Gevaar! Gevaar voor letsel
Danger! Risk of injury
Danger! Risque de blessure
Gefahr! Verletzungsgefahr
NL 4
Waarschuwing! Risico op beschadigen van het toestel
Caution! Risk of damaging the appliance
Attention! Risque d’endommager l’appareil
Achtung! Gefahr der Beschädigung des Geräts
Bereiding starten 14
Klaar met koken 15
Timerbediening 15
Slot functie 16
Koken pauzeren 17
Warmhoudfunctie 17
Onderhoud
Reiniging 18
Problemen oplossen
Algemeen 19
Probleemoplossingstabel 19
Technische specificaties
Informatie volgens verordening (EU) 66/2014 21
Milieuaspecten
Verpakking en apparaat afdanken 22
NL 3
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Inleiding
Deze kookplaat is ontworpen voor de echte kookliefhebber. Koken op een inductiekookplaat
heeft een aantal voordelen. Het is makkelijk, omdat de kookplaat snel reageert en ook op een
zeer laag vermogen is in te stellen. Bovendien kunt u dankzij het hoge vermogen gerechten zeer
snel aan de kook brengen. Door de ruime afstanden tussen de kookzones kunt u comfortabel
koken.
Koken op een inductiekookplaat is anders dan koken op een traditioneel apparaat.
Bij inductiekoken wordt gebruikgemaakt van een magnetisch veld om warmte op te wekken.
Dit betekent dat u niet zomaar een willekeurige pan kunt gebruiken. In het hoofdstuk ‘Pannen’
vindt u hierover meer informatie.
Voor optimale veiligheid is de inductiekookplaat uitgerust met meerdere
temperatuurbeveiligingen en een restwarmte-indicator die laat zien welke kookzones nog heet
zijn.
In deze gebruiksaanwijzing staat beschreven hoe u de inductiekookplaat optimaal kunt
gebruiken. Naast informatie over de bediening vindt u hierin ook achtergrondinformatie die
van pas kan komen bij het gebruik van het apparaat. Verder vindt u ook kooktabellen en
onderhoudstips.
Lees de gebruiksaanwijzing door voordat u het apparaat in gebruik neemt en bewaar deze
op een veilige plaats voor toekomstig gebruik.
Daarnaast dient de gebruiksaanwijzing ook als naslagwerk voor servicemonteurs. Plak daarom
het identificatiekaartje van het apparaat in het daarvoor bestemde kader, achter in de
gebruiksaanwijzing. Het identificatiekaartje van het apparaat bevat alle informatie die de
servicemonteur nodig heeft om adequaat op uw vragen te reageren.
De installatie-instructies worden afzonderlijk meegeleverd.
Veel kookplezier!
NL 4
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Beschrijving
2
1
1. Kookzone ø 16 cm / 1,2 kW - 1,5 kW (B)
2. Kookzone ø 18 cm / 1,5 kW - 2,0 kW (B)
3. Kookzone ø 16 cm / 1,2 kW - 1,5 kW (B)
4. Kookzone ø 18 cm / 1,5 kW - 2,0 kW (B)
5. Bedieningspaneel
6. Kookzone ø 18 cm / 1,6 kW - 1,8 kW (B)
7. Kookzone ø 18 cm / 1,6 kW - 1,8 kW (B)
8. Kookzone ø 21 cm / 1,8 kW - 2,2 kW (B)
9. Kookzone ø 16 cm / 1,1 kW - 1,2 kW (B)
55
3
4
78
6
9
NL 5
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Bedieningspaneel
1
5678910
1. Warmhoudtoets
2. Vermogenschuifregelaar voor kookzone linksachter
3. Vermogenschuifregelaar voor kookzone rechtsachter
4. Pauzetoets
5. Boosttoets
6. Vermogenschuifregelaar voor kookzone linksvoor
7. Mintoets ‘-’ van timer
8. Plustoets ‘+’ van timer
9. Vermogenschuifregelaar voor kookzone rechtsvoor
10. Aan/uit-toets
234
NL 6
VEILIGHEID
Lees eerst de afzonderlijke veiligheidsinstructies
voordat u het apparaat in gebruik neemt!
Temperatuurbeveiliging
Een sensor controleert continu de temperatuur van bepaalde onderdelen van de kookplaat.
Elke kookzone is voorzien van een sensor die continu de temperatuur van de bodem van de
pan controleert om risico op oververhitting te voorkomen wanneer een pan droogkookt. Bij een
te hoge temperatuur wordt het vermogen van de kookplaat verlaagd of wordt de kookplaat
automatisch uitgeschakeld.
Kookduurbegrenzer
De kookduurbegrenzer is een veiligheidsfunctie van uw kookplaat. Deze wordt
geactiveerd als u vergeet de kookplaat uit te schakelen. Afhankelijk van de gekozen
instelling wordt de kookduur als volgt begrensd:
Geadviseerd wordt om de oliesoort af te stemmen op de baktemperatuur om zo gezond
mogelijk te bakken. Elke oliesoort heeft een ander rookpunt waarbij giftige gassen vrijkomen.
In onderstaande tabel staat het rookpunt van diverse oliesoorten.
OlieRookpunt °COlieRookpunt °C
Extra vierge olijfolie160 °CZonnebloemolie227 °C
Boter/kokosolie177 °CMaïsolie/arachideolie232 °C
Koolzaadolie204 °COlijfolie242 °C
Vierge olijfolie216 °CRijstolie255 °C
NL 7
GEBRUIK
Inductiegeluiden
Een tikkend geluid
• Dit wordt veroorzaakt door de vermogensbegrenzer op de linker- en rechterzones.
Ook bij lagere instellingen kunt u een tikkend geluid horen.
Pannen maken geluid
• Pannen kunnen tijdens het koken geluid maken. Dit wordt veroorzaakt door de energie
die van de kookplaat naar de pan stroomt. Bij hoge instellingen is dit bij bepaalde pannen
een heel normaal verschijnsel. Dit is niet schadelijk voor de pannen of de kookplaat.
De ventilator maakt geluid
• Het apparaat is voorzien van een ventilator om de levensduur van de elektronica te
verlengen. Als u het apparaat intensief gebruikt, wordt de ventilator ingeschakeld om
het apparaat te koelen en hoort u een zoemend geluid. De ventilator blijft nog enkele
minuten doorwerken nadat de kookplaat is uitgeschakeld.
Pannen
• Plaats een pan altijd in het midden van een kookzone.
• Voor inductiekoken zijn pannen van een bepaalde kwaliteit vereist.
• Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch koken en inductiekoken.
Deze moeten beschikken over:
▷een dikke bodem (minimaal 2,25 mm);▷een vlakke bodem.
• De meest geschikte pannen zijn voorzien van het keurmerk ‘Class Induction’.
Gebruik op de inductiekookplaat geen pannen waarmee al eerder op
een gaskookplaat is gekookt. Deze zijn ongeschikt.
Met een magneet kunt u controleren of uw pannen geschikt zijn. De pan is geschikt
als de magneet door de bodem van de pan wordt aangetrokken.
Wees voorzichtig met geëmailleerde pannen van plaatstaal! Het emaille kan
afsplinteren (het emaille komt los van het staal) als u de kookplaat op een hoge stand
inschakelt terwijl de pan (te) droog is; de panbodem kan kromtrekken, bijvoorbeeld
vanwege oververhitting of door gebruik van een te hoog vermogen.
• Gebruik nooit pannen met een vervormde basis. Een holle of bolle bodem kan de
werking van de beveiliging tegen oververhitting belemmeren. Het toestel wordt te warm.
Hierdoor kan de glasplaat barsten en de panbodem smelten.
• Schade die het gevolg is van het gebruik van ongeschikte pannen of van droogkoken,
valt buiten de garantie.
Minimale pandiameter
• De minimale diameter van de panbodem bedraagt 14 cm.
• U bereikt het beste resultaat met een pan van dezelfde diameter als de kookzone.
De kookzone wordt niet ingeschakeld als een pan te klein is.
Snelkookpannen
• Inductiekoken is bij uitstek geschikt voor het gebruik van snelkookpannen. De kookzone
reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook snel op druk is. Het kookproces stopt
onmiddellijk zodra u een kookzone uitschakelt.
Vermogen instellen
De kookzones hebben 9 niveaus. Daarnaast is er nog een boost-niveau (B). Stel het vermogen
in door de schuifregelaar aan te raken. Bij de eerste aanraking wordt het niveau ingesteld
op het deel van de schuifregelaar dat u aanraakt. De instelling van het vermogen verandert
wanneer u met uw vinger over de schuifregelaar schuift. Het niveau wordt hoger wanneer u
naar rechts schuift. Het niveau wordt lager wanneer u naar links schuift. Als u uw vinger van de
schuifregelaar haalt, begint het kookveld op het ingestelde niveau.
Maximaal vermogen
Tijdens het koken is het maximaal beschikbare vermogen van elke kookzone afhankelijk
van hoeveel kookzones er tegelijk gebruikt worden:
Het vermogensniveau begint te knipperen wanneer de maximale instelling is bereikt.
1234
B/B/B/B8/9/9/B7/7/7/77/7/7/7
NL 9
GEBRUIK
Pandetectie
• Als de kookplaat na het instellen van het vermogen geen (ijzerhoudende) pan detecteert,
knipperen het symbool voor pandetectie en de geselecteerde vermogensinstelling
beurtelings op het display en blijft de kookplaat koud.
• Indien er niet binnen twee minuten een (ijzerhoudende) pan op de kookzone wordt
geplaatst, wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld (zie ook het hoofdstuk 'Pannen').
Boost
• De boostfunctie wordt gebruikt om gedurende korte tijd (maximaal 5 minuten) op maximaal
vermogen te koken. Aan het einde van de maximale boost-tijd wordt het vermogen verlaagd
naar de laatstgekozen instelling. De boostfunctie kan alleen worden ingesteld als de
temperatuur van de kookplaat dit toestaat.
• Zolang de boostfunctie actief is, kan er geen kookwekker worden ingesteld.
Meldingen op het display
NL 10
Op display
Status
Vermogen van kookzone: 1 = lage instelling, 9 = hoge instelling
Boostfunctie actief
Indicatie timerkoppeling
Kinderslotfunctie geselecteerd
Warmhoudfunctie geselecteerd
Geen (geschikte) pan op kookzone (pandetectiesymbool)
Pauzefunctie actief
Restwarmte-indicator: de kookplaat heeft voor elke kookzone een
restwarmte-indicator waarmee wordt aangegeven welke kookzone nog
warm is. Ondanks dat de kookplaat is uitgeschakeld, blijft de indicator H
zichtbaar zolang de kookzone warm is! Raak de kookzones niet aan
wanneer deze indicator brandt. Gevaar! Risico op brandwonden.
Foutcode: zie de probleemoplossingstabel
GEBRUIK
Functietabel
FunctieTe gebruiken
toets(en)
Verwarmen
Timer
Pauzeren
Boost
Slot
Beschrijving
Met de warmhoudfunctie houdt u bereid voedsel warm.
U kunt de timer instellen voor elke kookzone afzonderlijk.
U kunt kooktijden tot 99 minuten programmeren.
Het timeralarm klinkt wanneer de ingestelde tijd is verstreken.
De kookzone wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de
ingestelde tijd is verstreken.
Hiermee kunt u de kookplaat in de pauzestand zetten.
U kunt de boostfunctie gebruiken om max. vijf minuten op
de hoogste vermogensstand te koken. De boostfunctie kan
alleen worden geactiveerd als deze voor de geselecteerde
kookzone kan worden gebruikt.
Als toetsvergrendelingsfunctie tijdens gebruik. Voor het
vergrendelen van de toetsen tijdens gebruik. Als deze functie
actief is, is het niet mogelijk om aanpassingen te maken door
de toetsen aan te raken. Alleen de aan-/uittoets is actief,
zodat de kookplaat kan worden uitgezet.
Als kinderslotfunctie wanneer geen kookzone
geselecteerd of actief is. Door de kinderslotbeveiliging te
activeren, verhindert u dat het apparaat en de kookplaten
worden ingeschakeld, zodat wordt voorkomen dat kinderen
het toestel gebruiken en mogelijk gewond raken.
Kookinstellingen
Aangezien de instellingen afhankelijk zijn van de hoeveelheid en samenstelling van het gerecht
in de pan, geldt de onderstaande tabel alleen als richtlijn.
Gebruik de boost-instelling voor:
• snel aan de kook brengen van voedsel of vloeistof;
• slinken van groene groenten;
• verhitten van olie en vet;
• wokken
NL 11
GEBRUIK
Gebruik instelling 9 voor:
• aanbraden van vlees;
• bereiden van vis;
• bakken van omeletten;
• bakken van gekookte aardappelen;
• frituren van voedsel.
Gebruik instelling 7 en 8 voor:
• bakken van dikke pannenkoeken;
• bakken van dikke lappen gepaneerd vlees;
• bakken van bacon (vet);
• koken van rauwe aardappelen;
• bakken van wentelteefjes;
• bakken van gepaneerde vis;
• doorkoken van pasta;
• bakken van dunne (gepaneerde) lappen vlees;
Gebruik instelling 4-6 voor:
• doorkoken van grote hoeveelheden;
• ontdooien van harde groenten;
• bakken van dikke lappen gepaneerd vlees.
Gebruik instelling 1-3 voor:
• trekken van bouillon;
• stoven van vlees;
• zacht koken van groenten;
• smelten van chocolade;
• pocheren;
• smelten van kaas.
Kooktips
• Verlaag de temperatuurinstelling wanneer het eten begint te koken.
• Door een deksel te gebruiken, verkort u kooktijden en bespaart u energie doordat de
warmte wordt vastgehouden.
• Beperk de hoeveelheid vloeistof of vet om de kooktijden te verkorten.
• Begin met koken op een hoge temperatuur en verlaag de instelling wanneer het eten
goed is verhit.
NL 12
GEBRUIK
Sudderen, rijst koken
• Sudderen gebeurt onder het kookpunt, op ongeveer 85 ˚C, wanneer bellen af en toe naar
het oppervlak van het kookvocht opstijgen. Dit is het geheim van heerlijke soepen en
malse stoofpotten, omdat de smaken zich kunnen ontwikkelen zonder dat het eten te gaar
wordt. Sauzen op basis van ei en met bloem gebonden sauzen kunt u ook beter onder het
kookpunt bereiden.
• Voor sommige bereidingswijzen, zoals het koken van rijst door de korrels het water te laten
absorberen, is mogelijk een hogere instelling nodig dan de laagste instelling om ervoor te
zorgen dat het eten goed gaar wordt binnen de aangegeven tijd.
Steak dichtschroeien
• Zo krijgt u sappige, smaakvolle steaks:
▷Laat het vlees vóór het bakken ongeveer 20 minuten bij kamertemperatuur staan.▷Verwarm een koekenpan met dikke bodem.▷Bestrijk beide kanten van de steak met olie. Giet een kleine hoeveelheid olie in de hete
pan en leg het vlees vervolgens in de hete pan.
▷Draai de steak slechts eenmaal om tijdens het bakken. De precieze baktijd is afhankelijk
van de dikte van de steak en van hoe doorbakken u het vlees wilt. De tijd verschilt van
2-8 minuten per kant. Druk op de steak om te controleren hoe doorbakken hij is: hoe
steviger de steak aanvoelt, hoe gaarder hij is.
▷Laat de steak vóór het serveren een paar minuten op een warm bord rusten, zodat de
steak mals kan worden.
Roerbakken
• Kies een wok met platte bodem die geschikt is voor inductieplaten of een grote koekenpan.
• Zorg ervoor dat alle ingrediënten en kookgerei klaarliggen. Roerbakken is een snel
kookproces. Als u grote hoeveelheden gaat bakken, is het beter om het eten in een aantal
kleinere porties te bereiden.
• Verwarm de pan kort voor en voeg twee eetlepels olie toe.
• Bak eerst het vlees, zet het apart en houd het warm.
• Roerbak de groenten. Wanneer de groenten heet zijn, maar nog wel knapperig, zet u de
kookzone op een lagere instelling. Doe het vlees weer terug in de pan en voeg uw saus toe.
• Roer de ingrediënten voorzichtig om ervoor te zorgen dat alles goed wordt verwarmd.
• Dien direct op.
NL 13
BEDIENING
Bereiding starten
Gebruik van de aanraaktoetsen
Plaats uw vingertop plat op een toets of op de schuifregelaar. U hoeft geen druk uit te voeren.
De aanraaktoetsen reageren alleen op lichte druk van een vingertop. Bedien de regelaars niet
met andere objecten.
Na activering van een toets of de schuifregelaar klinkt er een geluidssignaal.
1. Raak de aan/uit-toets aan en houd deze vast totdat u een geluidssignaal hoort.
▷Alle displays geven ‘-’ en ‘--’ weer (timerdisplay), wat aangeeft dat de stand-bymodus
van de inductiekookplaat actief is.
2. Plaats een geschikte pan op een kookzone.
▷Zorg ervoor dat de onderzijde van de pan en het oppervlak van de kookzone schoon en
droog zijn.
3. Raak een schuifregelaar aan om een vermogensstand te selecteren.
▷Er klinkt een kort geluidssignaal. ▷De indicator van de vermogensstand knippert.
< --------------------->
Wanneer het symbool voor pandetectie knippert:
• hebt u de pan niet op de juiste kookzone geplaatst;
• is de gebruikte pan niet geschikt voor inductiekoken;
• is de pan te klein of niet goed op de kookzone geplaatst.
▷De plaat wordt niet warm totdat er een geschikte pan op de kookzone is geplaatst.▷Het display wordt na 2 minuten automatisch uitgeschakeld als er geen geschikte pan op
de plaat wordt gezet.
De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld als deze gedurende 60 seconden
niet wordt gebruikt.
NL 14
BEDIENING
Klaar met koken
• Zet de vermogensstand op nul (0) om de kookzone uit te schakelen.
• Schakel de kookplaat uit door de Aan/Uit-toets aan te raken.
of
Het symbool H wordt weergegeven op het display van de kookzone, als die te heet is
om te worden aangeraakt. De letter verdwijnt wanneer het oppervlak is afgekoeld tot
een veilige temperatuur. U kunt ook energie besparen door een nog hete kookzone te
gebruiken om andere pannen te verwarmen.
Timerbediening
De timer gebruiken
1. Schakel de kookplaat in.
2. Raak de schuifregelaar van de kookzone aan waarvoor u de timer wilt instellen.
3. Stel de tijd in door de mintoets (-) of plustoets (+) van de timer aan te raken.
▷Raak de mintoets (-) of plustoets (+) eenmaal aan om de tijd met 1 minuut te verkorten of
verlengen.
▷Houd de mintoets (-) of plustoets (+) ingedrukt om de tijd met 10 minuten te verkorten of
verlengen.
▷Zolang de tijd op het display knippert, kunt u deze nog aanpassen.
▷Wanneer de tijd is ingesteld, begint de timer direct met aftellen. ▷Op het display wordt de resterende tijd weergegeven.▷De rode stip naast de vermogensstandweergave licht op om aan te geven dat de
kookzone is gekoppeld aan de timer.
▷Wanneer de kooktimer afloopt, wordt de bijbehorende kookzone automatisch
uitgeschakeld.
▷Gedurende 30 seconden klinkt er een alarm en het timerdisplay geeft ‘--’ weer.
NL 15
BEDIENING
De ingestelde kookduur wijzigen
U kunt de kooktijd op elk gewenst moment wijzigen.
1. Raak de schuifregelaar aan van de kookzone waarvoor u de timer wilt aanpassen.
▷De verlichte stip naast de vermogensstand knippert.▷Let goed op dat u op de juiste plek op de schuifregelaar tikt, zodat de vermogensstand
niet wordt gewijzigd.
2. Raak de plustoets ‘+’ of de mintoets ‘-’ van de timer aan.
▷De tijdindicator op het timerdisplay knippert.▷Als u de tijd niet binnen 5 seconden wijzigt nadat u de plustoets ‘+’ of de mintoets ‘-’
van de timer hebt aangeraakt, blijft de oorspronkelijke kookduur ongewijzigd.
3. Raak de plustoets ‘+’ of mintoets ‘-’ van de timer aan om de kookduur te wijzigen.
De resterende kooktijd controleren
Op het display van de timer wordt de eerste ingestelde timerstand weergegeven.
▷Een verlichte stip naast de vermogensstand geeft aan dat de kookzone is gekoppeld
aan een timer.
1. Raak de schuifregelaar aan van de kookzone waarvoor u de timer wilt aanpassen.
▷De verlichte stip naast de vermogensstand knippert. ▷De resterende kooktijd is zichtbaar op het timerdisplay.
De timer uitschakelen
Voer de volgende stappen uit om de timer uit te schakelen voordat de ingestelde tijd is
verstreken:
1. Raak de schuifregelaar van de kookzone aan waarvoor u de timer wilt uitschakelen.
▷De verlichte stip en de vermogensstand knipperen.
2. Raak tegelijkertijd de plustoets ‘+’ en de mintoets ‘-’ van de timer aan.
▷De verlichte stip naast de vermogensstand gaat uit.▷Het timerdisplay geeft ‘00’ weer.
Slot functie
1. Raak tegelijkertijd ongeveer 2 seconden de plustoets ‘+’ en de mintoets ‘-’ aan.
▷De timerindicator geeft “Lo” weer.
2. Raak tegelijkertijd ongeveer 2 seconden de plustoets ‘+’ en de mintoets ‘-’ aan om de
vergrendeling uit te schakelen.
NL 16
BEDIENING
Koken pauzeren
1. Raak de pauzetoets aan.
▷Er klinkt een kort geluidssignaal. ▷De displays geven de pauzesymbolen weer. Het pauzeren van het koken is geactiveerd. ▷In de pauzestand worden de kookwekkers gepauzeerd.
2. Raak de pauzetoets opnieuw aan om de pauzemodus uit te schakelen.
▷Er klinkt een kort geluidssignaal. ▷De kookzones gaan verder met de eerder geselecteerde vermogensstand. ▷De kooktimers beginnen met aftellen.▷Alle toetsen zijn inactief, behalve de Aan/uit-toets en de pauzetoets.▷Gebruik de pauzefunctie om de gehele kookplaat tijdens het koken gedurende
maximaal 10 minuten te ‘pauzeren’. Na 10 minuten wordt de kookplaat uitgeschakeld.
Warmhoudfunctie
1. Schakel de kookplaat in en selecteer een kookzone.
2. Raak de warmhoudtoets aan om de warmhoudfunctie te starten.
▷Het display geeft het warmhoudsymbool weer.
3. Raak de schuifregelaar van de kookzone aan om de warmhoudfunctie uit te schakelen.
NL 17
ONDERHOUD
Reiniging
Wij raden u aan het apparaat na gebruik te reinigen. Zo voorkomt u dat overgekookt
eten de glasplaat kan beschadigen.
• Gebruik een vochtige doek en een mild reinigingsmiddel (afwasmiddel) om het apparaat te
reinigen.
• Droog het apparaat af met een stukje keukenrol of een doek.
• Gebruik een glasschraper om overgebleven voedselresten, gesmolten kunststof of suiker te
verwijderen.
Gebruik geen bijtende reinigingsmiddelen; deze kunnen krassen veroorzaken.
Gebruik geen staalwol, schuursponsjes of andere scherpe voorwerpen om het
apparaat te reinigen.
NL 18
PROBLEMEN OPLOSSEN
Algemeen
Wanneer u een barst in de glasplaat ziet (hoe klein ook), schakelt u de kookplaat onmiddellijk uit,
haalt u stekker uit het stopcontact of zet u de (automatische) zekering(en) in de meterkast uit.
Zet bij een permanente aansluiting de schakelaar in de leiding van de stroomvoorziening op nul.
Neem contact op met de serviceafdeling.
Probleemoplossingstabel
Als het apparaat niet naar behoren werkt, betekent dit niet altijd dat het defect is.
Probeer het probleem eerst zelf op te lossen door de onderstaande punten na te lopen.
U kunt voor meer informatie ook terecht op de website www.etna.nl.
SymptoomMogelijke oorzaakOplossing
Het display gaat branden
wanneer de kookplaat
de eerste keer wordt
ingeschakeld.
De ventilator blijft nog enkele
minuten doorwerken nadat de
kookplaat is uitgeschakeld.
In het begin is het mogelijk
dat u een lichte geur ruikt.
De pannen maken geluid
tijdens het koken.
U hebt een kookzone
ingeschakeld maar het
display toont ‘u’.
Een kookzone stopt
plotseling en u hoort een
signaal.
Dit is de normale
opstartroutine.
De kookplaat koelt af.Normale werking.
Het nieuwe apparaat wordt
opgewarmd.
Dit wordt veroorzaakt door de
energie die van de kookplaat
naar de pan stroomt.
De gebruikte pan is niet
geschikt voor inductiekoken
of heeft een diameter van
minder dan 12 cm.
De vooraf ingestelde tijd is
verstreken.
Normale werking.
Dit is normaal en verdwijnt
nadat het apparaat een
aantal keer is gebruikt.
Ventileer de keuken.
Bij hoge instellingen is dit
bij bepaalde pannen een
heel normaal verschijnsel.
Dit is niet schadelijk voor de
pannen of de kookplaat.
Gebruik een geschikte pan.
Schakel het alarm uit door de
toets ‘+’ van de timer aan te
raken.
NL 19
PROBLEMEN OPLOSSEN
SymptoomMogelijke oorzaakOplossing
De kookplaat werkt niet en
er verschijnt niets op het
display.
Bij het inschakelen van de
kookplaat slaat er een stop
door.
Foutcode E1 of E2.
Foutcode E3 of E4.
Foutcode E5 of E6.
Overige foutcodes.
Er is geen stroom vanwege
een defecte kabel of defecte
aansluiting.
Foutieve elektrische
aansluiting.
Voedingsspanning of
-frequentie wijkt af van de
nominale waarden.
Interne temperatuur van de
kookplaat is te hoog.
Interne temperatuur van
kookplaat is te hoog.
Defecte generator.Neem contact op met de
Controleer de zekeringen en
de elektriciteitsschakelaar
(als er geen stekker is).
Controleer de elektrische
aansluitingen.
Neem contact op met een
erkende installateur.
Schakel de kookplaat uit en
laat deze afkoelen (H verdwijnt
van de displays). Schakel de
kookplaat in. Als dezelfde fout
opnieuw wordt weergegeven,
neemt u contact op met een
erkende servicemedewerker.
Controleer of de kookplaat
voldoende ventilatie heeft en
of deze op de juiste manier is
ingebouwd. Laat de kookplaat
afkoelen en probeer deze
opnieuw te starten. Controleer
of de ventilator goed werkt; zo
niet, neem dan contact op met
een servicemonteur.
serviceafdeling.
NL 20
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Informatie volgens verordening (EU) 66/2014
Metingen volgens EN60350-2
LV
KIS560ZT
van inductie
18,0
LA
16,0
Zone
RA
Zone
187,4
18,0
Zone
RV
Modelaanduiding
Type kookplaatInductiekookplaat
Aantal elektrische kookzones en/of kookgebieden4
VerwarmingstechnologieKookzones/gebieden op basis
Voor ronde elektrische kookzones: de diameter van het
bruikbare oppervlak per elektrisch verwarmde kookzone in cm
Energieverbruik per kookzone of kookgebied berekend per kg
(EC
elektrische kookplaat
Energieverbruik voor de kookplaat berekend per kg (EC
) in Wh/kg
kookplaat
) in Wh/kg
elektrische
16,0
Zone
183,1 187,7 176,2202,4
Modelaanduiding
KIS577ZT
Type kookplaatInductiekookplaat
Aantal elektrische kookzones en/of kookgebieden4
VerwarmingstechnologieKookzones/gebieden op basis
van inductie
Voor ronde elektrische kookzones: de diameter van het
bruikbare oppervlak per elektrisch verwarmde kookzone in cm
Energieverbruik per kookzone of kookgebied berekend per kg
(EC
elektrische kookplaat
Energieverbruik voor de kookplaat berekend per kg (EC
) in Wh/kg
kookplaat
) in Wh/kg
elektrische
18,0
18,0
21,0
Zone
LV
Zone
LA
Zone
RA
16,0
Zone
RV
184,2 188,0 177,3203,7
188,3
Tips voor energiezuinig koken met kookplaten
• Gebruik altijd een pan van de juiste grootte voor de hoeveelheid voedsel die u bereidt.
• Giet zoveel water in de pan dat groenten net zijn bedekt.
• Kies voor de pan een zone van de juiste grootte.
• Zet altijd deksels op pannen om de warmte binnen te houden.
• Zet de kookzone lager of uit zodra de kooktemperatuur of kooktoestand is bereikt.
• Gebruik een stoomkoker om groenten te koken. Op die manier kunt u een aantal lagen
groenten boven elkaar leggen en nog steeds één ring gebruiken, of gebruik een pan
met een verdeler.
• Gebruik een snelkookpan voor het koken van peulvruchten, en gelijke stukken vlees,
hele maaltijden, of stoofpotten. Dit versnelt het kookproces.
NL 21
MILIEUASPECTEN
Verpakking en apparaat afdanken
Bij de productie van dit apparaat is gebruik gemaakt van duurzame materialen.
Dit apparaat moet aan het einde van zijn levenscyclus op verantwoorde wijze worden afgedankt.
De overheid kan u hierover informatie verstrekken.
De verpakking van het apparaat is recyclebaar. Mogelijk zijn de volgende materialen gebruikt:
• karton;
• polyetheenfolie (PE);
• CFK-vrij polystyreen (PS-hardschuim).
Deze materialen moeten op verantwoorde wijze en conform de overheidsvoorschriften worden
afgedankt.
Om te wijzen op de noodzaak van gescheiden inzameling van
elektrische huishoudelijke apparatuur, is op het product het symbool
van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht. Dit betekent dat het
apparaat aan het einde van zijn levensduur niet met het gewone
huisvuil mag worden meegegeven. Het apparaat moet naar een
speciaal centrum voor gescheiden afvalinzameling van de gemeente
worden gebracht of naar een verkooppunt dat deze dienst aanbiedt.
NL 22
Het apart inleveren van huishoudelijke apparaten voorkomt mogelijk
negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid, en zorgt ervoor
dat de materialen in deze apparaten kunnen worden teruggewonnen,
waardoor in aanzienlijke mate kan worden bespaard op energie en
grondstoffen.
Verklaring van conformiteit
Wij verklaren dat onze producten voldoen aan de toepasselijke Europese richtlijnen,
normen en voorschriften, evenals aan alle vereisten in de normen waarnaar wordt
verwezen.
CONTENTS
Your induction hob
Introduction 4
Description 5
Control panel 6
Safety instructions
Temperature safety 7
Cooking-time limiter 7
Healthy cooking 7
Use
Induction noises 8
Pans 8
Power level settings 9
Pan detection 10
Cooking-timer/minute minder 10
Boost 10
Indications in the display 11
Hob functions table 11
Cooking settings 11
Cooking tips 12
Operation
Start cooking 14
Finish cooking 15
Timer control 15
Lock mode 16
Pause cooking 17
Warming function 17
Maintenance
Cleaning 18
Faults
General 19
Troubleshooting table 19
Technical specifications
Information according regulation (EU) 66/2014 21
Environmental aspects
Disposal of packaging and appliance 22
EN 3
YOUR INDUCTION HOB
Introduction
This hob has been designed for the real lover of cooking. Cooking on an induction hob has
a number of advantages. It is easy, because the hob reacts quickly and can also be set to a very
low power level. Because, moreover, it can also be set to a high power level, it can bring dishes to
the boil very quickly. The ample space between the cooking zones makes cooking comfortable.
Cooking on an induction hob is different from cooking on a traditional appliance. Induction
cooking makes use of a magnetic field to generate heat. This means that you cannot use just
any pan on it. The pans section gives more information about this.
For optimum safety the induction hob is equipped with several temperature protections and
a residual heat indicator, which shows which cooking zones are still hot.
This manual describes how you can make the best possible use of the induction hob. In addition
to information about operation, you will also find background information that can assist you in
using this product. You will also find cooking tables and maintenance tips.
Read the manual thorougly before using the appliance, and store these instructions in
a safe place for future reference.
The manual also serves as reference material for service technicians. Please, therefore,
stick the appliance identification card in the space provided, at the back of the manual.
The appliance identification card contains all the information that the service technician will
need in order to respond appropriately to your needs and questions.
The installation instructions are included separate.
Enjoy your cooking!
EN 4
YOUR INDUCTION HOB
Description
2
1
1. Cooking zone ø 16 cm / 1.2 kW - 1.5 kW (B)
2. Cooking zone ø 18 cm / 1,5 kW - 2.0 kW (B)
3. Cooking zone ø 16 cm / 1.2 kW - 1.5 kW (B)
4. Cooking zone ø 18 cm / 1,5 kW - 2.0 kW (B)
5. Control panel
6. Cooking zone ø 18 cm / 1.6 kW - 1.8 kW (B)
7. Cooking zone ø 18 cm / 1.6 kW - 1.8 kW (B)
8. Cooking zone ø 21 cm / 1.8 kW - 2.2 kW (B)
9. Cooking zone ø 16 cm / 1.1 kW - 1.2 kW (B)
55
3
4
78
6
9
EN 5
YOUR INDUCTION HOB
Control panel
1
5678910
1. Warming key
2. Power slider for cooking zone left back
3. Power slider for cooking zone right back
4. Pause key
5. Boost key
6. Power slider for cooking zone left front
7. Minus ‘-’ timer key
8. Plus ‘+’ timer key
9. Power slider for cooking zone right front
10. On/Off key
234
EN 6
Loading...
+ 58 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.