Electrolux EW1230F User Manual [nl]

Page 1
WASCHAUTOMAT LAVE-LINGE WASAUTOMAAT
GEBRAUCHSANWEISUNG
NOTICE D'UTILISATION
GEBRUIKSAANWIJZING
124 985 790
EW 1230 F
D
F
Page 2
UW NIEUWE WASAUTOMAAT
Deze nieuwe wasmachine is voorzien van het Direct Spray wassysteem, met Electrolux patent, en voldoet aan alle eisen voor een moderne behandeling van uw wasgoed, met besparing van water, stroom en wasmiddel. Ook kleine hoeveelheden worden goedkoop gewassen want de verbruikswaarden worden automatisch aan de hoeveelheid en het type wasgoed aangepast. Doordat de wasmachines de laatste jaren steeds zuiniger zijn geworden met energie, is de wastijd langer geworden. U zult echter merken dat het wasresultaat optimaal is.
De temperatuurregelaar staat een
nauwkeurige temperatuurkeuze toe, afhankelijk van het type en de vuilgraad van het wasgoed.
Het speciale wolprogramma wast uw
wolwas, dankzij de heel voorzichtige trommelbeweging, veilig en zonder krimpen.
De onbalans beveiliging zorgt voor een
goede stabiliteit van de machine tijdens het centrifugeren.
De automatische sopafkoeling op 60°C in
het kookwas-programma voor het afpompen voorkomt dat kunststof
afvoebuizen vervormen.
Tips voor zuinig wassen
De programma’s zonder voorwas zijn bedoeld
voor normaal vuil wasgoed. Ze besparen wasmiddel en water in vergelijking met een programma met voorwas.
U wast het zuinigst met een volle trommel.
Door een geschikte voorbehandeling kunnen
vlekken en lichte verontreinigingen verwijderd worden.
Doseer het wasmiddel altijd volgens de
aanwijzingen van de wasmiddelenfabrikant.
Kies voor normaal vuile was het
“energiespaar-programma”.
Milieubescherming
Afdanken van de verpakking
Alle met dit symbool gemerkte materialen
zijn “milieu-vriendelijk”. Ze kunnen zonder bezwaar bij het afval worden gezet.
De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en hebben de volgende aanduidingen:
>PE< voor polyethyleen >PS< voor polystyreen >PP< voor polypropyleen
Wij adviseren u, het karton in een container voor oud papier te deponeren.
Afdanken van het apparaat
Maak het oude apparaat dat u, in afwachting
van het weghalen of wegbrengen zolang terzijde zet, onbruikbaar. Knip het netsnoer eraf en verwijder de deursluiting. Informeer bij de gemeente wie het oude apparaat ophaalt of waar u het moet bezorgen, teneinde er zeker van te zijn dat het apparaat zorgvuldig verschrot of gerecycled wordt.
Enkele paragrafen in deze handleiding zijn voorzien van symbolen die de volgende betekenis hebben:
Dit symbool vindt u bij belangrijke informatie voor de gebruiksveiligheid van uw machine. Het niet in acht nemen van deze informatie kan schade veroorzaken.
Dit symbool geeft informatie over een juist gebruik van de machine en vertelt u hoe u de beste prestaties van de machine kunt verkrijgen.
i
Dit symbool geeft belangrijke informatie over milieubescherming.
Onze bijdrage aan het beschermen van het milieu: Wij maken gebruik van kringlooppapier.
46
Page 3
S
INHOUD
Waarschuwingen 48 Beschrijving van de machine 49
Wasmiddellade 49
Installatie 50
Transportbeveiliging 50
Plaatsen 50
Watertoevoer 51
Waterafvoer 52
Elektrische aansluiting 52
Technische gegevens 53 Gebruik 54
Bedieningspaneel 54
Beschrijving van de bedieningselementen 55
Adviezen en tips voor het wassen 56 Was niet te lang opsparen 56 Sorteren 56 Temperaturen 56 Hoeveel wasgoed in de trommel? 56 Vóór u het wasgoed in de trommel doet 56 Welke wasmiddelen gebruiken? 57 Traditionele poeder-wasmiddelen 57 Vloeibare wasmiddelen 57 Geconcentreerde poeder-wasmiddelen 58 Wasverzachter 58 Waterontharder 58
Volgorde van handelingen 59-60
Textielbehandelingssymbolen 61
Adviesprogramma’s 62-63
Onderhoud 64
Machine ontkalken 64
De buitenkant 64
De wasmiddellade 64
Het toevoerfilter 64
Het afvoerfilter 65
Waterafvoer in noodgevallen 65
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
65
Eenvoudige storingen 66-67
NEDERLAND
47
Page 4
WAARSCHUWINGEN
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken. Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
Indien u tijdens de aflevering een schade aan het apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vóór u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt, direct aan uw leverancier.
Algemene veiligheidsaanwijzingen
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om kinderen het apparaat te laten bedienen of als speelgoed te laten gebruiken.
De glasdeur (voorlader) kan tijdens het gebruik zeer heet worden. Houd kinderen uit de buurt van het apparaat zolang het in werking is.
Installatie
Alle delen die tot de transportbeveiliging behoren moeten beslist zijn verwijderd, alvorens het apparaat in gebruik te nemen. Ernstige schade aan het apparaat of andere zaken kan het gevolg zijn van het niet of niet
geheel
verwijderen van de transportbeveiliging.
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elektrische huisinstallatie ten behoeve van de installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de watertoe- en/of afvoervoorzieningen ten behoeve van de installatie van dit apparaat mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Overtuig u ervan dat het apparaat na de installatie of het verplaatsen niet op het aansluitsnoer staat.
Gebruik
Was geen artikelen in de wasautomaat die hier niet voor geschikt zijn. Raadpleeg het textielonderhoudsetiket.
Overlaad het apparaat niet. Raadpleeg de betreffende adviezen in de gebruiksaanwijzing.
Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine, terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen mogen niet in de wasautomaat. Indien zulke reinigingsmiddelen gebruikt werden om voortijds vlekken te verwijderen, dan moet met het wassen in de wasautomaat gewacht worden tot het artikel volledig uitgedampt is.
Was kleine artikelen, zoals babysokjes, ceintuurs en dergelijke in een sloop. Zulke kleine artikelen kunnen tussen de trommel en de kuip slippen.
Overtuig u ervan dat, vóór u een kledingstuk in de wasautomaat doet, de borst- en broekzakken leeg zijn, ritssluitingen zijn gesloten en eventueel loshangende knopen verwijderd of eerst aangenaaid zijn. Was geen rafelig of gescheurd goed;
herstel het voortijds. Verwijder voortijds verf-, inkt-, en grasvlekken. Was bh’s met beugels niet in de wasautomaat.
Objecten zoals munten, veiligheidsspelden, naalden, spijkers, schroeven en andere harde of scherpe materialen behoren niet in de wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke schade veroorzaken.
Wees voorzichtig met wasverzachter. Een te grote dosering kan schade aan het wasgoed toebrengen. Raadpleeg de instructies van de fabrikant van de wasverzachter.
Kijk, vóór u de vuldeur (voorlader) opent, altijd eerst of het water weggepompt is. Indien dat niet het geval is, laat de machine dan eerst het water afpompen. Raadpleeg in twijfelgeval de gebruiksaanwijzing.
Kleine huisdieren hebben de gewoonte in de trommel van de wasautomaat (voorlader) te kruipen. Hebt u zo’n huisdier, controleer dan eerst en sluit daarna pas de vuldeur.
Laat de vuldeur (voorlader) op een kier staan indien het apparaat niet gebruikt wordt. Dat is beter voor de rubbermanchet en u voorkomt het ontstaan van een muffe lucht.
Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer af door, afhankelijk van de wijze van installatie, de steker uit het stopcontact te nemen of de badkamertrekschakelaar op de UlT-stand te schakelen. Draai na het gebruik altijd de watertoevoerkraan dicht.
Service - Reparaties
Tracht, in geval van een storing of defect, dit apparaat niet zelf te repareren. Reparaties welke door niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel leiden. Raadpleeg ELGROEP SERVICE.
roest-
48
Page 5
S
BESCHRIJVING VAN DE MACHINE
01Wasmiddellade 02Programmakaart 03Draaiknop voor de keuze van het
centrifugeertoerental
04AAN/UIT-toets 05Functietoetsen 06Controlelampje “deurvergrendeling” 07Deuropener 08Temperatuurregelaar 09Programmakeuzeknop
10Controlelampje “lichtnet” 11Afvoerfilter 12Verstelbare voetjes
134568910
E
27
11
NEDERLAND
12
Wasmiddellade
Voorwasmiddel Hoofdwasmiddel Wasverzachter
P0875
49
Page 6
INSTALLATIE
Transportbeveiliging
Het is beslist noodzakelijk dat u de transportbeveiligingen verwijdert voor u de machine in gebruik neemt.
Wij adviseren u de verwijderde delen te bew aren; in geval van verhuizing moeten ze wederom aangebracht worden. U gaat als volgt te werk:
1. Schroef met een sleutel de rechter schroef aan de achterkant van de machine los.
2. Leg de machine voorzichtig op z’n achterkant; zodanig dat de slangen niet kunnen beschadigen.
P0255
3. Verwijder het polystyrene vulb lok uit de onderkant van de machine en het plakband waarmee de 2 plastic zakken aan de voorkant van het apparaat be v estigd zijn.
4. Trek voorzichtig de rechter plastic zak (1) uit de machine, terwijl hij naar het midden van de machine getrokken wordt. Trek nu ook de linker plastic zak (2) uit de machine.
5. Zet de machine rechtop en verwijder de 2 overige schroeven uit de achterwand.
6. Verwijder de drie plastic afstandshulzen uit de gaten waar de schroeven in zaten.
7. Dicht de vrijgekomen gaten af met de meegeleverde stopsels. U vindt deze stopsels op de achterkant van de machine.
Plaatsen
Plaats de machine op een vlakke, harde vloer. Laat een houten vloer met een 5 cm dikke hardhoutenplaat versterken, over tenminste twee draagbalken. De verstevigingsplaat moet aan alle kanten enkele centimeters buiten de machine steken. Indien de machine op een bovenverdieping geplaatst wordt, neem dan zodanige maatregelen dat bij een eventuele lekkage het water niet naar de verdieping eronder kan lekken. Raadpleeg uw leverancier/installateur. Zorg ervoor dat de machine niet tegen de muur of andere keukenmeubels kan leunen.
P0234
P0256
2
1
P0233
P0020
50
Page 7
S
Wij gaan er van uit dat de waterkraan, de afvoermogelijkheid en de elektriciteitsvoorziening zich binnen het bereik van de machineslangen en het aansluitsnoer bevinden. Als dat niet zo is, dan adviseren wij u uw installateur de kraan en/of de afvoer en/of het stopcontact te laten verplaatsen.
Stel de machine waterpas op. Dat doet u door middel van het in- of uitdraaien van de verstelbare voetjes. Als de machine op tapijt staat, stel de voeten dan zodanig in dat de lucht vrij kan circuleren. Zorg ervoor dat de machine op alle vier de voetjes stevig op de vloer staat: ook dat is zeer belangrijk. Draai, na het waterpas stellen, de contramoeren van alle vier de voetjes stevig tegen de machinebodem. Gebruik hiervoor een schroevendraaier.
Watertoevoer
Draai de wartel van de toevoerslang stevig op
3
/4" schroefdraad van de kraan.
de Het andere eind van de toevoerslang, aan de
machinekant, kan naar alle richtingen worden verdraaid. Wartel iets losdraaien, haakse bocht verdraaien en wartel weer stevig vastdraaien.
De toevoerslang mag niet verlengd worden. Mocht de slang te kort zijn en wilt u de kraan niet laten verplaatsen, koop dan een langere, complete, hogedrukslang welke speciaal voor dit doel gemaakt is.
P0254
P0351
P0509
NEDERLAND
P0021
Waterstop-systeem
De watertoevoerslang is met een «waterstop­systeem» uitgerust. Zou, door natuurlijke veroudering, de binnenslang lek raken, dan blokkeert het systeem de watertoevoer. Het optreden van deze storing kunt u zien aan een rode sektor in het venstertje «A». Sluit de waterkraan en vervang de slang in z’n geheel tegen een nieuwe.
A
P0352
51
Page 8
Waterafvoer
De bocht, aan het eind van de afvoerslang, kunt u op drie manieren plaatsen:
Over de rand van een wasbak. U moet er dan voor zorgen dat de bocht niet, door het snel uitstromende water, van de rand kan schieten. Bijvoorbeeld door de bocht met een touwtje aan de kraan of aan een haak in de muur op te hangen.
In een aftakking van de wasbakafvoer. Die aftakking moet boven de siphon (stankafsluiter) zitten en zodanig dat de bocht van de slang zich op tenminste 60 cm van de vloer bevindt.
In een afvoerpijp. Wij adviseren een standpijp van 65 cm hoogte; in ieder geval niet lager dan 60 cm en niet hoger dan 90 cm.
Het eind van de afvoerslang moet altijd belucht zijn, dat wil zeggen dat de binnendiameter van de pijp groter moet zijn dan de buitendiameter van het slangeind.
De afvoerslang legt u vanaf de machinekant over de vloer en laat u pas bij de afvoermogelijkheid omhoog lopen.
P0022
P0023
Elektrische aansluiting
De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt. De machine is voorzien van een drie-aderig aansluitsnoer en steker met randaarde. De steker mag u uitsluitend plaatsen in een stopcontact met randaarde; de machine dient deugdelijk geaard te zijn. Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of een langer snoer aan de machine monteren of het stopcontact verplaatsen. Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is niet toegestaan. In bad- of doucheruimten moet doorgaans een zogeheten «vaste aansluiting» gemaakt worden; raadpleeg uw installateur.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of letsel, ontstaan door het niet voldoen aan bovenstaande veiligheidsvoorschriften.
52
Page 9
S
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen hoogte 85 cm
breedte 60 cm diepte 61 cm
Maximum vulgewicht Katoen 5 kg
Synthetica 2 kg Fijne was 2 kg
Wol 1 kg Centrifugeertoerental maximum 1200/min.(EW1454F) Netspanning/-Frequentie 220-230 V / 50 Hz
Aansluitwaarde 2200 W Zekeren met minimaal 10 A
Waterleidingdrukgrenzen minimum 05 N/cm
maximum 80 N/cm
Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336/EEG, 73/23/EEG
2 2
NEDERLAND
53
Page 10
Bedieningspaneel
GEBRUIK
E
01 Programmakaart 02 Draaiknop voor de keuze van het
centrifugeertoerental
03 Toets «AAN/UIT» 04 Toets «spoelstop» 05 Toets «energie besparen» 06 Deuropener 07 Controlelampje «deurvergrendeling» 08 Temperatuurregelaar 09 Programmakeuzeknop
10 Controlelampje «lichtnet»
1 234
5
67
8
9
10
54
Page 11
S
1 Programmakaart
De Nederlandse programmakaart vindt u bij het instructieboekje en dient u aan de binnenkant van de wasmiddellade te stoppen.
C0057
2 Draaiknop voor de keuze van het
centrifugeertoerental
U kunt deze knop van MIN tot MAX regelen:
- MIN = 650 /min. voor katoen en linnen 450 /min. voor synthetica, fijne was, wol en progr. M.
- MAX = 1200 /min. voor katoen en linnen
0650 /min. voor synthetica, fijne was,
wol en progr. M.
Tussen MIN en MAX kunt u diverse toerentallen kiezen (zie afbeelding op blz. 60).
3 Toets “AAN/UIT”
Door het indrukken van deze toets schakelt u de machine AAN en UIT.
4 Toets “spoelstop”
Na de programma's voor synthetica, fijne was en wol zal de machine automatisch KORT centrifugeren en afpompen. Wilt u dat de was in het laatste spoelwater blijft staan, dan drukt u van te voren deze toets in. Aan het einde van het programma hebt u twee mogelijkheden: uitsluitend afpompen, dit programma dus, of kort centrifugeren door de toets terug te laten komen. Gebruik de toets niet voor wol. Wol moet kort gecentrifugeerd worden.
5 Toets “energie besparen” E
Energiezuinig wassen door het kiezen van een lagere soptemperatuur: 40°-60° in plaats van 60°-95° (programma A) of 30°-40° in plaats van 40°-60° (programma F): de wastijd is automatisch even lang als bij een hogere temperatuurkeuze.
6 Deuropener
Door deze toets in te drukken opent u de vuldeur.
7 Controlelampje “deurvergrendeling”
De deur is gedurende het programma elektrisch vergrendeld. Zodra het lampje uitgegaan is kunt u de deur openen. Als de deur geopend moet worden voordat het programma beëindigd is moet u eerst het toestel uitschakelen door de AAN/UIT toets in te drukken. Na ongeveer twee minuten kunt u de deur openen (u moet op het waterniveau in de wasmaschine letten).
8 Draaiknop voor temperatuurkeuze
Met de knop voor de temperatuurregeling kiest u de gewenste wastemperatuur. Knop links- of rechtsom instellen. U kunt ook met de temperatuur van het ingekomen leidingwater wassen, door de knop op in te stellen.
9 Draaiknop voor programmakeuze
Met de programmaknop kiest u rechtsom draaiend, het gewenste programma.
10 Controlelampje “lichtnet”
Het lampje gaat branden bij het starten van het programma (AAN/UIT-toets ingedrukt) en gaat uit door nogmaals indrukken van deze toets.
NEDERLAND
55
Page 12
i
Adviezen en tips voor het wassen.
Was niet te lang opsparen
In de eerste plaats adviseren wij u wasgoed niet al te lang op te sparen, in ieder geval niet als het vochtig is want het gaat dan schimmelen en veroorzaakt een muffe geur. Men zegt ook wel dat «het weer er in gekomen is»; weervlekken krijgt u er niet meer uit.
Sorteren
Neemt u vooral even de tijd om de in dit boekje afgedrukte kaart voor de behandelingssymbolen aandachtig te lezen. Een streep onder de tobbe betekent dat u het artikel niet met de krachtige katoenprogramma’s mag wassen. Was gekleurd goed, met name donker gekleurd, eerst een keer apart. De kans is groot dat het afgeeft. Sterke kreukherstellende stoffen, zoals polyester/katoen, vallen onder «synthetica». Tere stoffen, zoals acryl en meestal ook vitrages, vallen onder «fijnwas». Het wolwasprogramma is een speciaal programma voor «zuivere scheerwol». Bij alle andere wolsoorten en mengsels kan niet worden uitgesloten dat deze krimpen en/of vervilten in de wasmachine.
Temperaturen
In principe kiest u voor een bepaalde wasbeurt de soptemperatuur niet hoger dan het gevoeligste stuk wasgoed nog kan verdragen.
95°C: voor witte- of kookecht-gekleurd katoen en linnen, zoals beddegoed, tafellakens, theedoeken, handdoeken, zakdoeken en ondergoed. Gemakshalve wordt deze groep vaak“kookwas” genoemd.
60°C: voor normaal vuile kookwas, voor lichtgekleurde bontwas en voor witte- en lichtgekleurde synthetica.
40°C: vrijwel alle textielsoorten kunnen op 40°C gewassen worden. U kiest deze temperatuur ten eerste als dit door het wasetiket aangegeven wordt, bijvoorbeeld voor donkergekleurde textiel en fijne was. Daarnaast kiest u 40°C als het wasgoed zo weinig vuil is dat het met een lage temperatuur ook nog schoon wordt.
30°C: alhoewel machine-wasbare wol als regel zondermeer op 40°C gewassen mag worden, zult u op het etiket, voorzichtigheidshalve, toch vaak 30°C tegenkomen. Ook bij teer wasgoed, de fijnwas, is dat vaak het geval.
56
Wij adviseren u zich altijd aan de etiket­temperatuur te houden.
Hoeveel wasgoed in de trommel?
Wilt u optimale resultaten bereiken, dan adviseren wij u, naast het kiezen van het juiste programma, ook de maximaal toegestane belading van de trommel niet te overschrijden. Wasgoed droog wegen voor u het in de trommel doet, is erg omslachtig, dus helpen wij u op een andere manier op weg:
Volle belading (maar niet proppen) voor katoen en linnen.
Halfvolle of iets meer dan halfvolle belading
voor sterke synthetica en mengsels. Ook zogeheten“kreukherstellende stoffen” vallen onder synthetica.
Eenderde van de trommel voor fijnwas en
machine-wasbare wol.
In onderstaande tabel geven wij u een indruk wat wasgoed, bestaande uit katoen en linnen, ongeveer weegt. Voor synthetica, mengsels en fijnwas is het onmogelijk om gewichten op te geven, daar deze stoffen zeer verschillend van aard zijn. Voor machine-wasbare wol geven wij doorgaans een maximum van 1 kilogram op, maar feitelijk bedoelen we dat u wol in“ruim sop” moet wassen.
Tweepersoons laken 700 - 1000 g Kussensloop 125 - 0200 g Tafellaken 350 - 0500 g Servet 70 - 0120 g Theedoek 75 - 0100 g Badhanddoek 150 - 0200 g Badlaken 700 - 1000 g Overhemd 200 - 0300 g
Schort 150 - 0200 g
Vóór u het wasgoed in de trommel doet
Herstel scheuren, gaten en halen voortijds. Naai loshangende knopen eerst aan of knip ze af. Sluit drukknopen en ritssluitingen. Was geen rafelig goed; herstel eerst de zomen. Haal de haken uit vitrage en doe de vitrage in een sloop of linnen zak. Verwijder voortijds achtergebleven kleine voorwerpen uit borst- en broekzakken.
LET OP Objecten zoals flippo’ s, munten, veiligheidsspelden, schroeven en andere harde materialen behoren niet in de wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke schade veroorzaken.
Was bh’s met beugels niet in de wasautomaat.
Page 13
S
Behandel voortijds vlekken die er in de wasautomaat moeilijk of in het geheel niet uit zullen gaan:
Was- en kaarsvet. Zoveel mogelijk met een bot mes voorzichtig afschrapen. Tussen twee papieren zakdoekjes de overgebleven was met de warme strijkbout er uit strijken. Niet te heet bij synthetische stoffen.
Inkt en ballpoint: Deppen met spiritus. De kleur van de stof kan aangetast worden door zowel de inkt als de spiritus.
Weer- en schroeivlekken. Bleken met een verdunde oplossing van bleekwater of chloorbleekmiddel.
Roest. Verwijderen met citroenzuur of een speciaal behandelingsmiddel. Eerst koud spoelen en daarna wassen. Geen wasmiddel met bleekmiddel gebruiken.
Kauwgom. Wegwrijven met ijsblokjes. Restant verwijderen met nagellak-remover. Pas op met remover bij synthetische stoffen.
Verf. Geef de vlek geen kans om op te drogen. Met witte schone katoenen doek en een oplosmiddel (terpentine, wasbenzine of thinner) behandelen.
Lippenstift. Deppen met spiritus. Met fijnwasmiddel nawassen.
Nagellak. Verwijderen met nagellak-remover. Dit is niet mogelijk bij stoffen als acetaat, triacetaat en chloorvezel.
Olie en teer. Met boter insmeren en laten intrekken. Daarna met terpentine deppen.
Gras. Met spiritus vochtig maken en met een zeepoplossing deppen. Als de kleur of de stof er tegen kan, nableken met bleekwater.
Chocolade, thee, wijn, koffie en vruchtensap.
Voorweken in warm water met een biologisch voorweekmiddel. Als het nodig is en de kleur of de stof er tegen kan, nableken met bleekwater.
Vuile kragen of manchetten. Aanstrijken met zeep of een speciaal daarvoor bedoelde spray of pasta. Dan gewoon wassen.
Bloed. Verse vlekken met lauw water uitspoelen. Oude vlekken voorweken met een biologisch voorweekmiddel.
Transpiratie- en deodorantvlekken. Verse vlekken met sodawater deppen. Oude vlekken met azijn of spiritus deppen.
Hars. Met een speciale vlekkenoplosser behandelen. Sterke stoffen, zoals katoen en linnen, met terpentine, wasbenzine of spiritus behandelen.
Het gebruik van verdampende middelen, zoals terpentine, wasbenzine, spiritus, thinner, aceton en dergelijke is gevaarlijk; niet roken en geen open vuur gebruiken.
Doe het karweitje buiten en laat het kledingstuk eerst uitdampen voor u het in de wasautomaat of de droogautomaat doet.
De fabrikant van uw wasautomaat is niet aansprakelijk voor schade of letsel ontstaan door het gebruik van gevaarlijke stoffen.
Welke wasmiddelen gebruiken?
Een gouden regel is: gebruik altijd machine­wasmiddelen, dus nooit handwasmiddel of
zeep in de machine. Een nauwelijks minder belangrijke regel is:
probeer gewoon uit welk wasmiddel u het beste bevalt. Houdt u aanvankelijk aan de doseringen die de fabrikant van het wasmiddel op z’n verpakking aangeeft en let daarbij op de waterhardheid (kunt u opvragen bij het waterleidingbedrijf). Het is de moeite waard om daarna uit te proberen of bij minder doseren uw wasgoed ook nog voldoende schoon wordt. In ieder geval kunt u bij een klein wasje aanzienlijk minder doseren. Er zijn totaal-wasmiddelen voor kook- of bontwas, bleekvrije wasmiddelen voor bontwas, speciale fijnwasmiddelen, machine­wolwasmiddelen en biologische voorwas- of voorweekmiddelen.
Traditionele poeder-wasmiddelen
Deze wasmiddelen doet u in de vakjes voor de voorwas en voor de hoofdwas.
Vloeibare wasmiddelen
Gebruikt u een vloeibaar wasmiddel, dan mag u dat, mits u geen voorwas doet, direct in het vakje voor het hoofdwasmiddel gieten. Wel meteen daarna de machine starten. Vloeibare wasmiddelen zijn zeer geschikt voor lage wastemperaturen, dus 30°C en 40°C. Voor hogere temperaturen, 60°C tot 95°C, adviseren wij u een poedervormig wasmiddel te gebruiken.
NEDERLAND
57
Page 14
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen (ULTRA’s, MICRO’s en dergelijke).
Geconcentreerde wasmiddelen kunt u op dezelfde manier als vloeibare wasmiddelen doseren. Uiteraard past u de hoeveelheid aan, omdat u van deze wasmiddelen minder nodig hebt. Uw nieuwe machine is van een sopcirculatiesysteem voorzien, waardoor het wasmiddel uitstekend en zonder verspilling verdeeld wordt.
Wasverzachter
Tijdens de laatste spoelgang doseert de machine automatisch een hoeveelheid vloeibare wasverzachter. U hoeft geen wasverzachter te gebruiken maar dit kan soms toch wenselijk zijn. Bijvoorbeeld als u katoen binnenshuis droogt: het wasgoed voelt dan minder stug aan. Of als u synthetisch wasgoed in de machine droogt: het wordt dan niet statisch (knetteren, kleven). Houdt u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de wasverzachter, maar de hoeveelheid wasverzachter mag nooit hoger dan het filternet in het doseervakje of de maximum aanduiding komen. Erg dikke vloeistof voortijds met wat water verdunnen.
Kalk slaat uit het water neer op zowel het wasgoed als op machinedelen. Bekend is onder andere het stug worden van wasgoed en het verkalken van het verwarmingselement. Om dat te voorkomen doet de wasmiddelfabrikant een «kalkbindende» stof in het wasmiddel. Voorheen was dat fosfaat. Tegenwoordig, om redenen van milieutechnische aard, een fosfaatvervanger. Het wasmiddel bestaat echter uit vele ingrediënten. Gaat u meer doseren, dan doet u dat feitelijk slechts om meer kalkbindende stoffen aan het water toe te voegen. Automatisch doseert u dan eigenlijk teveel van al die andere actieve stoffen. U kunt dat verhelpen door minder wasmiddel te doseren en het verschil op te vangen door een onthardingsmiddel, zoals Calgon, mee te doseren. Houdt u zich aan de aanwijzingen van de fabrikant van het onthardingsmiddel.
Waterhardheid
Bereik
1 2 3 4
Eigenschap
zacht
gemiddeld
hard
zeer hard
Duitse schaal
00-07 08-14
15-21
meer dan 21
Franse
schaal
00-15
16-25 26-37
meer dan 37
Waterontharder
Water is «harder» naarmate er meer calcium en magnesium in voorkomt. In Nederland wordt de hardheid aangegeven in «DH» (Duitse graden). Op de verpakking van het wasmiddel vindt u, in drie globale zones verdeeld, hoeveel wasmiddel u moet doseren. U ziet dat dat meer is naarmate de hardheid hoger is.
58
Page 15
S
i
Volgorde van handelingen
Voer een wasgang zonder wasgoed uit, opdat vetresten (die bij de fabricage zijn ontstaan) uit de wastrommel en de kuip worden verwijderd. Programma: bonte was 60°C, met een halve maatbeker wasmiddel.
1.Doe het wasgoed in de trommel
Open de vuldeur . Doe de stukken wasgoed één voor één in de trommel. Haal opgevouwen wasgoed eerst uit elkaar. Sluit de vuldeur; druk hem goed in het slot.
2.Doe wasmiddel in het vakje
Trek de wasmiddellade uit het bedieningspaneel tot hij stuit. Meet de gewenste hoeveelheid wasmiddel in een maatbekertje af en giet het in het vakje voor het hoofdwasmiddel . Gaat u ook voorwassen, doe dan een biologisch voorwasmiddel in het vakje .
3.Doe, eventueel, wasverzachter in
het vakje
Giet, indien gewenst, wasverzachter in het daarvoor bestemde vakje . Overschrijd het niveau MAX niet.
P0004
P0876
P0877
NEDERLAND
4.Kies de gewenste functie
59
Page 16
5. Kies het centrifugeertoerental
Draai de knop op de gewenste stand.
6. Stel de temperatuur in
Draai de knop voor de temperatuurregeling op de gewenste temperatuur.
7. Kies het gewenste programma en start de machine
Draai de programmaknop rechtsom op het gewenste programma. Druk op de AAN/UIT-toets: het lichtnet- en deurvergrendelingslampje lichten op en de machine start.
P0880
5
0
6
I
N
M
0
0
7
0
0
5
0
7
5
5
0
0
8
0
5
4
5
7
4
1
M
6
2
5
A
0
0
X
0
95°
A
6
0
0
1
1
0
5
7
0
5
1
0
0
0
2
5
0
5
5
0
0
9
8. De machine is klaar
De machine stopt automatisch. Heeft u de machine een programma met
spoelstop laten doen, dan moet het laatste spoelwater afgepompt worden.
Wacht één tot twee minuten alvorens de vuldeur te openen; die tijd heeft de elektrische deurvergrendeling nodig om te ontgrendelen.
Nadat het lampje voor de deurvergrendeling uitgegaan is, kunt u de vuldeur openen.
Schakel de machine UIT door de AAN/UIT-toets in te drukken. Het lichtnet-controlelampje gaat uit.
Draai de kraan dicht en neem de steker uit het stopcontact of trek de badkamertrekschakelaar op UIT.
Open de vuldeur en neem het wasgoed uit de trommel. Controleert u of de trommel helemaal leeg is, anders zou wasgoed bij de volgende wasbeurt kunnen beschadigen (bijv. doorlopen) of op ander wasgoed kunnen afgeven.
P0882
P0033
Laat de vuldeur enige tijd op een kier staan, zodat de machine uit kan dampen.
60
Page 17
S
Niet wassen,
ook niet weken
40
40
40
60
handwas
Alleen snelle
Wolwas-
programma
Anti-kreuk-
programma
Gewoon
programma
Anti-kreuk-
programma
Niet mogelijk
Niet strijkenLauw strijkenWarm strijken
Niet drogen in droogtrommel
F
NEDERLAND
F
Speciale reiniging Niet chemisch reinigen
P
van het maximale gewicht.
4
/
1
tot
3
/
Anti-kreukprogramma's:voor artikelen die synthetische vezels bevatten en/of kreukherstellend zijn gemaakt; machine
beladen met de helft van het maximale gewicht.Handwas lauw of koud.
Wolwas in de machine:uitsluitend Superwash en alleen met door het internationaal Wol Secretariaat (IWS) goedgekeurde
1
programma's.Belading:
Koud bleken met bleekwater of geconcentreerd chloorbleekmiddel in verdunde oplossing mogelijk
BLEKEN
60
Gewoon
programma
95
Anti-kreuk-
programma
De getallen in de tobben geven de hoogst toelaatbare temperaturen aan:deze niet overschrijden.
Tot de gewone wasprogramma's behoren ook E-, spaar- en halve wasprogramma's.
TEXTIELBEHANDELINGSSYMBOLEN
i
95
Gewoon
programma
WASSEN
De punten verwijzen naar de punten op de regelknop van het strijkijzer.
Heet strijken
STRIJKEN
P
A
Gewone reiniging
Artikelen met P of F in de cirkel kunnen meestal niet worden ontvlekt met tetra of tri.
De letters zijn vooral bestemd voor de chemisch reiniger. Zij geven het te gebruiken oplosmiddel aan.Reiniging met F is nauwelijks mogelijk.
CHEMISCH
REINIGEN=
De streep onder de cirkel betekent:lichte belading, hoge vlotverhouding, weinig mechanische beweging, korte reinigings, -spoel- en
centrifugeertijden; en vooral: geen water toevoegen.
STOMEN=
DRY CLEANING
Hittegevoelige textiel
Normale textiel
DROGEN
TROMMEL-
Meer informatie in het boekje «Textiel ABC», te verkrijgen door overmaking van f 16,25 op gironummer 666402 van VTWS, Delft.Telefoon (015) 261 12 05
61
Page 18
Wasprogramma’s voor katoen en linnen
Maximum belading: 5 kg
Programma-
knop op
M
A
A+E
(*)
B
C
Temp.
(°C)
30°-40°
60°-95°
40°-60°
40°- 60°
Programma
voor
Extra voorwas voor kook- en bontwas (erg vuil)
Kookwas (normaal vuil)
E-Kookwas (normaal vuil)
Bontwas (normaal vuil)
Spoelen
Korte beschrijving
Voorwassen 30°-40°C Kort centrifugeren
Wassen 60°-95°C 3 maal spoelen Lang centrifugeren
Wassen 40°-60°C 3 maal spoelen Lang centrifugeren
Wassen 40°-60°C 3 maal spoelen Lang centrifugeren
Compleet spoelprogramma, eventueel met wasverzachter Lang centrifugeren
Eventuele
aanvullende
functies
D
(* ) Verbruik bij 60°C programma en 5 kg katoenen wasgoed: Water (liters) 56
Energie (kWh) 1,3 Tijdsduur (min.) 130
Deze gegevens gelden voor het verbruiksetiket, volgens EEC norm 92/75. Voor elk programma wordt de meest geschikte temperatuur aangegeven. De temperatuurkeuze is
afhankelijk van het soort wasgoed en de vuilgraad hiervan.
Lang centrifugeren
Afpompen en lang centrifugeren
62
Page 19
S
Wasprogramma’s voor synthetica, fijne was en wol
Maximum belading: 2 kg, wol 1 kg
Programma-
knop op
M
F
F+E
G
H
Temp.
(°C)
30°-40°
40°- 60°
30°- 40°
30°- 40°
30°- 40°
Programma
voor
Extra voorwas voor synthetica (erg vuile was)
Synthetica (normaal vuil)
E-Synthetica (normaal vuil)
Fijne was
Wol
Korte beschrijving
Voorwassen 30°-40°C Kort centrifugeren
Wassen 40°- 60°C 3 maal spoelen Kort centrifugeren
Wassen 30°- 40°C 3 maal spoelen Kort centrifugeren
Wassen 30°- 40°C 3 maal spoelen Kort centrifugeren
Wassen 30°- 40°C 3 maal spoelen Kort centrifugeren
Eventuele
aanvullende
functies
NEDERLAND
Compleet spoelprogramma,
J
K
L
Voor elk programma wordt de meest geschikte temperatuur aangegeven. De temperatuurkeuze is afhankelijk van het soort wasgoed en de vuilgraad hiervan.
Spoelen
Kort centrifugeren
Afpompen
eventueel met wasverzachter Kort centrifugeren
Afpompen en kort centrifugeren
63
Page 20
ONDERHOUD
1.Machine ontkalken
Bij een juiste dosering van het wasmiddel zal het in het algemeen niet nodig zijn om de machine te ontkalken. Als u toch wilt ontkalken, houdt u dan aan de gegevens van de fabrikant op de verpakking.
2.De buitenkant
De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte, reinigen met een vochtige doek en een neutraal huishoudschoonmaakmiddel. Moderne schoonmaakmiddelen drogen doorgaans streeploos op. Nalappen met schoon water en daarna droogzemen. Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en dergelijke oplosmiddelen.
3.De wasmiddellade
Wasmiddelen en wasverzachter koeken na verloop van tijd aan.
Maak de wasmiddelhouder af en toe schoon onder de stromende kraan. U kunt daartoe de houder geheel uit de machine nemen door op de pal, links achterin, in te drukken.
De bovenkant van het vakje voor de wasverzachter kunt u, ten behoeve van het schoonmaken, verwijderen.
Ook in de behuizing van de wasmiddelhouder kan zich op den duur wasmiddel verzamelen. Maak de binnenkant met een oude tandenborstel schoon.
Plaats de houder terug in z’n behuizing en laat de machine, zonder wasgoed, een spoelgang doen.
4.Het toevoerfilter
Wanneer u merkt dat de machine langer over het wateropnemen gaat doen, verdient het aanbeveling om het toevoerfilter te controleren op verstopping. Daartoe draait u eerst de kraan dicht en vervolgens draait u de slangwartel van de kraan af. Reinig het filter met een borsteltje. Draai de wartel weer stevig op de kraan.
P0879
P0038
P0878
64
Page 21
S
5.Het afvoerfilter
Het afvoerfilter is bedoeld voor het opvangen van grove pluis en rafels. Raakt het filter verstopt, dan zal onherroepelijk programmastoring optreden. Controleer regelmatig of het filter schoon is. Open het klepje.
Plaats een schaaltje onder het filter en schroef het filter linksom los.
Trek het filter uit het filterhuis. Reinig het filter onder de stromende kraan.
P0861
P0860
6.Waterafvoer in noodgevallen
Als de machine niet leegpompt (afvoerpomp geblokkeerd of afvoerleiding verstopt) moet u als volgt te werk gaan om het water uit de machine te lozen:
haal de steker uit het stopcontact
draai de waterkraan dicht
wacht (indien nodig) totdat het zeepsop afgekoeld is
plaats een bakje onder het filter om het water op te vangen
draai het filter voorzichtig los zodat het water rustig uit de machine kan stromen.
P0859
P0040
7.Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Indien de wasautomaat wordt blootgesteld aan temperaturen onder 0°C moeten enkele voorzorgsmaatregelen worden getroffen.
Draai de waterkraan dicht en schroef de
toevoerslang los.
Leg het uiteinde van de toe- en afvoerslang in
een bak.
Stel het programma L (afpompen) in en laat
de machine tot aan het einde draaien.
Schakel de machine uit door de AAN/UIT-toets
in te drukken.
Draai de wartel van de toevoerslang weer
stevig op de kraan en breng ook de afvoerslang weer op zijn plaats aan.
Het water dat in de leidingen is achtergebleven, wordt op deze manier afgevoerd en hiermee wordt voorkomen dat er ijsvorming optreedt die de machine kan beschadigen.
Controleer, wanneer u de wasautomaat opnieuw wilt gebruiken, of de omgevingstemperatuur hoger dan 0°C is.
NEDERLAND
65
Page 22
EENVOUDIGE STORINGEN
Het is de moeite waard om vóór u de servicedienst belt even de volgende punten te controleren:
Storingen Mogelijke oorzaaken
De machine start niet
De machine neemt geen water
op:
De machine neemt wel water op,
maar dat stroomt er door de afvoer weer uit:
De machine pompt niet af en/of
centrifugeert niet:
Is de vuldeur goed gesloten?
Is de betreffende groepzekering heel?
Is de programmaknop juist ingesteld en de AAN/UIT-toets ingedrukt?
Staat de waterkraan open?
Geeft de kraan water? Probeert u dat even uit.
Toevoerslang bekneld of geknikt geraakt?
Toevoerfilter verstopt?
Vuldeur goed gesloten?
Het uitstroomeind van de afvoerslang bevindt zich op een te laag punt, ten opzichte van de vloer waarop de machine staat. Raadpleeg het betreffende hoofdstuk.
Afvoerslang bekneld of geknikt geraakt?
Programma met spoelstop-functie gekozen?
Afvoerfilter verstopt?
Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel?
Er ligt water op de vloer:
Het wasresultaat is niet als
gewoonlijk
De machine dreunt of is erg
luidruchtig:
Teveel wasmiddel gebruikt?
Wasmiddel is ongeschikt omdat het teveel schuimt? Teveel schuim veroorzaakt lekkage.
Een van de toevoerslangwartels lekt? U ziet nauwelijks dat er water langs de slang loopt; voelt u dus even of de slang nat is.
Is de wasmiddellade schoon?
Is het afvoerfilter dichtgeschroefd?
Misschien hebt u te weinig of te veel wasmiddel gedoseerd.
Onderdosering leidt tot vergrauwing van het wasgoed en tot kalkaanslag in het toestel.
Nauwkeuriger doseren!
Hebt u bijzondere vlekken voorbehandeld?
Hebt u het juiste programma en de juiste temperatuur gekozen?
Is de machine overbeladen?
Zijn alle transportbeveiligingen verwijderd?
Leunt de machine ergens tegenaan?
Staan alle stelvoeten stevig op de vloer en zijn de contramoeren goed tegen de machinebodem gedraaid?
Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel?
66
Page 23
S
De deur kan niet geopend
worden
Het centrifugeren begint traag of helemaal niet
De machine maakt een
ongewoon geluid
Is de machine in bedrijf?
Is de deur nog vergrendeld?
Het elektronische stabilisatie­controlesysteem is in werking getreden. Het wasgoed wordt, doordat de draairichting van de trommel gewijzigd wordt, losgemaakt, beter verdeeld en er wordt opnieuw met centrifugeren begonnen. Dit kan herhaaldelijk het geval zijn, totdat de onbalans opgeheven is en het centrifugeren definitief afgewerkt kan worden. Indien het wasgoed na 10 minuten niet losgemaakt is, wordt het niet gecentrifugeerd. In dit geval moet u zelf het wasgoed beter in de trommel verdelen en opnieuw het centrifugeerprogramma kiezen.
De machine heeft een modern aandrijfsysteem, dat in vergelijking met oudere wasautomaten een afwijkend, ietwat fluitend geluid maakt. Het nieuwe aandrijfsysteem maakt de trage aanloop bij centrifugeren mogelijk. Hierdoor wordt de stabiliteit verbeterd.
NEDERLAND
In de trommel is geen water te
zien
Kunt u de storing niet zelf opsporen of verhelpen, raadpleegt u dan de servicedienst. Noteer, voor u gaat telefoneren, even merk, modelnummer en aankoopdatum van uw machine; de servicedienst zal u er om vragen.
Moderne wasmachines werken heel zuinig, met lage waterniveaus. Was- en spoelresultaat zijn desondanks uitstekend.
Mod.
..........
Ser.
Mod. ..........
Prod. No. ...........
P0042
Ser. No. .........
67
Page 24
Loading...