Zoals gebruikt in deze handleiding: Betekent Let op! Wees Alert!
GEVAAR!
Betekent een direct gevaar dat, indien niet vermeden, kan leiden tot direct
en ernstig persoonlijk letsel of overlijden.
WAARSCHUWING!
Betekent een mogelijk gevaar dat kan leiden tot persoonlijk letsel of
overlijden.
VOORZICHTIG!
Betekent een gevaar dat kan leiden tot beperkt persoonlijk letsel.
WAARSCHUWING!
Lees de instructiehandleiding vóór gebruik goed door en
volg de richtlijnen op alle labels, de
veiligheidsprocedures van de werkgever en de
veiligheidsbladen (SDS) op.
1.2Veiligheidsmaatregelen
De gebruikers van ESAB-apparatuur zijn er uiteindelijk verantwoordelijk voor erop toe te zien
dat iedereen die met of in de nabijheid van de apparatuur werkt, alle toepasselijke
veiligheidsmaatregelen in acht neemt. Deze veiligheidsmaatregelen moeten voldoen aan de
eisen die voor dit type apparatuur gelden. De volgende aanbevelingen moeten in acht
worden genomen naast de standaardvoorschriften die op de werkplek van kracht zijn.
Alle werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door daartoe getraind personeel dat goed
bekend is met de werking van de apparatuur. Onjuiste bediening van de apparatuur kan
leiden tot gevaarlijke situaties die letsel voor de gebruiker en schade aan de apparatuur tot
gevolg kunnen hebben.
1.Iedereen die de apparatuur gebruikt, moet bekend zijn met:
○ de werking ervan
○ de plaats van de noodstopknoppen
○ de werking ervan
○ de toepasselijke veiligheidsmaatregelen
○ het las- en snijproces of ander doelmatig gebruik van de apparatuur
2.De gebruiker moet ervoor zorgen dat:
○ er zich geen onbevoegde personen ophouden binnen het werkbereik van de
apparatuur wanneer deze wordt ingeschakeld
○ niemand onbeschermd is wanneer de lasboog wordt ontstoken of er met
werkzaamheden wordt begonnen
3.De werkplek moet:
○ geschikt zijn voor het beoogde doel
○ tochtvrij zijn
○ Draag geen loszittende kledingstukken of sieraden zoals sjaals, armbanden,
ringen, etc. die kunnen vastraken of brandwonden kunnen veroorzaken
5.Algemene veiligheidsmaatregelen:
○ Controleer of de aardkabel goed is vastgezet
○ Werkzaamheden aan hoogspanningsapparatuur mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien
○ Geschikte brandblusapparatuur moet duidelijk gemarkeerd en gemakkelijk
bereikbaar zijn
○ Smeer- en onderhoudswerkzaamheden mogen niet worden uitgevoerd aan in
bedrijf zijnde apparatuur
WAARSCHUWING!
Lassen en snijden met een lasboog kan gevaarlijk zijn voor uzelf en anderen. Neem
voorzorgsmaatregelen als u gaat lassen en snijden.
ELEKTRISCHE SCHOK - Kan dodelijk zijn
•Installeer en aard de unit volgens de instructiehandleiding.
•Raak de elektrische onderdelen of elektroden niet aan met uw blote
handen, natte handschoenen of natte kleding.
•Zorg dat u geïsoleerd van het werkstuk en aarde werkt.
•Zorg voor een veilige werkhouding
ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN - Kunnen gevaar opleveren voor uw
gezondheid
•Lassers met pacemakers moeten hun arts raadplegen voordat ze aan
laswerkzaamheden beginnen. EMV kan met sommige pacemakers
interfereren.
•Blootstelling aan EMV kan andere effecten op de gezondheid hebben die
nu nog onbekend zijn.
•Lassers moeten altijd de volgende procedures volgen om de blootstelling
aan elektromagnetische velden te minimaliseren:
○ Leg de elektrode en de werkkabels samen aan dezelfde kant van uw
lichaam. Zet ze indien mogelijk met tape vast. Zorg ervoor dat uw
lichaam zich nooit tussen de toorts en de werkkabels bevindt. Draai
de toorts of werkkabel nooit rond uw lichaam. Houd de stroombron
en laskabels zo ver mogelijk uit de buurt van uw lichaam.
○ Sluit de werkkabel zo dicht mogelijk bij het te lassen gebied op het
werkstuk aan.
ROOK EN GASSEN - Kunnen een gevaar opleveren voor uw gezondheid
•Houd uw hoofd uit de gevaarlijke lasrook.
•Gebruik ventilatie en/of afzuiging bij de lasboog om gassen en rook uit uw
inademingsgebied en werkgebied af te voeren.
BOOGSTRALING - Kunnen de ogen beschadigen en de huid verbranden
0463 645 001
•Bescherm uw ogen en lichaam. Gebruik het juiste lasscherm en de juiste
filterlens en draag beschermende kleding.
•Bescherm omstanders m.b.v. schermen of lasgordijnen.
LAWAAI - Te veel geluid kan uw gehoor beschadigen.
Bescherm uw oren. Draag oorbeschermers of andere gehoorbescherming.
BEWEGENDE DELEN - Kunnen letsel veroorzaken
•Houd alle deuren, panelen en kappen gesloten en zorg ervoor dat ze goed
op hun plaats vastzitten. Laat kappen alleen door gekwalificeerd personeel
verwijderen indien onderhoud nodig is en/of problemen moeten worden
opgespoord en verholpen. Breng de panelen of kappen weer aan en sluit
deuren nadat de servicewerkzaamheden zijn voltooid en voordat de motor
word gestart.
•Schakel de motor uit voordat er een eenheid wordt geïnstalleerd of
aangesloten.
•Houd uw handen, haar, losse kleding en gereedschap uit de buurt van
bewegende delen.
BRANDGEVAAR
•Vonken (spatten) kunnen brand veroorzaken. Zorg dat er geen brandbare
materialen in de buurt zijn.
•Niet gebruiken bij gesloten containers.
STORING - Neem bij storingen contact op met een deskundige monteur.
BESCHERM UZELF EN ANDEREN!
VOORZICHTIG!
Dit product is alleen bedoeld voor booglassen.
WAARSCHUWING!
Gebruik de stroombron niet voor het ontdooien van bevroren leidingen.
VOORZICHTIG!
Class A-apparatuur is niet bedoeld voor gebruik in
woonomgevingen waar de elektrische stroom wordt
geleverd via het openbare elektriciteitsnet, dat een lage
spanning heeft. In dergelijke omgevingen kunnen
moeilijkheden ontstaan met de elektromagnetische
compatibiliteit van Class A-apparatuur als gevolg van
geleidings- en stralingsverstoringen.
LET OP!
Breng afgedankte elektronische apparatuur naar
een recyclestation!
In overeenstemming met de Europese richtlijn
2012/19/EG betreffende afgedankte elektrische en
elektronische apparatuur en de toepassing hiervan
overeenkomstig nationale regelgeving, moet elektrische
en/of elektronische apparatuur aan het einde van de
levensduur naar een recyclestation worden gebracht.
Als verantwoordelijke voor de apparatuur moet u zelf
informatie inwinnen over goedgekeurde inzamelpunten.
Neem voor meer informatie contact op met de
dichtstbijzijnde ESAB-dealer.
Het leveringsprogramma van ESAB omvat een assortiment lasaccessoires en
persoonlijke beschermingsmiddelen. Voor bestelinformatie kunt u contact opnemen
met uw lokale ESAB-dealer of onze website bezoeken.
De MIG/MAG-lastoortsen van deze serie zijn uitsluitend bedoeld voor booglassen met inert
gas (MIG) of actief gas voor industrieel en commercieel gebruik door voldoende opgeleid
vakpersoneel. De toortsen zijn alleen beschikbaar in handmatige uitvoeringen.
Draaddiameter0,6-1,0 mm0,8-1,2 mm0,8-1,6 mm1,0-1,6 mm
Bedrijfstemperatuur**-10 °C tot 40 °C -10 °C tot 40 °C -10 °C tot 40 °C -10 °C tot 40 °C
* Bij pulslassen kan de capaciteit worden verlaagd tot 30%.
LastoortsPSF 420w,PSF420wRS3,
PSF 520w,PSF520wRS3
PSF430w, PSF430wRS3
Type koelingWaterWater
Toegestane belasting bij 100% inschakelduur*
Kooldioxide CO
2
Gasmengsel Ar/CO
2
450 A500 A
450 A500 A
M21
Aanbevolen
10-20 l/min10-20 l/min
gasstroom
Draaddiameter0,8-1,6 mm1,0-1,6 mm
Bedrijfstemperatuur**-10 °C tot 40 °C-10 °C tot 40 °C
* Bij pulslassen kan de capaciteit worden verlaagd tot 30%.
** Bij gebruik van vloeistofgekoelde toortsen in vrieskou gebruikt u een geschikte
koelvloeistof.
Inschakelduur
De inschakelduur geeft de tijd weer als het percentage van een periode van tien minuten
waarin u kunt lassen zonder dat de apparatuur oververhit raakt. De inschakelduur geldt voor
40°C/104°F of lager.
Algemene toortsgegevens met betrekking tot IEC/EN 60 974−7
Nominale spanningswaarde:Het bedieningscircuit en de
lastoortsschakelaar zijn geschikt voor een
spanning van 42 V, max. 1 A
Specificaties van het koelcircuit van de
lastoorts (alleen voor vloeistofgekoelde
lastoortsen):
•Minimale stroom 1,2 l/min
•Min. waterdruk: 2,5 bar
•Max. waterdruk: 3,5 bar
•ingangstemperatuur: max. 40 °C
•retourtemperatuur: max. 60 °C
•koelcapaciteit: min. 1000 W, tot 2000 W
afhankelijk van de toepassing
Vloeistofgekoelde toortsen
Retourtemperaturen van meer dan 60 °C kunnen de levensduur van de lastoorts verkorten of
leiden tot schade aan of vernietiging van de lastoorts. De koeler moet altijd met voldoende
koelvloeistof zijn gevuld (raadpleeg de gebruikershandleiding van de koeleenheid). Gebruik
in geval van een hoge thermische belasting van de lastoorts een koeler met voldoende
koelcapaciteit. Gebruik alleen speciale koelvloeistof met corrosieremmers voor lastoortsen.
Neem voor geschikte producten contact op met uw dichtstbijzijnde ESAB-dealer.
De waarden gelden voor kabellengtes van 3,0 tot 5,0 meter.
De nominale belastingen hebben betrekking op een standaard toepassingsgeval. Onder
speciale omstandigheden, bijvoorbeeld in het geval van hoge warmtereflectie op de
lastoorts, kan deze oververhit raken (zelfs bij bediening onder de nominale belasting). Kies in
dat geval een model met een groter vermogen of beperk de inschakelduur.
Voorwaarden voor het beoogde gebruiksdoel
1.De lastoorts mag alleen worden gebruikt binnen de hierboven genoemde technische
specificaties en het daarvoor bestemde doel.
2.Het type lastoorts moet worden gekozen afhankelijk van de lastoepassing. Er moet
rekening worden gehouden met de vereiste inschakelduur en belasting, het type
koeling, de geleidingsmethode en de draaddiameter. Als er hogere eisen worden
gesteld, bijvoorbeeld bij voorverwarmde werkstukken, een hoge warmtereflectie in
hoeken enz., moet daarmee rekening worden gehouden door een lastoorts met
voldoende reservevermogen te kiezen.
3.Het product moet worden beschermd tegen vochtigheid en vocht tijdens transport,
opslag en gebruik.
Algemene veiligheidsmaatregelen voor het gebruik van de apparatuur vindt u in het
hoofdstuk "VEILIGHEID" in deze handleiding. Lees deze goed door voordat u de
apparatuur gaat gebruiken!
VOORZICHTIG!
Dit product is bedoeld voor industrieel gebruik. In een woonomgeving kan dit product
radiostoringen veroorzaken. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om
passende voorzorgsmaatregelen te nemen.
GEVAAR!
In een noodsituatie moet de voedingsspanning onmiddellijk worden uitgeschakeld.
Voor verdere actie in dergelijke omstandigheden moet de handleiding van de
stroombron worden geraadpleegd voor meer informatie.
De lastoorts kan in elke lasstand gebruikt worden.
Contact met hete voorwerpen kan schade veroorzaken aan de lastoorts en het kabelpakket.
Sleep de stroombron niet met behulp van de lastoorts.
Trek het kabelpakket niet over scherpe randen. Buig het kabelpakket niet te sterk.
5.1Geleider monteren
Monteer de voor de toepassing geschikte draadgeleider; deze moet passen bij de draadsoort
en de draaddiameter. Zie het hoofdstuk "ONDERHOUD", sectie "Stalen geleider/kunststof
geleider".
LET OP!
Meer informatie over het monteren van nieuwe draadgeleiders en de juiste
montageprocedure, vindt u in het hoofdstuk "Onderhoud”
Stalen geleider = voor staaldraden
Kunststof geleider = voor draden van aluminium, koper, nikkel en roestvrijstaal
5.2Lastoorts uitrusten
De lastoorts moet zodanig worden uitgerust dat hij geschikt is voor de draaddiameter en het
draadmateriaal. Kies de juiste geleider, contacttip, tipadapter, gasmondstuk en gasdiffusor
(indien van toepassing). Een gedetailleerd overzicht van de geschikte onderdelen is te
vinden in de lijst met reserveonderdelen voor de lastoorts.
Haal de tipadapter en de contacttip aan met een geschikt gereedschap.
Zorg dat alle benodigde onderdelen die worden weergegeven in de onderdelenlijst,
bijvoorbeeld isolatoren, worden geplaatst. Wanneer laswerkzaamheden zonder deze
onderdelen worden uitgevoerd, kan de lastoorts onmiddellijk onherstelbaar beschadigd
raken.
5.3Centrale adapter op de apparatuur monteren
1.Controleer of de draadgeleider correct is bevestigd.
2.Steek de centrale plug in het stopcontact op de draadaanvoereenheid en zet deze
vast door de adaptermoer handmatig vast te draaien.
Sluit de waterslangen aan op de koeleenheid: blauw voor water uit de koeler naar de
lastoorts; rood voor verwarmd water van de lastoorts naar de koeler. Voordat een
watergekoelde lastoorts wordt gebruikt, moet de lucht worden verwijderd uit de koelcirculatie
door de koeler enkele minuten te laten draaien.
VOORZICHTIG!
Verkeerd aangesloten waterslangen kunnen leiden tot oververhitting en beschadiging
van de hals en water-voedingskabel van de lastoorts. Controleer regelmatig het peil
van de koelvloeistof en de doorvoer op de koeleenheid. Onvoldoende koeling kan
leiden tot oververhitting en beschadiging van de hals en water-voedingskabel van de
lastoorts.
LET OP!
Voor een optimale gas- en waterstroming moeten de kabelpakketten en de gas- en
waterslangen zo recht mogelijk worden geplaatst. Geknikte slangen leiden tot
oververhitting en beschadiging van de lastoorts. Bescherm kabels en toevoerslangen
tegen beschadiging.
5.5Niveau van beschermgas instellen
Stel de hoeveelheid gas in op de gasregelaar. Het soort gas en de hoeveelheid gas zijn
afhankelijk van de uit te voeren lastaak.
5.6Checklist
Controleer de kabelmontage alvorens deze op de draadaanvoereenheid aan te sluiten om er
zeker van te zijn dat de draadgeleider geschikt is voor het soort draad en de draaddiameter.
Controleer de voorste vervangbare onderdelen van de zwanenhals en kijk of u het juiste
lasmondstuk voor de draaddiameter en het draadtype gebruikt.
5.7Draad verwisselen
Zorg er bij het verwisselen van de draad voor dat het uiteinde van de draad braamvrij is.
Steek de draad overeenkomstig de instructies in de draadaanvoereenheid.
Bij het insteken van de draad, drukt u de draadknop op de draadaanvoereenheid in.
5.8Het lasproces starten of stoppen
De draadaanvoer en het lasproces worden gestart door te trekken aan de
lastoortsschakelaar. Afhankelijk van de configuratie van het lasapparaat wordt het lasproces
gestopt door de schakelaar los te laten of nogmaals aan de schakelaar te trekken.
Raadpleeg de handleiding voor de stroombron voor meer informatie.
De lastoortskop kan zeer hoge temperaturen bereiken tijdens gebruik; kans op
ernstige brandwonden. Laat de kop afkoelen onder observatie; kans op brand. Plaats
de hete lastoorts niet op of nabij warmtegevoelige objecten. Voor watergekoelde
lastoortsen moet het koelsysteem enkele minuten nadat het lasproces is gestopt
ingeschakeld blijven.
Bij het verlaten van de werkplek moet het systeem worden beveiligd tegen
onbedoelde werking, bij voorkeur door het uitschakelen van de stroombron.
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor een veilige en betrouwbare werking.
De lastoorts moet regelmatig worden schoongemaakt en de versleten onderdelen moeten
tijdig vervangen worden om een probleemloze draadaanvoer te garanderen. Blaas de
draadgeleider regelmatig schoon en reinig de contacttip.
WAARSCHUWING!
Volg deze afsluitprocedure voordat u de apparatuur gaat reinigen, onderhoud gaat
uitvoeren of reparaties gaat uitvoeren.
1.Schakel de voeding uit.
2.Sluit de gastoevoer af.
Zorg ervoor dat de voeding en de gastoevoer altijd blijven uitgeschakeld tijdens
onderhoud van de apparatuur.
6.2Kabelpakket
Controleer de lastoorts en het kabelpakket vóór gebruik op beschadigingen. Beschadigingen
moeten worden gerepareerd door gekwalificeerd personeel voordat het product verder wordt
gebruikt.
6.3Draadaanvoer reinigen
Maak de toortskabel los van de apparatuur en leg die uitgestrekt neer.
Draai de moer los en trek de draadgeleider eruit. Verwijder de andere onderdelen van de
zwanenhals.
Blaas vanaf beide kanten perslucht door de draadbuis om schilfers te verwijderen.
Steek de geleider in de draadbuis en draai de moer weer vast.
LET OP!
Nieuwe geleiders moeten op de juiste lengte worden gesneden.
6.4Stalen geleider/kunststof geleider
Als een draadaanvoerprobleem niet kan worden opgelost door het lasmondstuk te
vervangen en het draadgeleiderkanaal te reinigen, moet de geleider worden vervangen.
De geleider en de lasdraad moeten worden geplaatst terwijl het kabelpakket recht wordt
gelegd.
1.Verwijder de hulsmoer van de
centraalconnector en verwijder het
gasmondstuk, de contacttip en de
tiphouder van de lastoorts.
2.Duw de geleider naar binnen via de
centraalconnector en vergrendel
hem met de hulsmoer.
3.Duw het voorste deel van de
geleider zonder te forceren zo ver
mogelijk in de lastoorts. Markeer het
uiteinde van de lastoortshals op de
geleider.
4.Snijd de geleider op de juiste lengte
af met behulp van een projectiel 'X'
gemeten vanaf de markering, zoals
weergegeven in de afbeelding.
Verwijder de geleider van de lastoorts en
maak de voorzijde voorzichtig glad. Slijp
eventuele braamranden weg. Zorg ervoor dat
het binnenste gat volledig open is.
Verwijder bij geïsoleerde geleiders de isolatie
aan de voorzijde, zodat de resterende isolatie
ongeveer aan de voorzijde van de
lastoortshendel eindigt.
Breng de geleider aan en vergrendel hem
met de hulsmoer. Monteer alle onderdelen op
de lastoortshals.
1.Verwijder de hulsmoer van de
centraalconnector en verwijder het
gasmondstuk, de contacttip en de
tiphouder van de lastoorts.
2.Duw de geleider naar binnen via de
centraalconnector en vergrendel
hem met de hulsmoer.
3.Duw het voorste deel van de
geleider zonder te forceren zo ver
mogelijk in de lastoorts. Markeer het
uiteinde van de lastoortshals op de
geleider.
4.Snijd de geleider op de juiste lengte
af met behulp van een projectiel 'X'
gemeten vanaf de markering, zoals
weergegeven in de afbeelding.
Schuin de voorzijde van de geleider
iets af nadat de geleider tot de
correcte lengte is gesneden.
LET OP!
Als de geleider een bronzen voorzijde heeft, snijdt u de kunststof geleider op een
geschikte lengte en laat u de bronzen geleider ongeveer 40-50mm uit de
lastoortshals uitsteken. Bevestig de bronzen geleider aan de voorzijde van de
kunststof geleider en snijd vervolgens de geleidercombinatie op de juiste lengte.
Als het moeilijk is om de geleider in de
lastoorts aan te brengen, snijdt u de geleider
aan de voorzijde recht af en schuint u de
randen vervolgens af (bijvoorbeeld met een
potloodslijper).
•Maak de binnenkant van het gasmondstuk regelmatig schoon om lasspatten te
verwijderen en spray met antispatmiddel van ESAB®.
•Controleer de vervangbare onderdelen op beschadigingen en vervang die onderdelen
als dat nodig is.
6.6Koelsysteem controleren
Controleer of de koelvloeistof schoon is. Ververs deze indien nodig. Door verontreinigingen
in de koelvloeistof kunnen de waterkanalen van de lastoorts verstopt raken. Gebruik altijd
een geschikte koelvloeistof voor lastoortsen met corrosieremmers.
Reparatie- en elektrotechnische werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een
erkende ESAB-technicus. Gebruik uitsluitend originele reserve- en slijtdelen van
ESAB.
De PSF 260, PSF 315, PSF 415, PSF 515, PSF 420w, PSF430w en PSF 520w zijn
ontworpen en getest in overeenstemming met internationale en Europese normen IEC/EN60974-7. Na voltooiing van onderhouds- of reparatiewerkzaamheden is het de
verantwoordelijkheid van de persoon (of personen) die het werk heeft/hebben uitgevoerd,
ervoor te zorgen dat het product nog steeds voldoet aan de eisen van de bovengenoemde
norm.
Reserveonderdelen en verbruiksartikelen kunnen worden besteld via uw dichtstbijzijnde
ESAB-dealer, zie esab.com. Vermeld bij het bestellen altijd het type product, het
serienummer, de bestemming en het nummer van het reserveonderdeel dat u in de lijst met
reserveonderdelen vindt. Dit versnelt het verzenden en garandeert een juiste levering.