Geen gevolg geven aan deze waarschuwingen en
aanbevelingen kan resulteren in persoonlijk letsel, schade aan
het vaartuig of toestel, of slecht functioneren van het product.
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
Verwijder bij het aansluiten van de voedingskabel niet de
geïntegreerde zekeringhouder. Om het risico van letsel of
schade aan het product door brand of oververhitting te
voorkomen, dient de juiste zekering te worden gebruikt, zoals
vermeld in de productspecificaties. Als de voedingskabel wordt
aangesloten zonder gebruik van de juiste zekering, vervalt de
garantie op het product.
Software-update
U moet mogelijk de software van de kaartplotter bijwerken na de
installatie. Raadpleeg de gebruikershandleiding op garmin.com
/manuals/GPSMAP8400-8600 voor instructies over het
bijwerken van de software.
Connectorweergave
De connectoren en locaties verschillen afhankelijk van het
model. Hieronder ziet u een GPSMAP 8622 model.
POWERAan/uit
NETWORKGarmin Marine Network
HDMI INHDMI® in
HDMI OUTHDMI out
CVBS INComposite video in
NMEA 0183NMEA® 0183 en audio-uitgang
USBMicro-USB om een compatibele Garmin kaartlezer aan
te sluiten of om een computer aan te sluiten en te
bedienen via het aanraakscherm van de kaartplotter
NMEA 2000NMEA 2000® netwerk
ENGINE/J1939 J1939 motornetwerk
VOORZICHTIG
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een
stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren om mogelijk
persoonlijk letsel te voorkomen.
Om mogelijk persoonlijk letsel of schade aan het toestel en het
vaartuig te voorkomen, moet u de stroomvoorziening van het
vaartuig loskoppelen voordat u het toestel gaat installeren.
Om mogelijk persoonlijk letsel of schade aan het toestel of het
vaartuig te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat het toestel
volgens de instructies in de handleiding op de juiste wijze is
geaard voordat u het op het voedingsnet aansluit.
LET OP
Voor de best mogelijke prestaties moet het toestel volgens deze
instructies worden geïnstalleerd.
Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de
andere kant van het oppervlak bevindt om schade aan het
vaartuig te voorkomen.
Lees alle installatie-instructies zorgvuldig door voordat u met de
installatie begint. Neem contact op met Garmin® Product Support
als u problemen ondervindt tijdens het installeren.
Contact opnemen met Garmin Support
• Ga naar support.garmin.com voor hulp en informatie, zoals
producthandleidingen, veelgestelde vragen video's en
klantondersteuning.
• Bel in de VS met 913-397-8200 of 1-800-800-1020.
• Bel in het VK met 0808 238 0000.
• Bel in Europa met +44 (0) 870 850 1241.
Benodigd gereedschap
• Boormachine en boren
◦ 3,2 mm (1/8 inch) boortje, bij gebruik van houtschroeven
◦ 3,6 mm (9/64 inch) boortje, bij gebruik van de moerplaat
◦ 7,2 mm (9/32 inch) boortje, bij gebruik van de moerplaat
• Kruiskopschroevendraaier, nr. 2
• Decoupeerzaag of slijptol
• Vijl en schuurpapier
• Watervaste kit (aanbevolen)
Aandachtspunten bij de montage
LET OP
Dit toestel dient te worden gemonteerd op een locatie die niet
wordt blootgesteld aan extreme temperaturen of
omstandigheden. Het temperatuurbereik voor dit toestel wordt
vermeld in de productspecificaties. Langdurige blootstelling aan
temperaturen boven het opgegeven temperatuurbereik, in
opslag- of gebruiksomstandigheden, kan tot storingen in het
toestel leiden. Schade door extreme temperaturen en
gerelateerde gevolgen vallen niet onder de garantie.
Met de meegeleverde hardware en sjabloon kunt u het toestel
verzonken monteren op het dashboard.
Neem deze aandachtspunten in acht bij het kiezen van een
montagelocatie.
• U moet het toestel zodanig bevestigen dat u een optimale
kijkhoek hebt als u uw boot bestuurt.
• U moet een locatie kiezen die sterk genoeg is om het gewicht
van het toestel te dragen en te beschermen tegen
overmatige trillingen of schokken.
• U moet een locatie selecteren die eenvoudig toegang biedt
tot alle interfaces van het toestel, zoals de knoppen, het
aanraakscherm en de kaartlezer, indien van toepassing.
• Om interferentie met een magnetisch kompas te voorkomen,
mag het toestel niet dichter bij een kompas worden
gemonteerd dan op de kompasveilige afstand die is vermeld
in de productspecificaties.
• U moet een locatie kiezen waar ruimte beschikbaar is voor
het geleiden en aansluiten van alle kabels.
• Als de montageplaats voor een GPSMAP 8x22 of GPSMAP
8x24 kaartplotter in direct zonlicht en in horizontale oriëntatie
is, moet u ervoor zorgen dat de installatielocatie voldoet aan
zoveel mogelijk van de volgende criteria:
◦ Voldoende luchtstroom
◦ Goede ventilatie
◦ Koeling aan de voor- en achterkant van de kaartplotter
◦ Methode om het scherm af te schermen met behulp van
een kap, getint glas of versterking
OPMERKING: Indien mogelijk moet u aan al deze criteria
voldoen om dit probleem te voorkomen bij het installeren van
een GPSMAP 8x22 of GPSMAP 8x24 kaartplotter.
Het toestel bevestigen
LET OP
Wees voorzichtig wanneer u het gat zaagt om het toestel
verzonken te monteren. Er is slechts weinig ruimte tussen de
behuizing en de montagegaten. Als u het gat te groot zaagt, kan
het toestel mogelijk niet stabiel worden bevestigd.
Gebruik alleen de meegeleverde schroeven om het toestel op
het montageoppervlak te bevestigen zodat de poedercoating
niet beschadigd raakt. Als u andere schroeven gebruikt dan de
meegeleverde schroeven, vervalt uw garantie.
Verwijder de blauwe rubberen beschermrand pas na de
installatie. De beschermrand helpt schade tijdens de installatie
voorkomen.
Als het toestel goed in de opening past, dient u te controleren
7
of de montagegaten op het toestel zijn uitgelijnd met de
grotere gaten van 7,2 mm (9/32 inch) op de sjabloon.
Markeer de nieuwe locaties van de montagegaten als deze
8
niet zijn uitgelijnd met het toestel.
Afhankelijk van het montageoppervlak kunt u de grotere
9
gaten boren, drevelen of tappen:
• Boor montagegaten van 3,2 mm (1/8 in.) voor de
meegeleverde houtschroeven en ga naar stap 18.
• Boor gaten van 7,2 mm (9/32 inch) voor de meegeleverde
moerplaat en machineschroeven.
• Drevel en tap M4-gaten voor de meegeleverde
machineschroeven en ga naar stap 18.
Als u de moerplaten gebruikt, plaatst u vanaf één hoek van
10
de sjabloon een moerplaat over het grotere gat dat u in
stap 9 hebt geboord.
Het kleinere gat op de moerplaat moet worden uitgelijnd
met het kleinere gat op de sjabloon.
Markeer de nieuwe locatie van het gat als het kleinere gat
11
van 3,6 mm (9/64 inch) op de moerplaat niet is uitgelijnd met
het kleinere gat op de sjabloon.
Herhaal de stappen 10 en 11 voor elke moerplaat.
12
Maak de kleinere gaten met een boor van 3,6 mm (9/64 in.).
13
Verwijder de sjabloon van het montageoppervlak.
14
Plaats vanaf één hoek van de montagelocatie een moerplaat
15
op de achterzijde van het montageoppervlak, waarbij u de
grote en kleine gaten uitlijnt.
Het hogere gedeelte van de moerplaat moet passen in het
grotere gat.
De meegeleverde sjabloon en het meegeleverde
bevestigingsmateriaal kunnen worden gebruikt om het toestel
verzonken te monteren op uw dashboard. Er zijn drie opties
voor hardware, afhankelijk van het materiaal van het
montageoppervlak.
• U kunt montagegaten boren en de meegeleverde
houtschroeven gebruiken.
• U kunt gaten boren en de meegeleverde moerplaten en
machineschroeven gebruiken. De moerplaten kunnen extra
stabiliteit bieden aan een dunner oppervlak.
• U kunt gaten drevelen, deze tappen en van M4 schroefdraad
voorzien, en de meegeleverde machineschroeven gebruiken.
Snijd de montagesjabloon uit en controleer of deze past op
1
de locatie waar u het toestel wilt monteren.
Bevestig de sjabloon op de gekozen locatie.
2
Maak met een boor van 3,6 mm (9/64 in.) een of meer gaten
3
binnen de hoeken van de ononderbroken lijn op de sjabloon
om het montageoppervlak voor te bereiden voor zagen.
Zaag met een decoupeerzaag of roterend gereedschap het
4
montageoppervlak uit langs de binnenkant van de
ononderbroken lijn op de sjabloon.
Plaats het toestel in de opening om te testen of dit past.
5
Gebruik indien nodig een vijl en schuurpapier om de opening
6
heel precies op maat te krijgen.
Bevestig de moerplaat stevig aan het montageoppervlak door
16
een meegeleverde M3-schroef vast te draaien door het
kleinere gat van 3,6 mm (9/64 in.).
Herhaal de stappen 15 en 16 voor elke moerplaat langs de
17
boven- en onderkant van het toestel.
Als u geen toegang hebt tot de achterzijde van het toestel
18
nadat u dit hebt gemonteerd, verbindt u alle benodigde
kabels met het toestel voordat u dit in de opening plaatst.
OPMERKING: Bedek ongebruikte aansluitingen met de
bevestigde weerkapjes om te voorkomen dat de metalen
contactpunten roesten.
Plaats het toestel in de opening.
19
2
Bevestig het toestel aan het montageoppervlak met de
20
meegeleverde M4-schroeven of houtschroeven,
afhankelijk van de montagemethode.
Verwijder voorzichtig de rubberen beschermrand en gooi
21
deze weg.
Bevestig de sierrand door deze op zijn plaats te klikken
22
rondom het toestel.
Aandachtspunten bij de aansluiting
Houd rekening met deze aandachtspunten wanneer u dit toestel
op een voedingsbron en op andere Garmin toestellen aansluit.
• De voedings- en aardingsverbindingen naar de accu moeten
worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat deze veilig
zijn en niet kunnen losraken.
• De kabels zijn mogelijk verpakt zonder dat de borgringen zijn
aangebracht. De kabels moeten worden doorgevoerd voordat
de borgringen worden bevestigd.
• Na het bevestigen van een borgring op een kabel, moet u
ervoor zorgen dat de ring goed is vastgezet en de afdichtring
is aangebracht, zodat de voedings- of gegevensverbinding
niet kan losraken.
Aansluiten op de voeding
WAARSCHUWING
Verwijder bij het aansluiten van de voedingskabel niet de
geïntegreerde zekeringhouder. Om het risico van letsel of
schade aan het product door brand of oververhitting te
voorkomen, dient de juiste zekering te worden gebruikt, zoals
vermeld in de productspecificaties. Als de voedingskabel wordt
aangesloten zonder gebruik van de juiste zekering, vervalt de
garantie op het product.
De rode draad dient te worden aangesloten op dezelfde batterij
via het contactslot of een andere handmatige schakelaar om het
toestel in en uit te schakelen.
Leid de voedingskabel van de voedingsbron naar het toestel.
1
Sluit de rode voedingsdraad aan op het contactslot of een
2
andere handmatige schakelaar en verbind indien nodig de
schakelaar met de positieve pool (+) van de accu.
Sluit de zwarte draad aan op de negatieve pool (-) van de
3
accu of aan massa.
Verbind de voedingskabel met het toestel en draai de
4
borgring naar rechts om hem vast te maken.
Overweging bij aanvullende aarding
In de meeste installatie-situaties hoeft het chassis van dit toestel
niet aanvullend te worden geaard. Als er interferentie optreedt,
kunt u de aardingsschroef op de behuizing gebruiken om het
toestel te verbinden met de wateraarding van de boot om
interferentie te voorkomen.
OnderdeelBeschrijving
Zekering
Batterij
1,8 m (6 ft.) geen verlenging
Onderdeel Beschrijving
Verbinding
• Verlengdraad van 5,26 mm² (10 AWG), maximaal 4,6 m
(15 ft.)
• Verlengdraad van 8,36 mm² (8 AWG), maximaal 7 m (23
ft.)
• Verlengdraad van 13,29 mm² (6 AWG), maximaal 11 m
(36 ft.)
Zekering
20,3 cm (8 in.)
Batterij
20,3 cm (8 in.)
11 m (36 ft.) maximale verlenging
Overwegingen bij verbinding van station
Dit toestel kan samen met andere compatibele Garmin
toestellen worden ingesteld zodat ze samenwerken als station.
Houd rekening met de volgende overwegingen wanneer u
stations plant op uw boot.
• Toestellen vóór de GPSMAP 8000 serie en GPSMAP 8500
serie kunnen niet worden gebruikt in een station.
• Hoewel het niet nodig is, kunt u het beste alle toestellen die u
in één station wilt gebruiken, naast elkaar installeren.
• Er zijn geen speciale verbindingen nodig om een station te
maken, zolang alle toestellen zijn verbonden met de Garmin
Marine Network (Aandachtspunten Garmin Marine Network,
pagina 3).
• Stations worden gemaakt en gewijzigd met behulp van de
toestelsoftware. Zie de gebruikershandleiding bij het toestel
voor meer informatie.
Aandachtspunten Garmin Marine Network
LET OP
Een Garmin Power over Ethernet (PoE) isolatiekoppeling (P/N
010-10580-10) moet worden gebruikt voor het aansluiten van
een extern toestel, zoals een FLIR® camera, op een Garmin
Marine Network. Een PoE toestel direct aansluiten op een
Garmin Marine Network kaartplotter beschadigt de Garmin
kaartplotter en kan het PoE toestel beschadigen. Als u een
extern toestel rechtstreeks aansluit op een Garmin Marine
Network kaartplotter, leidt dit tot problemen met de Garmin
toestellen, zoals problemen met uitschakelen of software die
beschadigd raakt.
Voedingskabel verlengen
Zo nodig kunt u de voedingskabel verlengen met een kabel van
de juiste dikte en lengte.
Dit toestel kan worden verbonden met aanvullende Garmin
Marine Network toestellen om gegevens te delen, zoals radar,
sonar en gedetailleerde kaarten. Houd rekening met de
volgende overwegingen wanneer u Garmin Marine Network
toestellen verbindt met dit toestel.
• Alle toestellen die zijn aangesloten op het Garmin Marine
Network, moeten worden aangesloten op dezelfde aarde. Als
er meerdere voedingsbronnen worden gebruikt voor Garmin
Marine Network toestellen, moet u alle massa-aansluitingen
van alle voedingen aan elkaar koppelen met behulp van een
3
Loading...
+ 7 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.