ZORG DAT U DEZE INFORMATIE DOORGEEFT AAN DE BEDIENER
VAN DIT APPARAAT.
BIJ UW LEVERANCIER KUNT U EXTRA EXEMPLAREN KRIJGEN.
LET OP
Deze instructies zijn voor ervaren bedieners. Als u niet bekend bent met de principes van
de bediening en veilige werking van booglassen en -snijden, raden wij u dringend aan om
ons boekje “Precautions and Safe Practices for Arc Welding, Cutting, and Gouging,” formulier 52-529 door te lezen. Laat ongetraind personeel dit apparaat NIET installeren, bedienen of onderhouden. Probeer dit apparaat NIET te installeren of te bedienen voordat
u deze instructies volledig hebt gelezen en begrepen. Als u deze instructies niet helemaal
begrijpt, neemt u contact op met de leverancier voor meer informatie. Lees de veiligheidsvoorschriften voordat u dit apparaat installeert of bedient.
VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE GEBRUIKER
Dit apparaat werkt conform de beschrijving in deze handleiding en de bijbehorende labels en/of bladen wanneer het wordt geïnstalleerd, bediend, onderhouden en gerepareerd volgens de bijgeleverde instructies. Dit apparaat moet periodiek worden gecontroleerd. Een slecht werkend of verkeerd onderhouden apparaat mag niet
worden gebruikt. Gebroken, ontbrekende, versleten, vervormde of besmette onderdelen moeten onmiddellijk
worden vervangen. Als een dergelijke reparatie of vervanging nodig is, raadt de fabrikant u aan om telefonisch
of schriftelijk een serviceaanvraag in te dienen bij de erkende distributeur, of bij wie u het apparaat hebt aangeschaft.
Dit apparaat en de bijbehorende onderdelen mogen niet zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
de fabrikant worden gewijzigd. De gebruiker van dit apparaat is zelf verantwoordelijk voor defecten die ontstaan vanwege onjuist gebruik, verkeerd onderhoud, schade, verkeerde reparatie of wijzigingen door iemand
anders dan de fabrikant of een servicefaciliteit die door de fabrikant is aangewezen.
LEES EN BEGRIJP DE INSTRUCTIEHANDELING VOORDAT U HET APPARAAT BEDIENT.
according to the Low Voltage Directive 2006/95/EC, according to the EMC Directive 2004/108/EC
FÖRSÄKRAN OM ÖVERENSSTÄMMELSE
enligt Lågspänningsdirektivet 2006/95/EG, enligt EMC-Direktivet 2004/108/EG
Type of equipment Materialslag
Plasma Cutting Console
Brand name or trade mark Fabrikatnamn eller varumärke
ESAB
Type designation etc. Typbeteckning etc.
EPP-201, (0558007800) & EPP-360 (0558007831)
Manufacturer or his authorised representative established within the EEA
Name, address, telephone No, telefax No: Tillverkarens namn, adress, telefon, telefax:
ESAB AB
Esabvägen, SE-695 81 Laxå, Sweden
Phone: +46 586 81000, Fax: +46 584 411 924
The following harmonised standard in force within the EEA has been used in the design:
Följande harmoniserande standarder har använts i konstruktionen:
EN 60974-1, Arc welding equipment – Part 1: Welding power sources
EN 60974-10, Arc welding equipment – Part 10: Electromagnetic compatibility (EMC) requirements
Additional information: / Tilläggsinformation: Restrictive use, Class A equipment, intended for use in locations other than
residential
By signing this document, the undersigned declares as manufacturer, or the manufacturer’s authorised
representative established within the EEA, that the equipment in question complies with the safety requirements
stated above.
Genom att underteckna detta dokument försäkrar undertecknad såsom tillverkare, eller tillverkarens representant inom
EES, att angiven materiel uppfyller säkerhetskraven angivna ovan.
Signature / Underskrift Position / Befattning
Global Director
Equipment and Automation
Kent Eimbrodt
Clarification
Gebruikers van ESAB-las- en plasmasnijapparaten moeten er zelf voor zorgen dat iedereen die met of in de buurt van het
apparaat werkt zich aan de betreende veiligheidsvoorschriften houdt. De veiligheidsvoorschriften moeten aan de eisen
voor dit type las- of plasmasnijapparaat voldoen. Houd u aan de volgende aanbevelingen en aan de standaardreguleringen
die voor de werkplek gelden.
Het werk moet worden uitgevoerd door getraind personeel dat goed bekend is met de bediening van las- of
plasmijsnijapparaten. Onjuiste bediening van de apparatuur kan leiden tot gevaarlijke situaties, die kunnen leiden tot
persoonlijk letsel en schade aan het apparaat.
1. Iedereen die las- of plasmasnijapparaten gebruikt, moet bekend zijn met:
- de bediening
- de plaats van noodstop
- de werking
- de relevante veiligheidsvoorschriften
- lassen en/of plasmasnijden
2. Degene die het apparaat bedient, moet ervoor zorgen dat:
- er zich geen ongeautoriseerd personeel in het werkgebied van het apparaat bevindt wanneer dit wordt
opgestart
- niemand onbeschermd is wanneer de boog wordt gestart
3. Het werkgebied moet:
- geschikt zijn voor het doel
- vrij zijn van tocht
4. Artikelen voor uw persoonlijke veiligheid:
- Draag altijd de aanbevolen artikelen voor persoonlijke veiligheid, zoals een veiligheidsbril,
vlambestendige kleding en veiligheidshandschoenen.
- Draag geen loszittende artikelen, zoals dassen, armbanden, ringen, enz. Deze kunnen verstrikt raken en
brandwonden veroorzaken.
5. Algemene voorzorgsmaatregelen:
- Zorg dat de retourkabel veilig is aangesloten.
- Werkzaamheden met apparatuur van een hoog voltage mogen alleen door een gekwaliceerde elektricien worden uitgevoerd.
- De juiste brandblusapparatuur moet duidelijk zijn aangegeven en binnen handbereik staan.
- Tijdens de bediening van het apparaat mag geen smering en onderhoud worden uitgevoerd.
LET OP!
Apparatuur van klasse A (400 V CE) is niet bedoeld voor gebruik in woonwijken waar de elektriciteit wordt geleverd door
het openbare elektriciteitsnet. Op dergelijke plaatsen kunnen
zich vanwege de geleide en uitgestraalde storingen potentiële
problemen voordoen met de elektromagnetische compatibiliteit van klasse A-apparatuur.
5
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LASSEN EN PLASMASNIJDEN KUNEN PERSOONLIJK LETSEL EN LETSEL BIJ
WAARSCHUWING
ELEKTRISCHE SCHOK - kan dodelijk zijn.
- Installeer en aard de las- of plasmasnijunit volgens de geldende normen.
- Raak geen elektrische onderdelen of elektrodes die onder stroom staan met de blote huid, natte hand schoenen of natte kleding aan.
- Isoleer uzelf van de aarde en het werkstuk.
- Zorg voor een goede werkhouding.
ROOK EN GAS - kunnen gevaarlijk voor de gezondheid zijn.
- Houd uw hoofd uit de rook.
- Gebruik ventilatie of boogextractie, of beide, om rook en gassen uit de ademzone en de algemene ruimte
te verwijderen.
ANDEREN VEROORZAKEN. NEEM VOORZORGSMAATREGELEN WANNEER
U LAST OF SNIJDT. VRAAG UW WERKGEVER WELKE MAATREGELEN U
MOET TREFFEN, OP BASIS VAN DE RISICOGEGEVENS VAN DE FABRIKANT.
BOOGSTRALEN - kunnen letsel aan ogen en huid veroorzaken.
- Bescherm uw lichaam en uw ogen. Gebruik het juiste las/plasmasnijscherm en lterlens, en draag bescher mende kleding.
- Bescherm omstanders met geschikte schermen of gordijnen.
BRANDGEVAAR
- Vonken (spatten) kunnen brand veroorzaken. Zorg daarom dat er geen ontvlambare materialen in de
buurt staan.
LAWAAI - te veel lawaai kan het gehoor beschadigen.
- Bescherm uw oren. Gebruik oorbeschermers of een andere gehoorbescherming.
- Wijs omstanders op het risico.
DEFECTEN - bel voor assistentie van een expert als het apparaat defect is.
LEES EN BEGRIJP DE INSTRUCTIEHANDELING VOORDAT U HET APPARAAT BEDIENT.
BESCHERM UZELF EN ANDEREN!
6
HOOFDSTUK 2 BESCHRIJVING
2.1 Inleiding
De EPP-voeding is ontworpen voor het markeren en machinaal plasmasnijden met hoge snelheid. Het kan worden gebruikt in combinatie met andere ESAB-producten zoals de PT-15-, PT-19XLS-, PT-600- en PT-36-snijbranders alsmede met de Smart Flow II, een geautomatiseerd gasregel- en -schakelsysteem.
• 10 tot 36 ampère voor markeren
• 30 tot 200 ampère snijstroombereik
• Ventilatorlucht gekoeld
• Vaste gelijkspanningsbron
• Ingangsspanningsbeveiliging
• Plaatselijk of op afstand bediend frontpaneel
• Thermoschakelaarbeveiliging voor hoofdtransformator en vermogenshalfgeleidercomponenten
• Hijsogen aan de bovenkant of vorkheftruckspeling aan de onderkant voor transport
• Mogelijkheden voor aanvullende parallel geschakelde voedingen om het stroomafgiftebereik te verhogen.
2.2 Algemene specicaties
Onderdeelnummer0558007800
Spanning160 VDC
Gelijkstroombereik
Output
(100 % bedrijfs-
cyclus)
Input
(markeren)
Gelijkstroombereik
(snijden)
Vermogen32 KW
* Nullastspanning (OCV)360 VDC
Spanning (3-fase)380 / 400V
Stroom (3-fase)60 / 57 A RMS
Frequentie50 / 60 HZ
KVA39.5 KVA
Vermogen35.5 KW
Vermogensfactor90.0 %
Ingangszekering rec.100 A
EPP-201, CCC/CE, 380 / 400V,
50 / 60Hz
10 A tot 36 A
30 A tot 200 A
Lichtnet 400 V CE ..............................................S
..................................................................................... Z
Lichtnet 400 V CE, S
Minimaal kortsluitingsvermogen van het netwerk conform IEC61000-3-12.
Lichtnet 400 V CE, Z
Maximaal toegestane lijn op netwerkimpedantie conform IEC61000-3-11.
sc min
max
sc min
max
7.2MVA
0.020Ω
7
HOOFDSTUK 2 BESCHRIJVING
2.3 Afmetingen en gewichten
1035 mm
(40,75”)
603,25 mm
(23,75”)
1200 mm
(47,25”)
Gewicht = 492 kg
(1085 lb)
8
HOOFDSTUK 3 INSTALLEREN
3.1 Algemeen
HET NIETOPVOLGEN VAN DE INSTRUCTIES KAN FA
TAAL LETSEL OF MATERIËLE SCHADE VEROORZAKEN.
VOLG DEZE INSTRUCTIES OP OM LETSEL OF MATERIËLE
WAARSCHUWING
3.2 Uitpakken
• Controleer het product op transportschade direct bij ontvangst.
• Verwijder alle onderdelen uit de verzendcontainer en controleer of er losse onderdelen in de container
aanwezig zijn.
• Inspecteer luchtroosters en verwijder eventuele blokkeringen.
SCHADE TE VOORKOMEN. U MOET ZICH HOUDEN AAN DE
PLAATSELIJKE, REGIONALE EN NATIONALE ELEKTRISCHE
EN VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.
3.3 Plaatsen
• Zorg voor een minimumspeling van 1 meter (3 ft.) aan de voor- en achterkant voor een goede luchtkoeling.
• Houd er rekening mee dat de bovenste en zijpanelen moeten worden verwijderd voor onderhouds-,
reinigings- en inspectiewerkzaamheden.
• Plaats de EPP-201 zo dicht mogelijk bij een stroomvoorziening met de juiste zekering.
• Houd de ruimte onder de voeding vrij voor koellucht.
• De omgeving moet relatief vrij zijn van stof, rook en overmatige hitte. Deze factoren zijn van invloed
op het koelrendement.
Geleidende stof en vuil binnenin de voeding kunnen leiden tot
boogoverslag. Daardoor kan materiële schade ontstaan. Kort-
VOORZICHTIG
sluiting kan ontstaan als de stof zich kan ophopen binnenin de
voeding.
Zie het hoofdstuk Onderhoud.
9
HOOFDSTUK 3 INSTALLEREN
3.4 Voedingsaansluiting
ELEKTRISCHE SCHOKKEN KUNNEN DODELIJK ZIJN!
ZORG VOOR MAXIMALE BEVEILIGING TEGEN ELEK
WAARSCHUWING
3.4.1 Primaire voeding
De EPP-201 is een 3-fase-eenheid. Het ingangsvermogen moet worden geleverd door een (wand)hoofdschakelaar met zekeringen of stroomonderbrekers die voldaan aan de plaatselijke or regionale voorschriften.
Aanbevolen maten van voedingsgeleider en hoofdzekering:
TRISCHE SCHOKKEN.
VOORDAT U AANSLUITINGEN BINNENIN DE MACHINE
MAAKT, OPEN DE WANDHOOFDSCHAKELAAR OM DE
STROOM UIT TE SCHAKELEN.
Input bij nominale
belasting
VoltAmpère
3806035 (2/0)100
4005735 (2/0)100
Nominale belasting is het vermogen van 200 A bij 160 V
* Maten volgens de National Electrical Code voor een 90 °C (194 ˚F) nominale koperen geleider bij een omgevingstemperatuur van 40 °C (104 ˚F). Niet meer dan drie geleiders per aanvoerkanaal of kabel. De plaatselijke voorschriften moeten worden opgevolgd als daarin andere maten worden vermeld dan de hierboven
genoemde maten.
Gebruik de onderstaande formule om de ingangsstroom te berekenen voor een groot aantal verschillende
vermogens.
Ingangsstroom =
(V boog) x (I boog) x 0,73
(V lijn)
Voedings- en
massageleider*
CU/mm2 (AWG)
Tijdvertraging zeke-
ringmaat
(Ampère)
Een speciale voedingskabel kan noodzakelijk zijn.
De EPP-201 is uitgerust met netspanningscompensatie, maar om
OPMERKING
een overbelasting van het circuit te voorkomen, kan een speciale
(aparte) voedingskabel noodzakelijk zijn.
LET GOED OP!
Vereisten voor lichtnet 400 V CE:
Hoogvermogenapparatuur kan, omdat de primaire stroom van het lichtnet wordt afgenomen, de vermogenskwaliteit van het net beïnvloeden. Daarom gelden voor bepaalde typen apparatuur mogelijk aansluitbeperkingen of vereisten voor de maximale toegestane lichtnetimpedantie of de vereiste minimale
netcapaciteit op het interfacepunt met het openbare net (zie de technische gegevens). In dit geval is de
installateur of de gebruiker van de apparatuur verantwoordelijk voor de aansluiting van de apparatuur en
moet indien nodig contact worden opgenomen met de operator van het distributienetwerk.
10
HOOFDSTUK 3 INSTALLEREN
3.4.2 Voedingsgeleiders
• Door de klant geleverd
• Kan bestaan uit met zwaar rubber afgedekte koperen geleiders (drie stroom en één massa/aarde) of
zijn ondergebracht in een starre of exibele kabelbuis.
• Maat volgens schema.
3.4.3 Procedure voor het aansluiten van de voedingskabel
ONJUISTE AARDING KAN LEIDEN TOT FATAAL LETSEL.
HET CHASSIS MOET ZIJN AANGESLOTEN OP EEN GOED
WAARSCHUWING
GEKEURDE ELEKTRISCHE AARDE. ZORG ERVOOR DAT DE
MASSAKABEL NIET IS AANGESLOTEN OP EEN PRIMAIRE
KLEM.
Chassismassaverbinding
Toegangsopening voor voedingskabel (achterpaneel)
1. Verwijder het kleine achterpaneel van de EPP-201.
2. Leid de kabels door de toegangsopening in het achterpaneel.
3. Maak de kabels vast met de trekontlasting bij de toegangsopening.
4. Sluit de massakabel aan op het chassiscontactpunt.
5. Sluit de voedingskabels aan op de primaire klemmen.
6. Sluit de voedingsgeleiders aan op de (wand)hoofdschakelaar.
7. Plaats het achterpaneel weer terug en schakel de stroom in.
Primaire klemmen
11
HOOFDSTUK 3 INSTALLEREN
3.5 Uitgangsaansluitingen
ELEKTRISCHE SCHOKKEN KUNNEN DODELIJK ZIJN!
GEVAARLIJKE SPANNING EN STROOM!
TELKENS WANNEER U NABIJ EEN PLASMAVOEDING
WERKT WAARVAN DE AFDEKPLATEN ZIJN VERWIJDERD:
WAARSCHUWING
• SCHAKEL DE STROOM UIT MET DE (WAND)HOOFDSCHAKELAAR.
• LAAT DE UITGANGSRAILS (POSITIEF EN NEGATIEF)
CONTROLEREN MET EEN VOLTMETER.
3.5.1 Uitgangskabels (door de klant geleverd)
Kies de plasmasnijuitgangskabels (door de klant geleverd) op basis van één 4/0 AWG, 600 volt geïsoleerde koperen kabel voor elke 400 ampère uitgangsstroom.
Opm.:
gebruik geen 100 volt geïsoleerde laskabel.
12
HOOFDSTUK 3 INSTALLEREN
3.5.2 Procedure voor het aansluiten van de uitgangen
1. Open het toegangspaneel onder aan de voorkant van de voeding.
2. Leid de uitgangskabels door de openingen aan de onderkant van de voeding direct achter het frontpaneel.
3. Sluit de kabels aan op de speciale klemmen die zich binnenin de voeding bevinden met UL-goedkeurde
draadklemmen.
4. Sluit het toegangspaneel aan de voorkant.
Toegangspaneel aan
de voorkant gesloten
13
Toegangspaneel aan
voorkant geopend
HOOFDSTUK 3 INSTALLEREN
3.6 Parallelle installatie
Twee EPP-201-voedingen kunnen parallel worden aangesloten om het uitgangsstroombereik te verhogen.
3.6.1 Parallelle aansluitingen voor twee EPP-201’s
Opm.:
De primaire voeding heeft een jumper voor de elektrode (-) geleider.
De aanvullende voeding heeft een werk (-) jumper.
1. Sluit de negatieve (-) uitgangskabels aan op de boogstarter (generator met hoge frequentie).
2. Sluit de positieve (+) uitgangskabels aan op het werkstuk.
3. Sluit de positieve (+) en negatieve (-) geleiders aan tussen de voedingen.
4. Sluit de ontstekingsboogkabel aan op de ontstekingsboogklem van de primaire voeding. De ontstekingsboogaansluiting van de aanvullende voeding wordt niet gebruikt. Het ontstekingsboogcircuit loopt niet
parallel.
5. Sluit een parallelle voedingstuurkabel aan tussen de twee voedingen.
6. Sluit de CNC-stuurkabel aan op de primaire voeding.
Aansluitingen voor de parallelle installatie van twee EPP-201 voedingen
EPP-201EPP-201
Aanvullende
voeding
werk
(+)
2 - 4/0 600V
positieve kabels
naar werkstuk
met twee werkende voedingen.
elektrode
(-)
P/S parallelle stuurkabel
Primaire
voeding
werk
(+)
ontstekingsboog
1 - 14 AWG 600V
kabel naar ontstekingsboogaansluiting in boogstarter
(HF-generator)
elektrode
(-)
Stuurkabel naar
waterkoeler
CNC-
stuur-
kabel
2 - 4/0 600V
negatieve kabels
in boogstarter
(HF-generator)
14
HOOFDSTUK 3 INSTALLEREN
werk
De EPP-201 is niet uitgerust met een AAN/UIT-schakelaar. De netvoeding wordt geregeld met de (wand)hoofdschakelaar.
GEBRUIK DE EPP201 NIET ALS DE AFDEKPLATEN ZIJN
VERWIJDERD. BLOOTLIGGENDE HOOGSPANNINGSCOM
PONENTEN VORMEN EEN VERHOOGD GEVAAR VAN ELEK
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
TRISCHE SCHOKKEN. INTERNE COMPONENTEN KUNNEN
WORDEN BESCHADIGD OMDAT DE KOELVENTILATOREN
MINDER EFFICIËNT WERKEN.
ELEKTRISCHE SCHOKKEN KUNNEN DODELIJK ZIJN!
BLOOTLIGGENDE ELEKTRISCHE GELEIDERS KUNNEN GEVAARLIJK
ZIJN!
LAAT ELEKTRISCH “HETE“ GELEIDERS NIET BLOOTLIGGEN. CONTRO
LEER, BIJ HET LOSKOPPELEN VAN DE AANVULLENDE VOEDING VAN
DE PRIMAIRE VOEDING, OF DE JUISTE KABELS ZIJN LOSGEKOPPELD.
ISOLEER DE LOSGEKOPPELDE UITEINDEN.
ALS TWEE VOEDINGEN PARALLEL WORDEN AANGESLOTEN EN EEN
VAN DE TWEE HEEFT GEEN VOEDING, OF ALS DE PARALLELLE KABEL
DE TWEE NIET VERBINDT, MOET DE NEGATIEVE ELEKTRODE GELEIDER
WORDEN LOSGEKOPPELD VAN DE AANVULLENDE VOEDING EN
DE LEIDINGDOOS. ALS DIT NIET GEBEURT, ZAL DE AANVULLENDE
VOEDING ELEKTRISCH “HEET” EN ONVEILIG ZIJN EN NIET WERKEN.
Aansluitingen voor de parallelle installatie van twee EPP-201 voedingen
met slechts één werkende voeding.
EPP-201EPP-201
Aanvullende
voeding
2 - 4/0 600V
positieve kabels
naar werkstuk
elektrode
P/S parallelle stuur-
kabel
Koppel de negatieve
aansluiting los van de
aanvullende voeding en
isoleer deze voor de omschakeling van twee naar
één voeding
15
werk
Primaire
voeding
elektrode
2- 4/0 600V
negatieve kabels
in boogstarter
(HF-generator)
Stuurkabel naar
waterkoeler
HOOFDSTUK 3 INSTALLEREN
3.6.2 Markeren met twee parallelle EPP-201’s
Twee EPP-201’s, parallel op elkaar aangesloten, kunnen worden gebruikt voor het markeren tot 10 A en snijden
van 30 A tot 400 A.
GEBRUIK VAN TWEE PARALLELLE EPP-201’S:
1. Zorg voor logische signalen voor start/stop, Snijden/Markeren, “HOGE STROOM” alsmede logische of analoge ingangen voor het regelen van de ontstekingsstroomsignalen naar de primaire voeding voor zowel
snijden als markeren. Bij het markeren worden beide voedingen ingeschakeld, maar het markeersignaal
schakelt de uitgang van de aanvullende voeding uit.
3.7 Interfacekabelstekkers
Noodstopconnector
Afstandsbediening (CNC)
Paralelle voeding
Koelvloeistofcirculatiesysteem
16
HOOFDSTUK 3 INSTALLEREN
3.7.1 CNC-interfacekabels met bijpassende voedingsconnector en
klemloze CNC-interface
GROEN/GEEL
ROOD NR. 4
3.7.2 CNC-interfacekabels met bijpassende voedingsconnector aan beide uiteinden
GROEN/GEEL
17
ROOD NR. 4
HOOFDSTUK 3 INSTALLEREN
3.7.3 Waterkoelerinterfacekabels met bijpassende voedingsconnector aan beide uiteinden
3.7.4 Parallelle stuurkabel voedingsbron
18
HOOFDSTUK 4 BEDIENING
GEVAARLIJKE SPANNING EN STROOM! ELEKTRISCHE SCHOK
KEN KUNNEN DODELIJK ZIJN!
WAARSCHUWING
4.1 EPP-201 blokschema
CONTROLEER VÓÓR GEBRUIK OF DE INSTALLATIE EN AAR
DINGSPROCEDURES ZIJN OPGEVOLGD. GEBRUIK DIT APPA
RAAT NIET ALS DE AFDEKPLATEN ZIJN VERWIJDERD.
EMC-lter
Hoofd-
contactgever
Hoofd-
transformator
3 ~
gelijkrichter
Vermogens-
factorcorrectie-
inductor
380 / 400 V 3 ~
input
3 x 2 ohm
300 watt
weerstanden
Zacht
startrelais
IGBT-driver
board
4 x 400 amp
IGBT’s
Regelvermogenzekeringen
1 ~
Regel-
transformator
Relais / interface-
board
Hoofdbedienings-
paneel
CNC-
interface
&
isolatie
2 x 6000uf
450V
condensatoren
inductor
Output
Frontpaneel
display
19
HOOFDSTUK 4 BEDIENING
4.2 Bedieningspaneel
E
F
B
H
A
C
D
J
20
HOOFDSTUK 4 BEDIENING
4.2 Bedieningspaneel (vervolg)
A - Voorinstelling-/bedieningsschakelaar
“Middelste” positie = toont de huidige snijparameters
“Bovenste” positie = voorinstelling van ontstekingsboogstroom voor het bedieningspaneel of de afstandsbediening
“Onderste” position = voorinstelling van snijstroom voor het bedieningspaneel of de afstandsbediening
B - Te hoge temperatuur (Over Temp)
Lampje brandt als de voeding oververhit is.
C - Storing (Fault)
Lampje brandt als fatale fouten zoals een eenfasewerking werd vastgesteld.
D - Huidige wijzerplaat (potentiometer)
Wijzerplaat van de EPP-201 afgebeeld. De EPP-201 heeft een bereik van 30 A tot 200 A. Wordt alleen gebruikt
bij het bedieningspaneel.
E - Paneelafstandsbedieningschakelaar
Regelt de huidige stroomregelplaats.
• Zet de schakelaar in de stand PANEL (bedieningspaneel) voor regeling met de stroompotentiometer.
• Zet de schakelaar in de stand REMOTE (afstandsbediening) voor regeling met een extern signaal
(CNC).
F - Meters
Geeft de spanning en stroom weer bij het snijden. De ampèremeter kan worden geactiveerd als niet wordt gesneden om de geschatte snij-/markeerstroom of ontstekingsboogstroom weer te geven voordat men het snijden
wordt begonnen. Zie “A” hierboven. Geeft bij storingen ook de diverse storingscodes weer.
G - Noodstopconnector (niet afgebeeld)
De noodstopconnector zorgt voor een normaal gesproken gesloten contact van de noodstopschakelaar. Het
contact wordt aangesloten op J4-A en J4-B. Het contact wordt geopend als de noodstopknop wordt ingedrukt.
Er wordt dan een signaal gestuurd naar de plasmaregeling dat de voeding een noodstop heeft uitgevoerd.
H - Noodstopknop
De noodstopknop activeert de noodstopschakelaar. Als de knop wordt ingedrukt, wordt er een noodstop uitgevoerd die voorkomt dat de voeding stroom afgeeft zelfs als een startsignaal wordt gegeven.
J - CB1 - 3 ampère
Stroomonderbreker voor 115 VAC naar CNC.
21
HOOFDSTUK 4 BEDIENING
4.3 Bedieningswijzen
De EPP-201 werkt in de Snijmodus (Cutting Mode) met een enkel continu verstelbaar uitgangsstroombereik van
30 A tot 200 A via de stroompotentiometer op het frontpaneel of een stroomreferentiesignaal van de afstandsbediening dat naar connector J1 wordt gestuurd.
Bij gebruik van een afstandsbedieningssignaal komt 1 volt overeen met 36 ampère en 200 A komt overeen met
een signaal van 5.55 VDC.
De EPP-201 werkt standaard in de Snijmodus en schakelt om naar de Markeermodus (Marking Mode) als een
opdrachtsignaal van een afstandsbediening wordt ontvangen.
De voeding wordt in de Markeermodus geschakeld via een extern geïsoleerd relais of schakelcontact dat J1-R
(115VAC) aansluit op J1-C. Zie schema aan de binnenkant van het achterblad. Dit contact moet sluiten voordat
(50 ms of langer) een Start- of Contactgever AAN-opdracht wordt gegeven.
In de CNC-markeermodus wordt de uitgangsstroom geregeld binnen één enkel continu verstelbaar bereik van
0 A tot 36 A via het stroomreferentiesignaal van de afstandsbediening dat naar connector J1 wordt gestuurd. In
de bedieningspaneel-markeermodus kan de uitgangsstroom worden geregeld tussen 0 en 36 A met de bedieningspaneelpotentiometer, zoals het apparaat wordt verzonden. Als SW1-1 (die open is op de bedieningsprintplaat) wordt gesloten, wordt het bereik 0 tot max. 18 A.
Bij gebruik van een afstandsbedieningssignaal komt 1 volt overeen met 3,6 ampère en 36 A komt overeen met
een signaal van 10.00 VDC.
4.3.1. Eén enkele voeding (gebruikt in combinatie met de CNC, twee basisbedieningswijzen zijn mogelijk)
1. Bedieningspaneelmodus (Panel Mode) - (de voeding is uitgerust met een schakelaar) Zet de Panel/Remo-
te-schakelaar in de stand Panel (bedieningspaneel). Wordt gebruikt met een CNC met beperkte capaciteit die
uitsluitend een start/stop-signaal naar de voeding kan sturen. De microcontroller in de voeding accepteert
de analoge instelling van de paneelpotentiometer als de snijstroom. Op basis van deze waarde berekent het
de beginstroom, de ontstekingsboog en de upslopetijd. De snijwaarde en de P.A.-waarde kunnen worden
weergegeven voorafgaand aan het snijden door de snijstroom met behulp van de veerterugslagschakelaar
op de voeding en de ontstekingsboog in de vooraf ingestelde standen te zetten. Als de ontstekingsboogstroom onvoldoende wordt geacht, kan de CNC deze verhogen door de betreende waarden naar de stuurkabels PA0 en PA1 te zenden. De verhoogde waarden zijn als volgt:
PA0PA1
UITUITgeen wijziging
AANUITwaarde verhoogd met 12,5%
UITAANwaarde verhoogd met 25%
AANAANwaarde verhoogd met 37,5%
22
HOOFDSTUK 4 BEDIENING
24-GELEIDERKABEL
Plasmasysteemregeling
EPP - 201
OB AAN
WC-DEBIETSTORING: UIT MET LAAG DEBIET
MARKEERMODUS GESELECTEERD
GESLOTEN VOOR MARKEREN
I markeer = (3,6) X (V snijstr.ref)
NOODSTOP: GEÏSOLEERD CONTACT
GESLOTEN VOOR STARTEN
MASTER SELECT – SLUIT H AAN OP R (ALTIJD AANWEZIG)
+
CNC
15V15V
15V CNC
COMMON
WC-NIVEAU: UIT
MET STORING
0 TOT 10V
PLASMA START
I ob = (4,5) X (V ob-str.ref)
BOOG AAN
OB STROOM SELECT
OB STROOM SELECT
STROOM HOOG/LAAG
GESLOTEN VOOR 400 A; OPEN VOOR 200 A
[ALLEEN BIJ PARALLEL GEBRUIK)
niet gebruikt
OPEN VOOR INTERNE REGELING
GESLOTEN VOOR EXTERNE REGELING
VOEDINGSTORING
MASTERSTROOM
KABELDRAAD
ID
ROOD 01
ROOD 02
ROOD 03
ROOD 04
ROOD 05
ROOD 06
ROOD 07
CNC ANALOOG COMMON
0 TOT 10V
SNIJSTROOMREF
+
+
I snijden = (36) X (V snijstr.ref)
OB-STROOMREF
VOOR LAAG: I snijden = (20) X (V snijstr.ref)
VOOR HOOG: I snijden = (40) X (V snijstr.ref)
ROOD 08
ROOD 09
ROOD 10
ROOD 11
ROOD 12
ROOD 13
ROOD 14
ROOD 15
ROOD 16
ROOD 17
ROOD 18
ROOD 19
ROOD 20
ROOD 21
ROOD 22
ROOD 23
GROEN/GEEL
24-
GELEIDER-
CONNECTOR
A
B
C
Z
E
F
G
H
K
L
+
M
N
+
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
D
OB AAN
WC-DEBIETSTORING: AAN MET DEBIET OK
MARK MODE SELECT
115V AC NEUTRAAL
NOODSTOP:
NOODSTOP:
CNC +15V DC
MASTER SELECT
STROOMREF. OPDR.J
WC-NIVEAU (OP W/ NIVEAU OK)
SNIJSTROOMREF
PLASMA START
OB-STROOMREF
BOOG AAN
PA0
115V AC H
PA1
HOOG-BEREIK (400 A)
niet gebruikt
SELECTIE VAN PROCESREGELING
VOEDINGSTORING
AAN MET STORING
HAL-OMVORMER
OB STROOM SELECT
OB STROOM SELECT
PS 24V DC COMMON
MASTER-UITGANGSSTROOMSIGNAAL
CHASSIS
10K
24V AC
K4
10K
20K
20K
10K
10K
10K
10K
10K
10K
+
1,0 V = 100 A
CNC +15V DC
24V24V
24V DC
COMMON
115V AC NEUTRAAL
3A
ZEKERING
115V AC
+
23
HOOFDSTUK 4 BEDIENING
De tabel die wordt gebruikt voor het berekenen van de beginstroom, ontstekingsstroom en upslopetijd is opgeslagen in de microcontroller en bevat de volgende informatie:
Snijstroom
(A)
302015200
502520250
1005025500
20010030800
Beginstroom
(A)
Ontstekingsboog-
stroom
(A)
Upslopetijd
(msec)
Als andere waarden dan die in de tabel worden gebruikt voor de snijstroom, worden de bijbehorende waarden
berekend uitgaande van een lineaire helling voor alle vereiste parameters.
2. Afstandsbediening (Remote Mode) -
a. Gedeeltelijke CNC-bediening - (CNC-kabelpin “V” open, open voor interne regeling) In deze bedienings-
wijze moet de Panel/Remote-schakelaar In de stand REMOTE (afstandsbediening) staan. De CNC moet het
snijstroomreferentie- en/of start/stop-signaal naar de voeding sturen. Op basis van het snijreferentiesignaal
berekent de microcontroller van de voeding de beginstroom, ontstekingsstroom en upslopetijd.
b. Afstandsbediening met volledige CNC-modus - (CNC-kabelpin “V” gesloten, gesloten voor externe rege-
ling) De Panel/Remote-schakelaar van de voeding wordt in de stand REMOTE (afstandsbediening) gezet. De
CNC moet de ingang “full CNC control (volledige CNC-regeling)” op pin “V” van de onderlinge verbindingskabel activeren. In deze modus worden alle parameters geregeld door de CNC, inclusief beginstroom, ontstekingstroom en upslopetijd. De ontstekingsstroom kan worden geregeld met behulp van logische ingangen
of een analoge ingang. Als het analoge ingang minder dan 0,5 volt is, zal de voeding de logische ingangen
PA0 en PA1 gebruiken om de gevraagde ontstekingsstroom te sturen, gebaseerd op de volgende combinatie:
PA0PA1
openopen10
geslotenopen20
opengesloten30
geslotengesloten40
Ontstekingsstroom
(A)
Als het analoge referentiesignaal wordt gebruikt, komt 10 VDC overeen met 45 A of 1 V = 4,5 A.
Markeren - Is zowel in de Panel- als in de Remote-modus mogelijk en vereist dat de Markeermodusselectie-
ingang wordt gesloten door de CNC. In de Panel-modus (bedieningspaneel) is de maximale markeerstroom
(ingesteld door de paneelpotentiometer) 36 A. Als SW1-1 (die open is op de bedieningsprintplaat) wordt gesloten, wordt het bereik 0 tot max. 18 A. In de Remote-modus (afstandsbediening) wordt de markeerstroom
ingesteld door de hoofdreferentie-ingang en 10 VDC komt overeen met 36 A of 1 V = 3,6 A markeerstroom.
24
HOOFDSTUK 4 BEDIENING
4.3.2. Meerdere voedingen
1. Parallelle bediening - Sluit de voedingen op elkaar aan zoals afgebeeld in paragraaf 3.6. Zet de Panel/Re-
mote-schakelaars op beide voedingen in de stand Remote (afstandsbediening). Als de eenheden worden gebruikt voor snijden en beide voedingen moeten worden meegenomen voor de snijstroom, moet de logische
input “HI CURRENT (HOGE STROOM)” (pin “T”) van de CNC-kabel worden geactiveerd. Op deze manier kan een
maximale stroom van 400 A worden geleverd voor een analoge ingang van 10 VDC van de CNC. Als de “HI
CURRENT”-ingang wordt gedeactiveerd, zal de aanvullende voeding geen uitgangssignaal sturen, zelfs als deze
is aangesloten op de primaire voeding. In de Markeermodus zal alleen de primaire voeding de markeerstroom
leveren. Als afwisselend wordt gesneden en gemarkeerd, kan de “HI CURRENT”-ingang worden behouden en de
markeeringang zal dan regelen of beide of slechts één voeding de uitgangsstroom zullen leveren. Het markeerstroombereik ligt tussen 10 en 36 A en het snijstroombereik ligt tussen 30 en 400 A.
4.4 Bedieningsstappen
A. Schakel de stroom in door de (wand)hoofdschakelaar te sluiten. De EPP-201 is niet uitgerust met een eigen
AAN/UIT-schakelaar. Nadat de stroom is ingeschakeld, verschijnt kort op de display van de EPP-201 de melding “EPP-201”, gevolgd door “Pr x.xx”, het versienummer van het softwareprogramma, daarna “0 amps” en
“0 volts”.
B. Selecteer de Panel/Remote-modus voor de stroomregeling afhankelijk van het feit of uw CNC over een af-
standsbediening voor de stroomregeling beschikt.
1. In de “Panel”-modus kan de geselecteerde snijstroom worden bekeken door de frontpaneelschakelaar
in de stand “Cut Current Preset (vooraf ingestelde snijstroom)” te zetten en vast te houden. In de “Panel”modus worden de ontstekingsboogstroom, beginstroom en upslopetijd bepaald door de voeding op
basis van de geselecteerde snijstroom. De geselecteerde snijstroom kan worden bekeken door de frontpaneelschakelaar in de stand “PA Current Preset (vooraf ingestelde PA-stroom)” te zetten en vast te houden. Zie paragraaf 4.2 Bedieningspaneel.
2. In de “Remote”-modus zijn er twee bedieningswijzen mogelijk.
a. De standaardmodus is vergelijkbaar met de “Panel”-modus, behalve dat de snijstroomopdracht
wordt gegeven door de CNC in plaats van door de frontpaneelpotentiometer. De schaalverdeling
van het stroomsignaal van de afstandsbediening is 1,0 V DC = 36 A. Deze modus is handig als de
CNC niet over de mogelijkheid beschikt om de beginstroom en de helling van de uitgang te regelen.
Voor aansluitingen van de afstandsbediening zie het CNC-interfaceschema.
b. Als uw CNC de beginstroom en hellingen kan regelen, zet de Panel/Remote-schakelaar dan in de
stand “Remote (afstandsbediening)” en zorg voor een sluitcontact tussen pin “R” en “V” van de
CNC-interfaceconnector. In deze modus moet de CNC het analoge signaal sturen voor het regelen
van de beginstroom, upslopetijd en snijstroom. De schaalverdeling is gelijk aan die in de standaardmodus. De ontstekingsboogstroom wordt geregeld door een twee 0 – 10 V DC analoog signaal,
indien aanwezig, of door het sturen van een binair gecodeerd signaal zoals gedenieerd in het CNCinterfaceschema. De schaalverdeling van het ontstekingsboogsignaal is 10 V DC = 45 A.
C. Begin met plasmasnijden. Daarvoor moeten wellicht nog andere variabelen worden ingesteld zoals gasdruk,
debiet, snijbranderhoogte etc.
D. Als om welke reden dan ook geen snijden of markeren mogelijk is, moet op de display van de EPP-201 een
foutcode verschijnen die de reden aangeeft. Zie “Helpcodes” in het hoofdstuk Verhelpen van storingen.
25
HOOFDSTUK 4 BEDIENING
26
SECTION 5 MAINTENANCE
5.1 General
ELECTRIC SHOCK CAN KILL!
WARNING
WARNING
CAUTION
5.2 Cleaning
SHUT OFF POWER AT THE LINE WALL DISCONNECT BEFORE AT
TEMPTING ANY MAINTENANCE.
EYE HAZARD WHEN USING COMPRESSED AIR TO CLEAN.
• Wear approved eye protection with side shields when cleaning the
power source.
• Use only low pressure air.
Maintenance On This Equipment Should Only Be Performed By
Trained Personnel.
Regularly scheduled cleaning of the power source is required to help keep the unit running trouble free. The
frequency of cleaning depends on environment and use.
1. Turn power o at wall disconnect.
2. Remove side panels.
3. Use low pressure compressed dry air, remove dust from all air passages and components. Pay particular
attention to heat sinks in the front of the unit. Dust insulates, reducing heat dissipation. Be sure to wear
eye protection.
Air restrictions may cause EPP-201 to over heat.
Thermal Switches may be activated causing interruption of func-
CAUTION
WARNING
tion.
Do not use air lters on this unit.
Keep air passages clear of dust and other obstructions.
ELECTRIC SHOCK HAZARD!
BE SURE TO REPLACE ANY COVERS REMOVED DURING CLEANING
BEFORE TURNING POWER BACK ON.
27
SECTION 5 MAINTENANCE
28
SECTION 6 TROUBLESHOOTING
ELECTRIC SHOCK CAN KILL!
DO NOT PERMIT UNTRAINED PERSONS TO INSPECT OR REPAIR THIS
WARNING
CAUTION
6.1 Troubleshooting
Check the problem against the symptoms in the following troubleshooting guide. The remedy may be quite
simple. If the cause cannot be quickly located, shut o the input power, open up the unit, and perform a simple
visual inspection of all the components and wiring. Check for secure terminal connections, loose or burned wiring or components, bulged or leaking capacitors, or any other sign of damage or discoloration.
EQUIPMENT. ELECTRICAL WORK MUST BE PERFORMED BY AN EXPE
RIENCED ELECTRICIAN.
Stop work immediately if power source does not work properly.
Have only trained personnel investigate the cause.
Use only recommended replacement parts.
The cause of control malfunctions can be found by referring to the sequence of operations, electrical schematics
and checking the various components. A volt-ohmmeter will be necessary for some of these checks.
6.2 Troubleshooting Guide
As the unit is powered up, the display should show EPP-201 for one second and then show the program number
such as: Pr 2.01 or higher. If the display remains blank, look for the following:
a. loose or missing display cable between the main control board and the display board
b. lack of +15 volt bias supply which could be caused by blown fuses F1 or F2
c. an open circuit breaker CB1 on the front panel.
If the unit shows Error 5 after the program number display times out, look for a closed start switch. To reset the
unit simply open the start switch. At this point the display should show 0’s in both windows. If the power source
is not connected to a CNC at power up, the emergency stop relay (K4) in the power source is not energized, preventing any relay operation in the power source itself.
If the CNC has been booted up the display should read 0 for both the volts and amps. The unit will not respond to a start signal until it’s master (primary) select input (pin H on J1) is connected to the “HOT
“side of the 115 input (master (primary) select input). This connection is handled in the CNC to primary supply
cable. Note all inputs from the CNC are relay closures, providing 115 V AC inputs to the isolation board (PCB4 in
the power source). The isolation board converts these inputs to open collector type outputs. The control will
monitor various signals in the idle mode and will shut down with an error indication if the condition is not satisfactory: Error 1, 3, 4, 5, 9 or 12 (See 6.3 Help code list).
As the start switch is activated and the unit is being prepared for cutting, additional conditions are being monitored. The resulting error conditions are as follows: Error 2, 6, 8, 12, 13, 15, 17, 18, 19 or 113 (See 6.3 Help code list).
29
SECTION 6 TROUBLESHOOTING
6.3 Help Code list
HELP CODES
01 LINE VOLT, IDLE08 TORCH ERROR15 BUS CHARGER FAILURE
02 LINE VOLT, CUTTING09 OCV OVER 40V, IDLE17 IGBT DRIVER ERROR
03 CONTROL BIAS10 OCV OVER 70V, STARTUP18 CUT/MARK VOLTAGE TOO LOW
05 START ON POWER UP13 OCV FAILURE20 SHORTED IGBT, BUS CHARGED
06 FAIL TO FIRE14 AMBIENT TEMP113 SLAVE P/S ERROR
Error number displays and their meaning for the EPP-360 power supply.
Error 1 +/- 15% deviation in the idle mode is exceeded.
Error 2 Line voltage during cut drops by more than 20 %.
Error 3Problem with the bias supplies on the control board. The +15 and -15 volt supplies are not balanced, board
should be replaced.
Error 4Thermal switch has opened. Unit is disabled until overheated component cools down. Look for fans not
working or restrictions on input or output louvers.
Error 5The start switch from the CNC was already on when the power source was powered up. Unit will not be
functional until start signal is removed and then reapplied.
Error 6Ignition did not take place during the 10 seconds allowed for arc ignition.
Note: This should rarely occur since the CNC has a much shorter time allowed for the ignition time and
will reset the power source to idle.
Error 7Not used.
Error 8Electrode current was present before the PWM was enabled. Most likely caused by an electrode to nozzle
short on the torch.
Error 9Open circuit voltage in idle mode was over 40 volts. Possible cause leaky IGBTs, faulty PWM drive.
Error 10Open circuit voltage is over 70 volts when unit is powered up. Possible cause leaky IGBT’s, faulty PWM.
Error 11Not used.
Error 12Shut down due to single phasing. Fuse blown in supply line circuit.
Error 13Open circuit voltage did not reach 300 volts in the allowed time. Check PWM circuit.
Error 14Ambient temperature exceeded 55 C in control enclosure.
Error 15Bus voltage did not reach 100 volts during the allowed time. Bus charge relay or surge limiting resistors
defective
Error 16Not used
Error 17IGBT driver board error.
Error 18Cutting voltage fell below 70 volts during cutting or below 40 volts during marking.
Error 19Master is requested to engage slave power supply but slave is not present.
Error 20Open circuit voltage detected before PWM was engaged.
Error 113Error detected in slave power supply.
30
SECTION 6 TROUBLESHOOTING
6.4 Fault Isolation
6.4.1 Fans Not Working
ProblemPossible CauseAction
This is normal when not cutting.
All 3 fans do not run
1 or 2 fans do not run.
6.4.2 Torch Will Not Fire
ProblemPossible CauseAction
Fans run only when “Contactor On”
signal is received.
Broken or disconnected wire in fan
motor circuit.
Faulty fan(s)Replace fans
None
Repair wire.
Main Arc Transfers to the work with a
short “pop”, placing only a small dimple
in the work.
Arc does not start. There is no arc at the
torch. Open circuit voltage is OK.
Remote control removes the start
signal when the main arc transfers to
the work.
Panel/Remote switch in “Remote” with
no remote control of the current
Remote current control present but
signal missing.
Current pot set too low.Increase current pot setting.
Open connection between the power
source positive output and the work.
Pilot current and/or start current should
be increased for better starts when
using consumables for 100A or higher
(Refer to process data included in torch
manuals)
Faulty PCB1Replace PCB1
Place Panel/Remote switch in “Panel”
position
Check for current reference signal
between J and L on 24 pin receptacle should be between 0.5 - 10 volts
(5.55 volts = 200 amps)
Repair connection
Increase pilot current. (Refer to process
data included in torch manuals)
31
SECTION 6 TROUBLESHOOTING
32
SECTION 7 REPLACEMENT PARTS
7.0 Replacement Parts
7.1 General
Always provide the serial number of the unit on which the parts will be used. The serial number is stamped on
the unit serial number plate.
7.2 Ordering
To ensure proper operation, it is recommended that only genuine ESAB parts and products be used with this
equipment. The use of non-ESAB parts may void your warranty.
Replacement parts may be ordered from your ESAB Distributor.
Be sure to indicate any special shipping instructions when ordering replacement parts.
Refer to the Communications Guide located on the back page of this manual for a list of customer service phone
numbers.
EPP-201 Information
EPP-201, CCC/CE, 380 / 400V,
50 / 60Hz
0558007800
Note
Items listed in the following Bill of Materials that do not have a part number
shown are not available from ESAB as a replaceable item and cannot be
ordered. Descriptions are shown for reference only. Please use local retail
hardware outlets as a source for these items.
Note
Replacement Parts, Schematics and Wiring Diagrams are
printed on 279.4mm x 431.8mm (11” x 17”) paper and are
included inside the back cover of this manual.
33
NOTES
REVISION HISTORY
Original release - 07/2008.
1. Revision 07/2008 - Updated with E-stop info.
2. Revision 09/2008 - Updated replacement parts and BOM.
3. Revision 04/2009 - Updated replacement parts and BOM.
4. Revision 09/2011 - updates per M. Wright’s mark-up.