ETNA KIV164RVS User manual

GEBRUIKSAANWIJZING
INSTRUCTIONS FOR USE MODE D’EMPLOI BEDIENUNGSANLEITUNG
INDUCTIEKOOKPLAAT
INDUCTION HOB TABLE DE CUISSON À INDUCTION INDUKTIONSKOCHFELD
NL Handleiding NL 3 - NL 20 EN Manual EN 3 - EN 20 FR Notice d’utilisation FR 3 - FR 20 DE Anleitung DE 3 - DE 20
NL 4
Gebruikte pictogrammen - Pictograms used - Pictogrammes utilisés Benutzte Piktogramme
Belangrijk om te weten - Important information - Important à savoir - Wissenswertes
Tip - Conseil - Tipp
INHOUDSOPGAVE
Uw inductiekookplaat
Inleiding 4 Beschrijving 5 Bedieningspaneel 6
Veiligheid
Temperatuurbeveiliging 7 Kookduurbegrenzer 7 Gezond koken 7
Gebruik
Inductiegeluiden 8 Pannen 8 Vermogen instellen 9 Pandetectie 9 Meldingen op het display 10 Functietabel 10 Kookinstellingen 11 Kooktips 11
Bediening
Bereiding starten 12 Klaar met koken 13 Timerbediening 13 Vergrendelingsstand 14
Onderhoud
Reiniging 15
Problemen oplossen
Algemeen 16 Probleemoplossingstabel 16
Installatie
Plaatsing 18
Technische specificaties
Informatie volgens verordening (EU) 66/2014 19
Milieuaspecten
Verpakking en apparaat afdanken 20
NL 3
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Inleiding
Deze kookplaat is ontworpen voor de echte kookliefhebber. Koken op een inductiekookplaat heeft een aantal voordelen. Het is makkelijk, omdat de kookplaat snel reageert en ook op een zeer laag vermogen is in te stellen. Bovendien kunt u dankzij het hoge vermogen gerechten zeer snel aan de kook brengen. Door de ruime afstanden tussen de kookzones kunt u comfortabel koken.
Koken op een inductiekookplaat is anders dan koken op een traditioneel apparaat. Bij inductiekoken wordt gebruikgemaakt van een magnetisch veld om warmte op te wekken. Dit betekent dat u niet zomaar een willekeurige pan kunt gebruiken. In het hoofdstuk ‘Pannen’ vindt u hierover meer informatie.
Voor optimale veiligheid is de inductiekookplaat uitgerust met meerdere temperatuurbeveiligingen en een restwarmte-indicator die laat zien welke kookzones nog heet zijn.
In deze gebruiksaanwijzing staat beschreven hoe u de inductiekookplaat optimaal kunt gebruiken. Naast informatie over de bediening vindt u hierin ook achtergrondinformatie die van pas kan komen bij het gebruik van het apparaat. Verder vindt u ook kooktabellen en onderhoudstips.
Lees de gebruiksaanwijzing door voordat u het apparaat in gebruik neemt en bewaar deze op een veilige plaats voor toekomstig gebruik.
Daarnaast dient de gebruiksaanwijzing ook als naslagwerk voor servicemonteurs. Plak daarom het identificatiekaartje van het apparaat in het daarvoor bestemde kader, achter in de gebruiksaanwijzing. Het identificatiekaartje van het apparaat bevat alle informatie die de
servicemonteur nodig heeft om adequaat op uw vragen te reageren.
Veel kookplezier!
NL 4
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Beschrijving
1
3 5
1. Kookzone ø 18 cm / 2,0 kW
2. Kookzone ø 16 cm / 1,5 kW
3. Kookzone ø 16 cm / 1,5 kW
4. Bedieningspaneel
5. Kookzone ø 18 cm / 2,0 kW
4
2
NL 5
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Bedieningspaneel
1 2 3 4
5 6 7 8 9
1. Selectietoets kookzone links achterzijde
2. Selectietoets kookzone rechts achterzijde
3. Timertoets
4. Aan-/uittoets
5. Selectietoets kookzone links voorzijde
6. Selectietoets kookzone rechts voorzijde
7. Mintoets ‘-’
8. Plustoets ‘+’
9. Vergrendelingstoets
NL 6
VEILIGHEID
Lees eerst de afzonderlijke veiligheidsinstructies voordat u het apparaat in gebruik neemt!
Temperatuurbeveiliging
Een sensor controleert continu de temperatuur van bepaalde onderdelen van de kookplaat. Elke kookzone is voorzien van een sensor die continu de temperatuur van de bodem van de pan controleert om risico op oververhitting te voorkomen wanneer een pan droogkookt. Bij een te hoge temperatuur wordt het vermogen van de kookplaat automatisch verlaagd of wordt de kookplaat automatisch uitgeschakeld.
Kookduurbegrenzer
De kookduurbegrenzer is een veiligheidsfunctie van uw kookplaat. Deze wordt geactiveerd als u vergeet de kookplaat uit te schakelen. Afhankelijk van de gekozen instelling wordt de kookduur als volgt begrensd:
Kookniveau Maximale gebruikstijd
1-2-3 8 uur 4-5-6 4 uur 7-8-9 2 uur
Gezond koken
Rookpunt van diverse oliesoorten
Geadviseerd wordt om de oliesoort af te stemmen op de baktemperatuur om zo gezond mogelijk te bakken. Elke oliesoort heeft een ander rookpunt waarbij giftige gassen vrijkomen. In onderstaande tabel staat het rookpunt van diverse oliesoorten.
Olie Rookpunt °C Olie Rookpunt °C
Extra vierge olijfolie 160 °C Zonnebloemolie 227 °C Boter/kokosolie 177 °C Maïsolie/arachideolie 232 °C Koolzaadolie 204 °C Olijfolie 242 °C Vierge olijfolie 216 °C Rijstolie 255 °C
NL 7
GEBRUIK
Inductiegeluiden
Een tikkend geluid
• Dit wordt veroorzaakt door de vermogensbegrenzer op de linker- en rechterzones. Ook bij lagere instellingen kunt u een tikkend geluid horen.
Pannen maken geluid
• Pannen kunnen tijdens het koken geluid maken. Dit wordt veroorzaakt door de energie die van de kookplaat naar de pan stroomt. Bij hoge instellingen is dit bij bepaalde pannen een heel normaal verschijnsel. Dit is niet schadelijk voor de pannen of de kookplaat.
De ventilator maakt geluid
• Het apparaat is voorzien van een ventilator om de levensduur van de elektronica te verlengen. Als u het apparaat intensief gebruikt, wordt de ventilator ingeschakeld om het apparaat te koelen en hoort u een zoemend geluid. De ventilator blijft nog enkele minuten doorwerken nadat de kookplaat is uitgeschakeld.
Pannen
• Plaats een pan altijd in het midden van een kookzone.
• Voor inductiekoken zijn pannen van een bepaalde kwaliteit vereist.
• Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch koken en inductiekoken. Deze moeten beschikken over:
een dikke bodem (minimaal 2,25 mm); een vlakke bodem.
• De meest geschikte pannen zijn voorzien van het keurmerk ‘Class Induction’.
Gebruik op de inductiekookplaat geen pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt. Deze zijn ongeschikt.
Met een magneet kunt u controleren of uw pannen geschikt zijn. De pan is geschikt als de magneet door de bodem van de pan wordt aangetrokken.
Geschikt Ongeschikt
Speciale roestvrijstalen pannen Aardewerk Class Induction Roestvrij staal Slijtvaste geëmailleerde pannen Porselein Geëmailleerde gietijzeren pannen Koper/aluminium
Kunststof
Wees voorzichtig met geëmailleerde pannen van plaatstaal!
Het emaille kan afsplinteren (het emaille komt los van het staal) als u de kookplaat op een hoge stand inschakelt terwijl de pan (te) droog is; de panbodem kan kromtrekken, bijvoorbeeld vanwege oververhitting of door gebruik van een te hoog vermogen.
NL 8
GEBRUIK
• Gebruik nooit pannen met een vervormde basis. Een holle of bolle bodem kan de werking van de beveiliging tegen oververhitting belemmeren. Het apparaat wordt dan te warm. Hierdoor kan de glasplaat barsten en de panbodem smelten.
• Schade die het gevolg is van het gebruik van ongeschikte pannen of van droogkoken, valt buiten de garantie.
Minimale pandiameter
• De minimale diameter van de panbodem bedraagt 14 cm.
• U bereikt het beste resultaat met een pan van dezelfde diameter als de kookzone. Als de pan te klein is, wordt de kookzone niet ingeschakeld.
Snelkookpannen
• Inductiekoken is bij uitstek geschikt voor het gebruik van snelkookpannen. De kookzone reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook snel op druk is. Het kookproces stopt onmiddellijk zodra u een kookzone uitschakelt.
Vermogen instellen
De kookzones hebben negen vermogensstanden. Nadat u de kookplaat hebt ingeschakeld, kunt u binnen 60 seconden de gewenste kookzone kiezen. Stel de vermogensstand in door de plustoets (+) of mintoets (-) aan te raken (zie: Inductiekookplaat bedienen).
Maximaal vermogen
Tijdens het koken is het maximaal beschikbare vermogen van iedere kookzone afhankelijk van het gevraagde vermogen op dat bepaalde moment.
Aantal kookzones dat tegelijkertijd in gebruik is
Maximaal vermogen Kookzone Ø
Het vermogensniveau begint te knipperen zodra de maximale instelling is bereikt.
1 2 3 4
9/9/9/9 8/8/8/9 6/6/7/7 6/6/6/6 16/18/16/18 16/18/16/18 16/18/16/18 16/18/16/18
Pandetectie
Als de kookplaat na het instellen van het vermogen geen (ijzerhoudende) pan detecteert, knipperen het symbool voor pandetectie en de geselecteerde vermogensinstelling beurtelings op het display en blijft de kookplaat koud. Indien er niet binnen één minuut een (ijzerhoudende) pan op de kookzone wordt geplaatst, wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld (zie ook het hoofdstuk 'Pannen').
NL 9
GEBRUIK
Meldingen op het display
Op
Status
display
Vermogen van kookzone: 1 = lage instelling, 9 = hoge instelling
Indicatie timerkoppeling
Geen (geschikte) pan op kookzone (pandetectiesymbool)
Toetsvergrendeling geselecteerd
Restwarmte-indicator: de kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarm­te-indicator waarmee wordt aangegeven welke kookzone nog warm is. On­danks dat de kookplaat is uitgeschakeld, blijft de indicator H zichtbaar zolang de kookzone warm is! Raak de kookzones niet aan wanneer deze indicator brandt.
Gevaar! Risico op brandwonden.
Foutcode: zie de probleemoplossingstabel
Functietabel
Functie Te gebruiken
Timer
Slot
toets(en)
Beschrijving
U kunt de timer afzonderlijk instellen voor elke actieve kookzone. U kunt kooktijden tot 99 minuten programmeren. De timer stopt zodra u de pan verwijdert en wordt hervat wanneer u de pan weer terugzet. Het timeralarm klinkt wanneer de ingestelde tijd is verstreken. Het timeralarm stopt automatisch na twee minuten of wanneer een willekeurige toets wordt aangeraakt. De kookzone wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de ingestelde tijd is verstreken.
Als toetsvergrendelingsfunctie tijdens gebruik. Ter vergrendeling van de toetsen tijdens gebruik. Als deze functie actief is, is het niet mogelijk om aanpassingen te maken door de toetsen aan te raken. Alleen de aan/uit-toets is actief, zodat de kookplaat kan worden uitgezet.
Als kinderslotfunctie wanneer geen kookzone geselecteerd of actief is. Door de kinderslotfunctie te activeren verhindert u
dat het apparaat en de kookzones worden ingeschakeld, zodat wordt voorkomen dat kinderen het apparaat gebruiken en mogelijk gewond raken.
NL 10
GEBRUIK
Kookinstellingen
Aangezien de instellingen afhankelijk zijn van de hoeveelheid en samenstelling van het gerecht in de pan, geldt de onderstaande tabel alleen als richtlijn.
Gebruik instelling 9 voor:
• aanbraden van vlees;
• bereiden van vis;
• bakken van omeletten;
• bakken van gekookte aardappelen;
• frituren van voedsel.
Gebruik instelling 7 en 8 voor:
• bakken van dikke pannenkoeken;
• bakken van dikke lappen gepaneerd vlees;
• bakken van bacon (vet);
• koken van rauwe aardappelen;
• bakken van wentelteefjes;
• bakken van gepaneerde vis;
• doorkoken van pasta;
• bakken van dunne (gepaneerde) lappen vlees.
Gebruik instelling 4-6 voor:
• doorkoken van grote hoeveelheden;
• ontdooien van harde groenten;
• bakken van dikke lappen gepaneerd vlees.
Gebruik instelling 1-3 voor:
• trekken van bouillon;
• stoven van vlees;
• zacht koken van groenten;
• smelten van chocolade;
• pocheren;
• smelten van kaas.
Kooktips
• Verlaag de temperatuurinstelling wanneer het eten begint te koken.
• Door een deksel te gebruiken, verkort u kooktijden en bespaart u energie doordat de warmte wordt vastgehouden.
• Beperk de hoeveelheid vloeistof of vet om de kooktijden te verkorten.
• Begin met koken op een hoge temperatuur en verlaag de instelling wanneer het eten goed is verhit.
NL 11
BEDIENING
Bereiding starten
Gebruik van de aanraaktoetsen
Plaats uw vingertop plat op een toets of op de schuifregelaar. U hoeft geen druk uit te voeren. De aanraaktoetsen reageren alleen op lichte druk van een vingertop. Bedien de regelaars niet met andere objecten.
Na activering van een toets of de schuifregelaar klinkt er een geluidssignaal.
1. Raak de aan/uit-toets aan en houd deze vast totdat u een geluidssignaal hoort.
De kookplaat wordt ingeschakeld. ‘-’ of ‘--’ verschijnt in alle displays.
2. Raak binnen zestig seconden een selectietoets van een kookzone aan.
Er klinkt een kort geluidssignaal.
3. Raak de mintoets (-) of plustoets (+) aan om een vermogensstand te selecteren.
De kookzone start op het ingestelde vermogensniveau, zichtbaar in het display.
NL 12
BEDIENING
Klaar met koken
• Zet de vermogensstand op nul (0) om de kookzone uit te schakelen.
• Schakel de kookplaat uit door de Aan/Uit-toets aan te raken.
of
Timerbediening
De kookwekker gebruiken
1. Schakel de kookplaat in en stel de gewenste kookzones in.
2. Raak de timertoets aan om de timer te starten.
Het timerdisplay geeft ‘10’ weer. Het timerindicatielampje naast het vermogensniveau van de kookzone gaat knipperen.
3. Selecteer een kookduur met de plustoets (+) en mintoets (-).
Nadat de ingestelde tijd is verstreken en het timeralarm klinkt, schakelt de kookzone uit. Raak de timertoets aan om het alarm uit te schakelen.
NL 13
BEDIENING
De ingestelde kookduur wijzigen
U kunt de kooktijd op elk gewenst moment wijzigen.
1. Raak een selectietoets van een kookzone aan om de actieve kookzone te selecteren waarvan u de timer wilt wijzigen.
Een knipperende stip naast het vermogensniveau van de kookzone geeft aan welke
kookzone actief is.
2. Raak de plustoets (+) of mintoets (-) binnen 5 seconden aan om de tijd te wijzigen.
Als u de tijd niet binnen 5 seconden wijzigt door op de toetsen te drukken, blijft de
oorspronkelijke kookduur ongewijzigd.
Resterende kookduur controleren
• De timer geeft de resterende hoeveelheid tijd weer voor de kookzone waarvan de stip naast het vermogensniveau knippert. Wanneer meer dan één kooktimer is ingesteld, wordt de kortste tijd weergegeven op het display.
1. Raak een selectietoets van een kookzone aan om de actieve kookzone te selecteren waarvan u de resterende hoeveelheid tijd wilt controleren.
De knipperende stip naast het vermogensniveau van de kookzone geeft aan welke
kookzone actief is.
Op de timer wordt de resterende tijd van de geselecteerde kookzone weergegeven.
De timer uitschakelen
Voer de volgende stappen uit om de timer uit te schakelen voordat de ingestelde tijd is verstreken:
1. Raak de timertoetsen zo vaak als nodig is aan om de kookzone te selecteren waarvoor u de timer wilt uitschakelen.
2. Raak tegelijkertijd de mintoets (-) en plustoets (+) aan om de timer uit te schakelen.
Het timerindicatielampje naast het vermogensniveau van de kookzone gaat uit.
Vergrendelingsstand
De vergrendelingsstand activeren
1. De kookplaat staat in de gebruiks- of stand-bymodus.
2. Raak de vergrendelingstoets aan en houd deze vast totdat u een geluidssignaal hoort.
Het timerdisplay toont 'Lo'. Het kinderslot/de vergrendelingsstand is geactiveerd.
De vergrendelingsstand deactiveren
1. Raak de vergrendelingstoets aan en houd deze vast totdat u een geluidssignaal hoort.
Het kinderslot/de vergrendelingsstand is gedeactiveerd.
NL 14
ONDERHOUD
Reiniging
Tip! activeer het kinderslot voordat u de kookplaat gaat reinigen.
Dagelijkse reiniging
• Hoewel overgekookt voedsel niet kan inbranden in het glas, verdient het aanbeveling de kookplaat direct na gebruik schoon te maken.
• Voor de dagelijkse reiniging kunt u het best een vochtige doek met een mild reinigingsmiddel gebruiken.
• Maak de glasplaat droog met een stuk keukenpapier of met een droge handdoek.
Hardnekkige vlekken
• Ook hardnekkige vlekken zijn te verwijderen met een mild reinigingsmiddel, bijvoorbeeld afwasmiddel.
• Verwijder watervlekken en kalkaanslag met azijn.
• Metaalsporen (ontstaan door schuiven van pannen) zijn vaak lastig te verwijderen. Hiervoor zijn speciale producten verkrijgbaar.
• Verwijder voedselresten met een glasschraper. Ook gesmolten kunststof en suiker kunt u het beste verwijderen met een glasschraper.
Nooit gebruiken
• Gebruik nooit schuurmiddelen. Deze laten krassen achter waarin vuil en kalkaanslag zich kunnen ophopen.
• Gebruik nooit scherpe voorwerpen zoals staalwol of schuursponsjes.
NL 15
PROBLEMEN OPLOSSEN
Algemeen
Wanneer u een barst in de glasplaat ziet (hoe klein ook), schakelt u de kookplaat onmiddellijk uit, haalt u de stekker uit het stopcontact of zet u de (automatische) zekering(en) in de meterkast uit. Zet bij een permanente aansluiting de schakelaar in de leiding van de stroomvoorziening op nul. Neem contact op met de serviceafdeling.
Probleemoplossingstabel
Als het apparaat niet naar behoren werkt, betekent dit niet altijd dat het defect is. Probeer het probleem eerst zelf op te lossen door de onderstaande punten na te lopen. U kunt voor meer informatie ook terecht op de website www.etna.nl.
Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing
Het display gaat branden wanneer de kookplaat de eerste keer wordt ingeschakeld.
De ventilator blijft nog enkele minuten doorwerken nadat de kookplaat is uitgeschakeld.
In het begin is het mogelijk dat u een lichte geur ruikt.
De pannen maken geluid tijdens het koken.
U hebt een kookzone ingeschakeld maar het display toont ‘u’. Koppelfunctie (brugkookzones) werkt niet.
Een kookzone stopt plotseling en u hoort een signaal.
De kookplaat werkt niet en er verschijnt niets op het display.
Bij het inschakelen van de kookplaat slaat er een stop door.
Dit is de normale opstartroutine.
De kookplaat koelt af. Normale werking.
Het nieuwe apparaat wordt opgewarmd.
Dit wordt veroorzaakt door de energie die van de kookplaat naar de pan stroomt.
De gebruikte pan is niet geschikt voor inductiekoken of heeft een diameter van minder dan 12 cm.
De vooraf ingestelde tijd is verstreken.
Er is geen stroom vanwege een defecte kabel of defecte aansluiting.
Foutieve elektrische aansluiting.
Normale werking.
Dit is normaal en verdwijnt nadat het apparaat een aantal keer is gebruikt. Ventileer de keuken.
Bij hoge instellingen is dit bij bepaalde pannen een heel normaal verschijnsel. Dit is niet schadelijk voor de pannen of de kookplaat.
Gebruik een geschikte pan. Brugkookzones moeten volledig door de pannen worden bedekt.
Schakel het alarm uit door de toets ‘+’ van de timer aan te raken.
Controleer de zekeringen en de elektriciteitsschakelaar (als er geen stekker is).
Laat de elektrische aansluiting controleren.
NL 16
PROBLEMEN OPLOSSEN
Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing
In de timerdisplay wordt symbool Lo weergegeven.
Foutcode E1/E2.
Foutcode E3/E4.
Foutcode E5/E6.
Overige foutcodes.
Toetsvergrendelingsfunctie is actief.
Voedingsspanning of
-frequentie wijkt af van de nominale waarden.
Interne temperatuur van de kookplaat is te hoog.
Interne temperatuur van de kookplaat is te hoog. Fout bij ventilator links of rechts. Luchtuitlaat geblokkeerd, bijvoorbeeld door papier.
Defecte generator. Neem contact op met de
Deactiveer de vergrendelingsfunctie: Schakel de kookplaat in. Houd de vergrendelingstoets ingedrukt.
Schakel de kookplaat uit en laat deze afkoelen (H verdwijnt van de displays). Schakel de kookplaat in. Als dezelfde fout opnieuw wordt weergegeven, neemt u contact op met een erkende servicemedewerker.
Schakel de kookplaat uit en laat deze afkoelen (H verdwijnt van de displays). Schakel de kookplaat in. Als dezelfde fout opnieuw wordt weergegeven, neemt u contact op met een erkende servicemedewerker.
Controleer of de luchtuitlaat van de ventilator vrij is. Als de foutcode niet verdwijnt, neemt u contact op met een erkende servicemedewerker.
serviceafdeling.
NL 17
INSTALLATIE
Plaatsing
• Plaats de kookplaat op een stabiele en horizontale ondergrond.
• Houd ten minste 2,5 cm vrij rondom de kookplaat.
• Na plaatsing moet het stopcontact of de schakelaar (in het geval van een vaste aansluiting) altijd toegankelijk zijn.
• De muren en het werkblad rondom het apparaat moeten bestand zijn tegen een temperatuur van ten minste 85 ˚C. Hoewel het apparaat zelf niet heet wordt, kan de hitte van een hete pan tot verkleuring of vervorming van de muur leiden.
• Zorg ervoor dat het netsnoer geen contact maakt met onderdelen die heet kunnen worden.
• Plaats geen ontvlambare of door hitte vervormbare objecten direct onder de kookplaat.
74
520
590
NL 18
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Informatie volgens verordening (EU) 66/2014
Metingen volgens EN60350-2
Modelaanduiding Type kookplaat Inductiekookplaat Aantal elektrische kookzones en/of kookgebieden 4 Verwarmingstechnologie Inductiekookzones Voor ronde elektrische kookzones: de diameter van het
bruikbare oppervlak per elektrisch verwarmde kookzone in cm
Energieverbruik per kookzone of kookgebied berekend per kg (EC
elektrische kookplaat
Energieverbruik voor de kookplaat berekend per kg (EC
) in Wh/kg
kookplaat
) in Wh/kg
elektrische
16,0 links voor
187,9 191,6 190,4 199,8
Tips voor energiezuinig koken met kookplaten
• Gebruik altijd een pan van de juiste grootte voor de hoeveelheid voedsel die u bereidt.
• Giet zoveel water in de pan dat groenten net zijn bedekt.
• Kies voor de pan een zone van de juiste grootte.
• Zet altijd deksels op pannen om de warmte binnen te houden.
• Zet de kookzone lager of uit zodra de kooktemperatuur of kooktoestand is bereikt.
• Gebruik een stoomkoker om groenten te koken. Op die manier kunt u een aantal lagen groenten boven elkaar leggen en nog steeds één ring gebruiken, of gebruik een pan met een verdeler.
• Gebruik een snelkookpan voor het koken van peulvruchten, en gelijke stukken vlees, hele maaltijden, of stoofpotten. Dit versnelt het kookproces.
KIV164RVS
18,0 links
rechts
achter
achter
192,4
16,0
rechts
18,0
voor
NL 19
MILIEUASPECTEN
Verpakking en apparaat afdanken
Bij de productie van dit apparaat is gebruik gemaakt van duurzame materialen. Dit apparaat moet aan het einde van zijn levenscyclus op verantwoorde wijze worden afgedankt. De overheid kan u hierover informatie verstrekken.
De verpakking van het apparaat is recyclebaar. Mogelijk zijn de volgende materialen gebruikt:
• karton;
• polyetheenfolie (PE);
• CFK-vrij polystyreen (PS-hardschuim).
Deze materialen moeten op verantwoorde wijze en conform de overheidsvoorschriften worden afgedankt.
Om te wijzen op de noodzaak van gescheiden inzameling van elektrische huishoudelijke apparatuur, is op het product het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht. Dit betekent dat het apparaat aan het einde van zijn levensduur niet met het gewone huisvuil mag worden meegegeven. Het apparaat moet naar een speciaal centrum voor gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden gebracht of naar een verkooppunt dat deze dienst aanbiedt.
Het apart inleveren van huishoudelijke apparaten voorkomt mogelijk negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid, en zorgt ervoor dat de materialen in deze apparaten kunnen worden teruggewonnen, waardoor in aanzienlijke mate kan worden bespaard op energie en grondstoffen.
Verklaring van conformiteit
Wij verklaren dat onze producten voldoen aan de toepasselijke Europese richtlijnen, normen en voorschriften, evenals aan alle vereisten in de normen waarnaar wordt verwezen.
NL 20
CONTENTS
Your induction hob
Introduction 4 Description 5 Control panel 6
Safety
Temperature safety 7 Cooking-time limiter 7 Healthy cooking 7
Use
Induction noises 8 Pans 8 Power level setting 9 Pan detection 9 Indications in the display 10 Hob functions table 10 Cooking settings 11 Cooking Tips 11
Operation
Start cooking 12 Finish cooking 13 Timer cotrol 13 Lock mode 15
Maintenance
Cleaning 15
Troubleshooting
General 16 Troubleshooting table 16
Installation
Placing 18
Technical specifications
Information according regulation (EU) 66/2014 19
Environmental aspects
Disposal of packaging and appliance 20
EN 3
YOUR INDUCTION HOB
Introduction
This hob has been designed for the real lover of cooking. Cooking on an induction hob has a number of advantages. It is easy, because the hob reacts quickly and can also be set to a very low power level. Because, moreover, it can also be set to a high power level, it can bring dishes to the boil very quickly. The ample space between the cooking zones makes cooking comfortable.
Cooking on an induction hob is different from cooking on a traditional appliance. Induction cooking makes use of a magnetic field to generate heat. This means that you cannot use just any pan on it. The pans section gives more information about this.
For optimum safety the induction hob is equipped with several temperature protections and a residual heat indicator, which shows which cooking zones are still hot.
This manual describes how you can make the best possible use of the induction hob. In addition to information about operation, you will also find background information that can assist you in using this product. You will also find cooking tables and maintenance tips.
Read the manual thorougly before using the appliance, and store these instructions in a safe place for future reference.
The manual also serves as reference material for service technicians. Please, therefore, stick the appliance identification card in the space provided, at the back of the manual.
The appliance identification card contains all the information that the service technician will need in order to respond appropriately to your needs and questions.
Enjoy your cooking!
EN 4
YOUR INDUCTION HOB
Description
1
3 5
1. Cooking zone ø 18 cm / 2.0 kW
2. Cooking zone ø 16 cm / 1.5 kW
3. Cooking zone ø 16 cm / 1.5 kW
4. Control panel
5. Cooking zone ø 18 cm / 2.0 kW
4
2
EN 5
Loading...
+ 53 hidden pages