U heeft gekozen voor een fornuis van Etna. Optimaal gebruikscomfort
en een eenvoudige bediening stonden voorop bij de ontwikkeling van
dit product. De uitgebreide instelmogelijkheden maken het mogelijk
exact dìe bereidingswijze te kiezen die u voor ogen staat.
De gaskookplaat is ontworpen voor de echte kookliefhebber. De
verschillen in brandercapaciteit zorgen ervoor dat u ieder gerecht kunt
bereiden. Dankzij de geïntegreerde vonkontsteking ontsteekt én bedient
u de branders met één hand. Tevens is de gaskookplaat voorzien van
een vlambeveiliging die ervoor zorgt dat de gastoevoer gesloten wordt
als de vlam tijdens het kookproces dooft.
De ovenfuncties zijn in een logische volgorde op de functieknop
ondergebracht. Daarnaast heeft de oven een schakelklok. Deze
schakelt de oven automatisch uit als de bereidingstijd verstreken is.
Doelmatig en zonder poespas.
In deze handleiding staat beschreven op welke manier u het fornuis zo
optimaal mogelijk kunt benutten. Naast informatie over de bediening
treft u ook achtergrondinformatie aan die u van dienst kan zijn bij het
gebruik van dit product.
Lees de separate veiligheidsvoorschriften
voordat u het toestel in gebruik neemt!
Lees de gebruiksaanwijzing geheel en aandachtig door voordat u
het apparaat gaat gebruiken en bewaar deze zorgvuldig voor latere
raadpleging.
De handleiding dient bovendien als referentie voor de servicedienst.
Het gegevensplaatje bevat alle informatie die de servicedienst nodig
heeft om adequaat op uw vragen te reageren.
Veel kookplezier!
NL 4
UW FORNUIS
Beschrijving
1
3
2
4
5
6
0
°C
250
220
50
7
200
70
180
100
150
120
8
9
1. Sterkbrander linksachter
2. Sudderbrander rechtsachter
3. Normaalbrander linksvoor
4. Wokbrander rechtsvoor
5. Pandrager
6. Sierdeksel
7. Bedieningspaneel
8. Oven
9. Stelvoeten
NL 5
UW FORNUIS
Bedieningspaneel
1234 56 7
89
0
250
220
200
180
150
°C
50
70
100
120
1. Schakelklok
1a. Instelknopje schakelklok
2. Bedieningsknop normaalbrander links-voor
3. Bedieningsknop sterkbrander links-achter
4. Thermostaatknop oven
5. Bedieningsknop sudderbrander rechts-achter
6. Bedieningsknop wokbrander rechts-voor
7. Functieknop oven
8. Controlelampje oven
9. Controlelampje thermostaat
NL 6
1
1a
VÓÓR HET EERSTE GEBRUIK
Gebruik van de oven
• Verwijder alle delen van het toebehoren uit de oven en reinig ze met
een warm sopje. Gebruik geen schurende schoonmaakmiddelen.
• Schakel de oven één uur lang in op de hoogste temperatuur met
boven- en onderwarmte (zie pagina 11). Tijdens de fabricage
gebruikte beschermingsvetten worden dan verwijderd.
• Als de oven voor de eerste maal sterk verhit wordt, zult u een
‘nieuwigheidsluchtje’ ruiken. Dit is normaal. Schakel eventueel de
wasemkap in.
• Na het afkoelen de oven met warm water reinigen.
• Verwarm de oven alleen voor als dit in het recept is vermeld.
Bak- en braadtips
Energiebewust ovengebruik
• Open de ovendeur zo weinig mogelijk.
• Bereid gerechten met ongeveer dezelfde bereidingstemperatuur
(bijvoorbeeld appeltaart en een ovenschotel) tegelijk op hetzelfde
rooster of met een hete lucht functie boven elkaar. Vlees laten
meestoven kan ook.
• Bereid meer gerechten na elkaar, bijvoorbeeld een ovenmaaltijd na
een cake. Vaak kan de bereidingstijd van het tweede gerecht dan
10 minuten korter zijn omdat de oven nog veel warmte in zich heeft.
• Dankzij de ovenisolatie kunnen gerechten met een langere
bereidingstijd (vanaf 1 uur) nagaren op de restwarmte van de oven.
Schakel de oven 10 minuten eerder uit dan aangegeven staat, maar
laat de deur dicht.
• Voorverwarmen is in het algemeen niet nodig, met uitzondering van
gerechten waarvan de bereidingstijd korter dan 30 minuten is of
wanneer een recept dit aangeeft.
• Haal alles wat u niet nodig heeft voor de bereiding uit de oven.
• Schakel de oven uit voordat u het gare gerecht eruit haalt.
Ovenservies
• In principe kunt u elk soort hittebestendig servies gebruiken.
• Spoel glazen servies niet direct na gebruik af onder koud water.
• Gebruik donkere of zwarte bakvormen. Deze geleiden de warmte
Door het plotselinge temperatuurverschil kan het glas barsten.
beter en laten het gerecht gelijkmatiger garen.
NL 7
VÓÓR HET EERSTE GEBRUIK
Bodem niet afdekken
• Het afdekken van de ovenbodem met bijvoorbeeld aluminiumfolie
of een bakplaat kan tot oververhitting en beschadiging van het
email leiden.
• Vervuiling van de ovenbodem door het lekken uit een springvorm
wordt voorkomen door van aluminiumfolie een bakje te vouwen en
dat onder de vorm op het rooster te zetten of door bakpapier onder
de vorm te leggen.
Tijdinstelling
• Kies een 5 minuten kortere bereidingstijd dan in het recept staat
aangegeven. Daardoor kunt u in de laatste fase controleren of het
gerecht of gebak gaar en goed van kleur is. Zo niet, sluit dan de
ovendeur en controleer na enige tijd opnieuw. Het openen en sluiten
van de deur moet langzaam gebeuren. Bij voorkeur niet voordat
driekwart van de bereidingstijd is verstreken.
Warm houden
• U kunt de oven gebruiken voor het warm houden van reeds bereide
gerechten. Kies hiervoor de hete lucht functie en een temperatuur
van 75 °C. Dek gerechten die u warm wilt houden af om uitdrogen
te voorkomen.
Vlees braden
• Het meest geschikt is ‘groot vlees’ vanaf 1 kg. Het vlees krijgt
een regelmatig gevormde, krokante korst, waarbij vrijwel geen
gewichtsverlies optreedt.
• Wrijf het vlees een kwartier van tevoren in met zout en kruiden.
Gebruik voor het braden 80 tot 100 g boter of vet (of een mengsel
hiervan) per 500 g vlees.
NL 8
VÓÓR HET EERSTE GEBRUIK
Braadtijden
• Platte, dunne stukken hebben gemiddeld 5 minuten minder
braadtijd nodig dan dikke of opgerolde stukken vlees. Bij gebruik
van grotere stukken vlees moet per 500 gram meer een 15 tot
20 minuten langere braadtijd worden aangehouden.
• Leg het vlees in een braadslede en overgiet het met hete boter en/
of vet. Als het vlees een vette kant heeft, dan legt u deze tijdens
het braden boven. Vlees zonder vette kant om de 15 minuten
bedruipen. Vlees met vette kant om de 30 minuten bedruipen.
• Voeg, als de jus te donker wordt, tijdens het braden nu en dan
enkele lepels water toe.
• Laat het vlees na de bereiding 10 minuten rusten, afgedekt met
aluminiumfolie, voordat u het aansnijdt.
Ovengeleiders
De ovenwanden zijn uitgerust met geleiders waar het ovenrooster of
een bakplaat op verschillende niveau’s kunnen worden ingeschoven.
Raadpleeg een baktabel of de instructies op de verpakking van de
levensmiddelen voor het plaatsen op het juiste niveau.
Gebruik van de gaskookplaat
• Controleer regelmatig of de branderdoppen en branderringen juist
op de branderkelken liggen; onjuiste positionering kan slechte
ontsteking, ongunstige verbranding of beschadiging van de doppen
tot gevolg hebben.
• De pandrager wordt door de kookbrander zeer sterk verhit,
waardoor na verloop van tijd het email op de dragerpunt kan
inbranden. Dit is niet te voorkomen en valt dan ook niet onder de
garantie.
NL 9
BEDIENING VAN DE OVEN
Instellen van de klok
Als u het toestel voor de eerste keer aansluit, moet de juiste dagtijd
worden ingesteld. Het indicatielampje van de klok (k) knippert.
1. Druk één keer op het instelknopje.
Het indicatielampje van de klok (k) gaat uit.
2. Druk nu vier keer op het instelknopje.
Het indicatielampje van de klok gaat weer knipperen.
k
3. Draai het instelknopje rechtsom of linksom om de wijzers op de
juiste plaats te zetten.
4. Druk tot slot nogmaals op het instelknopje.
De huidige tijd is ingesteld, het indicatielampje gaat uit.
▷Wanneer u na het instellen van de tijd niet op het instelknopje
drukt, zal het indicatielampje na 10 seconden automatisch
uitgaan.
Bediening van de oven
1. Zet de oven op ‘handmatig’.
0
120
°C
50
70
100
2. Selecteer een temperatuur met de thermostaatknop en een
3. Zet de thermostaatknop en de functieknop na afloop van de
Let op; Wanneer de oven niet werkt is het mogelijk dat de
schakelklok geprogrammeerd is. Annuleer het programma door
de instelknop van de schakelklok enkele seconden in te drukken!
De indicatielampjes gaan uit en er klinkt een geluidssignaal.
250
220
200
180
150
▷Wanneer er geen indicatielampje brandt, is de oven ingesteld
op handbediening. Brandt er wel een lampje, dan moet u eerst
de programmering annuleren. U kunt een ingesteld programma
annuleren door de instelknop enkele seconden in te drukken
tot de desbetreffende indicatielampjes uitgaan en u een tweede
geluidssignaal hoort.
ovenfunctie met de functieknop.
Het rode programmalampje en het oranje lampje van de
temperatuur gaan branden; de oven is ingeschakeld.
▷Zie tabel voor meer informatie over de verschillende
ovenfuncties die u kunt kiezen.
bereidingstijd op ‘0’ om de oven uit te schakelen.
NL 10
BEDIENING VAN DE OVEN
Ovenfuncties
Ovenverlichting/ontdooien
De ovenverlichting gaat branden, het rode indicatielampje gaat aan en de ventilator gaat draaien.
De lucht circuleert in de oven zonder dat er verwarmingselementen zijn ingeschakeld. Deze
methode wordt gebruikt voor langzaam ontdooien van levensmiddelen.
Boven- en onderwarmte (conventioneel)
De verwarmingselementen boven en onder in de oven geven gelijkmatig warmte af. Bakken van
gebak of braden van vlees is maar op één niveau mogelijk.
Hetelucht
De ventilator in de achterwand van de oven zorgt voor een voortdurende circulatie van hetelucht
rond het te braden vlees of gebak. Deze ovenfunctie is vooral geschikt voor het braden van vlees
en gebak op meerdere niveaus.
Grill
Het grill-element dat bovenin de oven is bevestigd, straalt warmte uit. Grillen is vooral geschikt
voor het braden van kleine stukken vlees zoals biefstukken, worstjes, schnitzels, karbonades enz
Maxi grill
Het grill-element wordt gelijktijdig met het bovenste ovenelement ingeschakeld. Het grillelement straalt direct op het gerecht. Om het verwarmingsproces te optimaliseren wordt het
bovenelement ook ingeschakeld. Deze verwarmingsmethode is ideaal voor het bereiden van
kleine stukken vlees zoals steaks, biefstukken, worstjes en karbonades.
Ventilator met grill
U kunt grillen met ingeschakelde ventilator. De stralingswarmte wordt door de ventilator rondom
het gerecht geblazen.
Onderwarmte met ventilator
Bij deze ovenfunctie zijn de ventilator en het onderelement tegelijkertijd ingeschakeld.
Deze methode is vooral bruikbaar voor het bakken van dun gebak.
Gebruik de 1e richel van onder af en niet te hoge bakvormen, zodat de warme lucht ook over de
bovenkant van het gerecht kan circuleren.
Bediening van de oven met schakelklok
De schakelklok kunt u op verschillende manieren gebruiken:
• U kunt het eindtijdstip van het bakken/braden/grillen bepalen.
De oven start onmiddelijk. Zodra de ingestelde tijd is verstreken,
schakelt de oven automatisch uit en er gaat een geluidsalarm af.
• Ook kunt u met de schakelklok zowel een starttijdstip als ook
een eindtijdstip ingeven (een automatisch bakproces). De oven
start automatisch en eindigt automatisch. Als het automatische
bakproces is afgelopen, schakelt de oven automatisch uit en er
gaat een geluidsalarm af.
• De schakelklok is ook als kookwekker te gebruiken. De kookwekker
schakelt de oven niet uit.
NL 11
BEDIENING VAN DE OVEN
Het eindtijdstip programmeren
1. Druk twee keer op het instelknopje.
Het indicatielampje ‘stop’ gaat knipperen.
2. Draai het instelknopje rechtsom of linksom om het eindtijdstip in te
stellen.
3. Druk nogmaals op het instelknopje.
Het eindtijdstip is ingesteld, het indicatielampje ‘stop’ brandt.
4. Selecteer een temperatuur met de thermostaatknop en een
ovenfunctie met de functieknop.
Het rode programmalampje en het oranje lampje van de
temperatuur gaan branden; de oven is ingeschakeld.
▷Wanneer de ingestelde tijd verstreken is, gaat het alarm af en
knippert het indicatielampje. Druk het instelknopje in om het
alarm en het indicatielampje uit te schakelen.
▷Wanneer u niks doet, zal het alarm na 1 minuut automatisch
uitschakelen. Het indicatielampje blijft knipperen totdat u op het
instelknopje hebt gedrukt.
5. Zet de thermostaatknop en de functieknop na afloop van de
bereidingstijd op ‘0’ om ook de indicatielampjes van de oven uit te
schakelen.
Het begin- en eindtijdstip programmeren
1. Druk één keer op het instelknopje.
Het indicatielampje ‘start’ gaat knipperen.
2. Draai het instelknopje rechtsom of linksom om het starttijdstip in te
stellen.
3. Druk weer op het instelknopje.
Het starttijdstip is ingesteld, het indicatielampje ‘start’ brandt en het
indicatielampje ‘stop’ gaat knipperen.
4. Draai het instelknopje rechtsom of linksom om het eindtijdstip in te
stellen.
5. Druk nogmaals op het instelknopje.
Het eindtijdstip is ingesteld, het indicatielampje ‘stop’ brandt.
6. Selecteer een temperatuur met de thermostaatknop en een
ovenfunctie met de functieknop.
Het rode programmalampje en het oranje lampje van de temperatuur
gaan branden; de oven schakelt in als de starttijd is bereikt.
NL 12
BEDIENING VAN DE OVEN
▷Wanneer de ingestelde tijd verstreken is, gaat het alarm af en
knipperen de indicatielampjes. Druk het instelknopje in om het
alarm en de indicatielampjes uit te schakelen.
▷Wanneer u niks doet, zal het alarm na 1 minuut automatisch
uitschakelen. De indicatielampjes blijven knipperen totdat u op
het instelknopje hebt gedrukt.
7. Zet de thermostaatknop en de functieknop na afloop van de
bereidingstijd op ‘0’ om ook de indicatielampjes van de oven uit te
schakelen.
Kookwekker
De kookwekker geeft alleen een signaal na het verstrijken van de
ingestelde tijd. De kookwekker schakelt de oven niet uit.
1. Druk drie keer op het instelknopje.
Het indicatielampje van de timer (T) gaat knipperen.
2. Draai het instelknopje rechtsom of linksom om het tijdstip in te
stellen wanneer het geluidsalarm moet afgaan.
3. Druk tot slot nogmaals op het instelknopje.
T
Het alarm is ingesteld, het indicatielampje van de timer (T) brandt.
▷Wanneer de ingestelde tijd verstreken is, gaat het alarm af en
knippert het indicatielampje van de timer. Druk het instelknopje
in om het alarm en het indicatielampje uit te schakelen.
▷Wanneer u niks doet, zal het alarm na 1 minuut automatisch
uitschakelen. Het indicatielampje blijft knipperen totdat u op het
instelknopje hebt gedrukt.
Weergave van het ingestelde programma
U kunt een ingesteld programma weergeven door kort op het
instelknopje te drukken. De wijzers verplaatsen zich naar het
ingestelde tijdstip en het bijbehorende indicatielampje knippert. Daarna
verplaatsen de wijzers zich weer automatisch naar de huidige tijd en
wordt het ingestelde programma voortgezet.
Tussentijds uitschakelen van de oven
1. Druk het instelknopje enkele seconden in tot de desbetreffende
2. Draai de functieknop en de thermostaatknop op ‘0’.
indicatielampjes van het lopende programma uitgaan en u een
tweede geluidssignaal hoort.
De indicatielampjes gaan uit en het toestel is uitgeschakeld.
NL 13
BEDIENING GASKOOKPLAAT
Ontsteken en instellen
Een symbool bij de bedieningsknop geeft aan welke brander wordt
bediend. Elke brander kan traploos worden geregeld tussen vol- en
kleinstand.
Aansteken met vonkontsteking
Druk de bedieningsknop in en draai deze linksom naar de volstand.
De brander ontsteekt.
▷De bedieningsknop moet ongeveer 10 seconden ingedrukt
gehouden worden in verband met de vlambeveiliging.
0-stand
Volstand
Kleinstand
Zone-aanduiding
Vlambeveiliging
Uw gaskookplaat is uitgerust met vlambeveiliging (Tc). Deze zorgt
ervoor dat de gastoevoer gesloten wordt als de vlam tijdens het
kookproces dooft.
Ontsteekt de brander niet of blijft deze niet branden, controleer dan of:
• de branderdop en branderring goed op het branderhuis liggen;
• de brander/bougie (Aa) en thermokoppel (Tc) schoon en droog zijn.
NL 14
COMFORTABEL KOKEN
De kookplaat optimaal gebruiken
Zorg er altijd voor dat de vlammen onder de pan blijven. Als vlammen
om de pan heen spelen gaat veel energie verloren. Bovendien kunnen
de handgrepen dan te heet worden. Gebruik geen pannen met een
kleinere bodemdiameter dan 12 cm. Deze staan niet stabiel.
Fout
Goed
• (Roer)bakken, doorkoken van grote hoeveelheden en frituren kunt u
het beste op de sterk- of wokbrander.
• Gebruik de sudderbrander voor het bereiden van sauzen, sudderen
en doorkoken van gerechten. Op de volstand is deze brander groot
genoeg voor het doorkoken.
• Kook met het deksel op de pan. U bespaart dan tot 50% energie.
• Gebruik pannen met een vlakke, schone en droge bodem. Pannen
met een vlakke bodem staan stabiel en pannen met een schone
bodem dragen de warmte beter over op het gerecht.
Wokbrander
Met de wokbrander kunt u gerechten op een zeer hoge temperatuur
bereiden. Het is hierbij van belang dat u:
• van te voren de ingrediënten in reepjes, plakjes of stukjes snijdt.
• bij het roerbakken olie van goede kwaliteit gebruikt, zoals olijf-,
• de gerechten met de langste bereidingstijd het eerst in de pan doet,
maïs-, zonnebloem- of arachideolie. Een klein beetje is al genoeg.
Boter en margarine verbranden door de grote hitte.
zodat aan het eind van de bereidingstijd alle ingrediënten tegelijk
(beet)gaar zijn.
NL 15
ONDERHOUD
Let op
Maak het toestel spanningsloos voordat met reparatie of schoonmaken
wordt gestart. Bij voorkeur door de stekker uit het stopcontact te halen
of de schakelaar in de meterkast op nul te zetten.
Gebruik geen stoomreiniger of hogedruk-stoomreiniger om het
toestel te reinigen.
Reinigen van de oven
Voorzijde van toestel
Reinig het oppervlak met een vloeibaar, niet-schurend schoonmaak-
middel voor gladde oppervlakken en een zachte doek. Breng het
schoonmaakmiddel aan op de doek en veeg het vuil weg; spoel
daarna met water. Breng het schoonmaakmiddel niet rechtstreeks
op het oppervlak aan. Gebruik geen agressieve of schurende
reinigingsmiddelen, scherpe voorwerpen of staalwol, want hierdoor
ontstaan er krassen op het toestel.
Aluminium oppervlakken
Aluminium oppervlakken moeten worden gereinigd met niet-schurende,
vloeibare schoonmaakmiddelen die voor dergelijke materialen bedoeld
zijn. Breng het schoonmaakmiddel aan op een vochtige doek en reinig
het oppervlak; spoel het oppervlak vervolgens met water. Breng het
reinigingsmiddel niet rechtstreeks op het aluminium oppervlak aan.
Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen of schuursponsjes. Het
oppervlak mag niet in contact komen met ovensprays.
Roestvrijstalen frontpanelen
Reinig het oppervlak met een zacht reinigingsmiddel (zeepsop) en een
zacht sponsje dat het materiaal niet krast. Gebruik geen schurende
of op oplosmiddelen gebaseerde reinigingsmiddelen. Als u deze
instructies niet opvolgt, kan de behuizing beschadigd raken.
Gelakte en kunststof oppervlakken
Reinig de knoppen / toetsen en de deurhandgreep met een zachte
doek en vloeibare schoonmaakmiddelen die geschikt zijn om gladde,
gelakte oppervlakken te reinigen. U kunt ook reinigingsmiddelen
gebruiken die speciaal voor dit soort oppervlakken werden ontwikkeld.
In dit geval volgt u de instructies van de fabrikant.
NL 16
Loading...
+ 37 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.