
Installatiegids 
Nederlands – mei 2002
Type 1301F en 1301G
Inleiding
Deze installatiegids geeft instructies voor installatie, opstarten 
en afstelling. Om een exemplaar van de instructiehandleiding te 
krijgen, kunt u contact opnemen met het plaatselijke 
verkoopkantoor of de vertegenwoordiger van Fisher, of een 
exemplaar bekijken op www.FISHERregulators.com. Verdere 
informatie kunt u krijgen bij:
Instructiehandleiding voor type 1301F en 1301G (formulier 1111, 
D100341X012).
PED-categorie
Dit product kan als veiligheidsaccessoire gebruikt worden bij 
drukapparatuur in de volgende categorieën van de Richtlijn 
Drukapparatuur 97/23/EG. Het kan ook gebruikt worden buiten de 
Richtlijn Drukapparatuur onder toepassing van de regels van goed 
vakmanschap (SEP) volgens onderstaande tabel.
NEGNITEMFATCUDORPNËEIROGETAC FOTSIEOLVEPYT
)hcni4/1(6NDPES1
Specificaties
Klephuismaten en types eindaansluiting
DN 6 (1/4 inch) NPT schroefdraad (één inlaat- en 
twee uitlaataansl.).
Maximaal toelaatbare inlaatdruk
(1)
414 bar (6000 psig)
Uitlaatdrukbereik
(1)
Type 1301F: 0,7 tot 5,2 bar (10 tot 75 psig), 3,4 tot
10,3 bar (50 tot 150 psig) en 6,9 tot 15,5 bar (100 tot 
225 psig)
Type 1301G: 13,8 tot 34,5 bar (200 tot 500 psig)
Maximale uitlaatdruk voor noodsituaties
(1)
Type 1301F: 17,2 bar (250 psig) 
Type 1301G: 37,9 bar (550 psig)
Keuringsproefdruk
Alle drukhoudende delen zijn beproefd volgens 
Richtlijn 97/23/EG - Bijlage 1, Punt 7.4
Temperatuurbereik
Nylon klepschijven: 
TFE klepschijven:
(1)
-29 tot 82 °C (-20 tot 180°F)
 -29 tot 204 °C (-20 tot 400°F)
Installatie
Alleen hiertoe bevoegd personeel mag een
regelaar installeren of er onderhoud aan 
uitvoeren. Regelaars moeten geïnstalleerd, 
bediend en onderhouden worden 
overeenkomstig internationale en toepasselijke 
reglementen en voorschriften en de instructies 
van Fisher.
Als er vloeistof uit de regelaar ontsnapt of als er 
een lek in het systeem ontstaat, betekent dit 
dat service nodig is. Wanneer de regelaar niet 
onmiddellijk buiten gebruik gesteld wordt, kan 
een gevaarlijke situatie ontstaan.
Lichamelijk letsel, beschadiging van de 
apparatuur of lekkage als gevolg van 
ontsnappende vloeistof of het barsten van onder 
druk staande onderdelen kan ontstaan als deze 
regelaar onder overdruk staat of geïnstalleerd 
is op een plaats waar de bedrijfstoestanden de 
in het hoofdstuk Specificaties opgegeven 
grenzen kunnen overschrijden, of waar 
nominale waarden van de aangrenzende buizen 
of buisverbindingen overschreden worden.
Om letsel of schade te voorkomen, moeten 
ontlastvoorzieningen of drukbegrenzers 
aangebracht worden (zoals vereist door het 
betreffende reglement, voorschrift of de 
betreffende norm) om te voorkomen dat de 
bedrijfstoestanden de grenzen overschrijden.
Verder kan fysieke beschadiging van de regelaar 
lichamelijk letsel en materiële schade als gevolg 
van ontsnappende vloeistof veroorzaken. Om 
letsel en schade te voorkomen, moet de regelaar 
op een veilige plaats geïnstalleerd worden.
Reinig alle pijpleidingen alvorens de regelaar te installeren en 
controleer of de regelaar tijdens het vervoer niet beschadigd is 
en of er geen ongewenst materiaal in opgehoopt is. Breng bij 
NPT-constructies borgmiddel aan op de buitenschroefdraad. 
Gebruik bij flensconstructies geschikte pakkingen en pas 
goedgekeurde verbindings- en boutmethodes toe. Installeer de 
regelaar in elke gewenste positie, tenzij anders aangegeven 
wordt, maar zorg dat de stroom door de constructie in de richting 
van de pijl op de constructie gaat.
Opmerking
Het is belangrijk dat de regelaar zodanig geïnstalleerd 
wordt dat de ontluchtingsopening in de veerbehuizing 
nooit geblokkeerd is. Bij installaties buitenshuis moet de 
regelaar uit de buurt van verkeer aangebracht worden 
en zodanig geplaatst worden dat water, ijs en ander 
ongewenst materiaal de veerbehuizing niet via de 
ontluchtingsopening kunnen binnendringen. Plaats de 
regelaar niet onder dakranden of regenpijpen, en zorg 
dat hij zich boven het vermoedelijke peil van de sneeuw 
bevindt.
Overdrukbeveiliging
De aanbevolen drukbegrenzingen zijn op het naamplaatje van de 
regelaar gestempeld. Overdrukbeveiliging is nodig als de werkelijke 
inlaatdruk de nominale maximale uitlaatdruk tijdens bedrijf 
overschrijdt. Overdrukbeveiliging moet ook voorzien worden als 
de inlaatdruk van de regelaar hoger is dan de veilige bedrijfsdruk 
van de apparatuur aan stroomafwaartse zijde.
Gebruik van de regelaar onder de maximale drukgrenzen sluit de 
mogelijkheid van beschadiging door externe bronnen of vuil in de 
leiding niet uit. De regelaar moet na iedere overdruksituatie op 
beschadiging geïnspecteerd worden.
Opstarten
De regelaar is op de fabriek ingesteld op ongeveer het middelpunt 
van het gewenste veerbereik of de gewenste druk; het kan dus 
nodig zijn hem aanvankelijk bij te stellen om de gewenste resultaten 
te bereiken.  Wanneer de installatie voltooid is en de ontlastkleppen 
goed zijn afgesteld, worden de afsluitkleppen aan de 
stroomopwaartse en stroomafwaartse zijde langzaam geopend.
1. De druk/temperatuurgrenzen in deze installatiegids en beperkingen volgens van 
toepassing zijnde normen of reglementen mogen niet overschreden worden.
www.FISHERregulators.com
D100341XNLD
 

Type 1301F en 1301G
Afstelling
Om de uitlaatdruk te wijzigen, wordt de afsluitkap verwijderd of 
de borgmoer losgedraaid en de stelschroef naar rechts gedraaid 
om de uitlaatdruk te verhogen of naar links om de druk te verlagen. 
Controleer de uitlaatdruk tijdens de afstelling met een testmeter. 
Plaats de afsluitkap terug of draai de borgmoer aan om de 
gewenste instelling te behouden.
Buiten gebruik stellen (stopzetten)
Om lichamelijk letsel als gevolg van het 
plotseling vrijkomen van druk te voorkomen, 
moet de regelaar van alle druk geïsoleerd 
worden voordat hij gedemonteerd wordt.
Onderdelenlijst
Code Beschrijving
1 Klephuis 
2 Veerbehuizing 
3 Onderste kap 
4 Juk 
5 Zittingring 
6 Klepschijf 
7 Membraan 
8 Membraankop 
9 Bovenste veerschotel 
10 Klepveer
11 Veer
Code Beschrijving
12 Klephuispakking 
13 Membraankoppakking 
14 Pakking onderste kap 
15 Stelschroef 
16 Kolomschroef veerbehuizing 
17 Machineschroef 
18 Borgmoer voor stelschroef 
19 Borgmoer voor membraan 
21 Bovenste aansluiting 
22 Klepschijfkraag
CD3923-E
Afbeelding 1. Type 1301F regelaar
©Fisher Controls International, Inc., 2002; Alle rechten voorbehouden
Fisher en Fisher Regulators zijn merken van Fisher Controls International, Inc. Het Emerson-logo is een handelsmerk en dienstmerk van Emerson Electric Co. 
Alle andere merken zijn het eigendom van hun respectieve eigenaars.
De inhoud van deze publicatie wordt uitsluitend voor informatieve doeleinden verstrekt, en hoewel alles in het werk is gesteld om de juistheid ervan te verzekeren, kan deze niet geïnterpreteerd worden als 
uitdrukkelijke of stilzwijgende garanties betreffende de hierin beschreven producten of diensten of hun gebruik of toepasbaarheid. Wij behouden ons het recht voor om de ontwerpen of specificaties van 
dergelijke producten te allen tijde zonder kennisgeving te veranderen.
Neem voor informatie contact op met Fisher Controls, International:
Binnen de VS (800) 588-5853 - Buiten de VS (972) 542-0132 
Frankrijk - (33) 23-733-4700 
Singapore - (65) 770-8320 
Mexico - (52) 57-28-0888
Printed in U.S.A.
www.FISHERregulators.com
CK1696-E
Afbeelding 2. Type 1301G regelaar