ETNA TFI7002ZT User Manual [nl]

GEBRUIKSAANWIJZING
MODE D’EMPLOI BEDIENUNGSANLEITUNG INSTRUCTIONS FOR USE
VAATWASSER
LAVE-VAISSELLE GESCHIRRSPÜLER DISHWASHER
NL Handleiding NL 3 - NL 25 FR Notice d’utilisation FR 3 - FR 25
DE Anleitung DE 3 - DE 25
EN User instruction EN 3 - EN 25
Gebruikte pictogrammen - Pictogrammes utilisés Benutzte Piktogramme - Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important à savoir Wissenswertes - Important information
Tip - Conseil - Tipp - Tip
INHOUD
Uw vaatwasser
Veiligheid
Beschrijving
Bediening
Onderhoud
Inleiding 4
Let op! 5
Bedieningspaneel 8 Binnenwerk 8
Inschakelen 9 Programmakeuze tabel 11 Zout bijvullen 12 Glansspoelmiddelreservoir 13 Vaatwasmiddelen 14 De korven beladen 16 Beschadiging van glaswerk en servies 19 Filtersysteem 20
Reinigen sproeiarmen 21 Reinigen van de zeven 21 Reinigen deur 21
Storingen
Bijlage
Wat moet ik doen als... 22 Storingstabel 22 Foutcodes 24 Technische gegevens 24
Verpakking en toestel afvoeren 25
NL 3
UW VAATWASSER
Inleiding
U heeft gekozen voor een vaatwasser van Etna. Optimaal gebruikscomfort en een eenvoudige bediening stonden voorop bij de ontwikkeling van dit product.
In deze handleiding staat beschreven op welke manier u de vaatwasser zo optimaal mogelijk kunt benutten. U vindt informatie over de bediening en achtergrondinformatie over de werking van het toestel. Tevens treft u onderhoudstips aan.
De veiligheidsvoorschriften die van belang zijn tijdens de installatie zijn opgenomen in het installatievoorschrift, dat bestemd is voor de installateur.
Lees deze handleiding voordat u het toestel gaat gebruiken. Bewaar deze handleiding zorgvuldig zodat een eventuele volgende gebruiker er ook zijn voordeel mee kan doen.
NL 4
VEILIGHEID
Let op!
Laat het toestel aansluiten door een erkend installateur (zie “Installatievoorschrift”). Sluit het apparaat niet aan op het elektriciteitsnet voordat de installatie volledig is voltooid.
• Sluit het toestel aan conform de plaatselijk geldende installatievoorschriften.
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder, alsmede personen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of mentale vermogens of met ontbrekende ervaring en kennis, mits zij onder toezicht staan of instructies krijgen in veilig gebruik van het apparaat en begrijpen wat de betreffende gevaren zijn. Kinderen mogen niet spelen met het apparaat. Kinderen mogen het apparaat niet reinigen of onderhouden als zij niet onder toezicht staan.
• Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik en soortgelijke toepassingen, zoals:
▷ in personeelskeukens in winkels, op kantoor en in
andere werkomgevingen; ▷ boerderijen; ▷ door klanten in hotels, motels en andere typen ▷ verblijfsomgevingen; ▷ B&B-achtige omgevingen.
• Wanneer de aansluitkabel is beschadigd mag deze alleen worden vervangen door de fabrikant, zijn serviceorganisatie of gelijkwaardig gekwalificeerde personen, om gevaarlijke situaties te voorkomen.
• Dit toestel moet worden geaard! Aarding verkleint de kans op een elektrische schok bij storingen en defecten.
• Dit toestel is uitgerust met een geaard snoer en stekker. Steek de stekker alleen in een geaard stopcontact dat is gemonteerd volgens de lokaal geldende voorschriften!
NL 5
VEILIGHEID
• Incorrecte aansluiting van het snoer kan resulteren in een levensbedreigende situatie. Neem in geval van twijfel contact op met een gekwalificeerde elektriciën of servicemedewerker.
• Voer geen veranderingen door aan de stekker. Laat de stekker, wanneer deze niet in het stopcontact past, aanpassen door een gekwalificeerde elektriciën.
• Gebruik de deur en de korf van de vaatwasser niet oneigenlijk. Ga er niet op zitten of staan.
• Reinig geen ongeschikt kunststof vaatwerk in het toestel, tenzij het is voorzien van een merkteken dat aangeeft dat het vaatwasserbestendig is. Volg bij alle vaatwerk, dat niet is voorzien van een dergelijk merkteken, de aanwijzingen van de producent op.
• Gebruik alleen was-, glansspoelmiddelen en zout die zijn bedoeld voor gebruik in een vaatwasser. Gebruik nooit professionele of horeca-wasmiddelen. Gebruik nooit gewoon vaatwasmiddel of wasmiddelen voor textiel.
• Bewaar de wasmiddelen buiten bereik van kinderen.
Let op!
• Houd was- en glansspoelmiddelen uit de buurt van kinderen. Houd kinderen uit de buurt van een geopende vaatwasser. Er kan nog wat reinigingsmiddel in het toestel aanwezig zijn. Bij inslikken direct een arts raadplegen en de verpakking meenemen.
• Houd de deur gesloten. U zou kunnen struikelen over een geopende deur.
• Verbuig de aan- en afvoerslang en het aansluitsnoer niet extreem tijdens de installatie. Let op dat deze niet bekneld raken.
• Het toestel is niet bedoeld voor gebruik door jonge kinderen.
• Wasmiddelen voor de vaatwasser zijn sterk alkalisch. Ze zijn bijzonder gevaarlijk bij doorslikken. Bij inslikken direct een arts raadplegen en de verpakking meenemen.
• Vermijd contact met huid en ogen. Houd bij geopende deur van de vaatwasser kinderen uit de buurt.
NL 6
VEILIGHEID
• Zorg ervoor dat alle losse onderdelen van de vaatwasser correct zijn geplaatst. Open de deur niet tijdens het programmaverloop.
• Plaats geen zware voorwerpen op de geopende deur. Ga er ook niet op staan. Het toestel kan kantelen en er kan schade aan het toestel optreden.
• Plaats, bij het beladen van de korfen, scherpe voorwerpen zodanig dat zij het deurrubber niet kunnen beschadigen.
• Voer verpakkingsmaterialen op verantwoorde wijze en conform de overheidsbepalingen af.
• Gebruik de vaatwasser uitsluitend voor het doel waarvoor deze ontworpen is. Gebruik het toestel alleen in een vorstvrije ruimte!
• Verwijder de deur van de vaatwasser of maak het slot onklaar wanneer u het toestel afdankt.
• Laat kinderen niet met het toestel spelen.
• Controleer of het wasmiddelreservoir leeg is na afloop van het vaatwasprogramma.
• Vul het zout- en spoelglansreservoir vòòr eerste gebruik en als de indicatielampjes branden. Stel het zoutgebruik vooraf in.
• Bij reparaties of schoonmaakbeurten moet het toestel spanningsloos gemaakt worden. Neem de stekker uit de contactdoos of draai de schakelaar in de meterkast op nul.
NL 7
BESCHRIJVING
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
1 2 4 53
Bedieningpaneel
1. Controlelampjes ‘geselecteerd programma’
2. Controlelampjes waterontharder en glansspoelmiddel
3. Programmatoets
4. Aan/uit toets
5. Controlelampje aan/uit
NL 8
Onderdelen
6. bovenste korf
7. sproeiarmen
8. onderste korf
9. waterontharder
10. grove zeef (vlakke zeef)
11. wasmiddelreservoir
12. kopjesrek
13. bestekmand
14. grove zeef (bekerzeef)
15. glansspoelmiddelreservoir
16. aansluiting afvoerpijp
17. aansluiting waterinlaatpijp
BEDIENING
1 2 4 53
Inschakelen
• Open de deur van de vaatwasser.
• Druk op de ‘aan-uit’ toets (4) om het toestel in te schakelen. Het controlelampje (5) brandt wanneer het toestel is ingeschakeld.
• Kies het gewenste programma (zie pag. 10 ‘programma-keuzetabel). Druk herhaaldelijk op de programmatoets (3) om het gewenste programma te selecteren. Wanneer u een vaatwasprogramma kiest gaat het bijbehorende lampje (1) branden.
• Sluit de deur van de vaatwasser. De vaatwasser start automatisch met het gekozen programma.
NL 9
BEDIENING
Stopzetten of aanpassen van een wasprogramma
Open de deur. Houdt de programmatoets (3) langer dan drie seconden ingedrukt. U kunt nu opnieuw het gewenste programma selecteren (zie pag. 10 ‘programma-keuzetabel). Sluit vervolgens de deur.
Let op! Een programma dat al is gestart kan alleen in het beginstadium worden aangepast. Na langere tijd is het vaatwasmiddel al over het vaatwerk verspreid of de machine heeft het waswater al weggepompt. In dat geval moet u het zeepbakje opnieuw vullen (zie hoofdstuk Vaatwasmiddel).
Na afloop van het wasprogramma
Nadat het wasprogramma is afgelopen klinkt gedurende acht seconden een geluidssignaal. Schakel het toestel uit met de aan/uit toets. Open de deur van de vaatwasmachine. Wacht enkele minuten voordat u de wasmachine uitlaadt. Direct na afloop van het programma zijn vaatwerk en bestek nog erg heet. De kans bestaat dat er door de hitte vaatwerk kan breken. Door het vaatwerk enkele minuten te laten staan droogt het bovendien beter.
Overstroombeveiliging
Uw afwasmachine is uitgerust met een beveiliging die ervoor zorgt dat er niet te veel water in het toestel kan lopen. De beveiliging sluit het inlaatventiel en zorgt ervoor dat de afwasmachine het teveel wegpompt. Wanneer er water in de machine zit (doordat er eerder teveel water in werd gelaten of door een lek) moet dit eerst worden verwijderd voordat u de afwasmachine opnieuw inschakelt.
NL 10
BEDIENING
Waarschuwing!
Het is gevaarlijk om gedurende het wasprogramma de deur geheel te openen. U kunt in aanraking komen met heet water dat uit de machine spat.
Programma keuzetabel
Tijd/Energie/ Programma Programma- Programma- Wasmiddel Glansspoel Water informatie verloop voor-/hoofd middel (min/KwH/l)
Normaal vieze vaat, zoals voorspoelen (50 °C); Normaal schalen, borden, glazen, niet hoofdwas (50 °C); 5 / 25 gr. 160/1,2/16 erg vieze pannen. Standaard spoelen; of 3-in-1 programma. spoelen (65 °C); tablet drogen
voorspoelen; *Eco Niet erg vieze vaat, zoals borden, voorspoelen; 5 / 25 gr. 155/1,13/16,5 (*EN50242) glazen, kommen en niet erg hoofdwas (50 °C); of 3-in-1 vieze pannen. spoelen (65 °C); tablet drogen
Snel Niet erg vieze vaat, zoals glazen, hoofdwas (40 °C); kristal en teer porselein. Geen spoelen; 20 gr. - 30/0,45/12 droging. spoelen (45 °C)
*EN 50242: Dit is een testprogramma. De informatie voor een vergelijktest in overeenstemming met EN50242 is als volgt:
• capaciteit: 12 couverts
• positie bovenkorf: wieltjes op geleiders / spoelstand: 6
NL 11
BEDIENING
Zout bijvullen
Deze machine is uitgerust met een waterontharder. Vul hiervoor de vaatwasmachine met zout.
1. Draai, na eerst de onderste korf te hebben verwijderd, de dop van het reservoir los.
2. Voordat u het reservoir de eerste keer vult giet u er één liter water in.
3. Plaats de trechter in de reservoiropening. Giet er ongeveer 1 kg zout in. Het is normaal dat er hierbij een beetje water uit de opening stroomt. Let op! Gemorst zout verwijderen en direct hierna altijd een volledig programma draaien teneinde schade aan de bodem te voorkomen.
4. Draai de dop zorgvuldig vast.
Let op! Vul altijd eerst het zoutreservoir en stel de waterhardheid in voordat u de afwasmachine in gebruik neemt. Vul het zoutreservoir bij wanneer het waarschuwingslampje (3) van de waterontharder gaat branden. Het kan voorkomen dat, hoewel het zoutreservoir is gevuld, het lampje enige tijd blijft branden. Het dooft wanneer er voldoende zout in het water is opgelost.
Let op! Vul het zoutreservoir nooit met vaatwasmiddel. Dit zal de waterontharder onherstelbaar beschadigen.
NL 12
graden Clarke
0 - 10 10 - 28 28 - 56 56 - 75
Zoutverbruik instellen
• Draai de dop van het zoutreservoir los.
• In de opening van het reservoir bevindt zich een ring met daarop een pijl. Draai de ring, afhankelijk van de hardheid van het water naar - of +.
Pas het zoutverbruik aan volgens onderstaand schema:
WATERHARDHEID
ºdH
0 - 8
8 - 22 22 - 45 45 - 60
mmol/l
0 - 1.4
1.4 - 3.9
3.9 - 8 8 - 11
instelling
geen zout nodig
- stand
midden stand
+ stand
zoutverbruik
(gram/cyclus)
0 20 40 60
Informeer bij het waterleidingbedrijf naar de hardheid van het leidingwater om een en ander volgens bovenstaande tabel in te stellen.
autonomiteit
(cycli/1 kg)
/ 50 25 16
BEDIENING
Glansspoelmiddelreservoir
Tijdens de laatste spoelbeurt wordt glansspoelmiddel toegevoegd. Glansspoelmiddel voorkomt dat er sporen van druppels achterblijven op de schone vaat. Het zorgt er bovendien voor dat de vaat sneller droogt doordat het water er gemakkelijk afglijdt.
De afwasmachine is ontworpen voor gebruik van vloeibaar glansspoelmiddel. Het glansspoelmiddelreservoir bevindt zich op de binnenzijde van de deur, naast het vaatwasmiddelbakje.
Let op: vul het glansspoelmiddelreservoir bij wanneer het controlelampje van het glasspoelmiddel (3) gaat branden. Het reservoir heeft een capaciteit van ca. 100 ml. Giet het glansspoelmiddelreservoir niet te vol. In dit geval zal het glansspoelmiddel overstromen. Gemorst glansspoelmiddel moet verwijderd worden. Er kan anders lekkage ontstaan door extreme schuimvorming.
• Draai de dop van het glansspoelmiddelreservoir open (naar links, naar de pijl met “open”).
• Giet het glansspoelmiddel in het reservoir. Let er hierbij op dat u er niet teveel in giet. Het reservoir heeft een capaciteit van ca. 100 ml.
• Plaats de dop terug. Zorg ervoor dat hij in lijn ligt met de “open” pijl en draai hem naar de “gesloten” pijl.
De hoeveelheid glansspoelmiddel instellen
Tijdens de laatste spoelbeurt wordt een vastgestelde hoeveelheid glansspoelmiddel toegevoegd. Net zoals bij vaatwasmiddel is de hoeveelheid glansspoelmiddel afhankelijk van de waterhardheid bij u in de buurt. Teveel glansspoelmiddel kan leiden tot strepen op het vaatwerk.
Het glansspoelmiddelreservoir heeft 6 standen. Stel het reservoir in eerste instantie in op stand 2. Indien er in dat geval vlekken op het vaatwerk blijven ontstaan en de vaat niet goed droogt vergroot u de hoeveelheid glansspoelmiddel door de keuzeknop van het reservoir op stand 3 te draaien. Als dat geen verbetering geeft stelt u de keuzeknop in op een hogere stand. Herhaal deze handeling totdat de vaat streeploos droog uit de machine komt.
NL 13
BEDIENING
Vaatwasmiddelen
De chemische stoffen in vaatwasmiddelen verwijderen het vuil, breken het af en zorgen ervoor dat het vuil uit de afwasmachine afgevoerd wordt. De meeste in de winkel verkrijgbare vaatwasmiddelen zijn geschikt voor dit doel.
Waarschuwing!
Vaatwasmiddel voor afwasmachines is een bijtend product. Houd het daarom buiten het bereik van kinderen. Bij inslikken direct een arts raadplegen en de verpakking meenemen.
Geconcenteerd vaatwasmiddel
Gebaseerd op hun chemische samenstellingen zijn er 2 verschillende soorten geconcenteerd vaatwasmiddel:
• Conventionele alkalische vaatwasmiddelen met bijtende
ingrediënten.
• Laag alkalische geconcentreerde vaatwasmiddelen met natuurlijke
enzymen.
Het gebruik van geconcenteerd vaatwasmiddel in combinatie met “normale” wasprogramma’s levert minder vervuiling op en is goed voor uw vaat: deze wasprogramma’s zijn speciaal afgestemd op de vuiloplossende eigenschappen van de enzymen in geconcenteerd vaatwasmiddel. Hierdoor bereiken “normale” wasprogramma’s met geconcenteerd vaatwasmiddel dezelfde resultaten als bij het gebruik van een intensief wasprogramma.
NL 14
Vaatwastabletten
Vaatwastabletten van verschillende fabrikanten lossen met verschillende snelheid op. Hierdoor lossen sommige soorten vaatwastabletten niet volledig op tijdens korte wasprogramma’s, waardoor hun reinigende werking minder wordt. Gebruik daarom vaatwastabletten vooral in combinatie met lange wasprogramma’s, zodat de vaatwastabletten de kans krijgen om volledig op te lossen.
BEDIENING
Vaatwasmiddelbakje
Uw vaatwasmachine gebruikt minder vaatwasmiddel en glansspoelmiddel dan conventionele vaatwasmachines. In het algemeen is slechts één maatschepje afwaspoeder nodig voor een normale afwasbeurt. Gebruik meer vaatwasmiddel bij sterker vervuild vaatwerk. Vul het zeepbakje vlak voor de start van het programma. Het vaatwasmiddel kan anders vochtig worden en daardoor niet volledig oplossen.
Let op! In de tabel op pag. 10 vindt u informatie over de hoeveelheid vaatwasmiddel voor de verschillende programma’s. Dit zijn gemiddelden, afhankelijk van de hardheid van het water en de vervuiling van de vaat kan een andere dosering nodig zijn.
Vullen
1. Druk op de ontgrendeling als de deksel gesloten is. De deksel springt open.
2. Vul het vaatwasmiddelbakje vlak voor de start van een wasprogramma. Gebruik alleen een merk vaatwasmiddel in de vaatwasser.
De markering in het vaatwasmiddelbakje geeft de dosering aan.
• Bakje voor hoofdwasmiddel (1), “MIN” betekent ongeveer 20 gram vaatwasmiddel.
• Bakje voor voorwasmiddel (2), bevat ongeveer 5 gram vaatwasmiddel.
Gebruik alleen vaatwasmiddel dat speciaal geschikt is voor vaatwasmachines. Bewaar het vaatwasmiddel op een koele en droge plek. Doe pas vaatwasmiddel in het vaatwasmiddelbakje als u direct daarna een wasprogramma draait.
NL 15
BEDIENING
1
1
4
1
7
2
3
5
6
1
4
1
4
1
De korven beladen
1. kopjes
2. kleine kom
3. grote kom
4. glazen
5. schotels
6. borden
7. dessertborden
Gebruik van de bovenkorf
De bovenkorf is ontworpen voor kwetsbaar, licht vaatwerk zoals glazen, kopjes en schoteltjes, borden, kleine kommen en ondiepe (niet erg vieze) pannen.
Plaats het vaatwerk zodanig dat het niet kan verschuiven wanneer het besproeid wordt. De bovenkorf kan in hoogte versteld worden door de korf uit te nemen en in een andere stand in de geleiderails te plaatsen.
Hoogteverstelling van de bovenkorf
U kunt de bovenkorf in hoogte verstellen om meer ruimte te creëren voor grote voorwerpen in de bovenkorf of onderkorf. De bovenkorf kan in hoogte versteld worden door de korf uit te nemen en in een andere stand in de geleiderails te plaatsen.
NL 16
BEDIENING
1010
8
99
77
7
Gebruik van de onderkorf
Wij raden u aan om grote voorwerpen die het moeilijkst te reinigen zijn in de onderkorf te plaatsen: potten, pannen, pandeksels, ovenschalen en kommen. Het verdient voorkeur om ovenschalen en pandeksels aan de zijkant van de korf te plaatsen. Op die manier kunnen ze de sproeiarm niet hinderen als deze ronddraait.
• Potten, serveerschalen etc. moeten altijd ondersteboven in de korf geplaatst worden.
• Diepe kommen moeten schuin, met de opening naar beneden geplaatst worden, zodat het water eruit kan lopen.
• De onderkorf kan zodanig worden aangepast dat er ook grotere, of meer, potten en pannen in passen.
Bordenrekken neerklappen
Om potten en pannen makkelijker te kunnen plaatsen, kunt u de achterste bordenrekken neerklappen.
7. dessertborden
8. ovale schaal
9. grote borden
10.soepborden
11.bestekmandje
Bestekmandje (beladingsvoorbeeld)
Bestek moet in het bestekmandje worden geplaatst, met de heften naar beneden. Wanneer het bestekmandje is voorzien van zijvakken moet het bestek stuk voor stuk in de vakken worden geplaatst. Lang keukengerei, zoals pollepels, moeten in een liggende (horizontale) positie, voorin de bovenkorf worden geplaatst.
NL 17
BEDIENING
1. vorken
2. soeplepels
3. dessertlepels
4. theelepeltjes
5. messen
6. opscheplepels
7. juslepel
8. serveervork
Waarschuwing!
Zorg ervoor dat er geen voorwerpen door de bodem van het bestekmandje kunnen steken. Hierdoor blokkeert de sproeiarm.
Niet geschikt bestek/servies voor in de vaatwasser
• Bestek met een houten, porseleinen of parelmoeren heft
• Plastic voorwerpen die niet hittebestendig zijn
• Bestek met gelijmde onderdelen die niet hittebestendig zijn
• Gelijmd bestek of servies
• Tinnen of koperen voorwerpen
• Loodkristallen glaswerk
• Stalen voorwerpen die gevoeilig zijn voor roest
• Houten schotels
• Voorwerpen gemaakt van synthetische vezels
NL 18
Beperkt geschikt bestek/servies voor in de vaatwasser
• Sommige glassoorten kunnen dof worden na een groot aantal wasbeurten
• Zilver en aluminium kunnen verkleuren na gebruik in de vaatwasser
• Geglazuurde motieven kunnen vervagen na regelmatig wassen
Let op! Plaats geen voorwerpen in de vaatwasser die bevuild zijn met sigarettenas, kaarsvet, lak of verf. Als u nieuw keukengerei koopt, let er dan op dat dit geschikt is voor de vaatwasser. Plaats geen zilverhoudend bestek tegen andersoortig bestek. Dit kan het bestek onherstelbaar beschadigen.
Laad de vaatwasser niet te vol. Er is slechts plaats voor 12 standaard couverts. Plaats geen keukengerei dat niet geschikt is voor een vaatwasser. Dit is belangrijk voor goede wasresultaten en een gunstig energieverbruik.
BEDIENING
Plaatsen van bestek en servies
Voordat u de vaat in de vaatwasser plaatst moet u:
• Grove voedselresten verwijderen.
• Aangekoekte en aangebrande voedselresten even laten weken.
Let er bij het plaatsen op dat:
• De sproeiarmen niet geblokkeerd worden door de vaat.
• Holle voorwerpen met de opening naar beneden worden geplaatst, zodat er geen water in kan blijven staan.
Borden en bestek mogen elkaar niet afdekken
• Het glaswerk mag elkaar niet raken, om beschadigingen te voorkomen.
• Plaats grote voorwerpen die lastig schoon te krijgen zijn in de onderkorf.
• De bovenkorf is speciaal bedoeld voor lichtere voorwerpen zoals glazen, koffie- en theekopjes.
Waarschuwing!
• Lange messen die rechtop staan in het bestekmandje kunnen letsel veroorzaken!
• Plaats lang en/of scherp bestek zoals vleesmessen in een liggende positie in de bovenkorf.
Beschadiging van glaswerk en ander servies
Mogelijke oorzaken:
• Type glas of fabrikageproces. Chemische samenstelling van het vaatwasmiddel.
• Watertemperatuur en tijdsduur van het wasprogramma.
Voorgestelde oplossing:
• Gebruik glaswerk en porseleinen servies waarvan de fabrikant aangeeft dat het geschikt is voor de vaatwasser.
• Gebruik een milder/minder bijtend vaatwasmiddel. Vraag indien noodzakelijk meer informatie aan bij fabrikanten van vaatwasmiddelen.
• Selecteer een wasprogramma met een lagere temperatuur.
• Haal glaswerk en bestek zo snel mogelijk na afloop van het programma uit de vaatwasser, om beschadigingen te voorkomen.
NL 19
BEDIENING
Filtersysteem
Afhankelijk van het gebruik moeten de zeven regelmatig onder de kraan afgespoeld worden. Het filtersysteem bestaat uit drie componenten: de grote zeef, de grove zeef en de fijne zeef.
1. Grote zeef; Etensresten en vuil die op deze zeef terecht komen
worden door een speciale straal op de onderste sproeiarm naar de grove zeef gespoeld.
2. Grove zeef; Grotere delen, zoals botresten of stukjes glas die de
afvoer zouden kunnen verstoppen, worden opgevangen in de grove zeef. Om de vervuiling uit de zeef te verwijderen moet u de lipjes bovenop de zeef licht samenknijpen en de zeef naar boven toe verwijderen.
3. Fijne zeef; Deze zeef houdt vuil en etensresten tegen in de buurt
van de afvoerpomp en zorgt ervoor dat deze resten niet weer over het vaatwerk wordt verspreid tijdens het programma.
NL 20
ONDERHOUD
Reinigen sproeiarmen
Het is noodzakelijk dat u de sproeiarmen regelmatig reinigt. Vervuiling verstopt op den duur de sproeikoppen en de lagers van de sproeiarmen. Reinig de sproeiarmen als volgt:
• Draai de moer los om de sluitring te kunnen verwijderen.
• Verwijder vervolgens de sproeiarm.
• Reinig de sproeiarmen in een warm sopje en maak de sproeikoppen
• Spoel de sproeiarmen grondig af en plaats ze terug.
Reiniging van de zeven
Filtergroep
Voor een optimale werking van de afwasmachine moet de gehele filtergroep worden gereinigd. De filtergroep haalt op efficiente wijze voedselresten uit het water en zorgt ervoor dat het waswater gedurende het wasprogramma kan blijven circuleren. Het is dan ook een goed idee om na iedere wasbeurt de grotere voedselresten uit de filtergroep te verwijderen door de halfronde zeef en filterhuis onder stromend water te reinigen.
• Verwijder de filtergroep door hem te draaien (linksom) en
• Gebruik een afwasborstel om de grove zeef en de fijne zeef schoon
met een zachte borstel schoon.
rechtstandig omhoog te verwijderen. Alle onderdelen van de filtergroep moeten minstens een keer per maand gereinigd worden.
te maken. Zet de filtergroep volgens de illustratie hiernaast weer in elkaar en plaats de gehele filtergroep weer in de kuip van de afwasmachine.
Reinigen deur
Gebruik de afwasmachine nooit zonder de filtergroep. Incorrect terugplaatsen van de filtergroep heeft tot gevolg dat de afwasmachine niet meer optimaal presteert. Een ander gevolg kan zijn dat er beschadigingen optreden aan bestek en vaatwerk.
Reinig de rand van de deur inclusief het afdichtingsrubber met een zachte, vochtige doek. Zorg ervoor dat er geen water in het deurslot en de elektrische componenten kan binnendringen. Gebruik geen schoonmaakmiddelen in een spuitbus. Gebruik ook geen agressieve schoonmaakmiddelen, zoals schuursponsjes. Deze schoonmaakmiddelen kunnen de lak beschadigen.
NL 21
STORINGEN
Wat moet ik doen als...
Wanneer het toestel niet goed werkt, betekent dit niet altijd dat het defect is. Probeer het euvel eerst zelf te verhelpen. Bel de servicedienst wanneer onderstaande adviezen niet helpen.
Let op
Maak het toestel spanningsloos voordat met reparatie wordt gestart. Bij voorkeur door de stekker uit het stopcontact te halen.
Storingstabel
Probleem
De afwasmachine functioneert niet.
De afvoerpomp stopt niet.
Geluid.
Verontreiniging van de kuip.
Mogelijke oorzaken
Zekering defect of de aardlekschakelaar is geactiveerd.
De elektriciteitsvoorziening is niet ingeschakeld.
De waterdruk is laag.
Het water loopt over. Teveel water in de machine of lekkage
Sommige geluiden zijn normaal.
Bestek staat niet rammelvast in de bestekmand of er is iets kleins uit korf gevallen.
De motor maakt een brommend geluid.
Slecht vaatwasmiddel.
Verstopte filters
Glansspoelmiddel geknoeid.
Oplossing
Vervang de zekering of reset de werkschakelaar. Verwijder andere apparaten die op dezelfde groep zijn aangesloten.
Overtuig u ervan dat de afwasmachine is ingeschakeld en de deur gesloten. Overtuig u ervan dat de stekker in het stopcontact zit.
Controleer of de afwasmachine correct op de waterleiding is aangesloten en de tapkraan is opengedraaid.
Het systeem is zodanig ontworpen dat het zelf overlopend water detecteert. Indien dit het geval is sluit het toestel de circulatiepomp af en schakelt het de afvoerpomp in.
Geluid van omwalspomp/spoelgeluiden; openen van het vaatwasmiddelenbakje.
Zorg ervoor dat alles stevig in de afwasmachine staat.
De pomp is geblokkeerd, raadpleeg een installateur.
Gebruik uitsluitend speciaal vaatwasmiddel voor afwasmachines om verontreiniging te voorkomen.
Open de deur en reinig de filters. Draai daarna het voorspoelprogramma.
Veeg geknoeid glansspoelmiddel altijd direct weg.
NL 22
STORINGEN
Probleem
Vaatwerk niet droog.
Vaatwerk en platte voorwerpen zijn niet schoon.
Vlekken en aanslag op glazen en plat vaatwerk.
Wolkachtige vlekken op glaswerk.
Gele of bruine aanslag op de binnenkant van kuip.
Witte aanslag op de binnenkant van de kuip.
Er blijft vaatwasmiddel achter in het vaatwasmiddelenbakje.
Stoom.
Zwarte of grijze vlekken op vaatwerk.
Er blijft water staan onder de zeven.
De afwasmachine lekt.
Mogelijke oorzaken
Reservoir voor glansspoelmiddel is leeg.
Onjuist programma.
Korven niet goed beladen.
Extreem hard water. Lage temperatuur van het instromende water. De afwasmachine is overbeladen. Korven niet goed beladen. Oud of vochtig vaatwasmiddel. Reservoir glansspoelmiddel is leeg. Foute dosering van het vaatwasmiddel.
Combinatie van zacht water en te veel vaatwasmiddel.
IJzersporen in water kunnen aanslag in de kuip van de afwasmachine veroorzaken.
Hard water.
Het vaatwasmiddelenbakje wordt geblokkeerd door vaatwerk
Bij openen deur.
Aluminium kookgerei heeft langs vaatwerk geschuurd.
Dit is normaal.
Glansspoelmiddelreservoir te vol of er lekt glansspoelmiddel.
De afwasmachine staat niet waterpas.
Oplossing
Zorg ervoor dat het reservoir voor glansspoelmiddel gevuld is.
Selecteer een krachtiger programma.
Zorg ervoor dat het functioneren van het vaatwasmiddelenbakje en de sproeiarmen niet belemmerd wordt door grote schalen/schotels.
Om vlekken van glazen voorwerpen te verwijderen: Verwijder alle metalen voorwerpen uit de afwasmachine. Gebruik voorgeschreven hoeveelheid vaatwasmiddel. Selecteer het langste programma. Laat de afwasmachine ongeveer 18 tot 22 minuten draaien; het heeft dan de hoofdwascyclus bereikt. Open voorzichtig de deur en giet 2 kopjes schoonmaakazijn op de bodem. Sluit de deur en laat de afwasmachine het programma voltooien. Wanneer azijn niet werkt: Herhaal bovenstaande stappen, maar gebruik een kwart kopje (60 ml) citroenzuurkristallen in plaats van schoonmaakazijn.
Gebruik minder vaatwasmiddel en kies het glas-programma waarmee glaswerk gereinigd kan worden.
Neem contact op met een producent van waterontharders voor een speciaal filter.
Hoger zoutverbruik instellen.
Belaad de korven zodanig dat het vaatwerk het vaatwasmiddelenbakje niet langer blokkeert. Reinig de bovenste sproeiarm.
Dit is mogelijk bij het einde van het programma.
Aluminium kan verkleuren.
Een kleine hoeveelheid water rond de afvoer aan de achterkant van de kuipbodem houdt de afdichting soepel.
Zorg ervoor dat u het glansspoelmiddel­reservoir niet te ver vult. Gemorst glansspoelmiddel kan leiden tot schuim/ overstroming. Veeg gelekt glansspoelmiddel
weg met een vochtige doek.
Zet de afwasmachine waterpas.
NL 23
STORINGEN
Foutcodes
Probleem
Het indicatielampje ‘snel programma’ knippert.
Het indicatielampje ‘normaal programma’ knippert.
Mogelijke oorzaken
Waterinlaattijd te lang.
Toestel overvuld.
Mocht het toestel overvuld raken of overmatige lekkage vertonen, toevoerkraan sluiten en de servicedienst waarschuwen.
Technische gegevens
Capaciteit (couverts) 12 Hoogte 820 mm Breedte 595 mm Diepte 540 mm Geluidsniveau 49 dB (A) re 1 pW Electrische aansluiting 220-240 V, 50 Hz Vermogen 1760-2100 W Vermogen in uitstand 0 W Vermogen in stand-by stand 0,4 W Watertoevoer druk 0,4-10 bar) - 0,04-1 MPa Energieklasse A+ Energieverbruik per jaar 290 kWh Energieverbruik standaard progr. 1,02 Waterverbruik per jaar 3360 liter Droogklasse A Standaard programma Eco 50 ºC Programmatijd standaard 165 min. Gewicht (netto) 40 kg
Oplossing
Toevoerkraan niet geopend.
Teveel watertoevoer
NL 24
BIJLAGE
Afvoeren
Verpakking en toestel afvoeren
Bij de vervaardiging van dit toestel is gebruik gemaakt van duurzame materialen. Dit toestel moet aan het eind van zijn levenscyclus op verantwoorde wijze worden afgevoerd. De overheid kan u hieromtrent informatie verschaffen.
De verpakking van het toestel is recyclebaar. Gebruikt kunnen zijn:
• karton;
• polyethyleenfolie (PE);
• CFK-vrij polystyreen (PS-hardschuim).
Deze materialen op verantwoorde wijze en conform de
overheidsbepalingen afvoeren.
Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van elektrische huishoudelijke apparatuur te wijzen, is op het product het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht. Dit betekent dat het apparaat aan het einde van zijn levensduur niet bij het gewone huisvuil mag worden gevoegd. Het toestel moet naar een speciaal centrum voor gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden gebracht of naar een verkooppunt dat deze service verschaft.
Het apart verwerken van een huishoudelijk apparaat voorkomt mogelijk negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid die door een ongeschikte verwerking ontstaat. Het zorgt ervoor dat de materialen waaruit het apparaat bestaat, terug gewonnen kunnen worden om een aanmerkelijke besparing van energie en grondstoffen te verkrijgen.
Let op! verpakkingsmateriaal kan gevaarlijk zijn voor kinderen.
Conformiteitsverklaring
Wij verklaren dat onze producten voldoen aan de van toepassing zijnde Europese Richtlijnen, Besluiten en Verordeningen en de eisen die zijn vermeld in de normen waar naar wordt verwezen.
NL 25
NL 26
INDEX
Votre lave-vaisselle
Sécurité
Description
Commande
Entretien
Introduction 4
Attention ! 5
Panneau de commande 8 Eléments 8
Mise en marche 9 Tableau de sélection des programmes 11 Remplissage de sel 12 Réservoir du liquide de rinçage 13 Détergents 14 Chargement des paniers 16 Endommagement des verres et du service 19 Système de filtration 20
Nettoyage des bras de lavage 21 Nettoyage des tamis 21 Nettoyage de la porte 21
Pannes
Annexe
Que faire si... 22 Tableau des pannes 22 Codes d'erreur 24
Mise au rebut de l'emballage et de l'appareil 25
FR 3
VOTRE LAVE-VAISSELLE
Introduction
Vous avez choisi un lave-vaisselle Etna. Une souplesse d'emploi optimale et une commande simple étaient prioritaires lors du développement de ce produit.
Ce manuel décrit comment utiliser le lave-vaisselle de façon optimale. Vous y trouverez des informations sur les commandes ainsi que des informations de base sur le fonctionnement de l'appareil. Vous y trouverez également des conseils d'entretien.
Les consignes de sécurité qui sont importantes lors de l'installation sont reprises dans la notice d'installation, qui est destinée à l'installateur.
Veuillez lire ce manuel avant d'utiliser l'appareil. Conservez soigneusement ce manuel afin qu'un autre utilisateur éventuel puisse aussi en profiter.
FR 4
SÉCURITÉ
Attention !
Faites raccorder l’appareil par un installateur agréé (voir la « Notice d’installation »). Ne raccordez pas l’appareil au réseau avant que l’installation soit entièrement terminée.
• Raccordez l’appareil conformément aux prescriptions d’installation en vigueur localement.
• Cet appareil peut être utilisé par des enfants âgés de plus de 8 ans ainsi que par des personnes ayant un handicap physique, sensoriel, mental ou moteur, et par des personnes inexpérimentées, à condition qu’une personne responsable de leur sécurité les surveille, ou après avoir reçu les instructions nécessaires et compris les dangers. Ne laissez pas des enfants jouer avec l’appareil. Ne laissez pas des enfants nettoyer ou s’occuper de l’entretien de l’appareil sans surveillance.
• Cet appareil a été conçu pour un usage domestique et analogue, tel que:
▷ cuisines réservées au personnel dans les magasins,
bureaux et autres environnements de travail;
▷ par les clients dans des hôtels, motels et autres
environnements de type résidentiel; ▷ habitations rurales; ▷ environnements de type bed and breakfast.
• Si le câble de raccordement est endommagé, il peut uniquement être remplacé par le fabricant, son organisation de services ou d’autres personnes qualifiées, afin d’éviter toute situation dangereuse.
• Cet appareil doit être mis à la terre ! La mise à la terre réduit le risque de choc électrique en cas de panne et de dérangement.
• Cet appareil est équipé d’un cordon mis à la terre et d’une prise. Ne branchez l’appareil que dans une prise mise à la terre qui est montée selon les prescriptions en vigueur localement !
FR 5
SÉCURITÉ
• Un raccordement incorrect du cordon peut entraîner une situation mortelle. En cas de doute, veuillez contacter un électricien qualifié ou un collaborateur du service après­vente.
• N’apportez pas de modifications à la prise. Si la fiche n’est pas adaptée à la prise, faites-la adapter par un électricien qualifié.
• Evitez toute utilisation impropre de la porte et des paniers du lave-vaisselle. Ne vous asseyez pas sur l’appareil et ne montez pas dessus.
• Ne lavez pas de vaisselle en plastique inadaptée dans l’appareil, sauf si elle est dotée d’une marque qui indique qu’elle est résistante au lave-vaisselle. Pour toute la vaisselle qui n’est pas dotée d’une telle marque, veuillez suivre les indications du producteur.
• Utilisez uniquement des détergents, des liquides de rinçage et du sel qui sont destinés à une utilisation dans les lave-vaisselle. N’utilisez jamais de détergents professionnels ou destinés à l’horeca. N’utilisez jamais de détergent ordinaire ou de lessives pour le textile.
• Gardez les produits hors de portée des enfants.
Attention !
• Gardez le détergent et le liquide de rinçage hors de portée des enfants. Tenez les enfants éloignés du lave­vaisselle ouvert. Il peut encore y avoir un peu de liquide de rinçage dans l’appareil. En cas d’absorption, consultez immédiatement un médecin et emportez l’emballage.
• Gardez la porte fermée. Vous pourriez trébucher sur la porte ouverte.
• Ne tordez pas à l’extrême les tuyaux d’arrivée et d’écoulement ni le cordon de raccordement lors de l’installation. Veillez à ce qu’ils ne soient pas coincés.
• L’appareil n’est pas conçu pour une utilisation par de jeunes enfants.
FR 6
Loading...
+ 70 hidden pages