Gaggenau CE491212, CE491202, CE491112 User Manual [nl]

Page 1
Elektrische kookplaat CE 481 CE 491
Gaggenau Gebruiksaanwijzing
Page 2
Page 3
Veiligheidsvoorschriften 4
Voordat u het apparaat in gebruik neemt 4 Veiligheid tijdens het koken 4 Bij beschadiging van de kookplaat 4 Afneembare magnetische bedieningsknop 4
Ingebruikneming 5
Voorkom schade aan het apparaat 5
De pannen 5 Overgelopen voedingsmiddelen 5 Krassen op de glaskeramische plaat 5 Harde en spitse voorwerpen 5 Afneembare magnetische bedieningsknop 5
Zo ziet uw nieuwe kookplaat eruit 6
De kookzones 6 Bedieningspaneel 7 Symbolen 7 Extra toebehoren 7
Het principe 8
Hoofdschakelaar 8 Sensortoetsen 8 Kookzones met bijschakelbare buitenring 8 Elektronische aankookregeling 8 Twist-Pad met bedieningsknop 8 Bedieningsknop bewaren 8
Bediening 9
In- en uitschakelen 9 Kookstand instellen 9 Kookstand wijzigen 9 Kookzone uitschakelen 9 Hoofdschakelaar met geheugenfunctie 10 Restwarmte-indicatie 10 Veiligheidsuitschakeling 10 Tips om energie te besparen 11
Buitenring bijschakelen 12
Bijschakeling van de 2-rings kookzone 12 Bijschakeling weer uitschakelen 12 Bijschakeling van de 3-rings kookzone 13 Braadzone bijschakelen 13
Bereidingstabel 14
Timer 15
Kooktijd instellen 15 Ingestelde tijd wijzigen 16 Ingestelde kooktijd voortijdig wissen 16 Kookwekker 16 Kookwekker instellen 16 Ingestelde tijd wijzigen 16
Elektronische aankookregeling 17
Elektronische aankookregeling inschakelen 17 Elektronische aankookregeling uitschakelen 17
Braadsensor 18
Belangrijke aanwijzingen 18 Pan voor de braadsensor 18 Braadstanden 18 Braadsensor inschakelen 19 Braadsensor uitschakelen 19 Braadtabel 20
Kinderbeveiliging 21
Kinderbeveiliging activeren 21 Kinderbeveiliging deactiveren 21
Optiemenu 22
Optiemenu kiezen 22 Instellingen binnen het optiemenu 23
Reiniging en onderhoud 25
Reiniging van de kookplaat 25 Reiniging van de roestvrijstalen omlijsting 25 Reiniging van de bedieningsknop 25
Handig om te weten 26
Onderhoud 26
Kleine storingen zelf verhelpen 27
Inhoud
3
Page 4
Voordat u het apparaat in gebruik neemt
Lees zorgvuldig de gebruiksaanwijzing voordat u de kookplaat in gebruik neemt. Zo kunt u op een juiste en veilige wijze gebruik maken van het apparaat. Bewaar de gebruiksaanwijzing en de montagehandleiding.
Neem het apparaat niet in gebruik wanneer het beschadigd is.
De kookplaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. Gebruik de kookplaat alleen voor het bereiden van voedingsmiddelen. Gebruik de kookplaat niet voor het verwarmen van de ruimte, het apparaat kan oververhit raken.
Volwassenen en kinderen mogen het apparaat nooit zonder toezicht in gebruik nemen,
– wanneer zij lichamelijk of mentaal niet in staat
zijn,
– of bij gebrek aan kennis en ervaring om het
apparaat op een juiste en veilige wijze te bedienen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Gebruik de kookplaat niet met een externe tijdschakelklok of een extern afstands bedienings ­systeem.
Aansluitkabels van elektrische apparaten mogen niet in aanraking komen met de hete kookplaat. De kabelisolatie en de kookplaat kunnen beschadigd raken.
Pas op, brandgevaar! Plaats nooit brandbare voorwerpen op de kookplaat.
Pas op, brandgevaar! Bewaar geen temperatuurgevoelige of brandgevaarlijke stoffen (zoals reinigingsmiddelen, spuitbussen) in een lade of vak onder de kookplaat.
Veiligheid tijdens het koken
Pas op, u kunt zich branden! Raak de hete
kookzones niet aan. Laat kinderen niet bij het apparaat.
Pas op, u kunt zich branden! Ook een uitgeschakelde kookzone kan heet zijn. Raak de kookzones pas aan als de restwarmte-indicatie is uitgegaan.
Pas op, brandgevaar! Oververhit vet en oververhitte olie vatten gemakkelijk vlam. Olie en vet alleen onder toezicht verwarmen. Blus brandende olie nooit met water. Dek het af met een deksel of bord, schakel de kookzone uit. Laat de pan op de kookzone afkoelen.
Houd de kookplaat en pannenbodem altijd droog. Bij vocht tussen de pannenbodem en de kookplaat kan er stoomdruk ontstaan. Door de stoomdruk kan de pan plotseling omhoog springen.
Bij beschadiging van de kookplaat
Pas op! Bij scheuren, breuken of barsten in de
glaskeramische plaat bestaat het gevaar van een elektrische schok. Maak de kookplaat direct spanningsvrij via de zekering van de huisinstallatie. Neem contact op met de klantenservice.
Pas op, u kunt zich branden! Schakel een kookzone die wordt verwarmd, maar waarvan de aanduiding niet functioneert, uit. Neem contact op met de klantenservice.
Pas op, brandgevaar! Als de kookplaat zichzelf uitschakelt en daarna niet meer kan worden bediend, moet deze direct spanningsvrij worden gemaakt. De kookplaat zou zichzelf later weer kunnen inschakelen. Maak de kookplaat spanningsvrij via de zekering van de huisinstallatie. Neem contact op met de klantenservice.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties mogen alleen door een door ons geschoold servicetechnicus worden uitgevoerd.
Afneembare magnetische bedieningsknop
Waarschuwing! Dit geldt voor dragers van elektronische implantaten zoals pacemakers, insulinepompen.
Implantaten kunnen door magnetische velden worden beïnvloed. Draag de bedieningsknop daarom nooit in de zakken van uw kleding. De afstand tot een pacemaker moet minimaal 10 cm bedragen.
Veiligheidsvoorschriften
4
m
Page 5
Haal het apparaat uit de verpakking. Zorg dat de verpakkingsmaterialen volgens de plaatselijke voorschriften worden verwerkt. Let op! In de verpakking bevinden zich toebehoren. Laat kinderen niet bij de verpakkingsmaterialen.
Controleer de kookplaat na het uitpakken op transportschade. Sluit het apparaat niet aan wanneer het beschadigd is.
Alleen een erkend vakman mag de kookplaat aansluiten. Bij schade als gevolg van een foutieve aansluiting vervalt de garantie. Houdt u zich aan de aanwijzingen in de montagehandleiding.
Dit apparaat is volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic
equipment – WEEE) van een merkteken voorzien. Deze richtlijn bevat de in de EU geldende bepalingen betreffende terugname en verwerking van afgedankte apparatuur.
Reinig het apparaat grondig voor het eerste gebruik. Er ontstaan dan minder geurtjes en het apparaat is helemaal schoon.
De pannen
Ruwe pannenbodems veroorzaken krassen op de glaskeramische plaat.
Laat pannen nooit droogkoken, vooral pannen van email of aluminium. De pannenbodem en de kookplaat kunnen beschadigd raken.
Zet nooit hete pannen op het bedieningspaneel, de kookplaat-display of de omlijsting. Er kan hierdoor schade ontstaan.
Verwarm op de kookplaat geen levensmiddelen in aluminiumfolie of serviesgoed van kunststof. Deze kunnen smelten en de kookplaat beschadigen.
Door wrijving kunnen pannenbodems glinsterende verkleuringen op de kookplaat veroorzaken. De verkleuringen hebben geen nadelige invloed op de werking van de kookplaat. Verwijder de verkleuringen met een reinigingsmiddel voor glaskeramische oppervlakken.
Overgelopen voedingsmiddelen
Melk, suiker en sterk suikerhoudende voedingsmiddelen (bijvoorbeeld jam) beschadigen de glaskeramische plaat. Verwijder overgelopen voedingsmiddelen direct met de schraper. Pas op! Het mesje van de schraper is scherp.
Krassen op de glaskeramische plaat
Houd de kookplaat altijd droog en schoon. Zout, suiker en zand veroorzaken krassen op de glaskeramische plaat. Gebruik de kookplaat niet als werkblad en plaats er geen voorwerpen op.
Harde en spitse voorwerpen
Als er harde of spitse voorwerpen op de kookplaat vallen, kan er schade ontstaan. Bewaar dit soort voorwerpen niet boven de kookplaat.
Afneembare magnetische bedieningsknop
Leg de bedieningsknop niet op de kookzones. Deze kan worden beschadigd.
Houd de bedieningsknop schoon. Er kunnen stukjes van metaal aan de onderkant van de bedieningsknop kleven en krassen op de glaskeramische plaat veroorzaken.
Ingebruikneming Voorkom schade aan het apparaat
5
Page 6
Zo ziet uw nieuwe kookplaat eruit
6
De kookzones CE 481
4
9
5
3
17
ø 18 cm / 18 cm x 41,5 cm
ø 14 cm / 21 cm / 27 cm ø 14,5 cm
De kookzones CE 491
4
3
9
5
5
17
ø 12 cm / 21 cm ø 18 cm / 18 cm x 41,5 cm
ø 14,5 cm ø 18 cm / 18 cm x 41,5 cm
ø 14 cm / 21 cm / 27 cm
Page 7
Symbolen
Hoofdschakelaar l
Elektronische aankookregeling A
Buitenring bijschakelen d
Braadsensor O
Timer q
Kinderbeveiliging
Instelmenu c
7
Bedieningspaneel
4
3
9
5
5
17
Aanduiding voor
Kookstand 1 - 9
Klaar voor gebruik 0
Restwarmte
Bijschakeling buitenring
Timer
Sensortoetsen voor
Hoofdschakelaar
Elektronische aankookregeling / Optiemenu
Buitenring bijschakelen / Kinderbeveiliging
Braadsensor
Sensortoets en aanduiding timer
Twist-Pad met bedieningsknop
Extra toebehoren
U kunt de volgende extra toebehoren bestellen:
BT 481-000: Aluminium braadslede met deksel, anti-aanbaklaag, voor kookzone 18 x 41,5 cm.
262
466
180
Page 8
Hoofdschakelaar
Met de hoofdschakelaar schakelt u de elektronica van het bedieningspaneel in. Raak het symbool l aan totdat bij de kookzones de 0 verschijnt. De kookplaat is nu klaar voor gebruik.
Om de kookplaat uit te schakelen moet u het symbool l aanraken totdat de aanduidingen bij de kookzones uitgaan. Alle kookzones worden uitgeschakeld. De restwarmte-indicatie brandt totdat de kookzones voldoende zijn afgekoeld.
De kookplaat kan niet worden ingeschakeld wanneer er een voorwerp op een sensortoets ligt. De hoofdschakelaar knippert meermaals wanneer deze wordt aangeraakt. Verwijder het voorwerp en schakel de kookplaat zoals gewoonlijk in.
De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld wanneer alle kookzones langer dan 20 seconden zijn uitgeschakeld.
Sensortoetsen
Wanneer u een symbool aanraakt wordt de desbetreffende functie geactiveerd. Iedere reactie van de toets wordt door een akoestisch signaal bevestigd.
De instellingen blijven ongewijzigd als u kort meerdere toetsen aanraakt. Op die manier kunt u zonder problemen overgekookt voedsel op het bedieningsvlak verwijderen.
Let op!
Houd de sensortoetsen altijd schoon en droog. Vocht en vuil hebben een nadelige invloed op het functioneren.
Kookzones met bijschakelbare buitenring
Flexibele kookzones met meerdere ringen zijn variabel in grootte dankzij de verschillende mogelijkheden om een buitenring bij te schakelen.
Elektronische aankookregeling
Door de elektronische aankookregeling te activeren wordt de ingestelde kookstand gedurende enkele minuten tot de maximale stand verhoogd. Hierdoor wordt de doorkooktemperatuur van de voedingsmiddelen sneller bereikt.
Twist-Pad met bedieningsknop
De Twist-Pad is het bedieningsvlak waarbinnen u met de magnetische bedieningsknop een kookzone selecteert en de kookstand instelt. Op het vlak van de Twist-Pad wordt de bedieningsknop automatisch gecentreerd.
De bedieningsknop moet op de Twist-Pad worden geplaatst. Door de bedieningsknop in de richting van een kookzonesymbool te verschuiven activeert u de desbetreffende kookzone. Door de bedieningsknop te draaien stelt u de kookstand in.
De bedieningsknop is afneembaar. Hierdoor is de kookplaat gemakkelijk schoon te maken.
Wanneer u de bedieningsknop verwijdert terwijl de kookplaat in werking is, worden alle kookzones na 3 seconden uitgeschakeld.
m
Waarschuwing! Indien u binnen 3 seconden een metalen voorwerp op de Twist-Pad plaatst, kan de kookplaat verder worden verwarmd. Schakel derhalve de kookplaat altijd via de hoofdschakelaar uit.
Bedieningsknop bewaren
In de bedieningsknop zit een sterke magneet. Houd de bedieningsknop uit de buurt van magnetische informatiedragers, bijvoorbeeld videocassettes, diskettes, creditcards en kaarten met een magneetstrip. Deze kunnen worden vernietigd. Bij televisietoestellen en monitoren kunnen er storingen optreden.
m
Waarschuwing! Dit geldt voor dragers van elektronische implantaten zoals pacemakers, insulinepompen.
Implantaten kunnen door magnetische velden worden beïnvloed. Draag de bedieningsknop daarom nooit in de zakken van uw kleding. De afstand tot een pacemaker moet minimaal 10 cm bedragen.
Het principe
8
Page 9
9
In- en uitschakelen
Raak het symbool van de hoofdschakelaar l aan. Er klinkt een signaal. In de kookstand-display van de kookzones verschijnt 0. De kookplaat is nu klaar voor gebruik.
Indien u binnen ca. 20 seconden verder niets invoert, wordt de kookplaat automatisch weer uitgeschakeld.
De kookplaat kan op ieder gewenst moment snel worden uitgeschakeld door het symbool l aan te raken.
Kookstand instellen
De kookplaat moet via de hoofdschakelaar zijn ingeschakeld. Het in- en uitschakelen van alle kookzones is identiek. Elke kookzone heeft 9 standen met tussenstanden.
1 Selecteer de kookzone. Schuif hiertoe de
bedieningsknop in de richting van het desbetreffende kookzonesymbool. In de kookstand-display brandt 0.
2 Centreer de bedieningsknop weer op de Twist-
Pad.
3 Draai binnen 5 seconden de bedieningsknop
totdat in de kookstand-display de gewenste stand brandt. Bij de tussenstanden verschijnt er een punt naast de kookstand. Na enkele seconden wordt de ingestelde waarde door een akoestisch signaal bevestigd.
Kookstand wijzigen
Selecteer de kookzone. Stel met de bedieningsknop de gewenste kookstand in.
Kookzone uitschakelen
Selecteer de kookzone. Met de bedieningsknop op 0 zetten. De kookzone wordt uitgeschakeld. Na ca. 5 seconden verschijnt de restwarmte-indicatie.
Bediening
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
6
0
0
0
Page 10
10
Hoofdschakelaar met geheugenfunctie
Na uitschakeling blijven alle instellingen en timer­waarden gedurende ca. 5 seconden opgeslagen.
Indien u de kookplaat per ongeluk heeft uitgeschakeld en deze weer op de voorgaande instellingen wilt zetten:
1 Raak binnen 5 seconden het symbool l aan.
De eerder ingestelde waarden knipperen in de display.
2 Selecteer binnen 5 seconden een willekeurige
kookzone met de bedieningsknop.
De eerder ingestelde waarden worden overgenomen. Indien u een ander symbool aanraakt, worden de eerder ingestelde waarden niet overgenomen.
Restwarmte-indicatie
De restwarmte-indicatie verschijnt na uitschakeling in de display van de desbetreffende kookzone. De verlopende nul in de display geeft aan dat deze kookzone na uitschakeling nog niet voldoende is afgekoeld om zonder gevaar te kunnen aanraken.
m
Pas op, u kunt zich branden! Raak de kookzones pas aan als de restwarmte­indicatie is verdwenen.
Veiligheidsuitschakeling
Een kookzone wordt automatisch uitgeschakeld als de instelling gedurende langere tijd niet wordt gewijzigd. Wanneer de veiligheidsuitschakeling in werking treedt, hangt af van de ingestelde kookstand (tussen 1 en 10 uur).
De kookzone wordt uitgeschakeld en in de kookstand-display brandt de restwarmte-indicatie totdat de kookzone is afgekoeld.
U kunt de kookzone weer gewoon inschakelen.
Page 11
Tips om energie te besparen
Gebruik alleen kookgerei van een hoge kwaliteit met een dikke, effen bodem.
Kies pannen van het juiste formaat. De pannenbodem dient overeen te komen met de doorsnede van de kookzone. Houd er bij het kopen van uw pannen rekening mee dat de fabrikant meestal de doorsnede van de bovenkant van de pan aangeeft, die doorgaans groter is dan de doorsnede van de bodem.
Kies voor kleine hoeveelheden een kleine pan. Een grote, slechts weinig gevulde pan gebruikt veel energie.
Sluit de pannen altijd met het passende deksel. De kookduur wordt aanzienlijk verkort en er wordt minder stroom gebruikt.
Kook met weinig water. Hierdoor bespaart u energie en de groenten behouden hun vitamines en mineralen.
Schakel op tijd terug naar een lagere kookstand.
Bij een langere kooktijd kunt u de kookzone al voor het einde van de bereidingstijd uitschakelen om zo de restwarmte te benutten.
11
Page 12
12
Bijschakeling van de 2-rings kookzone
De kookplaat moet via de hoofdschakelaar zijn ingeschakeld.
1 Selecteer de kookzone. Schuif hiertoe de
bedieningsknop in de richting van het desbetreffende kookzonesymbool. In de kookstand-display brandt
0.
2 Centreer de bedieningsknop weer op de Twist-
Pad.
3 Draai binnen 5 seconden de bedieningsknop
totdat in de kookstand-display de gewenste stand brandt.
4 Raak binnen de volgende 5 seconden het
symbool d voor de bijschakeling aan. Naast de kookstand brandt het symbool voor het bijschakelen van de buitenring. Na enkele seconden wordt de ingestelde waarde door een akoestisch signaal bevestigd.
Bijschakeling weer uitschakelen
Selecteer de kookzone. Raak binnen 5 seconden het symbool d voor de bijschakeling aan. Het symbool voor de bijschakeling verdwijnt.
Let op!
Via het optiemenu kunt u instellen of bij het inschakelen van de kookplaat de bijschakeling geactiveerd of gedeactiveerd is of dat er bij het inschakelen van de kookplaat de laatst gebruikte situatie wordt ingesteld.
Buitenring bijschakelen
0
6
0
0
0
Page 13
Bijschakeling van de 3-rings kookzone
De kookplaat moet via de hoofdschakelaar zijn ingeschakeld.
1 Selecteer de kookzone. Schuif hiertoe de
bedieningsknop in de richting van het desbetreffende kookzonesymbool. In de kookstand-display brandt
0.
2 Centreer de bedieningsknop weer op de Twist-
Pad.
3 Draai binnen 5 seconden de bedieningsknop
totdat in de kookstand-display de gewenste stand brandt.
4 Raak binnen de volgende 5 seconden het
symbool d voor de bijschakeling aan. Naast de kookstand brandt het symbool voor het bijschakelen van een buitenring. Door het meerdere keren aan te raken de gewenste grootte kiezen. Na enkele seconden wordt de ingestelde waarde door een akoestisch signaal bevestigd.
Braadzone bijschakelen
Door het bijschakelen worden de beide kookzones en de tussenzone als één kookzone beschouwd. Iedere waarde die u bij één kookzone instelt, wordt voor de tweede kookzone en de tussenzone overgenomen.
De kookplaat moet via de hoofdschakelaar zijn ingeschakeld.
1 Selecteer één van de beide braadzones. Schuif
hiertoe de bedieningsknop in de richting van het desbetreffende kookzonesymbool. In de kookstand-display brandt
0.
2 Centreer de bedieningsknop weer op de Twist-
Pad.
3 Draai binnen 5 seconden de bedieningsknop
totdat in de kookstand-display de gewenste stand brandt.
4 Raak binnen de volgende 5 seconden het
symbool d voor de bijschakeling aan. Tussen de twee aangeduide kookstanden brandt het symbool voor de bijschakeling. Na enkele seconden wordt de ingestelde waarde door een akoestisch signaal bevestigd.
13
0
0
0
0
6
0
0
6
6
0
Page 14
14
Kookstand Bereidingswijze Voorbeelden
9 Aankoken Water
Aanbraden Vlees Verwarmen Vet, vloeistoffen Opkoken Soepen, sauzen
9 - 8. Blancheren Groente
8 - 6 Braden Vlees, aardappelen 6 - 5 Braden Vis
7 - 6 Bakken Meelgerechten, eiergerechten
Doorkoken zonder deksel Deegwaren, vloeistoffen
6 - 5 Bruin bakken Meel, uien
Roosteren Amandelen, paneermeel Uitbakken Spek Inkoken Fonds, sauzen
5. - 4. Laten trekken zonder deksel Knoedels, soepballetjes, soepvlees,
gepocheerde eieren
4 - 3 Laten trekken zonder deksel Kookworst
5 - 4 Stomen Groente, aardappelen, vis
Stoven Groente, fruit, vis Sudderen Rollades, braadstuk, groente
3. - 2. Sudderen Goulash
4. - 3. Doorkoken met gesloten deksel Soepen, sauzen
3. - 2. Ontdooien Diepvrieswaren
3 - 2 Wellen Rijst, peulvruchten
Stollen Eiergerechten
2 - 1 Verwarmen / Warmhouden Soepen, éénpansgerechten, groente in saus
Smelten Boter, chocolade
Elke kookzone heeft 9 standen met tussenstanden. Stel de hoogste kookstand in om de gewenste temperatuur snel te bereiken. Schakel vervolgens altijd terug naar de gewenste kookstand.
Het instelbereik is bij alle kookzones gelijk.
De temperaturen in de tabel zijn slechts richtlijnen. De benodigde hoeveelheid warmte hangt af van zowel de aard en toestand van de voedingsmiddelen alsook van de grootte en vulling van de pan.
Bereidingstabel
Page 15
15
Met de geïntegreerde timer kunt u een tijd instellen tussen 1 en 90 minuten in stappen van 1 minuut, waarna een kookzone wordt uitgeschakeld (instelbare kooktijd). U kunt voor iedere kookzone een kooktijd instellen.
Kooktijd instellen
De kookplaat moet via de hoofdschakelaar zijn ingeschakeld.
1 Selecteer de kookzone. Kies binnen 5 seconden
de gewenste kookstand.
2 Raak binnen de volgende 5 seconden het
symbool q aan. Boven de weergave van de timer brandt 00. Naast de kookstand brandt .
3 Stel met de bedieningsknop de gewenste
kooktijd tussen 1 en 90 minuten in.
Als de kooktijd is afgelopen, wordt de kookzone uitgeschakeld. In de kookstand-display knippert 0. Er klinkt drie minuten lang een signaal. In de timer­display knippert 00. Raak een willekeurige sensortoets aan. De aanduidingen verdwijnen en het signaal stopt.
Om de resterende kooktijd van een kookzone op te vragen, moet u deze kookzone selecteren. De kooktijd wordt gedurende 5 seconden weergegeven.
Indien u bij meerdere kookzones een kooktijd heeft ingesteld, loopt de kortst ingestelde kooktijd zichtbaar in de timer-display af. Bij het symbool van de timer van deze kookzone brandt een cirkelsegment .
Let op!
Indien u bij het optiemenu
c5 t. heeft ingesteld
(selecteertijd oneindig bij het kiezen van een kookzone), wordt door éénmalig aanraken van het symbool q de kookwekker opgeroepen. Raak twee maal het symbool q aan om de instelbare kooktijd voor de gekozen kookzone op te roepen.
Timer
0
6
0
0
0
00
0
6
0
0
0
25
Page 16
16
Ingestelde tijd wijzigen
Selecteer de kookzone. Raak het symbool q aan. Wijzig de tijd.
Ingestelde kooktijd voortijdig wissen
Selecteer de kookzone. Raak het symbool q aan. Zet deze op 00. Na enkele seconden verdwijnt de aanduiding. De kookzone wordt op de ingestelde stand verder verwarmd.
Let op!
Na een stroomstoring is de ingestelde kooktijd gewist.
Kookwekker
U kunt de geïntegreerde timer onafhankelijk van de werking van het apparaat ook als kookwekker gebruiken. De timer werkt ook als alle kookzones zijn uitgeschakeld.
Kookwekker instellen
De kookplaat moet via de hoofdschakelaar zijn ingeschakeld. Er mag geen kookzone zijn geselecteerd.
1 Raak het symbool q aan. In de timer-display
brandt 00.
2 Stel met de bedieningsknop de gewenste tijd
in.
Indien alle kookzones zijn uitgeschakeld gaat het apparaat over op standby. Alleen de aanduiding van de timer brandt.
Als de tijd is afgelopen, knippert 00 in de display. Gedurende drie minuten klinkt er een akoestisch signaal. Raak het symbool q aan. De aanduiding verdwijnt en het signaal stopt.
Ingestelde tijd wijzigen
Raak het symbool q aan. Wijzig de tijd.
Let op!
Na een stroomstoring is de kookwekker niet meer in werking.
Page 17
17
Alle kookzones zijn voorzien van een elektronische aankookregeling. Door de elektronische aankookregeling te activeren wordt de ingestelde kookstand gedurende enkele minuten tot de maximale stand verhoogd. Hierdoor wordt de doorkooktemperatuur van de voedingsmiddelen sneller bereikt.
Na afloop van de aankooktijd schakelt het apparaat automatisch terug naar de ingestelde kookstand. U kunt de duur van de aankooktijd instellen. Bij kookstand 9 kan de elektronische aankookregeling niet worden geactiveerd.
Elektronische aankookregeling inschakelen
De kookplaat moet via de hoofdschakelaar zijn ingeschakeld.
1 Selecteer de kookzone. Schuif hiertoe de
bedieningsknop in de richting van het desbetreffende kookzonesymbool.
2 Centreer de bedieningsknop weer op de Twist-
Pad.
3 Kies binnen 5 seconden met de bedieningsknop
de gewenste kookstand. In de kookstand­display brandt de ingestelde kookstand.
4 Raak binnen 5 seconden het symbool A aan. De
aanduiding van de kookstand wordt afgewisseld met A.
5 U kunt binnen 5 seconden de aankooktijd
wijzigen. Fabrieksmatig is 3 minuten ingesteld. U kunt met de bedieningsknop een tijd instellen tussen 1 en 20 minuten.
U kunt voor iedere kookzone apart een individuele aankooktijd instellen. Wanneer u de elektronische aankookregeling opnieuw activeert, blijft de laatst gekozen aankooktijd als voorinsteling gehandhaafd.
Elektronische aankookregeling uitschakelen
U kunt de elektronische aankookregeling ook vóór afloop van de aankooktijd uitschakelen (bijvoorbeeld als het koken te hard gaat).
1 Selecteer de kookzone.
2 Raak binnen 5 seconden het symbool A voor de
elektronische aankookregeling aan. De kookplaat schakelt terug naar de ingestelde kookstand.
Elektronische aankookregeling
0
A
0
0
0
Page 18
Braadsensor
18
De 3-rings kookzone beschikt over een braadsensor. De braadsensor regelt de temperatuur van de pan. De kookzone wordt alleen verwarmd indien nodig. Dit bespaart energie, olie en vet raken niet oververhit.
De functie braadsensor kan alleen worden gebruikt als de middelste ring is bijgeschakeld (ø 21 cm). Bij het inschakelen van de braadsensor wordt automatisch de middelste ring bijgeschakeld.
Belangrijke aanwijzingen
Verwarm olie en vet alleen onder toezicht.
Plaats de pan midden op de kookzone. Let erop dat de bodem van de pan de juiste diameter heeft.
Plaats geen deksel op de pan. Anders functioneert de braadsensor niet. U kunt een spatdeksel (zeef) plaatsen.
Kies de braadstand min wanneer u olijfolie gebruikt. Bij het gebruik van oliën en vetten die geschikt zijn voor hoge temperaturen bijvoorbeeld geraffineerde plantenolie of botervet (afgeschuimde boter) kunnen alle braadstanden worden gekozen.
Pan voor de braadsensor
Een speciaal voor de braadsensor ontwikkelde pan is als Gaggenau onderdeel bij uw vakhandelaar of via www.gaggenau.com verkrijgbaar.
De waarden in de braadtabel zijn afgestemd op deze speciale Gaggenau pan. De braadsensor kan ook met uw eigen pannen functioneren. Test de pannen eerst op lage braadstanden en wijzig, indien nodig, de stand. Bij hogere braadstanden kan de pan oververhit raken.
Braadstanden
U kunt afhankelijk van het gerecht vier braadstanden instellen:
min Temperatuur laag
(bijv. omelet, uien)
med Temperatuur laag tot middel
(bijv. dikke stukken zoals gehaktballen, worstjes, vis)
med plus Temperatuur middel tot hoog
(bijv. dunne stukken zoals schnitzel, gepaneerde diepvriesproducten, vlees in reepjes, groente)
max Temperatuur hoog
(bijv. aardappelpannenkoeken, gebakken aardappelen, steaks rood)
=.
=
=
=
=
=
Page 19
Braadsensor inschakelen
De kookplaat moet zijn ingeschakeld. Kies de passende braadstand in de bereidingstabel.
1 Plaats de pan op de kookzone.
2 Selecteer de kookzone: Schuif de
bedieningsknop in de richting van het desbetreffende kookzonesymbool.
3 Raak binnen 5 seconden het symbool O aan.
Draai de bedieningsknop totdat de gewenste braadstand in de display knippert.
4 De middelste ring wordt automatisch
bijgeschakeld. De kookzone wordt verwarmd. In de kookstand-display knippert langzaam de gekozen braadstand.
5 Doe na het akoestische signaal het vet en de
levensmiddelen in de pan en begin deze te braden. In de kookstand-display brandt de gekozen braadstand constant. Let op de tijd in de bereidingstabel. Keer de voedingsmiddelen zoals gewoonlijk.
Braadsensor uitschakelen
Raak het symbool O aan. De braadsensor is uitgeschakeld, de bijschakeling van de middelste ring van de kookzone blijft geactiveerd.
19
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Page 20
Braadtabel
In de tabel kunt u lezen welke braadstand voor welk gerecht geschikt is. De bereidingstijd kan van de aard, het gewicht, de dikte en de kwaliteit van de voedingsmiddelen afhangen.
De aangegeven braadstanden zijn afgestemd op de speciale Gaggenau pan. Bij andere pannen kunnen de braadstanden afwijken.
U kunt vier braadstanden instellen:
min Temperatuur laag
med Temperatuur laag - middel
med plus Temperatuur middel - hoog
max Temperatuur hoog
=.
=
=
=
=
=
20
Braad- Totale stand bereidingstijd
vanaf het signaal
Vlees Kalfsschnitzel, natuur of gepaneerd (1,5 cm dik) med plus 6 - 10 min.
Filet (varkens-, runder- of kalfs-), medium (2,5 cm dik) med plus 6 - 10 min. Kotelet (varkens- of lams-) (2 cm dik) med 10 - 17 min. Runderbiefstuk, rood (3 cm dik) max 6 - 8 min. Runderbiefstuk, medium of doorbakken (3 cm dik) med plus 8 - 12 min. Lamsrug, medium (1,5 - 2,5 cm dik) med 10 - 15 min. Kipfilet (2 cm dik) med 10 - 20 min. Braadworst, gekookt of rauw (ø 1 - 3 cm) med 8 - 20 min. Hamburger / gehaktballen (1 - 3 cm dik) med 6 - 30 min. Vlees in reepjes med plus 7 - 12 min. Gehakt med plus 6 - 10 min. Ontbijtspek / bacon min 5 - 8 min.
Vis Vis, heel med 15 - 25 min.
Visfilet, natuur of gepaneerd med / med plus 10 - 20 min. Zalmsteak (2,5 cm dik) med 8 - 12 min. Tonijnsteak, doorbakken (2,5 cm dik) med 8 - 12 min. Scampi’s, garnalen med plus 4 - 8 min. Jacobsschelpen med plus 5 - 8 min.
Eier- Pannenkoeken, crêpes med plus door blijven bakken gerechten Omelet min door blijven bakken
Gebakken ei min / med plus 2 - 6 min. Roerei min 2 - 4 min. French Toast med door blijven bakken
Aardappelen Gebakken aardappelen van in schil gekookte
aardappelen max 6 - 12 min. Gebakken aardappelen van rauwe aardappelen med 15 - 25 min. Aardappelpannenkoeken max door blijven bakken Rösti min 30 - 40 min. Geglaceerde aardappelen med plus 10 - 15 min.
Groente Knoflook, uien min 2 - 10 min.
Courgettes, aubergines med 4 - 12 min. Paprika, groene asperges, wortelen med 4 - 15 min. Paddestoelen med plus 10 - 15 min. Geglaceerde groente med plus 6 - 10 min.
Diepvries- Visfilet, natuur of gepaneerd (0,5 - 1 cm dik) med 10 - 20 min. producten Pangerechten, pangroenten min 8 - 15 min.
Loempia’s (2 - 3,5 cm dik) med 10 - 30 min.
Overige Rijst, pasta max 8 - 15 min.
Croûtons med 6 - 10 min. Amandelen, noten, pijnboompitten roosteren * min 3 - 7 min.
* in de koude pan doen
Page 21
21
Kinderbeveiliging
Om te voorkomen dat uw kinderen de kookzones inschakelen, kunt u de kookplaat beveiligen tegen onbedoeld inschakelen.
Let op!
Om de kinderbeveiliging te activeren moet deze functie in het optiemenu eerst worden geopend (zie optiemenu).
Kinderbeveiliging activeren
1 Schakel de kookplaat via de hoofdschakelaar
in. Selecteer geen kookzone of de timer. Na ca. 10 seconden verschijnt het symbool boven het symbool d .
2 Raak het symbool d aan. Er klinkt een signaal.
Houd d zolang ingedrukt totdat nog een ander akoestisch signaal klinkt.
De kookplaat wordt uitgeschakeld. De aanduiding knippert langzaam gedurende ca. 10 seconden. De kinderbeveiliging is geactiveerd.
Kinderbeveiliging deactiveren
Om de kinderbeveiliging weer te deactiveren gaat u op dezelfde manier te werk als bij het activeren van de kinderbeveiliging.
0
0
0
0
0
Page 22
22
Via het optiemenu kunt u de volgende functies van uw kookplaat individueel aanpassen:
Bijschakeling buitenring
Toetstonen
Kinderbeveiliging
Alle waarden terugzetten
Selecteertijd bij het kiezen van een kookzone
Optiemenu kiezen
1 Schakel de kookplaat via de hoofdschakelaar
in. Selecteer geen kookzone. De timer moet uit zijn. Na ca. 10 seconden verschijnt het symbool c boven het symbool A.
2 Raak het symbool A aan en houd uw vinger op
het symbool. Er klinkt een signaal. Houd A zolang ingedrukt totdat nog een ander akoestisch signaal klinkt.
3 U kunt nu de gewenste opties instellen:
– Bladeren in het optiemenu: Raak het
symbool A aan totdat u een akoestisch signaal hoort.
– Instelling kiezen: Raak het symbool d aan of
kies met de bedieningsknop de gewenste instelling.
– Optiemenu afsluiten en instellingen opslaan:
Raak het symbool A aan en houd uw vinger op het symbool. Er klinkt een signaal. Houd A zolang ingedrukt totdat nog een ander akoestisch signaal klinkt. (Let op! Er klinkt geen signaal indien
c2-0. toetstonen uit is
ingesteld.)
– Optiemenu afsluiten zonder de instellingen
op te slaan: Raak hoofdschakelaar l aan.
Optiemenu
0
0
0
0
0
Page 23
23
01.
c2
0. 1
c3
De toetstonen bij het aanraken van de sensortoetsen kunnen worden in- of uitgeschakeld.
Kies met de bedieningsknop de gewenste instelling. Naast de gekozen instelling verschijnt een punt in de display.
c2 0. Toetstonen uit c2 1. Toetstonen aan
Let op!
Deze instelling betreft niet het signaal voor de timer en de alarmsignalen.
Mogelijkheid om de kinderbeveiliging te activeren: Om de kinderbeveiliging te kunnen activeren moet deze functie in het optiemenu eerst worden geopend.
Kies met de bedieningsknop de gewenste instelling. Naast de gekozen instelling verschijnt een punt in de display.
c3 0. Kinderbeveiliging kan niet worden
geactiveerd
c3 1. Kinderbeveiliging kan worden
geactiveerd
-
-
c1
Instellingen binnen het optiemenu
Bijschakeling buitenring, voor iedere kookzone met bijschakeling apart in te stellen. Selecteer eerst met de bedieningsknop de gewenste kookzone met bijschakelbare buitenring. Stel vervolgens met symbool d in:
c1 de bijschakeling moet, indien
gewenst, iedere keer worden geactiveerd wanneer de kookplaat wordt ingeschakeld.
c1 - de bijschakeling is altijd
geactiveerd wanneer de kookplaat wordt ingeschakeld en kan, indien gewenst, worden gedeactiveerd.
c1 bij het inschakelen van de
kookplaat wordt de laatst gebruikte situatie ingesteld.
U
Page 24
24
t
c5
Selecteertijd bij het kiezen van een kookzone 5 seconden of oneindig: Wanneer u een kookzone kiest moet er binnen de selecteertijd een kookstand worden ingesteld. Bij een oneindige selecteertijd kunt u de kookstand op ieder gewenst moment wijzigen zonder de kookzone opnieuw te kiezen.
c5 t Selecteertijd van 5 seconden bij het
kiezen van een kookzone
c5 t. Selecteertijd oneindig bij het kiezen
van een kookzone
Let op!
Optiemenu afsluiten en instellingen opslaan: Raak het symbool A aan en houd uw vinger op het symbool. Er klinkt een signaal. Houd A zolang ingedrukt totdat nog een ander akoestisch signaal klinkt. (Let op! Er klinkt geen signaal indien
c2-0.
toetstonen uit is ingesteld.)
Wanneer u de hoofdschakelaar l aanraakt en het optiemenu verlaat, worden de instellingen niet opgeslagen.
d
c4
Alle waarden in het optiemenu en de aankooktijden terugzetten naar de fabrieksmatige instelling.
c4 d Waarden komen niet overeen met de
fabrieksmatige instelling
Alle waarden terugzetten: Kies met de bedieningsknop d . Naast d verschijnt een punt in de display.
Let op!
De waarden worden pas teruggezet bij het verlaten en opslaan van het optiemenu. Indien
d. al wordt weergegeven, komen alle
instellingen met de fabrieksmatige instellingen overeen.
Page 25
25
Pas op! Reinig de kookplaat nooit met een
hogedrukreiniger of een stoomreiniger.
m
Pas op, u kunt zich branden! Wacht met het schoonmaken totdat de restwarmte-indicatie is uitgegaan.
m
Pas op, u kunt letsel oplopen! Het mesje van de bijgevoegde schraper is erg scherp. Vervang het mesje direct als het beschadigd is.
Reiniging van de kookplaat
Maak de kookplaat na ieder gebruik schoon. Dit voorkomt inbranden van kookresten.
Verwijder voedselresten en vetdruppels van de kookplaat met behulp van de schraper. Gebruik voor het schoonmaken alleen het mesje, de houder van de schraper kan krassen op de glaskeramische plaat veroorzaken.
Reinig vervolgens het afgekoelde kookoppervlak met een zachte, vochtige doek of keukenpapier en een reinigingsmiddel voor glaskeramische kookplaten.
Neem het oppervlak vochtig af en maak de kookplaat met een zachte doek droog.
Gebruik het reinigingsmiddel niet wanneer de kookplaat heet is, dit kan vlekken veroorzaken. Verwijder alle reinigingsmiddelresten van het kookoppervlak voordat u de kookplaat verwarmt.
Watervlekken kunt u ook met citroen of azijn verwijderen.
Het reinigingsmiddel voor glaskeramische kookplaten voorziet het keramische kookvlak van een glanzende, vuilafstotende laag. Op die manier heeft u lang plezier van uw kookplaat en het schoonmaken wordt gemakkelijker.
Gebruik voor het schoonmaken geen scherpe, schurende of bijtende reinigingsmiddelen (zoals ovenspray). Gebruik geen reinigingsmiddelen die zand of chloor bevatten. Gebruik geen onverdund afwasmiddel of allesreiniger. Gebruik geen schurende sponzen of borstels.
Sterk suikerhoudende voedselresten (bijvoorbeeld overgekookte melk, jam) kunnen het oppervlak van de kookplaat beschadigen. Verwijder dit soort voedselresten direct met de schraper.
Metaalachtig glinsterende verkleuringen ontstaan door een ongeschikt reinigingsmiddel of door de wrijving van pannenbodems. Deze hebben geen nadelige invloed op de werking van de kookplaat. Verwijder de verkleuringen met een middel voor glaskeramische kookplaten.
Houd het vlak van de sensortoetsen altijd schoon en droog. Voedselresten en overgelopen voedingsmiddelen kunnen een nadelige invloed hebben op het functioneren.
Reiniging van de roestvrijstalen omlijsting
(alleen modellen met omlijsting)
Reinig de omlijsting van de kookplaat met een zachte doek en een warm sopje van afwasmiddel of een reinigingsmiddel voor roestvrij staal. Veeg hierbij alleen in de borstelrichting van het metaal.
Gebruik geen scherpe of schurende middelen. Gebruik niet de schraper. Deze kan de kookplaatomlijsting beschadigen.
Citroen en azijn zijn niet geschikt voor het reinigen van de omlijsting van de kookplaat. Er kunnen doffe plekken ontstaan.
Reiniging van de bedieningsknop
Neem de bedieningsknop alleen af met lauwwarm sop van afwasmiddel. Gebruik geen scherpe of schurende middelen. Reiniging in de vaatwasser of het onderdompelen in afwaswater beschadigt de bedieningsknop.
Reiniging en onderhoud
m
Page 26
26
De temperatuur van de kookzones wordt door het in- en uitschakelen van het verwarmingselement geregeld; het roodgloeiende verwarmingselement is dus niet altijd zichtbaar. Als u een lage kookstand instelt, wordt het verwarmingselement vrij vaak uitgeschakeld, bij hogere kookstanden slechts zelden. Ook bij de hoogste stand wordt het verwarmingselement in- en uitgeschakeld.
Bij het opwarmen van de kookzones kan er een zacht, zoemend geluid te horen zijn.
De verwarmingselementen van de afzonderlijke kookzones kunnen verschillend sterk oplichten. Al naar gelang de gezichtshoek schijnen ze over de gemarkeerde rand heen. Dit zijn technische kenmerken. Ze hebben geen invloed op de kwaliteit en het functioneren.
Controleer bij functiestoringen eerst de zekeringen van de huisinstallatie. Ligt de storing niet aan de stroomvoorziening, neem dan contact op met uw vakhandelaar of de Gaggenau-klantenservice.
Wanneer u contact opneemt met onze klantenservice, vermeld dan het E-nummer en het FD-nummer van het apparaat. Het typeplaatje met de nummers vindt u op het blad met de apparaatgegevens dat bij deze gebruiksaanwijzing is gevoegd. Bewaar dit blad vanwege de garantie samen met de gebruiksaanwijzing en montagehandleiding.
Alleen een erkend vakman mag reparaties uitvoeren zodat de elektrische veiligheid van het apparaat gewaarborgd blijft.
m
Pas op! Door ondeskundige reparaties kunnen er aanzienlijke gevaren voor u ontstaan.
Maak het apparaat voor alle reparatie- en onderhoudswerkzaamheden met alle polen spanningsvrij.
Bij schade als gevolg van het niet in acht nemen van deze handleiding kan geen aanspraak worden gemaakt op de garantie.
Handig om te weten Onderhoud
Page 27
Niet elke storing duidt op een defect aan de kookplaat. Als uw apparaat niet goed functioneert, probeer dan de oorzaak te achterhalen aan de hand van het volgende overzicht. Slaagt u er niet in het probleem met behulp van onderstaande lijst te verhelpen, neem dan contact op met de Gaggenau­klantenservice.
De kookplaat functioneert niet
Controleer bij de huisinstallatie of de zekeringen voor dit apparaat in orde zijn. Controleer of er geen stroomstoring is.
De kookplaat kan niet worden ingeschakeld. De hoofdschakelaar knippert meermaals wanneer deze wordt aangeraakt.
Er ligt een voorwerp op een sensortoets (bijv. een theedoek). Het voorwerp verwijderen en de kookplaat zoals gewoonlijk inschakelen.
De kookplaat functioneert, de kookzones worden echter niet verwarmd. In de timer-display brandt een punt.
Het apparaat bevindt zich na het aansluiten in de demonstratiemodus. Maak het apparaat minstens 10 seconden spanningsvrij door de zekering van de huisinstallatie uit te schakelen. Sluit het apparaat weer op de netspanning aan en voer binnen 3 minu ­ten de volgende handelingen uit:
1 Schakel de kookplaat via de hoofdschakelaar l
in. De timer moet uit zijn.
2 Raak het symbool d aan en houd uw vinger op de
toets. Binnen 3 seconden de hoofdschakelaar l aantippen. De kookplaat wordt uitgeschakeld.
3 Haal uw vinger van het symbool d . Er klinkt
een signaal. De punt in de timer-display verdwijnt.
De kookplaat werd vanzelf uitgeschakeld
De hoofdschakelaar werd onbedoeld aangeraakt. Schakel de kookplaat weer in.
Een kookzone was te lang ononderbroken in gebruik. De veiligheidsuitschakeling is in werking getreden. U kunt de kookzone weer inschakelen.
Foutmelding Er en getallen
Wanneer er in de displays Er en getallen verschijnen, is er een fout in de elektronica. Schakel het apparaat via de zekering of de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uit en vervolgens na enige minuten weer in (reset). Indien
de storing opnieuw optreedt, maak dan het apparaat spanningsvrij door de zekering van de huisinstallatie uit te schakelen. Neem contact op met de klantenservice.
Afwisselende aanduiding K en 7
Een kookzone die op kookstand 8 of 9 werd ingesteld is oververhit. Bij deze kookzone wordt het vermogen teruggebracht naar kookstand 7. Wanneer K dooft kunt u weer een hogere stand instellen.
Aanduiding K
Het apparaat is te heet en een kookzone werd automatisch uitgeschakeld. Haal de pan van de kookplaat. K gaat uit wanneer de kookzones voldoende zijn afgekoeld.
Wacht enkele minuten totdat de kookzones zijn afgekoeld. Indien K na het inschakelen opnieuw verschijnt, is de kookplaat nog te heet. Schakel de kookzones uit en laat deze verder afkoelen.
Foutmelding F1
Elektronische storing bij een kookzone.
Schakel het apparaat via de zekering of de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uit en vervolgens na enige minuten weer in (reset). Indien de foutmelding opnieuw verschijnt, maak dan het apparaat spanningsvrij door de zekering van de huisinstallatie uit te schakelen. Neem contact op met de klantenservice.
Foutmelding F4
Het bedieningspaneel is te heet en het apparaat werd automatisch uitgeschakeld. Controleer of er een hete pan op het bedieningspaneel staat.
Haal de pan van het bedieningspaneel. Wacht enkele minuten totdat het bedieningspaneel is afgekoeld. Indien F4 bij het inschakelen opnieuw verschijnt, maak dan het apparaat spanningsvrij door de zekering van de huisinstallatie uit te schakelen. Neem contact op met de klantenservice.
Foutmelding F7
Braadsensor defect
Bevestig de foutmelding door een sensortoets aan te raken. U kunt zonder de braadsensor-functie koken. Neem contact op met de klantenservice.
27
Kleine storingen zelf verhelpen
Page 28
Gaggenau Hausgeräte GmbH
Carl-Wery-Straße 34 D-81739 München www.gaggenau.com
9000347816 TRT 8911 nl
Loading...