Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin
behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of
organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product.
Garmin®, het Garmin logo en ANT® zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Descent™, Garmin Dive™,
Garmin Express™ en Subwave™ zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder uitdrukkelijke toestemming van
Garmin. Overige handelsmerken en merknamen zijn het eigendom van hun respectieve eigenaars.
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
Installatie en configuratie
VOORZICHTIG
Voor een goede installatie en optimale prestaties wordt het ten
zeerste aanbevolen om de eerste installatie en configuratie in
een duikwinkel te voltooien. U moet de zenderinstallatie boven
en onder water volledig testen voordat u deze tijdens een duik
gebruikt.
De zender op uw tankregelaar installeren
Tips voor de positie van de zender
De zender communiceert draadloos met uw compatibele
duikcomputer. Boven water de zender van ANT® technologie.
Onder water maakt de zender gebruik van een sonarsignaal. Uw
lichaam, drysuit en duikuitrusting kunnen het signaal blokkeren,
met name onder water. Voor de beste ontvangst moeten alle
zenders in uw groep vrij zicht hebben op de duikcomputer. Volg
deze tips om te voorkomen dat het signaal door uw lichaam of
apparatuur wordt geblokkeerd.
• Installeer de zender op ten minste 7 cm (3 in.) afstand van
uw lichaam.
• Installeer de zender aan dezelfde kant van de tank als de
pols die uw duikcomputer draagt. Als u bijvoorbeeld uw
duikcomputer aan uw linkerpols draagt, moet u de zender
aan de linkerkant van de tankregelaar installeren.
• Voor de beste ontvangst dient u de tank hoog op uw rug te
dragen. Hierdoor heeft de zender een duidelijke zichtlijn over
uw schouders.
WAARSCHUWING
Gebruik altijd de vooraf geïnstalleerde flowbegrenzer wanneer u
de zender gebruikt die direct op uw regelaar is aangesloten.
Gebruik altijd de meegeleverde luchtplunjer wanneer u de
zender aansluit op een verlengstuk van de hogedrukslang (De
zender op een verlenging van de hogedrukslang installeren,
pagina 2). Het gebruik van de zender zonder de
flowbegrenzer of luchtplunjer kan leiden tot ernstig letsel of de
dood als gevolg van een storing in de luchtdruk.
Voordat u de zender op uw tankregelaar installeert, moet u de
tips voor de positionering van de zender lezen en de
poortpositie kiezen die de beste zichtlijn naar de duikcomputer
biedt.
Voor het installeren van de zender hebt u een sleutel van 16
mm (5/8 in.) nodig.
De zender kan worden aangesloten op een
hogedrukuitgangspoort van de eerste-fasenregelaar.
Controleer of de druk van de regelaar is afgelaten en dat de
1
regelaar is losgekoppeld van een scubacilinder.
Verwijder de poortplug uit de hogedrukuitgangspoort van de
2
eerste-fasenregelaar.
Controleer of de flowbegrenzer in de zender is geïnstalleerd.
3
Schroef de zender op de hogedrukuitgangspoort tot u
4
weerstand voelt.
• Als u de tank omgedraaid draagt met de regelaar aan de
onderkant, kunt u een hogedrukslang gebruiken om de
zender te verplaatsen zodat deze vrij zicht heeft over uw
schouders.
• Als u het signaal van de zender verliest, moet u uw arm
bewegen tot het signaal is hersteld.
• Als u het signaal van een andere duiker verliest, moet u uw
lichaamspositie veranderen tot het signaal is hersteld. Als uw
lichaam zich tussen de duikcomputer en een andere duiker
bevindt, kan het signaal van de zender van die duiker worden
geblokkeerd.
Inleiding1
Controleer of de geïnstalleerde zender niet fysiek in contact
komt met slangen of andere tankonderdelen.
Gebruik een sleutel van 16 mm (5/8 in.) om de zender vast te
5
draaien.
WAARSCHUWING
Page 6
LET OP
Draai deze niet te strak aan om schade aan de zender en
minder goede werking te voorkomen. Gebruik de
zenderbehuizing niet om de zender vast of los te draaien.
Pak de regelaar of de zender niet vast om de tank te
verplaatsen, te dragen of af te stellen.
De zender op een verlenging van de
hogedrukslang installeren
WAARSCHUWING
Gebruik altijd de vooraf geïnstalleerde flowbegrenzer wanneer u
de zender gebruikt die direct op uw regelaar is aangesloten (De
zender op uw tankregelaar installeren, pagina 1). Gebruik altijd
de meegeleverde luchtplunjer wanneer u de zender aansluit op
een verlenging van de hogedrukslang. Het gebruik van de
zender zonder de flowbegrenzer of luchtplunjer kan leiden tot
ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben als gevolg van een
luchtdrukstoring.
Voordat u de zender installeert op een
hogedrukslangverlengstuk dat voldoet aan de norm EN
250:2014, moet u de tips voor de positie van de zender aflezen
en een stand kiezen die het beste zicht biedt op de
duikcomputer.
Voor het installeren van de zender hebt u twee steeksleutels
van 16 mm (5/8 inch) en een kleine platte schroevendraaier of
platbektang nodig.
De zender kan worden aangesloten op een
hogedrukslangverlenging van de hogedrukuitgangspoort van de
eerste-fasenregelaar.
Gebruik een schroevendraaier of tang om de flowbegrenzer
1
voorzichtig van de zender te verwijderen.
Controleer of de druk van de regelaar is afgehaald en de
3
regelaar is losgekoppeld van een scubacilinder.
Verwijder de poortplug uit de hogedrukuitgangspoort van de
4
eerste-fasenregelaar.
Sluit een verlenging van de hogedrukslang aan op de
5
hogedrukuitgangspoort van de eerste-fasenregelaar.
Schroef de zender op het verlengstuk van de hogedrukslang
6
tot u weerstand voelt.
WAARSCHUWING
Controleer of de geïnstalleerde zender niet fysiek in contact
komt met slangen of andere tankconstructies.
Gebruik twee sleutels van 16 mm (5/8 inch) om de zender
7
vast te zetten. Plaats daarbij één sleutel op de zender en één
sleutel op de slangkoppeling.
LET OP
Om schade aan de zender en mogelijk verlies van werking te
voorkomen, mag u deze niet te strak aandraaien. Gebruik
niet de zenderbehuizing om de zender vast te draaien of
losser te zetten.
Pak de regelaar of de zender niet vast om de tank te
LET OP
Wees voorzichtig bij het verwijderen van de flowbegrenzer
om beschadiging van het toestel te voorkomen.
Steek het grote uiteinde van de luchtplunjer in de zender.
2
2Installatie en configuratie
verplaatsen, te dragen of af te stellen.
Zorg ervoor dat de aansluiting tussen de zender en de
8
slangaansluiting goed vastzitten voordat u het toestel
gebruikt.
U moet de luchtplunjer verwijderen en de flowbegrenzer weer
aanbrengen voordat u de sensor op uw tankregelaar monteert.
Page 7
De zender koppelen met een compatibele
Descent duikcomputer
Om de zender te koppelen, moet u beschikken over een
druktank en regelaar.
De Descent T1 kan luchtdrukgegevens verzenden naar een
compatibele Descent duikcomputer. Ga voor meer informatie
over compatibele duikcomputermodellen naar de Descent T1
productpagina op garmin.com.
Voordat u de zender voor de eerste keer gebruikt, moet u deze
koppelen met de duikcomputer. De zender bevindt zich
standaard in de energiebesparende modus. U moet het toestel
uit de energiebesparende modus halen om het
koppelingsproces te voltooien.
OPMERKING: Als er een zender bij uw duikcomputer is
geleverd, zijn ze al aan elkaar gekoppeld.
Breng de zender aan op de eerstetrapsregelaar (De zender
1
op uw tankregelaar installeren, pagina 1).
Open de tankklep geleidelijk om de eerstetrapsregelaar
2
onder druk te brengen.
Wanneer de zender druk detecteert, wordt deze uit de
energiebesparende modus gehaald. De zender speelt een
toon af wanneer deze uit de energiezuinige modus komt en
klaar is om te koppelen.
Houd op de compatibele Descent duikcomputer MENU
3
ingedrukt en selecteer Duikinstellingen > Luchtintegratie >
Zenders > Voeg nieuwe toe.
De duikcomputer start met zoeken en toont een lijst met
zenders in de buurt.
Selecteer in de lijst met zenders de zender-ID die u wilt
4
koppelen.
De zender-ID staat op de behuizing.
Wanneer het koppelingsproces is voltooid, wordt Verbonden
weergegeven op het scherm van de duikcomputer. De zender
begint met het verzenden van tankdrukgegevens en is klaar
voor gebruik bij een duik. De volgende keer dat de zender en
duikcomputer worden ingeschakeld en zich binnen het
draadloze bereik bevinden, maken ze automatisch verbinding
wanneer u een duik begint.
Als u met een groep duikt, kunt u maximaal 5 Descent T1
zenders aan de duikcomputer koppelen.
Zenderinstellingen
U kunt de instellingen voor gekoppelde zenders aanpassen
voordat u gaat duiken.
Houd op de gekoppelde Descent duikcomputer MENU
ingedrukt, selecteer Duikinstellingen > Luchtintegratie >
Zenders en selecteer een zender.
Status: Hiermee wordt een verbinding met de zender tot stand
gebracht en wordt de huidige verbindingsstatus
weergegeven.
Identificeren: Speelt een toon af op de geselecteerde
gekoppelde zender. Hierdoor kunt u de zender identificeren
zonder de zender-ID op de behuizing van de zender te
hoeven bekijken.
Eenheden: Stelt de drukeenheden voor uw tank in. Het toestel
staat standaard ingesteld op psi als de diepte-instelling in
voet is en bar als de diepte-instelling in meter is.
Werkdruk: Stelt in hoeveel druk de tank heeft wanneer deze vol
is. Deze waarde wordt gebruikt om het bovenste uiteinde van
de manometer te bepalen en om het ademminuutvolume
(RMV) te berekenen voor tanks met psi-eenheden.
Reservedruk: Hiermee stelt u de drempelwaarden in voor
reservedruk en kritieke drukwaarschuwingen die op de
duikcomputer moeten worden weergegeven.
Volume: Hiermee kunt u het luchtvolume van de tank invoeren.
U kunt de optie Volume resetten gebruiken als u de zender
naar een andere tank verplaatst.
OPMERKING: Deze waarde is vereist voor het berekenen
van het luchtverbruik van het volumetrische oppervlak (SAC)
en het minuutvolume van de luchtwegen (RMV) (Selecteer
de gasverbruikgegevens, pagina 3).
SAC/RMV/ATR: Hiermee kan de zender worden opgenomen in
schattingen van het volumetrische luchtverbruik (SAC), het
ademminuutvolume (RMV) en de resterende luchttijd (ATR)
(Zenders meetellen in berekeningen voor gasverbruik,
pagina 3).
Stel zendvermogen in: Hiermee kunt u de vermogensinstelling
aanpassen als de verbinding tussen uw zender en de
gekoppelde duikcomputer onder water wordt verbroken.
Over: Geeft de zender-ID, softwareversie en batterijstatus weer.
Naam: Hiermee kunt u een gemakkelijk te herkennen naam
voor de zender invoeren.
Verwijder: Hiermee kunt u een gekoppelde zender verwijderen.
Duikterminologie
Resterende luchttijd (ATR): De tijd die u op de huidige diepte
kunt blijven tot een stijging van 9 m/min. (30 ft./min.) zou
resulteren in een stijging met de reservedruk.
Luchtverbruik op drukbasis (PSAC): De drukverandering in
de loop van de tijd, genormaliseerd tot 1 ATM.
Respiratoir minuutvolume (RMV): De verandering in
gasvolume bij omgevingsdruk in de loop van de tijd.
Luchtverbruik volumetrische oppervlakken (SAC): De
verandering in gasvolume in de loop van de tijd,
genormaliseerd tot 1 ATM.
Gekoppelde zenders selecteren die u op de duikgegevensschermen wilt weergeven
U kunt twee gekoppelde zenders in één oogopslag bekijken op
het primaire duikgegevensscherm. U kunt instellen welke
gekoppelde zenders op het scherm moeten worden
weergegeven. Standaard worden de eerste en tweede zender
die u koppelt weergegeven.
luchtverbruik (SAC) of het ademminuutvolume (RMV) alleen
schatten als het luchtvolume van de tank in de duikcomputer
(Zenderinstellingen, pagina 3). De duikcomputer kan het
luchtverbruik op drukbasis (PSAC) met of zonder het
luchtvolume van de tank inschatten.
Zenders meetellen in berekeningen voor gasverbruik
De schattingen van het gasverbruik en de resterende luchttijd
worden berekend aan de hand van de tankdruk van de
meegeleverde zenders. Standaard wordt de eerste zender die u
koppelt met uw compatibele duikcomputer meegerekend. U kunt
extra gekoppelde zenders opnemen in
gasverbruikberekeningen.
Selecteer de wisselschakelaar SAC/RMV/ATR om de zender
4
op te nemen in gasverbruikberekeningen.
Herhaal zo nodig stap 2 tot en met 4 om extra gekoppelde
5
zenders op te nemen in gasverbruikberekeningen.
Het scherm Zendergegevens aan een duikmodus
toevoegen
U kunt het scherm met zendergegevens toevoegen aan de
schermlijst met gegevens voor een duikmodus.
Houd op de gekoppelde Descent duikcomputer MENU
1
ingedrukt.
Selecteer Activiteiten en apps.
2
Selecteer een duikmodus en selecteer de
3
duikmodusinstellingen.
Selecteer Gegevensschermen > Voeg nieuwe toe >
4
Zenders.
Duiken
U kunt een compatibele Descent duikcomputer in combinatie
met uw Descent T1 zender gebruiken om een duikactiviteit te
starten. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de Descent serie voor meer informatie.
Duikwaarschuwingen
• De zender is geen door zuurstof gereinigd product. Gebruik
de zender niet met mengsels die meer dan 40% zuurstof
bevatten.
Een duik starten op een gekoppelde Descent
duikcomputer
Druk op de gekoppelde Descent duikcomputer vanaf de
1
watch face op START.
Selecteer een duikmodus.
2
Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw Descent
duikcomputer voor meer informatie over ondersteunde
duikmodi.
Druk op START tot het primaire duikgegevensscherm wordt
3
weergegeven.
Het primaire duikgegevensscherm geeft maximaal twee
gekoppelde zenders weer (Gekoppelde zenders
selecteren die u op de duikgegevensschermen wilt
weergeven, pagina 3).
OPMERKING: U kunt dit scherm gebruiken om te bevestigen
dat uw gekoppelde zenders met uw duikcomputer zijn
verbonden voordat u begint met duiken.
WAARSCHUWING
• Dit toestel is alleen bedoeld voor gebruik door gecertificeerde
duikers.
• Dit toestel dient niet te worden gebruikt als enige bron van
drukinformatie. Maak altijd gebruik van reserve-instrumenten,
zoals een dieptemeter, onderwatermanometer en timer of
horloge.
• Zorg ervoor dat u volledig op de hoogte bent van het gebruik,
de schermen en de beperkingen van uw toestel. Als u vragen
over het toestel hebt, lost u eventuele onduidelijkheden of
zaken waarover verwarring kan ontstaan op voordat u gaat
duiken met het toestel. Onthoud dat u zelf verantwoordelijk
bent voor uw eigen veiligheid.
• De duikcomputer kan uw oppervlakteverbruik (SAC) en de
resterende luchttijd (ATR) berekenen. Deze berekeningen
zijn een schatting en dienen niet als enige bron van
informatie te worden gebruikt.
• Voer voorafgaand aan uw duik de benodigde
veiligheidscontroles uit. Controleer bijvoorbeeld of uw toestel
goed functioneert, de instellingen juist zijn, het scherm het
doet en controleer het batterijniveau en de tankdruk.
Controleer ook uw slangen op lekkages.
• Als een tankdrukwaarschuwing of een batterijwaarschuwing
op de duikcomputer verschijnt, beëindig dan onmiddellijk de
duik en keer veilig terug naar het oppervlak. Als u het alarm
negeert, heeft dat mogelijk ernstig letsel of de dood tot
gevolg.
• Om veiligheidsredenen mag u nooit alleen duiken. Duik met
een aangewezen buddy. Ook na de duik dient u langere tijd
met anderen door te brengen, omdat decompressieziekte
(DCZ) mogelijk vertraagd op gang komt of juist op gang komt
door activiteiten boven water.
• Dit toestel is niet bedoeld voor commercieel of professioneel
duiken. Het toestel is bedoeld voor recreatieve doeleinden.
Bij commerciële of professionele duikactiviteiten wordt de
gebruiker mogelijk blootgesteld aan extreme dieptes of
omstandigheden die het risico op DCZ vergroten.
Daal af om uw duik te starten.
4
De activiteit-timer start automatisch wanneer u een diepte
van 1,2 m (4 ft.) bereikt.
Druk op DOWN om door de schermen met extra gegevens te
5
bladeren.
Als u terugkeert naar het oppervlak, beëindigt het toestel de duik
automatisch en wordt de duik na één minuut opgeslagen
(standaard).
U moet de druk van de regelaar aflaten om de zender terug te
zetten in de energiebesparende modus.
Schermen met zendergegevens weergeven
Druk tijdens een duik op DOWN op uw gekoppelde Descent
1
duikcomputer om het scherm met zendergegevens weer te
geven.
4Duiken
Page 9
De schatting van het gasverbruik voor de geselecteerde
zenders.
OPMERKING: U kunt de zenders die worden gebruikt voor
gasberekeningen aanpassen (Zenders meetellen in bereke-
ningen voor gasverbruik, pagina 3).
De geschatte resterende luchttijd (ATR) voor de geselecteerde
zenders.
Uw primaire en secundaire zenders en hun tankdrukwaarden.
OPMERKING: U kunt instellen welke zenders worden weergegeven (Gekoppelde zenders selecteren die u op de duikgege-
vensschermen wilt weergeven, pagina 3).
Druk in het scherm met zendergegevens op START om extra
2
gekoppelde zenders in het netwerk weer te geven.
Waarschuwingen van zender
Waarschuwingsbericht
GeenDe communicatie tussen
%1 is onder
reservedruk.
%1 druk is
laag.
%1 heeft
een bijna
lege batterij.
GEEN
COMMS
Verloren zenderwaarschuwingen inschakelen
Uw gekoppelde duikcomputer kan de communicatie met de
zender verliezen wanneer de zender buiten het bereik is,
wanneer het signaal van de zender wordt geblokkeerd door uw
lichaam of dat van een andere duiker, en wanneer de batterij
van de zender leeg raakt. U kunt een waarschuwing inschakelen
die u meldt wanneer de communicatie tussen uw gekoppelde
duikcomputer en de zender gedurende 60 seconden is
weggevallen.
Houd MENU ingedrukt op de gekoppelde duikcomputer.
1
OorzaakToestelactie
uw gekoppelde duikcomputer en de zender is
gedurende 30 seconden
weggevallen.
Uw tankdruk is lager dan
het reservedrukniveau.
"%1" is vervangen door
de zendernaam.
Uw tankdruk is lager dan
het kritische drukniveau.
"%1" is vervangen door
de zendernaam.
Er is nog minder dan 20
uur duiktijd over. "%1" is
vervangen door de
zendernaam.
De communicatie tussen
uw gekoppelde duikcomputer en de zender is
gedurende 60 seconden
weggevallen.
De waarde van de tankdruk
knippert geel.
De waarde van de tankdruk
wordt geel.
De gekoppelde duikcomputer
trilt en laat een waarschuwingssignaal horen.
De waarde van de tankdruk
knippert rood.
De gekoppelde duikcomputer
trilt en laat een waarschuwingssignaal horen.
De zendernaam knippert BATT
BIJNA LG wanneer de batterij
bijna leeg is.
De gekoppelde duikcomputer
trilt en laat een waarschuwingssignaal horen.
De zendernaam knippert
GEEN COMMS, de stippellijnen vervangen de tankdrukwaarde en de tankdrukwaarde
knippert rood.
De gekoppelde duikcomputer
trilt en geeft een waarschuwingssignaal als verbindingswaarschuwingen zijn ingeschakeld.
Selecteer Duikinstellingen > Luchtintegratie >
2
Connectiewaarschuwing.
Toestelinformatie
De batterij van de Descent T1 vervangen
LET OP
Schaf alleen een vervangende batterij aan bij een hoogwaardige
fabrikant en een betrouwbare leverancier. Het gebruik van een
batterij van lage kwaliteit kan leiden tot slechte prestaties van
het product en een kortere levensduur van de batterij, met name
bij lage temperaturen. Gebruik geen oplaadbare batterijen.
Oplaadbare batterijen hebben mogelijk een hogere
spanningsspecificatie en kunnen permanente schade aan het
toestel veroorzaken.
Als u de batterij wilt vervangen, hebt u een munt of platte
schroevendraaier, een nieuwe 3 V CR123A-lithiumbatterij en
waterbestendig siliconenvet nodig. Mogelijk hebt u ook een
vervangende batterijdop nodig.
De zender wordt gevoed door een 3 V CR123A-lithiumbatterij. In
de fabriek is een batterij voorgeïnstalleerd. Volg de instructies
voor het vervangen van de batterij zorgvuldig op om de
waterdichtheid van de zender te behouden.
Steek een munt of platte schroevendraaier in de sleuf en
1
draai linksom om het batterijdeksel los te draaien.
Verwijder het batterijdeksel en de batterij.
2
Plaats de nieuwe batterij in de zender, met de pluspool naar
3
de zender gericht en de minpool naar de batterijklep gericht.
Inspecteer beide pakkingen om te controleren of ze
4
schoon, onbeschadigd en volledig in de groeven zitten.
Als de pakkingen versleten of beschadigd zijn, kunt u een set
vervangende batterijdeksels kopen, inclusief dop, vooraf
geïnstalleerde pakkingen en siliconenvet. Ga naar de
Descent T1 productpagina op garmin.com om accessoires
aan te schaffen.
Breng een dunne laag waterbestendig siliconenvet aan op
5
beide pakkingen.
Plaats het batterijdeksel terug in de zender en draai het
6
volledig vast.
Toestelonderhoud
LET OP
Pak de regelaar of de zender niet vast om de luchttank te
verplaatsen, te dragen of af te stellen.
Verwijder de veiligheidsstop niet van de voet van de zender.
Gebruik nooit een scherp voorwerp om het toestel schoon te
maken.
Gebruik geen chemische reinigingsmiddelen, oplosmiddelen en
insectenwerende middelen die plastic onderdelen en
oppervlakken kunnen beschadigen.
Spoel het toestel goed uit met leidingwater nadat het in
aanraking is geweest met chloor of zout water, zonnebrand,
cosmetica, alcohol en andere chemicaliën die een reactie
kunnen veroorzaken. Langdurige blootstelling aan deze stoffen
kan de behuizing beschadigen.
Vermijd schokken en ruwe behandeling omdat hierdoor het
product korter meegaat.
Toestelinformatie5
Page 10
Bewaar het toestel niet op een plaats waar het langdurig aan
extreme temperaturen kan worden blootgesteld, omdat dit
onherstelbare schade kan veroorzaken.
Gebruik het toestel niet meer als het beschadigd is of als het
bewaard is buiten het opgegeven opslagtemperatuurbereik.
Gebruik het toestel niet meer als er water in de batterijhouder is
binnengedrongen. Zelfs kleine hoeveelheden water kunnen
corrosie van de elektrische contactpunten veroorzaken.
De zender reinigen
Spoel de zender na elke duik af met schoon water om zout
1
en vuil te verwijderen.
Reinig de zender indien nodig met een zachte doek.
2
Specificaties
Batterij3 V CR123A lithium
Levensduur van batterijMaximaal 100 uur
Schroefdraadtype
Normale bedrijfstemperatuurVan -20 tot 60 °C (van -4 tot 140
Bedrijfstemperatuurbereik onderwater
OpslagtemperatuurVan -30 tot 70 °C (van -22 tot 158
Draadloze frequentie2,4 GHz bij 0 dBm
Zendbereik oppervlakte (ANT
draadloze technologie)
Zendbereik onder water (sonar)Tot 10 m (33 ft.)
Waterbestendigheid11 ATM
Druksnelheid300 bar (4351 psi)
Inspectie-intervalInspecteer de onderdelen voor elk
7
/16 in. (20 UNF)
°F)
Van 0 tot 40°C (van 32 tot 104°F)
°F)
Tot 10 m (33 ft.)
1
gebruik op beschadiging. Vervang
onderdelen indien nodig.
2
Meer informatie
Meer informatie over dit product vindt u op de Garmin® website.
• Ga naar support.garmin.com voor meer handleidingen,
artikelen en software-updates.
• Ga naar buy.garmin.com of neem contact op met uw Garmin
dealer voor informatie over optionele accessoires en
vervangingsonderdelen.
Problemen oplossen
De software van de zender bijwerken via uw
Descent duikcomputer
Voordat u de software kunt bijwerken, moet u uw Descent T1
zender koppelen met een compatibele Descent duikcomputer.
Selecteer een optie om uw duikcomputer te synchroniseren:
1
• Synchroniseer uw duikcomputer met de Garmin Dive
app.
• Sluit de duikcomputer met de USB-kabel aan op uw
computer en synchroniseer met de Garmin Express
applicatie.
Garmin Dive en Garmin Express zoeken automatisch naar
software-updates. Wanneer u synchroniseert met Garmin
Express, wordt de update direct toegepast op uw
duikcomputer. Wanneer u synchroniseert met Garmin Dive,
wordt u gevraagd de update op een later tijdstip toe te
passen.
™
™
Installeer de zender op de eerstetrapsregelaar (De zender op
2
uw tankregelaar installeren, pagina 1).
Open de tankklep geleidelijk om de eerstetrapsregelaar
3
onder druk te brengen.
Wanneer de zender druk detecteert, wordt deze geactiveerd
vanuit de energiebesparende modus en klinkt er een toon.
Houd op de gekoppelde Descent duikcomputer MENU
Wacht tot de zender verbinding maakt met uw duikcomputer.
5
Verbonden wordt weergegeven op het scherm van de
duikcomputer.
Selecteer Software-update.
6
OPMERKING: Het kan een minuut duren voordat deze optie
wordt weergegeven terwijl de duikcomputer de
softwareversie en de batterijstatus van de zender bepaalt.
Controleer de zender-ID wanneer daarom wordt gevraagd.
7
De zender-ID staat op de behuizing.
Houd de duikcomputer in de buurt van de zender totdat de
8
software-update is voltooid.
Mijn zender en watch verliezen verbinding
onder water
Als uw watch en zender aan het oppervlak communiceren maar
de communicatie onder water wegvalt, kunt u deze tips
proberen.
• Verhoog de vermogensinstelling van de zender (De
vermogensinstelling van de zender aanpassen, pagina 6).
• Installeer de zender op een verlengstuk van de
hogedrukslang om de zichtlijn tussen de zender en de watch
te verbeteren (De zender op een verlenging van de
hogedrukslang installeren, pagina 2).
• Volg de tips voor de positie van de zender om de beste
zichtlijn tussen de watch en de zender te verkrijgen (Tips
voor de positie van de zender, pagina 1).
De vermogensinstelling van de zender aanpassen
OPMERKING: Als u de vermogensinstelling verhoogt, wordt het
geluid van de zender sterker en gaat de batterij minder lang
mee.
Als de batterij van de zender sneller leeg raakt dan de
verwachte levensduur van de batterij (Specificaties, pagina 6),
moet u ervoor zorgen dat de zender na een duik terugkeert naar
de modus voor laag vermogen.
Wanneer u na een duik weer terugkeert naar het
wateroppervlak, haalt u druk van de regelaar af.
De geïnstalleerde zender schakelt over naar de modus voor
laag energieverbruik nadat er twee minuten zijn verstreken.
1
Het toestel is bestand tegen druk tot een diepte van maximaal 110 meter. Ga
voor meer informatie naar garmin.com/waterrating.
2
Afgezien van normale slijtage worden de prestaties niet beïnvloed door veroude-