Gefeliciteerd met de aankoop van dit fornuis. Dit product is ontworpen voor optimale
gebruiksvriendelijkheid. Het fornuis heeft vele verschillende standen, waardoor u telkens de juiste
bereidingswijze kunt kiezen.
In deze handleiding leest u hoe u het fornuis optimaal kunt gebruiken. Naast informatie over de
bediening van de oven vindt u hier ook achtergrondinformatie die van pas kan komen als u het
apparaat gebruikt.
Lees vóór gebruik van het apparaat de afzonderlijk
meegeleverde veiligheidsinstructies!
Lees deze handleiding vóór gebruik van het apparaat en berg de handleiding
daarna veilig op voor toekomstig gebruik.
NL 4
UW FORNUIS
Beschrijving van het apparaat
1
3486
57
0
1
P
P
2
9
9
8
8
3
4
7
7
6
5
2
1. Kookzone ø 16 cm / 1,0 kW - 1,5 kW (boost)
2. Kookzone ø 21 cm / 1,6 kW - 2,0 kW (boost)
3. Kookzone ø 21 cm / 1,6 kW - 2,0 kW (boost)
4. Display kookzone linksvoor
5. Display kookzone linksachter
6. Display kookzone rechtsachter
7. Display kookzone rechtsvoor
8. Kookzone ø 16 cm / 1,0 kW - 1,5 kW (boost)
9. Bedieningspaneel
10. Oven
11. Opberglade
12. Stelvoeten
0
0
0
1
1
1
P
P
2
2
2
9
9
8
8
3
3
4
6
5
3
4
4
7
7
6
6
5
5
9
10
12
11
NL 5
UW FORNUIS
Bedieningspaneel
1324567
1. Functieknop oven
2. Lampje oventhermostaat
3. Temperatuurknop oven
4. Bedieningsknop kookzone linksvoor
5. Bedieningsknop kookzone linksachter
6. Bedieningsknop kookzone rechtsachter
7. Bedieningsknop kookzone rechtsvoor
0
1
P
9
8
7
6
5
0
1
P
2
9
8
3
4
7
6
5
0
1
P
2
9
8
3
4
7
6
5
0
1
P
2
9
8
3
4
2
3
4
7
6
5
NL 6
GEBRUIK
De oven gebruiken
• Verwijder alle losse toebehoren uit de oven en reinig ze met warm zeepsop.
Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen.
• Zet de oven een uur lang op de hoogste stand met onder- en bovenwarmte (zie 'Oven
bedienen'). Hierdoor wordt het beschermende vet verwijderd dat in de fabriek is aangebracht.
• Als de oven voor de eerste keer wordt gebruikt, zult u een 'nieuwigheidsluchtje' ruiken.
Dit is normaal. Zet indien nodig de afzuigkap aan.
• Nadat de oven is afgekoeld, reinigt u de oven met warm water.
• Verwarm de oven alleen voor als dit volgens het recept of volgens de tabellen in deze
handleiding nodig is.
Waarschuwing!
Plaats het ovenrooster in de rail en schuif het zo ver mogelijk in de oven.
Energiebewust gebruik van de oven
• Open de ovendeur zo weinig mogelijk.
• Bereid gerechten met dezelfde bereidingstemperatuur (bijvoorbeeld een appeltaart en
een ovenschotel) tegelijk en op hetzelfde rooster, of onder elkaar met gebruik van de
heteluchtfunctie. U kunt tegelijkertijd vlees laten stoven.
• Bereid verschillende gerechten na elkaar, bijvoorbeeld een ovenmaaltijd na een cake. Vaak is
de bereidingstijd van het tweede gerecht dan 10 minuten korter, doordat de oven al heet is.
• Doordat de oven geïsoleerd is, kunnen met de restwarmte gerechten worden bereid die
langer in de oven moeten blijven (vanaf 1 uur). Zet de oven 10 minuten eerder uit dan
aangegeven, maar laat de deur dicht.
• Voorverwarmen is meestal niet nodig, behalve voor gerechten met een bereidingstijd korter
dan 30 minuten of wanneer dit in het recept is aangegeven.
• Haal alles uit de oven wat u voor het gerecht niet nodig hebt.
• Zet na de bereiding de oven uit voordat u het gerecht uit de oven haalt.
NL 7
GEBRUIK
Ovengerei
• In principe kunt u elk type ovengerei gebruiken dat hittebestendig is.
• Reinig glazen ovengerei niet direct na gebruik met koud water. Door het plotselinge
temperatuurverschil kan het glas breken.
• Gebruik zwarte of donkere bakblikken. Deze geleiden de warmte beter, zodat het voedsel
gelijkmatiger wordt gebakken.
Dek de bodem van de oven niet af
• Wanneer u de bodem van de oven afdekt, bijvoorbeeld met aluminiumfolie of een bakplaat,
kan de oven oververhit raken, met beschadiging van het email tot gevolg.
• U kunt voorkomen dat springvormen op de bodem van de oven lekken door van
aluminiumfolie een bak te vouwen en deze op het rooster onder de vorm te plaatsen of door
er bakpapier onder te leggen.
Vlees braden
• Grote stukken vlees, met een gewicht vanaf 1 kg, zijn hiervoor het meest geschikt. Het vlees
krijgt een regelmatige, krokante korst en er treedt vrijwel geen gewichtsverlies op.
• Wrijf het vlees vijftien minuten vooraf in met zout en kruiden. Gebruik voor het braden
80 tot 100 g boter of vet (of een mengsel van beide) per 500 g vlees.
Bereidingstijd
• Voor dunne, platte stukken vlees is de bereidingstijd ongeveer 5 minuten korter dan voor
dikke stukken vlees of een lap vlees die is opgerold.
• Bij het braden van grotere stukken vlees is de bereidingstijd per extra 500 gram 15 tot 20
minuten langer. Smeer het vlees met boter of vet in en leg het in de braadslede. Leg het
vlees met de vette kant naar boven in de braadslede.
• Bedruip vlees zonder vette kant elke 15 minuten met het braadvocht. Vlees met een vette
kant moet elke 30 minuten worden bedropen.
• Als de jus te donker is, voegt u tijdens het braden af en toe een paar eetlepels water toe.
• Dek het vlees losjes af met aluminiumfolie en laat het vlees voor het serveren 10 minuten rusten.
Geleiders
• Aan de ovenwanden bevinden zich geleiders waarmee het ovenrooster of de bakplaat op
verschillende niveaus kan worden geplaatst. Voor de juiste hoogte raadpleegt u een bakgids
of de instructies op de verpakking van het voedsel.
Ovenlade
• Het fornuis heeft een ovenlade waarin u toebehoren zoals bakplaten, ovenroosters en kleine
potten en pannen kunt bewaren.
Waarschuwing! Tijdens gebruik kan het binnenoppervlak van de ovenlade heet worden.
Bewaar geen voedsel, plastic of ontvlambare materialen in de ovenlade.
NL 8
GEBRUIK
Ovenfuncties
Het apparaat beschikt over een aantal ovenfuncties. Raadpleeg de tabel voor de gewenste
functie. Raadpleeg ook de bereidingsinstructies op de verpakking van het gerecht.
Ovenfuncties
Ontdooien
• U kunt ontdooien met de ventilator van de hetelucht oven.
• De ventilator blaast koude lucht.
• Haal de diepvries produkten uit de verpakking en leg ze in een schaal.
• Schuif de schaal op het rooster in richel 3.
Onderwarmte
• Verwarming alleen door middel van het element voor onderwarmte.
• Deze functie kan worden gebruikt voor schotels en gebakken gerechten die een
echte bodemkorst of bruining nodig hebben.
• Plaats de bakplaat of het ovenrooster op niveau 2.
• Gebruik deze functie net voor het einde van de bak- of braadtijd.
Bovenwarmte + onderwarmte
• Verwarming door middel van de elementen voor boven- en onderwarmte.
• Deze functie kan worden gebruikt voor traditioneel bakken en braden.
• Plaats de bakplaat of het ovenrooster op niveau 2.
• Voorverwarmen wordt aanbevolen.
Bovenwarmte + onderwarmte + ventilator
• De lucht in de oven wordt verwarmd met de elementen voor boven- en
onderwarmte.
• De ventilator in de achterwand van de oven zorgt voor circulatie van de hete lucht.
Hierdoor worden de gerechten verwarmd.
Grill
• Verwarming door middel van het grillelement.
• Deze functie kan worden gebruikt voor het grillen van een aantal belegde
boterhammen en saucijsjes, en voor het roosteren van brood.
• Plaats het ovenrooster op niveau 4 en de bakplaat op niveau 2.
• Houd het bereidingsproces steeds in de gaten. Door de hoge temperatuur kan
het gerecht snel aanbranden.
Grill + ventilator
• U kunt grillen met heteluchtcirculatie.
• De stralingswarmte wordt door de ventilator verspreid rond het gerecht.
• Het gecombineerde effect van de grill en de ventilator geeft uw voedsel een
perfecte knapperigheid en is ideaal voor grillgerechten.
• Warm de oven 5 minuten voor.
• Schuif het rooster in de bovenste roosterpositie.
• Plaats vervolgens een bakplaat op roosterpositie 3 om het vet van het
gerecht op te vangen.
NL 9
GEBRUIK
De inductiekookplaat gebruiken
Zandkorreltjes of andere substanties kunnen krasjes en vlekken veroorzaken
die niet meer te verwijderen zijn. Zet daarom alleen pannen met een schone bodem
op het kookvlak en til pannen altijd op als u ze verplaatst. Gebruik de kookplaat
niet als werkvlak.
Pannen voor inductiekoken
• Pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt, zijn niet meer geschikt voor
inductiekoken.
• Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch- en inductiekoken met:
▷een dikke bodem van minimaal 2,25 mm;
▷een vlakke bodem.
• Gebruik bij voorkeur pannen met het “Class Induction” keurmerk.
• Wees voorzichtig met dunne plaatstaal geëmailleerde pannen:
▷ op een hoge stand kan het emaille er afspringen wanneer de pan te droog is;
▷ door het hoge vermogen kan de panbodem gemakkelijk kromtrekken.
• Gebruik nooit pannen met een vervormde bodem. Een holle of bolle bodem kan de werking
van de oververhittingsbeveiliging belemmeren. Het toestel kan dan te warm worden
waardoor de glasplaat kan barsten en de panbodem kan smelten.
• Laat nooit een lege pan op een ingeschakelde kookzone staan. Hoewel de kookzone
beveiligd is tegen oververhitten, wordt de pan zeer heet en bestaat de kans dat deze
beschadigd raakt.
• Kook altijd met het deksel op de pan om energieverlies te voorkomen.
• Gebruik geen pannen die kleiner zijn dan de kookzone. Hiermee vermijdt u dat
voedselresten op de gloeiend hete kookzone terecht komen. Ingebrande voedselresten zijn
moeilijk te verwijderen.
• Schade, ontstaan door het gebruik van ongeschikte pannen of droogkoken, valt buiten de
garantie.
Niet elke pan is geschikt voor inductiekoken. Het is daarom belangrijk om te weten of
de pan is gemaakt van het juiste materiaal. Met een magneet kunt u zelf controleren of
uw pan geschikt is. Als de magneet wordt aangetrokken, kunt de pan gebruiken.
▷Het beste resultaat bereikt u door een pan te nemen met dezelfde diameter als de
kookzone.
▷Bij te kleine pannen schakelt de kookzone niet in.
• Snelkookpannen
▷Inductiekoken is zeer geschikt voor het koken in snelkookpannen.
▷De kookzone reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook snel op druk komt.
Zodra u een kookzone uitschakelt, stopt het kookproces direct.
Inductiegeluiden
• Tikkend geluid
▷Bij kookstanden kan een zacht tikkend geluid optreden.
• Pan maakt geluid
▷De pannen kunnen geluid maken tijdens het koken. Dit wordt veroorzaakt door de
doorstroming van de energie van de kookplaat naar de pan.
▷Met name bij een hoge kookstand is dit normaal bij bepaalde pannen. Het is niet
schadelijk voor de pan of de kookplaat.
• Ventilator maakt geluid
▷Om de levensduur van de elektronica te vergroten, is het apparaat voorzien van een
ventilator. Als u het apparaat intensief gebruikt, wordt de ventilator ingeschakeld en hoort
u een zoemend geluid. Ook nadat u het apparaat heeft uitgeschakeld, kan de ventilator
nog geluid maken.
Kookduurbegrenzing
• Als een kookzone gedurende een ongebruikelijk lange tijd in gebruik is, dan wordt deze
automatisch uitgeschakeld.
• Afhankelijk van het gekozen kookvermogen wordt de kookduur als volgt begrensd:
KookstandDe kookzone wordt automatisch uitgeschakeld na:
110 uur
2 - 35 uur
44 uur
53 uur
6-82 uur
91 uur
NL 11
GEBRUIK
Meldingen op de kookplaat displays
Op
display
Status
Vermogen van kookzone: 1 = lage instelling, 9 = hoge instelling
Boost-functie actief
Geen (geschikte) pan op kookzone (pandetectiesymbool)
Boost-functie uitgeschakeld (na 10 minuten gebruik)
De kookplaat overschrijd het maximale vermogen. De kookzone wordt
automatisch naar een lagere kookstand geschakeld.
Restwarmte-indicator: de kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarmteindicator waarmee wordt aangegeven welke kookzone nog warm is. Ondanks
dat de kookplaat is uitgeschakeld, blijft de indicator H zichtbaar zolang de
kookzone warm is!
Raak de kookzones niet aan wanneer deze indicator brandt.
Gevaar! Risico op brandwonden.
Foutcode: zie de probleemoplossingstabel
NL 12
GEBRUIK
Kookstanden
Het onderstaande overzicht is uitsluitend bedoeld als leidraad, omdat de instelwaarde afhankelijk
is van de hoeveelheid en samenstelling van het gerecht en de pan.
Gebruik ‘boost’ en stand 9 voor:
• snel aan de kook brengen;
• slinken van bladgroenten;
• verhitten van olie en vet;
• onder druk brengen van een snelkookpan.
Gebruik stand 8 voor:
• aanbraden van vlees;
• bakken van vis;
• bakken van omeletten;
• bakken van gekookte aardappelen;
• frituren.
Gebruik stand 7 voor:
• bakken van dikke pannenkoeken;
• bakken van dik, gepaneerd vlees;
• uitbakken van spek of bacon;
• bakken van rauwe aardappelen;
• bakken van wentelteefjes;
• bakken van gepaneerde vis.
Gebruik stand 6 voor:
• doorkoken;
• ontdooien van harde groenten;
• bakken en garen van dun vlees.
Gebruik stand 1 t/m 5 voor:
• trekken van bouillon;
• bereiden van stoofvlees;
• smoren van groenten;
• smelten van chocolade;
• smelten van kaas.
NL 13
BEDIENING
Oven bedienen
1. Kies de gewenste ovenfunctie met de ovenfunctieknop.
▷Kies aan de hand van de tabel in het hoofdstuk 'Ovenfuncties' de gewenste functie.
▷Raadpleeg ook de bereidingsinstructies op de verpakking van het gerecht.
2. Stel met de temperatuurknop de oventemperatuur in (tussen 50 en 270 ºC).
▷Het lampje van de oventhermostaat licht op.
Verwarm indien nodig de oven voor voordat u het gerecht in de oven plaatst.
Inductiekookplaat bedienen
0
P
9
8
7
1
2
3
4
6
5
Inschakelen en uitschakelen
1. Zet een pan op een kookzone.
2. Draai de bedieningsknop rechtsom in de gewenste stand (zie ‘Kookstanden’).
▷Er klinkt een geluidssignaal.
▷In de display verschijnt de stand die u heeft ingesteld en de kookzone wordt warm.
▷De kookzones zijn in 9 standen instelbaar. Daarnaast is er bij de zones nog de
stand ‘boost’.
3. Draai de bedieningsknop op ‘0’ om de kookzone uit te schakelen.
▷Er klinken drie geluidssignalen.
▷Na een aantal seconden schakelt de kookplaat in stand-by.
NL 14
BEDIENING
Boost inschakelen
De ‘boost’ functie kunt u gebruiken om gedurende een korte tijd (10 minuten) op het hoogste
vermogen te koken. Na het verstrijken van de maximale boosttijd schakelt de kookzone uit.
0
P
9
8
7
1. Draai de bedieningsknop op stand ‘P’.
▷Er klinkt een geluidssignaal.
▷De ‘boost’ functie is nu geactiveerd; ‘P’ verschijnt in de display.
▷Na 10 minuten schakelt de boost functie uit; ‘o’ verschijnt in de display.
2. Draai de bedieningsknop op ‘0’ om de kookzone uit te schakelen.
▷Er klinken drie geluidssignalen.
▷Na een aantal seconden schakelt de kookplaat in stand-by.
1
2
3
6
4
5
Niet alle 4 zones kunnen tegelijk op stand 9 (of ‘boost’) worden ingesteld. De 4 zones
kunnen tegelijk maximaal op stand 4 worden ingesteld. Indien een hogere stand
gewenst is dient eerst een andere zone verlaagd of uitgezet te worden. Het toestel geeft
dan een pieptoon en in de display gaat ‘r’ en de gekozen stand knipperen. Stel dan de
zone’s in op een lagere stand!
NL 15
Loading...
+ 33 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.