ETNA KIS577ZT, KIS560ZT User manual

GEBRUIKSAANWIJZING
INSTRUCTIONS FOR USE MODE D’EMPLOI BEDIENUNGSANLEITUNG
INDUCTIEKOOKPLAAT
INDUCTION HOB TABLE DE CUISSON À INDUCTION INDUKTIONSKOCHFELD
NL Handleiding NL 3 - NL 22 EN Manual EN 3 - EN 22 FR Notice d’utilisation FR 3 - FR 22 DE Anleitung DE 3 - DE 22
Gebruikte pictogrammen/Pictograms used/Pictogrammes utilisés Benutzte Piktogramme
Gevaar! Gevaar voor letsel Danger! Risk of injury Danger! Risque de blessure Gefahr! Verletzungsgefahr
NL 4
Waarschuwing! Risico op beschadigen van het toestel Caution! Risk of damaging the appliance Attention! Risque d’endommager l’appareil Achtung! Gefahr der Beschädigung des Geräts
Let op! Note! Remarque! Hinweis!
INHOUDSOPGAVE
Uw inductiekookplaat
Inleiding 4 Beschrijving 5 Bedieningspaneel 6
Veiligheid
Temperatuurbeveiliging 7 Kookduurbegrenzer 7 Gezond koken 7
Gebruik
Inductiegeluiden 8 Pannen 8 Vermogen instellen 9 Pandetectie 10 Boost 10 Meldingen op het display 10 Functietabel 11 Kookinstellingen 11 Kooktips 12
Bediening
Bereiding starten 14 Klaar met koken 15 Timerbediening 15 Slot functie 16 Koken pauzeren 17 Warmhoudfunctie 17
Onderhoud
Reiniging 18
Problemen oplossen
Algemeen 19 Probleemoplossingstabel 19
Technische specificaties
Informatie volgens verordening (EU) 66/2014 21
Milieuaspecten
Verpakking en apparaat afdanken 22
NL 3
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Inleiding
Deze kookplaat is ontworpen voor de echte kookliefhebber. Koken op een inductiekookplaat heeft een aantal voordelen. Het is makkelijk, omdat de kookplaat snel reageert en ook op een zeer laag vermogen is in te stellen. Bovendien kunt u dankzij het hoge vermogen gerechten zeer snel aan de kook brengen. Door de ruime afstanden tussen de kookzones kunt u comfortabel koken.
Koken op een inductiekookplaat is anders dan koken op een traditioneel apparaat. Bij inductiekoken wordt gebruikgemaakt van een magnetisch veld om warmte op te wekken. Dit betekent dat u niet zomaar een willekeurige pan kunt gebruiken. In het hoofdstuk ‘Pannen’ vindt u hierover meer informatie.
Voor optimale veiligheid is de inductiekookplaat uitgerust met meerdere temperatuurbeveiligingen en een restwarmte-indicator die laat zien welke kookzones nog heet zijn.
In deze gebruiksaanwijzing staat beschreven hoe u de inductiekookplaat optimaal kunt gebruiken. Naast informatie over de bediening vindt u hierin ook achtergrondinformatie die van pas kan komen bij het gebruik van het apparaat. Verder vindt u ook kooktabellen en onderhoudstips.
Lees de gebruiksaanwijzing door voordat u het apparaat in gebruik neemt en bewaar deze op een veilige plaats voor toekomstig gebruik.
Daarnaast dient de gebruiksaanwijzing ook als naslagwerk voor servicemonteurs. Plak daarom het identificatiekaartje van het apparaat in het daarvoor bestemde kader, achter in de gebruiksaanwijzing. Het identificatiekaartje van het apparaat bevat alle informatie die de
servicemonteur nodig heeft om adequaat op uw vragen te reageren.
De installatie-instructies worden afzonderlijk meegeleverd.
Veel kookplezier!
NL 4
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Beschrijving
2
1
1. Kookzone ø 16 cm / 1,2 kW - 1,5 kW (B)
2. Kookzone ø 18 cm / 1,5 kW - 2,0 kW (B)
3. Kookzone ø 16 cm / 1,2 kW - 1,5 kW (B)
4. Kookzone ø 18 cm / 1,5 kW - 2,0 kW (B)
5. Bedieningspaneel
6. Kookzone ø 18 cm / 1,6 kW - 1,8 kW (B)
7. Kookzone ø 18 cm / 1,6 kW - 1,8 kW (B)
8. Kookzone ø 21 cm / 1,8 kW - 2,2 kW (B)
9. Kookzone ø 16 cm / 1,1 kW - 1,2 kW (B)
5 5
3
4
7 8
6
9
NL 5
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Bedieningspaneel
1
5 6 7 8 9 10
1. Warmhoudtoets
2. Vermogenschuifregelaar voor kookzone linksachter
3. Vermogenschuifregelaar voor kookzone rechtsachter
4. Pauzetoets
5. Boosttoets
6. Vermogenschuifregelaar voor kookzone linksvoor
7. Mintoets ‘-’ van timer
8. Plustoets ‘+’ van timer
9. Vermogenschuifregelaar voor kookzone rechtsvoor
10. Aan/uit-toets
2 3 4
NL 6
VEILIGHEID
Lees eerst de afzonderlijke veiligheidsinstructies voordat u het apparaat in gebruik neemt!
Temperatuurbeveiliging
Een sensor controleert continu de temperatuur van bepaalde onderdelen van de kookplaat. Elke kookzone is voorzien van een sensor die continu de temperatuur van de bodem van de pan controleert om risico op oververhitting te voorkomen wanneer een pan droogkookt. Bij een te hoge temperatuur wordt het vermogen van de kookplaat verlaagd of wordt de kookplaat automatisch uitgeschakeld.
Kookduurbegrenzer
De kookduurbegrenzer is een veiligheidsfunctie van uw kookplaat. Deze wordt geactiveerd als u vergeet de kookplaat uit te schakelen. Afhankelijk van de gekozen instelling wordt de kookduur als volgt begrensd:
Kookniveau Maximale gebruikstijd (uur)
1 8 uur 2 8 uur 3 8 uur 4 4 uur 5 4 uur 6 4 uur 7 2 uur 8 2 uur 9 2 uur
Gezond koken
Rookpunt van diverse oliesoorten
Geadviseerd wordt om de oliesoort af te stemmen op de baktemperatuur om zo gezond mogelijk te bakken. Elke oliesoort heeft een ander rookpunt waarbij giftige gassen vrijkomen. In onderstaande tabel staat het rookpunt van diverse oliesoorten.
Olie Rookpunt °C Olie Rookpunt °C
Extra vierge olijfolie 160 °C Zonnebloemolie 227 °C Boter/kokosolie 177 °C Maïsolie/arachideolie 232 °C Koolzaadolie 204 °C Olijfolie 242 °C Vierge olijfolie 216 °C Rijstolie 255 °C
NL 7
GEBRUIK
Inductiegeluiden
Een tikkend geluid
• Dit wordt veroorzaakt door de vermogensbegrenzer op de linker- en rechterzones. Ook bij lagere instellingen kunt u een tikkend geluid horen.
Pannen maken geluid
• Pannen kunnen tijdens het koken geluid maken. Dit wordt veroorzaakt door de energie die van de kookplaat naar de pan stroomt. Bij hoge instellingen is dit bij bepaalde pannen een heel normaal verschijnsel. Dit is niet schadelijk voor de pannen of de kookplaat.
De ventilator maakt geluid
• Het apparaat is voorzien van een ventilator om de levensduur van de elektronica te verlengen. Als u het apparaat intensief gebruikt, wordt de ventilator ingeschakeld om het apparaat te koelen en hoort u een zoemend geluid. De ventilator blijft nog enkele minuten doorwerken nadat de kookplaat is uitgeschakeld.
Pannen
• Plaats een pan altijd in het midden van een kookzone.
• Voor inductiekoken zijn pannen van een bepaalde kwaliteit vereist.
• Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch koken en inductiekoken. Deze moeten beschikken over:
een dikke bodem (minimaal 2,25 mm); een vlakke bodem.
• De meest geschikte pannen zijn voorzien van het keurmerk ‘Class Induction’.
Gebruik op de inductiekookplaat geen pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt. Deze zijn ongeschikt.
Met een magneet kunt u controleren of uw pannen geschikt zijn. De pan is geschikt als de magneet door de bodem van de pan wordt aangetrokken.
Geschikt Ongeschikt
Speciale roestvrijstalen pannen Aardewerk Class Induction Roestvrij staal Slijtvaste geëmailleerde pannen Porselein Geëmailleerde gietijzeren pannen Koper/aluminium
Kunststof
NL 8
GEBRUIK
Wees voorzichtig met geëmailleerde pannen van plaatstaal! Het emaille kan afsplinteren (het emaille komt los van het staal) als u de kookplaat op een hoge stand inschakelt terwijl de pan (te) droog is; de panbodem kan kromtrekken, bijvoorbeeld vanwege oververhitting of door gebruik van een te hoog vermogen.
• Gebruik nooit pannen met een vervormde basis. Een holle of bolle bodem kan de werking van de beveiliging tegen oververhitting belemmeren. Het toestel wordt te warm. Hierdoor kan de glasplaat barsten en de panbodem smelten.
• Schade die het gevolg is van het gebruik van ongeschikte pannen of van droogkoken, valt buiten de garantie.
Minimale pandiameter
• De minimale diameter van de panbodem bedraagt 14 cm.
• U bereikt het beste resultaat met een pan van dezelfde diameter als de kookzone. De kookzone wordt niet ingeschakeld als een pan te klein is.
Snelkookpannen
• Inductiekoken is bij uitstek geschikt voor het gebruik van snelkookpannen. De kookzone reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook snel op druk is. Het kookproces stopt onmiddellijk zodra u een kookzone uitschakelt.
Vermogen instellen
De kookzones hebben 9 niveaus. Daarnaast is er nog een boost-niveau (B). Stel het vermogen in door de schuifregelaar aan te raken. Bij de eerste aanraking wordt het niveau ingesteld op het deel van de schuifregelaar dat u aanraakt. De instelling van het vermogen verandert wanneer u met uw vinger over de schuifregelaar schuift. Het niveau wordt hoger wanneer u naar rechts schuift. Het niveau wordt lager wanneer u naar links schuift. Als u uw vinger van de schuifregelaar haalt, begint het kookveld op het ingestelde niveau.
Maximaal vermogen
Tijdens het koken is het maximaal beschikbare vermogen van elke kookzone afhankelijk van hoeveel kookzones er tegelijk gebruikt worden:
Aantal kookzones tegelijk in gebruik
Maximaal vermogen Kookzone Ø (KIS560ZT) 16/18/16/18 16/18/16/18 16/18/16/18 16/18/16/18 Kookzone Ø (KIS577ZT) 18/18/21/16 18/18/21/16 18/18/21/16 18/18/21/16
Het vermogensniveau begint te knipperen wanneer de maximale instelling is bereikt.
1 2 3 4
B/B/B/B 8/9/9/B 7/7/7/7 7/7/7/7
NL 9
GEBRUIK
Pandetectie
• Als de kookplaat na het instellen van het vermogen geen (ijzerhoudende) pan detecteert, knipperen het symbool voor pandetectie en de geselecteerde vermogensinstelling beurtelings op het display en blijft de kookplaat koud.
• Indien er niet binnen twee minuten een (ijzerhoudende) pan op de kookzone wordt geplaatst, wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld (zie ook het hoofdstuk 'Pannen').
Boost
• De boostfunctie wordt gebruikt om gedurende korte tijd (maximaal 5 minuten) op maximaal vermogen te koken. Aan het einde van de maximale boost-tijd wordt het vermogen verlaagd naar de laatstgekozen instelling. De boostfunctie kan alleen worden ingesteld als de temperatuur van de kookplaat dit toestaat.
• Zolang de boostfunctie actief is, kan er geen kookwekker worden ingesteld.
Meldingen op het display
NL 10
Op display
Status
Vermogen van kookzone: 1 = lage instelling, 9 = hoge instelling
Boostfunctie actief Indicatie timerkoppeling
Kinderslotfunctie geselecteerd
Warmhoudfunctie geselecteerd
Geen (geschikte) pan op kookzone (pandetectiesymbool)
Pauzefunctie actief
Restwarmte-indicator: de kookplaat heeft voor elke kookzone een
restwarmte-indicator waarmee wordt aangegeven welke kookzone nog warm is. Ondanks dat de kookplaat is uitgeschakeld, blijft de indicator H zichtbaar zolang de kookzone warm is! Raak de kookzones niet aan wanneer deze indicator brandt. Gevaar! Risico op brandwonden.
Foutcode: zie de probleemoplossingstabel
GEBRUIK
Functietabel
Functie Te gebruiken
toets(en)
Verwar­men
Timer
Pauzeren
Boost
Slot
Beschrijving
Met de warmhoudfunctie houdt u bereid voedsel warm.
U kunt de timer instellen voor elke kookzone afzonderlijk. U kunt kooktijden tot 99 minuten programmeren. Het timeralarm klinkt wanneer de ingestelde tijd is verstreken. De kookzone wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de ingestelde tijd is verstreken.
Hiermee kunt u de kookplaat in de pauzestand zetten.
U kunt de boostfunctie gebruiken om max. vijf minuten op de hoogste vermogensstand te koken. De boostfunctie kan alleen worden geactiveerd als deze voor de geselecteerde kookzone kan worden gebruikt.
Als toetsvergrendelingsfunctie tijdens gebruik. Voor het vergrendelen van de toetsen tijdens gebruik. Als deze functie actief is, is het niet mogelijk om aanpassingen te maken door de toetsen aan te raken. Alleen de aan-/uittoets is actief, zodat de kookplaat kan worden uitgezet.
Als kinderslotfunctie wanneer geen kookzone geselecteerd of actief is. Door de kinderslotbeveiliging te
activeren, verhindert u dat het apparaat en de kookplaten worden ingeschakeld, zodat wordt voorkomen dat kinderen het toestel gebruiken en mogelijk gewond raken.
Kookinstellingen
Aangezien de instellingen afhankelijk zijn van de hoeveelheid en samenstelling van het gerecht in de pan, geldt de onderstaande tabel alleen als richtlijn.
Gebruik de boost-instelling voor:
• snel aan de kook brengen van voedsel of vloeistof;
• slinken van groene groenten;
• verhitten van olie en vet;
• wokken
NL 11
GEBRUIK
Gebruik instelling 9 voor:
• aanbraden van vlees;
• bereiden van vis;
• bakken van omeletten;
• bakken van gekookte aardappelen;
• frituren van voedsel.
Gebruik instelling 7 en 8 voor:
• bakken van dikke pannenkoeken;
• bakken van dikke lappen gepaneerd vlees;
• bakken van bacon (vet);
• koken van rauwe aardappelen;
• bakken van wentelteefjes;
• bakken van gepaneerde vis;
• doorkoken van pasta;
• bakken van dunne (gepaneerde) lappen vlees;
Gebruik instelling 4-6 voor:
• doorkoken van grote hoeveelheden;
• ontdooien van harde groenten;
• bakken van dikke lappen gepaneerd vlees.
Gebruik instelling 1-3 voor:
• trekken van bouillon;
• stoven van vlees;
• zacht koken van groenten;
• smelten van chocolade;
• pocheren;
• smelten van kaas.
Kooktips
• Verlaag de temperatuurinstelling wanneer het eten begint te koken.
• Door een deksel te gebruiken, verkort u kooktijden en bespaart u energie doordat de warmte wordt vastgehouden.
• Beperk de hoeveelheid vloeistof of vet om de kooktijden te verkorten.
• Begin met koken op een hoge temperatuur en verlaag de instelling wanneer het eten goed is verhit.
NL 12
GEBRUIK
Sudderen, rijst koken
• Sudderen gebeurt onder het kookpunt, op ongeveer 85 ˚C, wanneer bellen af en toe naar het oppervlak van het kookvocht opstijgen. Dit is het geheim van heerlijke soepen en malse stoofpotten, omdat de smaken zich kunnen ontwikkelen zonder dat het eten te gaar wordt. Sauzen op basis van ei en met bloem gebonden sauzen kunt u ook beter onder het kookpunt bereiden.
• Voor sommige bereidingswijzen, zoals het koken van rijst door de korrels het water te laten absorberen, is mogelijk een hogere instelling nodig dan de laagste instelling om ervoor te zorgen dat het eten goed gaar wordt binnen de aangegeven tijd.
Steak dichtschroeien
• Zo krijgt u sappige, smaakvolle steaks:
Laat het vlees vóór het bakken ongeveer 20 minuten bij kamertemperatuur staan. Verwarm een koekenpan met dikke bodem. Bestrijk beide kanten van de steak met olie. Giet een kleine hoeveelheid olie in de hete
pan en leg het vlees vervolgens in de hete pan.
Draai de steak slechts eenmaal om tijdens het bakken. De precieze baktijd is afhankelijk
van de dikte van de steak en van hoe doorbakken u het vlees wilt. De tijd verschilt van 2-8 minuten per kant. Druk op de steak om te controleren hoe doorbakken hij is: hoe steviger de steak aanvoelt, hoe gaarder hij is.
Laat de steak vóór het serveren een paar minuten op een warm bord rusten, zodat de
steak mals kan worden.
Roerbakken
• Kies een wok met platte bodem die geschikt is voor inductieplaten of een grote koekenpan.
• Zorg ervoor dat alle ingrediënten en kookgerei klaarliggen. Roerbakken is een snel kookproces. Als u grote hoeveelheden gaat bakken, is het beter om het eten in een aantal kleinere porties te bereiden.
• Verwarm de pan kort voor en voeg twee eetlepels olie toe.
• Bak eerst het vlees, zet het apart en houd het warm.
• Roerbak de groenten. Wanneer de groenten heet zijn, maar nog wel knapperig, zet u de kookzone op een lagere instelling. Doe het vlees weer terug in de pan en voeg uw saus toe.
• Roer de ingrediënten voorzichtig om ervoor te zorgen dat alles goed wordt verwarmd.
• Dien direct op.
NL 13
BEDIENING
Bereiding starten
Gebruik van de aanraaktoetsen
Plaats uw vingertop plat op een toets of op de schuifregelaar. U hoeft geen druk uit te voeren. De aanraaktoetsen reageren alleen op lichte druk van een vingertop. Bedien de regelaars niet met andere objecten.
Na activering van een toets of de schuifregelaar klinkt er een geluidssignaal.
1. Raak de aan/uit-toets aan en houd deze vast totdat u een geluidssignaal hoort.
Alle displays geven ‘-’ en ‘--’ weer (timerdisplay), wat aangeeft dat de stand-bymodus
van de inductiekookplaat actief is.
2. Plaats een geschikte pan op een kookzone.
Zorg ervoor dat de onderzijde van de pan en het oppervlak van de kookzone schoon en
droog zijn.
3. Raak een schuifregelaar aan om een vermogensstand te selecteren.
Er klinkt een kort geluidssignaal. De indicator van de vermogensstand knippert.
< --------------------->
Wanneer het symbool voor pandetectie knippert:
• hebt u de pan niet op de juiste kookzone geplaatst;
• is de gebruikte pan niet geschikt voor inductiekoken;
• is de pan te klein of niet goed op de kookzone geplaatst.
De plaat wordt niet warm totdat er een geschikte pan op de kookzone is geplaatst. Het display wordt na 2 minuten automatisch uitgeschakeld als er geen geschikte pan op
de plaat wordt gezet.
De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld als deze gedurende 60 seconden niet wordt gebruikt.
NL 14
BEDIENING
Klaar met koken
• Zet de vermogensstand op nul (0) om de kookzone uit te schakelen.
• Schakel de kookplaat uit door de Aan/Uit-toets aan te raken.
of
Het symbool H wordt weergegeven op het display van de kookzone, als die te heet is om te worden aangeraakt. De letter verdwijnt wanneer het oppervlak is afgekoeld tot een veilige temperatuur. U kunt ook energie besparen door een nog hete kookzone te gebruiken om andere pannen te verwarmen.
Timerbediening
De timer gebruiken
1. Schakel de kookplaat in.
2. Raak de schuifregelaar van de kookzone aan waarvoor u de timer wilt instellen.
3. Stel de tijd in door de mintoets (-) of plustoets (+) van de timer aan te raken.
Raak de mintoets (-) of plustoets (+) eenmaal aan om de tijd met 1 minuut te verkorten of
verlengen.
Houd de mintoets (-) of plustoets (+) ingedrukt om de tijd met 10 minuten te verkorten of
verlengen.
Zolang de tijd op het display knippert, kunt u deze nog aanpassen.
Wanneer de tijd is ingesteld, begint de timer direct met aftellen. Op het display wordt de resterende tijd weergegeven. De rode stip naast de vermogensstandweergave licht op om aan te geven dat de
kookzone is gekoppeld aan de timer.
Wanneer de kooktimer afloopt, wordt de bijbehorende kookzone automatisch
uitgeschakeld.
Gedurende 30 seconden klinkt er een alarm en het timerdisplay geeft ‘--’ weer.
NL 15
BEDIENING
De ingestelde kookduur wijzigen
U kunt de kooktijd op elk gewenst moment wijzigen.
1. Raak de schuifregelaar aan van de kookzone waarvoor u de timer wilt aanpassen.
De verlichte stip naast de vermogensstand knippert. Let goed op dat u op de juiste plek op de schuifregelaar tikt, zodat de vermogensstand
niet wordt gewijzigd.
2. Raak de plustoets ‘+’ of de mintoets ‘-’ van de timer aan.
De tijdindicator op het timerdisplay knippert. Als u de tijd niet binnen 5 seconden wijzigt nadat u de plustoets ‘+’ of de mintoets ‘-’
van de timer hebt aangeraakt, blijft de oorspronkelijke kookduur ongewijzigd.
3. Raak de plustoets ‘+’ of mintoets ‘-’ van de timer aan om de kookduur te wijzigen.
De resterende kooktijd controleren
Op het display van de timer wordt de eerste ingestelde timerstand weergegeven.
Een verlichte stip naast de vermogensstand geeft aan dat de kookzone is gekoppeld
aan een timer.
1. Raak de schuifregelaar aan van de kookzone waarvoor u de timer wilt aanpassen.
De verlichte stip naast de vermogensstand knippert. De resterende kooktijd is zichtbaar op het timerdisplay.
De timer uitschakelen
Voer de volgende stappen uit om de timer uit te schakelen voordat de ingestelde tijd is verstreken:
1. Raak de schuifregelaar van de kookzone aan waarvoor u de timer wilt uitschakelen.
De verlichte stip en de vermogensstand knipperen.
2. Raak tegelijkertijd de plustoets ‘+’ en de mintoets ‘-’ van de timer aan.
De verlichte stip naast de vermogensstand gaat uit. Het timerdisplay geeft ‘00’ weer.
Slot functie
1. Raak tegelijkertijd ongeveer 2 seconden de plustoets ‘+’ en de mintoets ‘-’ aan.
De timerindicator geeft “Lo” weer.
2. Raak tegelijkertijd ongeveer 2 seconden de plustoets ‘+’ en de mintoets ‘-’ aan om de vergrendeling uit te schakelen.
NL 16
BEDIENING
Koken pauzeren
1. Raak de pauzetoets aan.
Er klinkt een kort geluidssignaal. De displays geven de pauzesymbolen weer. Het pauzeren van het koken is geactiveerd. In de pauzestand worden de kookwekkers gepauzeerd.
2. Raak de pauzetoets opnieuw aan om de pauzemodus uit te schakelen.
Er klinkt een kort geluidssignaal. De kookzones gaan verder met de eerder geselecteerde vermogensstand. De kooktimers beginnen met aftellen. Alle toetsen zijn inactief, behalve de Aan/uit-toets en de pauzetoets. Gebruik de pauzefunctie om de gehele kookplaat tijdens het koken gedurende
maximaal 10 minuten te ‘pauzeren’. Na 10 minuten wordt de kookplaat uitgeschakeld.
Warmhoudfunctie
1. Schakel de kookplaat in en selecteer een kookzone.
2. Raak de warmhoudtoets aan om de warmhoudfunctie te starten.
Het display geeft het warmhoudsymbool weer.
3. Raak de schuifregelaar van de kookzone aan om de warmhoudfunctie uit te schakelen.
NL 17
ONDERHOUD
Reiniging
Wij raden u aan het apparaat na gebruik te reinigen. Zo voorkomt u dat overgekookt eten de glasplaat kan beschadigen.
• Gebruik een vochtige doek en een mild reinigingsmiddel (afwasmiddel) om het apparaat te reinigen.
• Droog het apparaat af met een stukje keukenrol of een doek.
• Gebruik een glasschraper om overgebleven voedselresten, gesmolten kunststof of suiker te verwijderen.
Gebruik geen bijtende reinigingsmiddelen; deze kunnen krassen veroorzaken. Gebruik geen staalwol, schuursponsjes of andere scherpe voorwerpen om het apparaat te reinigen.
NL 18
PROBLEMEN OPLOSSEN
Algemeen
Wanneer u een barst in de glasplaat ziet (hoe klein ook), schakelt u de kookplaat onmiddellijk uit, haalt u stekker uit het stopcontact of zet u de (automatische) zekering(en) in de meterkast uit. Zet bij een permanente aansluiting de schakelaar in de leiding van de stroomvoorziening op nul. Neem contact op met de serviceafdeling.
Probleemoplossingstabel
Als het apparaat niet naar behoren werkt, betekent dit niet altijd dat het defect is. Probeer het probleem eerst zelf op te lossen door de onderstaande punten na te lopen. U kunt voor meer informatie ook terecht op de website www.etna.nl.
Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing
Het display gaat branden wanneer de kookplaat de eerste keer wordt ingeschakeld.
De ventilator blijft nog enkele minuten doorwerken nadat de kookplaat is uitgeschakeld.
In het begin is het mogelijk dat u een lichte geur ruikt.
De pannen maken geluid tijdens het koken.
U hebt een kookzone ingeschakeld maar het display toont ‘u’.
Een kookzone stopt plotseling en u hoort een signaal.
Dit is de normale opstartroutine.
De kookplaat koelt af. Normale werking.
Het nieuwe apparaat wordt opgewarmd.
Dit wordt veroorzaakt door de energie die van de kookplaat naar de pan stroomt.
De gebruikte pan is niet geschikt voor inductiekoken of heeft een diameter van minder dan 12 cm.
De vooraf ingestelde tijd is verstreken.
Normale werking.
Dit is normaal en verdwijnt nadat het apparaat een aantal keer is gebruikt. Ventileer de keuken.
Bij hoge instellingen is dit bij bepaalde pannen een heel normaal verschijnsel. Dit is niet schadelijk voor de pannen of de kookplaat.
Gebruik een geschikte pan.
Schakel het alarm uit door de toets ‘+’ van de timer aan te raken.
NL 19
PROBLEMEN OPLOSSEN
Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing
De kookplaat werkt niet en er verschijnt niets op het display.
Bij het inschakelen van de kookplaat slaat er een stop door.
Foutcode E1 of E2.
Foutcode E3 of E4.
Foutcode E5 of E6.
Overige foutcodes.
Er is geen stroom vanwege een defecte kabel of defecte aansluiting.
Foutieve elektrische aansluiting.
Voedingsspanning of
-frequentie wijkt af van de nominale waarden.
Interne temperatuur van de kookplaat is te hoog.
Interne temperatuur van kookplaat is te hoog.
Defecte generator. Neem contact op met de
Controleer de zekeringen en de elektriciteitsschakelaar (als er geen stekker is).
Controleer de elektrische aansluitingen.
Neem contact op met een erkende installateur.
Schakel de kookplaat uit en laat deze afkoelen (H verdwijnt van de displays). Schakel de kookplaat in. Als dezelfde fout opnieuw wordt weergegeven, neemt u contact op met een erkende servicemedewerker.
Controleer of de kookplaat voldoende ventilatie heeft en of deze op de juiste manier is ingebouwd. Laat de kookplaat afkoelen en probeer deze opnieuw te starten. Controleer of de ventilator goed werkt; zo niet, neem dan contact op met een servicemonteur.
serviceafdeling.
NL 20
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Informatie volgens verordening (EU) 66/2014
Metingen volgens EN60350-2
LV
KIS560ZT
van inductie 18,0
LA
16,0
Zone
RA
Zone
187,4
18,0
Zone
RV
Modelaanduiding Type kookplaat Inductiekookplaat Aantal elektrische kookzones en/of kookgebieden 4 Verwarmingstechnologie Kookzones/gebieden op basis
Voor ronde elektrische kookzones: de diameter van het bruikbare oppervlak per elektrisch verwarmde kookzone in cm
Energieverbruik per kookzone of kookgebied berekend per kg (EC
elektrische kookplaat
Energieverbruik voor de kookplaat berekend per kg (EC
) in Wh/kg
kookplaat
) in Wh/kg
elektrische
16,0
Zone
183,1 187,7 176,2 202,4
Modelaanduiding
KIS577ZT
Type kookplaat Inductiekookplaat Aantal elektrische kookzones en/of kookgebieden 4 Verwarmingstechnologie Kookzones/gebieden op basis
van inductie
Voor ronde elektrische kookzones: de diameter van het bruikbare oppervlak per elektrisch verwarmde kookzone in cm
Energieverbruik per kookzone of kookgebied berekend per kg (EC
elektrische kookplaat
Energieverbruik voor de kookplaat berekend per kg (EC
) in Wh/kg
kookplaat
) in Wh/kg
elektrische
18,0
18,0
21,0
Zone
LV
Zone
LA
Zone
RA
16,0
Zone
RV
184,2 188,0 177,3 203,7
188,3
Tips voor energiezuinig koken met kookplaten
• Gebruik altijd een pan van de juiste grootte voor de hoeveelheid voedsel die u bereidt.
• Giet zoveel water in de pan dat groenten net zijn bedekt.
• Kies voor de pan een zone van de juiste grootte.
• Zet altijd deksels op pannen om de warmte binnen te houden.
• Zet de kookzone lager of uit zodra de kooktemperatuur of kooktoestand is bereikt.
• Gebruik een stoomkoker om groenten te koken. Op die manier kunt u een aantal lagen groenten boven elkaar leggen en nog steeds één ring gebruiken, of gebruik een pan met een verdeler.
• Gebruik een snelkookpan voor het koken van peulvruchten, en gelijke stukken vlees, hele maaltijden, of stoofpotten. Dit versnelt het kookproces.
NL 21
MILIEUASPECTEN
Verpakking en apparaat afdanken
Bij de productie van dit apparaat is gebruik gemaakt van duurzame materialen. Dit apparaat moet aan het einde van zijn levenscyclus op verantwoorde wijze worden afgedankt. De overheid kan u hierover informatie verstrekken.
De verpakking van het apparaat is recyclebaar. Mogelijk zijn de volgende materialen gebruikt:
• karton;
• polyetheenfolie (PE);
• CFK-vrij polystyreen (PS-hardschuim).
Deze materialen moeten op verantwoorde wijze en conform de overheidsvoorschriften worden afgedankt.
Om te wijzen op de noodzaak van gescheiden inzameling van elektrische huishoudelijke apparatuur, is op het product het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht. Dit betekent dat het apparaat aan het einde van zijn levensduur niet met het gewone huisvuil mag worden meegegeven. Het apparaat moet naar een speciaal centrum voor gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden gebracht of naar een verkooppunt dat deze dienst aanbiedt.
NL 22
Het apart inleveren van huishoudelijke apparaten voorkomt mogelijk negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid, en zorgt ervoor dat de materialen in deze apparaten kunnen worden teruggewonnen, waardoor in aanzienlijke mate kan worden bespaard op energie en grondstoffen.
Verklaring van conformiteit
Wij verklaren dat onze producten voldoen aan de toepasselijke Europese richtlijnen, normen en voorschriften, evenals aan alle vereisten in de normen waarnaar wordt verwezen.
CONTENTS
Your induction hob
Introduction 4 Description 5 Control panel 6
Safety instructions
Temperature safety 7 Cooking-time limiter 7 Healthy cooking 7
Use
Induction noises 8 Pans 8 Power level settings 9 Pan detection 10 Cooking-timer/minute minder 10 Boost 10 Indications in the display 11 Hob functions table 11 Cooking settings 11 Cooking tips 12
Operation
Start cooking 14 Finish cooking 15 Timer control 15 Lock mode 16 Pause cooking 17 Warming function 17
Maintenance
Cleaning 18
Faults
General 19 Troubleshooting table 19
Technical specifications
Information according regulation (EU) 66/2014 21
Environmental aspects
Disposal of packaging and appliance 22
EN 3
YOUR INDUCTION HOB
Introduction
This hob has been designed for the real lover of cooking. Cooking on an induction hob has a number of advantages. It is easy, because the hob reacts quickly and can also be set to a very low power level. Because, moreover, it can also be set to a high power level, it can bring dishes to the boil very quickly. The ample space between the cooking zones makes cooking comfortable.
Cooking on an induction hob is different from cooking on a traditional appliance. Induction cooking makes use of a magnetic field to generate heat. This means that you cannot use just any pan on it. The pans section gives more information about this.
For optimum safety the induction hob is equipped with several temperature protections and a residual heat indicator, which shows which cooking zones are still hot.
This manual describes how you can make the best possible use of the induction hob. In addition to information about operation, you will also find background information that can assist you in using this product. You will also find cooking tables and maintenance tips.
Read the manual thorougly before using the appliance, and store these instructions in a safe place for future reference.
The manual also serves as reference material for service technicians. Please, therefore, stick the appliance identification card in the space provided, at the back of the manual.
The appliance identification card contains all the information that the service technician will need in order to respond appropriately to your needs and questions.
The installation instructions are included separate.
Enjoy your cooking!
EN 4
YOUR INDUCTION HOB
Description
2
1
1. Cooking zone ø 16 cm / 1.2 kW - 1.5 kW (B)
2. Cooking zone ø 18 cm / 1,5 kW - 2.0 kW (B)
3. Cooking zone ø 16 cm / 1.2 kW - 1.5 kW (B)
4. Cooking zone ø 18 cm / 1,5 kW - 2.0 kW (B)
5. Control panel
6. Cooking zone ø 18 cm / 1.6 kW - 1.8 kW (B)
7. Cooking zone ø 18 cm / 1.6 kW - 1.8 kW (B)
8. Cooking zone ø 21 cm / 1.8 kW - 2.2 kW (B)
9. Cooking zone ø 16 cm / 1.1 kW - 1.2 kW (B)
5 5
3
4
7 8
6
9
EN 5
YOUR INDUCTION HOB
Control panel
1
5 6 7 8 9 10
1. Warming key
2. Power slider for cooking zone left back
3. Power slider for cooking zone right back
4. Pause key
5. Boost key
6. Power slider for cooking zone left front
7. Minus ‘-’ timer key
8. Plus ‘+’ timer key
9. Power slider for cooking zone right front
10. On/Off key
2 3 4
EN 6
Loading...
+ 58 hidden pages