ETNA KIV12ZIL User manual

GEBRUIKSAANWIJZING
INSTRUCTIONS FOR USE MODE D’EMPLOI BEDIENUNGSANLEITUNG
INDUCTIEKOOKPLAAT
INDUCTION HOB TABLE DE CUISSON À INDUCTION INDUKTIONSKOCHFELD
NL Handleiding NL 3 - NL 18 EN Manual EN 3 - EN 18 FR Notice d’utilisation FR 3 - FR 18 DE Anleitung DE 3 - DE 18
NL 4
Gebruikte pictogrammen - Pictograms used - Pictogrammes utilisés
Benutzte Piktogramme
Belangrijk om te weten - Important information - Important à savoir - Wissenswertes
Tip - Conseil - Tipp
INHOUDSOPGAVE
Uw inductiekookplaat
Inleiding 4 Beschrijving 5 Bedieningspaneel 5
Gebruik
Aanraaktoetsen gebruiken 6 Inductiegeluiden 6 Pannen 6 Kookinstellingen 8 Kooktips 8
Bediening
Bereiding starten 10 Klaar met koken 11 Timerbediening 11 Temperatuurregeling 12
Onderhoud
Reiniging 13
Problemen oplossen
Algemeen 14 Probleemoplossingstabel 14
Installatie
Plaatsing 16
Technische specificaties
Informatie volgens verordening (EU) 66/2014 17
Milieuaspecten
Verpakking en apparaat afdanken 18
NL 3
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Inleiding
Deze kookplaat is ontworpen voor de echte kookliefhebber. Koken op een inductiekookplaat heeft een aantal voordelen. Het is makkelijk, omdat de kookplaat snel reageert en ook op een zeer laag vermogen is in te stellen. Bovendien kunt u dankzij het hoge vermogen gerechten zeer snel aan de kook brengen. Door de ruime afstanden tussen de kookzones kunt u comfortabel koken.
Koken op een inductiekookplaat is anders dan koken op een traditioneel apparaat. Bij inductiekoken wordt gebruikgemaakt van een magnetisch veld om warmte op te wekken. Dit betekent dat u niet zomaar een willekeurige pan kunt gebruiken. In het hoofdstuk ‘Pannen’ vindt u hierover meer informatie.
Voor optimale veiligheid is de inductiekookplaat uitgerust met meerdere temperatuurbeveiligingen en een restwarmte-indicator die laat zien welke kookzones nog heet zijn.
In deze gebruiksaanwijzing staat beschreven hoe u de inductiekookplaat optimaal kunt gebruiken. Naast informatie over de bediening vindt u hierin ook achtergrondinformatie die van pas kan komen bij het gebruik van het apparaat. Verder vindt u ook kooktabellen en onderhoudstips.
Lees de gebruiksaanwijzing door voordat u het apparaat in gebruik neemt en bewaar deze op een veilige plaats voor toekomstig gebruik.
Daarnaast dient de gebruiksaanwijzing ook als naslagwerk voor servicemonteurs. Plak daarom het identificatiekaartje van het apparaat in het daarvoor bestemde kader, achter in de gebruiksaanwijzing.
Het identificatiekaartje van het apparaat bevat alle informatie die de servicemonteur nodig heeft om adequaat op uw vragen te reageren.
Lees eerst de afzonderlijke veiligheidsinstructies voordat u het apparaat in gebruik neemt!
Veel kookplezier!
NL 4
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Beschrijving
1 2 3
1. Kookzone 2000 W
2. Kookzone 1500 W
3. Glasplaat
4. Bedieningspaneel
Bedieningspaneel
44
5 6 7 8 9 10
11
5. Toets voor temperatuurregeling
6. Toets voor timerregeling
7. Mintoets (-) voor het regelen van vermogen/tijd/temperatuur
8. Plustoets (+) voor het regelen van vermogen/tijd/temperatuur
9. Toets voor vermogensregeling
10. AAN/UIT-toets
11. Mintoets (-) en plustoets (+) tegelijkertijd indrukken voor kinderslot (toetsvergrendeling)
NL 5
GEBRUIK
Aanraaktoetsen gebruiken
Plaats uw vingertop plat op een toets of op de schuifregelaar. U hoeft geen druk uit te voeren. De aanraaktoetsen reageren alleen op lichte druk van een vingertop. Bedien de regelaars niet met andere objecten. Na activering van een toets of de schuifregelaar klinkt er een geluidssignaal.
Inductiegeluiden
Een tikkend geluid
• Dit wordt veroorzaakt door de vermogensbegrenzer op de linker- en rechterzones. Ook bij lagere instellingen kunt u een tikkend geluid horen.
Pannen maken geluid
• Pannen kunnen tijdens het koken geluid maken. Dit wordt veroorzaakt door de energie die van de kookplaat naar de pan stroomt. Bij hoge instellingen is dit bij bepaalde pannen een heel normaal verschijnsel. Dit is niet schadelijk voor de pannen of de kookplaat.
De ventilator maakt geluid
• Het apparaat is voorzien van een ventilator om de levensduur van de elektronica te verlengen. Als u het apparaat intensief gebruikt, wordt de ventilator ingeschakeld om het apparaat te koelen en hoort u een zoemend geluid. De ventilator blijft nog enkele minuten doorwerken nadat de kookplaat is uitgeschakeld.
Pannen
Plaats een pan altijd in het midden van een kookzone. Gebruik bij de brugfunctie altijd een (vis) pan die minimaal één van de middenposities van de gekoppelde zones bedekt.
Pannen voor inductiekoken
Voor inductiekoken zijn pannen van een bepaalde kwaliteit vereist.
NL 6
GEBRUIK
Gebruik op de inductiekookplaat geen pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt. Deze zijn ongeschikt.
• Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch koken en inductiekoken. Deze moeten beschikken over:
een dikke bodem (minimaal 2,25 mm); een vlakke bodem.
• De meest geschikte pannen zijn voorzien van het keurmerk ‘Class Induction’.
Met een magneet kunt u controleren of uw pannen geschikt zijn. De pan is geschikt als de magneet door de bodem van de pan wordt aangetrokken.
Geschikt Ongeschikt
Speciale roestvrijstalen pannen Aardewerk Class Induction Roestvrij staal Slijtvaste geëmailleerde pannen Porselein Geëmailleerde gietijzeren pannen Koper/aluminium
Kunststof
Wees voorzichtig met geëmailleerde pannen van plaatstaal! Het emaille kan afsplinteren (het emaille komt los van het staal) als u de kookplaat op een hoge stand inschakelt terwijl de pan (te) droog is; de panbodem kan kromtrekken, bijvoorbeeld vanwege oververhitting of door gebruik van een te hoog vermogen.
• Gebruik nooit pannen met een vervormde basis. Een holle of bolle bodem kan de werking van de beveiliging tegen oververhitting belemmeren. Het toestel wordt te warm. Hierdoor kan de glasplaat barsten en de panbodem smelten. Schade die het gevolg is van het gebruik van ongeschikte pannen of van droogkoken, valt buiten de garantie.
Minimale pandiameter
• De minimale diameter van de panbodem bedraagt 14,5 cm.
• U bereikt het beste resultaat met een pan van dezelfde diameter als de kookzone. De kookzone wordt niet ingeschakeld als een pan te klein is.
Snelkookpannen
• Inductiekoken is bij uitstek geschikt voor het gebruik van snelkookpannen. De kookzone reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook snel op druk is. Het kookproces stopt onmiddellijk zodra u een kookzone uitschakelt.
NL 7
GEBRUIK
Kookinstellingen
Aangezien de instellingen afhankelijk zijn van de hoeveelheid en samenstelling van het gerecht in de pan, geldt de onderstaande tabel alleen als richtlijn.
Warmte-instelling Gebruik
200 W-400 W • Voorzichtig opwarmen van kleine hoeveelheden eten
600 W • Opnieuw opwarmen
600-800 W • Pannenkoeken 1000-1200 W • Sauteren
1400-2000 W • Roerbakken
Kooktips
• Smelten van chocola en boter, en verwarmen van eten dat snel aanbrandt
• Zachtjes sudderen
• Langzaam verwarmen
• Snel sudderen
• Rijst koken
• Pasta koken
• Dichtschroeien
• Soep aan de kook brengen
• Water koken
• Verlaag de temperatuurinstelling wanneer het eten begint te koken.
• Door een deksel te gebruiken, verkort u kooktijden en bespaart u energie doordat de warmte wordt vastgehouden.
• Beperk de hoeveelheid vloeistof of vet om de kooktijden te verkorten.
• Begin met koken op een hoge temperatuur en verlaag de instelling wanneer het eten goed is verhit.
Sudderen, rijst koken
• Sudderen gebeurt onder het kookpunt, op ongeveer 85 ˚C, wanneer bellen af en toe naar het oppervlak van het kookvocht opstijgen. Dit is het geheim van heerlijke soepen en malse stoofpotten, omdat de smaken zich kunnen ontwikkelen zonder dat het eten te gaar wordt. Sauzen op basis van ei en met bloem gebonden sauzen kunt u ook beter onder het kookpunt bereiden.
• Voor sommige bereidingswijzen, zoals het koken van rijst door de korrels het water te laten absorberen, is mogelijk een hogere instelling nodig dan de laagste instelling om ervoor te zorgen dat het eten goed gaar wordt binnen de aangegeven tijd.
NL 8
GEBRUIK
Steak dichtschroeien
• Zo krijgt u sappige, smaakvolle steaks:
• Laat het vlees vóór het bakken ongeveer 20 minuten bij kamertemperatuur staan.
• Verwarm een koekenpan met dikke bodem.
• Bestrijk beide kanten van de steak met olie. Giet een kleine hoeveelheid olie in de hete pan en leg het vlees vervolgens in de hete pan.
• Draai de steak slechts eenmaal om tijdens het bakken. De precieze baktijd is afhankelijk van de dikte van de steak en van hoe doorbakken u het vlees wilt. De tijd verschilt van 2-8 minuten per kant. Druk op de steak om te controleren hoe doorbakken hij is: hoe steviger de steak aanvoelt, hoe gaarder hij is.
• Laat de steak vóór het serveren een paar minuten op een warm bord rusten, zodat de steak mals kan worden.
Roerbakken
• Kies een wok met platte bodem die geschikt is voor inductieplaten of een grote koekenpan.
• Zorg ervoor dat alle ingrediënten en kookgerei klaarliggen. Roerbakken is een snel kookproces. Als u grote hoeveelheden gaat bakken, is het beter om het eten in een aantal kleinere porties te bereiden.
• Verwarm de pan kort voor en voeg twee eetlepels olie toe.
• Bak eerst het vlees, zet het apart en houd het warm.
• Roerbak de groenten. Wanneer de groenten heet zijn, maar nog wel knapperig, zet u de kookzone op een lagere instelling. Doe het vlees weer terug in de pan en voeg uw saus toe.
• Roer de ingrediënten voorzichtig om ervoor te zorgen dat alles goed wordt verwarmd.
• Dien direct op.
NL 9
BEDIENING
Bereiding starten
1. Raak de AAN/UIT-toets circa twee seconden aan.
De zoemer piept eenmaal; Het stroomindicatielampje knippert, wat aangeeft dat de stand-bymodus van de
inductiekookplaat actief is.
Als er gedurende de tijd dat de stand-bymodus actief is 60 seconden lang geen
bediening plaatsvindt, gaat de inductiekookplaat weer uit.
2. Plaats een geschikte pan op een kookzone.
Zorg ervoor dat de onderzijde van de pan en het oppervlak van de kookzone schoon en
droog zijn.
3. Raak de toets voor vermogensregeling aan.
4. Stel het vermogen in door de toetsen “-” of “+” aan te raken.
U kunt de vermogensinstelling op elk moment tijdens het koken aanpassen.
Wanneer de zoemer piept nadat u de vermogenstoets hebt aangeraakt:
• hebt u de pan niet op de juiste kookzone geplaatst;
• is de gebruikte pan niet geschikt voor inductiekoken;
• is de pan te klein of niet goed op de kookzone geplaatst.
De plaat wordt niet warm totdat er een geschikte pan op de kookzone is geplaatst.
NL 10
BEDIENING
Het display wordt na 1 minuut automatisch uitgeschakeld als er geen geschikte pan op
de plaat wordt gezet.
Klaar met koken
1. Schakel het volledige kookgedeelte uit door de AAN/UIT-toets aan te raken.
Pas op voor hete oppervlakken
H geeft aan welke kookzone te heet is om aan te raken. De letter verdwijnt wanneer het
oppervlak is afgekoeld tot een veilige temperatuur. U kunt ook energie besparen door een kookzone te gebruiken die nog heet is om andere pannen te verwarmen.
Kinderslot
U kunt de bedieningselementen vergrendelen om onbedoeld gebruik te voorkomen (bijvoorbeeld door kinderen die de kookzones per ongeluk inschakelen). Wanneer de bedieningselementen zijn vergrendeld, zijn alle toetsen, behalve de AAN/UIT-toets, uitgeschakeld.
1. Druk tegelijkertijd op de toetsen ‘+’ en ‘-’.
De timerindicator geeft “Loc” weer.
Wanneer de kookplaat is vergrendeld, zijn alle toetsen uitgeschakeld, behalve de AAN/UIT­toets. U kunt de kookplaat in een noodgeval altijd weer inschakelen met de AAN/UIT-knop.
2. Raak de toetsen ‘+’ en ‘-’ ongeveer 2 seconden tegelijkertijd aan om de vergrendeling uit te schakelen.
Timerbediening
1. Raak de timertoets van de betreffende kookzone aan om een timer voor die zone in te stellen.
NL 11
BEDIENING
2. Stel de tijd in door de mintoets (-) of plustoets (+) aan te raken.
Raak de mintoets (-) of plustoets (+) eenmaal aan om de tijd met 1 minuut te verkorten
of verlengen.
Houd de mintoets (-) of plustoets (+) ingedrukt om de tijd met 10 minuten te verkorten of
verlengen.
3. Houd de timertoets ongeveer 2 seconden ingedrukt of raak de knop ‘-’ aan totdat “0:00” wordt weergegeven om de timer te annuleren.
Wanneer de timer is ingesteld, begint deze direct met aftellen. Op het display wordt de
resterende tijd weergegeven.
Wanneer de kooktimer afloopt, wordt de bijbehorende kookzone automatisch uitgeschakeld.
De andere kookzones blijven aan als deze eerder zijn aangezet.
Temperatuurregeling
U kunt de olietemperatuur instellen op een temperatuur tussen 60 °C en 220 °C.
1. Raak de temperatuurtoets van de betreffende kookzone aan om de temperatuurregeling voor die zone te selecteren.
2. Raak de mintoets (-) of plustoets (+) aan om de olietemperatuur in te stellen
NL 12
ONDERHOUD
Reiniging
Tip
• Activeer het kinderslot voordat u de kookplaat gaat reinigen.
Dagelijkse reiniging
• Hoewel overgekookt voedsel niet kan inbranden in het glas, verdient het aanbeveling de kookplaat direct na gebruik schoon te maken.
• Voor de dagelijkse reiniging kunt u het best een vochtige doek met een mild reinigingsmiddel gebruiken.
• Maak de glasplaat droog met een stuk keukenpapier of met een droge handdoek.
Hardnekkige vlekken
• Ook hardnekkige vlekken zijn te verwijderen met een mild reinigingsmiddel, bijvoorbeeld afwasmiddel.
• Verwijder watervlekken en kalkaanslag met azijn.
• Metaalsporen (ontstaan door schuiven van pannen) zijn vaak lastig te verwijderen. Hiervoor zijn speciale producten verkrijgbaar.
• Verwijder voedselresten met een glasschraper. Ook gesmolten kunststof en suiker kunt u het beste verwijderen met een glasschraper.
Nooit gebruiken
• Gebruik nooit schuurmiddelen. Deze laten krassen achter waarin vuil en kalkaanslag zich kunnen ophopen.
• Gebruik nooit scherpe voorwerpen zoals staalwol of schuursponsjes.
NL 13
PROBLEMEN OPLOSSEN
Algemeen
Wanneer u een barst in het glas ziet (hoe klein ook), schakelt u de kookplaat onmiddellijk uit, haalt u de stekker uit het stopcontact en zet u de (automatische) zekering(en) in de meterkast uit. Bij een permanente aansluiting zet u de stroomtoevoer op nul. Neem contact op met de serviceafdeling.
Probleemoplossingstabel
Als het apparaat niet naar behoren werkt, betekent dit niet altijd dat het defect is. Probeer het probleem eerst zelf op te lossen door de onderstaande punten na te lopen. U kunt voor meer informatie ook terecht op de website www.etna.nl.
Storing Probleem Oplossing
E1
E2
E3
E4
E5
E6
E7
E8
E9
Storing temperatuursensor keramiekplaat--open circuit
Storing temperatuursensor keramiekplaat--kortsluiting
Hoge temperatuur van sensor keramiekplaat.
Storing temperatuursensor van de IGBT (open circuit).
Storing temperatuursensor van de IGBT (kortsluiting).
Hoge temperatuur IGBT. Raak de toets ‘AAN/UIT’
Voedingsspanning ligt onder de nominale spanning.
Voedingsspanning ligt boven de nominale spanning.
Storing temperatuursensor keramiekplaat, storing/ ongeldig.
Raadpleeg een servicemonteur.
Raak de toets ‘AAN/UIT’ aan om de eenheid opnieuw te starten. Wacht totdat de temperatuur van de keramiekplaat weer normaal is.
Raadpleeg een servicemonteur.
aan om de eenheid opnieuw te starten. Wacht totdat de temperatuur van de IGBT weer normaal is. Controleer of de ventilator goed werkt; zo niet, neem dan contact op met een servicemonteur.
Controleer de stroomtoevoer.
Raadpleeg een servicemonteur.
NL 14
PROBLEMEN OPLOSSEN
Storing Probleem Oplossing
Het ledlampje gaat niet branden wanneer de eenheid wordt aangesloten.
De indicator voor de kookmodus gaat branden, maar de plaat wordt niet warm.
De plaat stopt plotseling met verwarmen en er klinkt elke seconde een pieptoon.
Als er een fout optreedt in de werking of indien de storing of foutindicatie niet verdwijnt, schakel dan de netstroom naar de kookplaat uit (verwijder de zekering of draai de hoofdschakelaar naar de UIT-stand). Laat de kookplaat daarna een aantal minuten uitgeschakeld staan. Sluit de kookplaat vervolgens weer aan op de netstroom en druk op de AAN/UIT-toets. Raadpleeg een servicemonteur als het probleem aanhoudt.
Geen voedingstoevoer. Controleer of de stekker
De plaat heeft een hoge temperatuur.
Verkeerd pantype. Gebruik de juiste pannen.
De diameter van de pan is te klein.
stevig in het stopcontact zit en of het stopcontact werkt.
Omgevingstemperatuur is mogelijk te hoog. Luchtinlaat of ventilatieopening is mogelijk verstopt.
NL 15
INSTALLATIE
Plaatsing
• Plaats de kookplaat op een stabiele en horizontale ondergrond.
• Houd ten minste 2,5 cm vrij rondom de kookplaat.
• Na plaatsing moet het stopcontact of de schakelaar (in het geval van een vaste aansluiting) altijd toegankelijk zijn.
• De muren en het werkblad rondom het apparaat moeten bestand zijn tegen een temperatuur van ten minste 85 ˚C. Hoewel het apparaat zelf niet heet wordt, kan de hitte van een hete pan tot verkleuring of vervorming van de muur leiden.
• Zorg ervoor dat het netsnoer geen contact maakt met onderdelen die heet kunnen worden.
• Plaats geen ontvlambare of door hitte vervormbare objecten direct onder de kookplaat.
NL 16
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Informatie volgens verordening (EU) 66/2014
Metingen volgens EN60350-2
Modelaanduiding Type kookplaat Inductiekookplaat Aantal elektrische kookzones en/of kookgebieden 2 Verwarmingstechnologie Kookzones/
Voor ronde elektrische kookzones: de diameter van het bruikbare oppervlak per elektrisch verwarmde kookzone in cm
Energieverbruik per kookzone of kookgebied berekend per kg (EC
elektrische kookplaat
Energieverbruik voor de kookplaat berekend per kg (EC
) in Wh/kg
elektrische kookplaat
)
in Wh/kg
Tips voor energiezuinig koken met kookplaten
• Gebruik altijd een pan van de juiste grootte voor de hoeveelheid voedsel die u bereidt.
• Giet zoveel water in de pan dat groenten net zijn bedekt.
• Kies voor de pan een zone van de juiste grootte.
• Zet altijd deksels op pannen om de warmte binnen te houden.
• Zet de kookzone lager of uit zodra de kooktemperatuur of kooktoestand is bereikt.
• Gebruik een stoomkoker om groenten te koken. Op die manier kunt u een aantal lagen groenten boven elkaar leggen en nog steeds één ring gebruiken, of gebruik een pan met een verdeler.
• Gebruik een snelkookpan voor het koken van peulvruchten, en gelijke stukken vlees, hele maaltijden, of stoofpotten. Dit versnelt het kookproces.
KIV12ZIL
gebieden op basis
van inductie
18
191,8
191,8
NL 17
MILIEUASPECTEN
Verpakking en apparaat afdanken
Bij de productie van dit apparaat is gebruik gemaakt van duurzame materialen. Dit apparaat moet aan het einde van zijn levenscyclus op verantwoorde wijze worden afgedankt. De overheid kan u hierover informatie verstrekken.
De verpakking van het apparaat is recyclebaar. Mogelijk zijn de volgende materialen gebruikt:
• karton;
• polyetheenfolie (PE);
• CFK-vrij polystyreen (PS-hardschuim).
Deze materialen moeten op verantwoorde wijze en conform de overheidsvoorschriften worden afgedankt.
Om te wijzen op de noodzaak van gescheiden inzameling van elektrische huishoudelijke apparatuur, is op het product het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht. Dit betekent dat het apparaat aan het einde van zijn levensduur niet met het gewone huisvuil mag worden meegegeven. Het apparaat moet naar een speciaal centrum voor gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden gebracht of naar een verkooppunt dat deze dienst aanbiedt.
Het apart inleveren van huishoudelijke apparaten voorkomt mogelijk negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid, en zorgt ervoor dat de materialen in deze apparaten kunnen worden teruggewonnen, waardoor in aanzienlijke mate kan worden bespaard op energie en grondstoffen.
Verklaring van conformiteit
Wij verklaren dat onze producten voldoen aan de toepasselijke Europese richtlijnen, normen en voorschriften, evenals aan alle vereisten in de normen waarnaar wordt verwezen.
NL 18
CONTENTS
Your induction hob
Introduction 4 Description 5 Control panel 5
Use
Using the touch keys 6 Induction noises 6 Pans 6 Cooking settings 8 Cooking tips 8
Operation
Start cooking 10 Finish cooking 11 Timer control 12 Temperature control
Maintenance
Cleaning 13
Troubleshooting
General 14 Troubleshooting table 14
Installation
Placing 16
Technical specifications
Information according regulation (EU) 66/2014 17
Environmental aspects
Disposal of packaging and appliance 18
EN 3
YOUR INDUCTION HOB
Introduction
This hob has been designed for the real lover of cooking. Cooking on an induction hob has a number of advantages. It is easy, because the hob reacts quickly and can also be set to a very low power level. Because, moreover, it can also be set to a high power level, it can bring dishes to the boil very quickly. The ample space between the cooking zones makes cooking comfortable.
Cooking on an induction hob is different from cooking on a traditional appliance. Induction cooking makes use of a magnetic field to generate heat. This means that you cannot use just any pan on it. The pans section gives more information about this.
For optimum safety the induction hob is equipped with several temperature protections and a residual heat indicator, which shows which cooking zones are still hot.
This manual describes how you can make the best possible use of the induction hob. In addition to information about operation, you will also find background information that can assist you in using this product. You will also find cooking tables and maintenance tips.
Read the manual thorougly before using the appliance, and store these instructions in a safe place for future reference.
The manual also serves as reference material for service technicians. Please, therefore, stick the appliance identification card in the space provided, at the back of the manual.
The appliance identification card contains all the information that the service technician will need in order to respond appropriately to your needs and questions.
Before use, read the separate safety instructions first!
Enjoy your cooking!
EN 4
YOUR INDUCTION HOB
Description
1 2 3
1. Cooking zone 2000 W
2. Cooking zone 1500 W
3. Glass plate
4. Control panel
Control Panel
44
5 6 7 8 9 10
11
5. Key for temperature control
6. Key for timer control
7. Minus (-) key for Power/Time/Temperature regulating key
8. Plus (+) key for Power/Time/Temperature regulating key
9. Key for power control
10. ON/OFF key
11. Minus (-) and plus (+) keys simultaneously for childlock (key lock)
EN 5
Loading...
+ 47 hidden pages