ETNA KIV254RVS, KIV254KWIT User manual

GEBRUIKSAANWIJZING
INSTRUCTIONS FOR USE MODE D’EMPLOI BEDIENUNGSANLEITUNG
INDUCTIEKOOKPLAAT
INDUCTION HOB PLAQUE DE CUISSON À INDUCTION INDUKTIONSKOCHFELD
NL Gebruiksaanwijzing NL 3 - NL 22 EN Instructions for use EN 3 - EN 22 FR Mode d’emploi FR 3 - FR 22 DE Bedienungsanleitung DE 3 - DE 22
Gebruikte pictogrammen – Pictograms used Pictogrammes utilisés – Verwendete Piktogramme
NL 4
Gevaar! Risico op letsel – Danger! Risk of injury Danger ! Risque de blessure – Gefahr! Verletzungsgefahr
Let op! Risico op schade aan het apparaat Caution! Risk of damaging the appliance Attention ! Risque de dommages matériels Vorsicht! Gefahr von Schäden am Gerät
Let op! – Note! – Remarque ! – Hinweis!
INHOUDSOPGAVE
Uw inductiekookplaat
Inleiding 4 Beschrijving 5
Veiligheid
Temperatuurbeveiliging 6 Kookduurbegrenzing 6
Gebruik
Inductiegeluiden 7 Pannen 7 Meldingen op de kookplaat displays 9 Kookinstellingen 9
Bediening
Bereiding starten 11 Klaar met koken 12 Kinderslot 13 Warmhoudfunctie 14 Kookautomaat 14
Onderhoud
Reinigen 16
Storingen
Algemeen 17 Storingstabel 17
Installatie
Afmetingen 19 Plaatsing 19
Technische specificaties
20
Milieuaspecten
Verpakking en apparaat afdanken 22
NL 3
UW KOOKPLAAT
Inleiding
Deze kookplaat is ontworpen voor de echte kookliefhebber. Koken op een inductiekookplaat heeft een aantal voordelen. Het is makkelijk, omdat de kookplaat snel reageert en ook op een zeer laag vermogen is in te stellen. Bovendien kunt u dankzij het hoge vermogen gerechten zeer snel aan de kook brengen. Door de ruime afstanden tussen de kookzones kunt u comfortabel koken.
Koken op een inductiekookplaat is anders dan koken op een traditioneel apparaat. Bij inductiekoken wordt gebruikgemaakt van een magnetisch veld om warmte op te wekken. Dit betekent dat u niet zomaar een willekeurige pan kunt gebruiken. In het hoofdstuk ‘Pannen’ vindt u hierover meer informatie.
Voor optimale veiligheid is de inductiekookplaat uitgerust met meerdere temperatuurbeveiligingen en een restwarmte-indicator die laat zien welke kookzones nog heet zijn.
In deze gebruiksaanwijzing staat beschreven hoe u de inductiekookplaat optimaal kunt gebruiken. Naast informatie over de bediening vindt u hierin ook achtergrondinformatie die van pas kan komen bij het gebruik van het apparaat. Verder vindt u ook kooktabellen en onderhoudstips.
Lees de gebruiksaanwijzing door voordat u het apparaat in gebruik neemt en bewaar deze op een veilige plaats voor toekomstig gebruik.
Daarnaast dient de gebruiksaanwijzing ook als naslagwerk voor servicemonteurs.
Veel kookplezier!
NL 4
UW KOOKPLAAT
Beschrijving
2
1
6 7 8 9
1. Kookzone linksvoor Ø 16 cm / 1400 W - 1850 W (boost)
2. Kookzone linksachter Ø 20 cm / 2300 W - 3000 W (boost)
3. Kookzone rechtsachter Ø 16 cm / 1400 W - 1850 W (boost)
4. Kookzone rechtsvoor Ø 18 cm / 1400 W - 2100 W (boost)
5. Displays voor:
Vermogensaanduiding Restwarmte indicatie
6. Bedieningsknop zone linksvoor
7. Bedieningsknop zone linksachter
8. Bedieningsknop zone rechtsachter
9. Bedieningsknop zone rechtsvoor
3
4
5
NL 5
VEILIGHEID
Lees eerst de afzonderlijke veiligheidsinstructies voordat u het apparaat in gebruik neemt!
Temperatuurbeveiliging
Een sensor controleert continu de temperatuur van bepaalde onderdelen van de kookplaat. Elke kookzone is voorzien van een sensor die continu de temperatuur van de bodem van de pan controleert om risico op oververhitting te voorkomen wanneer een pan droogkookt. Bij een te hoge temperatuur wordt het vermogen van de kookplaat automatisch verlaagd of wordt de kookplaat automatisch uitgeschakeld.
Kookduurbegrenzer
De kookduurbegrenzer is een veiligheidsfunctie van uw kookplaat. Deze wordt geactiveerd als u vergeet de kookplaat uit te schakelen. Afhankelijk van de gekozen instelling wordt de kookduur als volgt begrensd:
Kookstand De kookzone wordt automatisch uitgeschakeld na: U 2 uur 1 6 uur 2 6 uur 3 5 uur 4 5 uur 5 4 uur 6 1,5 uur 7 1,5 uur 8 1,5 uur 9 1,5 uur P 5 minuten (schakelt vervolgens naar niveau 9)
NL 6
GEBRUIK
Inductiegeluiden
Een tikkend geluid
• Dit wordt veroorzaakt door de vermogensbegrenzer op de linker- en rechterzones. Ook bij lagere instellingen kunt u een tikkend geluid horen.
Pannen maken geluid
• Pannen kunnen tijdens het koken geluid maken. Dit wordt veroorzaakt door de energie die van de kookplaat naar de pan stroomt. Bij hoge instellingen is dit bij bepaalde pannen een heel normaal verschijnsel. Dit is niet schadelijk voor de pannen of de kookplaat.
De ventilator maakt geluid
• Het apparaat is voorzien van een ventilator om de levensduur van de elektronica te verlengen. Als u het apparaat intensief gebruikt, wordt de ventilator ingeschakeld om het apparaat te koelen en hoort u een zoemend geluid. De ventilator blijft nog enkele minuten doorwerken nadat de kookplaat is uitgeschakeld.
Pannen
• Plaats een pan altijd in het midden van een kookzone.
• Voor inductiekoken zijn pannen van een bepaalde kwaliteit vereist.
• Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch koken en inductiekoken. Deze moeten beschikken over:
een dikke bodem (minimaal 2,25 mm); een schone en vlakke bodem.
• De meest geschikte pannen zijn voorzien van het keurmerk ‘Class Induction’.
Gebruik op de inductiekookplaat geen pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt. Deze zijn ongeschikt.
Met een magneet kunt u controleren of uw pannen geschikt zijn. De pan is geschikt als de magneet door de bodem van de pan wordt aangetrokken.
Geschikt Ongeschikt
Speciale roestvrijstalen pannen Aardewerk Class Induction Roestvrij staal Slijtvaste geëmailleerde pannen Porselein Geëmailleerde gietijzeren pannen Koper/aluminium/kunststof
NL 7
GEBRUIK
Wees voorzichtig met geëmailleerde pannen van plaatstaal! Het emaille kan afsplinteren (het emaille komt los van het staal) als u de kookplaat op een hoge stand inschakelt terwijl de pan (te) droog is. De panbodem kan kromtrekken, bijvoorbeeld vanwege oververhitting of door gebruik van een te hoog vermogen.
• Gebruik nooit pannen met een vervormde basis. Een holle of bolle bodem kan de werking van de beveiliging tegen oververhitting belemmeren. Het toestel wordt te warm. Hierdoor kan de glasplaat barsten en de panbodem smelten.
• Schade die het gevolg is van het gebruik van ongeschikte pannen of van droogkoken, valt buiten de garantie.
Minimale pandiameter
• De minimale pandiameter bedraagt 12 cm.
• U bereikt het beste resultaat met een pan van dezelfde diameter als de kookzone. Als de pan te klein is, wordt de kookzone niet ingeschakeld.
Snelkookpannen
• Inductiekoken is bij uitstek geschikt voor het gebruik van snelkookpannen. De kookzone reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook snel op druk is. Het kookproces stopt onmiddellijk zodra u een kookzone uitschakelt.
Pendelen van het vermogen
• Een eigenschap van deze inductiekookplaat is het ‘pendelen’ van het vermogen bij standen lager dan 8. Het lijkt of een kookzone in- en uitschakelt, maar dat is niet het geval. De zone schakelt het vermogen telkens in en weer uit; de zone blijft dus gewoon aan op de ingestelde stand. De twee kleine zones pendelen minder dan de twee grote zones.
NL 8
Let op! Dit pendelen is normaal voor deze inductiekookplaat en kan geen kwaad. Het is geen defect aan uw inductiekookplaat.
GEBRUIK
Meldingen op de kookplaat displays
Op
Status
display
Vermogen van kookzone: 1 = lage instelling, 9 = hoge instelling Knipperend: maximaal kookvermogen bereikt
Boost-functie actief Kinderslotfunctie geselecteerd
Geen (geschikte) pan op kookzone (pandetectiesymbool)
Warmhoudfunctie actief
Kookfunctie geselecteerd
Restwarmte-indicator: de kookplaat heeft voor elke kookzone een
restwarmte-indicator waarmee wordt aangegeven welke kookzone nog warm is. Ondanks dat de kookplaat is uitgeschakeld, blijft de indicator H zichtbaar zolang de kookzone warm is! Raak de kookzones niet aan wanneer deze indicator brandt. Gevaar! Risico op brandwonden.
Maximaal kookvermogen bereikt. De kookzone kan niet worden gebruikt.
Foutcode: zie de probleemoplossingstabel
Kookinstellingen
Aangezien de instellingen afhankelijk zijn van de hoeveelheid en samenstelling van het gerecht en de gebruikte pan, geldt de onderstaande tabel alleen als richtlijn.
Gebruik de boost-instelling voor:
• snel aan de kook brengen van voedsel of vloeistof;
• slinken van groene groenten;
• verhitten van olie en vet;
• wokken.
Gebruik instelling 9 voor:
• aanbraden van vlees;
• bereiden van vis;
• bakken van omeletten;
• bakken van gekookte aardappelen;
• frituren van voedsel.
NL 9
GEBRUIK
Gebruik instelling 7 en 8 voor:
• bakken van dikke pannenkoeken;
• bakken van dikke lappen gepaneerd vlees;
• bakken van bacon (vet);
• koken van rauwe aardappelen;
• bakken van wentelteefjes;
• bakken van gepaneerde vis;
• doorkoken van pasta;
Gebruik instelling 4-6 voor:
• doorkoken van grote hoeveelheden;
• ontdooien van harde groenten;
• bakken en garen van dun vlees.
Gebruik instelling 1-3 voor:
• trekken van bouillon;
• stoven van vlees;
• zacht koken van groenten;
• smelten van chocolade;
• pocheren;
• smelten van kaas.
NL 10
BEDIENING
Bereiding starten
Inschakelen en uitschakelen
1. Zet een pan op een kookzone.
2. Draai de bedieningsknop rechtsom in de gewenste stand. Raadpleeg het overzicht met kookinstellingen om de juiste stand te kiezen.
In de display verschijnt de stand die u heeft ingesteld. De kookzones zijn in 9 standen, een warmhoudstand en een boost stand instelbaar.
3. Draai de bedieningsknop linksom op ‘0’ om de kookzone uit te schakelen.
Boost inschakelen
De ‘boost’ functie kunt u gebruiken om gedurende een korte tijd (maximaal 5 minuten) op het hoogste vermogen te koken. Na het verstrijken van de boost tijd schakelt de kookzone terug naar stand 9.
1. Draai de bedieningsknop rechtsom naar stand 9 en vervolgens door tot aan de aanslag. Houd de knop minimaal 2 seconden in deze positie.
De ‘boost’ functie is nu geactiveerd; ‘P’ verschijnt in de display. Na 5 minuten schakelt de boost functie uit.
2. Draai de bedieningsknop linksom om de boost stand uit te schakelen.
NL 11
BEDIENING
Wanneer het symbool voor pandetectie knippert:
• hebt u de pan niet op de juiste kookzone geplaatst;
• is de gebruikte pan niet geschikt voor inductiekoken;
• is de pan te klein of niet goed op de kookzone geplaatst.
De plaat wordt niet warm totdat er een geschikte pan op de kookzone is geplaatst. Het display wordt na 10 minuten automatisch uitgeschakeld als er geen geschikte pan
op de plaat wordt gezet. Draai dan de bedieningsknoppen naar de ‘0’ stand.
Let op! Niet alle 4 zones kunnen tegelijk op stand 9 (of ‘boost’) worden ingesteld. De 4 zones kunnen tegelijk op stand 7 worden ingesteld. Indien een hogere stand gewenst is dient eerst een andere zone verlaagd of uitgezet te worden. Het ingestelde vermogen in het display gaat knipperen zodra het maximale vermogen is bereikt. Stel dan de zone’s in op een lagere stand!
Klaar met koken
1. Draai de bedieningsknop linksom naar nul (0) om de kookzone uit te schakelen.
Na 15 seconden verdwijnt de ‘0’ aanduiding in de display.
NL 12
Het symbool H wordt weergegeven op het display van de kookzone, als die te heet is om te worden aangeraakt. Het symbool verdwijnt wanneer het oppervlak is afgekoeld tot een veilige temperatuur. U kunt ook energie besparen door een nog hete kookzone te gebruiken om andere pannen te verwarmen.
BEDIENING
Kinderslot
U kunt de kookplaat met het kinderslot vergrendelen. Onbedoeld inschakelen van de kookzones wordt hiermee voorkomen.
Kinderslot inschakelen
1. Draai alle bedieningsknoppen naar de ‘0’ stand.
2. Draai de beide linker bedieningsknoppen gelijktijdig linksom tegen de aanslag en houd de knoppen minimaal 3 seconden in deze stand.
In de display van elke kookzone verschijnt een ‘L’. De kookzones kunnen nu niet gebruikt worden ongeacht de stand van de
bedieningsknoppen.
Kinderslot uitschakelen
1. Draai beide linker bedieningsknoppen opnieuw gelijktijdig linksom tegen de aanslag en houd de knoppen minimaal 3 seconden in deze stand.
In de display van elke kookzone verschijnt enkele seconden een ‘0’ als teken dat het
kinderslot is uitgeschakeld.
Draai indien nodig de bedieningsknoppen naar de ‘0’ stand. Als na het uitschakelen van het kinderslot een bedieningsknop niet op de ‘0’ stand staat dan is de betreffende kookzone niet te gebruiken.
NL 13
BEDIENING
Warmhoudfunctie
Deze functie houdt het gerecht op een vaste lage warmhoud temperatuur. Als de warmhoudfunctie is geactiveerd, verschijnt er een ‘U’ in de display.
Warmhoudfunctie inschakelen
1. Draai de bedieningsknop naar een stand tussen ‘0’ en ‘1’ totdat symbool ‘U’ in de display verschijnt.
Warmhoudfunctie uitschakelen
1. Draai de bedieningsknop naar de ‘0’ stand.
Kookfunctie
Met de kookautomaat functie wordt het vermogen tijdelijk verhoogd naar stand ‘9’ om de inhoud van de pan snel op temperatuur te brengen. Deze functie werkt bij alle vermogensstanden behalve de ‘boost’ stand en stand ‘9’.
De kookautomaat inschakelen
1. Draai een bedieningsknoppen linksom tegen de aanslag en houd deze minimaal 2 seconden in deze stand.
In de display van de kookzone verschijnt een ‘A’.
2. Draai nu binnen 10 seconden de bedieningsknop naar een kookstand.
In de display van de kookzone verschijnt afwisselend een ‘A’ en de gekozen kookstand. Wanneer de opwarmtijd is verstreken schakelt de kookautomaat uit en gaat de kookzone
verder op de ingestelde vermogenstand.
NL 14
BEDIENING
In onderstaande tabel ziet u de duur van de kookautomaat per vermogensstand:
Kookstand Tijdelijke kookstand ‘9’ opwarmtijd 1 48 seconden 2 144 seconden 3 230 seconden 4 312 seconden 5 408 seconden 6 120 seconden 7 168 seconden 8 216 seconden 9 ­P -
NL 15
ONDERHOUD
Reiniging
Activeer het kinderslot voordat u de kookplaat gaat reinigen. Wij raden u aan het apparaat na elk gebruik te reinigen. Zo voorkomt u dat overgekookt eten de glasplaat kan beschadigen.
Dagelijkse reiniging
1. Gebruik een vochtige doek en een mild reinigingsmiddel (afwasmiddel) om het apparaat te reinigen.
2. Droog het apparaat af met een stukje keukenrol of een doek.
Zwaar bevuild glas
1. Verwijder eventuele etensresten, verbrand vet, suiker of hardnekkige vlekken direct van de keramische kookplaat met een schraper, zelfs als de kookplaat nog heet is! Suiker en/of andere etensresten kunnen het keramisch oppervlak permanent beschadigen.
Houd de schraper onder de juiste hoek vast (45° tot 60° ten opzichte van het
glasoppervlak). Druk de schraper voorzichtig tegen het glas en schuif de schraper over het oppervlak om het vuil te verwijderen. Zorg ervoor dat de kunststof handgreep van de schraper (waarvan sommige modellen zijn voorzien) niet in contact komt met een hete
kookzone. Druk de schraper niet loodrecht op het glas. Schraap niet met de punt van de schraper over het oppervlak van de kookplaat. Dit kan
permanente krassen in het glas veroorzaken.
2. Nadat u hardnekkige vlekken van het glas hebt verwijderd, volgt u de stappen voor dagelijkse reiniging om de kookplaat schoon te maken.
3. Als u niet tevreden bent over het resultaat, kunt u de bovenstaande reinigingsstappen zo vaak als gewenst herhalen.
NL 16
Gebruik geen bijtende reinigingsmiddelen; deze kunnen krassen veroorzaken. Gebruik geen staalwol, schuursponsjes of andere scherpe voorwerpen om het apparaat te reinigen.
De kookplaat kan nog zeer heet zijn na het koken! Raak het hete oppervlak niet rechtstreeks aan. Gebruik zo nodig ovenwanten om brandwonden te voorkomen als u direct na het koken gaat schoonmaken.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Algemeen
Wanneer u een barst in het glas ziet (hoe klein ook), schakelt u de kookplaat onmiddellijk uit, haalt u de stekker uit het stopcontact en zet u de (automatische) zekering(en) in de meterkast uit. Bij een permanente aansluiting zet u de stroomtoevoer op nul. Neem contact op met de serviceafdeling.
Storingstabel
Als het apparaat niet naar behoren werkt, betekent dit niet altijd dat het defect is. Probeer het probleem eerst zelf op te lossen door de onderstaande punten na te lopen. U kunt voor meer informatie ook terecht op de website ‘www.etna.nl/www.etna.be’.
Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing
De ventilatie blijft nog enkele minuten doorwerken nadat de kookplaat is uitgeschakeld.
Afkoeling van de kookplaat. Normale werking.
De kookplaat geeft bij de eerste kookbeurten een lichte geur af.
U hoort een licht tikkend geluid op uw kookplaat.
De kookpannen maken lawaai tijdens het koken.
Nadat u een kookzone heeft ingeschakeld blijft de display knipperen. Er verschijnt een pan detectie symbool in de display.
Bij het koken lijkt het alsof de zone telkens aan en uit gaat (de inhoud van de pan kookt, gaat van de kook af, komt weer aan de kook, etc.).
De kookplaat werkt niet en er verschijnt niets in de display.
Opwarmen nieuw toestel. Dit is normaal en verdwijnt na
Ook bij lage kookstanden kan een zacht tikkend geluid optreden.
Dit wordt veroorzaakt door de doorstroming van de energie van de kookplaat naar de kookpan.
De gebruikte kookpan is niet geschikt voor koken op inductie of heeft een te kleine diameter.
Dit is het ‘pendelen’ van het vermogen; de kookzone is wel aan, maar het vermogen schakelt in en uit.
Geen stroomtoevoer door defecte voeding of foutieve aansluiting.
enkele keren koken. Ventileer de keuken.
Normale werking.
Bij een hoge kookstand is dit normaal bij bepaalde pannen. Dit is niet schadelijk voor de pannen of de kookplaat.
Gebruik een goede pan.
Normale werking; dit is een eigenschap van deze inductiekookplaat (zie ‘Pendelen van het vermogen’).
Controleer de zekering of de elektrische schakelaar (bij een toestel zonder stekker).
NL 17
PROBLEMEN OPLOSSEN
Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing
Bij het inschakelen van de kookplaat slaat de zekering van de installatie door.
Foutcode E3. Verkeerde pan gebruikt. Gebruik een geschikte pan
Foutcode E2. Toestel oververhit. Het toestel laten afkoelen
Foutcode E6. Spanning te hoog en/of niet
Overige foutcodes. Generator defect. Neem contact op met de
Verkeerde aansluiting van de kookplaat.
goed aangesloten.
Controleer de elektrische aansluiting.
voor inductiekoken.
en opnieuw beginnen met koken.
Laat uw aansluiting wijzigen.
servicedienst.
NL 18
INSTALLATIE
Lees eerst de afzonderlijke veiligheidsinstructies voordat u het apparaat gaat installeren!
Afmetingen
75
560
540
Plaatsing
• Plaats de kookplaat op een vlakke, stabiele, horizontale ondergrond.
• Houd minstens 2,5 cm vrije ruimte rondom the kookplaat.
• Na plaatsing moet de wandcontactdoos altijd bereikbaar zijn.
• De muren en het werkblad rond het toestel moeten hittebestendig zijn tot een temperatuur van minimaal 85 ˚C. Ook al wordt het toestel zelf niet heet, de warmte van een hete pan kan de muur verkleuren of vervormen.
• De aansluitkabel mag niet in aanraking komen met onderdelen die heet kunnen worden.
• Plaats geen (licht) ontvlambare of vervormbare voorwerpen onder, of in de directe nabijheid van de kookplaat.
• Het toestel moet op een geaard stopcontact worden aangesloten.
NL 19
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Deze toestellen voldoen aan alle relevante CE richtlijnen.
Kookplaattype KIV254KWIT
Inductie x Aansluiting 230 V 50/60 Hz Aantal fasen 1 Aansluitstekker Schuko
Max. vermogen kookzones en diameter in cm
Linksvoor 1,85 kW (Ø 16 cm) Linksachter 3,0 kW (Ø 20 cm) Rechtsachter 1,85 kW (Ø 16 cm) Rechtsvoor 2,1 kW (Ø 18 cm)
Aansluitwaarde
Totale aansluitwaarde 3680 W
Maten
Toestel breedte x diepte
Informatie volgens verordening (EU) 66/2014 Metingen volgens EN60350-2
54 x 56 cm
Modelaanduiding KIV254KWIT
Type kookplaat Inductiekookplaat Aantal elektrische kookzones en/of kookgebieden 4 Verwarmingstechnologie Inductiekookzones Voor ronde elektrische kookzones: de diameter van het bruikbare
20,0 2x 16,0 18,0
oppervlak per elektrisch verwarmde kookzone in cm Energieverbruik per kookzone of kookgebied berekend per kg
(EC
elektrische kookplaat
Energieverbruik voor de kookplaat berekend per kg (EC
) in Wh/kg
kookplaat
) in Wh/kg
elektrische
185,2 184 167,8
NL 20
180,25
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Tips om energiezuinig te koken
• Gebruik altijd het juiste formaat pan voor de hoeveelheid voedsel.
• Kook met zo weinig mogelijk water.
• Kook op maat, gebruik de juiste pan voor de kookzone.
• Kook altijd met deksel op de pan; dat zorgt ervoor dat de warmte in de pan blijft.
• Als iets eenmaal kookt, kan de kookzone lager gezet of soms zelfs helemaal uit.
• Gebruik een stoompan om groenten te koken. Op die manier kunnen verschillende lagen groenten op 1 kookzone gekookt worden.
• Met een snelkookpan is voedsel veel sneller klaar.
• Gebruik een pan met een vlakke bodem.
NL 21
MILIEUASPECTEN
Verpakking en apparaat afdanken
Bij de productie van dit apparaat is gebruik gemaakt van duurzame materialen. Dit apparaat moet aan het einde van zijn levenscyclus op verantwoorde wijze worden afgedankt. De overheid kan u hierover informatie verstrekken.
De verpakking van het apparaat is recyclebaar. Mogelijk zijn de volgende materialen gebruikt:
• karton;
• polyetheenfolie (PE);
• CFK-vrij polystyreen (PS-hardschuim).
Deze materialen moeten op verantwoorde wijze en conform de overheidsvoorschriften worden afgedankt.
Om te wijzen op de noodzaak van gescheiden inzameling van elektrische huishoudelijke apparatuur, is op het product het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht. Dit betekent dat het apparaat aan het einde van zijn levensduur niet met het gewone huisvuil mag worden meegegeven. Het apparaat moet naar een speciaal centrum voor gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden gebracht of naar een verkooppunt dat deze dienst aanbiedt.
Verklaring van conformiteit
Wij verklaren dat onze producten voldoen aan de toepasselijke Europese richtlijnen, normen en voorschriften, evenals aan alle vereisten in de normen waarnaar wordt verwezen.
NL 22
Het apart inleveren van huishoudelijke apparaten voorkomt mogelijk negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid, en zorgt ervoor dat de materialen in deze apparaten kunnen worden teruggewonnen, waardoor in aanzienlijke mate kan worden bespaard op energie en grondstoffen.
CONTENTS
Your hob
Safety
Use
Operation
Maintenance
Troubleshooting
Introduction 4 Description 5
Temperature safety 6 Cooking-time limiter 6
Induction noises 7 Pans 7 Indications in the display 9 Cooking settings 9
Start cooking 11 Finish cooking 12 Child proof lock 13 Keep warm function 14 Automatic heat-up function 14
Cleaning 16
General 17 Troubleshooting table 17
Installation
Dimensions 19 Placing 19
Technical specifications
20
Environmental aspects
Disposal of packaging and appliance 22
EN 3
YOUR HOB
Introduction
This hob has been designed for the real lover of cooking. Cooking on an induction hob has a number of advantages. It is easy, because the hob reacts quickly and can also be set to a very low power level. Because, moreover, it can also be set to a high power level, it can bring dishes to the boil very quickly. The ample space between the cooking zones makes cooking comfortable.
Cooking on an induction hob is different from cooking on a traditional appliance. Induction cooking makes use of a magnetic field to generate heat. This means that you cannot use just any pan on it. The pans section gives more information about this.
For optimum safety the induction hob is equipped with several temperature protections and a residual heat indicator, which shows which cooking zones are still hot.
This manual describes how you can make the best possible use of the induction hob. In addition to information about operation, you will also find background information that can assist you in using this product. You will also find cooking tables and maintenance tips.
Read the manual thorougly before using the appliance, and store these instructions in a safe place for future reference.
The manual also serves as reference material for service technicians.
Enjoy your cooking!
EN 4
YOUR HOB
Description
2
1
6 7 8 9
1. Cooking zone Left front Ø 16 cm / 1400 W - 1850 W (boost)
2. Cooking zone Left back Ø 20 cm / 2300 W - 3000 W (boost)
3. Cooking zone right back Ø 16 cm / 1400 W - 1850 W (boost)
4. Cooking zone rigt front Ø 18 cm / 1400 W - 2100 W (boost)
5. Display for:
Power level Residual heat indication
6. Control knob zone left front
7. Control knob zone left back
8. Control knob zone right back
9. Control knob zone right front
3
4
5
EN 5
SAFETY
Before use, read the separate safety instructions first!
Temperature safety
A sensor continuously measures the temperature of certain parts of the hob. Every cooking zone is equipped with a sensor that measures the temperature of the bottom of the pan to avoid any risk of overheating when a pan boils dry. In case of temperatures rising too high, the power is reduced automatically or the hob switches Off automatically.
Cooking-time limiter
The cooking-time limiter is a safety function of your cooking appliance. It will operate if you forget to switch Off your hob. Depending on the setting you have chosen, the cooking time will be limited as follows:
Cooking level Cooking zone will switch Off automatically after:
U 2 hours 1 6 hours 2 6 hours 3 5 hours 4 5 hours 5 4 hours 6 1.5 hours 7 1.5 hours 8 1.5 hours 9 1.5 hours P 5 minutes (then switches to level 9)
EN 6
Loading...
+ 58 hidden pages