zijn dan 2 m per seconde.
74 Druk de functieschakelaar rijden/sturen op de
joystick in en houd deze ingedrukt. Beweeg de joystick langzaam naar de maximale rijstand in de richting die wordt aangegeven door de gele pijl.
Resultaat: De maximaal haalbare rijsnelheid met
het platform in de transportstand mag niet hoger zijn dan 1,34 m per seconde.
Als de rijsnelheid bij achteruitrijden met het platform in de transportstand hoger is dan 1,34 m per seconde, dient de machine onmiddellijk te worden voorzien van een label en uit bedrijf te worden genomen.
Bepaal met het knoppenpatroon op de platformbediening welke van deze volgende twee functietests moet worden uitgevoerd.
Gebruik deze functietestprocedure als de sticker op uw platformbediening deze knoppen toont.
Stempelsysteem testen (indien aanwezig)
75 Druk de hogesnelheidshef-inschakelknop in en
houd deze ingedrukt.
76 Druk de knop 'platform op' in en houd deze
ingedrukt.
Resultaat: Het platform dient omhoog te worden
gebracht. Breng het platform ongeveer 2,4 m omhoog en stop.
77 Houd de inschakelknop stempels ingedrukt.
Resultaat: De stempels mogen niet worden
uitgeschoven.
78 Houd de knop ‘stempels uitschuiven’ ingedrukt.
Resultaat: De stempels mogen niet worden
uitgeschoven.
79 Houd de inschakelknop stempels ingedrukt. Druk
de knop ‘stempels uitschuiven’ in.
Resultaat: De stempels mogen niet worden
uitgeschoven.
80 Laat het platform volledig neer. 81 Houd de inschakelknop stempels ingedrukt.
Resultaat: De stempels mogen niet worden
uitgeschoven.
Onderdeelnr. 237929DU GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC
29
Page 32
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Inspecties
82 Houd de knop ‘stempels uitschuiven’ ingedrukt.
Resultaat: De stempels mogen niet worden
uitgeschoven.
83 Houd de inschakelknop stempels ingedrukt. Druk
de knop ‘stempels uitschuiven’ in.
Resultaat: De stempels dienen te worden
uitgeschoven en de machine dient te worden vlakgesteld. Er klinkt een alarm als de machine vlak staat. De stempelindicatielampjes zijn groen.
Opmerking: Het stempelindicatielampje wordt rood als een stempel tijdens het vlakstellen van de grond komt. De stempels dienen te worden ingeschoven totdat alle stempels los zijn van de grond voordat de machine opnieuw kan worden vlakgesteld.
84 Druk de functieschakelaar rijden/sturen op de
joystick in en houd deze ingedrukt.
85 Verplaats de joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de blauwe pijl en vervolgens in de richting die wordt aangegeven door de gele pijl.
Resultaat: De machine mag niet bewegen in de
richting van de blauwe en gele pijlen.
86 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
87 Druk de duimschakelaar op de joystick in de
richting die wordt aangegeven door de blauwe en gele driehoeken op het bedieningspaneel.
Resultaat: De stuurwielen mogen niet in de
richting draaien die wordt aangegeven door de blauwe en gele driehoeken.
90 Laat het platform volledig neer. 91 Houd de inschakelknop stempels ingedrukt.
Resultaat: De stempels mogen niet worden
ingeschoven.
92 Houd de knop ‘stempels inschuiven’ ingedrukt.
Resultaat: De stempels mogen niet worden
ingeschoven.
93 Houd de inschakelknop stempels ingedrukt. Druk
de knop ‘stempels inschuiven’ in.
Resultaat: De stempels dienen te worden
ingeschoven en terug te keren in de transportstand. De stempelindicatielampjes zijn uit.
Gebruik deze functietestprocedure als de sticker op uw platformbediening deze knoppen toont.
88 Druk de hogesnelheidshef-inschakelknop in en
houd deze ingedrukt.
89 Druk de knop 'platform op' in en houd deze
ingedrukt.
Resultaat: Het platform dient omhoog te worden
gebracht. Breng het platform ongeveer 2,4 m omhoog en stop.
30 GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC Onderdeelnr. 237929DU
Page 33
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Stempelsysteem testen (indien aanwezig)
94 Druk op de stempelfunctieknop. Op
het LCD-scherm licht een cirkel op onder het stempelfunctiesymbool.
Als de joystick niet binnen zeven seconden na het indrukken van de stempelfunctieknop wordt bewogen, gaat de cirkel onder het stempelfunctiesymbool uit en treedt de stempelfunctie niet in werking. Druk nogmaals op de stempelfunctieknop.
95 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
96 Beweeg de joystick in de richting die wordt
aangegeven door de gele pijl.
Resultaat: De stempels moeten worden
uitgeschoven. De afzonderlijke stempelindicatielampjes knipperen groen zodra de bijbehorende stempel wordt uitgeschoven.
97 Blijf de joystick vasthouden in de richting
aangegeven door de gele pijl tot alle stempelindicatielampjes groen blijven en u een lange pieptoon hoort vanaf het alarm bij de platformbediening. De machine staat nu vlak. De stuur- en rijfuncties worden op dit moment uitgeschakeld.
Opmerking: Als de joystick tijdens het uitschuiven te snel wordt losgelaten, blijven de stempel-indicatielampjes groen knipperen, wat aangeeft dat de stempels geen contact met de grond maken.
Opmerking: Als de joystick te snel wordt losgelaten nadat de stempels contact met de grond hebben gemaakt, is er geen lange pieptoon te horen bij de platformbediening en blijven de stempel-indicatielampjes continu groen oplichten. Als er geen lange pieptoon te horen is en de stempelindicatielampjes continu groen oplichten, zijn de stempels mogelijk niet volledig geactiveerd of staat de machine niet horizontaal.
98 Druk de rijfunctieknop in. 99 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
100 Verplaats de joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de blauwe pijl en vervolgens in de richting die wordt aangegeven door de gele pijl.
Resultaat: De machine mag niet bewegen in de
richting van de blauwe en gele pijlen.
101 Druk de rijfunctieknop in. 102 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
103 Druk de duimschakelaar op de joystick in de
richting die wordt aangegeven door de blauwe en gele driehoeken op het bedieningspaneel.
Resultaat: De stuurwielen mogen niet in de
richting draaien die wordt aangegeven door de blauwe en gele driehoeken.
104 Breng het platform omhoog.
Resultaat: Het platform dient omhoog te worden
gebracht. Breng het platform ongeveer 2,4 m omhoog en stop.
Onderdeelnr. 237929DU GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC
31
Page 34
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Inspecties
105 Laat het platform volledig neer. 106 Druk op de stempelfunctieknop. 107 Wacht zeven seconden tot de inschakelduur van
de stempelfunctie is verstreken.
108 Verplaats de joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de blauwe pijl en vervolgens in de richting die wordt aangegeven door de gele pijl.
Resultaat: De stempels mogen niet worden
ingeschoven.
109 Druk op de stempelfunctieknop. 110 Beweeg de joystick in de richting die wordt
aangegeven door de blauwe pijl.
Resultaat: De stempels moeten worden
ingeschoven. De afzonderlijke stempelindicatielampjes lichten continu groen op zodra de bijbehorende stempel wordt ingeschoven.
111 Blijf de joystick vasthouden tot de stempels
volledig zijn ingeschoven. Laat de joystick pas los wanneer alle stempelindicatielampjes uit gaan. Alle functies worden nu hersteld.
Opmerking: Als de joystick tijdens het inschuiven te snel wordt losgelaten, gaan de stempel-indicatielampjes groen knipperen, wat aangeeft dat de stempels nog niet volledig zijn ingeschoven.
Pendelsysteem testen
Opmerking: Voer deze test vanaf de grond uit met de platformcontroller. Ga niet op het platform staan.
Pendelsysteem testen (transportstand)
112 Rijd het linkerstuurwiel op een oprijbok met een
hoogte van 10 cm.
Resultaat: Alle vier wielen moeten stevig contact
houden met de grond.
113 Rijd het rechterstuurwiel op een oprijbok met een
hoogte van 10 cm.
Resultaat: Alle vier wielen moeten stevig contact
houden met de grond.
Opmerking: Controleer of er geen storingscodes op het display bij de grondbediening worden getoond.
Pendelsysteem testen (geheven stand)
114 Houd de hef-inschakelknop ingedrukt en breng
het platform ongeveer 213 cm tot 274 cm omhoog.
115 Rijd het linkerstuurwiel in een gat met een diepte
van 10 cm.
Resultaat: Alle vier wielen moeten stevig contact
houden met de grond.
116 Rijd het rechterstuurwiel in een gat met een
diepte van 10 cm.
Resultaat: Alle vier wielen moeten stevig contact
houden met de grond.
Opmerking: Controleer of er geen storingscodes op het display bij de grondbediening worden getoond.
32 GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC Onderdeelnr. 237929DU
Page 35
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Inspectie van de werkplek
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
Zorg ervoor dat u de inspectie van de werkplek kent en begrijpt voordat u verder gaat met de volgende sectie.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
Grondbeginselen inspectie van de werkplek
Let op en vermijd de volgende gevaarlijke situaties:
afgereden kanten of gaten hobbels, obstakels op de vloer of puin hellende ondergrond een onstabiele of gladde ondergrond hoog aangebrachte obstakels en
hoogspanningsgeleiders
gevaarlijke plaatsen ondergrond die ontoereikend is om alle
belastingskrachten te weerstaan die door de machine worden opgewekt
wind- en weersomstandigheden de aanwezigheid van onbevoegd personeel andere eventueel onveilige omstandigheden
De inspectie van de werkplek helpt de bediener te bepalen of de werkplek geschikt is om de machine veilig te bedienen. Deze inspectie dient door de bediener te worden uitgevoerd voordat de machine naar de werkplek wordt verplaatst.
Het is de verantwoordelijkheid van de bediener om de instructies over mogelijke gevaren op de werkplek door te lezen en te onthouden, er vervolgens op te letten en deze te vermijden bij het verplaatsen, opstellen en bedienen van de machine.
Onderdeelnr. 237929DU GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC
33
Page 36
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Inspecties
Inspectie van stickers met symbolen
Ga na of er op de stickers op uw machine tekst of symbolen worden gebruikt. Controleer aan de hand van de betreffende inspectie of alle stickers zich op hun plaats bevinden en leesbaar zijn.
Hieronder volgt een numerieke lijst met aantallen en beschrijvingen.
Onderdeelnr. Beschrijving sticker Aantal
28174 Label – Voeding naar platform, 230V 3
28235 Label – Voeding naar platform, 115V 3
40434 Label
Veiligheidsgordelverankeringspunt
43618 Label – Richtingpijlen 1
43658 Label – Voeding naar acculader, 230V 1
44980 Label – Voeding naar acculader, 115V 1
44981 Label – Luchtleiding naar platform 2
52475 Label – Transportvastzetpunt 4
72086 Label – Hefpunt 4
82473 Label – Toegang tot compartiment 2
82474 Label – Veiligheidsblok gebruiken 2
82475 Label – Gevaarlijke situatie bij stempels:
ledematen kunnen worden verbrijzeld
82476 Label – Gevaarlijke situatie: elektrocutie
mogelijk
82481 Label – Veiligheid accu/lader 1
82487 Label – Handleiding lezen 2
82560 Label – Gevaarlijke situatie: stoffen
kunnen de huid binnendringen
82562 Label – Gevaarlijke situatie: ledematen
kunnen worden verbrijzeld
82666 Label – Pocket voor vorkheftruck 4
97719 Label – Veiligheidsarm 1
114202 Label – Transportdiagram 2
114334 Label – Gevaarlijke situatie: elektrocutie
mogelijk, stop
114337 Label – Gevaarlijke situatie: machine kan
omkantelen, eindschakelaar
114338 Label – Gevaarlijke situatie: machine kan
omkantelen, scheefstandalarm
Onderdeelnr. Beschrijving sticker Aantal
114371 Label – Veiligheid stempels 1
137605 Label – Noodstop, platformbediening 1
137656 Label Rij-/stuurrichting,
133537 Label – Gevaarlijke situatie: ledematen
229828 Waarschuwing Heet oppervlak 2
230489 Label – Maximum laadvermogen,
230490 Label – Maximum laadvermogen,
230491 Label – Maximum laadvermogen,
6
230805 Label – Maximum laadvermogen,
230806 Label – Maximum laadvermogen,
230807 Label – Maximum laadvermogen,
235163 Uiterlijk – Genie GS-4069DC 2
236360 Overlegvel Platformbedieningspaneel
236415 Overlegvel Grondbedieningspaneel 1
237122 Uiterlijk – Genie GS-2669DC 2
4
237123 Uiterlijk – Genie GS-3369DC 2
2
237124 Label – Wielbelasting, GS-2669DC 4
237125 Label – Wielbelasting, GS-3369DC 4
237126 Label – Wielbelasting, GS-4069DC 4
237127 Overlegvel Platformbedieningspaneel
1
237924 Label – Gevaarlijke situatie: machine kan
4
237925 Label – Gevaarlijke situatie: machine kan
237926 Label Stempelbelasting 4
1256708 Overlegvel – Platformbedieningspaneel
2
1256710 Overlegvel – Platformbedieningspaneel
1
1257923 Label – Smartlink 2
1
platformbediening
kunnen worden verbrijzeld
GS-2669
GS-3369
GS-4069
GS-2669
GS-3369
GS-4069
(zonder stempels)
(met stempels)
omkantelen, accu’s, J305
omkantelen, accu’s, T105
(zonder stempels)
(met stempels)
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
34 GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC Onderdeelnr. 237929DU
Page 37
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Arcering geeft aan dat de sticker niet zichtbaar is en zich bijvoorbeeld onder een afdekking bevindt
Onderdeelnr. 237929DU GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC
35
Page 38
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Bedieningsinstructies
Bedieningsinstructies
Grondbeginselen
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is
bedoeld.
In de sectie Bedieningsinstructies staan instructies voor elk aspect van de bediening van de machine. Het is de verantwoordelijkheid van de bediener alle veiligheidsvoorschriften en instructies in de bedieningshandleiding, veiligheidshandleiding en verantwoordelijkheidshandleiding op te volgen.
Het gebruik van de machine voor een ander doel dan het heffen van personen, samen met gereedschappen en materialen, naar een werkplek in de lucht is onveilig en gevaarlijk.
De machine mag alleen door getraind en bevoegd personeel worden bediend. Als meerdere bedieners op verschillende tijdstippen in dezelfde dienst een machine bedienen, mag het hier alleen om gekwalificeerde bedieners gaan van wie verwacht wordt dat zij alle veiligheidsvoorschriften en instructies in de bedienings-, verantwoordelijkheids­en veiligheidshandleidingen opvolgen. Dat betekent dat elke nieuwe bediener vóór ingebruikname van de machine een inspectie voor het gebruik, functietests en een inspectie van de werkplek moet uitvoeren.
36 GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC Onderdeelnr. 237929DU
Page 39
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Noodstop
Druk de rode noodstopknop op de grond- of de platformbediening in naar de stand ‘uit’ om alle functies stop te zetten.
Repareer elke functie die nog werkt als een van de rode noodstopknoppen is ingedrukt.
Nooddalen
1 Draai het contactslot naar grondbediening. 2 Trek de rode noodstopknop van zowel de grond-
als de platformbediening uit naar de stand ‘aan’.
3 Verplaats de functietuimelschakelaar voor
nooddalen en houd deze vast.
4 Verplaats de tuimelschakelaar voor nooddalen
en houd deze vast.
Bediening vanaf de grond
1 Zorg ervoor dat het accupak is aangesloten
voordat u de machine in bedrijf neemt.
2 Draai het contactslot naar grondbediening. 3 Trek de rode noodstopknop van zowel de grond-
als de platformbediening uit naar de stand 'aan'.
Platform plaatsen
1 Druk de hef-inschakelknop op het
bedieningspaneel in en houd deze ingedrukt.
2 Druk op de knop ‘platform op’ of ‘platform neer’.
De rij- en stuurfuncties zijn niet beschikbaar vanaf de grondbediening.
Bediening vanuit het platform
1 Zorg ervoor dat het accupak is aangesloten
voordat u de machine in bedrijf neemt.
2 Draai het contactslot naar platformbediening. 3 Trek de rode noodstopknop van zowel de grond-
als de platformbediening uit naar de stand 'aan'.
Identificatie controller
Deze machines zijn geproduceerd in twee verschillende platformbedieningsuitvoeringen. Bepaal met het knoppenpatroon op de platformbediening welke instructies van toepassing zijn op uw machine.
Gebruik deze instructies als de sticker op uw platformbediening deze knoppen toont.
-
­+
+
=
=
Platform plaatsen
1 Druk de hoge- of
lagesnelheidshef-inschakelkno p in en houd deze ingedrukt.
2 Druk op de knop ‘platform op’
of ‘platform neer’.
Onderdeelnr. 237929DU GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC
37
Page 40
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Bedieningsinstructies
Stempels uitschuiven
Sturen
1 Houd de
inschakelknop stempels ingedrukt.
2 Houd de knop ‘stempels uitschuiven’ ingedrukt.
De stempels worden uitgeschoven. Laat de stempels neer tot alle stempelindicatielampjes groen worden en er een alarm klinkt. De machine staat nu vlak.
Opmerking: Het stempelindicatielampje wordt rood als een stempel tijdens het vlakstellen van de grond komt. De stempels dienen te worden ingeschoven totdat alle stempels los zijn van de grond voordat de machine opnieuw kan worden vlakgesteld.
Opmerking: De rijfunctie is uitgeschakeld als de stempels zijn uitgeschoven.
Stempels inschuiven
1 Houd de inschakelknop
stempels ingedrukt.
2 Houd de knop ‘stempels inschuiven’ ingedrukt.
De stempels worden ingeschoven. De stempelindicatielampjes gaan uit zodra de bijbehorende stempel wordt ingeschoven. Machinefuncties worden hersteld zodra de stempels los van de grond zijn gekomen.
Opmerking: De rijfunctie is uitgeschakeld als de stempels zijn neergelaten.
1 Druk de functieschakelaar rijden/sturen op de
joystick in en houd deze ingedrukt.
2 Draai de stuurwielen met behulp
van de duimschakelaar op de joystick.
Rijden
1 Druk de functieschakelaar rijden/sturen op de
joystick in en houd deze ingedrukt.
2 Snelheid verhogen: Verplaats de joystick
langzaam uit het midden.
Snelheid verlagen: Verplaats de joystick langzaam naar het midden toe.
Stoppen: Zet de joystick terug in de middelste stand of laat de functieschakelaar los.
Gebruik de kleurgecodeerde richtingpijlen op de platformbediening en op het platform om de rijrichting van de machine te bepalen.
De rijsnelheid van de machine wordt beperkt bij geheven platform of achteruitrijden.
De prestaties van de machine zijn afhankelijk van de staat van de accu. De rijsnelheid en de functiesnelheid van de machine nemen af als de accuniveau-indicator knippert.
38 GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC Onderdeelnr. 237929DU
Page 41
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Identificatie controller
Stempels uitschuiven
Gebruik deze instructies als de sticker op uw platformbediening deze knoppen toont.
-
+
=
Platform plaatsen
1 Druk op de heffunctieknop. Op het
LCD-scherm licht een cirkel op onder het heffunctiesymbool.
Als de joystick niet binnen zeven seconden na het indrukken van de heffunctieknop wordt bewogen, gaat de cirkel onder het heffunctiesymbool uit en treedt de heffunctie niet in werking. Druk nogmaals op de heffunctieknop.
2 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
3 Verplaats de joystick aan de hand van de
markeringen op het bedieningspaneel.
Stempels uitschuiven:
1 Druk op de stempelfunctieknop. Op
het LCD-scherm licht een cirkel op
-
+
=
onder het stempelfunctiesymbool.
2 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
3 Beweeg de joystick in de richting die wordt
aangegeven door de gele pijl.
De stempels beginnen uit te schuiven. Het indicatielampje voor afzonderlijke stempels licht continu groen op zodra de bijbehorende stempel contact met de grond maakt. Blijf de joystick verplaatsen tot het hef-inschakelindicatielampje groen oplicht en u een pieptoon hoort. De machine staat nu vlak. Als het heffoutindicatielampje rood oplicht, worden de functies voor op/neer en de rijfuncties uitgeschakeld. Het heffoutindicatielampje licht rood op onder de volgende omstandigheden:
Niet alle stempels maken contact met de grond. Alle vier de stempels maken contact met de grond,
maar de machine staat niet vlak.
Storingscode.
Opmerking: Als de inschakelknop stempels en de knop ‘stempels uitschuiven’ tijdens het uitschuiven te snel worden losgelaten, blijven de stempelindicatielampjes groen knipperen, wat aangeeft dat de stempels nog geen contact met de grond maken.
Opmerking: Als de stempellampjes continu groen oplichten, staat de machine mogelijk niet horizontaal of zijn de stempels niet volledig geactiveerd als er geen lange pieptoon te horen is vanaf het alarm bij de platformbediening.
Onderdeelnr. 237929DU GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC
39
Page 42
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Bedieningsinstructies
Stempels inschuiven
Rijden
Stempels inschuiven:
1 Druk op de
stempelfunctieknop.
2 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
3 Beweeg de joystick in de richting die wordt
aangegeven door de blauwe pijl.
Laat de joystick los zodra de stempels los van de grond zijn gekomen. Na ongeveer 5 seconden gaan de stempelindicatielampjes uit. Alle functies worden nu hersteld.
Opmerking: Als de inschakelknop stempels en de knop ‘stempels inschuiven’ tijdens het inschuiven te snel worden losgelaten, gaan de stempelindicatielampjes groen knipperen, wat aangeeft dat de stempels nog niet volledig zijn ingeschoven.
Sturen
1 Druk de rijfunctieknop in. Op het LCD-scherm
licht een cirkel op onder het rijfunctiesymbool.
Als de joystick niet binnen zeven seconden na het indrukken van de rijfunctieknop wordt bewogen, gaat de cirkel onder het rijfunctiesymbool uit en treedt de rijfunctie niet in werking. Druk nogmaals op de rijfunctieknop.
1 Druk de rijfunctieknop in. Op het LCD-scherm
licht een cirkel op onder het rijfunctiesymbool.
Als de joystick niet binnen zeven seconden na het indrukken van de rijfunctieknop wordt bewogen, gaat de cirkel onder het rijfunctiesymbool uit en treedt de rijfunctie niet in werking. Druk nogmaals op de rijfunctieknop.
2 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
3 Snelheid verhogen: Verplaats de joystick
langzaam uit het midden.
Snelheid verlagen: Verplaats de joystick langzaam naar het midden toe.
Stoppen: Zet de joystick terug in de middelste stand of laat de functieschakelaar los.
Gebruik de kleurgecodeerde richtingpijlen op de platformbediening en op het platform om de rijrichting van de machine te bepalen.
De rijsnelheid van de machine wordt beperkt bij geheven platform.
De prestaties van de machine zijn afhankelijk van de staat van de accu. De rijsnelheid en de functiesnelheid van de machine nemen af als de accuniveau-indicator knippert.
2 Draai de stuurwielen met behulp
van de duimschakelaar op de joystick.
40 GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC Onderdeelnr. 237929DU
Page 43
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Rijden op een helling
Bepaal de toelaatbare hellingshoek (omhoog en omlaag) en dwarshellingshoek voor de machine en bepaal het stijgingspercentage van de helling.
Maximaal toelaatbare hellingshoek, uitschuifdek heuvelopwaarts (klimvermogen): 35% (19°)
Maximaal toelaatbare hellingshoek, uitschuifdek heuvelafwaarts: 15% (9°)
Maximaal toelaatbare dwarshellingshoek: 35% (19°)
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is afhankelijk van de bodemconditie en van voldoende tractie.
Stijgingspercentage bepalen:
Meet de helling met een digitale hellingsmeter OF hanteer de volgende procedure.
U hebt nodig:
waterpas recht stuk hout van minstens 1 m meetlint
Leg het stuk hout op de helling.
Leg de waterpas aan de voet van de helling op de bovenrand van het stuk hout en hef het uiteinde op tot het stuk hout horizontaal komt.
Meet de verticale afstand tussen de onderzijde van het stuk hout en de grond terwijl u het stuk hout horizontaal houdt.
Deel de met het meetlint gemeten afstand (verval) door de lengte van het stuk hout (pad) en vermenigvuldig de uitkomst met 100.
Bijvoorbeeld:
Stuk hout = 3,6 m
Pad = 3,6 m
Verval = 0,3 m
0,3 m ÷ 3,6 m = 0,083 x 100 = stijgingspercentage van 8,3%
Als de helling steiler is dan de toelaatbare hellingshoek (omhoog en omlaag) of dwarshellingshoek, moet de machine met behulp van een lier of een transportvoertuig op de helling worden gebracht of ervan af worden gehaald. Zie de sectie Transport- en hefinstructies.
Onderdeelnr. 237929DU GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC
41
Page 44
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Bedieningsinstructies
Overbelasting platform
Als de diagnose-LED op de platformbediening een knipperende OL weergeeft en het diagnose-LCD op de grondbediening OL: Platform Overloaded (Platform overbelast) weergeeft, is het platform overbelast en treedt geen enkele functie in werking. Er klinkt een alarm.
1 Druk de rode noodstopknop in naar de stand ‘uit’. 2 Verwijder gewicht van het platform. 3 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’.
Bedrijfsindicatiecodes
Als de diagnose-LED op de platformbediening of het diagnose-LCD op de grondbediening een bedrijfsindicatiecode als LL weergeeft, moet de storing worden verholpen of verwijderd alvorens de bediening van de machine weer wordt hervat. Druk de rode noodstopknop in en trek deze vervolgens weer uit om het systeem te resetten.
LED-display
LED-display
LCD-display
Herstel na overbelasting
Als het diagnose-LCD op de grondbediening Overload Recovery (Herstel na overbelasting) weergeeft, is het nooddaalsysteem gebruikt terwijl het platform overbelast was. Raadpleeg voor informatie over het terugzetten van dit bericht de desbetreffende Genie servicehandleiding.
LCD-display
Bedrijfsindicatiecodes
Code Toestand
LL Niet vlak
OL Platform overbelast
CH Bediening in chassismodus
Nd Geen rijfuncties (optie)
Ld Heffuncties uitgeschakeld
F053 DCON RR thermische bescherming
F054 DCON LR thermische bescherming
F055 RR-storing tractiemotor: motortemperatuur
F056 LR-storing tractiemotor: motortemperatuur
Raadpleeg voor meer informatie de desbetreffende Genie servicehandleiding. Codes en een beschrijving van de codes kunnen bovendien worden bekeken op het LCD-display op de grondbediening.
42 GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC Onderdeelnr. 237929DU
Page 45
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Afschakeling thermische limiet opnieuw instellen
Als de diagnose-LED op de platformbediening storingscode F053, F054, F055 of F056 weergeeft, is de machine oververhit. De storing moet worden verholpen of verwijderd alvorens de bediening van de machine weer wordt hervat.
1 Druk de rode noodstopknop in naar de stand 'uit'. 2 Laat de machine ongeveer 5 minuten afkoelen
alvorens de bediening van de machine te hervatten.
3 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
'aan'.
Bediening vanaf de grond met de controller
Accuniveau-indicator
Bepaal met de diagnose-LED het niveau van de accu.
Opmerking: Wanneer een knipperende LO-code op het LED-display op de platformbediening verschijnt, moet de machine buiten bedrijf worden gesteld en worden opgeladen, omdat anders alle machinefuncties worden uitgeschakeld.
Volledige lading
Zorg voor een veilige afstand tussen de bediener, de machine en vaste objecten.
Houd rekening met de rijrichting van de machine bij gebruik van de controller.
Halve lading
Geringe lading
LO knippert
Onderdeelnr. 237929DU GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC
43
Page 46
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Bedieningsinstructies
De veiligheidsarm gebruiken
1 Breng het platform ongeveer 2,4 m vanaf de
grond omhoog.
2 Draai de veiligheidsarm van de machine weg en
laat deze naar beneden hangen.
3 Laat het platform neer tot de veiligheidsarm goed
op de stang rust. Blijf uit de buurt van de veiligheidsarm wanneer u het platform neerlaat.
Platform in- en uitschuiven
1 Breng de vergrendelingshendels van de
platformverlenging omhoog in de horizontale stand.
2 Druk op de vergrendelingshendels van de
platformverlenging om het platform tot de gewenste stand uit te schuiven.
Ga niet op de platformverlenging staan terwijl u deze uitschuift.
3 Laat de vergrendelingshendels van de
platformverlenging neer en zorg ervoor dat het uitschuifdek is vergrendeld.
Na elk gebruik
1 Kies een veilige parkeerplaats uit: een stevige,
horizontale ondergrond vrij van obstakels en verkeer.
2 Laat het platform neer. 3 Draai het contactslot naar de stand ‘uit’ en
verwijder de sleutel om onbevoegd gebruik te voorkomen.
4 Laad de accu’s.
44 GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC Onderdeelnr. 237929DU
Page 47
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Onderhoudsvrije accu’s
1 Sluit de acculader aan op een geaarde
AC-stroomkring.
2 De acculader geeft aan wanneer de accu volledig
geladen is.
Instructies voor accu en acculader
Houd u aan het volgende:
Gebruik geen externe lader of hulpaccu. Laad de accu in een goed geventileerde ruimte
op.
Gebruik voor het laden de juiste
AC-ingangsspanning, aangegeven op de acculader.
Gebruik alleen door Genie goedgekeurde accu’s
en acculaders.
Accu laden
1 Zorg ervoor dat de accu’s zijn aangesloten
voordat u de accu’s laadt.
2 Open het accucompartiment. Het compartiment
dient de gehele laadcyclus open te blijven.
Standaard accu’s
1 Verwijder de accu-ontluchtingsdoppen en
controleer het accuzuurniveau. Voeg zo nodig net genoeg gedestilleerd water toe om de platen te bedekken. Vul de accu’s voordat de laadcyclus begint niet te veel bij.
2 Plaats de accu-ontluchtingsdoppen terug. 3 Sluit de acculader aan op een geaarde
AC-stroomkring.
4 De acculader geeft aan wanneer de accu volledig
geladen is.
5 Controleer het accuzuurniveau als de laadcyclus
is voltooid. Vul met gedestilleerd water bij tot onder aan de vulbuis. Vul niet te veel bij.
Onderdeelnr. 237929DU GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC
45
Page 48
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Bedieningsinstructies
Instructies voor het vullen en laden van droge accu’s
1 Verwijder de accu-ontluchtingsdoppen en
verwijder de kunststof afdichting van de accu-ontluchtingsopeningen permanent.
2 Vul elke cel met accuzuur (elektrolyt) totdat het
niveau hoog genoeg is om de platen te bedekken.
Vul pas vloeistof bij tot het maximum niveau als de laadcyclus is afgerond. Te veel bijvullen kan tot gevolg hebben dat het accuzuur tijdens het laden overstroomt. Neutraliseer gemorst accuzuur met zuiveringszout en water.
3 Plaats de accu-ontluchtingsdoppen. 4 Laad de accu. 5 Controleer het accuzuurniveau als de laadcyclus
is voltooid. Vul met gedestilleerd water bij tot onder aan de vulbuis. Vul niet te veel bij.
46 GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC Onderdeelnr. 237929DU
Page 49
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Transport- en hefinstructies
Transport- en hefinstructies
Houd u aan het volgende:
Deze bevestigingsgegevens worden aanbevolen
door Genie. De bestuurder is verantwoordelijk voor het veilig bevestigen van de machine en voor de keuze van de aanhangwagen. Hierbij moet rekening worden gehouden met alle van toepassing zijnde overheidsvoorschriften, wetten en het bedrijfsbeleid.
Klanten van Genie die een hefvoertuig of ander
product van Genie in een container moeten vervoeren, dienen dit uit te besteden aan een gekwalificeerd transportbedrijf dat gespecialiseerd is in het voorbereiden, laden en bevestigen van bouw- en hefmachines voor internationaal transport.
Alleen bevoegde hoogwerkerbedieners mogen
de machine op en van het transportvoertuig rijden.
Het transportvoertuig dient op een horizontale
ondergrond geparkeerd te worden.
Het transportvoertuig moet worden vastgezet om
wegrollen bij het laden van de machine te voorkomen.
Zorg ervoor dat het draagvermogen van het
voertuig, de dragende ondergrond en de kettingen of banden voldoende zijn om het gewicht van de machine te kunnen dragen. Genie hefapparaten zijn relatief zwaar voor hun afmetingen. Zie het serielabel voor het gewicht van de machine.
Rijd niet met de machine op een helling die
steiler is dan de toelaatbare hellingshoek (omhoog en omlaag) of dwarshellingshoek. Zie Rijden op een helling in de sectie Bedieningsinstructies.
Als de helling van de laadvloer van het
transportvoertuig steiler is dan de toelaatbare hellingshoek, moet de machine worden geladen en afgeladen met behulp van een lier zoals beschreven in Remmen vrijzetten.
Vrijloopconfiguratie voor hijsen met lier
Blokkeer de wielen om te voorkomen dat de machine gaat rollen.
Alle modellen: Zet de remmen vrij door de twee achterste vrijloopkappen van de eindaandrijving om te keren.
Zorg ervoor dat de lierkabel goed vastzit aan de vastzetpunten op het rijchassis en dat het pad vrij is van obstakels.
Voer de beschreven procedures in omgekeerde volgorde uit om de remmen opnieuw te activeren.
Blokkeer de wielen om te voorkomen dat de machine gaat rollen.
De machine moet zich op een horizontale
ondergrond bevinden of zijn vastgezet voordat de remmen worden vrijgezet.
Onderdeelnr. 237929DU GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC
47
Page 50
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Transport- en hefinstructies
Vastzetten voor vervoer
Blokkeer de wielen van de machine altijd ter voorbereiding op het transport.
Schuif het uitschuifdek in en zet dit vast.
Gebruik de vastzetpunten op het chassis voor de bevestiging aan het transportoppervlak.
Gebruik ten minste 2 kettingen of banden.
Gebruik kettingen of banden die een grote belasting aankunnen.
Draai het contactslot naar de stand ‘uit’ en verwijder de sleutel voorafgaand aan het transport.
Controleer de gehele machine op losse of niet-vastgezette onderdelen.
Als de reling is ingeklapt, moet deze voorafgaand aan het transport worden vastgezet met banden.
48 GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC Onderdeelnr. 237929DU
Page 51
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Transport- en hefinstructies
Hefinstructies
Houd u aan het volgende:
Alleen bevoegde kraanmachinisten mogen de
machine takelen en heffen.
Zorg ervoor dat het draagvermogen van de
kraan, de dragende ondergrond en de banden of lijnen voldoende zijn om het gewicht van de machine te kunnen dragen. Zie het serielabel voor het gewicht van de machine.
Laat het platform volledig neer. Zorg ervoor dat het uitschuifdek, de bedieningselementen en de onderdelenbakken goed vastzitten. Verwijder alle losse onderdelen van de machine.
Bepaal het zwaartepunt van de machine aan de hand van de tabel en de afbeelding op deze pagina.
Bevestig de takelage alleen aan de aangegeven hefpunten op de machine.
Stel de takelage bij om schade aan de machine te voorkomen en om de machine horizontaal te houden.
Zwaartepunt X-as Y-as
GS-2669DC 97,3 cm 76 cm
GS-3369DC 106,9 cm 80 cm
GS-4069DC 99,6 cm 78 cm
Onderdeelnr. 237929DU GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC
49
Page 52
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Onderhoud
Onderhoud
Peil hydraulische olie controleren
Houd u aan het volgende:
Alleen de gedeelten van het periodieke
onderhoud die in deze handleiding genoemd worden, mogen door de bediener worden uitgevoerd.
Periodieke onderhoudsinspecties moeten door
gekwalificeerde servicemonteurs worden uitgevoerd in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant en de eisen die genoemd worden in de verantwoordelijkheidshandleiding.
Voer het materiaal af volgens de van toepassing
zijnde overheidsvoorschriften.
Gebruik alleen door Genie goedgekeurde
vervangende onderdelen.
Legenda onderhoudssymbolen
De volgende symbolen worden in deze handleiding gebruikt om de bedoeling van de instructies te verduidelijken. Wanneer een of meer symbolen aan het begin van een onderhoudsprocedure worden weergegeven, heeft dit de volgende betekenis.
Het is voor een goede werking van de machine van essentieel belang dat het juiste peil van de hydraulische olie wordt gehandhaafd. Bij een onjuist peil van de hydraulische olie kunnen hydraulische onderdelen beschadigd raken. Met dagelijkse controles kan de controleur wijzigingen in het oliepeil vaststellen die kunnen wijzen op problemen met het hydraulische systeem.
1 Zorg ervoor dat het platform zich in de
transportstand bevindt.
2 Inspecteer visueel het kijkglas dat zich aan de
zijkant van de hydraulische-olietank bevindt.
Resultaat: Het peil van de hydraulische olie dient
zich binnen de bovenste 5 cm van het kijkglas te bevinden.
3 Vul olie bij als dit nodig is. Vul niet te veel bij.
Specificaties hydraulische olie
Type hydraulische olie Chevron Rando HD-equivalent
Geeft aan dat er gereedschappen nodig zijn om deze procedure uit te voeren.
Geeft aan dat er nieuwe onderdelen nodig zijn om deze procedure uit te voeren.
50 GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC Onderdeelnr. 237929DU
Page 53
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Onderhoud
Accu’s controleren
Het is voor een goede en veilige werking van de machine van groot belang dat de accu zich in goede staat bevindt. Een onjuist vloeistofpeil of beschadigde kabels en aansluitingen kunnen schade aan de onderdelen en gevaarlijke situaties tot gevolg hebben.
Opmerking: Deze procedure hoeft niet te worden uitgevoerd op machines met verzegelde of onderhoudsvrije accu’s.
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk.
Contact met elektrisch geladen circuits kan de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg hebben. Doe alle ringen, horloges en andere sieraden af.
Gevaarlijke situatie: lichamelijk letsel mogelijk.
Accu’s bevatten zuur. Vermijd morsen en zorg ervoor dat u niet in aanraking komt met accuzuur. Neutraliseer gemorst accuzuur met zuiveringszout en water.
Opmerking: Voer deze test uit nadat de accu’s volledig zijn geladen.
Periodiek onderhoud
Onderhoud per kwartaal, per jaar en per twee jaar dient uitgevoerd te worden door een persoon die getraind en gekwalificeerd is om onderhoud aan deze machine uit te voeren in overeenstemming met de procedures die te vinden zijn in de servicehandleiding voor deze machine.
Een machine die langer dan drie maanden buiten gebruik geweest is, moet, alvorens in gebruik te worden genomen, eerst de kwartaalinspectie ondergaan.
1 Trek beschermende kleding aan en draag een
veiligheidsbril.
2 Zorg ervoor dat de accukabelaansluitingen goed
vastzitten en vrij zijn van corrosie.
3 Zorg ervoor dat de accuklemmen op de juiste
plaats goed zijn vastgezet.
Opmerking: Door poolkappen en een corrosiewerend afdichtmiddel aan te brengen, voorkomt u corrosie op de polen en kabels van de accu.
Onderdeelnr. 237929DU GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC
51
Page 54
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
/
Specificaties
Specificaties
GS-2669DC
Maximum werkhoogte 9,8 m
Maximum platformhoogte 8 m
Maximum transporthoogte, reling omhoog 2,59 m
Maximum transporthoogte, reling omlaag 1,92 m
Hoogte, veiligheidsreling 1,47 m
Breedte 1,75 m
Lengte, platform ingeschoven 3,12 m
Lengte, platform ingeschoven, modellen
3,76 m
met stempels
Lengte, platform uitgeschoven 4,51 m
Lengte, platform uitgeschoven, modellen
4,81 m
met stempels
Lengte, buiten platform uitgeschoven 4,32 m
Maximum laadvermogen 680 kg
Maximum windsnelheid Binnen
Buiten
0 m/s
12,5 m
Wielbasis 2,29 m
Draaicirkel (buiten) 4,6 m
Draaicirkel (binnen) 2,11 m
Bodemvrijheid 24 cm
Krachtbron, T105 8 accu’s, 6V 225AH
Krachtbron, J305 8 accu’s, 6V 315AH
Systeemspanning 48V
Gewicht
3,597 kg
(Machinegewicht hangt af van opties. Zie het serielabel voor het gewicht van de machine.)
AC-contactdoos op platform standaard
Afmetingen platform
Platform, lengte x breedte 2,79 x 1,6 m
Lengte platformverlenging 4,32 m
Rijsnelheden
Transportstand, maximum, vooruit 7,2 km/h
12 m/6 sec
Transportstand, maximum, achteruit 4,8 km/h
12 m/9 sec
Platform geheven, maximum 0,5 km/h
12,2 m/90 sec
Maximum druk hydraulisch systeem
241 ba
(functies)
Bandenmaat 26 x 12 x 380
Geluidsuitstoot door de lucht
Niveau geluidsdruk bij grondwerkstation <70 dBA
Niveau geluidsdruk bij platformwerkstation <70 dBA
Totale trillingswaarde waaraan het hand-/armsysteem wordt blootgesteld, overschrijdt niet 2,5 m/s
2
.
Maximale kwadratische gemiddelde waarde van de gewogen versnelling waaraan het gehele lichaam wordt blootgesteld, overschrijdt niet 0,5 m/s
2
.
Maximaal toelaatbare hellingshoek, transportstand
Uitschuifplatform heuvelopwaarts 35% (19°)
Uitschuifplatform heuvelafwaarts 15% (9°)
Dwarshelling 35% (19°)
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is afhankelijk van de bodemconditie en van voldoende tractie.
Informatie belasting ondergrond
Belastbaarheid banden 1.538 kg
s
Maximum stempelbelasting 1.465 kg
Contactdruk banden 5,97 kg/cm
Contactdruk stempels 2,89 kg/cm
Ingenomen vloerdruk 916 kg/m
Opmerking: De informatie over de belasting van de ondergrond is een benadering. De verschillende optionele configuraties zijn niet in de beschouwing opgenomen. De informatie mag alleen worden gebruikt met inachtneming van toereikende veiligheidsfactoren.
Bedrijfstemperatuur
Gebruik Chevron Aviation A Arctic hydraulische vloeistof of een equivalent bij omgevingstemperaturen die consistent lager zijn dan -17°C.
Gebruik Chevron Rando HD MV hydraulische vloeistof of een equivalent bij omgevingstemperaturen die consistent hoger zijn dan -17°C.
Gebruik Shell Tellus S2 V 46 bij bedrijfstemperaturen die consistent hoger dan 96°C zijn.
Het beleid van Genie is gericht op voortdurende verbetering van de producten. Productspecificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving en zonder verplichting worden gewijzigd.
584 kPa
284 kPa
8,98 kPa
2
2
2
52 GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC Onderdeelnr. 237929DU
Page 55
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Specificaties
GS-3369DC
Maximum werkhoogte 11,9 m
Maximum platformhoogte 10 m
Maximum transporthoogte, reling omhoog 2,59 m
Maximum transporthoogte, reling omlaag 1,92 m
Hoogte, veiligheidsreling 1,47 m
Breedte 1,75 m
Lengte, platform ingeschoven 3,12 m
Lengte, platform ingeschoven, modellen
3,76 m
met stempels
Lengte, platform uitgeschoven 4,51 m
Lengte, platform uitgeschoven, modellen
4,81 m
met stempels
Lengte, buiten platform uitgeschoven 4,32 m
Maximum laadvermogen 454 kg
Maximum windsnelheid Binnen
Buiten
0 m/s
12.5 m/s
Wielbasis 2,29 m
Draaicirkel (buiten) 4,6 m
Draaicirkel (binnen) 2,11 m
Bodemvrijheid 24 cm
Krachtbron, T105 8 accu’s, 6V 225AH
Krachtbron, J305 8 accu’s, 6V 315AH
Systeemspanning 48V
Gewicht
3.475 kg
(Machinegewicht hangt af van opties. Zie het serielabel voor het gewicht van de machine.)
AC-contactdoos op platform standaard
Afmetingen platform
Platform, lengte x breedte 2,79 x 1,6 m
Lengte platformverlenging 4,32 m
Rijsnelheden
Transportstand, maximum, vooruit 7,2 km/h
12 m/6 sec
Transportstand, maximum, achteruit 4,8 km/h
12 m/9 sec
Platform geheven, maximum 0.5 km/h
12,2 m/90 sec
Maximum druk hydraulisch systeem
241 ba
(functies)
Bandenmaat 26 x 12 x 380
Geluidsuitstoot door de lucht
Niveau geluidsdruk bij grondwerkstation <70 dBA
Niveau geluidsdruk bij platformwerkstation <70 dBA
Totale trillingswaarde waaraan het hand-/armsysteem wordt blootgesteld, overschrijdt niet 2,5 m/s
2
.
Maximale kwadratische gemiddelde waarde van de gewogen versnelling waaraan het gehele lichaam wordt blootgesteld, overschrijdt niet 0,5 m/s
2
.
Maximaal toelaatbare hellingshoek, transportstand
Uitschuifplatform heuvelopwaarts 35% (19°)
Uitschuifplatform heuvelafwaarts 15% (9°)
Dwarshelling 35% (19°)
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is afhankelijk van de bodemconditie en van voldoende tractie.
Informatie belasting ondergrond
Belastbaarheid banden 1.478 kg
Maximum stempelbelasting 1.581 kg
Contactdruk banden 5,73 kg/cm
562 kPa
Contactdruk stempels 2,89 kg/cm
284 kPa
Ingenomen vloerdruk 684 kg/m
6.71 kPa
Opmerking: De informatie over de belasting van de ondergrond is een benadering. De verschillende optionele configuraties zijn niet in de beschouwing opgenomen. De informatie mag alleen worden gebruikt met inachtneming van toereikende veiligheidsfactoren.
Bedrijfstemperatuur
Gebruik Chevron Aviation A Arctic hydraulische vloeistof of een equivalent bij omgevingstemperaturen die consistent lager zijn dan -17°C.
Gebruik Chevron Rando HD MV hydraulische vloeistof of een equivalent bij omgevingstemperaturen die consistent hoger zijn dan -17°C.
Gebruik Shell Tellus S2 V 46 bij bedrijfstemperaturen die consistent hoger dan 96°C zijn.
Het beleid van Genie is gericht op voortdurende verbetering van de producten. Productspecificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving en zonder verplichting worden gewijzigd.
2
2
2
Onderdeelnr. 237929DU GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC
53
Page 56
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Specificaties
GS-4069DC
Maximum werkhoogte 14 m
Maximum platformhoogte 12,3 m
Maximum transporthoogte, reling omhoog 2,74 m
Maximum transporthoogte, reling omlaag 2,08 m
Hoogte, veiligheidsreling 1,65 m
Breedte 1,75 m
Lengte, platform ingeschoven 3,12 m
Lengte, platform ingeschoven, modellen met
3,76 m
stempels
Lengte, platform uitgeschoven 4,51 m
Lengte, platform uitgeschoven, modellen
4,81 m
met stempels
Lengte, buiten platform uitgeschoven 4,32 m
Maximum laadvermogen 363 kg
Maximum windsnelheid Binnen
Buiten
0 m/s
12,5 m/s
Wielbasis 2,29 m
Draaicirkel (buiten) 4,6 m
Draaicirkel (binnen) 2,11 m
Bodemvrijheid 24 cm
Krachtbron, J305 8 accu’s, 6V 315AH
Systeemspanning 48V
Gewicht
4,958 kg
(Machinegewicht hangt af van opties. Zie het serielabel voor het gewicht van de machine.)
AC-contactdoos op platform standaard
Afmetingen platform
Platform, lengte x breedte 2,79 x 1,6 m
Lengte platformverlenging 4,32 m
Rijsnelheden
Transportstand, maximum, vooruit 7,2 km/h
12 m/6 sec
Transportstand, maximum, achteruit 4,8 km/h
12 m/9 sec
Platform geheven, maximum 0,5 km/h
12,2 m/90 sec
Maximum druk hydraulisch systeem
241 ba
(functies)
Bandenmaat 26 x 12 x 380
Geluidsuitstoot door de lucht
Niveau geluidsdruk bij grondwerkstation <70 dBA
Niveau geluidsdruk bij platformwerkstation <70 dBA
Totale trillingswaarde waaraan het hand-/armsysteem wordt blootgesteld, overschrijdt niet 2,5 m/s
2
.
Maximale kwadratische gemiddelde waarde van de gewogen versnelling waaraan het gehele lichaam wordt blootgesteld, overschrijdt niet 0,5 m/s
2
.
Maximaal toelaatbare hellingshoek, transportstand
Uitschuifplatform heuvelopwaarts 35% (19°)
Uitschuifplatform heuvelafwaarts 15% (9°)
Dwarshelling 35% (19°)
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is afhankelijk van de bodemconditie en van voldoende tractie.
Informatie belasting ondergrond
Belastbaarheid banden 1.749 kg
Maximum stempelbelasting 1.724 kg
Contactdruk banden 6,60 kg/cm
647 kPa
Contactdruk stempels 3,41 kg/cm
334 kPa
Ingenomen vloerdruk 1.111 kg/m
10,90 kPa
Opmerking: De informatie over de belasting van de ondergrond is een benadering. De verschillende optionele configuraties zijn niet in de beschouwing opgenomen. De informatie mag alleen worden gebruikt met inachtneming van toereikende veiligheidsfactoren.
Bedrijfstemperatuur
Gebruik Chevron Aviation A Arctic hydraulische vloeistof of een equivalent bij omgevingstemperaturen die consistent lager zijn dan -17°C.
Gebruik Chevron Rando HD MV hydraulische vloeistof of een equivalent bij omgevingstemperaturen die consistent hoger zijn dan -17°C.
Gebruik Shell Tellus S2 V 46 bij bedrijfstemperaturen die consistent hoger dan 96°C zijn.
Het beleid van Genie is gericht op voortdurende verbetering van de producten. Productspecificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving en zonder verplichting worden gewijzigd.
GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC Onderdeelnr. 237929DU Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
2
2
2
54 GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC Onderdeelnr. 237929DU
Page 57
Loading...