ETNA TFI8048RVS, TFI8018RVS User Manual [de]

GEBRUIKSAANWIJZING
MODE D’EMPLOI
BEDIENUNGSANLEITUNG
INSTRUCTIONS FOR USE
700003207100
VAATWASSER
LAVE-VAISSELLE
DISHWASHER
TFI8018
TFI8048
NL
Handleiding NL 3 - NL 25
FR
Notice d’utilisation FR 3 - FR 25
DE
Anleitung DE 3 - DE 25
GB
Manual GB 3 - GB 25
Gebruikte pictogrammen - Pictogrammes utilisés Benutzte Piktogramme - Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important à savoir Wissenswertes - Important information
Tip - Conseil - Tipp - Tip
INHOUD
Uw vaatwasser
Veiligheid
Beschrijving
Bediening
Onderhoud
Inleiding 4
Let op! 5
Bedieningspaneel 7 Binnenwerk 7
Inschakelen 8 Programmakeuze tabel 10 Zout bijvullen 11 Glansspoelmiddelreservoir 12 Vaatwasmiddelen 13 De korven beladen 15 Beschadiging van glaswerk en servies 19 Filtersysteem 20
Reinigen sproeiarmen 21 Reinigen van de zeven 21 Reinigen deur 21
Storingen
Bijlage
Wat moet ik doen als... 22 Storingstabel 22 Foutcodes 24
Verpakking en toestel afvoeren 25
NL 3
UW VAATWASSER
Inleiding
U heeft gekozen voor een vaatwasser van Etna. Optimaal gebruikscomfort en een eenvoudige bediening stonden voorop bij de ontwikkeling van dit product.
In deze handleiding staat beschreven op welke manier u de vaatwasser zo optimaal mogelijk kunt benutten. U vindt informatie over de bediening en achtergrondinformatie over de werking van het toestel. Tevens treft u onderhoudstips aan.
De veiligheidsvoorschriften die van belang zijn tijdens de installatie zijn opgenomen in het installatievoorschrift, dat bestemd is voor de installateur.
Lees deze handleiding voordat u het toestel gaat gebruiken. Bewaar deze handleiding zorgvuldig zodat een eventuele volgende gebruiker er ook zijn voordeel mee kan doen.
Conformiteitsverklaring
Wij verklaren dat onze producten voldoen aan de van toepassing zijnde Europese Richtlijnen, Besluiten en Verordeningen en de eisen die zijn vermeld in de normen waar naar wordt verwezen.
NL 4
VEILIGHEID
Let op!
Laat het toestel aansluiten door een erkend installateur (zie
“Installatievoorschrift”). Sluit het apparaat niet aan op het
elektriciteitsnet voordat de installatie volledig is voltooid.
• Sluit het toestel aan conform de plaatselijk geldende installatievoorschriften.
• Het apparaat is gefabriceerd volgens de meest recente veiligheidsstandaarden. Desondanks adviseren wij personen met psychische of motorische stoornissen, mentale achterstand of zwakbegaafdheid het apparaat niet te gebruiken zonder toezicht van een bekwaam persoon. Hetzelfde geldt voor kinderen.
• Wanneer de aansluitkabel is beschadigd mag deze alleen worden vervangen door de fabrikant, zijn serviceorganisatie of gelijkwaardig gekwalificeerde personen, om gevaarlijke situaties te voorkomen.
• Dit toestel moet worden geaard! Aarding verkleint de kans op een elektrische schok bij storingen en defecten. Dit toestel is uitgerust met een geaard snoer en stekker. Steek de stekker alleen in een geaard stopcontact dat is gemonteerd volgens de lokaal geldende voorschriften!
• Incorrecte aansluiting van het snoer kan resulteren in een levensbedreigende situatie. Neem in geval van twijfel contact op met een gekwalificeerde elektriciën of servicemedewerker. Voer geen veranderingen door aan de stekker. Laat de stekker, wanneer deze niet in het stopcontact past, aanpassen door een gekwalificeerde elektriciën.
• Gebruik de deur en de korf van de vaatwasser niet oneigenlijk. Ga er niet op zitten of staan.
• Reinig geen ongeschikt kunststof vaatwerk in het toestel, tenzij het is voorzien van een merkteken dat aangeeft dat het vaatwasserbestendig is. Volg bij alle vaatwerk, dat niet is voorzien van een dergelijk merkteken, de aanwijzingen van de producent op.
• Gebruik alleen was-, glansspoelmiddelen en zout die zijn bedoeld voor gebruik in een vaatwasser. Gebruik nooit professionele of horeca-wasmiddelen. Gebruik nooit gewoon vaatwasmiddel of wasmiddelen voor textiel.
• Bewaar de wasmiddelen buiten bereik van kinderen.
NL 5
VEILIGHEID
Let op!
• Houd was- en glansspoelmiddelen uit de buurt van kinderen. Houd kinderen uit de buurt van een geopende vaatwasser. Er kan nog wat reinigingsmiddel in het toestel aanwezig zijn. Bij inslikken direct een arts raadplegen en de verpakking meenemen.
• Houd de deur gesloten. U zou kunnen struikelen over een geopende deur.
• Verbuig de aan- en afvoerslang en het aansluitsnoer niet extreem tijdens de installatie. Let op dat deze niet bekneld raken.
• Het toestel is niet bedoeld voor gebruik door jonge kinderen.
• Wasmiddelen voor de vaatwasser zijn sterk alkalisch. Ze zijn bijzonder gevaarlijk bij doorslikken. Bij inslikken direct een arts raadplegen en de verpakking meenemen.
• Vermijd contact met huid en ogen. Houd bij geopende deur van de vaatwasser kinderen uit de buurt.
• Zorg ervoor dat alle losse onderdelen van de vaatwasser correct zijn geplaatst. Open de deur niet tijdens het programmaverloop.
• Plaats geen zware voorwerpen op de geopende deur. Ga er ook niet op staan. Het toestel kan kantelen en er kan schade aan het toestel optreden.
• Plaats, bij het beladen van de korfen, scherpe voorwerpen zodanig dat zij het deurrubber niet kunnen beschadigen.
• Voer verpakkingsmaterialen op verantwoorde wijze en conform de overheidsbepalingen af.
• Gebruik de vaatwasser uitsluitend voor het doel waarvoor deze ontworpen is. Gebruik het toestel alleen in een vorstvrije ruimte!
• Verwijder de deur van de vaatwasser of maak het slot onklaar wanneer u het toestel afdankt.
• Laat kinderen niet met het toestel spelen.
• Controleer of het wasmiddelreservoir leeg is na afloop van het vaatwasprogramma.
• Vul het zout- en spoelglansreservoir vòòr eerste gebruik en als de indicatielampjes branden. Stel het zoutgebruik vooraf in.
• Bij reparaties of schoonmaakbeurten moet het toestel spanningsloos gemaakt worden. Neem de stekker uit de contactdoos of draai de schakelaar in de meterkast op nul.
NL 6
BESCHRIJVING
1
21
1 1
1 1
1
Bedieningpaneel
4
Auto
Normal
Glass
Rapid
Eco
3in1
Strong
P
Soak
Rinse
12
Delay
1 2 3 5
1. Controlelampjes ‘geselecteerd programma’
2. Programmatoets
3. Toets ‘halve belading’
4. Controlelampje ‘wassen met halve belading’
5. Controlelampjes waterontharder en glansspoelmiddel
6. Display
7. Uitgestelde start toets
8. Controlelampje aan/uit
9. Aan/uit toets
0
1 2
3 4
5
on Off
16
17
18
20
19
On/O
8 976
Binnenwerk
10. bovenste korf
11. sproeiarmen
12. onderste korf
13. waterontharder
14. grove zeef (vlakke zeef)
15. wasmiddelreservoir
16. kopjesrek
17. bestekmand
18. grove zeef (bekerzeef)
19. glansspoelmiddelreservoir
20. aansluiting afvoerpijp
21. aansluiting waterinlaatpijp
NL 7
BEDIENING
Inschakelen
4
Auto
Normal
Glass
Rapid
Eco
3in1
Strong
1 2 3 5
P
Soak
Rinse
12
Delay
On/O
8 976
• Open de deur van de vaatwasser.
• Druk op de ‘aan-uit’ toets (9) om het toestel in te schakelen. Het controlelampje (8) brandt wanneer het toestel is ingeschakeld.
• Kies het gewenste programma (zie pag. 10 ‘programma­keuzetabel). Druk herhaaldelijk op de programmatoets (2) om het gewenste programma te selecteren. Het bij het gekozen programma behorende controlelampje (1) gaat branden.
• Sluit de deur van de vaatwasser. De vaatwasser start automatisch met het gekozen programma.
Uitgestelde starttijd
Indien u de vaatwasser op een later tijdstip wilt laten inschakelen, kunt u gebruik maken van de ‘uitgestelde start’ toets (4). Elke druk op deze toets stelt het starten uit met 1 uur. De uitgestelde starttijd is af te lezen uit de display. U kunt een uitsteltijd tot maximaal 24 uur kiezen.
NL 8
Halve belading selecteren
Druk op de ‘halve belading’ toets (8) om het halve beladingsprogramma in te schakelen. Bij het halve beladingsprogramma is de onderste sproeiarm uitgeschakeld. Dit betekent dat u uitsluitend de bovenste korf moet beladen.
Stopzetten of aanpassen van een wasprogramma
Open de deur. Houdt de programmatoets (2) langer dan drie seconden ingedrukt. U kunt nu opnieuw het gewenste programma selecteren (zie pag. 10 ‘programma-keuzetabel). Sluit vervolgens de deur.
Let op! Een programma dat al is gestart kan alleen in het beginstadium worden aangepast. Na langere tijd is het vaatwasmiddel al over het vaatwerk verspreid of de machine heeft het waswater al weggepompt. In dat geval moet u het zeepbakje opnieuw vullen (zie hoofdstuk Vaatwasmiddel).
BEDIENING
Na afloop van het wasprogramma
Nadat het wasprogramma is afgelopen klinkt gedurende acht seconden een geluidssignaal. Schakel het toestel uit met de aan/uit toets. Open de deur van de vaatwasmachine. Wacht enkele minuten voordat u de wasmachine uitlaadt. Direct na afloop van het programma zijn vaatwerk en bestek nog erg heet. De kans bestaat dat er door de hitte vaatwerk kan breken. Door het vaatwerk enkele minuten te laten staan droogt het bovendien beter.
De vaatwasserdeur niet openen tijdens gebruik!
Overstroombeveiliging
Uw afwasmachine is uitgerust met een beveiliging die ervoor zorgt dat er niet te veel water in het toestel kan lopen. De beveiliging sluit het inlaatventiel en zorgt ervoor dat de afwasmachine het teveel wegpompt. Wanneer er water in de machine zit (doordat er eerder teveel water in werd gelaten of door een lek) moet dit eerst worden verwijderd voordat u de afwasmachine opnieuw inschakelt.
Waarschuwing!
Het is gevaarlijk om gedurende het wasprogramma de deur geheel te openen. U kunt in aanraking komen met heet water dat uit de machine spat.
NL 9
BEDIENING
Programma keuzetabel
NL 10
*EN 50242: Dit is een testprogramma. De informatie voor een vergelijktest in overeenstemming met EN50242 is als volgt:
• capaciteit: 8 couverts
• positie bovenkorf: wieltjes op geleiders / spoelstand: 6
BEDIENING
Zout bijvullen
Deze machine is uitgerust met een waterontharder. Vul hiervoor de vaatwasmachine met zout.
1. Draai, na eerst de onderste korf te hebben verwijderd, de dop van het reservoir los.
2. Voordat u het reservoir de eerste keer vult giet u er één liter water in.
3. Plaats de trechter in de reservoiropening. Giet er ongeveer 1 kg zout in. Het is normaal dat er hierbij een beetje water uit de opening stroomt. Let op! Gemorst zout verwijderen en direct hierna altijd een volledig programma draaien teneinde schade aan de bodem te voorkomen.
4. Draai de dop zorgvuldig vast.
Let op! Vul altijd eerst het zoutreservoir en stel de waterhardheid in voordat u de afwasmachine in gebruik neemt. Vul het zoutreservoir bij wanneer het waarschuwingslampje van de waterontharder gaat branden. Het kan voorkomen dat, hoewel het zoutreservoir is gevuld, het lampje enige tijd blijft branden. Het dooft wanneer er voldoende zout in het water is opgelost.
Zoutverbruik instellen
• Draai de dop van het zoutreservoir los.
• In de opening van het reservoir bevindt zich een ring met daarop een pijl. Draai de ring, afhankelijk van de hardheid van het water naar - of +.
graden Clarke
0 - 10 10 - 28 28 - 56 56 - 75
Pas het zoutverbruik aan volgens onderstaand schema:
WATERHARDHEID
ºdH
0 - 8
8 - 22 22 - 45 45 - 60
mmol/l
0 - 1.4
1.4 - 3.9
3.9 - 8 8 - 11
instelling
geen zout nodig
- stand
midden stand
+ stand
zoutverbruik
(gram/cyclus)
0 20 40 60
Informeer bij het waterleidingbedrijf naar de hardheid van het leidingwater om een en ander volgens bovenstaande tabel in te stellen.
autonomiteit
(cycli/1 kg)
/ 50 25 16
NL 11
BEDIENING
Glansspoelmiddelreservoir
Tijdens de laatste spoelbeurt wordt glansspoelmiddel toegevoegd. Glansspoelmiddel voorkomt dat er sporen van druppels achterblijven op de schone vaat. Het zorgt er bovendien voor dat de vaat sneller droogt doordat het water er gemakkelijk afglijdt.
De afwasmachine is ontworpen voor gebruik van vloeibaar glansspoelmiddel. Het glansspoelmiddelreservoir bevindt zich op de binnenzijde van de deur, naast het vaatwasmiddelbakje.
Let op: vul het glansspoelmiddelreservoir bij wanneer het controlelampje van het glasspoelmiddel gaat branden. Het reservoir heeft een capaciteit van ca. 100 ml. Giet het glansspoelmiddelreservoir niet te vol giet. Het glansspoelmiddel stroomt dan over. Gemorst glansspoelmiddel moet verwijderd worden. Er kan anders lekkage ontstaan door extreme schuimvorming.
• Draai de dop van het glansspoelmiddelreservoir open (naar links, naar de pijl met “open”).
• Giet het glansspoelmiddel in het reservoir. Let er hierbij op dat u er niet teveel in giet. Het reservoir heeft een capaciteit van ca. 100 ml.
• Plaats de dop terug. Zorg ervoor dat hij in lijn ligt met de “open” pijl en draai hem naar de “gesloten” pijl.
NL 12
De hoeveelheid glansspoelmiddel instellen
Tijdens de laatste spoelbeurt wordt een vastgestelde hoeveelheid glansspoelmiddel toegevoegd. Net zoals bij vaatwasmiddel is de hoeveelheid glansspoelmiddel afhankelijk van de waterhardheid bij u in de buurt. Teveel glansspoelmiddel kan leiden tot strepen op het vaatwerk.
Het glansspoelmiddelreservoir heeft 6 standen. Stel het reservoir in eerste instantie in op stand 2. Indien er in dat geval vlekken op het vaatwerk blijven ontstaan vergroot u de hoeveelheid glansspoelmiddel door de keuzeknop van het reservoir op stand 3 te draaien. Als dat ook niet helpt stelt u de keuzeknop in op een hogere stand. Herhaal deze handeling totdat de vaat streeploos droog uit de machine komt.
BEDIENING
Vaatwasmiddelen
De chemische stoffen in vaatwasmiddelen verwijderen het vuil, breken het af en zorgen ervoor dat het vuil uit de afwasmachine afgevoerd wordt. De meeste in de winkel verkrijgbare vaatwasmiddelen zijn geschikt voor dit doel.
Waarschuwing!
Vaatwasmiddel voor afwasmachines is een bijtend product. Houd het daarom buiten het bereik van kinderen. Bij inslikken direct een arts raadplegen en de verpakking meenemen.
Geconcenteerd vaatwasmiddel
Gebaseerd op hun chemische samenstellingen zijn er 2 verschillende soorten geconcenteerd vaatwasmiddel:
• Conventionele alkalische vaatwasmiddelen met bijtende ingrediënten.
• Laag alkalische geconcentreerde vaatwasmiddelen met natuurlijke enzymen.
Het gebruik van geconcenteerd vaatwasmiddel in combinatie met “normale” wasprogramma’s levert minder vervuiling op en is goed voor uw vaat: deze wasprogramma’s zijn speciaal afgestemd op de vuiloplossende eigenschappen van de enzymen in geconcenteerd vaatwasmiddel. Hierdoor bereiken “normale” wasprogramma’s met geconcenteerd vaatwasmiddel dezelfde resultaten als bij het gebruik van een intensief wasprogramma.
Vaatwastabletten
Vaatwastabletten van verschillende fabrikanten lossen met verschillende snelheid op. Hierdoor lossen sommige soorten vaatwastabletten niet volledig op tijdens korte wasprogramma’s, waardoor hun reinigende werking minder wordt. Gebruik daarom vaatwastabletten vooral in combinatie met lange wasprogramma’s, zodat de vaatwastabletten de kans krijgen om volledig op te lossen.
NL 13
BEDIENING
Vaatwasmiddelbakje
Vul het vaatwasmiddelbakje voorafgaand aan een wasprogramma. Uw vaatwasmachine gebruikt minder vaatwasmiddel en glansspoelmiddel dan conventionele vaatwasmachines. In het algemeen is slechts één maatschepje afwaspoeder nodig voor een normale afwasbeurt. Gebruik meer vaatwasmiddel bij sterker vervuild vaatwerk. Vul het zeepbakje vlak voor de start van het programma. Het vaatwasmiddel kan anders vochtig worden en daardoor niet volledig oplossen.
Let op! In de tabel op pag. 10 vindt u informatie over de hoeveelheid vaatwasmiddel voor de verschillende programma’s. Dit zijn gemiddelden, afhankelijk van de hardheid van het water en de vervuiling van de vaat kan een andere dosering nodig zijn.
Vullen
NL 14
1. Druk op de ontgrendeling als de deksel gesloten is. De deksel springt open.
2. Vul het vaatwasmiddelbakje vlak voor de start van een wasprogramma. Gebruik alleen een merk vaatwasmiddel in de vaatwasser.
1
2
De markering in het vaatwasmiddelbakje geeft de dosering aan.
• Bakje voor hoofdwasmiddel (1), “MIN” betekent ongeveer 20 gram vaatwasmiddel.
• Bakje voor voorwasmiddel (2), bevat ongeveer 5 gram vaatwasmiddel.
Gebruik alleen vaatwasmiddel dat speciaal geschikt is voor vaatwasmachines. Bewaar het vaatwasmiddel op een koele en droge plek. Doe pas vaatwasmiddel in het vaatwasmiddelbakje als u direct daarna een wasprogramma draait.
BEDIENING
De korven beladen
1. kopjes
2. kleine kom
3. grote kom
4. glazen
5. schotels
6. borden
7. dessertborden
Gebruik van de bovenkorf
De bovenkorf is ontworpen voor kwetsbaar, licht vaatwerk zoals glazen, kopjes en schoteltjes, borden, kleine kommen en ondiepe (niet erg vieze) pannen.
Plaats het vaatwerk zodanig dat het niet kan verschuiven wanneer het besproeid wordt. De bovenkorf kan in hoogte versteld worden door de korf uit te nemen en in een andere stand in de geleiderails te plaatsen.
TFI8018RVS
4
4
5
1
3
7 5
1
2
6
TFI8048RVS
Hoogteverstelling van de bovenkorf
U kunt de bovenkorf in hoogte verstellen om meer ruimte te creëren voor grote voorwerpen in de bovenkorf of onderkorf. U kunt de bovenkorf in hoogte verstellen door de hendel aan de zijkant van de korf omlaag of omhoog te bewegen. Lange voorwerpen zoals opscheplepels en messen moeten op het rekje geplaatst worden, zodat ze de sproeiarmen niet blokkeren. Het rekje kan omhooggeklapt of verwijderd worden als het niet in gebruik is.
NL 15
BEDIENING
Lage positie
• Klap de hendel omhoog naar de hoge positie.
• Klap de hendel omlaag naar de lage positie.
De bovenkorf is uitgevoerd met 4 zijrekken (2 aan beide kanten). Deze zijrekken zijn in een hoge en lage positie te plaatsen. De zijrekken zijn uitgevoerd met klembeugels (2 aan beide zijden). Verstel de zijrekken door de klembeugels van de bovenkorf te trekken. Plaats de zijrekken in de gewenste positie.
Hoge positie
In de ‘hoge’ positie kunnen hoge glazen (plaatsen onder de zijrekjes) en wijnglazen geplaatst worden. Plaats de wijnglazen omgedraaid, hangend aan de uitsparing in het zijrek.
Lage positie
In de ’ lage’ positie kunnen op het zijrekken kopjes, kommetjes en glazen geplaatst worden. Let op de hoogte van de vaat!
Gebruik van de onderkorf
Wij raden u aan om grote voorwerpen die het moeilijkst te reinigen zijn in de onderkorf te plaatsen: potten, pannen, pandeksels, ovenschalen en kommen. Het verdient voorkeur om ovenschalen en pandeksels aan de zijkant van de korf te plaatsen. Op die manier kunnen ze de sproeiarm niet hinderen als deze ronddraait.
Hoge positie
NL 16
• Potten, serveerschalen etc. moeten altijd ondersteboven in de korf geplaatst worden.
• Diepe kommen moeten schuin, met de opening naar beneden geplaatst worden, zodat het water eruit kan lopen.
• De onderkorf kan zodanig worden aangepast dat er ook grotere, of meer, potten en pannen in passen.
BEDIENING
2 2 2
2 2 2
2 2 2
2 2 2
7. dessertborden
8. ovale schaal
9. grote borden
10.soepborden
11.bestekmandje
Bordenrekken neerklappen
Om potten en pannen makkelijker te kunnen plaatsen, kunt u de achterste bordenrekken neerklappen.
TFI8018RVS
4
11
TFI8048RVS
8
10
9
7
7
11
Bestekmandje (beladingsvoorbeeld)
Bestek moet in het bestekmandje worden geplaatst, met de heften naar beneden. Wanneer het bestekmandje is voorzien van zijvakken moet het bestek stuk voor stuk in de vakken worden geplaatst. Lang keukengerei, zoals pollepels, moeten in een liggende (horizontale) positie, voorin de bovenkorf worden geplaatst.
1. vorken
2. soeplepels
3. dessertlepels
4. theelepeltjes
5. messen
6. opscheplepels
7. juslepel
8. serveervork
TFI8018RVS
5
4
3
3
1
5
1
4
5
1
4
3
3
4
5
3
3
4
1 1
5
4
5
1
3
3
4
3
5
3
1
4
5
1
4
5
1
4
3
3
5
6
4
8
1
5
4
1
5
4
7
1
6
TFI8048RVS
Waarschuwing!
Zorg ervoor dat er geen voorwerpen door de bodem van het bestekmandje kunnen steken. Hierdoor blokkeert de sproeiarm.
NL 17
BEDIENING
Niet geschikt bestek/servies voor in de vaatwasser
• Bestek met een houten, porseleinen of parelmoeren heft
• Plastic voorwerpen die niet hittebestendig zijn
• Bestek met gelijmde onderdelen die niet hittebestendig zijn
• Gelijmd bestek of servies
• Tinnen of koperen voorwerpen
• Loodkristallen glaswerk
• Stalen voorwerpen die gevoeilig zijn voor roest
• Houten schotels
• Voorwerpen gemaakt van synthetische vezels
Beperkt geschikt bestek/servies voor in de vaatwasser
• Sommige glassoorten kunnen dof worden na een groot aantal wasbeurten
• Zilver en aluminium kunnen verkleuren na gebruik in de vaatwasser
• Geglazuurde motieven kunnen vervagen na regelmatig wassen
Let op! Plaats geen voorwerpen in de vaatwasser die bevuild zijn met sigarettenas, kaarsvet, lak of verf. Als u nieuw keukengerei koopt, let er dan op dat dit geschikt is voor de vaatwasser.
Laad de vaatwasser niet te vol. Er is slechts plaats voor 12 standaard couverts. Plaats geen keukengerei dat niet geschikt is voor een vaatwasser. Dit is belangrijk voor goede wasresultaten en een gunnstig energieverbruik.
NL 18
Plaatsen van bestek en servies
Voordat u de vaat in de vaatwasser plaatst moet u:
• Grove voedselresten verwijderen.
• Aangekoekte en aangebrande voedselresten even laten weken.
Let er bij het plaatsen op dat:
• De sproeiarmen niet geblokkeerd worden door de vaat.
• Holle voorwerpen met de opening naar beneden worden geplaatst, zodat er geen water in kan blijven staan.
BEDIENING
Borden en bestek mogen elkaar niet afdekken
• Het glaswerk mag elkaar niet raken, om beschadigingen te voorkomen.
• Plaats grote voorwerpen die lastig schoon te krijgen zijn in de onderkorf.
• De bovenkorf is speciaal bedoeld voor lichtere voorwerpen zoals glazen, koffie- en theekopjes.
Waarschuwing!
• Lange messen die rechtop staan in het bestekmandje kunnen letsel veroorzaken!
• Plaats lang en/of scherp bestek zoals vleesmessen in een liggende positie in de bovenkorf.
Beschadiging van glaswerk en ander servies
Mogelijke oorzaken:
• Type glas of fabrikageproces. Chemische samenstelling van het vaatwasmiddel.
• Watertemperatuur en tijdsduur van het wasprogramma.
Voorgestelde oplossing:
• Gebruik glaswerk en porseleinen servies waarvan de fabrikant aangeeft dat het geschikt is voor de vaatwasser.
• Gebruik een milder/minder bijtend vaatwasmiddel. Vraag indien noodzakelijk meer informatie aan bij fabrikanten van vaatwasmiddelen.
• Selecteer een wasprogramma met een lagere temperatuur.
• Haal glaswerk en bestek zo snel mogelijk na afloop van het programma uit de vaatwasser, om beschadigingen te voorkomen.
NL 19
BEDIENING
1
3
2
Filtersysteem
Afhankelijk van het gebruik moeten de zeven regelmatig onder de kraan afgespoeld worden. Het filtersysteem bestaat uit drie componenten: de grote zeef, de grove zeef en de fijne zeef.
1. Grote zeef; Etensresten en vuil die op deze zeef terecht komen worden door een speciale straal op de onderste sproeiarm naar de grove zeef gespoeld.
2. Grove zeef; Grotere delen, zoals botresten of stukjes glas die de afvoer zouden kunnen verstoppen, worden opgevangen in de grove zeef. Om de vervuiling uit de zeef te verwijderen moet u de lipjes bovenop de zeef licht samenknijpen en de zeef naar boven toe verwijderen.
3. Fijne zeef; Deze zeef houdt vuil en etensresten tegen in de buurt van de afvoerpomp en zorgt ervoor dat deze resten niet weer over het vaatwerk wordt verspreid tijdens het programma.
NL 20
ONDERHOUD
Reinigen sproeiarmen
Het is noodzakelijk dat u de sproeiarmen regelmatig reinigt. Vervuiling verstopt op den duur de sproeikoppen en de lagers van de sproeiarmen. Reinig de sproeiarmen als volgt:
• Draai de moer los om de sluitring te kunnen verwijderen.
• Verwijder vervolgens de sproeiarm.
• Reinig de sproeiarmen in een warm sopje en maak de sproeikoppen
• Spoel de sproeiarmen grondig af en plaats ze terug.
Reiniging van de zeven
Filtergroep
Voor een optimale werking van de afwasmachine moet de gehele filtergroep worden gereinigd. De filtergroep haalt op efficiente wijze voedselresten uit het water en zorgt ervoor dat het waswater gedurende het wasprogramma kan blijven circuleren. Het is dan ook een goed idee om na iedere wasbeurt de grotere voedselresten uit de filtergroep te verwijderen door de halfronde zeef en filterhuis onder stromend water te reinigen.
• Verwijder de filtergroep door hem aan de greep rechtstandig
• Gebruik een afwasborstel om de grove zeef en de fijne zeef schoon
met een zachte borstel schoon.
omhoog te verwijderen. Alle onderdelen van de filtergroep moeten minstens een keer per maand gereinigd worden.
te maken. Zet de filtergroep volgens de illustratie hiernaast weer in elkaar en plaats de gehele filtergroep weer in de kuip van de afwasmachine.
Reinigen deur
Gebruik de afwasmachine nooit zonder de filtergroep. Incorrect terugplaatsen van de filtergroep heeft tot gevolg dat de afwasmachine niet meer optimaal presteert. Een ander gevolg kan zijn dat er beschadigingen optreden aan bestek en vaatwerk.
Reinig de rand van de deur inclusief het afdichtingsrubber met een zachte, vochtige doek. Zorg ervoor dat er geen water in het deurslot en de elektrische componenten kan binnendringen. Gebruik geen schoonmaakmiddelen in een spuitbus. Gebruik ook geen agressieve schoonmaakmiddelen, zoals schuursponsjes. Deze schoonmaakmiddelen kunnen de lak beschadigen.
NL 21
STORINGEN
Wat moet ik doen als...
Wanneer het toestel niet goed werkt, betekent dit niet altijd dat het defect is. Probeer het euvel eerst zelf te verhelpen. Bel de servicedienst wanneer onderstaande adviezen niet helpen.
Let op
Maak het toestel spanningsloos voordat met reparatie wordt gestart. Bij voorkeur door de stekker uit het stopcontact te halen.
Storingstabel
Probleem
De afwasmachine functioneert niet.
De afvoerpomp stopt niet.
Geluid.
Verontreiniging van de kuip.
Mogelijke oorzaken
Zekering defect of de aardlekschakelaar is geactiveerd.
De elektriciteitsvoorziening is niet ingeschakeld.
De waterdruk is laag.
Het water loopt over.
Sommige geluiden zijn normaal.
Bestek staat niet rammelvast in de bestekmand of er is iets kleins uit korf gevallen.
De motor maakt een brommend geluid.
Slecht vaatwasmiddel.
Verstopte filters
Glansspoelmiddel geknoeid.
Oplossing
Vervang de zekering of reset de werkschakelaar. Verwijder andere apparaten die op dezelfde groep zijn aangesloten.
Overtuig u ervan dat de afwasmachine is ingeschakeld en de deur gesloten. Overtuig u ervan dat de stekker in het stopcontact zit.
Controleer of de afwasmachine correct op de waterleiding is aangesloten en de tapkraan is opengedraaid.
Het systeem is zodanig ontworpen dat het zelf overlopend water detecteert. Indien dit het geval is sluit het toestel de circulatiepomp af en schakelt het de afvoerpomp in.
Geluid van omwalspomp/spoelgeluiden; openen van het vaatwasmiddelenbakje.
Zorg ervoor dat alles stevig in de afwasmachine staat.
De pomp is geblokkeerd, raadpleeg een installateur.
Gebruik uitsluitend speciaal vaatwasmiddel voor afwasmachines om verontreiniging te voorkomen.
Open de deur en reinig de filters. Draai daarna het voorspoelprogramma.
Veeg geknoeid glansspoelmiddel altijd direct weg.
NL 22
STORINGEN
Probleem
Vaatwerk niet droog.
Vaatwerk en platte voorwerpen zijn niet schoon.
Vlekken en aanslag op glazen en plat vaatwerk.
Wolkachtige vlekken op glaswerk.
Gele of bruine aanslag op de binnenkant van kuip.
Witte aanslag op de binnenkant van de kuip.
Er blijft vaatwasmiddel achter in het vaatwasmiddelenbakje.
Stoom.
Zwarte of grijze vlekken op vaatwerk.
Er blijft water staan onder de zeven.
De afwasmachine lekt.
Mogelijke oorzaken
Reservoir voor glansspoelmiddel is leeg.
Onjuist programma.
Korven niet goed beladen.
Extreem hard water. Lage temperatuur van het instromende water. De afwasmachine is overbeladen. Korven niet goed beladen. Oud of vochtig vaatwasmiddel. Reservoir glansspoelmiddel is leeg. Foute dosering van het vaatwasmiddel.
Combinatie van zacht water en te veel vaatwasmiddel.
IJzersporen in water kunnen aanslag in de kuip van de afwasmachine veroorzaken.
Hard water.
Het vaatwasmiddelenbakje wordt geblokkeerd door vaatwerk
Bij openen deur.
Aluminium kookgerei heeft langs vaatwerk geschuurd.
Dit is normaal.
Glansspoelmiddelreservoir te vol of er lekt glansspoelmiddel.
De afwasmachine staat niet waterpas.
Oplossing
Zorg ervoor dat het reservoir voor glansspoelmiddel gevuld is.
Selecteer een krachtiger programma.
Zorg ervoor dat het functioneren van het vaatwasmiddelenbakje en de sproeiarmen niet belemmerd wordt door grote schalen/schotels.
Om vlekken van glazen voorwerpen te verwijderen: Verwijder alle metalen voorwerpen uit de afwasmachine. Gebruik voorgeschreven hoeveelheid vaatwasmiddel. Selecteer het langste programma. Laat de afwasmachine ongeveer 18 tot 22 minuten draaien; het heeft dan de hoofdwascyclus bereikt. Open voorzichtig de deur en giet 2 kopjes schoonmaakazijn op de bodem. Sluit de deur en laat de afwasmachine het programma voltooien. Wanneer azijn niet werkt: Herhaal bovenstaande stappen, maar gebruik een kwart kopje (60 ml) citroenzuurkristallen in plaats van schoonmaakazijn.
Gebruik minder vaatwasmiddel en kies het glas-programma waarmee glaswerk gereinigd kan worden.
Neem contact op met een producent van waterontharders voor een speciaal filter.
Hoger zoutverbruik instellen.
Belaad de korven zodanig dat het vaatwerk het vaatwasmiddelenbakje niet langer blokkeert. Reinig de bovenste sproeiarm.
Dit is mogelijk bij het einde van het programma.
Aluminium kan verkleuren.
Een kleine hoeveelheid water rond de afvoer aan de achterkant van de kuipbodem houdt de afdichting soepel.
Zorg ervoor dat u het glansspoelmiddel­reservoir niet te ver vult. Gemorst glansspoelmiddel kan leiden tot schuim/ overstroming. Veeg gelekt glansspoelmiddel
weg met een vochtige doek.
Zet de afwasmachine waterpas.
NL 23
STORINGEN
Foutcodes
Probleem
Code E1 verschijnt in het display
Code E3 verschijnt in het display
Code E4 verschijnt in het display
Code E6 verschijnt in het display
Code E7 verschijnt in het display
Mogelijke oorzaken
Waterinlaattijd te lang.
Verwarmingstijd te lang, noodzakelijke temperatuur niet bereikt.
Mocht het toestel overvuld raken of overmatige lekkage vertonen, toevoerkraan sluiten en de servicedienst waarschuwen.
NL 24
BIJLAGE
Afvoeren
Verpakking en toestel afvoeren
Bij de vervaardiging van dit toestel is gebruik gemaakt van duurzame materialen. Dit toestel moet aan het eind van zijn levenscyclus op verantwoorde wijze worden afgevoerd. De overheid kan u hieromtrent informatie verschaffen.
De verpakking van het toestel is recyclebaar. Gebruikt kunnen zijn:
• karton;
• polyethyleenfolie (PE);
• CFK-vrij polystyreen (PS-hardschuim).
Deze materialen op verantwoorde wijze en conform de
overheidsbepalingen afvoeren.
Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van elektrische huishoudelijke apparatuur te wijzen, is op het product het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht. Dit betekent dat het apparaat aan het einde van zijn levensduur niet bij het gewone huisvuil mag worden gevoegd. Het toestel moet naar een speciaal centrum voor gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden gebracht of naar een verkooppunt dat deze service verschaft.
Het apart verwerken van een huishoudelijk apparaat voorkomt mogelijk negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid die door een ongeschikte verwerking ontstaat. Het zorgt ervoor dat de materialen waaruit het apparaat bestaat, terug gewonnen kunnen worden om een aanmerkelijke besparing van energie en grondstoffen te verkrijgen.
Let op! verpakkingsmateriaal kan gevaarlijk zijn voor kinderen.
NL 25
NL 26
INDEX
Votre lave-vaisselle
Sécurité
Description
Commande
Entretien
Introduction 4
Attention ! 5
Panneau de commande 7 Eléments 7
Mise en marche 8 Tableau de sélection des programmes 10 Remplissage de sel 11 Réservoir du liquide de rinçage 12 Détergents 13 Chargement des paniers 15 Endommagement des verres et du service 19 Système de filtration 20
Nettoyage des bras de lavage 21 Nettoyage des tamis 21 Nettoyage de la porte 21
Pannes
Annexe
Que faire si... 22 Tableau des pannes 22 Codes d'erreur 24
Mise au rebut de l'emballage et de l'appareil 25
FR 3
VOTRE LAVE-VAISSELLE
Introduction
Vous avez choisi un lave-vaisselle Etna. Une souplesse d'emploi optimale et une commande simple étaient prioritaires lors du développement de ce produit.
Ce manuel décrit comment utiliser le lave-vaisselle de façon optimale. Vous y trouverez des informations sur les commandes ainsi que des informations de base sur le fonctionnement de l'appareil. Vous y trouverez également des conseils d'entretien.
Les consignes de sécurité qui sont importantes lors de l'installation sont reprises dans la notice d'installation, qui est destinée à l'installateur.
Veuillez lire ce manuel avant d'utiliser l'appareil. Conservez soigneusement ce manuel afin qu'un autre utilisateur éventuel puisse aussi en profiter.
Déclaration de conformité
Nous déclarons que nos produits satisfont aux Directives, Mesures et Règlements européens en vigueur ainsi qu'aux exigences qui sont mentionnées dans les normes auxquelles il est fait référence.
FR 4
SÉCURITÉ
Attention !
Faites raccorder l'appareil par un installateur agréé (voir la « Notice d'installation »). Ne raccordez pas l'appareil au réseau avant que l'installation soit entièrement terminée.
• Raccordez l'appareil conformément aux prescriptions d'installation en vigueur localement.
• L'appareil a été fabriqué selon les normes de sécurité les plus récentes. Nous conseillons malgré tout aux personnes souffrant de troubles psychiques ou moteurs, ou d'un retard ou handicap mental, de ne pas utiliser l'appareil sans la surveillance d'une personne compétente. Il en est de même pour les enfants.
• Si le câble de raccordement est endommagé, il peut uniquement être remplacé par le fabricant, son organisation de services ou d'autres personnes qualifiées, afin d'éviter toute situation dangereuse.
• Cet appareil doit être mis à la terre ! La mise à la terre réduit le risque de choc électrique en cas de panne et de dérangement. Cet appareil est équipé d'un cordon mis à la terre et d'une prise. Ne branchez l'appareil que dans une prise mise à la terre qui est montée selon les prescriptions en vigueur localement !
• Un raccordement incorrect du cordon peut entraîner une situation mortelle. En cas de doute, veuillez contacter un électricien qualifié ou un collaborateur du service après-vente. N'apportez pas de modifications à la prise. Si la fiche n'est pas adaptée à la prise, faites-la adapter par un électricien qualifié.
• Evitez toute utilisation impropre de la porte et des paniers du lave­vaisselle. Ne vous asseyez pas sur l'appareil et ne montez pas dessus.
• Ne lavez pas de vaisselle en plastique inadaptée dans l'appareil, sauf si elle est dotée d'une marque qui indique qu'elle est résistante au lave-vaisselle. Pour toute la vaisselle qui n'est pas dotée d'une telle marque, veuillez suivre les indications du producteur.
• Utilisez uniquement des détergents, des liquides de rinçage et du sel qui sont destinés à une utilisation dans les lave-vaisselle. N'utilisez jamais de détergents professionnels ou destinés à l'horeca. N'utilisez jamais de détergent ordinaire ou de lessives pour le textile.
• Gardez les produits hors de portée des enfants.
FR 5
SÉCURITÉ
Attention !
• Gardez le détergent et le liquide de rinçage hors de portée des enfants. Tenez les enfants éloignés du lave-vaisselle ouvert. Il peut encore y avoir un peu de liquide de rinçage dans l'appareil. En cas d'absorption, consultez immédiatement un médecin et emportez l'emballage.
• Gardez la porte fermée. Vous pourriez trébucher sur la porte ouverte.
• Ne tordez pas à l'extrême les tuyaux d'arrivée et d'écoulement ni le cordon de raccordement lors de l'installation. Veillez à ce qu'ils ne soient pas coincés.
• L'appareil n'est pas conçu pour une utilisation par de jeunes enfants.
• Les détergents sont très alcalins. Ils sont particulièrement dangereux en cas d'absorption. En cas d'absorption, consultez immédiatement un médecin et emportez l'emballage.
• Evitez tout contact avec la peau et les yeux. Gardez les enfants éloignés lorsque la porte du lave-vaiselle est ouverte.
• Vérifiez que tous les éléments amovibles du lave-vaisselle soient correctement placés. N'ouvrez pas la porte pendant le déroulement du programme.
• Ne placez pas d'objets lourds sur la porte ouverte. Ne montez pas sur celle-ci. L'appareil pourrait basculer et causer des dégâts à l'appareil.
• Lorsque vous chargez les paniers, placez les objets tranchants de façon à ce qu'ils ne puissent pas endommager le caoutchouc de la porte.
• Procédez à la mise au rebut des matériaux d'emballage de façon appropriée et conformément aux dispositions réglementaires.
• Utilisez le lave-vaisselle exclusivement aux fins pour lesquelles il a été conçu. Utilisez l'appareil uniquement dans un local à l'abri du gel !
• Otez la porte du lave-vaisselle ou mettez la serrure hors service lors de la mise au rebut de l'appareil.
• Ne laissez pas les enfants jouer avec l'appareil.
• Contrôlez si le compartiment à détergent est vide à l'issue du programme de lavage.
• Remplissez les réservoirs de sel et de liquide de rinçage avant la première utilisation et lorsque les voyants sont allumés. Réglez d'abord la consommation de sel.
• En cas de réparation ou de nettoyage, l'appreil doit être débranché. Débranchez la prise ou mettez l'interrupteur du placard à compteurs sur zéro.
FR 6
Loading...
+ 67 hidden pages