Garmin Delta XC, Delta Sport XC User manual [nl]

Delta® XC serie
Gebruikershandleiding
April 2015
Gedrukt in Taiwan 190-01875-35_0A
Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar
www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product.
Garmin® en het Garmin logo zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Delta® is een handelsmerk van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.

Inhoudsopgave

Aan de slag..................................................................... 1
Het Delta XC systeem instellen.................................................. 1
Overzicht van toestellen............................................................. 1
Delta XC handheld-toestel..................................................... 1
LCD-scherm........................................................................... 1
Delta XC halsbandtoestel...................................................... 1
Het halsbandtoestel bevestigen aan de halsband...................... 1
Het handheld-toestel opladen..................................................... 1
Het halsbandtoestel opladen...................................................... 2
De toestellen inschakelen........................................................... 2
De toestellen uitschakelen..................................................... 2
Halsbandtoestellen..................................................................... 2
Een halsbandtoestel koppelen met het handheld-toestel...... 2
Een halsbandtoestel selecteren................................................. 2
Meerdere halsbandtoestellen beheren....................................... 2
Hondentraining............................................................... 2
De contactpunten selecteren en installeren............................... 2
De halsband omdoen................................................................. 3
Trainingsintensiteiten en -methoden.......................................... 3
Trainingsmodi............................................................................. 3
Een trainingsmodus selecteren..............................................3
Het juiste intensiteitsniveau kiezen............................................. 3
Het intensiteitsniveau wijzigen............................................... 4
Basistrainingscommando's......................................................... 4
Uw hond leren volgen............................................................ 4
Uw hond leren zitten en blijven.............................................. 4
Uw hond leren komen............................................................ 4
Halsbandtraining.................................................................... 4
BarkLimiter modus...................................................................... 5
De BarkLimiter modus inschakelen....................................... 5
Het BarkLimiter intensiteitsniveau wijzigen............................ 5
Trainen met BarkLimiter.........................................................5
Toestelinformatie........................................................... 5
Delta XC handheld-toestel - specificaties................................... 5
Delta XC halsbandtoestel - specificaties.................................... 6
Het batterijniveau van het halsbandtoestel controleren.............. 6
Delta XC instructies voor het vervangen van de batterij............. 6
Delta XC handheld-toestel - onderdelen................................ 6
De batterij van het Delta XC handheld-toestel vervangen..... 6
Delta XC halsbandtoestel - onderdelen................................. 7
De batterijmodule van het Delta XC halsbandtoestel
vervangen.............................................................................. 7
Meer informatie........................................................................... 7
Het toestel registreren................................................................ 7
Index................................................................................ 8
Inhoudsopgave i

Aan de slag

WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.

Delta XC halsbandtoestel

Het Delta XC systeem instellen

Voordat u gebruik kunt maken van het Delta XC systeem, moet u de toestellen instellen.
Bevestig het halsbandtoestel aan de halsband (Het
1
halsbandtoestel bevestigen aan de halsband).
Laad het handheld-toestel op (Het handheld-toestel opladen).
2
Laat het halsbandtoestel op (Het halsbandtoestel opladen).
3
Schakel de toestellen in (De toestellen inschakelen).
4
Koppel indien nodig het halsbandtoestel met het handheld-
5
toestel (Een halsbandtoestel koppelen met het handheld-
toestel).

Overzicht van toestellen

Delta XC handheld-toestel

Aan-uitknop
À
Statuslampje
Á
Contactpunten
Â
Contactpunten oplaadclip
Ã

Het halsbandtoestel bevestigen aan de halsband

Steek het uiteinde van de halsband met de gesp À naar
1
buiten door de gleuf Á op het halsbandtoestel.
Trek ongeveer twee derde van de halsband door de gleuf.
2
Steek het uiteinde van de halsband door de gleuf  op de
3
andere kant van het toestel. Trek de band aan tot deze strak loopt langs de voorkant van
4
het toestel.
Aan-uitknop / BarkLimiter™ knop (alleen Delta Sport™ XC)
À
Selectieknoppen voor intensiteitsniveau
Á
Trainingsknoppen
Â
Selectieknop voor halsbandtoestel
Ã
Selectieknop voor trainingsmodus
Ä

LCD-scherm

Å
LCD-scherm
Geselecteerde halsbandtoestel
À
Intensiteitsniveau voor stimulatie
Á
Batterijniveau
Â
Geselecteerde trainingsmodus
Ã
BarkLimiter modus (Delta Sport XC)
Ä

Het handheld-toestel opladen

KENNISGEVING
U voorkomt corrosie door de USB-poort, de beschermkap en de omringende delen grondig af te drogen voordat u het toestel oplaadt of aansluit op een computer.
U moet de batterij volledig opladen voordat u het toestel voor de eerste keer gaat gebruiken. Het opladen van een geheel lege batterij duurt circa 2 uur.
OPMERKING: Het opladen is alleen mogelijk binnen een temperatuurbereik van 0° tot 40°C (32° tot 104°F).
Trek het beschermkapje À omhoog.
1
Sluit het smalle uiteinde van de voedingskabel aan op de
2
mini-USB-poort Á op het toestel. Sluit het andere uiteinde van de voedingskabel aan op een
3
geschikte stroomvoorziening.
Aan de slag 1
Het LCD-scherm van het handheld-toestel geeft het actuele oplaadniveau van de batterij aan. Het toestel is volledig geladen als het pictogram voor het batterijniveau ophoudt te knipperen.

Het halsbandtoestel opladen

KENNISGEVING
Om corrosie te voorkomen, dient u de contactpunten op de halsband en het omliggende gebied grondig droog te maken voordat u oplaadclip aansluit.
Voordat u de halsband om de hals van uw hond bevestigt, moet u eerst de laadclip verwijderen. Als u de clip niet verwijdert, kan deze losraken van de halsband en kwijt raken.
U moet de batterij volledig opladen voordat u het toestel voor de eerste keer gaat gebruiken. Het opladen van een lege batterij duurt circa twee uur. Het opladen is alleen mogelijk binnen een temperatuurbereik van 0° tot 40°C (32° tot 104°F).
Klik de oplaadclip À op het toestel.
1
Sluit het smalle uiteinde van de voedingskabel aan op de
2
mini-USB-poort Á op de oplaadclip.
Sluit het andere uiteinde van de voedingskabel aan op een
3
stroomvoorziening.
Het statuslampje brandt rood wanneer de halsband wordt
opgeladen.
Wanneer het statuslampje groen wordt, kunt u de oplaadclip
4
van de halsband verwijderen. OPMERKING: Elke keer als het halsbandtoestel wordt
opgeladen of uitgeschakeld, worden de fabrieksinstellingen van het toestel hersteld.
Een halsbandtoestel koppelen met het handheld­toestel
OPMERKING: Als uw handheld-toestel en het halsbandtoestel
in hetzelfde pakket zijn geleverd, zijn de toestellen al in de fabriek gekoppeld met de zwarte kleurselectie.
Schakel het halsbandtoestel en het handheld-toestel in.
1
Selecteer op het handheld-toestel om een kleur te kiezen.
2
geeft de geselecteerde kleur aan.
Selecteer op het handheld-toestel een intensiteitsniveau
3
hoger dan 0 (Het intensiteitsniveau wijzigen). Houd de aan-uitknop op het halsbandtoestel ingedrukt.
4
U dient deze knop ingedrukt te houden tijdens het koppelen. Het toestel piept één keer als u de aan-uitknop selecteert en
na vijf seconden piept het nog een keer. Na de tweede pieptoon selecteert u een trainingsknop op het
5
handheld-toestel.
Het halsbandtoestel wordt uitgeschakeld en piept om aan te geven of de toestellen zijn gekoppeld.
Korte pieptoon Toestellen zijn gekoppeld
Lange pieptoon Toestellen zijn niet gekoppeld
TIP: Als de toestellen niet zijn gekoppeld, dient u te controleren of de batterijen in beide toestellen volledig zijn opgeladen en dat het intensiteitsniveau hoger is ingesteld dan 0.

Een halsbandtoestel selecteren

Voordat u een halsbandtoestel kunt selecteren en bedienen, moet u het halsbandtoestel koppelen met het handheld-toestel (Een halsbandtoestel koppelen met het handheld-toestel).

Selecteer om de kleur te kiezen.
geeft de geselecteerde kleur aan.
De trainingsknoppen besturen het halsbandtoestel dat aan de geselecteerde kleur is toegewezen.

Meerdere halsbandtoestellen beheren

U kunt het maximum aantal actieve halsbandtoestellen instellen dat wordt bediend met uw handheld-toestel.
Houd ingedrukt.
1
geeft de actieve toestellen aan.
Laat los om de actieve halsbandtoestellen te selecteren.
2

De toestellen inschakelen

• Houd de aan-uitknop ingedrukt op het handheld-toestel totdat
het LCD-scherm wordt ingeschakeld.
• Houd de aan-uitknop ingedrukt op het halsbandtoestel totdat
het statuslampje knippert en de halsband piept.

De toestellen uitschakelen

• Houd de aan-uitknop op het handheld-toestel ingedrukt totdat
het LCD-scherm wordt uitgeschakeld.
• Houd de aan-uitknop op het halsbandtoestel ingedrukt totdat
het statuslampje knippert en de halsband piept.

Halsbandtoestellen

U kunt maximaal drie halsbandtoestellen gebruiken per handheld-toestel. U kunt voor elk halsbandtoestel een andere trainingsmodus en een ander intensiteitsniveau selecteren.
Elk halsbandtoestel moet worden gekoppeld met het handheld­toestel voordat het kan worden gebruikt. Tijdens het koppelen, wordt voor elk halsbandtoestel een kleur toegewezen op het handheld-toestel. geeft de geselecteerde kleur aan.
2 Hondentraining
Doe onderzoek naar de trainingsmethoden die het beste passen bij u, uw hond en uw behoeften. Deze handleiding geeft een aantal vuistregels voor training, maar elke hond heeft andere trainingsbehoeften.
Wanneer het Delta XC trainingssysteem goed wordt gebruikt, is het een zeer effectief trainingshulpmiddel om het volledige potentieel uit uw hond te halen. Het trainingssysteem is bedoeld als onderdeel van een algemeen trainingsprogramma.
Begin de training van uw hond aan een riem zonder het Delta XC trainingssysteem. Uw hond moet de commando's 'volg', 'zit' en 'hier' gehoorzamen. Als de hond aan deze drie basiscommando's gehoorzaamt, kunt u beginnen te trainen met het halsbandtoestel en de riem. Wanneer de hond consequent gehoorzaamt aan commando's met de riem en de halsband, kunt u wellicht de riem afdoen en alleen trainen met het halsbandtoestel.

De contactpunten selecteren en installeren

Voor de beste resultaten selecteert u de juiste contactpunten op basis van de vacht van uw hond.

Hondentraining

Selecteer de juiste lengte van de contactpunten voor het type
1
vacht van uw hond:
• Gebruik de lange contactpunten voor honden met dikkere vachten.
• Gebruik de korte contactpunten voor honden met dunnere vachten.
Gebruik indien nodig de meegeleverde sleutel om de
2
contactpunten te verwijderen. Draai de contactpunten in de halsband.
3
Draai de contactpunten vast met de meegeleverde sleutel,
4
maar niet te strak.
Zorg ervoor dat de contactpunten strak tegen de hals aan zitten als u de hond halsband omdoet.

De halsband omdoen

LET OP
Als u irritatie door de contactpunten wilt voorkomen, verwijdert u om de 24 uur de halsband gedurende ten minste acht uur.
Dit toestel mag niet voor mensen worden gebruikt. Probeer het niet uit op personen.
KENNISGEVING
Voordat u de halsband om de hals van uw hond bevestigt, moet u eerst de laadclip verwijderen. Als u de clip niet verwijdert, kan deze losraken van de halsband en kwijt raken.
Om de hond goed te kunnen corrigeren, moeten de halsband en het toestel goed om de hals van de hond worden bevestigd. Als de halsband te los zit of niet goed gepositioneerd is, kunnen de correcties inconsistent zijn. Dit kan ervoor zorgen dat de training langer duurt of niet effectief is.
Doe de halsband om het midden van de hals.
1
Plaats het toestel voor op de hals van de hond, met het
2
statuslampje richting onderkaak van de hond en de contactpunten tegen de keel.
TIP: Voor blafcorrectie moeten de contactpunten van het toestel zich dicht bij de stembanden van de hond bevinden. De exacte plaats kan per hondenras verschillen. Als het toestel het geblaf van de hond niet lijkt te detecteren, kunt u proberen de juiste plaats te vinden door het toestel verder van of dichter bij de romp van de hond te positioneren.
Trek de halsband strakker rond de hals van de hond en maak
3
de gesp vast. OPMERKING: De band moet stevig vastzitten, zodat deze
niet kan verdraaien of verschuiven. De hond moet zijn voer en water normaal kunnen doorslikken. Observeer het gedrag van uw hond om te controleren of de band niet te strak zit.
OPMERKING: De contactpunten moeten contact maken met de huid van de hond om effectief te zijn.
Als de band te lang is, kunt u deze inkorten tot er nog
5
minimaal 8 cm (3 inch) band uitsteekt. TIP: Markeer het gaatje in de band waar de gesp wordt
vastgemaakt, zodat u dit later gemakkelijk kunt terugvinden.

Trainingsintensiteiten en -methoden

U kunt verschillende methoden gebruiken om uw hond te trainen. Het Delta XC systeem biedt 18 intensiteitsniveaus voor stimulatie, die stapsgewijs toenemen van 1 tot 18.
Moment-stimulatie: Er wordt een korte stimulatie toegepast
wanneer u op de trainingsknop drukt, ongeacht hoe lang u de knop indrukt.
Continue stimulatie: Er wordt stimulatie toegepast bij de hond
gedurende de tijd dat u de trainingsknop indrukt, maximaal 8 seconden. De stimulaties die u toepast, dienen gewoonlijk veel korter te zijn dan 8 seconden.
Toon: Er wordt een hoorbare toon geactiveerd gedurende de
tijd dat u de trainingsknop ingedrukt houdt, maximaal 8 seconden. Een toon kan worden gebruikt als een positieve of negatieve trainingsmethode, afhankelijk van uw trainingsprogramma.
Vibratie: Er wordt een trilsignaal toegepast bij de hond in plaats
van stimulatie gedurende de tijd dat u de trainingsknop indrukt, maximaal 8 seconden. De effectiviteit van het trilsignaal is afhankelijk van het karakter en de ervaring van de hond.

Trainingsmodi

Het Delta XC systeem biedt verschillende trainingsmodi, die verschillende combinaties van kortstondige stimulatie, continue stimulatie, geluid en trillingen toepassen op de trainingsknoppen (Trainingsintensiteiten en -methoden). De drie verticale letters op het LCD-scherm komen overeen met de trainingsknoppen, van boven naar beneden. Trainingsknoppen die een stimulatie activeren worden aangeduid als hoog of laag.
Modus Bovenste
TVM Toon Vibratie Moment
VCM Vibratie Continu
TCM Toon Continu
CMM (alleen Delta Sport XC)
MCC (alleen Delta Sport XC)
knop
Continu (hoog)
Moment (hoog)
Middelste knop
(hoog)
(hoog)
Moment (hoog)
Continu (hoog)
Onderste knop
(laag)
Moment (hoog)
Moment (hoog)
Moment (laag)
Continu (laag)
Beschrijving
Beginnende trainer, gevoelige hond, of kleine correcties
Allround training
Allround training
Geavanceerde training, populair voor jachthondentraining
Geavanceerde training, populair voor gehoorzaamheidstraining

Een trainingsmodus selecteren

U kunt voor elk halsbandtoestel een andere trainingsmodus selecteren.
Selecteer een halsbandtoestel (Een halsbandtoestel
1
selecteren).
Selecteer MODE om door de verschillende trainingsmodi te
2
bladeren.

Het juiste intensiteitsniveau kiezen

Stel de intensiteit in op het laagste niveau (Het
1
intensiteitsniveau wijzigen).
Beweeg het toestel heen en weer, zodat de contactpunten
4
door de vacht van de hond heendringen.
Hondentraining 3
Druk op een trainingsknop.
2
Kijk of de hond reageert, bijvoorbeeld door met de kop te
3
schudden of met een nekbeweging of met een andere uitdrukking.
Soms maken honden een geluid omdat ze verrast zijn door de elektrische stimulatie. Als de hond meerdere keren geluid maakt, is het intensiteitsniveau te hoog voor basistraining.
Als de hond geen reactie geeft, kunt u de intensiteit met een
4
niveau verhogen tot de hond een kleine maar zichtbare reactie geeft.
Het intensiteitsniveau dat een kleine maar zichtbare reactie oplevert, is het beginniveau voor de basistraining van uw hond. Het is niet nodig of raadzaam om deze intensiteitstest nogmaals uit te voeren.
Zodra u bent begonnen met de training, zijn de prestaties van de hond de richtlijn voor het selecteren van een intensiteit. Naarmate de hond vooruitgang boekt, moet u het niveau wellicht aanpassen aan de trainingssituatie.

Het intensiteitsniveau wijzigen

U kunt voor elk halsbandtoestel een ander intensiteitsniveau selecteren.
Selecteer een halsbandtoestel (Een halsbandtoestel
1
selecteren).
Selecteer of om het intensiteitsniveau te verhogen of te
2
verlagen. Het intensiteitsniveau wordt als een getal op het lcd-scherm
weergegeven. TIP: Houd of ingedrukt om snel de verschillende
intensiteitsniveaus te doorlopen.

Basistrainingscommando's

U kunt de training van uw hond het beste beginnen met een aantal basiscommando's zonder het Delta XC trainingssysteem te gebruiken om de hond te corrigeren. Leer de hond de drie basiscommando's in deze volgorde: 'volg', 'zit', en 'hier'.
Doe de hond tijdens de eerste trainingsfase het halsbandtoestel om, maar schakel dit nog niet in. Zo kan de hond wennen aan het toestel voordat u het gebruikt om de hond te corrigeren. Ook voorkomt u op die manier een "pavlovreactie" (Pavlovreactie
voorkomen).
In het begin houdt u de trainingssessies het beste kort en probeert u de hond per sessie slechts één commando te leren. Op die manier voorkomt u dat de hond in de war raakt en boekt hij sneller vooruitgang. Let goed op de hond tijdens de training, zodat u op een gegeven moment merkt wanneer u het tempo kunt verhogen of juist moet verlagen en wanneer het tijd is voor een pauze.
Met veel herhaling, consequentheid, geduld en heel veel belonen zal de hond de commando's na enkele sessies gaan gehoorzamen. Honden leren niet allemaal even snel en sommige honden hebben meer tijd nodig om deze commando's onder de knie te krijgen. Zodra de hond deze basiscommando's lijkt te begrijpen terwijl hij aangelijnd is, kunt u beginnen met halsbandtraining. Houd de hond wel nog steeds aan de riem.

Uw hond leren volgen

Voordat u begint met trainen, lijnt u de hond aan en kiest u een omgeving met zo min mogelijk afleidingen.
Het eerste commando dat u de hond gaat leren is 'volg'.
Met de hond aangelijnd naast u, draagt u de hond op u te
1
volgen en begint u te lopen terwijl u zachtjes aan de riem trekt.
Als de hond voor u komt, herhaalt u het commando 'volg' en
2
loopt u in een andere richting of trekt u de riem naar achteren.
Als de hond achterop raakt, trekt u zachtjes aan de riem om
3
de hond weer naast u te brengen.
Beloon de hond uitbundig wanneer hij gehoorzaamt.

Uw hond leren zitten en blijven

Voordat u begint met trainen, lijnt u de hond aan en kiest u een omgeving met zo min mogelijk afleidingen. Voordat u de hond leert om te zitten en te blijven, moet de hond eerst kunnen volgen.
Het werkelijke commando is 'zit' en het commando 'blijf' is impliciet. Wanneer u de hond opdracht geeft om te zitten, moet hij blijven zitten tot u anders aangeeft.
Begin met het leren van dit commando terwijl de hond u volgt
1
aan de riem. Stop met lopen, trek de riem omhoog en zeg 'zit'.
2
Houd een vaste spanning op de riem tot de hond het
3
commando gehoorzaamt. Als de hond niet gehoorzaamt en in de war lijkt, duwt u
4
zachtjes op de achterhand van de hond, zodat hij gaat zitten.
Beloon de hond uitbundig wanneer hij gaat en blijft zitten.

Uw hond leren komen

Voordat u begint met trainen, lijnt u de hond aan en kiest u een omgeving met zo min mogelijk afleidingen. Voordat u de hond het commando 'hier' gaat leren, moet de hond kunnen volgen en zitten. Wellicht hebt u een langere riem nodig om het commando 'hier' effectief te oefenen.
'Hier' is het belangrijkste commando dat u uw hond moet leren. Met dit commando houdt u controle over uw hond en kunt u uw hond bij u roepen in potentieel gevaarlijke situaties. U moet uw hond dit commando goed leren.
Beweeg terwijl de hond zit weg van het uiteinde van de riem.
1
Draag de hond op te komen door 'hier' te zeggen en zachtjes
2
aan de riem te trekken. Beloon de hond uitbundig zodra hij naar u toe komt.
3
Zodra de hond van richting dreigt te veranderen, trekt u
4
zachtjes aan de riem en herhaalt u het commando 'hier'.
Het kan zijn dat de hond niet naar dit commando wil luisteren. Met herhaling en geduld leert de hond het commando te gehoorzamen.

Halsbandtraining

Begin de training van uw hond aan een riem zonder dat u het Delta XC trainingssysteem gebruikt. Zodra uw hond de commando's 'volg', 'zit' en 'hier' begrijpt, kunt u gaan trainen met de halsband en de riem.
Tijdens de eerste fase met de halsband leert de hond dat een signaal van de halsband hetzelfde betekent als wanneer u aan de riem trekt. In het begin is het mogelijk dat de hond schrikt van de elektronische stimulatie. Het is belangrijk om geduldig en consequent te zijn en niet met een te hoge intensiteit te beginnen. Wees redelijk en consequent en gebruik herhaling en beloning tijdens het trainen met de halsband.
Als de hond niet reageert op het intensiteitsniveau dat u hebt geselecteerd (Het juiste intensiteitsniveau kiezen), verhoogt u de intensiteit een niveau tot u de gewenste reactie krijgt. Nadat u de gewenste reactie hebt gekregen, kunt u het intensiteitsniveau verlagen zolang de hond hetzelfde blijft reageren.
Wanneer de hond de commando's beter gehoorzaamt, kunt u afleidingen introduceren. Rol bijvoorbeeld een bal voor de hond langs of loop met hem in het bijzijn van anderen.
Zodra de hond het commando consequent gehoorzaamt, kunt u de riem afdoen en alleen met de halsband gaan trainen.
OPMERKING: Train uw hond alleen zonder riem als de omgeving en het temperament van uw hond dit toelaten. Volg altijd de plaatselijke wet- en regelgeving met betrekking tot het aanlijnen van honden.
4 Hondentraining
In de meeste trainingssituaties zult u uiteindelijk geen stimulatie hoeven te gebruiken bij een commando. Gebruik stimulatie alleen wanneer u een commando moet herhalen omdat de hond de eerste keer niet gehoorzaamde.
Als de hond eenmaal beter is getraind, kunt u het gebruik van de halsband verminderen. Laat de hond de halsband dragen tot u er zeker van bent dat u deze niet meer nodig hebt om geleerde commando's kracht bij te zetten. Als u de halsband te snel aan de kant legt, kan dat later tot problemen leiden.
Pavlovreactie voorkomen
Als u het Delta XC trainingssysteem niet op de juiste manier gebruikt als onderdeel van uw algehele trainingsprogramma, kan de hond een pavlovreactie gaan vertonen. De hond gehoorzaamt commando's dan zolang hij het halsbandtoestel draagt, maar gehoorzaamt niet als hij de halsband niet draagt. Volg deze tips om dit soort gedrag te voorkomen.
• Begin de training van uw hond zonder het Delta XC trainingssysteem om hem te corrigeren (Basistrainingscommando's).
• Schakel het halsbandtoestel uit en laat de hond de halsband dragen tijdens de basistraining.
Zo kan de hond wennen aan het toestel voordat u het gebruikt om de hond te corrigeren.
• Schakel het halsbandtoestel uit en laat de hond de halsband dragen buiten de trainingssessies om.
Op die manier went de hond aan de halsband en voorkomt u dat de hond de halsband associeert met training of gehoorzaamheid.
• Beloon de hond uitbundig wanneer hij een commando gehoorzaamt.
Uw hond leren volgen en zitten met de halsband
Voordat u uw hond met behulp van de halsband gaat trainen, moet uw hond de commando's 'volg', 'zit' en 'hier' gehoorzamen aan de riem. Ook moet u de hond de halsband omdoen (De
halsband omdoen) en het juiste intensiteitsniveau bepalen (Het juiste intensiteitsniveau kiezen).
Begin de halsbandtraining met de commando's 'volg' en 'zit'.
Trek terwijl de hond aangelijnd naast u loopt de riem omhoog
1
en gebruik het commando 'zit'. Als de hond niet meteen gaat zitten, drukt u kort op een
2
trainingsknop en herhaalt u het commando 'zit'. Beloon de hond uitbundig wanneer hij gehoorzaamt.
3
Zodra de hond het commando 'zit' gehoorzaamt zonder halsbandstimulatie, kunt u verdergaan met het commando 'volg'.
Met de hond aangelijnd en met de halsband om naast u,
4
draagt u de hond op u te volgen en begint u te lopen terwijl u zachtjes aan de riem trekt.
Als de hond niet volgt, drukt u kort op een trainingsknop,
5
herhaalt u het commando 'volg' en loopt u in een andere richting of trekt u de riem naar achteren.
Beloon de hond uitbundig wanneer hij gehoorzaamt.
6
Uw hond leren komen met de halsband
Voordat u uw hond met behulp van de halsband gaat trainen om te komen, moet uw hond de commando's 'volg' en 'zit' gehoorzamen met de halsband om. Doe de halsband om (De
halsband omdoen) en bepaal het juiste intensiteitsniveau (Het juiste intensiteitsniveau kiezen). Wellicht hebt u een langere
riem nodig om het commando 'hier' effectief te oefenen.
Beweeg terwijl de hond zit weg van het uiteinde van de riem.
1
Draag de hond op te komen door 'hier' te zeggen.
2
Als de hond niet meteen naar u toe komt, drukt u kort op een
3
trainingsknop, trekt u zachtjes aan de riem en herhaalt u het commando 'hier'.
Beloon de hond uitbundig zodra hij naar u toe komt.
4
Zodra de hond van richting dreigt te veranderen, drukt u kort
5
op een trainingsknop en herhaalt u het commando 'hier'.

BarkLimiter modus

Als u de BarkLimiter modus inschakelt, activeert het handheld­toestel automatisch een stimulatie wanneer het halsbandtoestel een blaf detecteert.

De BarkLimiter modus inschakelen

Als de BarkLimiter modus is ingeschakeld, corrigeert het toestel de blafgeluiden van de hond automatisch.
Selecteer .
verschijnt op het LCD-scherm en het statuslampje op het halsbandtoestel knippert drie keer als de BarkLimiter modus wordt geactiveerd.
TIP: Als er sprake is van interferentie of als de hond zich buiten het bereik van het handheld-toestel bevindt, wordt de BarkLimiter modus van het halsbandtoestel soms niet geactiveerd. Als is geselecteerd op het LCD-scherm, kunt u het toestel met een willekeurige trainingsknop dwingen om de BarkLimiter modus te activeren.

Het BarkLimiter intensiteitsniveau wijzigen

U kunt het BarkLimiter intensiteitsniveau aanpassen aan uw trainingsstijl en voorkeuren.
Als de BarkLimiter modus is ingeschakeld, selecteert u of
om het intensiteitsniveau te wijzigen:
• Selecteer U om de stimulatie alleen in te stellen op trilling.
• Selecteer A om Zelfregelend in te schakelen. Het systeem begint bij de laagste intensiteit en verhoogt de intensiteit automatisch op basis van het blafgedrag van uw hond. Het kan tot een minuut duren voordat het systeem een intensiteit heeft bereikt die hoog genoeg is om de hond ervan te weerhouden te blaffen.
• Selecteer een instelling tussen 1 en 18 om een specifiek intensiteitsniveau in te stellen.

Trainen met BarkLimiter

U kunt uw hond trainen terwijl de BarkLimiter modus is ingeschakeld.
Selecteer terwijl de BarkLimiter modus actief is.
1
en een drieletterige trainingsmodus verschijnen op het
LCD-scherm. Selecteer een trainingsmodus (Een trainingsmodus
2
selecteren).
Selecteer een intensiteitsniveau (Het intensiteitsniveau
3
wijzigen).
OPMERKING: In de trainingsmodus zijn aanpassingen aan het intensiteitsniveau alleen van toepassing op de trainingsknoppen. U kunt het BarkLimiter intensiteitsniveau alleen aanpassen wanneer de BarkLimiter modus is geactiveerd en de trainingsmodus niet actief is.

Toestelinformatie

Delta XC handheld-toestel - specificaties

Batterijtype Oplaadbare, vervangbare
Batterijduur 60 uur bij normaal gebruik
Bedrijfstemperatuurbereik Van -20° tot 60°C (van -4° tot
Laadtemperatuurbereik Van 0° tot 40°C (van 32° tot
Opslagtemperatuurbereik (tot 1 maand)
lithium-ionbatterij
140°F)
104°F)
Van -20° tot 50°C (van -4° tot 122°F)
Toestelinformatie 5
Opslagtemperatuurbereik (tot 3 maanden)
Opslagtemperatuurbereik (tot 1 jaar) Van -20° tot 20°C (van -4° tot
Waterbestendigheid IEC 60529 IPX7*
Draadloos bereik (Delta Upland XC) 1,2 km (0,75 mijl)
Draadloos bereik (Delta Sport XC) 1,2 km (0,75 mijl)
Draadloos bereik (Delta XC) 0,8 km (0,5 mijl)
Van -20° tot 40°C (van -4° tot 104°F)
68°F)
*Het toestel is bestand tegen incidentele blootstelling aan water tot een diepte van 1 meter gedurende maximaal 30 minuten. Ga voor meer informatie naar www.garmin.com/waterrating.

Delta XC halsbandtoestel - specificaties

Batterijtype Oplaadbare, vervangbare lithium-
Batterijduur 60 uur bij normaal gebruik
Bedrijfstemperatuurbereik Van -20° tot 50°C (van -4° tot
Laadtemperatuurbereik Van 0° tot 40°C (van 32° tot 104°F)
Opslagtemperatuurbereik (tot 1 maand)
Opslagtemperatuurbereik (tot 3 maanden)
Opslagtemperatuurbereik (tot 1 jaar)
Waterbestendigheid IEC 60529 IPX7*
*Het toestel is bestand tegen incidentele blootstelling aan water tot een diepte van 1 meter gedurende maximaal 30 minuten. Ga voor meer informatie naar www.garmin.com/waterrating.
ionbatterij
122°F)
Van -20° tot 60°C (van -4° tot 140°F)
Van -20° tot 45°C (van -4° tot 113°F)
Van -20° tot 30°C (van -4° tot 86°F)

Het batterijniveau van het halsbandtoestel controleren

Schakel het halsbandtoestel in.
Het statuslampje knippert om de paar seconden wanneer het toestel is ingeschakeld. De kleur van het statuslampje geeft het oplaadniveau van de batterij aan.
Groen De batterij is opgeladen.
Geel Het batterijniveau is lager dan 50%.
Rood De batterij moet binnenkort worden opgeladen.
Rood knipperend De batterij moet meteen worden opgeladen.
Trainingsfuncties zijn uitgezet.

Delta XC instructies voor het vervangen van de batterij

WAARSCHUWING
Dit product bevat een lithium-ionbatterij. Ter voorkoming van persoonlijk letsel en schade aan het product als gevolg van blootstelling van de batterij aan extreme hitte dient u het toestel buiten het bereik van direct zonlicht te bewaren.
Gebruik nooit een scherp voorwerp om de batterijen te verwijderen.

Delta XC handheld-toestel - onderdelen

À Á Â Ã Ä
Veiligheidsschroeven
Achterplaat
Batterij
Batterijconnector
Pakking

De batterij van het Delta XC handheld-toestel vervangen

Maak het toestel helemaal schoon, droog en stofvrij voordat u de batterij vervangt. Houd de bij de nieuwe batterij geleverde veiligheidsschroevendraaier bij de hand.
Een vervangende batterij is verkrijgbaar via
http://buy.garmin.com. Gebruik uitsluitend een origineel Garmin
vervangingsonderdeel.
Verwijder de zes veiligheidsschroeven op de achterkant van
1
het toestel. Til de achterplaat omhoog.
2
Pak de kabeltjes dicht bij de batterijconnector vast en trek de
3
connector in parallel met de printplaat eruit om de batterijconnector los te koppelen van het toestel.
Verwijder de oude batterij van de achterplaat. Let daarbij op
4
de stand van de batterij. De batterij zit stevig vast. Mogelijk moet u de batterij met een
niet-scherp, niet-metalen voorwerp eruit wrikken. Plaats de nieuwe batterij in dezelfde stand als de oude
5
batterij in de achterplaat met het label naar boven. Sluit de batterijconnector van de nieuwe batterij aan op het
6
toestel. Als de connector goed is geïnstalleerd, klikt deze vast in de
poort. Controleer of de pakking niet is beschadigd en of deze goed
7
in de uitsparing zit. Houd de achterplaat en het toestel stevig tegen elkaar en
8
plaats de zes veiligheidsschroeven terug, maar draai ze nog niet vast.
Controleer of de achterplaat en het toestel volledig tegen
9
elkaar aanzitten. Draai de schroeven gelijkmatig vast.
10
®
LET OP
Neem contact op met uw gemeente voor informatie over het hergebruik van de batterijen.
6 Toestelinformatie

Delta XC halsbandtoestel - onderdelen

• Bewaar uw originele aankoopbewijs of een fotokopie op een veilige plek.
À Á Â Ã Ä
Batterijmodule
Pakking
Batterijconnector
Toestel
Veiligheidsschroeven

De batterijmodule van het Delta XC halsbandtoestel vervangen

Maak het toestel helemaal schoon, droog en stofvrij voordat u de batterij vervangt. Houd de bij de nieuwe batterij geleverde veiligheidsschroevendraaier bij de hand.
Een vervangende batterijmodule is verkrijgbaar via
http://buy.garmin.com. Gebruik uitsluitend een gecertificeerd
Garmin vervangingsonderdeel. De batterijmodule bestaat uit een voorgemonteerde achterplaat met pakking, een batterij en een batterijconnector.
Verwijder de vier veiligheidsschroeven in de hoeken van het
1
toestel. Til de batterijmodule omhoog.
2
Pak de kabeltjes dicht bij de batterijconnector vast en trek de
3
connector van de printplaat af om de batterijconnector los te koppelen van het toestel.
Sluit de batterijconnector van de nieuwe batterijmodule aan
4
op het toestel. Als de connector goed is geïnstalleerd, klikt de contactstop
van de connector vast in de aansluitpoort en loopt de bovenkant van de contactstop gelijk met de randen van de aansluitpoort.
Controleer of de pakking niet is beschadigd en of deze goed
5
in de uitsparing zit. Houd de batterijmodule en het toestel stevig tegen elkaar en
6
plaats de vier veiligheidsschroeven terug, maar draai ze nog niet vast.
Controleer of de batterijmodule en het toestel volledig tegen
7
elkaar aanzitten. Draai de schroeven gelijkmatig vast.
8

Meer informatie

Meer informatie over dit product vindt u op de website van Garmin.
• Ga naar www.garmin.com/outdoor.
• Ga naar www.garmin.com/learningcenter.
• Ga naar http://buy.garmin.com of neem contact op met uw Garmin dealer voor informatie over optionele accessoires en vervangingsonderdelen.

Het toestel registreren

Vul de onlineregistratie nog vandaag in, zodat wij u beter kunnen helpen.
• Ga naar http://my.garmin.com.
Toestelinformatie 7

Index

A
aan-uitknop 1, 2 accessoires 7
B
batterij
levensduur 1, 6 opladen 1 vervangen 6, 7
blafcorrectie 1, 5
C
contactpunten 1–3
E
een halsband koppelen 2
H
halsband
bevestigingsband 1 contactpunten 1, 2 koppelen 2 omdoen 3 opladen 2
halsbandtoestel 1, 2, 5
koppelen 2
hond
halsband 5 training 2, 4, 5 training, basis 2, 4, 5 training, intensiteitsniveaus 3 trainingsintensiteitsniveaus 3
I
intensiteitsniveau 1
kiezen 3 wijzigen 4
K
knoppen 1 koppelen, halsband 2
O
opladen
halsband 2 handheld 1
P
problemen oplossen 7 productregistratie 7
S
selecteren 2 specificaties 5, 6
T
toestel, registratie 7 toestel registreren 7 training 4, 5
modi 1, 3, 5
8 Index
www.garmin.com/support
+43 (0) 820 220230 + 32 2 672 52 54
0800 770 4960 1-866-429-9296
+385 1 5508 272 +385 1 5508 271
+ 45 4810 5050 + 358 9 6937 9758
+ 331 55 69 33 99 + 39 02 36 699699
(+52) 001-855-792-7671 0800 0233937
+47 815 69 555
(+35) 1214 447 460 +386 4 27 92 500
0861 GARMIN (427 646) +27 (0)11 251 9999
+ 46 7744 52020 +886 2 2642-9199 ext 2
+420 221 985466 +420 221 985465
00800 4412 454 +44 2380 662 915
+34 93 275 44 97
0808 238 0000 +44 (0) 870 8501242
913-397-8200 1-800-800-1020
+49 (0)180 6 427646 20 ct./Anruf. a. d. deutschen Festnetz,
Mobilfunk max. 60 ct./Anruf
© 2015 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Loading...