ETNA EWM125B User Manual [nl]

GEBRUIKSAANWIJZING
INSTRUCTIONS FOR USE
700004087000
WASMACHINE
WASHING MACHINE
EWM125B
EWM126L
EWM146B
EWM146L
NL
GB
Gebruikte pictogrammen - Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important information
Tip
INHOUDSOPGAVE
Inleiding 4
Toestelbeschrijving
Veiligheid
Ingebruikname
Bediening
Onderhoud
Beschrijving 5 Bedieningspaneel 6
Voordat u de wasmachine in gebruik neemt 8 Veiligheidsmaatregelen 8 Veiligheidsmaatregelen bij het wassen 9 Bescherming van de wasmachine 10 Veiligheidsmaatregelen bij transport 10 Veiligheidsmaatregelen bij elektriciteit 10 Servicebezoek 11
Vóór het in gebruik nemen 12
Checklist en voorbereiding voor het wassen 13 De eerste keer wassen 16 Een wasprogramma uitvoeren 16 Wasprogramma’s kiezen met de programmakeuzeknop 17 Wasprogramma’s aanpassen met de optietoetsen 19 Een wasprogramma afbreken 20 Schuimvermindering 20 Kinderslot 20 Uitgestelde starttijd (EWM126L/EWM146L) 21 Tabel met wasprogramma’s 21 Tabel met wasvoorschriften 23
Voordat u met onderhoud begint 24 Algemeen 24
Storingen
Milieu aspecten
Installatie
Storingstabel 28 Storingen verhelpen 30
Afvoeren toestel en verpakking 31
Uw wasmachine uitpakken en neerzetten 32 Aansluiten toevoerslang 33 Afvoerslang 34 Elektrische aansluiting 35 Technische gegevens 36
NL 3
INLEIDING
Gefeliciteerd met de aanschaf van uw wasmachine. Deze gebruikers­handleiding bevat belangrijke informatie met betrekking tot de ingebruikstelling, bediening en het onderhoud.
Deze handleiding beschrijft hoe u uw wasmachine zo optimaal mogelijk kunt benutten. Naast informatie over de bediening treft u ook achtergrondinformatie aan die u van dienst kan zijn bij het gebruik van dit apparaat.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing geheel en aandachtig door
voordat u het apparaat gaat gebruiken en bewaar deze zorgvuldig
voor latere raadpleging.
NL 4
TOESTELBESCHRIJVING
Beschrijving
12
3
456
7
1. Wasmiddel-lade
2. Bedieningspaneel
3. Vuldeur
4. Servicepaneel
5. Afvoerslang
6. Stekker
7. Wasmiddelvak
8. Transport pluggen
9. Toevoerslang
10. Afvoerslanghouder
8910
NL 5
TOESTELBESCHRIJVING
Bedieningspaneel
EWM126L / EWM146L
1. Programmakeuzeknop
2. Optietoetsen
3. Toets voor centrifugetoerental
4. Toets voor uitgestelde start
5. LED display
6. Start-/Pauzetoets
LED display
123465
1
NL 6
2
3
4
1. Voorwas indicatielampje: het lampje brandt tijdens het instellen van deze functie en dooft na beëindiging.
2. Tijdweergave indicatielampje: het lampje brandt wanneer de wasmachine in werking is en dooft als het toerental weergegeven wordt.
3. Deurvergrendeling indicatielampje: het lampje brandt wanneer de vuldeur vergrendeld is en dooft als de vuldeur ontgrendelt.
4. Kinderslot: deze functie kan ingeschakeld worden om te voorkomen dat kinderen met de knoppen van de wasmachine gaan spelen.
Let op: het bedieningspaneel kan worden gewijzigd zonder vooraf­gaande schriftelijke kennisgeving. Bezoek de website www.atag.nl of bel de servicelijn voor toelichting.
TOESTELBESCHRIJVING
EWM125B
1. Programmakeuzeknop
2. Toets voor centrifugetoerental (1200/800/400/geen)
3. Optietoesten
4. Toets voor de voorwas
5. Start-/Pauzetoets
EWM146B
12345
12345
1. Programmakeuzeknop
2. Toets voor centrifugetoerental (1400/1000/600/geen)
3. Optietoesten
4. Toets voor de voorwas
5. Start-/Pauzetoets
Let op: het bedieningspaneel kan worden gewijzigd zonder vooraf­gaande schriftelijke kennisgeving. Bezoek de website www.atag.nl of bel de servicelijn voor toelichting.
Start
Pauze
NL 7
VEILIGHEID
Voordat u de wasmachine in gebruik neemt
• Verpakkingsmateriaal kan gevaarlijk zijn voor kinderen. Houd ver-
pakkingsmateriaal (plastic zakken, piepschuim e.d.) buiten bereik van kinderen.
• Zorg ervoor dat het voltage en de frequentie gelijk zijn aan die van
de wasmachine.
• Gebruik geen stopcontact met een nominale stroom lager dan die
van de wasmachine.
• De aansluiting van de wateraanvoer en de elektrische installatie
moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerd persoon, in overeenstemming met de instructies van de fabrikant (zie pagina 32 t/m 36: ‘Installatie’) en de plaatselijk geldende veiligheidsvoorschriften.
• Voordat u deze machine in gebruik neemt, moeten alle
verpakkingsmaterialen en transportbouten verwijderd zijn om ernstige beschadiging tijdens het wassen te voorkomen (zie pagina 32: ‘Verwijderen van de transportbouten’).
• Voordat u deze machine in gebruik neemt, moet de wasmachine
het hoofdwasprogramma met een lege trommel doorlopen (zie pagina 16: ‘De eerste keer wassen’).
• Deze wasmachine is uitsluitend geschikt voor gebruik binnenshuis.
Veiligheidsmaatregelen
NL 8
• Trek de stekker uit het stopcontact vóór reiniging of onderhoud.
• Trek de stekker nooit met natte handen uit het stopcontact.
• De wasmachine is geen speelgoed. Zorg daarom voor het nodige
toezicht als het apparaat aanstaat en laat kinderen niet met de wasmachine spelen.
• Houd huisdieren uit de buurt van de wasmachine.
• Huisdieren en kinderen kunnen in de wasmachine klimmen.
Controleer vóór elk gebruik of de wasmachine leeg is.
• Het glas van de vuldeur kan erg heet zijn wanneer de wasmachine
in gebruik is. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van de wasmachine wanneer deze in werking is.
• Controleer na afloop van het wasprogramma of al het water
afgevoerd is voordat u de vuldeur van de wasmachine opent. Houd de vuldeur gesloten indien water zichtbaar is in de trommel.
VEILIGHEID
• Trek de stekker uit het stopcontact en sluit de watertoevoer af na
gebruik.
• Deze wasmachine is niet bedoeld voor gebruik door personen
(inclusief kinderen) met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij zij onder toezicht staan of worden geïnstrueerd over het gebruik van het apparaat door een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• Probeer niet om zelf reparaties uit te voeren. De wasmachine kan
beschadigd raken, de storing kan worden verergerd en er kan zelfs gevaarlijke werking van de wasmachine optreden als deze gerepareerd is door een onervaren of ongekwalificeerde persoon.
• Als de stekker (het netsnoer) is beschadigd, moet deze vervangen
worden door de fabrikant of een geautoriseerde dealer om elk mogelijk risico te voorkomen.
• Steek de stekker altijd in een geaard, driepolig stopcontact in
verband met uw veiligheid. Controleer zorgvuldig of uw stopcontact goed geaard en betrouwbaar is.
• Deze wasmachine mag alleen worden gerepareerd door een
geautoriseerde dealer of servicemedewerker. Gebruik uitsluitend originele onderdelen.
Veiligheidsmaatregelen bij het wassen
• Zorg ervoor dat alle zakken van kleding leeg zijn voordat u deze
in de wasmachine plaatst. Scherpe en stugge voorwerpen, zoals munten, broches, schroeven en stenen kunnen leiden tot ernstige schade aan de wasmachine.
• Gebruik koud kraanwater.
• Uw wasmachine is uitsluitend ontworpen voor thuisgebruik en is
bedoeld voor textiel dat geschikt is voor machinewas.
• Gebruik van brandbare en explosieve of giftige oplosmiddelen is
verboden. Benzine, alcohol etc. mogen niet gebruikt worden als wasmiddel. Gebruik alleen wasmiddelen die geschikt zijn voor machinewas.
• Het is niet toegestaan om tapijt in de wasmachine te reinigen.
• Zorg dat u zich niet brandt wanneer de wasmachine warm water
afvoert.
NL 9
VEILIGHEID
• Vul de wasmachine nooit handmatig met water tijdens het wassen.
• Nadat het programma is doorlopen, kunt u de vuldeur twee
minuten nadat de programmakeuzeknop naar ‘0’ gedraaid is, of de stroomtoevoer naar de wasmachine is afgesloten, openen.
• Vergeet niet de water- en stroomtoevoer af te sluiten, direct nadat
het wasprogramma is afgerond is.
Bescherming van de wasmachine
• Klim of zit niet op de wasmachine.
• Leun niet tegen de vuldeur van de wasmachine.
• Sluit de vuldeur niet met teveel kracht. Wanneer het moeilijk blijkt
de vuldeur te sluiten, controleer dan of de trommel niet overbeladen is en of het wasgoed goed in de trommel verdeeld is.
Veiligheidsmaatregelen bij transport
• Overtollig water moet afgetapt worden.
• De transportbouten moeten opnieuw gemonteerd te worden door
een gekwalificeerd persoon.
• Behandel de machine voorzichtig. Gebruik geen uitstekende delen
van de wasmachine om deze aan op te tillen. Gebruik de vuldeur van de wasmachine niet als (til)handvat.
Veiligheidsmaatregelen bij elektriciteit
Waarschuwingen ter voorkoming van brand, elektrische schokken en andere ongevallen:
• Uitsluitend het voltage zoals aangegeven op het energielabel mag
worden gebruikt. Indien u niet zeker bent van het spanningsniveau thuis, moet u contact opnemen met uw energieleverancier.
• Wanneer de wasmachine het water verwarmt, wordt het apparaat
met maximaal 10 A belast. Zorg ervoor dat de groep(en) niet overbelast kan/kunnen worden en dat deze is afgezekerd met 16 A.
• Zorg ervoor dat het netsnoer niet beschadigd kan raken. Het
netsnoer moet op de juiste wijze aangesloten worden, zodat niemand er over kan struikelen. Extra aandacht moet besteed worden aan het stopcontact. De stekker moet gemakkelijk in het stopcontact gestoken kunnen worden en er moet aandacht besteed worden aan de plaats van de stekker.
NL 10
VEILIGHEID
Servicebezoek
• Overbelast de wandcontactdoos niet en verleng de kabel niet.
Overbelasting van de bedrading kan leiden tot brand of een elektrische schok. Trek de stekker nooit met natte handen uit het stopcontact.
• Steek de stekker in verband met uw veiligheid altijd in een geaard,
driepolig stopcontact. Controleer zorgvuldig of uw stopcontact goed geaard is.
Zorg dat het toestel vrij toegankelijk is en dat er geen toestel bovenop staat als u een servicebezoek krijgt. Ook moet de stekker toegankelijk zijn.
NL 11
INGEBRUIKNAME
Controleer of het toestel is geplaatst en aangesloten volgens de instructies in het installatievoorschrift achter in deze handleiding.
Bij aflevering van het apparaat in de winter met temperaturen onder nul: laat de wasmachine vóór het in gebruik nemen 24 uur op kamertemperatuur staan.
Vóór het in gebruik nemen
Voordat u de wasmachine in gebruik neemt, moet de wasmachine het wasprogramma met de hoogste temperatuur en met een lege trommel doorlopen. Daardoor worden bij de fabricage ontstane resten in de trommel en de kuip verwijderd. Kijk op pagina 16 (‘De eerste keer wassen’) hoe u dit moet doen.
NL 12
BEDIENING
Checklist en voorbereiding voor het wassen
Lees deze aanpak nauwkeurig door om problemen met de wasmachine en beschadiging van wasgoed te voorkomen.
• Controleer of nieuw wasgoed ontkleurt. Doop de punt van een witte
handdoek in vloeibaar wasmiddel en wrijf hiermee stukjes van de binnenkant van het te wassen wasgoed in. Controleer of de witte handdoek de originele kleur van het wasgoed niet aanneemt.
• Was nieuw wasgoed en bonte een keer apart, voordat u deze
samen met ander wasgoed wast.
• Wrijf vlekken, bevlekte kragen en broekzakken voor een beter
wasresultaat lichtjes in met vloeibaar wasmiddel voordat u deze in de wasmachine stopt.
• Was temperatuurgevoelige kleding volgens de wasvoorschriften op
het label. Volgt u deze aanwijzingen niet op, dan kan dit leiden tot krimpen of verkleuring van de kleding.
• Bewaar het wasgoed niet gedurende een langere tijd in de
wasmachine. Dit kan schimmelvorming en vlekken veroorzaken.
Wasgoed dat niet in de wasmachine gewassen kan worden
Sommige kledingstukken en stoffen kunnen vervormen of verkleuren als ze in aanraking komen met (warm) water in de wasmachine. Denk hierbij aan stropdassen, vesten, western kleding, jassen, kleding van synthetische weefsels, modieus gekreukte kleding, (met kralen) bewerkte kleding, puur katoen, wol, zijde, bont en kleding met bontdecoraties, lange jurken en traditionele kleding. Controleer altijd de wasvoorschriften op het label.
Aandachtspunten met betrekking tot wasmiddelen
• Gebruik een ‘weinig-schuimend’ wasmiddel speciaal voor
wasmachines.
• Kies een wasmiddel op basis van de te wassen weefsels
(katoen, synthetische vezels, wol), kleuren, wastemperatuur en vuilheidsgraad. Bij gebruik van een verkeerd wasmiddel kan overmatige schuimvorming optreden die via de wasmiddellade naar buiten kan stromen.
• Bleekmiddel kan kleding beschadigen, gebruik hier zo min mogelijk
van.
NL 13
BEDIENING
• Waspoeder kan resten achterlaten in wasgoed en kan een slechte
geur veroorzaken. Spoel wasgoed dus voldoende uit.
• Wasmiddel kan niet volledig oplossen als er teveel van gebruikt
wordt of de wastemperatuur te laag is. Het kan achterblijven in wasgoed, pijpleidingen en in de wasmachine, waarbij het het wasgoed vervuilt.
• Volg bij het wassen de aanbevelingen op de wasmiddelverpakking
en houd rekening met het gewicht en de vervuilingsgraad van wasgoed. Raadpleeg uw plaatselijke waterbedrijf als u niet zeker bent van de hardheid van het water.
• Let op: bewaar wasmiddelen op een veilige en droge plek, buiten
bereik van kinderen.
Voorbereiding voor het wassen van kleding
• Zorg ervoor dat alle (broek)zakken leeg zijn. Scherpe en stugge
voorwerpen, zoals munten, broches, spijkers, schroeven en stenen, kunnen leiden tot ernstige schade aan de wasmachine.
• De te wassen kleding wordt gesorteerd op basis van de volgende
kenmerken:
▷ De symbolen op waslabels: stoffen zijn onderverdeeld in katoen,
gemengde weefsels, synthetische stoffen, zijde en wol.
▷ Kleur: witte was, bonte was. Nieuwe kleurige kledingstukken
moeten apart gewassen worden.
▷ Gevoeligheid: fijne was moet apart gewassen worden. Ook voor
wol, gordijnen en zijde moet het fijnwasprogramma gebruikt worden. Controleer altijd het waslabel.
• Decoraties op kleding kunnen de wasmachine beschadigen, keer
deze kledingstukken binnenstebuiten.
• Verwijder gordijnhaken voordat u de gordijnen wast.
• Sluit sluitingen. Sluit alle ritsen, knopen en haakjes. Bind alle losse
touwtjes bij elkaar en strik linten.
• Doe beugel-BH’s in een wasnet of afgesloten kussensloop. De
beugels kunnen de wasmachine beschadigen.
• Doe extra delicate stoffen in een wasnet. Denk hierbij aan
vitrage, lingerie en kleine voorwerpen (zoals sokken, zakdoeken en stropdassen).
NL 14
BEDIENING
• Verdeel de was gelijkmatig in de trommel. Het wassen van een
enkel groot of zwaar kledingstuk (jeans, gewatteerde jassen) kan de trommel in onbalans brengen en de wasmachine laten wankelen. Was daarom altijd meerdere kledingstukken tegelijk en verdeel deze gelijkmatig in de trommel.
• Bescherming van de gevoelige babyhuid. Babyproducten,
waaronder kleding, luiers en morsdoekjes moeten apart gewassen worden. De spoelduur moet verlengd worden om te voorkomen dat er wasmiddeelresidu in het wasgoed achterblijft.
• Wij adviseren om extra bevuilde onderdelen zoals kragen en
mouwen e.d. voor het beste resultaat eerst met de hand te wassen voordat ze in de wasmachine geplaatst worden. Bij
gebruik van gewone zeep kunnen zeepresten in het wasgoed achterblijven.
• Voorwas. Een nieuwe wasmachine met het juiste wasmiddel is de
perfecte wascombinatie, die energie, tijd, water en wasmiddel kan besparen. Toch kan het nodig zijn om bij erg bevuilde kleding een voorwas te draaien.
• Stop niet teveel kledingstukken in de trommel. Dit kan invloed
hebben op het wasresultaat. Controleer de maximaal toelaatbare washoeveelheid op basis van onderstaande tabel.
Vezeltype Maximale laadcapaciteit voor
EWM126L/146B/146L EWM125B
Katoen 6,0 kg 5,0 kg
Synthetische was 3,0 kg 2,5 kg
Fijnwas 1,5 kg 1,5 kg
Wol 1,5 kg 1,5 kg
• Pluizige kleding. Kleding die gemakkelijk pluist moet binnenste-
buiten gekeerd worden. Pluizige kleding moet apart gewassen worden, anders kan andere kleding ook stoffig en pluizig worden. Bij voorkeur moet zwarte kleding apart gewassen worden, omdat stof en pluis van overig wasgoed zichtbaar kan zijn op zwart wasgoed. Controleer dit voor het wassen.
NL 15
BEDIENING
• Waterbestendige stoffen. Geen waterbestendige stoffen in
• Waarschuwingen voor centrifugeren:
De eerste keer wassen
Voordat u de wasmachine in gebruik neemt, moet de wasmachine het wasprogramma met de hoogste temperatuur en met een lege trommel doorlopen. Doe dit als volgt:
1. Sluit de wasmachine aan op de netvoeding.
2. Open de waterkraan volledig en controleer of de toevoer- en
3. Doe een beetje wasmiddel in de wasmiddellade en sluit deze.
4. Kies ‘Katoen 90°’.
5. Druk op de Start-/Pauzetoets.
de wasmachine wassen (skikleding, gordijnen, regenjassen, autohoezen, slaapzakken etc.). Alle stoffen die niet goed water opnemen niet wassen in de wasmachine. De wasmachine kan gaan ‘wandelen’ en vibreren, dit kan de stoffen en de wasmachine ernstig beschadigen.
▷ Centrifugeren van normale was: het water wordt afgevoerd door
de afvoerslang.
▷ Centrifugeren van waterproofkleding en vezelproducten: bij
het centrifugeren verzamelt al het water zich in het midden, de was
machine kan gaan ‘wandelen’ en vibreren, dit kan de stoffen
en de wasmachine ernstig beschadigen.
afvoerleidingen goed zijn aangesloten.
Het indicatielampje boven de Start-/Pauzetoets gaat branden; het
gekozen programma start.
▷ EWM126L/EWM146L: in de display wordt de resterende tijd van
het programma weergegeven.
▷ EWM125B/EWM146B: de indicatielampjes boven ‘Wassen/
Spoelen/Centrifugeren’ geven aan waar het programma mee bezig is.
▷ Als het programma helemaal doorlopen is, dooft het indicatie-
lampje boven de Start-/Pauzetoets.
Een wasprogramma uitvoeren
NL 16
1. Sluit de wasmachine aan op de netvoeding.
2. Open de waterkraan volledig.
3. Vul de wasmachine met wasgoed.
BEDIENING
II
I
4. Doe wasmiddel in de wasmiddellade:
▷ Trek de lade uit. ▷ Doe voorwasmiddel in vak I. ▷ Doe hoofdwasmiddel in vak II. ▷ Doe wasverzachter in vak ‘bloem’.
5. Kies het gewenste programma met de programmakeuzeknop.
▷ Draai de programmakeuzeknop naar het gewenste programma
op basis van de textielsoort en kies daarbij de juiste temperatuur op basis van de vervuilingsgraad. Doorgaans verbruikt een hogere temperatuur meer energie.
▷ Stel het juiste toerental van de centrifuge in door (meerdere
keren) op de toets voor het centrifugetoerental te drukken. Hoe hoger het toerental, hoe droger de was uit de machine komt. Tevens zal uw was meer gekreukt zijn.
Let op: ter bescherming van uw kleding is het raadzaam het
laagste toerental te kiezen voor fijne was.
6. Met de optietoetsen kunt u het gekozen wasprogramma nog
aanpassen; door (meerdere keren) op de optietoets te drukken, kunt u kiezen voor ‘Extra water’, ‘ECO’, ‘Anti kreuk’ of ‘Intensief’. Kijk voor meer informatie over deze extra opties op pagina 19.
7. Druk tot slot op de Start-/Pauzetoets.
Het indicatielampje boven de Start-/Pauzetoets gaat branden; het
gekozen pro
is, dooft het indicatie lampje boven de Start-/Pauzetoets.
gramma start. Als het programma helemaal doorlopen
Wasprogramma’s kiezen met de programmakeuzeknop
Het juiste programma wordt gekozen op basis van textielsoort, hoeveelheid en vervuilingsgraad van de was, in combinatie met onderstaande temperatuurtabel.
90 ˚C Sterk vervuild zuiver wit katoen of vlas (bijvoorbeeld
tafelkleden, handdoeken, lakens)
60 ˚C Matig vervuild, kleurrijk katoen en synthetische
stoffen met een bepaalde ontkleuringsgraad (bijvoorbeeld: shirts, pyjama’s). Licht vervuild katoen (bijvoorbeeld: ondergoed)
40 ˚C, 30 ˚C, koud water
Normaal vervuild wasgoed (waaronder synthetische stoffen en wol).
NL 17
BEDIENING
Het wasprogramma is afhankelijk van het te wassen wasgoed. De in te stellen programma’s staan hieronder:
• Katoen
▷ Dit lange, intensieve programma is bedoeld voor kleding die
dagelijks gewassen mag worden. Was hiermee katoenen lakens, dekbedovertrekken, kussenslopen, kleding, ondergoed etc.
• Synthetisch
▷ Dit programma is korter en minder intensief dan het katoen-
programma en is bedoeld voor synthetische was, waaronder shirts en jassen. Kies voor gordijnen en textiel met kant het synthetisch 40 °C programma. Wanneer u gebreide stoffen wast, gebruik dan minder wasmiddel vanwege de losse garenstructuur en toenemende schuimvorming.
• Fijne was
▷ Gebruik dit programma voor fijnwas. Dit programma is minder
intensief en heeft een lager centrifugeertoerental dan het synthetische programma. Het is bedoeld voor kledingstukken die voorzichtig gewassen moeten worden.
• Wol
▷ Gebruik dit programma voor wol met het waslabel ‘machinewas’.
Selecteer de wastemperatuur op basis van het wasetiket. Gebruik daarnaast een geschikt wolwasmiddel.
• 35 min. kort
▷ Dit programma is geschikt voor het snel wassen van licht
vervuild wasgoed.
• Voorwas (alleen voor EWM126L en EWM146L)
▷ Kies dit programma, voorafgaand aan de hoofdwas, om de
wasresultaten te verbeteren. Als het voorwasprogramma is afgelopen, kiest u vervolgens het hoofdprogramma met de programmakeuzeknop.
▷ Voor de EWM125B en de EWM146B zit er een aparte
voorwastoets op het bedieningspaneel. Dit programma voegt een extra wasronde toe, voorafgaand aan de hoofdwas, om de wasresultaten te verbeteren. Het voorwasprogramma kan alleen gecombineerd worden met het katoenprogramma.
• Pompen (alleen voor EWM125B en EWM146B)
▷ Alleen het spoelwater wordt weggepompt, de was wordt niet
gecentrifugeerd. Deze functie is bedoeld voor fijne was.
NL 18
BEDIENING
• Handwas
▷ Dit is een kort programma van ongeveer 30 minuten met koud
water en een in te stellen toerental van de centrifuge.
• Spoelen
▷ Een apart spoelprogramma.
• Centrifugeren
▷ Een apart centrifugeerprogramma. Zeepsop en spoelwater
worden weggepompt vóór het centrifugeren.
Wasprogramma’s aanpassen met de optietoetsen
Met de optietoetsen kunt u het gekozen wasprogramma nog aanpassen; door (meerdere keren) op de optietoets te drukken, kunt u kiezen voor ‘Extra water’, ‘ECO’, ‘Anti kreuk’ of ‘Intensief’.
• Extra water (babyprogramma)
▷ In dit programma wordt meer spoelwater gebruikt. Dit
vermindert de kans op zeepresten in kleding en is daarom beter voor de gevoelige babyhuid. Uitgezonderd de programma’s ‘Wassen’, ‘Spoelen’, ‘Pompen’ en ‘Centrifugeren’, kunnen alle programma’s gecombineerd worden met deze functie.
• ECO
▷ Wanneer u deze functie instelt, wordt de watertemperatuur
verlaagd en de hoeveelheid water verminderd tijdens het programma ‘Voorwas’ en ‘Wassen’. Het programma is alleen effectief wanneer het is ingesteld voordat de was begint. Zodra het programma loopt, kan het niet meer gewijzigd worden.
▷ De eco-functie is alleen in te stellen voor het wasprogramma
‘Katoen’ en ‘Synthetisch’. Het is raadzaam deze functie niet te gebruiken bij een volgeladen trommel.
Let op: de functies ‘Eco’ + ‘Extra water’, ‘Eco’ + ‘Intensief’ of
‘Eco’ + ‘Voorwas’ kunnen niet gelijktijdig geselecteerd worden.
• Anti kreuk
▷ Na de laatste spoeling wordt er niet gecentrifugeerd en wordt
geen water afgepompt. De kreukvrij-functie kan gebruikt worden bij alle programma’s behalve ‘Wassen’, ‘Spoelen’, ‘Pompen’ en ‘Centrifugeren’.
Let op: indien u alle kreukels volledig wilt verwijderen is strijken
wel nodig.
NL 19
BEDIENING
• Intensief
▷ Ter verhoging van het wasresultaat, wordt de duur van de
hoofdwas verlengd. Deze functie kan gecombineerd worden met alle programma’s, op ‘Snelwas’, ‘Wassen’, ‘Pompen’ en ‘Centrifugeren’ na. Gebruik deze functie voor babykleding of kleding van mensen met een allergie voor wasmiddelen.
Een wasprogramma afbreken
Indien u een wasprogramma wilt onderbreken, draait u de programmakeuzeknop naar stand ‘0’. Start, indien nodig, het centrifugeprogramma om het achtergebleven water weg te pompen.
Schuimvermindering
Dit programma start automatisch wanneer overmatige schuimvorming gedetecteerd wordt. U krijgt een melding om bij eventuele volgende vergelijkbare wasbeurten minder wasmiddel te gebruiken. Overmatige schuimvorming ontstaat wanneer teveel wasmiddel gebruikt wordt. Dit heeft een nadelig effect op de was- en spoel resultaten.
Kinderslot
Om te voorkomen dat de knoppen bediend kunnen worden (bijvoorbeeld door kinderen) als de wasmachine in werking is, kunt u deze functie instellen. Alle toetsen zijn nu buiten werking, behalve de programmakeuzeknop.
NL 20
Kinderslot in-/uitschakelen (EWM126L/EWM146L)
• Druk gedurende 2,5 seconden gelijktijdig op de ‘Toerental’-
en ‘Starten over...’-toets terwijl het programma loopt.
U hoort een pieptoon; alle toetsen zijn vergrendeld.
• Druk nogmaals gedurende 2,5 seconden gelijktijdig op de
‘Toerental’- en ‘Starten over...’-toets.
Er klinkt een pieptoon en het kinderslot is ontgrendeld.
▷ De kinderslotfunctie ontgrendelt automatisch nadat het gehele
wasprogramma doorlopen is.
Kinderslot in-/uitschakelen (EWM125B/EWM146B)
• Druk gedurende 2,5 seconden gelijktijdig op de rechter optietoets
en voorwastoets terwijl het programma loopt.
U hoort een pieptoon; alle toetsen zijn vergrendeld.
BEDIENING
• Druk nogmaals gedurende 2,5 seconden gelijktijdig op de rechter
optietoets en voorwastoets.
Er klinkt een pieptoon en het kinderslot is ontgrendeld.
▷ De kinderslotfunctie ontgrendelt automatisch nadat het gehele
wasprogramma doorlopen is.
Uitgestelde starttijd (EWM126L/EWM146L)
Met de ‘Starten over...’-toets kunt u, na het kiezen van het gewenste programma, een tijd instellen. De wasmachine zal na de ingestelde tijd pas starten met het programma.
Tabel met wasprogramma’s voor EWM126L/EWM146L
Programma Lading
Katoen koud 6,0 Katoen
Katoen 40˚C 6,0 Katoen
Katoen 60 ˚C 6,0 Katoen
Katoen 90 ˚C 6,0 Katoen
Synthetisch koud 3,0 Synthetisch
Synthetisch 40 ˚C 3,0 Synthetisch
Synthetisch 60 ˚C 3,0 Synthetisch
Fijne was 30 ˚C 1,5 Delicaat
Wol koud 1,5 Wol
Wol 40 ˚C 1,5 Wol
35 min. kort 30 ˚C 3,0 Alles
Handwas 6,0 Alles
Spoelen 6,0 Alles
Katoen 60 ˚C
voorwas
Centrifugeren 6,0 Alles
Materiaal Wasmiddel-
(kg)
6,0 Alles
Energie-testprogramma katoen 60 °C, intensief. Standaard wol programma: wol 40 °C
: ‘moet’ : ‘optioneel’ : ‘niet vereist’
Opmerking: de parameters in deze tabel zijn alleen bedoeld voor de gebruiker.
Tijd (min.) Standaard toerental
lade
II
●❍
●❍
●❍
●❍
●❍
●❍
●❍
●❍
●❍
●❍
●❍
●❍
✖✖
●❍
✖✖
(RPM)
126L 146L
100 1200 1400
110 1200 1400
120 1200 1400
150 1200 1400
70 800 800
90 800 800
110 800 800
90 400 400
55 600 600
80 600 600
35 800 800
40 800 800
25 800 800
145 1200 1400
15 800 800
NL 21
BEDIENING
Tabel met wasprogramma’s voor EWM125B/EWM146B
Programma Lading (kg) Materiaal Wasmiddel-
lade
125B 146B II
Katoen koud 5,0 6,0 Katoen
Katoen 40˚C 5,0 6,0 Katoen
Katoen 60 ˚C 5,0 6,0 Katoen
Katoen 90 ˚C 6,0 6,0 Katoen
Synthetisch koud 2,5 3,0 Synthetisch
Synthetisch 40 ˚C 2,5 3,0 Synthetisch
Synthetisch 60 ˚C 2,5 3,0 Synthetisch
Fijne was 30 ˚C 1,5 1,5 Delicaat
Wol koud 1,5 1,5 Wol
Wol 40 ˚C 1,5 1,5 Wol
35 min. kort 30 ˚C 2,5 3,0 Alles
Handwas 5,0 6,0 Alles
Spoelen 5,0 6,0 Alles
Pompen - - -
Centrifugeren 5,0 6,0 Alles
●❍
●❍
●❍
●❍
●❍
●❍
●❍
●❍
●❍
●❍
●❍
●❍
✖✖
✖✖
✖✖
Energie-testprogramma katoen 60 °C, intensief. Standaard wol programma: wol 40 °C
: ‘moet’ : ‘optioneel’ : ‘niet vereist’
Opmerking: de parameters in deze tabel zijn alleen bedoeld voor de gebruiker.
Tijd
(min.)
90 1200 1400
90 1200 1400
100 1200 1400
135 1200 1400
73 800 800
75 800 800
95 800 800
65 400 400
45 600 600
65 600 600
35 800 800
33 800 800
18 800 800
3- -
15 800 800
Standaard toerental
(RPM)
125B 146B
NL 22
BEDIENING
Tabel met wasvoorschriften
Symbool Omschrijving Symbool Omschrijving
Handwas Geen machinewas
Wassen (waaronder
Niet wassen
machinewas en handwas)
Stomen Niet stomen
Warm stomen Niet uitwringen
Bleken
CI
CI
Niet bleken
Drogen in de droger Niet in de droger
Strijken Niet strijken
Stoomstrijken Strijken met doek
Warm strijken (150°C) /
Droog na wassen
Lauw strijken (110°C).
Kastdroog Drogen in de schaduw
NL 23
Loading...
+ 51 hidden pages