ELECTROLUX S86340KG1 User Manual

S86348KG1 S86340KG1
Gebruiksaanwijzing Koel-vriescombinatie Notice d'utilisation Réfrigérateur-
congélateur
Benutzerinformation Kühl - Gefrierschrank
Inhoud
2
Wij danken u voor uw keuze voor een van onze producten van hoogwaardige
kwaliteit.
Lees deze gebruiksaanwijzing alstublieft zorgvuldig door, zo kunt u zeker zijn van optimale en professionele prestaties van uw apparaat. De handleiding zal u in staat stellen om alle processen perfect en op de meest efficiënte wijze te laten verlopen. Wij adviseren u deze handleiding op een veilige plaats te bewaren, dan kunt u hem te allen tijde raadplegen. Geef deze handleiding ook aan een eventuele toekomstige eigenaar van het apparaat.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
Inhoud
Veiligheidsinformatie 3
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen 3 Algemene veiligheid 3 Dagelijks gebruik 4 Onderhoud en reiniging 5 Installatie 5 Onderhoud 5
Bedieningspaneel 6
Display 6 Inschakelen 7 Uitschakelen 7 De koelkast of vriezer uitschakelen 7 De koelkast of vriezer inschakelen 7 Temperatuurregeling 7 Kinderslot-functie 8 Vakantiefunctie 8 COOLMATIC-functie 8 Quick Chill-functie 9 FROSTMATIC-functie 9 Alarm hoge temperatuur 10
Het eerste gebruik 10
De binnenkant schoonmaken 10
Dagelijks gebruik 11
Gebruik van het koelvak 11 Gebruik van het vriesvak 11 Het bewaren van ingevroren voedsel 12 Ontdooien 12 Clean Air Control Filter 12 Verplaatsbare schappen 13 Groentelade 13 De Natura-verszone 14 Regulering van de luchtvochtigheid 14 Het plaatsen van de deurschappen 14
Vriesmandjes uit de vriezer verwijderen
Nuttige aanwijzingen en tips 15
Tips voor energiebesparing 15 Tips voor het koelen van vers voedsel 15 Nuttige tips voor het koelen 15 Tips voor de temperatuur in de koelkast
Tips voor het invriezen 17 Tips voor het bewaren van ingevroren voedsel 17
Onderhoud en reiniging 18
Periodieke reiniging 18 Terugplaatsen van het Clean Air Control­filter 18 Het ventilatierooster schoonmaken 19 Het ontdooien van de koelkast 19 Het ontdooien van de vriezer 19 Periodes dat het apparaat niet gebruikt wordt 19
Problemen oplossen 20
Het lampje vervangen 22 De deur sluiten 22
Technische gegevens 22 Montage 22
Opstelling 23 Plaats 23 Elektrische aansluiting 23 Het verwijderen van de transportsteun
Het verwijderen van de geleiders van de schappen 24 Afstandsstukken achterkant 24 De deurhandgrepen monteren 25
15
16
24
Veiligheidsinformatie
3
Waterpas zetten 25 Installatie van het Clean Air Control-filter
25
Omkeerbaarheid van de deur 26
Het milieu 26
Wijzigingen voorbehouden
Veiligheidsinformatie
In het belang van uw veiligheid en om een correct gebruik te kunnen waarborgen is het van belang dat u, alvorens het apparaat te installeren en in gebruik te nemen, deze ge­bruiksaanwijzing, inclusief de tips en waarschuwingen, grondig doorleest. Om onnodige vergissingen en ongevallen te voorkomen is het belangrijk ervoor te zorgen dat alle mensen die het apparaat gebruiken, volledig bekend zijn met de werking ervan en de veiligheids­voorzieningen. Bewaar deze instructies en zorg ervoor dat zij bij het apparaat blijven als het wordt verplaatst of verkocht, zodat iedereen die het apparaat gedurende zijn hele levensduur gebruikt, naar behoren is geïnformeerd over het gebruik en de veiligheid van het apparaat. Voor de veiligheid van mensen en eigendommen dient u zich aan de voorzorgsmaatregelen uit dit instructieboekje te houden, de fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die door het niet opvolgen van de aanwijzingen veroorzaakt is.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder begrepen kinderen) met verminderde fysieke, zintuiglijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij dit onder toezicht gebeurt van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon of tenzij zij van een dergelijke persoon instructie hebben ontvangen over het gebruik van het apparaat.
Houd kinderen uit de buurt om te voorkomen dat ze met het apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakkingsmateriaal buiten het bereik van kinderen. Gevaar voor verstikking.
• Als u het apparaat afdankt trek dan de stekker uit het stopcontact, snij de voedingskabel door (zo dicht mogelijk bij het apparaat) en verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen een elektrische schok krijgen of zichzelf in het apparaat opsluiten.
• Als dit apparaat, dat voorzien is van een magnetische deursluiting, een ouder apparaat vervangt, dat voorzien is van een veerslot (slot) op de deur of het deksel, zorg er dan voor dat u het slot onbruikbaar maakt voordat u het oude apparaat weggooit. Dit voor­komt dat kinderen er in opgesloten kunnen raken.
Algemene veiligheid
LET OP!
Houd de ventilatie-openingen altijd vrij van obstructies.
• Dit apparaat is bedoeld voor het bewaren van levensmiddelen en/of dranken in een gewoon huishouden, zoals uitgelegd in dit instructieboekje.
• Gebruik geen mechanische hulpmiddelen of kunstgrepen om het ontdooiproces te ver­snellen.
• Gebruik geen andere elektrische apparaten (bijvoorbeeld ijsmachines) in koelkasten, ten­zij ze voor dit doel goedgekeurd zijn door de fabrikant.
855809900-00-012010
Veiligheidsinformatie
4
• Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
• Het koelmiddel isobutaan (R600a) bevindt zich in het koelcircuit van het apparaat, dit is een natuurlijk gas dat weliswaar milieuvriendelijk is, maar ook uiterst ontvlambaar.
Controleer of de onderdelen van het koelcircuit tijdens transport en installatie van het apparaat niet beschadigd zijn geraakt.
Indien het koelcircuit beschadigd is: – open vuur en ontstekingsbronnen vermijden – de ruimte waar het apparaat zich bevindt grondig ventileren
• Het is gevaarlijk om wijzigingen aan te brengen in de specificaties of dit product op enigerlei wijze te modificeren. Een beschadigd netsnoer kan kortsluiting, brand en/of een elektrische schok veroorzaken.
WAARSCHUWING!
Alle elektrische onderdelen (netsnoer, stekker, compressor) mogen uitsluitend vervangen worden door een erkende onderhoudsdienst of gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
1. Het netsnoer mag niet verlengd worden.
2. Verzeker u ervan dat de stekker niet platgedrukt of beschadigd wordt door de ach-
terkant van het apparaat. Een platgedrukte of beschadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken.
3. Verzeker u ervan dat u de stekker van het apparaat kunt bereiken.
4. Trek niet aan het snoer.
5. Als de stekker los zit, steek hem dan niet in het stopcontact. Dan bestaat er een risico
op een elektrische schok of brand.
6.
U mag het apparaat niet gebruiken zonder de afdekking van het lampje. binnenverlichting.
• Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als u het apparaat verplaatst.
• Haal geen artikelen uit het vriesvak en raak ze niet aan als uw handen vochtig/nat zijn, dit kan uw huid beschadigen of vrieswonden veroorzaken.
• Stel het apparaat niet langdurig bloot aan direct zonlicht.
1)
voor de
Dagelijks gebruik
• Zet geen hete potten op de kunststof onderdelen in het apparaat.
• Bewaar geen brandbare gassen of vloeistoffen in het apparaat, deze kunnen ontploffen.
Zet geen levensmiddelen direct tegen de luchtopening in de achterwand.
• Diepgevroren voedsel mag niet opnieuw worden ingevroren als het eenmaal ontdooid is.
• Bewaar voorverpakte diepvriesproducten volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
• U dient zich strikt te houden aan de aanbevelingen van de fabrikant van het apparaat met betrekking tot het bewaren van voedsel. Raadpleeg de betreffende aanwijzingen.
• Leg geen koolzuurhoudende of mousserende dranken in de vriezer, deze veroorzaken druk op de fles die daardoor kan ontploffen, dit kan schade toebrengen aan het apparaat.
• IJslollies kunnen vrieswonden veroorzaken als ze rechtstreeks vanuit het apparaat ge­consumeerd worden.
1) Als er een afdekking voor het lampje is voorzien
2) Als het apparaat vorstvrij is
2)
Veiligheidsinformatie
Onderhoud en reiniging
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhouds­handelingen verricht.
• Maak het apparaat niet schoon met metalen voorwerpen.
• Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs van het apparaat te krabben. Gebruik een kunststof schraper.
• Controleer de afvoer in de koelkast regelmatig op dooiwater. Maak de afvoer, indien nodig, schoon. Als de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen.
• Gebruik nooit een haardroger of ander verwarmingsapparaat om het ontdooien te ver­snellen. Oververhitting kan de kunststof binnenkant beschadigen, en door binnendrin­gend vocht kan het apparaat onder stroom komen staan.
Installatie
Voor de aansluiting van elektriciteit dienen de instructies in de desbetreffende paragrafen nauwgezet te worden opgevolgd.
• Pak het apparaat uit en controleer of er beschadigingen zijn. Sluit het apparaat niet aan als het beschadigd is. Meld mogelijke beschadigingen onmiddellijk bij de winkel waar u het apparaat gekocht heeft. Gooi in dat geval de verpakking niet weg.
• Wij adviseren u om 4 uur te wachten voordat u het apparaat aansluit, dan kan de olie terugvloeien in de compressor.
• Rond het apparaat dient adequate luchtcirculatie te zijn, anders kan dit tot oververhitting leiden. Om voldoende ventilatie te verkrijgen de instructies met betrekking tot de in­stallatie opvolgen.
• De achterkant dient zo mogelijk tegen een muur geplaatst te worden, teneinde te voor­komen dat hete onderdelen (compressor, condensator) aangeraakt kunnen worden en brandwonden veroorzaken.
• Het apparaat mag niet vlakbij radiatoren of kooktoestellen geplaatst worden.
• Verzeker u ervan dat de stekker bereikbaar is nadat het apparaat geïnstalleerd is.
Sluit het apparaat alleen aan op een drinkwaterleiding.
3)
5
Onderhoud
• Alle elektrotechnische werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van on­derhoud aan het apparaat, dienen uitgevoerd te worden door een gekwalificeerd elek­tricien of competent persoon.
• Dit product mag alleen worden onderhouden door een erkend onderhoudscentrum en er dient alleen gebruik te worden gemaakt van originele reserveonderdelen.
3) Indien er een wateraansluiting voorzien is
Bedieningspaneel
6
Bescherming van het milieu
Dit apparaat bevat geen gassen die de ozonlaag kunnen beschadigen, niet in het koelcircuit en evenmin in de isolatiematerialen. Het apparaat mag niet worden weggegooid bij het normale huishoudelijke afval. Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen: het apparaat moet weggegooid worden conform de van toepassing zijnde regels die u bij de lokale over­heidsinstanties kunt verkrijgen. Voorkom beschadiging aan de koeleenheid, vooral aan de achterkant bij de warmtewisselaar. De materialen die gebruikt zijn voor dit apparaat en die voorzien zijn van het symbool
zijn recyclebaar.
Bedieningspaneel
Display
1
7
6
1 Toets temperatuur lager koelkast 2 Toets temperatuur hoger koelkast 3 ON/OFF -toets
OK-toets
4 Toets temperatuur hoger vriezer 5 Display 6 Toets temperatuur lager vriezer 7 Mode-toets
9 8
7
2
3
4
5
1
2 3 4
6
1 Weergave koelruimtetemperatuur
5
Bedieningspaneel
2 Vakantiefunctie 3 Koelkast uit 4 Vriezer uit 5 Weergave vriesruimtetemperatuur 6 Indicatielampje alarm 7 FROSTMATIC-functie 8 COOLMATIC-functie 9 Kinderslot-functie
Inschakelen
Ga als volgt te werk om het apparaat in te schakelen:
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Druk op de ON/OFF -knop als het display uit is.
3. Het alarm kan na een paar seconden werken. Zie om het alarm te resetten 'Alarm hoge temperatuur'.
4. Het temperatuurindicatielampje toont de ingestelde standaardtemperatuur.
Zie 'Temperatuuregeling' om een andere temperatuur in te stellen.
Uitschakelen
Ga als volgt te werk om het apparaat uit te schakelen:
1. Druk op de ON/OFF-knop voor 5 seconden.
2. Het display wordt uitgeschakeld.
3. Trek de stekker uit het stopcontact om de stroomtoevoer naar het apparaat af te sluiten.
7
De koelkast of vriezer uitschakelen
Om de koelkast of vriezer uit te schakelen:
1. Druk op de Mode-knop tot het bijbehorende pictogram verschijnt. Het indicatielampje Koelkast uit of vriezer uit knippert. De temperatuurweergave van de koelkast of vriezer toont streepjes.
2. Druk op de OK-knop om te bevestigen.
3. De weergave koelkast uit of vriezer uit wordt getoond.
De koelkast of vriezer inschakelen
Om de koelkast of vriezer in te schakelen:
1. Druk op de thermostaat van de koelkast of vriezer.
Of:
1. Druk op de Mode-knop tot het bijbehorende pictogram verschijnt. Het indicatielampje Koelkast uit of vriezer uit knippert.
2. Druk op de OK-knop om te bevestigen.
3. Het lampje koelkast uit of vriezer uit gaat uit.
Temperatuurregeling
De ingestelde temperatuur van de koelkast en de vriezer kan worden ingesteld met de temperatuurknoppen. Standaard ingestelde temperatuur:
• +5°C voor de koelkast
Bedieningspaneel
8
• -18 °C voor de vriezer
De temperatuurweergave toont de ingestelde temperatuur. De ingestelde temperatuur zal binnen 24 uur worden bereikt.
Na een stroomonderbreking blijft de ingestelde temperatuur opgeslagen.
Kinderslot-functie
Selecteer de kinderslotfunctie om de bediening van de knoppen te vergrendelen tegen onbedoelde bediening. Voor inschakeling van de functie:
1. Druk op de Mode-knop tot het bijbehorende pictogram verschijnt.
2. Het indicatielampje Kinderslot knippert.
3. Druk op de OK-knop om te bevestigen. Het indicatielampje Kinderslot wordt getoond.
Voor uitschakeling van de functie:
1. Druk op de Mode-knop tot het indicatielampje Kinderslot knippert.
2. Druk op de OK-knop om te bevestigen.
3. Het indicatielampje Kinderslot gaat uit.
Vakantiefunctie
Met deze functie kunt u de koelkast gesloten en leeg houden tijdens een lange vakantie­periode zonder dat u vieze luchtjes krijgt.
Als de vakantiefunctie actief is, moet het koelvak leeg zijn.
Voor inschakeling van de functie:
1. Druk op de Mode-knop tot het bijbehorende pictogram verschijnt. Het indicatielampje Vakantie knippert. De temperatuurweergave van de koelkast toont de ingestelde temperatuur.
2. Druk op de OK-knop om te bevestigen. Het indicatielampje Vakantie wordt getoond.
Voor uitschakeling van de functie:
1. Druk op de Mode-knop tot het indicatielampje Vakantie knippert.
2. Druk op de OK-knop om te bevestigen.
3. Het indicatielampje Vakantie gaat uit.
De functie gaat uit door een andere ingestelde koelkasttemperatuur te selecteren.
COOLMATIC-functie
Indien een grote hoeveelheid warm eten wilt plaatsen na bijvoorbeeld boodschappen te hebben gedaan, raden we aan om de COOLMATIC-functie te activeren om de producten sneller te koelen en om te voorkomen dat ander voedsel in de koelkast wordt verwarmd. Voor inschakeling van de functie:
1. Druk op de Mode-knop tot het bijbehorende pictogram verschijnt. Het COOLMATIC-indicatielampje knippert.
Bedieningspaneel
De temperatuurweergave van de koelkast toont de ingestelde temperatuur.
2. Druk op de OK-knop om te bevestigen. Het COOLMATIC-indicatielampje wordt weergegeven.
Het COOLMATIC-functie wordt automatisch na ongeveer 6 uur uitgeschakeld. Om de functie uit te schakelen voor deze automatisch afloopt:
1. Druk op de Mode-knop totdat het COOLMATIC-indicatielampje knippert.
2. Druk op de OK-knop om te bevestigen.
3. Het COOLMATIC-indicatielampje gaat uit.
De functie gaat uit door een andere ingestelde koelkasttemperatuur te selecteren.
Quick Chill-functie
De Quick Chill-functie koelt met een koude lucht­stroom snel flessen en blikjes. Zet de blikjes/flessen op de Quick Chill-flessen­houder en open de luchthendel (1) naar maximaal.
9
1
Voor inschakeling van de functie:
1. Druk op de Mode-knop tot het bijbehorende pictogram verschijnt Het COOLMATIC-indicatielampje knippert. De temperatuurweergave van de koelkast toont de ingestelde temperatuur.
2. Druk op de OK-knop om te bevestigen. Het COOLMATIC-indicatielampje wordt weergegeven.
Zet de luchthendel (1) weer op minimum als het koelen is voltooid. Voor uitschakeling van de functie:
1. Druk op de Mode-knop totdat het COOLMATIC-lampje knippert.
2. Druk op de OK-knop om te bevestigen.
3. Het COOLMATIC-indicatielampje gaat uit.
De Quick Chill-functie stopt automatisch na ongeveer 6 uur. De Quick Chill-flessenhouder kan na gebruik worden verwijderd.
FROSTMATIC-functie
Het is mogelijk om vers voedsel dat moet worden ingevroren in alle compartimenten te plaatsen, behalve de laagste. Voor inschakeling van de functie:
1. Druk op de Mode-knop tot het bijbehorende pictogram verschijnt. Het FROSTMATIC-lampje knippert.
Het eerste gebruik
10
Het indicatielampje van de vriezertemperatuur toont het -symbool.
2. Druk op de OK-knop om te bevestigen. Het FROSTMATIC-indicatielampje wordt weergegeven. Er start een animatie.
Deze functie stopt automatisch na 52 uur. Om de functie uit te schakelen voor deze automatisch afloopt:
1. Druk op de Mode-knop totdat het FROSTMATIC-lampje knippert.
2. Druk op de OK-knop om te bevestigen.
3. Het FROSTMATIC-indicatielampje gaat uit.
De functie gaat uit door een andere ingestelde vriezertemperatuur te selecteren.
Alarm hoge temperatuur
Een toename van de temperatuur in de vriesruimte (bijvoorbeeld door een eerdere stroom­uitval) wordt aangegeven door:
• knipperende indicatielampjes van het alarm en de vriezertemperatuur
• het geluid van de zoemer.
Om het alarm te resetten:
1. Druk op een willekeurige toets.
2. De zoemer gaat uit.
3. De temperatuurweergave van de vriezer toont de hoogste temperatuur gedurende een aantal seconden. En toont dan weer de ingestelde temperatuur.
4. Het indicatielampje alarm blijft knipperen totdat de normale omstandigheden zijn her­steld.
Als het alarm is teruggekeerd, gaat het indicatielampje alarm uit.
Het eerste gebruik
De binnenkant schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typische geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
Gebruik geen oplosmiddelen of schuurpoeders. Deze beschadigen de lak.
Dagelijks gebruik
Controleer of het water via de afvoerslang op de achterkant van de kast in de lekbak terecht komt.
Dagelijks gebruik
Gebruik van het koelvak
De temperatuur in dit vak kan ingesteld worden tussen +3°C en +8 °C. Tijdens de normale werking wordt de ingestelde temperatuur binnen in de koelkast aan­gegeven op het display.
Een gemiddelde instelling is over het algemeen het meest geschikt.
11
De exacte instelling moet echter gekozen worden rekening houdend met het feit dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
• de omgevingstemperatuur
• hoe vaak de deur geopend wordt
• de hoeveelheid voedsel die bewaard wordt
• de plaats van het apparaat.
Als de omgevingstemperatuur hoog is of als het apparaat volledig gevuld is en de ther­mostaatknop op de koudste instelling staat, kan het apparaat continu werken waardoor er ijs op de achterwand gevormd wordt. In dat geval moet de knop op een warmere tempe­ratuur gezet worden om automatisch ontdooien mogelijk te maken en zodoende het ener­gieverbruik te beperken.
Gebruik van het vriesvak
Het symbool betekent dat de vriezer geschikt is voor het invriezen van vers voedsel voor een lange bewaarperiode. De temperatuur kan tussen de -15°C en -24°C worden ingesteld. We raden u aan de temperatuur in te stellen op -18°C, wat optimaal is voor het energieverbruik en voor het bewaren van bevroren voedsel.
Een verschil tussen de feitelijke temperatuur en de temperatuursinstelling is normaal.
In het bijzonder als:
• er kort geleden een nieuwe temperatuur is ingesteld.
Dagelijks gebruik
12
• de deur lange tijd heeft opengestaan.
• er warm voedsel in het vak geplaatst is.
Verschillen tot 5°C in het vak zijn normaal. Tijdens de werking toont de temperatuurweergave de instelde waarde.
Het bewaren van ingevroren voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet gebruikt is inschakelt, het apparaat minstens 2 uur laten werken voordat u er producten in plaatst. De vriesmanden zorgen ervoor dat u het voedselpakket dat u wenst, snel en makkelijk kan vinden. Indien grote hoeveelheden voedsel moeten worden bewaard, verwijder dan alle lades behalve de onderste mand die nodig is voor een goede luchtcirculatie. U kunt voedsel dat uitsteekt op alle planken plaatsen tot de beladingslimiet die aan de zijkant van het middengedeelte staat vermeld, behalve op de bovenste plank
In het geval van onbedoelde ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen dan de duur die op de kaart met technische kenmerken onder 'tijdsduur' is vermeld, moet het ontdooide voedsel snel geconsumeerd worden of onmiddellijk bereid worden en dan weer worden ingevroren (nadat het afgekoeld is).
Ontdooien
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt, voordat het gebruikt wordt, in het koelvak of op kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is. Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de vriezer gekookt worden als ze nog be­vroren zijn: in dat geval zal de bereiding iets langer duren.
Clean Air Control Filter
Achter het klepje van de luchthendel bevindt zich een koolstoffilter. Het filter zuivert de lucht van ongewenste geuren in het koelvak waardoor de bewaarkwa­liteit wordt verbeterd. Bij levering zit het filter in een plastic zak. Raadpleeg 'Installatie van de Clean Air Control­filter' voor instructies.
Zorg er voor een goede werking voor dat het klepje van de luchthendel is gesloten.
Dagelijks gebruik
Verplaatsbare schappen
De wanden van de koelkast zijn voorzien van een aantal geleiders zodat de schappen op de gewen­ste plaats gezet kunnen worden. Sommige schappen moeten aan de achterkant worden opgetild om ze te kunnen verwijderen.
Verwijder de glasplaat boven de groentelade niet om een goede luchtcirculatie te garanderen.
Groentelade
De lade is geschikt voor het opbergen van fruit en groente. Bij sommige modellen zit er een schotje in de lade dat in verschillende standen gezet kan worden om aan persoonlijke behoeftes te voldoen. Alle onderdelen in de lade kunnen verwijderd worden om ze schoon te maken.
13
Dagelijks gebruik
14
De Natura-verszone
De temperatuur in de Natura-verszone is constant net boven de 0°C. Afstelling door de gebruiker is niet nodig. De Natura-verszone bevat twee lades. De onderste lade met een hogere luchtvochtig­heid is geschikt voor het bewaren van bessen, fruit en groenten. De bovenste lade is geschikt voor vlees, vis en ge­vogelte. Voedsel dat niet geschikt is om te bewaren in de Natura-verszone:
• Fruit dat gevoelig is voor kou zoals bananen,
papaya, passiefruit, avocado en citrusvruchten.
• Groenten die gevoelig zijn voor kou zoals pa-
prika, komkommer, courgette, aubergine, aard­appelen en tomaten. Fruit en groenten die nog niet rijp zijn zoals peren.
Pak al het voedsel in voordat u het bewaart in de Natura-verszone. Op deze manier wordt het aro­ma, het vocht en de kleur langere tijd goed be­waard.
Geschikt verpakkingsmateriaal:
• Polyethyleen luchtdichte zakken en verpakkin-
gen
• Plastic bakjes met deksel
• Aluminiumfolie
Regulering van de luchtvochtigheid
De twee lades zijn uitgerust met instelbare luchtsleuven. De opening van de luchtsleuven kan worden aangepast met schuivers om de vochtigheid binnen de lades te reguleren.
• Als de luchtsleuven open staan, resulteert de sterkere luchtcirculatie in een lagere lucht-
vochtigheid in de lade.
• Gesloten luchtsleuven houden de natuurlijke luchtvochtigheid langer vast.
Het plaatsen van de deurschappen
Om het bewaren van voedselpakketten van verschillende afmetingen mogelijk te maken, kunnen de schappen op verschillende hoogtes worden geplaatst.
Trek het schap geleidelijk in de richting van de pij­len totdat het los komt en plaats op een andere gewenste hoogte terug.
Verwijder het onderste deurschap niet om een goede luchtcirculatie te garanderen.
Vriesmandjes uit de vriezer verwijderen
De vriesmandjes hebben een limietstop om te voorkomen dat ze per ongeluk verschuiven of val­len. Trek het mandje naar u toe om het uit de vrie­zer te halen, tot het niet verder kan, verwijder het mandje door de voorkant naar boven te kantelen. Bij het terugzetten tilt u de voorkant van het mandje een beetje op en schuift u hem gekanteld in de vriezer. Zodra het mandje over de eindpun­ten heen is, kunt u hem terug op zijn plaats schui­ven.
Nuttige aanwijzingen en tips
15
2
Nuttige aanwijzingen en tips
Tips voor energiebesparing
• De deur niet vaker openen of open laten staan dan strikt noodzakelijk.
• Als de omgevingstemperatuur hoog is, de thermostaatknop op een lage temperatuur
staat en het apparaat volledig gevuld is, kan de compressor continu aan staan waardoor er ijs op de verdamper ontstaat. Als dit gebeurt, zet u de thermostaatknop naar een warmere instelling om de koelkast automatisch te laten ontdooien en zo elektriciteits­verbruik te besparen.
Tips voor het koelen van vers voedsel
Om de beste prestatie te verkrijgen:
• Zet geen warm voedsel of verdampende vloeistoffen in de koelkast
• dek het voedsel af of verpak het, in het bijzonder als het een sterke geur heeft
• plaats het voedsel zodanig dat de lucht er vrijelijk omheen kan circuleren
Nuttige tips voor het koelen
Nuttige tips:
1
Nuttige aanwijzingen en tips
16
Vlees (alle soorten) in plastic zakken verpakken en op het glazen schap leggen, boven de groentelade. Bewaar het, voor de veiligheid, slechts een of maximaal twee dagen op deze manier. Gekookt voedsel, koude schotels, enz.: deze moeten afgedekt worden en mogen op wille­keurig welk schap gezet worden. Fruit en groente: deze moeten zorgvuldig schoongemaakt worden en in de speciaal daar­voor bedoelde lade(n) geplaatst worden. Boter en kaas: dit moet in speciale luchtdichte bakjes gelegd of in aluminiumfolie of plastic zakjes gewikkeld worden om zoveel mogelijk lucht buiten te sluiten. Melkflessen: deze moeten een afdekdop hebben en opgeslagen worden in het flessenrek in de deur. Bananen, aardappelen, uien en knoflook, indien niet verpakt, mogen niet in de koelkast bewaard worden.
Tips voor de temperatuur in de koelkast
Een temperatuur van ongeveer +5° C is geschikt voor in de koelkast. Als de thermostaatknop op +5°C is ingesteld, geeft dit de gemiddelde temperatuur weer van de koelkast. Een hogere temperatuur bovenin de koelkast is normaal. Een lagere temperatuur in het onderste ge­deelte is ook normaal. Als de thermostaatknop op een koude temperatuur is ingesteld, is de omgevingstempera­tuur hoog en als de koelkast helemaal vol is zal de compressor langer werken. Zet de tem­peratuur hoger als de koelkast te koud is.
Zet geen levensmiddelem vlakbij of tegen de tem­peratuursensor. Dit kan leiden tot een te koude temperatuur.
Nuttige aanwijzingen en tips
Als u de temperatuur van het voedsel dat bewaard wordt in de koelkast wilt controleren, zet u een glas water in het midden van de koelkast, met daarin een geschikte thermometer met een nauw­keurigheid van +/– 1 °C. Na 6 uur kunt u de tem­peratuur aflezen. Het meten moet uitgevoerd worden onder stabiele omstandigheden (dus geen producten in de koelkast bijplaatsen).
Tips voor het invriezen
Om u te helpen om het beste van het invriesproces te maken, volgen hier een paar be­langrijke tips:
• de maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden. is vermeld op
het typeplaatje;
• het invriesproces duurt 24 uur. Voeg gedurende deze periode niet meer in te vriezen
voedsel toe;
• vries alleen vers en grondig schoongemaakte levensmiddelen van uitstekende kwaliteit
in;
• bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan het snel en volledig worden ingevroren
en zo kunt u later alleen die hoeveelheid laten ontdooien die u nodig heeft;
• wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht
zijn;
• leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen het al ingevroren voedsel, om te voor-
komen dat dit laatste warm wordt;
• smalle pakjes zijn makkelijker op te bergen dan dikke; zout maakt voedsel minder lang
houdbaar;
• water bevriest, als dit rechtstreeks uit het vriesvak geconsumeerd wordt, kan het aan de
huid vastvriezen;
• het is aan te bevelen de invriesdatum op elk pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe
lang het al bewaard is;
17
Tips voor het bewaren van ingevroren voedsel
Om de beste resultaten van dit apparaat te verkrijgen, dient u:
• er zich van te verzekeren dat de commercieel ingevroren levensmiddelen op geschikte
wijze door de detailhandelaar werden opgeslagen;
• ervoor te zorgen dat de ingevroren levensmiddelen zo snel mogelijk van de winkel naar
uw vriezer gebracht worden;
• de deur niet vaker te openen of open te laten staan dan strikt noodzakelijk.
Onderhoud en reiniging
18
• Als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het snel en kan het niet opnieuw worden in-
gevroren.
• Bewaar het voedsel niet langer dan de door de fabrikant aangegeven bewaarperiode.
Onderhoud en reiniging
LET OP!
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de stekker uit het stopcontact trekken.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen; onderhoud en herladen mag alleen uitgevoerd worden door bevoegde technici.
Periodieke reiniging
Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt:
• maak de binnenkant en de accessoires schoon met lauw water en wat neutrale zeep.
• controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren dat
ze schoon en vrij van restjes zijn.
• spoel ze af en maak ze grondig droog.
Trek niet aan leidingen en/of kabels aan de binnenkant van de kast en verplaats of beschadig ze niet. Gebruik nooit schoonmaakmiddelen, schuurpoeders, erg geparfumeerde reinigingsproduc­ten en waspolijstmiddelen om de binnenkant schoon te maken, aangezien deze het op­pervlak beschadigen en een sterke geur achterlaten.
Maak de condensor (zwart rooster) en de compressor op de achterkant van het apparaat schoon met een borstel of stofzuiger. Deze handeling zal de prestatie van het apparaat verbeteren en het energieverbruik verminderen.
Zorg ervoor dat u het koelsysteem niet beschadigt.
Til de voorkant van de koelkast op als u hem wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen.
Veel normaal verkrijgbare keukenreinigers bevatten chemicaliën die de kunststoffen die in dit apparaat gebruikt zijn kunnen aantasten/beschadigen. Gebruik daarom een zachte doek met warm water met neutrale zeep om de buitenkant van de kast schoon te maken.
Gebruik geen reinigings- of schuurmiddelen, deze kunnen de lak, het roestvrij staal en de beschermlaag tegen vingerafdrukken beschadigen.
Steek, na het schoonmaken van het apparaat, de stekker weer in het stopcontact.
Terugplaatsen van het Clean Air Control-filter
Voor de beste prestaties dient het Clean Air Control-filter eens per jaar te worden vervangen. Nieuwe actieve filters zijn verkrijgbaar bij uw vakhandelaar. Raadpleeg 'Installatie van de Clean Air Control-filter' voor instructies.
Het ventilatierooster schoonmaken
Het ventilatierooster kan verwijderd worden om het schoon te maken. Zet de deur helemaal open:
1. Maak de bovenkant van het rooster los door het naar beneden/naar buiten te trekken.
2. Trek het rooster recht naar buiten om het volledig te verwijderen.
3. Maak de ruimte onder de koelkast schoon met een stofzuiger.
Het ontdooien van de koelkast
Rijp wordt elke keer als de compressormotor tij­dens normale werking stopt, automatisch van de verdamper van het koelvak verwijderd. Het dooi­water loopt via een afvoergaatje in een speciale opvangbak aan de achterkant van het apparaat, boven de compressormotor, waar het verdampt. Het is belangrijk om het afvoergaatje van het dooiwater schoon te maken, om te voorkomen dat het water overloopt en op het voedsel in de koel­kast gaat druppelen. Het bevindt zich achter de Natura fresh-lades in het koelkastcompartiment.
Onderhoud en reiniging
19
Het ontdooien van de vriezer
Het vriesvak van dit model is een "no-frost"-type. Dit betekent dat zich in het vriesvak geen ijs vormt als deze in bedrijf is, noch tegen de wanden noch op de levensmiddelen. Het voorkomen van ijsvorming wordt gerealiseerd door een continue circulatie van koude lucht in het vak, die aangedreven wordt door een automatisch geregelde ventilator.
Periodes dat het apparaat niet gebruikt wordt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het apparaat gedurende lange tijd niet ge­bruikt wordt:
1. trek de stekker uit het stopcontact
2. verwijder alle levensmiddelen
3. maak het apparaat en alle toebehoren schoon
4. laat de deur/deuren open staan om onaangename luchtjes te voorkomen.
Als uw apparaat aan blijft staan, vraag dan iemand om het zo nu en dan te controleren, om te voorkomen dat het bewaarde voedsel bederft als de stroom uitvalt.
Problemen oplossen
20
Problemen oplossen
Tijdens de werking van het apparaat kunnen vaak kleine, maar storende problemen optreden waarvoor niet meteen een monteur hoeft te worden gebeld. In de onderstaande tabel wordt informatie gegeven over deze problemen om onnodige servicekosten te voorkomen.
De werking van het apparaat gaat gepaard met bepaalde geluiden (geluid van compressor en circulatie). Dat is geen probleem, maar de normale werking.
Het apparaat werkt niet continu dus als de compressor stopt, betekent dit niet dat er geen stroom is. Daarom moet u geen elektrische onderdelen van het apparaat aanraken voordat u de stroom heeft uitgeschakeld.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat maakt la­waai.
De afstandsstukken tussen de
De zoemer klinkt. Het pictogram Alarm knip­pert.
Er wordt een vierkan­tje boven- of onderin het temperatuurdisplay weergegeven.
De compressor werkt continu.
De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'. De deur is te vaak geopend. Laat de deur niet langer dan nodig
De temperatuur van het voedsel
De kamertemperatuur is te
Er loopt water in de koel­kast.
Producten verhinderen het wa-
Het apparaat wordt niet goed ondersteund.
achterkant van de kast en de lei­dingen zitten los.
De temperatuur in de vriezer is te hoog.
Er is een fout opgetreden in de temperatuurmeting.
De thermostaatknop staat mis­schien niet goed.
is te hoog.
hoog. De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer.
ter om in de wateropvangbak te lopen.
Controleer of het apparaat stabiel staat (alle vier de pootjes en wie­len moeten op de vloer staan). Zie 'Waterpas zetten'.
Zet ze weer op hun plaats.
Zie 'Alarm hoge temperatuur'
Neem contact op met de klanten­service (het koelsysteem blijft werken om uw levensmiddelen koud te houden, maar de tempe­ratuur kan niet aangepast wor­den).
Stel een hogere temperatuur in.
openstaan. Laat het voedsel afkoelen tot ka-
mertemperatuur voordat u het conserveert.
Verlaag de kamertemperatuur.
Zorg ervoor dat de producten de achterwand niet raken.
Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er loopt water over de vloer.
Er is te veel rijp en ijs.
De pakking van de deur is ver-
De temperatuur in het apparaat is te laag.
De temperatuur in het apparaat is te warm.
De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'. De temperatuur van het voedsel
De temperatuur in de koeling is te hoog.
Er is een grote hoeveelheid
De temperatuur in de vriezer is te hoog.
Er zijn grote hoeveelheden
Het apparaat werkt niet.
De stekker zit niet goed in het
Het apparaat krijgt geen stroom.
Het lampje werkt niet.
Het lampje is stuk. Zie 'Het lampje vervangen'.
De deur komt tegen het ventilatierooster aan.
De deur is niet goed uit­gelijnd
De dooiwaterafvoer loopt niet in de verdamperbak boven de com­pressor.
De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'.
vormd of vies. De thermostaatknop staat mis-
schien niet goed.
De thermostaatknop staat mis­schien niet goed.
is te hoog.
Er is geen koude luchtcirculatie in het apparaat.
voedsel tegelijk in de koelkast geplaatst.
Producten liggen te dicht op elk­aar.
voedsel tegelijk in de vriezer ge­plaatst.
Het apparaat is uitgeschakeld. Schakel het apparaat in.
stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
De deur heeft te lang openge­staan.
Het apparaat staat niet water­pas.
Het apparaat staat niet water­pas.
Maak de dooiwaterafvoer vast op de verdamperbak.
Zie 'De deur sluiten'.
Stel een hogere temperatuur in. Raadpleeg 'Tips voor de tempera­tuur in de koelkast'.
Stel een lagere temperatuur in.
Laat het voedsel afkoelen tot ka­mertemperatuur voordat u het conserveert.
Zorg dat er ruimte is tussen het voedsel zodat de lucht kan circu­leren.
Leg kleinere hoeveelheden voed­sel tegelijk in de koelkast.
Berg de producten zodanig op dat er koude lucht kan circuleren.
Leg kleinere hoeveelheden voed­sel tegelijk in de vriezer.
Steek de stekker goed in het stop­contact.
Sluit een ander elektrisch appa­raat aan op het stopcontact. Con­troleer de zekering. Neem contact op met een gekwalificeerd elek­tricien.
Sluit de deur.
Zie 'Waterpas zetten'
Zie 'Waterpas zetten'
21
Technische gegevens
22
Bel, wanneer het advies niet tot resultaten leidt, de dichtstbijzijnde klantenservice voor dit merk.
Het lampje vervangen
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder de schroef van de afdekking van het lampje.
3. Haal de afdekking van het lampje
4. Vervang het lampje (E14 fitting) met één van hetzelfde vermogen (het maximale vermogen wordt weergegeven op de af­dekking van het kapje)
5. Plaats de afdekking van het lampje terug.
6. Draai de schroef van de afdekking van het lampje vast.
7. Steek de stekker in het stopcontact.
De deur sluiten
1. Maak de afdichtingen van de deur schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg "Montage".
3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact met de service­afdeling.
Technische gegevens
S86340KG1 S86348KG1
Afmeting Hoogte 2000 mm 2000 mm Breedte 595 mm 595 mm Diepte 623 mm 623 mm Tijdsduur 10 h 10 h
De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de linker binnenkant in het apparaat en op het energielabel.
Montage
WAARSCHUWING!
Lees voor uw eigen veiligheid en correcte werking van het apparaat eerst de "veiligheids­informatie" aandachtig door, alvorens het apparaat te installeren.
Montage
Opstelling
Installeer dit apparaat op een plaats waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse die vermeld is op het typeplaatje van het apparaat:
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10°C tot + 32°C N +16°C tot + 32°C ST +16°C tot + 38°C T +16°C tot + 43°C
Plaats
Als het apparaat onder een wandkast wordt geplaatst, moet de minimale afstand tussen de bovenkant van de kast en de wandkast ten minste 40 mm bedragen om optimale pres­taties te garanderen. Voor de beste prestatie kunt u het apparaat echter beter niet onder een wandkast zetten. Als de kast in een hoek is geplaatst en de zijkant bevat scharnieren die naar de muur wijzen, moet de afstand tussen de muur en de kast ten minste 360 mm zijn om de deur ver genoeg open te krijgen zodat de planken verwijderd kunnen worden. De ventilatieruimte kan zich bevinden:
• direct boven het apparaat
• achter en boven de bovenste kast. In dat geval moet de ruimte achter de achterste
kast minstens 50 mm diep zijn.
23
50mm
Elektrische aansluiting
Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje over­eenkomen met de stroomtoevoer in uw huis. Het apparaat moet geaard zijn. De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel. Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels, raadpleeg hiervoor een gekwali­ficeerd elektricien. De fabrikant neemt geen verantwoordelijkheid op zich als de bovenstaande veiligheids­maatregelen niet worden nageleefd. Dit apparaat voldoet aan de EU. richtlijnen.
Montage
24
Het verwijderen van de transportsteun
Uw apparaat is voorzien van een transportsteun om te ervoor te zorgen dat de deur tijdens transport niet open kan gaan. Ga als volgt te werk om deze te verwijderen:
1. Open de deur.
2. Verwijder de transportsteun van de zij-
kanten van de deur.
3. Verwijder de transportsteun van het on-
derste scharnier (bij sommige modellen).
Sommige modellen zijn voorzien van een ge­luiddempende mat onder de kast. Verwijder deze mat niet.
3
Het verwijderen van de geleiders van de schappen
Uw apparaat is voorzien van borgklemmen voor de schappen die het mogelijk maken de schappen vast te zetten tijdens transport. Om deze te verwijderen gaat u als volgt te werk:
1. Trek de schaphouders in de richting van de pijl
(A).
2. Til het schap aan de achterkant op en duw het
naar voren tot het vrij komt (B).
3. Verwijder de borgklemmen (C).
A
B
2
Afstandsstukken achterkant
Plaats de afstandsstukken die in het accessoirezakje zijn meegeleverd zoals afgebeeld. Installeer de afstandhouders aan de achterkant van het paneel.
C
Loading...
+ 56 hidden pages