Meter voor Geleidbaarheid- / TOD- /
Zoutgehalte / Temperatuur
MODE
HOLD
Inleiding
Gefeliciteerd met uw aankoop van de ExStik® EC400, de meter waarmee u de
geleidbaarheid, de TOD (Totaal opgeloste deeltjes) het zoutgehalte en de temperatuur
kunt meten. Met de dynamische cel-constante technologie van de EC400 is het mogelijk
om met dezelfde elektrode een breed bereik te meten van geleidbaarheid, TOD en van
het zoutgehalte. Als u deze meter voorzichtig gebruikt en onderhoudt, zal hij u jarenlang
trouwe diensten bewijzen.
Voeding van de ExStik™
De ExStik
batterijen zwak zijn, verschijnt de ‘BAT’-indicator op het LCD-scherm. Druk op de
AAN/UIT-knop om de ExStik
automatische uitschakeling schakelt de ExStik
minuten niet gebruikt wordt om de batterij te sparen.
TM
maakt gebruik van vier (4) CR2032 Lithium-ionbatterijen (inbegrepen). Als de
®
aan te zetten of uit te schakelen. De functie voor de
®
automatisch uit als de tester gedurende 10
Het starten
• Verwijder de kap aan de onderkant van de ExStik om het elektrodegedeelte vrij te
maken.
• Voor het eerste gebruik of na een opslagperiode de elektrode in gedeïoniseerd water
spoelen en drogen.
• Voor de beste resultaten de geleidbaarheid kalibreren met een kalibratiestandaard in
het verwachte bereik van het staal. Voor een maximum nauwkeurigheid kalibreren
van lage standaarden voor de geleidbaarheidswaarden tot de hoge standaarden
voor de geleidbaarheidswaarden.
• Droog bewaren.
2
EC400-EU V2.2 8-11-05
Technische kenmerken
Scherm 2000 tellingen LCD-scherm met balkgrafiek
Geleidbaarheidsbereiken 0 tot 199,9µS/cm
200 tot 1999µS/cm
2.00 tot 19.99mS/cm
TOD-bereiken 0 tot 99.9ppm of mg/l
(Variabele ratio) 100 tot 999ppm of mg/l
Bereik zoutgehalte 0 tot 99,9 ppm
(Vaste verhouding van 0,5) 100 tot 999ppm
TOD-verhouding regelbaar van 0,4 tot 1,0
Verhouding zoutgehalte 0,5 vast
Conductiviteit ATC 2.0% per
Temperatuurbereik 0,0°C tot 65,0
Temperatuurresolutie 0,1 tot 99,9, 1 >100
Temperatuurnauwkeurigheid ±1°C; 1.8°F (van 0 tot 50°C; 32 tot 122°F)
±3°C; 5.4°F (van 50 tot 65°C; 122 tot 149°F)
Geleidbaarheid ATC-bereik 0,0°C tot 60,0
Nauwkeurigheid Geleidbaarheid: ±2% volle schaal
Opslag meting 25 tagged (genummerde) aflezingen
Indicatie lage batterijstand ‘BAT’ verschijnt op het LCD-scherm
Stroomvoorziening Vier (4) CR2032 lithium-ionbatterijen
Autom. uitschakeling Na 10 minuten (onderdrukking mogelijk)
Bedrijfsvoorwaarden: -5°C tot 50
Afmetingen 40 x 187 x 40 mm (1.6 x 7.4 x 1,6")
Gewicht 87 g (3.1 oz)
4. CAL/Recall toets (Kalibratie, temperatuurwijziging,
eenheden en terugroepen van gegevens).
5. AAN/UIT-toets
6. Elektrodekraag
7. Elektrode
(Nota: De elektrodekap is niet afgebeeld)
LCD-display
1. Display balkgrafiek
2. Meeteenheden
3. Hoofdscherm
4. Kalibratiebereik en indicators
lage batterijstand
5. Temperatuurdisplay
6. Aflezing hold-indicator
RECALL
4
EC400-EU V2.2 8-11-05
Meetprocedure
Voorbereiding staal:
1. Voor de meting van de geleidbaarheid, de TOD of het zoutgehalte
het teststaal in een voldoende diepe testbeker (minimum 2,5 cm)
plaatsen om de elektrode te bedekken. De oplossing roeren om
eventuele luchtbellen te verwijderen.
Meting:
1. Druk op de ON-toets. ( en vervolgens “SELF CAL”
zullen op het scherm verschijnen tijdens de
inschakeldiagnostiek)
2. Druk op de toets MODE/HOLD en houd deze ingedrukt om
naar de gewenste meetmodus te scrollen.
3. Plaats de elektrode in het staal en let erop dat de elektroden
volledig ondergedompeld zijn.
4. De oplossing met de elektrode traag roeren om luchtbellen te
verwijderen.
5. De meter zal automatisch op het juiste bereik afstellen en zal
de meting vervolgens weergeven.
8888
GeleidbaarheidTOD(ppm)TOD(mg/L)
EC500
Zoutgehalte
5
EC400-EU V2.2 8-11-05
Wijziging van de meetfunctie
De meter kan ingesteld worden om de Geleidbaarheid, de TOD of het zoutgehalte te
meten.
Om van modus te veranderen:
1. De toets MODE/HOLD indrukken en gedurende 2 seconden ingedrukt houden. De
display zal nu door de eenheden scrollen.
µS (geleidbaarheid); ppm (TOD); mg/l (TOD); ppm S (zoutgehalte);
Opmerking: De “HOLD”-functie mag niet aan staan als men van meetfunctie wil
veranderen. Als “HOLD” in de linker benedenhoek van het scherm getoond wordt, druk
dan kort op de toets MODE/HOLD om de Hold uit te schakelen.
2. Als de gewenste eenheden getoond worden, laat de toets MODE/HOLD dan los.
TOD-compensatieverhouding
De TOD-waarde wordt bepaald door een geleidbaarheidsmeting met een gekende
verhoudingsfactor te vermenigvuldigen. De meter maakt het mogelijk een
omzetverhouding te selecteren in het bereik van 0,4 tot 1,0. De verhouding varieert
volgens de toepassing, maar wordt typisch ingesteld tussen 0,5 en 0,7.
Opmerking: De opgeslagen verhouding zal kort verschijnen in de onderste
temperatuurdisplay als de meter voor het eerst aan gezet wordt of wanneer de
meetfunctie naar TOD veranderd wordt.
Opmerking: In de mode voor de meting van het zoutgehalte is de verhouding vast
ingesteld op 0,5.
Om de verhouding te wijzigen terwijl men in de TOD-meetmodus staat (ppm of mg/l):
1. De toets CAL/RECALL twee keer na elkaar indrukken en loslaten.
De opgeslagen verhouding zal op het scherm verschijnen.
2. Druk op de toets MODE/HOLD om de waarde van de verhouding in
stappen van 0,1 te verhogen.
3. Als de gewenste verhouding getoond wordt, druk dan op de toets
CAL/RECALL en laat hem vervolgens terug los om de waarde op te
slaan en terug te keren naar de normale modus.
4. Als gedurende 5 seconden geen toetsen ingedrukt worden, keert de meter terug naar
de meetmodus.
Opslaan van metingen
1. Druk op de toets MODE/HOLD om een meting op te slaan. Het
nummer van de geheugenpositie zal op de display onderaan
getoond worden terwijl de hoofddisplay de opgeslagen meting toont.
De meter zal naar de HOLD-modus gaan en de "HOLD"-indicator zal
verschijnen.
2. Druk nogmaals op de toets MODE/HOLD om de HOLD-modus te
verlaten en terug te keren naar de normale werking.
3. Als meer dan 25 metingen opgeslagen zijn, zullen de vroegere
opgeslagen metingen (startend vanaf nummer 1) overschreven worden.
6
EC400-EU V2.2 8-11-05
Oproepen van opgesl a g en meti n ge n
1. Druk op de toets CAL/RECALL en druk op de toets MODE/HOLD. Er zal kort een
nummer van de geheugenpositie (van 1 tot 25) verschijnen en vervolgens zal de
waarde verschijnen die op die geheugenpositie opgeslagen werd. De getoonde
eenheden zullen knipperen, wat erop wijst dat de oproepmodus voor opgeslagen
waarden actief is.
2. De laatst opgeslagen meting zal eerst getoond worden. Als de toets MODE/HOLD
ingedrukt en losgelaten wordt, kunt u beurtelings door de opgeslagen metingen
scrollen. Het nummer van de geheugenpositie wordt eerst getoond, gevolgd door de
meting die op die plaats opgeslagen is.
3. Om de geheugenmodus te verlaten, op de toets CAL/RECALL drukken en vervolgens
zal de meter terugkeren naar de normale werking, nadat hij “End” (Einde)
weergegeven heeft.
19.5
C
°
De geheugeninhoud wissen
Als de eenheid aan staat, drukt u gedurende 4 seconden op de AAN/UIT-toets. “clr” zal
kort verschijnen als het geheugen gewist is.
Wijziging van de temperatuureenheden
Om de weergave van de temperatuureenheden te wijzigen (oC of oF):
1. Druk terwijl de eenheid uitgeschakeld is (OFF) op de toets CAL/RECALL en houd
deze toets ingedrukt.
2. Terwijl de toets CAL/RECALL ingedrukt is, drukt u op de toets ON/OFF (aan/uit). Als
“SELF CAL” op het scherm verschijnt, laat u de toets CAL/RECALL los. De eenheid
zal terugkeren naar de operationele modus en de temperatuur zal in de nieuwe
eenheden aangeduid worden.
Toets Databewaring
Druk op de toets MODE/HOLD om een meting op het scherm te houden (te bevriezen).
De meter zal naar de HOLD-modus gaan en de "HOLD"-indicator zal verschijnen.
Opmerking: Hiermee wordt de meting ook bewaart.
Druk nogmaals op de MODE/HOLD-toets om terug te keren naar de normale werking.
Autom. stroomuitschakeling
De functie voor de automatische uitschakeling schakelt de meter uit als hij 10 minuten
nadat de laatste toets ingedrukt werd niet meer gebruikt werd.
Onderdrukking van de autom. stroomuitschakeling
Om de automatische uitschakeling te onderdrukken:
1. Aanzetten van de eenheid
2. Druk een keer op CAL/RECALL (Snel)
3. Druk onmiddellijk en gelijktijdig op de toetsen MODE/HOLD en ON/OFF gedurende
ongeveer 2 seconden, tot “OFF” kort verschijnt.
Om deze functie uit te schakelen, de eenheid uitschakelen met de toets ON/OFF (aan/uit).
De volgende keer dat de eenheid ingeschakeld wordt, zal de AUTO Power OFF mode
terug ingeschakeld zijn.
Indicatie lage batterijstand
Als de batterijen zwak worden, zal de icoon “BAT” op het scherm verschijnen. Raadpleeg het
hoofdstuk over het Onderhoud voor meer informatie over het vervangen van de batterij.
7
EC400-EU V2.2 8-11-05
Raadgevingen met betrekking tot de meting en de display
•Als de eenheid vergrendeld lijkt te zijn (bevroren display). Het is mogelijk dat de Data
Hold-modus ongewild geactiveerd werd door op de MODE/HOLD-toets te drukken.
(Onderaan links staat dan “HOLD” op het LCD-scherm). Druk nogmaals op de
MODE-toets of zet de meter af en zet hem terug aan.
•Voor een maximum nauwkeurigheid moet u de sonde voldoende tijd laten om de
temperatuur van het staal te bereiken alvorens te kalibreren. Dit zal aangegeven
worden door een stabiele temperatuuraflezing op de display.
Kalibratie - Geleidbaarheid
De meter moet periodiek op nauwkeurigheid nagekeken worden. Een keer per maand is
de aanbevolen cyclus bij een normaal gebruik. Als een kalibratie vereist is, is een
kalibratieoplossing voor de geleidbaarheid nodig. De meter kan in een van de drie
bereiken of in alle bereiken gekalibreerd worden. Kalibratieoplossingen van 84µS/cm,
1413µS/cm orf12.88mS/cm (12,880µS/cm) zijn noodzakelijk voor de
herkenningsprocedure van de automatische kalibratie. Er zijn geen andere
kalibratiewaarden toegelaten.
De kalibratie gebeurt altijd in de geleidbaarheidsmodus. Aangezien het zoutgehalte en de
TOD-waarden berekend worden op basis van de geleidbaarheidswaarden, kalibreert deze
procedure ook de bereiken van het zoutgehalte en de TOD.
1. Vul een staalbeker met de kalibratieoplossing.
2. Zet de meter AAN en plaats de elektrode in de oplossing. Tik of beweeg met de
elektrode in het staal om eventuele luchtbellen te verwijderen.
3. Druk de CALL/RECALL-toets in en houd deze ingedrukt (ongeveer 2 seconden) tot
"CAL" op de onderste (temperatuur)display verschijnt. De hoofddisplay zal
beginnen knipperen.
4. De meter zal de kalibratieoplossing herkennen en zal een overeenkomstige
kalibratie uitvoeren. De display zal kort “SA”, “End” weergeven en zal na de
kalibratie terugkeren naar de meetmodus.
Opmerking: “SA” zal niet verschijnen als de kalibratie faalt.
5. Het symbool “range calibrated” (gekalibreerd bereik) zal in de display verschijnen
voor elk bereik dat tijdens een cyclus gekalibreerd wordt.
Opmerking: Telkens als men naar de kalibratiemodus gaat, worden alle kalibratiesymbolen
op de display verwijderd, maar zullen enkel de kalibratiegegevens voor het actueel
geselecteerd bereik vervangen worden. De twee andere bereiken behouden de bestaande
kalibratiegegevens. Het zijn enkel de symbolen die verwijderd worden. De kalibratie voor
de drie bereiken moet gebeuren terwijl de meter aan staat opdat de symbolen voor de drie
kalibratiebereiken zouden verschijnen.
Opmerking: De meter laat een kalibratie van 1, 2 of 3 punten toe. Als een kalibratie van
meer dan een punt uitgevoerd wordt, moet het laagste punt eerst gedaan worden om de
beste nauwkeurigheid te verkrijgen.
8
EC400-EU V2.2 8-11-05
Aanbevelingen en technieken
•De binnenste oppervlakken van de geleidbaarheidselektroden niet aanraken.
Aanraking van het oppervlak van de elektrodeplaatjes kan de sonde beschadigen en
kan haar levensduur verkorten.
• Bewaar de elektrode droog en met de kap erop.
• Spoel de elektrode uit in gedeïoniseerd water tussen de metingen om
kruiscontaminatie van het staal te vermijden. Een dubbele spoeling is aanbevolen
wanneer een hoge nauwkeurigheid vereist is.
Operationele matrix
Functie /
Resulterende actie
Aan/Uit Aan of
Kalibratie Aan Geleidbaarheid De toets CAL/RECALL indrukken en gedurende 2 seconden
Een meting opslaan Aan Gelijk welke
Vrijgave Hold Aan Terwijl u in de
Ophaling van
gegevens uit het
geheugen
Scrollen door
opgeslagen metingen
Modus voor het
oproepen van
opgeslagen gegevens
verlaten
De geheugen-inhoud
wissen
Wijziging van de
meetmodus
Ga naar de
verhouding
Geleidbaar-heid /
TOD
Wijzig de verhouding
Geleidbaar-heid/TOD
Verlaat de verhouding
Geleidbaar-heid/TOD
Wijziging van de
temperatuureenheden
Autom. stroomuitschakeling
onderdrukken
Default-reset OFF
Stroom-
status
Modusinstelling
Gelijk welke Druk kort op de toets aan/uit
uit
meetmodus
Hold-modus
staat
Aan Gelijk welke
meetmodus
Aan Oproepen
geheugen
Aan Oproepen
geheugen
Aan Gelijk welke
meetmodus
Aan Gelijk welke Druk op de toets MODE/HOLD en houd deze minstens 2
Aan TOD (ppm of
mg/l)
Aan TOD-verhouding Druk kort op de toets MODE/HOLD (telkens als de toets
Aan TOD-verhouding Druk kort op de toets CAL/RECALL.
Uit: n.v.t.
(uitgeschakeld
(off mode))
Aan Gelijk welke
meetmodus
nvt Druk gelijktijdig op ON/OFF, CAL/RECALL en kort op
(UIT)
Vereiste volgorde voor het indrukken van de toetsen
ingedrukt houden tot de CAL-functie bereikt is..
Druk kort op de toets MODE/HOLD.
Druk kort op de toets MODE/HOLD.
Druk kort op de toets CAL/RECALL en vervolgens op de
toets MODE/HOLD (binnen de 4 seconden)
Druk kort op de toets MODE/HOLD.
(Toont de laatst opgeslagen waarde eerst ("last in first out"))
Druk kort op de toets CAL/RECALL.
Druk op de aan/uit-toets en houd deze gedurende 4
seconden ingedrukt tot "clr" verschijnt.
seconden ingedrukt (de modussen zullen scrollen tot de
toets losgelaten wordt).
De toets CAL/RECALL twee keer na elkaar indrukken en
loslaten.
ingedrukt wordt, verhoogt de verhouding met 0.1, de
waardecyclus gaat van 0,4 - 1.0)
De toets CAL/RECALL indrukken en ingedrukt houden en
kort op de toets Aan/Uit drukken. Laat de toets
CAL/RECALL los nadat "SELF CAL" verschijnt.
Druk de CAl-toets kort in en houd de toetsen ON/OFF &
MODE/HOLD dan gedurende ongeveer 2 seconden
gelijktijdig ingedrukt tot "OFF" verschijnt.
MODE/HOLD. “dFLt" zal getoond worden
9
EC400-EU V2.2 8-11-05
Onderhoud
Vervanging van de batterij
1. Verwijder het deksel van het batterijvak.
2. Houd de batterijbehuizing met een vinger op haar plaats en trek de batterijdrager er
met behulp van de twee kleine lipjes uit.
3. Vervang de vier (4) CR2032 batterijen en let daarbij op de polariteiten.
4. Breng het deksel van het batterijvak terug aan.
U bent als eindgebruiker wettelijk verplicht (Batterij-verordening) om alle
gebruikte batterijen en accumulators in te leveren. Het is verboden om u ervan te ontdoen samen met het huishoudelijk afval.
U kunt uw gebruikte batterijen/accumulators gratis afgeven bij de inzamelpunten
van onze vestigingen in uw buurt, of op gelijk welke plaats waar
batterijen/accumulators verkocht worden.
Verwijdering
Volg de geldige, wettelijke bepalingen met betrekking tot de afvalbehandeling
als uw apparaat het einde van zijn levensduur bereikt heeft.
Vervanging van de elektrode
1. Om een elektrode te verwijderen, de elektrodekraag losmaken en volledig verwijderen
(draai de kraag naar links om deze te verwijderen).
2. Schud de elektrode zachtjes heen en weer en trek ze naar beneden tot ze van de
meter loskomt.
3. Om een elektrode te bevestigen, de elektrode zachtjes in de meteraansluiting
aanbrengen (de connector van de elektrode wordt vergrendeld, zodat ze goed
aangesloten is).
4. Draai de elektrodekraag goed vast om een goede dichting te verkrijgen (een rubberen
ring zorgt voor de dichting tussen de elektrode en de meter).
10
EC400-EU V2.2 8-11-05
Aanbevelingen voor de reiniging
Bij het reinigen van de sonde moet u erop letten dat u de geplatineerde
elektrodeoppervlakken niet krast of beschadigd.