Gefeliciteerd met uw aankoop van de Extech 430 (deel nummer EX430) Effectieve RMS
multimeter met automatische bereikregeling. Deze meter meet de AC/DC-spanning, AC/DCstroom, de weerstand, de capaciteit, de frequentie, de werkcyclus, de diodetest en de
continuïteit, plus thermokoppel temperatuur. Als u deze meter voorzichtig en op de juiste
manier gebruikt, zal hij u jarenlang trouwe diensten bewijzen.
Veiligheid
Internationale veiligheidsymbolen
Dit symbool, in de buurt van een ander symbool of een terminal, geeft aan dat de
gebruiker de gebruiksaanwijzing dient te raadplegen voor verdere informatie.
Dit symbool in de buurt van een terminal geeft aan dat er, onder normaal gebruik,
gevaarlijke spanningen aanwezig kunnen zijn.
Dubbele isolatie
WARNING
CAUTION
MAX
600V
Dit WAARSCHUWINGSSYMBOOL wijst op een potentieel gevaarlijke
situatie die, als ze niet vermeden wordt, tot de dood of tot ernstige
verwondingen kan leiden.
Deze VINGERWIJZING wijst op een potentieel gevaarlijke situatie die,
als ze niet vermeden wordt, tot schade aan het product kan leiden.
Dit symbool wijst de gebruiker erop dat de zo gemarkeerde terminal(s)
niet aangesloten mogen worden op een circuitpunt waar de spanning
met betrekking tot de aarding (in dit geval) meer dan 600 VAC of VDC
bedraagt.
2
EX430-EU_NL v2.0 4/05
VIINGERWIJZINGEN
• Onjuist gebruik van deze meter kan schade, een electrische schok, verwondingen of
dood veroorzaken. Lees en begrijp deze gebruiksaanwijzing voor U de meter in
gebruik neemt.
• Verwijder altijd eerst de testloodjes voor U de batterijen of zekeringen vervangt.
• Inspecteer de toestand van de testloodjes en de meter zelf op schade voor U de
meter in gebruik neemt. Herstel beschadigingen of vervang beschadigde onderdelen
voor gebruik.
• Wees uiterst voorzichtig wanneer U metingen maakt indien de voltages hoger zijn
dan 25VAC rms of 35VDC. Deze voltages worden als een gevaar voor een
electrische schok beschouwd.
• Ontlaad altijd capacitoren en verwijder de stroom uit het apparaat dat getest wordt,
voor u diode-, weerstands- en continuïteitstesten uitvoert.
• Het controleren van het voltage aan electrische uitlaten kan moeilijk en misleidend
zijn omwille van de onzekerheid van de verbinding met de ingezonken electrische
contacten. Andere middelen moeten gebruikt worden om te verzekeren dat de
terminals niet “live” zijn.
• Indien gereedschap gebruikt wordt op een manier die niet door de fabrikant werd
gespecifieerd, kan de bescherming die door het gereedschap wordt voorzien,
beschadigd worden.
• Dit apparaat is geen speelgoed en moet buiten het bereik van kinderen gehouden
worden. Het bevat gevaarlijke objecten en ook kleine onderdelen die door kinderen
zouden kunnen ingeslikt worden. Indien een kind een onderdeel zou inslikken,
gelieve dan onmiddellijk een dokter te contacteren.
• Laat geen batterijen en verpakkingsmateriaal onbewaakt rondslingeren. Deze kunnen
gevaarlijk zijn voor kinderen indien ze als speelgoed worden gebruikt.
• Indien het apparaat gedurende lange tijd niet meer zal gebruikt worden, verwijder dan
de batterijen om lekken te voorkomen.
• Vervallen of beschadigde batterijen kunnen bij huidcontact verschroeiing of
verbranding veroorzaken. Gebruik daarom in dergelijke gevallen altijd geschikte
handschoenen.
• Let erop dat de batterijen geen kortsluiting genereren. Gooi geen batterijen in vuur.
3
EX430-EU_NL v2.0 4/05
OVERSPANNING CATEGORIE III
Deze meter meet de IEC 610-1-2001 norm voor OVERSPANNING CATEGORIE III. Cat III
meters zijn beschermd tegen overgang van oversspanning in vaste installaties op
distributieniveau. Voorbeelden omvatten schakelaars in de vaste installatie en sommige
uitrustingen voor industrieel gebruik met permanente verbinding op de vaste installatie.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Deze meter werd ontworpen voor een veilig gebruik, maar moet voorzichtig gebruikt
worden. De hieronder opgesomde regels moeten zorgvuldig in acht genomen worden voor
een veilige werking.
1. Pas NOOIT enige spanning of stroom toe op de meter die het gespecificeerde maximum
overschrijdt:
V DC of V AC 1000V DC/750V AC, 200Vrms bij een bereik van
mA AC/DC snelwerkende zekering 500mA 250V
A AC/DC snelwerkende zekering 20A 250V (max 30
Frequentie, weerstand, capaciteit,
werkcyclus, diodetest, continuïteit
Temperatuur 60V DC/ 24 V AC
2. WEES BIJZONDER VOORZICHTIG bij het werken met hoge spanningen.
3. GEEN spanning meten als de voltage op de "COM"-ingang meer dan 600V boven de
aardingsgrond bedraagt.
4. De meterdraden NOOIT aansluiten over een spanningsbron, terwijl de functieschakelaar
op stroom, weerstand of op de diodemodus staat. Anders kan de meter beschadigd
worden.
5. De filterconvectors in stroomvoorzieningen ALTIJD afladen en de stroom afkoppelen
voor het uitvoeren van weerstands- of diodetests.
6. De stroom ALTIJD uitschakelen en de testdraden afkoppelen alvorens de deksels te
openen om de zekering of batterij te vervangen.
7. De meter NOOIT gebruiken als de rug en de deksels van het batterijvak en van de
zekeringen niet op hun plaats aangebracht zijn, of als ze niet goed vastgemaakt zijn.
Functie Maximum invoer
Beschermgrenzen invoer
400mV
seconden om de 15 minuten)
250Vrms voor max 15sec
4
EX430-EU_NL v2.0 4/05
Controletoetsen en aansluitingen
1. LCD-display met 4000 tellingen
2. HOLD
3. SELECT-toets
4. Functieschakelaar
5. mA, uA en A-ingangen
6. COM-ingang
7. Positieve ingang
8. Toets voor opslag BEREIK (RANGE)
9. RELATIEVE-toets
10. Knop achtergrondverlichting
11. Beschermend holster
Nota: De kantelbare staander en het batterijvak bevinden zich aan de achterzijde van de
eenheid.
Symbolen en indicaties
•))) Continuïteit
Diodetest
Batterijstatus
n nano (10
Fout aansluiting testdraad
µ micro (10
m micro (10
k kilo (10
m mega (10
Hz Hertz (frequentie) V Volt
% Procent (werkverhouding) REL Relatieve
AC Wisselstroom AUTO Autobereik
DC Gelijkstroom HOLD Display hold
ºF Graden Fahrenheit ºC Graden Celsius
-9
) (capaciteit)
-6
) (amp, cap)
-3
) (volt, amp) A Amp
3
) (ohm) F Farad (capaciteit)
6
) (ohm) W Ohm
5
EX430-EU_NL v2.0 4/05
Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING: Risico van elektrocutie. Hoogspanningscircuits, zowel AC als DC, zijn
erg gevaarlijk en moeten met de grootste zorg gemeten worden.
1. Plaats de functieschakelaar altijd op OFF als de meter niet in gebruik is.
2. Als “OL” tijdens de meting op de display verschijnt, overschrijdt de waarde het bereik dat u
geselecteerd heeft. Kies een hoger bereik.
NOTA: Bij sommige AC- en DC spanningsbereiken, terwijl de testdraden niet op een
apparaat aangesloten zijn, kan de display een willekeurige, veranderlijke aflezing tonen.
Deze reactie is normaal en wordt veroorzaakt door de hoge ingangsgevoeligheid. De
aflezing zal stabiliseren en zal een juiste meting geven bij aansluiting op een circuit.
METINGEN GELIJKSPANNING (DC)
OPGELET: Geen gelijkspanningen (DC) meten als een motor op het circuit AAN of UIT
gezet wordt. Er kunnen zich grote spanningsoverlopen voordoen die de meter
beschadigen.
1. Zet de functieschakelaar op de groene stand V.
2. Druk op de knop SELECT om "DC" op het scherm te doen
verschijnen.
3. Steek de banaanstekker van de zwarte testdraad in de
negatieve COM-aansluiting.
Steek de banaanstekker van de rode testdraad in de
positieve V -aansluiting.
4. Houd de punt van de zwarte testdraad op de negatieve kant
van het circuit.
Houd de punt van de rode testdraad op de positieve kant van
het circuit.
5. Lees de spanning af op het scherm.
6
EX430-EU_NL v2.0 4/05
METINGEN WISSELSPANNING (AC)
WAARSCHUWING: Risico van elektrocutie. Het kan zijn dat de testpunten niet lang
genoeg zijn om in de spanningsvoerende delen van sommige stopcontacten van 240 V
voor apparatuur te dringen omdat de contacten diep in de stopcontacten gelegen zijn. Dit
heeft als resultaat dat de aflezing 0 volt toont, terwijl het stopcontact in feite onder
spanning staat. Vergewis u ervan dat de testpunten de metalen contacten binnenin het
stopcontact raken voordat u ervan uitgaat dat er geen spanning aanwezig is.
OPGELET: Geen wisselspanningen (AC) meten als een motor op het circuit AAN of UIT
gezet wordt. Er kunnen zich grote spanningsoverlopen voordoen die de meter
beschadigen.
1. Zet de functieschakelaar op de groene stand V.
2. Druk op de knop SELECT om "AC" op het scherm te doen
verschijnen.
3. Steek de banaanstekker van de zwarte testdraad in de
negatieve COM-aansluiting.
Steek de banaanstekker van de rode testdraad in de positieve
V -aansluiting.
4. Houd de punt van de zwarte testdraad op de negatieve kant
van het circuit.
Houd de punt van de rode testdraad op de "warme" kant van
het circuit.
5. Lees de spanning af op het scherm.
METINGEN GELIJKSTROOM (DC)
OPGELET: Voer geen stroommetingen op een schaal van 20A gedurende langer dan
30 seconden uit. Het overschrijden van 30 seconden kan schade aan de meter en/of de
testdraden veroorzaken.
1. Steek de banaanstekker van de zwarte testdraad in de
negatieve COM-aansluiting.
2. Voor stroommetingen tot 4000µA DC, de
functieschakelaar instellen op de gele µA-stand en de
banaanstekker van de rode testdraad in de µA/mA-
ingang steken.
3. Voor stroommetingen tot 400µA DC, de
functieschakelaar instellen op de gele mA-stand en de
banaanstekker van de rode testdraad in de µA/mA-
ingang steken.
4. Voor stroommetingen tot 20 A DC, de functieschakelaar
instellen op het gele bereik 20A en de banaanstekker
van de rode testdraad in de 20A-ingang steken.
5. Druk op de knop SELECT om "DC" op het scherm te
doen verschijnen.
6. Maak het te testen circuit stroomvrij en open vervolgens
het circuit op het punt waar u de stroom wilt meten.
7. Houd de punt van de zwarte testdraad op de negatieve kant van het circuit.
Houd de punt van de rode testdraad op de positieve kant van het circuit.
8. Zet het circuit onder stroom.
9. Lees de stroom af op het scherm.
7
EX430-EU_NL v2.0 4/05
METINGEN WISSELSTROOM (AC)
OPGELET: Voer geen stroommetingen op een schaal van 20A gedurende langer dan
30 seconden uit. Het overschrijden van 30 seconden kan schade aan de meter en/of de
testdraden veroorzaken.
1. Steek de banaanstekker van de zwarte testdraad in de
negatieve COM-aansluiting.
2. Voor stroommetingen tot 4000µA AC, de
functieschakelaar instellen op de gele µA-stand en de
banaanstekker van de rode testdraad in de µA/mA-
ingang steken.
3. Voor stroommetingen tot 400µA AC, de
functieschakelaar instellen op de gele mA-stand en de
banaanstekker van de rode testdraad in de µA/mA-
ingang steken.
4. Voor stroommetingen tot 20 A AC, de
functieschakelaar instellen op het gele bereik 20A en
de banaanstekker van de rode testdraad in de 20A-
ingang steken.
5. Druk op de knop SELECT om "AC" op het scherm te
doen verschijnen.
6. Maak het te testen circuit stroomvrij en open
vervolgens het circuit op het punt waar u de stroom
wilt meten.
7. Houd de punt van de zwarte testdraad op de negatieve
kant van het circuit.
Houd de punt van de rode testdraad op de positieve kant van het circuit.
8. Zet het circuit onder stroom.
9. Lees de stroom af op het scherm.
Metingen van de weerstand
WAARSCHUWING: Om een elektrische schok te vermijden, de stroom van de te testen
eenheid uitschakelen en alle convectors uitschakelen alvorens over te gaan tot metingen
van de weerstand. Verwijder de batterijen en trek de stroomkabels uit.
1. Zet de functieschakelaar op de groene stand Ω
2. Steek de banaanstekker van de zwarte testdraad in de
negatieve COM-aansluiting.
Steek de banaanstekker van de rode testdraad in de
positieve Ω aansluiting.
3. Druk op de knop SELECT om “Ω " op het scherm te doen
verschijnen.
4. Houd de testkoppen op het te testen circuit of het te testen
onderdeel. Het is best om een kant van het te testen
onderdeel af te koppelen, zodat de rest van het circuit niet
interfereert met de meting van de weerstand.
5. Lees de weerstand af op het scherm.
8
EX430-EU_NL v2.0 4/05
CONTINUÏTEITSTEST
WAARSCHUWING: Om een elektrische schok te vermijden, de continuïteit nooit meten
op circuits of draden die spanning voeren.
1. Zet de functieschakelaar op de stand .
2. Steek de banaanstekker van de zwarte testdraad in de
negatieve COM-aansluiting.
Steek de banaanstekker van de rode testdraad in de positieve
Ω aansluiting.
3. Druk op de knop SELECT om “ " op het scherm te doen
verschijnen.
4. Houd de testpunten op het te testen circuit of op de draad die u
wilt testen.
5. Als de weerstand minder is dan ongeveer 150 Ω, zal een
signaal weerklinken. Als het circuit open is, zal op de display
“OL” verschijnen.
DIODETEST
1. Zet de functieschakelaar op de stand . .
2. Steek de banaanstekker van de zwarte testdraad in de
negatieve COM-aansluiting en de banaanstekker van de
rode testdraad in de positieve diode-ingang.
3. Druk op de knop SELECT om “ " op het scherm te doen
verschijnen.
4. Houd de testpunten op de te testen diode. De
doorlaatspanning zal typisch 0,400 tot 0,700V aangeven.
De sperspanning zal “OL” aangeven Kortgesloten
apparaten zullen een waarde dicht bij 0V aangeven en een
open apparaat zal in beide polariteiten “OL” aangeven.
9
EX430-EU_NL v2.0 4/05
METINGEN VAN DE CAPACITEIT
WAARSCHUWING: Om een elektrische schok te vermijden, de stroom van de te testen
eenheid uitschakelen en alle convectors uitschakelen alvorens over te gaan tot metingen
van de capaciteit. Verwijder de batterijen en trek de stroomkabels uit.
1. Zet de draaischakelaar op de groene stand.
2. Steek de banaanstekker van de zwarte testdraad in de
negatieve COM-aansluiting.
Steek de banaanstekker van de rode testdraad in de
positieve -aansluiting.
3. Houd de testdraden op de te testen convector.
4. Lees de capaciteitswaarde af op het scherm.
FREQUENTIEMETINGEN
1. Zet de draaischakelaar op de groene “Hz”-stand.
2. Steek de banaanstekker van de zwarte testdraad in de
negatieve COM-aansluiting en de banaanstekker van de
rode testdraad in de positieve Hz-aansluiting.
3. Houd de testpunten op het te testen circuit.
4. Lees de frequentie af op het scherm.
% WERKCYCLUS
1. Zet de draaischakelaar op de groene “Hz”-stand.
2. Steek de banaanstekker van de zwarte testdraad in de
negatieve COM-aansluiting en de banaanstekker van de
rode testdraad in de positieve Hz-aansluiting.
3. Druk kort op de toets SELECT om “%” op het scherm te
selecteren.
4. Houd de testpunten op het te testen circuit.
5. Lees het % van de werkcyclus af op het scherm.
10
EX430-EU_NL v2.0 4/05
CONTACTTEMPERATUURMETINGEN
1. Plaats de functieschakelaar op de zwarte Type K ºC of ºF positie.
2. Steek de temperatuursensor in de aansluitingen en let daarbij op de juiste polariteit.
3. Houd de kop van de temperatuursensor op het onderdeel waarvan u de temperatuur
wenst te meten. Blijf de sensor op het te testen onderdeel houden terwijl de aflezing
stabiliseert (ongeveer 30 seconden).
4. Lees de temperatuur af op het scherm.
Nota: De temperatuursensor is voorzien van een miniconnector
van het type K. Er is een adapter voorzien voor de overgang van
een miniconnector naar een banaanconnector voor de aansluiting
op banaaningangen.
Als de meter voor het eerst ingeschakeld wordt, gaat hij automatisch naar de automatische
bereikinstelling (AutoRanging). Hierbij wordt automatisch het beste bereik voor de
metingen geselecteerd en dit is in het algemeen de beste modus voor de meeste
metingen. Voor meetsituaties waarbij het nodig is om het bereik manueel te selecteren,
gaat u als volgt te werk:
1. Druk op de toets RANGE (bereik). De indicatie “AUTO” zal uitgeschakeld worden.
2. Druk op de toets RANGE om de beschikbare bereiken te doorlopen, tot u het gewenste
bereik geselecteerd heeft.
3. Om de modus voor de manuele instelling van het bereik te verlaten en terug te keren
naar de automatische bereikinstelling, de toets RANGE (bereik) gedurende 2 seconden
ingedrukt houden.
Nota: De manuele bereikinstelling is niet van toepassing voor de functies Capaciteit,
Frequentie en Temperatuur.
RELATIEVE MODE
De relatieve meetfunctie biedt u de mogelijkheid om metingen uit te voeren met betrekking
tot een opgeslagen referentiewaarde. Er kan een referentiewaarde voor spanning, stroom
enz. opgeslagen worden en de metingen zullen gebeuren in vergelijking met die waarde.
De getoonde waarde is het verschil tussen de referentiewaarde en de gemeten waarde.
1. Voer de metingen uit zoals beschreven wordt in de handleiding.
2. Druk op de toets REL om de aflezing op het scherm op te slaan en de indicator "REL"
zal op het scherm verschijnen.
3. De display zal nu het verschil aangeven tussen de opgeslagen waarde en de gemeten
waarde.
4. Druk op de toets REL om de relatieve modus te verlaten.
Nota: De relatieve functie werkt niet in de Frequentiefunctie.
SCHERM MET ACHTERGRONDVERLICHTING
Druk op de -toets om de achtergrondverlichting in of uit te schakelen.
HOLD
De hold-functie bevriest de aflezing op het scherm. Druk de HOLD-toets kort in om de
HOLD-functie te activeren of te verlaten.
AUTOMATISCHE UITSCHAKELING
De automatische uitschakeling ("auto off") zal ervoor zorgen dat de meter na 15 minuten
automatisch uitgeschakeld wordt.
INDICATIE LAGE BATTERIJSTAND
De icoon zal in de linker benedenhoek van het scherm verschijnen als de spanning
van de batterij laag is. Vervang de batterijen als dit verschijnt.
INDICATIE VERKEERDE AANSLUITING
De icoon zal in de rechter bovenhoek van het scherm verschijnen en er zal een
buzzer te horen zijn als de positieve testdraad in de 20A of uA/mA ingang gestoken wordt
en een stroomloze functie (groen, zwart of rood) geselecteerd wordt. Als dit gebeurt,
schakel de meter dan uit en steek de testdraad in de juiste ingang voor de geselecteerde
functie.
12
EX430-EU_NL v2.0 4/05
Technische kenmerken
FunctieBereik ResolutieNauwkeurigheid
Gelijkspanning
(DC)
Wisselstroomspanning
(AC)
Gelijkstroom
(DC)
AC
wisselstroom
Weerstand
Capaciteit
NOTA: Nauwkeurigheid wordt aangegeven voor een bereik van 18oC tot 28oC (65oF tot 83oF)
400mV 0,1mV
4V 0,001V
40V 0,01V
400V 0,1V
1000V 1V
50 tot 400Hz 400Hz tot 1kHz
400mV 0,1mV
5.000MHz 0.001MHz
10,00MHz 0.01MHz
Gevoeligheid: 0,8V rms min. @ 20% tot 80% werkcyclus en <100kHz;
5Vrms min @ 20% tot 80% werkcyclus en > 100kHz.
0,1 tot 99,9%0,1%
Pulsbreedte: 100µs - 100ms, Frequentie: 5Hz tot 150kHz
-20 tot 750°C 1°C
-4 tot 1382°F
1°F
typisch 1,5V DC (gelijkstroom).
bedraagt dan 150Ω (bij benadering.), teststroom <0,7mA
teken (-) voor negatieve polariteit
werkspanning daalt
Een bereik; 20A/250V keramische snelle smeltzekering
o
C tot 40oC (41oF tot 104
o
C (104
o
F)
40
vereisten voor dubbele isolatie volgens IEC1010-1 (2001):
EN61010-1 (2001) Overspanning Categorie III 600V en
Categorie II 1000V, Vervuilingsgraad 2.
±(1,5% aflezing + 5 digits)
±(1,2% aflezing + 2 digits)
±(1,5% aflezing + 4 digits)
±(1,2% aflezing +2 digits)
±(3,0% aflezing +3 digits)
(nauwkeurigheidssensor niet inbegrepen)
o
F)
o
F)
14
EX430-EU_NL v2.0 4/05
Onderhoud
WAARSCHUWING: Om een elektrische schok te voorkomen, de meter loskoppelen van elk
stroomcircuit, de testloodjes loskoppelen van de inputterminals en de meter OFF (UIT)
schakelen voor het openen van de doos. De meter niet gebruiken met een open doos.
Deze MultiMeter is ontworpen om u jarenlang betrouwbare diensten te leveren als u de
volgende instructies voor het onderhoud ervan in acht neemt.
1. HOUD DE METER DROOG. Als hij toch nat wordt, droog hem dan onmiddellijk af.
2. GEBRUIK EN BEWAAR DE METER IN NORMALE TEMPERATUREN. Extreme
temperaturen kunnen het leven van elektronische onderdelen verkorten en kunnen
plastic delen vervormen of doen smelten.
3. BEHANDEL DE METER ZACHTJES EN ZORGVULDIG. Als hij valt, kunnen de
elektronische onderdelen beschadigd worden, of kan de behuizing beschadigd
geraken.
4. HOUD DE METER SCHOON. Reinig de behuizing af en toe met een vochtige doek.
GEEN chemicaliën, oplosmiddelen of detergenten gebruiken.
5. GEBRUIK ENKEL VERSE BATTERIJEN VAN HET AANBEVOLEN FORMAAT EN
TYPE. Verwijder oude of zwakke batterijen, zodat ze niet beginnen te lekken, want
dit zou schadelijk kunnen zijn voor de eenheid.
6. ALS DE METER GEDURENDE LANGE TIJD OPGESLAGEN MOET WORDEN,
moeten de batterijen verwijderd worden om schade aan de eenheid te voorkomen.
Vervanging van de batterij
1. Verwijder de Phillips kopschroef die de deur van het batterijvak achteraan
vasthoudt.
2. Open het deksel van het batterijvak.
3. Vervang de batterij van 9V.
4. Maak het deksel van het batterijvak terug vast.
Weggooien
U bent als eindgebruiker wettelijk verplicht (Batterij-verordening) alle
gebruikte batterijen en accumulatroen terug te brengen; weggooien in
huishoudelijk afval is verboden!
U kan uw gebruikte batterijen/accumulatoren gratis terugbrengen naar de
inzamelpunten van onze filialen in uw buurt of naar plaatsen waar
batterijen/accumulatoren worden verkocht!
Volg de geldige wettelijke bepalingen met betrekking tot het weggooien van
het apparaat op het einde van zijn levenscyclus.
WAARSCHUWING: Om een elektrische schok te vermijden, uw meter niet gebruiken tot
het deksel van het batterijvak terug aangebracht is en goed vastgemaakt is.
NOTA: Als de meter niet behoorlijk werkt, de zekeringen en de batterijen controleren om u
ervan te vergewissen dat ze nog steeds goed werken en goed aangebracht zijn.
15
EX430-EU_NL v2.0 4/05
VERVANGEN VAN DE ZEKERINGEN
WAARSCHUWING: Om een elektrische schok te voorkomen, de meter loskoppelen van elk
stroomcircuit, de testloodjes loskoppelen van de inputterminals en de meter OFF (UIT)
schakelen voor het openen van de doos. De meter niet gebruiken met een open doos.
1. De testdraden van de meter afkoppelen.
2. Verwijder het beschermend rubberen
holster.
3. Verwijder het deksel van het batterijvak
(twee “B” schroeven) en de batterij.
4. Verwijder de vier “A”-schroeven die het
deksel vasthouden.
5. Til de middelste printplaat van de
convectors op om toegang te verkrijgen
tot de zekeringhouders.
6. Haal de oude zekering er voorzichtig uit
en breng de nieuwe zekering in de
houder aan.
7. Gebruik steeds een zekering van het juiste formaat en met de juiste waarde (0.5A/250V
snelsmeltzekering voor het bereik van 400mA , 20A/250V snelsmeltzekering voor het
bereik van 20A).
8. Breng de middelste plaat in lijn met de connectors en druk ze zachtjes op haar plaats.
9. Breng het deksel achteraan, de batterij en het deksel van het batterijvak terug aan en
maak deze vast.
WAARSCHUWING: Om een elektrische schok te vermijden, uw meter niet gebruiken tot
het deksel van de zekeringen op zijn plaats aangebracht is en goed vastgemaakt is.
VERMELDE UL
De UL-markering geeft niet aan dat dit product beoordeeld werd op nauwkeurigheid voor zijn
aflezingen.