Gefeliciteerd met de aankoop van uw AN200 CFM/CMM thermo-/windsnelheidsmeter
met infrarode thermometer van Extech. Dit instrument meet de luchtsnelheid, het
luchtstroom (volume), de luchttemperatuur (met sensor) en de oppervlaktetemperatuur
(met de infraroodfunctie). Het grote, gemakkelijk leesbare LCD-scherm met
achtergrondverlichting omvat een primaire en secundaire display, plus diverse
statusindicators. De infraroodfunctie omvat een laserwijzer om gemakkelijk te kunnen
richten. Bovendien kan de meter 16 gebiedsinstellingen bewaren die gemakkelijk terug
opgeroepen kunnen worden. Als u deze meter voorzichtig gebruikt, zal hij u jarenlang
trouwe diensten bewijzen.
VIINGERWIJZINGEN
• Onjuist gebruik van deze meter kan tot schade leiden of kan een elektrische schok,
verwondingen of de dood veroorzaken. Zorg ervoor dat u deze handleiding gelezen
en begrepen heeft voordat u de meter gebruikt.
• Kijk de toestand van de sensor en van de meter zelf na op enige schade alvorens de
meter te gebruiken. Als er enige schade te zien is, de nodige herstellingen of
vervangingen uitvoeren voordat u de meter gebruikt.
• Als de uitrusting gebruikt wordt op een manier die niet gespecificeerd is door de
producent, kan de bescherming die door het apparaat geboden wordt, beschadigd
worden.
• Dit apparaat is geen speelgoed en moet buiten het bereik van kinderen blijven. Het
bevat gevaarlijke voorwerpen en kleine delen die kinderen kunnen inslikken. Als een
kind een onderdeel ingeslikt heeft, neem dan onmiddellijk contact op met een arts.
• Laat batterijen en verpakkingsmateriaal niet onbewaakt rondslingeren. Ze kunnen
gevaarlijk zijn voor kinderen als ze die als speelgoed gebruiken.
• Als het apparaat voor langere tijd niet gebruikt zal worden, verwijder dan de batterijen
om te beletten dat ze zouden gaan lekken.
• Vervallen of beschadigde batterijen kunnen brandwonden veroorzaken als ze in
contact komen met de huid. Gebruik daarom voor dergelijke gevallen altijd geschikte
handschoenen.
• Vermijd kortsluiting op de batterijen. Gooi de batterijen niet in het vuur.
• Niet direct in de laserstraal kijken en de laserstraal niet op een oog richten.
Zichtbare laserstralen met een laag vermogen vormen normaal geen gevaar, maar
toch kan er mogelijk gevaar ontstaan als gedurende een lange tijd rechtstreeks in de
straal gekeken wordt.
2
AN200-EU-NL V2.1 03/08
Technische kenmerken
Luchtsnelheid Bereik Resolutie Nauwkeurigheid
m/s (meter per sec) 0,40 - 30,00 m/s 0,01 m/s ± (3%rdg + 0,20 m/s)
km/uur (kilometer/uur) 1,4 - 108.0 km/uur 0,1 km/uur ± (3%rdg + 0,8 km/uur)
ft/min (voet per minuut) 80 – 5900 voet/min 1 voet/min ± (3%rdg + 40 voet/uur)
mph (mijl per uur) 0,9 – 67,0 mijl per uur 0,1 mijl per
knopen (zeepijl per uur) 0,8 tot 58,0 knopen 0,1 knopen ± (3%rdg + 0,4 knopen)
uur
Luchtstroom Bereik Resolutie Gebied
CMM (Kubieke meter/min) 0-999999 m3/min .1 0 tot 999,9 m²
CFM (kubieke voet/min) 0-999999 voet3/min .1 0 tot 999,9 voet2
Bereik Resolutie Nauwkeurigheid Luchttemperatuur
14 - 140oF (-10 - 60oC) 0,1oF/C 4,0oF (2,0oC)
Infrarood temperatuur
Bereik Resolutie Nauwkeurigheid
-58 tot -4oF (-50 tot -20oC) 0,1oF/C ±9,0oF (5,0oC)
-4 tot 500oF (-20 tot 260oC) 1oF/C ± 2% van de aflezing of ± 4oF
Circuit Op maat gebouwde LSI-microprocessorcircuit
Scherm Dubbele functie 0,5" (13 mm) LCD met 4 digits
Bemonsteringssnelheid Ongeveer 1 meting per seconde
Sensors
Sensor luchtsnelheid/-stroom: Conventionele windmeter met
gehoekte vinnen en kogellagers met lage wrijving.
Temperatuursensors: Precisie-thermistor van het NTC-type en
infraroodfunctie
IR spectrale reactie 6 tot 14µm
IR-emissiefactor 0,95 vastgesteld
IR-afstandsverhouding 8:1
IR bemonsteringssnelheid Ongeveer 2,5 metingen per seconde
Automatische uitschakeling (OFF) Automatische uitschakeling na 20 minuten om de
batterij te sparen
Bedrijfstemperatuur 32°F tot 122°F (0°C tot 50°C)
Bewaartemperatuur 14 tot 140
o
F (-10 tot 60oC)
Bedrijfsvochtigheid <80% RV
Opslagvochtigheid <80% RV
Werkhoogte maximum 2000 meter.(7000 voet).
Batterij Een batterij van 9 volt (NEDA 1604)
Levensduur batterij ongeveer 80 uur (als de achtergrondverlichting en de laser
continu gebruikt worden, wordt de levensduur van de batterij
beperkt tot ongeveer 2 tot 3 uur)
Batterijstroom ongeveer 8,3 mA DC
Gewicht 1,6 lbs. (725g), (inclusief batterij & sonde)
Afmetingen
Hoofdinstrument: 7,0 x 2,9 x 1,2" (178 x 74 x 33 mm)
Sensorkop: 2,75” (70mm) diameter
± (3%rdg + 0,4 mijl per
uur)
o
(2
F), volgens de grootste waarde
van beide.
3
AN200-EU-NL V2.1 03/08
Beschrijving van de meter
1. Stroom AAN/UIT-toets
2. Aansluiting sonde
3. Laserwijzer
4. Infrarood-sensor
5. Rubberen holster
6. LCD-display
7. IR-thermometer meettoets
8. Luchtstroomtoetsen (4)
9. Functietoetsen luchttemperatuur (2)
10. Windmeter
11. Toets gemiddelde luchtstroom
12. Toets achtergrondverlichting
Opmerking: Het batterijcompartiment, de
tiltstand en de drievoet bevinden zich aan de achterkant van het instrument.
Toetsenbord
• Indrukken om de meter aan- en uit te schakelen.
• IR + laserwijzer Indrukken en ingedrukt houden om een meting uit te voeren.
• MAX/MIN Voor het opnemen en opslaan van de hoogste en het laagste luchtstroom of
snelheidsmetingen.
•◄ (LINKS) dient ook als toets om over te gaan naar de decimale punt in de AREA-
modus.
•UNITS Indrukken om de werkmodus te selecteren. In de FLOW-modus mode, geeft de
meter het luchtvolume aan. In de VELOCITY-modus, geeft de meter de luchtsnelheid aan. ▲ (UP) (OPWAARTS) dient om de cijfers in de AREA-modus te verhogen.
•HOLD Indrukken om de weergegeven meting te bevriezen. Nogmaals indrukken om de
display te ontgrendelen.
• ►(RECHTS) dient om de digit-toets in de AREA-modus te wijzigen.
• AREA Indrukken en ingedrukt houden om manueel het gebied van een leiding in de CFM-
of CMM-modus in te geven.
Indrukken en ingedrukt houden om door de geheugenlocaties te scrollen.
Deze toets wist ook het geheugen in de modus voor de berekening van de
• De toets indrukken om de achtergrondverlichting aan/uit te schakelen. Ingedrukt
• MAX/MIN (Temperatuur) Indrukken om de hoogste en de laagste metingen van de
•
•
gemiddelde waarde (Averaging).
houden om de automatische uitschakeling uit te schakelen.
luchttemperatuur op te nemen en te bewaren.
HOLD (temperatuur). Indrukken om de weergegeven temperatuurmeting te bevriezen.
Nogmaals indrukken om de display te ontgrendelen.
AVG Indrukken en ingedrukt houden om naar de "Averaging"-modus te gaan (voor de
berekening van gemiddelde waarden). Maakt het gemiddelde van max. 20 metingen.
4
AN200-EU-NL V2.1 03/08
Lay-out van de display
• MAX (bovenkant van LCD): Max Hold-functie wordt gebruikt voor de functie van de
• HOLD (bovenkant van LCD): Bewaring van de gegevens betreffende de functie van de
• PROBE TEMP: Herinnering dat de bovenste LCD-digits de luchttemperatuur
• : Geeft aan dat de laserwijzer aan staat.
• IR TEMP: Geeft aan dat de grotere LCD-digits de IR-meting van de temperatuur
• VEL: geeft aan dat de meter in de modus staat om de luchtsnelheid te meten
• FLOW: geeft aan dat de meter in de modus staat om de luchtstroom te meten
• MAX (bovenkant van LCD): Bewaring van het Max. voor de IR-temperatuur en de RV-
• HOLD (bovenkant van LCD): Databewaring voor de IR-temperatuurfunctie en de RV-
• X10, X100: multiplicators voor aflezingen van de luchtstroom
• AVG: modus voor gemiddelde luchtmeting
• RECORD: geeft aan dat de min/max-functie aan staat (bovenaan voor temp, onderaan
• Grote LCD-digits in het midden van de display voor aanduiding van de Relatieve
• Kleinere LCD-digits bovenaan, rechts van de display voor de temperatuur van de
• : Indicator lage batterijstand
luchttemperatuur
luchttemperatuur
(windmeter) weergeven.
weergeven.
functie
functie
C / oF: Meeteenheden temperatuur
2
2
, m
: eenheden voor gebiedafmetingen
voor lucht)
Vochtigheid en van de IR-temperatuur
sondemeting
5
AN200-EU-NL V2.1 03/08
Bediening
Aansluiten van de windmeter
1. De stekker van de windmeter wordt bovenaan op de meter op de sensoraansluiting
aangesloten. De stekker en de aansluiting zijn versleuteld, zodat de stekker maar op
een manier aangesloten kan worden.
2. Draai de stekker zorgvuldig totdat hij zich in lijn bevindt met de aansluiting en duw de
stekker dan in de aansluiting tot hij op zijn plaats vastklikt. Geen onnodige kracht
uitoefenen en probeer niet om de stekker te verdraaien van kant naar kant.
3. Als de windmeter niet op de meter aangesloten is, of als de sensor defect is, zal het
LCD-scherm een stippellijn in plaats van een afgelezen waarde van de windsnelheid
weergeven.
Metingen van de luchtsnelheid
1. Zet de meter aan met de AAN/UIT-knop.
2. Druk op de toets UNITS om de gewenste
meeteenheid te selecteren: OPMERKING: Bij
het inschakelen van de meter, zal de
meeteenheid weergegeven worden die het
laatst ingesteld werd.
3. Plaats de sensor in de luchtstroom. Zorg
ervoor dat de lucht in de windmeter binnengaat
zoals aangegeven wordt door de pijlmarkering
die in de windmeter aangebracht is. Zie de
tekening.
4. Zie de metingen van de luchtsnelheid en de
temperatuur op het LCD-scherm. Het grote
LCD-hoofdscherm toont de meting van de
luchtsnelheid. De sub-display bovenaan rechts
toont de temperatuurmeting.
Metingen van de luchtsnelheid (Gemiddelde van max. 20 punten)
1. Om naar de Modus voor het gemiddelde van max. 20 punten te gaan, de AVG-toets
indrukken en ingedrukt houden tot de meter twee keer biept. De AVG-icoon zal
verschijnen.
2. Voer een meting uit en druk op de AVG-toets. U zult een bieptoon horen en de HOLD-
icoon zal op de display verschijnen.
3. De gemiddelde meting zal weergegeven worden en het aantal gemeten waarden zal in
de rechter bovenhoek van het scherm verschijnen. Na 5 seconden verandert de
display terug en geeft de huidige meting weer. (BELANGRIJK: Gelieve te noteren dat
de gemiddelden van de metingen maar 5 seconden bijgehouden worden en niet
teruggeroepen kunnen worden.)
4. Herhaal de stappen 2- 3 tot alle gewenste punten gemeten zijn.
5. Om terug te keren naar de standaardmodus voor de meting van de luchtsnelheid, de
AVG-toets indrukken en ingedrukt houden tot de meter twee keer biept.
Opmerking In de standaardsnelheid die wijze meet, druk eens de AVG knoop om aan het
vorige gemiddelde te herinneren. Het gemiddelde zal worden ontruimd wanneer u
de Het gemiddelde nemende van Wijze opnieuw ingaat..
Zijaanzicht van de
windmeter
Pijl
lucht-
6
AN200-EU-NL V2.1 03/08
Metingen van de luchtstroom (CMM / CFM)
1. Zet de meter aan met de AAN/UIT-knop.
Zijzicht windmeter
2. Druk op de toets UNITS om de gewenste meeteenheid
voor de luchtstroom te selecteren: CMM (kubieke meter
per minuut) of CFM (kubieke voet per minuut).
Pijl
OPMERKING: Bij het inschakelen van de meter, zal de
meeteenheid weergegeven worden die het laatst
ingesteld werd.
3. Om het gebied in m2 of voet2 in te geven, de AREA-toets
indrukken en ingedrukt houden tot het apparaat twee keer
Lucht-stroom
biept. De digit uiterst links onderaan het scherm zal
beginnen knipperen.
4. Gebruik de toets ▲ (OPWAARTS) om de knipperende digit te wijzigen
Gebruik de toets ◄ (LINKS) om de decimaal te verplaatsen.
Gebruik de toets ► (RECHTS) om de andere digits te selecteren.
Nadat alle digits ingegeven zijn, de toets AREA indrukken en ingedrukt houden (tot
de meter twee keer biept) om het gebied in het geheugen op te slaan en terug te
keren naar de CFM- of CMM-meetmodus.
5. Plaats de sensor in de luchtstroom. Zorg ervoor dat de lucht in de windmeter
binnengaat zoals aangegeven wordt door de pijlmarkering die in de windmeter
aangebracht is. Zie de tekening.
De meter heeft 16 geheugenplaatsen (8 voor CFM en 8 voor CMM) die gebruikt kunnen
worden om vaak gebruikte gebiedsafmetingen op te slaan die u op gelijk welk moment terug
kunt oproepen.
1. Druk op de AREA-toets tot de meter twee bieptonen laat horen. Er zal bovenaan
rechts van de display een nummer verschijnen dat de geheugenplaats aangeeft.
2. Druk op de AREA-toets om door de nummers te scrollen en om de gewenste
geheugenplaats te kiezen. Als u de gewenste geheugenplaats eenmaal gekozen
heeft, geeft u de afmeting in.
Gebruik de toets ▲ (OPWAARTS) om de knipperende digit te wijzigen.
Gebruik de toets ◄ (LINKS) om de decimaal te verplaatsen.
Gebruik de toets ► (RECHTS) om de andere digits te selecteren. Nadat alle digits
ingegeven zijn, de toets AREA indrukken en ingedrukt houden (tot de meter twee
keer biept) om het gebied in het geheugen te bewaren en terug te keren naar de
CFM- of CMM-meetmodus.
Om een eerder opgeslagen afmeting te selecteren en te gebruiken, de AREA-toets indrukken
en ingedrukt houden tot het apparaat twee keer biept.
AREA Indrukken om door de 8 geheugenplaatsen te scrollen. De toets AREA indrukken
en ingedrukt houden tot de meter twee keer biept om terug te keren naar de CFM- of
CMM-meetmodus.
Metingen van de luchtstroom (Gemiddelde van max. 20 punten)
1. Om naar de Modus voor het gemiddelde van max. 20 punten te gaan, de AVG-toets
indrukken en ingedrukt houden tot de toets twee keer biept. De AVG-icoon zal
verschijnen.
2. Voer een meting uit en druk op de AVG-toets. U zult een bieptoon horen en de HOLD-
icoon zal op de display verschijnen.
3. De gemiddelde meting zal weergegeven worden er het aantal gemeten waarden zal in
de rechter bovenhoek van het scherm verschijnen. Na 5 seconden verandert de
display terug en geeft de huidige meting weer. (BELANGRIJK: Gelieve te noteren dat
de gemiddelde metingen maar 5 seconden bijgehouden worden en niet teruggeroepen
kunnen worden.)
4. Herhaal de stappen 2- 3 tot alle gewenste punten gemeten zijn.
5. Druk op de AREA-toets om het geheugen voor het multipunt-gemiddelde te wissen.
6. Om terug te keren naar de standaardmodus voor de meting van de luchtstroom, de
AVG-toets indrukken en ingedrukt houden tot de meter twee keer biept.
7
AN200-EU-NL V2.1 03/08
Databewaring (Luchtsnelheid/Luchtstroom)
1. Bij het uitvoeren van de metingen, de toets HOLD indrukken om de gemeten
luchtsnelheid/luchtstroom te bewaren zodat u die later nog kunt bekijken.
2. De HOLD-indicator zal onderaan op het LCD-scherm verschijnen.
3. De toets HOLD nogmaals indrukken om terug te keren naar de normale werking.
Bewaring MAX/MIN/AVG (Luchtsnelheid/Luchtstroom)
Dit biedt de gebruiker de mogelijkheid om de hoogste (MAX), de laagste (MIN) en de
gemiddelde (AVG) metingen op te slaan.
1. Druk op de toets MAX/MIN. De AVG-indicator en de RECORD-indicator zullen samen
met de gemiddelde meting op het LCD-scherm verschijnen en de meter zal de MAX,
MIN en Gemiddelde waarden beginnen bijhouden.
2. Druk nogmaals op de toets MAX/MIN. De MAX-indicator zal op de display verschijnen
en zal de Max-meting weergeven.
3. Druk nogmaals op de toets MAX/MIN om de minimummeting weer te geven. De MIN-
indicator zal samen met de minimummeting op het LCD-scherm verschijnen en zal de
minimummeting weergeven.
4. Druk nogmaals op de toets MAX/MIN om de huidige metingen weer te geven.
OPMERKING: De meter zal de MAX/MIN/AVG-metingen bijhouden.
5. Om de opname van de MAX/MIN/AVG-metingen te wissen en te stoppen en terug te
keren naar de normale werking, een keer op de AREA-toets drukken bij het
weergeven van de huidige meting.
8
AN200-EU-NL V2.1 03/08
Temperatuureenheden
1. Verwijder de rubberen beschermhoes van de meter en kies de gewenste
temperatuureenheden door middel van de schuiftoets °F/°C die zich in het
batterijcompartiment bevindt.
2. Verwijder de beschermhoes en sluit de sensor aan op de sensoraansluiting aan de
bovenkant van de meter.
Databewaring (luchttemperatuur)
1. Druk bij het uitvoeren van metingen op de toets PRO BE TEMPER ATURE HOLD
(bewaren sensortemperatuur) om de meting van de luchttemperatuur te bevriezen.
2. De HOLD-indicator zal onderaan op het LCD-scherm verschijnen.
3. Druk nogmaals op de toets PROBE TEMPERATURE HOLD om terug te keren naar de
normale werking.
Max/Min-waarde (luchttemperatuur)
Dit biedt de gebruiker de mogelijkheid om de hoogste (MAX), de laagste (MIN) en de
gemiddelde (AVG) metingen van de luchttemperatuur op te slaan.
1. Druk een keer op de toets TEMPERATURE MAX/MIN. De MAX-indicator zal op het
scherm verschijnen en de meter zal de MAX/MIN-waarden van de luchttemperatuur
beginnen bijhouden.
2. Druk nogmaals op de toets om de minimumwaarde weer te geven. De MIN-indicator
zal samen met de minimummeting op het LCD-scherm verschijnen.
3. Druk nogmaals op de toets om terug te keren naar de normale werking.
Automatische uitschakeling (OFF)
Om de levensduur van de batterij te verlengen, zal de meter automatisch uitschakelen na
ongeveer 20 minuten. Om deze functie uit te schakelen:
1. De meter op "OFF" draaien.
2. De toets (achtergrondverlichting) indrukken en ingedrukt houden, terwijl u de
mester inschakelt (ON).
3. Op het scherm zal “dis APO” verschijnen. De functie van de AUTOMATISCHE
STROOMUITSCHAKELING zal nu uitgeschakeld zijn.
4. Noteer dat de functie AUTO POWER OFF terug geactiveerd wordt als de meter terug
aangezet wordt.
5. Noteer ook dat AUTO POWER OFF uitgeschakeld is in de modus CFM/CMM of in de
Average-modus.
9
AN200-EU-NL V2.1 03/08
(Contactloze) Infrarood temperatuurmetingen
1. De IR-sensor bevindt zich bovenaan op de meter.
2. Richt de sensor op het te meten oppervlak.
3. Druk de rode IR-knop in en houd hem ingedrukt om de
oppervlaktetemperatuur van het gewenste object te beginnen
meten IR TEMP en zullen op de display verschijnen De
laserwijzer zal geactiveerd worden om de meter te helpen
richten.
4. De gemeten IR-oppervlaktetemperatuur zal in het midden van
het LCD-scherm verschijnen (grotere digits). De aangeduide
temperatuur is de temperatuur van het oppervlak binnen het
spotlicht.
5. Als de rode IR-toets losgelaten wordt, zal de laserwijzer
uitschakelen en zal de gemeten waarde gedurende ongeveer
3 seconden bevriezen (databewaring) op het scherm.
6. Noteer dat de windmeter (luchttemperatuur) de temperatuur
tijdens IR-tests blijft controleren en dat de temperatuur
weergegeven wordt op de bovenkant van het LCD-scherm
(kleinere digits).
7. Na ongeveer 3 seconden geeft de meter standaard de
luchtstroom en de luchttemperatuur weer.
WAARSCHUWING: Niet direct in de laserstraal kijken en de laserstraal niet op een
oog richten. Zichtbare laserstralen met een laag vermogen vormen normaal geen
gevaar, maar toch kan er mogelijk gevaar ontstaan als gedurende een lange tijd
rechtstreeks in de straal gekeken wordt.
10
AN200-EU-NL V2.1 03/08
Vervanging van de batterij
Als op het LCD-scherm verschijnt, moet de batterij van 9V vervangen worden.
1. Koppel de windmeter af.
2. Verwijder de rubberen beschermhoes van de meter.
3. Gebruik een platte schroevendraaier of een muntstuk om het deksel van het batterijvak
te openen.
4. Vervang de batterij van 9V.
5. Sluit het batterijvak en breng de beschermhoes van de meter terug aan.
U bent als eindgebruiker wettelijk verplicht (Batterij-verordening) om alle
gebruikte batterijen en accumulators in te leveren. Het is verboden om u ervan te ontdoen samen met het huishoudelijk afval.
U kunt uw gebruikte batterijen/accumulators gratis afgeven bij de inzamelpunten
van onze vestigingen in uw buurt, of op gelijk welke plaats waar
batterijen/accumulators verkocht worden.
Verwijdering
Volg de geldige, wettelijke bepalingen met betrekking tot de afvalbehandeling als
uw apparaat het einde van zijn levensduur bereikt heeft.
11
AN200-EU-NL V2.1 03/08
Aanbevelingen betreffende de Infraroodmeting
• Bij het uitvoeren van IR-metingen compenseert de meter automatisch de wijzigingen
van de omgevingstemperatuur. Noteer dat het tot 30 minuten kan duren voor de meter
zich aangepast heeft aan extreem grote veranderingen in de omgevingsvoorwaarden.
• Bij metingen van lage temperaturen die snel opgevolgd worden door metingen van
hoge temperaturen kan het ettelijke minuten duren voor de meter gestabiliseerd is als
gevolg van het afkoelingsproces van de IR-sensor.
• Als de oppervlakte van het te testen voorwerp met ijs, olie, vuil enz. bedekt is, maak
het oppervlak dan eerst schoon alvorens de meting uit te voeren.
• Als het oppervlak van een voorwerp erg reflecterend is, breng dan voor de meting een
maskerband of effen zwarte verf op het oppervlak aan.
• Stoom, stof, rook enz. kunnen de metingen verstoren.
• Om een warme plaats te vinden, de meter buiten de zone van belang richten en
vervolgens gekruist scannen (in een op- en neerwaartse beweging) tot de warme
plaats gelokaliseerd is.
IR-theorie
IR-thermometers meten de oppervlaktetemperatuur van een voorwerp. De optiek van de
meter neemt uitgezonden, weerkaatste & doorgegeven energie weer die verzameld en
gefocuseerd wordt op de detector van de meter. Het circuit van de meter vertaalt deze
informatie in een waarde die op het LCD-scherm afgelezen kan worden.
IR-zichtveld
Zorg ervoor dat het gewenste doel groter is dan de afmeting van de spot, zoals op de
onderstaande tekening getoond wordt. Als de afstand van een voorwerp vergroot, wordt de
spotafmeting van het door de meter gemeten gebied groter. De verhouding van het
zichtveld van de meter bedraagt 8:1. Dit betekent dat de meter zich 8 cm van het doel
bevindt. De diameter (spot) van het getest voorwerp moet minstens 1 cm zijn. In het veld
van het zichtdiagram worden nog andere afstanden getoond.
Diameter van de spot induim
Stralingsvermogen
De meeste organische materialen en geschilderde of geoxideerde oppervlakken hebben
een stralingsvermogen van 0,95. Er zullen onjuiste metingen ontstaan bij het meten van
glanzende of gepolijste oppervlakken. Om dit te compenseren, kunt u het te meten
oppervlak bedekken met een maskerband of met een effen zwarte verf. Geef de band de
tijd om dezelfde temperatuur te bereiken als het materiaal eronder en meet dan de
temperatuur van de band of van het geschilderde oppervlak.
12
AN200-EU-NL V2.1 03/08
Thermisch stralingsvermogen Tabel voor gangbare materialen