Deze nieuwe wasmachine is voorzien van het
Direct Spray wassysteem, met Electrolux patent,
en voldoet aan alle eisen voor een moderne
behandeling van uw wasgoed, met besparing
van water, stroom en wasmiddel.
Ook kleine hoeveelheden worden goedkoop
gewassen want de verbruikswaarden worden
automatisch aan de hoeveelheid en het type
wasgoed aangepast.
Doordat de wasmachines de laatste jaren
steeds zuiniger zijn geworden met energie, is de
wastijd langer geworden. U zult echter merken
dat het wasresultaat optimaal is.
■ De temperatuurregelaar staat een
nauwkeurige temperatuurkeuze toe,
afhankelijk van het type en de vuilgraad van
het wasgoed.
■ Het speciale wolprogramma wast uw
wolwas, dankzij de heel voorzichtige
trommelbeweging, veilig en zonder krimpen.
■ De onbalans beveiliging zorgt voor een
goede stabiliteit van de machine tijdens het
centrifugeren.
■ De automatische sopafkoeling op 60°C in
het kookwas-programma voor het
afpompen voorkomt dat kunststof
afvoebuizen vervormen.
Tips voor zuinig wassen
■ De programma’s zonder voorwas zijn bedoeld
voor normaal vuil wasgoed. Ze besparen
wasmiddel en water in vergelijking met een
programma met voorwas.
■ U wast het zuinigst met een volle trommel.
■ Door een geschikte voorbehandeling kunnen
vlekken en lichte verontreinigingen verwijderd
worden.
■ Doseer het wasmiddel altijd volgens de
aanwijzingen van de wasmiddelenfabrikant.
■ Kies voor normaal vuile was het
“energiespaar-programma”.
Milieubescherming
Afdanken van de verpakking
■Alle met dit symbool gemerkte materialen
zijn “milieu-vriendelijk”. Ze kunnen zonder
bezwaar bij het afval worden gezet.
De kunststoffen kunnen hergebruikt worden
en hebben de volgende aanduidingen:
>PE< voor polyethyleen
>PS< voor polystyreen
>PP< voor polypropyleen
Wij adviseren u, het karton in een container
voor oud papier te deponeren.
Afdanken van het apparaat
■ Maak het oude apparaat dat u, in afwachting
van het weghalen of wegbrengen zolang
terzijde zet, onbruikbaar. Knip het netsnoer
eraf en verwijder de deursluiting. Informeer
bij de gemeente wie het oude apparaat
ophaalt of waar u het moet bezorgen,
teneinde er zeker van te zijn dat het apparaat
zorgvuldig verschrot of gerecycled wordt.
Enkele paragrafen in deze handleiding zijn voorzien van symbolen die de volgende betekenis hebben:
Dit symbool vindt u bij belangrijke informatie voor de gebruiksveiligheid van uw machine. Het
niet in acht nemen van deze informatie kan schade veroorzaken.
Dit symbool geeft informatie over een juist gebruik van de machine en vertelt u hoe u de
beste prestaties van de machine kunt verkrijgen.
i
Dit symbool geeft belangrijke informatie over milieubescherming.
Onze bijdrage aan het beschermen van het milieu:
Wij maken gebruik van kringlooppapier.
46
Page 3
S
INHOUD
Waarschuwingen48
Beschrijving van de machine49
■
Wasmiddellade49
Installatie50
■
Transportbeveiliging50
■
Plaatsen50
■
Watertoevoer51
■
Waterafvoer52
■
Elektrische aansluiting52
Technische gegevens53
Gebruik54
■
Bedieningspaneel 54
■
Beschrijving van
de bedieningselementen55
■
Adviezen en tips voor het wassen56
Was niet te lang opsparen56
Sorteren56
Temperaturen56
Hoeveel wasgoed in de trommel?56
Vóór u het wasgoed in de trommel doet56
Welke wasmiddelen gebruiken?57
Traditionele poeder-wasmiddelen57
Vloeibare wasmiddelen57
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen58
Wasverzachter58
Waterontharder58
■
Volgorde van handelingen59-60
■
Textielbehandelingssymbolen61
■
Adviesprogramma’s62-63
Onderhoud64
■
Machine ontkalken64
■
De buitenkant64
■
De wasmiddellade64
■
Het toevoerfilter 64
■
Het afvoerfilter65
■
Waterafvoer in noodgevallen65
■
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
65
Eenvoudige storingen66-67
NEDERLAND
47
Page 4
WAARSCHUWINGEN
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het
apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van
waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en de
daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te
hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
■
Indien u tijdens de aflevering een schade aan
het apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit
dan, vóór u het apparaat installeert en/of in
gebruik neemt, direct aan uw leverancier.
Algemene veiligheidsaanwijzingen
■
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het
gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk
om kinderen het apparaat te laten bedienen
of als speelgoed te laten gebruiken.
■
De glasdeur (voorlader) kan tijdens het
gebruik zeer heet worden. Houd kinderen uit
de buurt van het apparaat zolang het in
werking is.
Installatie
■
Alle delen die tot de transportbeveiliging behoren
moeten beslist zijn verwijderd, alvorens het
apparaat in gebruik te nemen. Ernstige schade
aan het apparaat of andere zaken kan het
gevolg zijn van het niet of niet
geheel
verwijderen van de transportbeveiliging.
■
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend
door een daartoe bevoegd persoon
uitgevoerd worden.
■
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de
watertoe- en/of afvoervoorzieningen ten
behoeve van de installatie van dit apparaat mag
uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon
uitgevoerd worden.
■
Overtuig u ervan dat het apparaat na de
installatie of het verplaatsen niet op het
aansluitsnoer staat.
Gebruik
■
Was geen artikelen in de wasautomaat die
hier niet voor geschikt zijn. Raadpleeg het
textielonderhoudsetiket.
■
Overlaad het apparaat niet. Raadpleeg de
betreffende adviezen in de gebruiksaanwijzing.
■
Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine,
terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen
mogen niet in de wasautomaat. Indien zulke
reinigingsmiddelen gebruikt werden om
voortijds vlekken te verwijderen, dan moet
met het wassen in de wasautomaat gewacht
worden tot het artikel volledig uitgedampt is.
■
Was kleine artikelen, zoals babysokjes,
ceintuurs en dergelijke in een sloop. Zulke
kleine artikelen kunnen tussen de trommel en
de kuip slippen.
■
Overtuig u ervan dat, vóór u een kledingstuk
in de wasautomaat doet, de borst- en
broekzakken leeg zijn, ritssluitingen zijn
gesloten en eventueel loshangende knopen
verwijderd of eerst aangenaaid zijn. Was
geen rafelig of gescheurd goed;
herstel het
voortijds. Verwijder voortijds verf-, inkt-,
en grasvlekken. Was bh’s met beugels niet in
de wasautomaat.
■
Objecten zoals munten, veiligheidsspelden,
naalden, spijkers, schroeven en andere harde
of scherpe materialen behoren niet in de
wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke schade
veroorzaken.
■
Wees voorzichtig met wasverzachter. Een te
grote dosering kan schade aan het wasgoed
toebrengen. Raadpleeg de instructies van de
fabrikant van de wasverzachter.
■
Kijk, vóór u de vuldeur (voorlader) opent,
altijd eerst of het water weggepompt is. Indien
dat niet het geval is, laat de machine dan
eerst het water afpompen. Raadpleeg in
twijfelgeval de gebruiksaanwijzing.
■
Kleine huisdieren hebben de gewoonte in de
trommel van de wasautomaat (voorlader) te
kruipen. Hebt u zo’n huisdier, controleer dan
eerst en sluit daarna pas de vuldeur.
■
Laat de vuldeur (voorlader) op een kier staan
indien het apparaat niet gebruikt wordt. Dat is
beter voor de rubbermanchet en u voorkomt
het ontstaan van een muffe lucht.
■
Schakel na het gebruik altijd de
stroomtoevoer af door, afhankelijk van de
wijze van installatie, de steker uit het
stopcontact te nemen of de
badkamertrekschakelaar op de UlT-stand te
schakelen. Draai na het gebruik altijd de
watertoevoerkraan dicht.
Service - Reparaties
■
Tracht, in geval van een storing of defect, dit
apparaat niet zelf te repareren. Reparaties
welke door niet-deskundige personen
uitgevoerd worden, kunnen tot schade of
letsel leiden. Raadpleeg ELGROEP
SERVICE.
roest-
48
Page 5
S
BESCHRIJVING VAN DE MACHINE
01Wasmiddellade
02Programmakaart
03Draaiknop voor de keuze van het
Het is beslist noodzakelijk dat u de
transportbeveiligingen verwijdert voor
u de machine in gebruik neemt.
Wij adviseren u de verwijderde delen te bew aren;
in geval van verhuizing moeten ze wederom
aangebracht worden.
U gaat als volgt te werk:
1. Schroef met een sleutel de rechter schroef
aan de achterkant van de machine los.
2. Leg de machine voorzichtig op z’n
achterkant; zodanig dat de slangen niet
kunnen beschadigen.
P0255
3. Verwijder het polystyrene vulb lok uit de
onderkant van de machine en het plakband
waarmee de 2 plastic zakken aan de voorkant
van het apparaat be v estigd zijn.
4. Trek voorzichtig de rechter plastic zak (1) uit
de machine, terwijl hij naar het midden van
de machine getrokken wordt.
Trek nu ook de linker plastic zak (2) uit de
machine.
5. Zet de machine rechtop en verwijder de 2
overige schroeven uit de achterwand.
6. Verwijder de drie plastic afstandshulzen uit
de gaten waar de schroeven in zaten.
7. Dicht de vrijgekomen gaten af met de
meegeleverde stopsels. U vindt deze
stopsels op de achterkant van de machine.
Plaatsen
Plaats de machine op een vlakke, harde vloer.
Laat een houten vloer met een 5 cm dikke
hardhoutenplaat versterken, over tenminste
twee draagbalken. De verstevigingsplaat moet
aan alle kanten enkele centimeters buiten de
machine steken.
Indien de machine op een bovenverdieping
geplaatst wordt, neem dan zodanige
maatregelen dat bij een eventuele lekkage het
water niet naar de verdieping eronder kan
lekken. Raadpleeg uw leverancier/installateur.
Zorg ervoor dat de machine niet tegen de muur
of andere keukenmeubels kan leunen.
P0234
P0256
2
1
P0233
P0020
50
Page 7
S
Wij gaan er van uit dat de waterkraan, de
afvoermogelijkheid en de
elektriciteitsvoorziening zich binnen het bereik
van de machineslangen en het aansluitsnoer
bevinden. Als dat niet zo is, dan adviseren wij u
uw installateur de kraan en/of de afvoer en/of
het stopcontact te laten verplaatsen.
Stel de machine waterpas op. Dat doet u door
middel van het in- of uitdraaien van de
verstelbare voetjes. Als de machine op tapijt
staat, stel de voeten dan zodanig in dat de lucht
vrij kan circuleren. Zorg ervoor dat de machine
op alle vier de voetjes stevig op de vloer staat:
ook dat is zeer belangrijk. Draai, na het
waterpas stellen, de contramoeren van alle vier
de voetjes stevig tegen de machinebodem.
Gebruik hiervoor een schroevendraaier.
Watertoevoer
Draai de wartel van de toevoerslang stevig op
3
/4" schroefdraad van de kraan.
de
Het andere eind van de toevoerslang, aan de
machinekant, kan naar alle richtingen worden
verdraaid. Wartel iets losdraaien, haakse bocht
verdraaien en wartel weer stevig vastdraaien.
De toevoerslang mag niet verlengd worden.
Mocht de slang te kort zijn en wilt u de kraan
niet laten verplaatsen, koop dan een langere,
complete, hogedrukslang welke speciaal voor dit
doel gemaakt is.
P0254
P0351
P0509
NEDERLAND
P0021
Waterstop-systeem
De watertoevoerslang is met een «waterstopsysteem» uitgerust. Zou, door natuurlijke
veroudering, de binnenslang lek raken, dan
blokkeert het systeem de watertoevoer.
Het optreden van deze storing kunt u zien aan
een rode sektor in het venstertje «A».
Sluit de waterkraan en vervang de slang in z’n
geheel tegen een nieuwe.
A
P0352
51
Page 8
Waterafvoer
De bocht, aan het eind van de afvoerslang, kunt
u op drie manieren plaatsen:
Over de rand van een wasbak. U moet er dan
voor zorgen dat de bocht niet, door het snel
uitstromende water, van de rand kan schieten.
Bijvoorbeeld door de bocht met een touwtje aan
de kraan of aan een haak in de muur op te
hangen.
In een aftakking van de wasbakafvoer. Die
aftakking moet boven de siphon (stankafsluiter)
zitten en zodanig dat de bocht van de slang zich
op tenminste 60 cm van de vloer bevindt.
In een afvoerpijp. Wij adviseren een standpijp
van 65 cm hoogte; in ieder geval niet lager dan
60 cm en niet hoger dan 90 cm.
Het eind van de afvoerslang moet altijd belucht
zijn, dat wil zeggen dat de binnendiameter van
de pijp groter moet zijn dan de buitendiameter
van het slangeind.
De afvoerslang legt u vanaf de machinekant
over de vloer en laat u pas bij de
afvoermogelijkheid omhoog lopen.
P0022
P0023
Elektrische aansluiting
De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt.
De machine is voorzien van een drie-aderig
aansluitsnoer en steker met randaarde.
De steker mag u uitsluitend plaatsen in een
stopcontact met randaarde; de machine dientdeugdelijk geaard te zijn.
Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien
het snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur
dan of een langer snoer aan de machine
monteren of het stopcontact verplaatsen.
Het gebruik van een verlengsnoer of
kabelhaspel is niet toegestaan.
In bad- of doucheruimten moet doorgaans een
zogeheten «vaste aansluiting» gemaakt worden;
raadpleeg uw installateur.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade of letsel, ontstaan door het niet
voldoen aan bovenstaande
veiligheidsvoorschriften.
52
Page 9
S
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingenhoogte85 cm
breedte60 cm
diepte61 cm
Maximum vulgewichtKatoen5 kg
Synthetica2 kg
Fijne was2 kg
Wol1 kg
Centrifugeertoerentalmaximum1200/min.(EW1454F)
Netspanning/-Frequentie220-230 V / 50 Hz
Aansluitwaarde2200 W
Zekeren met minimaal10 A
Waterleidingdrukgrenzenminimum05 N/cm
maximum80 N/cm
Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336/EEG, 73/23/EEG
2
2
NEDERLAND
53
Page 10
Bedieningspaneel
GEBRUIK
E
01 Programmakaart
02 Draaiknop voor de keuze van het
De Nederlandse programmakaart vindt u bij het
instructieboekje en dient u aan de binnenkant
van de wasmiddellade te stoppen.
C0057
2 Draaiknop voor de keuze van het
centrifugeertoerental
U kunt deze knop van MIN tot MAX regelen:
- MIN = 650 /min. voor katoen en linnen
450 /min. voor synthetica, fijne was, wol
en progr. M.
- MAX = 1200 /min. voor katoen en linnen
0650 /min. voor synthetica, fijne was,
wol en progr. M.
Tussen MIN en MAX kunt u diverse toerentallen
kiezen (zie afbeelding op blz. 60).
3 Toets “AAN/UIT”
Door het indrukken van deze toets schakelt u de
machine AAN en UIT.
4 Toets “spoelstop”
Na de programma's voor synthetica, fijne was en
wol zal de machine automatisch KORT
centrifugeren en afpompen. Wilt u dat de was in
het laatste spoelwater blijft staan, dan drukt u
van te voren deze toets in. Aan het einde van het
programma hebt u twee mogelijkheden:
uitsluitend afpompen, dit programma dus, of kort
centrifugeren door de toets terug te laten
komen.
Gebruik de toets niet voor wol. Wol moet kort
gecentrifugeerd worden.
5 Toets “energie besparen” E
Energiezuinig wassen door het kiezen van een
lagere soptemperatuur: 40°-60° in plaats van
60°-95° (programma A) of 30°-40° in plaats van
40°-60° (programma F): de wastijd is
automatisch even lang als bij een hogere
temperatuurkeuze.
6 Deuropener
Door deze toets in te drukken opent u de vuldeur.
7 Controlelampje “deurvergrendeling”
De deur is gedurende het programma elektrisch
vergrendeld.
Zodra het lampje uitgegaan is kunt u de deur
openen.
Als de deur geopend moet worden voordat het
programma beëindigd is moet u eerst het toestel
uitschakelen door de AAN/UIT toets in te
drukken.
Na ongeveer twee minuten kunt u de deur
openen (u moet op het waterniveau in de
wasmaschine letten).
8 Draaiknop voor temperatuurkeuze
Met de knop voor de temperatuurregeling
kiest u de gewenste wastemperatuur.
Knop links- of rechtsom instellen. U kunt ook met
de temperatuur van het ingekomen leidingwater
wassen, door de knop op in te stellen.
9 Draaiknop voor programmakeuze
Met de programmaknop kiest u rechtsom
draaiend, het gewenste programma.
10 Controlelampje “lichtnet”
Het lampje gaat branden bij het starten van het
programma (AAN/UIT-toets ingedrukt) en gaat uit
door nogmaals indrukken van deze toets.
NEDERLAND
55
Page 12
i
Adviezen en tips voor het
wassen.
Was niet te lang opsparen
In de eerste plaats adviseren wij u wasgoed niet
al te lang op te sparen, in ieder geval niet als het
vochtig is want het gaat dan schimmelen en
veroorzaakt een muffe geur.
Men zegt ook wel dat «het weer er in gekomen
is»; weervlekken krijgt u er niet meer uit.
Sorteren
Neemt u vooral even de tijd om de in dit boekje
afgedrukte kaart voor de behandelingssymbolen
aandachtig te lezen.
Een streep onder de tobbe betekent dat u het
artikel niet met de krachtige katoenprogramma’s
mag wassen. Was gekleurd goed, met name
donker gekleurd, eerst een keer apart. De kans
is groot dat het afgeeft.
Sterke kreukherstellende stoffen, zoals
polyester/katoen, vallen onder «synthetica».
Tere stoffen, zoals acryl en meestal ook
vitrages, vallen onder «fijnwas». Het
wolwasprogramma is een speciaal programma
voor «zuivere scheerwol». Bij alle andere
wolsoorten en mengsels kan niet worden
uitgesloten dat deze krimpen en/of vervilten in
de wasmachine.
Temperaturen
In principe kiest u voor een bepaalde wasbeurt
de soptemperatuur niet hoger dan het gevoeligste
stuk wasgoed nog kan verdragen.
95°C: voor witte- of kookecht-gekleurd katoen
en linnen, zoals beddegoed, tafellakens,
theedoeken, handdoeken, zakdoeken en
ondergoed. Gemakshalve wordt deze groep
vaak“kookwas” genoemd.
60°C: voor normaal vuile kookwas, voor
lichtgekleurde bontwas en voor witte- en
lichtgekleurde synthetica.
40°C: vrijwel alle textielsoorten kunnen op 40°C
gewassen worden.
U kiest deze temperatuur ten eerste als dit door
het wasetiket aangegeven wordt, bijvoorbeeld
voor donkergekleurde textiel en fijne was.
Daarnaast kiest u 40°C als het wasgoed zo
weinig vuil is dat het met een lage temperatuur
ook nog schoon wordt.
30°C: alhoewel machine-wasbare wol als regel
zondermeer op 40°C gewassen mag worden,
zult u op het etiket, voorzichtigheidshalve, toch
vaak 30°C tegenkomen. Ook bij teer wasgoed,
de fijnwas, is dat vaak het geval.
56
Wij adviseren u zich altijd aan de etikettemperatuur te houden.
Hoeveel wasgoed in de trommel?
Wilt u optimale resultaten bereiken, dan
adviseren wij u, naast het kiezen van het juiste
programma, ook de maximaal toegestane
belading van de trommel niet te overschrijden.
Wasgoed droog wegen voor u het in de trommel
doet, is erg omslachtig, dus helpen wij u op een
andere manier op weg:
■
Volle belading (maar niet proppen) voor
katoen en linnen.
■ Halfvolle of iets meer dan halfvolle belading
voor sterke synthetica en mengsels. Ook
zogeheten“kreukherstellende stoffen” vallen
onder synthetica.
■ Eenderde van de trommel voor fijnwas en
machine-wasbare wol.
In onderstaande tabel geven wij u een indruk
wat wasgoed, bestaande uit katoen en linnen,
ongeveer weegt.
Voor synthetica, mengsels en fijnwas is het
onmogelijk om gewichten op te geven, daar
deze stoffen zeer verschillend van aard zijn.
Voor machine-wasbare wol geven wij doorgaans
een maximum van 1 kilogram op, maar feitelijk
bedoelen we dat u wol in“ruim sop” moet
wassen.
Tweepersoons laken700 - 1000 g
Kussensloop125 - 0200 g
Tafellaken350 - 0500 g
Servet70 - 0120 g
Theedoek75 - 0100 g
Badhanddoek150 - 0200 g
Badlaken700 - 1000 g
Overhemd200 - 0300 g
Schort150 - 0200 g
Vóór u het wasgoed in de trommel
doet
Herstel scheuren, gaten en halen voortijds.
Naai loshangende knopen eerst aan of knip ze
af.
Sluit drukknopen en ritssluitingen.
Was geen rafelig goed; herstel eerst de zomen.
Haal de haken uit vitrage en doe de vitrage in
een sloop of linnen zak.
Verwijder voortijds achtergebleven kleine
voorwerpen uit borst- en broekzakken.
LET OP
Objecten zoals flippo’ s, munten,
veiligheidsspelden, schroeven en andere
harde materialen behoren niet in de
wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke
schade veroorzaken.
Was bh’s met beugels niet in de
wasautomaat.
Page 13
S
Behandel voortijds vlekken die er in de
wasautomaat moeilijk of in het geheel niet uit
zullen gaan:
Was- en kaarsvet. Zoveel mogelijk met een bot
mes voorzichtig afschrapen. Tussen twee
papieren zakdoekjes de overgebleven was met
de warme strijkbout er uit strijken. Niet te heet
bij synthetische stoffen.
Inkt en ballpoint: Deppen met spiritus. De kleur
van de stof kan aangetast worden door zowel de
inkt als de spiritus.
Weer- en schroeivlekken. Bleken met een
verdunde oplossing van bleekwater of
chloorbleekmiddel.
Roest. Verwijderen met citroenzuur of een
speciaal behandelingsmiddel. Eerst koud
spoelen en daarna wassen. Geen wasmiddel
met bleekmiddel gebruiken.
Kauwgom. Wegwrijven met ijsblokjes. Restant
verwijderen met nagellak-remover. Pas op met
remover bij synthetische stoffen.
Verf. Geef de vlek geen kans om op te drogen.
Met witte schone katoenen doek en een
oplosmiddel (terpentine, wasbenzine of thinner)
behandelen.
Lippenstift. Deppen met spiritus. Met
fijnwasmiddel nawassen.
Nagellak. Verwijderen met nagellak-remover. Dit
is niet mogelijk bij stoffen als acetaat, triacetaat
en chloorvezel.
Olie en teer. Met boter insmeren en laten
intrekken. Daarna met terpentine deppen.
Gras. Met spiritus vochtig maken en met een
zeepoplossing deppen. Als de kleur of de stof er
tegen kan, nableken met bleekwater.
Chocolade, thee, wijn, koffie en vruchtensap.
Voorweken in warm water met een biologisch
voorweekmiddel. Als het nodig is en de kleur of
de stof er tegen kan, nableken met bleekwater.
Vuile kragen of manchetten. Aanstrijken met
zeep of een speciaal daarvoor bedoelde spray
of pasta. Dan gewoon wassen.
Bloed. Verse vlekken met lauw water
uitspoelen. Oude vlekken voorweken met een
biologisch voorweekmiddel.
Transpiratie- en deodorantvlekken. Verse
vlekken met sodawater deppen. Oude vlekken
met azijn of spiritus deppen.
Hars. Met een speciale vlekkenoplosser
behandelen. Sterke stoffen, zoals katoen en
linnen, met terpentine, wasbenzine of spiritus
behandelen.
Het gebruik van verdampende middelen, zoals
terpentine, wasbenzine, spiritus, thinner, aceton
en dergelijke is gevaarlijk; niet roken en geen
open vuur gebruiken.
Doe het karweitje buiten en laat het kledingstuk
eerst uitdampen voor u het in de wasautomaat
of de droogautomaat doet.
De fabrikant van uw wasautomaat is niet
aansprakelijk voor schade of letsel ontstaan
door het gebruik van gevaarlijke stoffen.
Welke wasmiddelen gebruiken?
Een gouden regel is: gebruik altijd machinewasmiddelen, dus nooit handwasmiddel of
zeep in de machine.
Een nauwelijks minder belangrijke regel is:
probeer gewoon uit welk wasmiddel u het beste
bevalt.
Houdt u aanvankelijk aan de doseringen die de
fabrikant van het wasmiddel op z’n verpakking
aangeeft en let daarbij op de waterhardheid
(kunt u opvragen bij het waterleidingbedrijf). Het
is de moeite waard om daarna uit te proberen of
bij minder doseren uw wasgoed ook nog
voldoende schoon wordt. In ieder geval kunt u
bij een klein wasje aanzienlijk minder doseren.
Er zijn totaal-wasmiddelen voor kook- of
bontwas, bleekvrije wasmiddelen voor bontwas,
speciale fijnwasmiddelen, machinewolwasmiddelen en biologische voorwas- of
voorweekmiddelen.
Traditionele poeder-wasmiddelen
Deze wasmiddelen doet u in de vakjes voor
de voorwas en voor de hoofdwas.
Vloeibare wasmiddelen
Gebruikt u een vloeibaar wasmiddel, dan mag u
dat, mits u geen voorwas doet, direct in het
vakje voor het hoofdwasmiddel gieten. Wel
meteen daarna de machine starten.
Vloeibare wasmiddelen zijn zeer geschikt voor
lage wastemperaturen, dus 30°C en 40°C. Voor
hogere temperaturen, 60°C tot 95°C, adviseren
wij u een poedervormig wasmiddel te gebruiken.
NEDERLAND
57
Page 14
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen
(ULTRA’s, MICRO’s en dergelijke).
Geconcentreerde wasmiddelen kunt u op
dezelfde manier als vloeibare wasmiddelen
doseren. Uiteraard past u de hoeveelheid aan,
omdat u van deze wasmiddelen minder nodig
hebt.
Uw nieuwe machine is van een
sopcirculatiesysteem voorzien, waardoor het
wasmiddel uitstekend en zonder verspilling
verdeeld wordt.
Wasverzachter
Tijdens de laatste spoelgang doseert de
machine automatisch een hoeveelheid vloeibare
wasverzachter. U hoeft geen wasverzachter te
gebruiken maar dit kan soms toch wenselijk zijn.
Bijvoorbeeld als u katoen binnenshuis droogt:
het wasgoed voelt dan minder stug aan. Of als u
synthetisch wasgoed in de machine droogt: het
wordt dan niet statisch (knetteren, kleven).
Houdt u aan de aanwijzingen van de fabrikant
van de wasverzachter, maar de hoeveelheid
wasverzachter mag nooit hoger dan het filternet
in het doseervakje of de maximum aanduiding
komen.
Erg dikke vloeistof voortijds met wat water
verdunnen.
Kalk slaat uit het water neer op zowel het
wasgoed als op machinedelen. Bekend is onder
andere het stug worden van wasgoed en het
verkalken van het verwarmingselement.
Om dat te voorkomen doet de wasmiddelfabrikant
een «kalkbindende» stof in het wasmiddel.
Voorheen was dat fosfaat. Tegenwoordig, om
redenen van milieutechnische aard, een
fosfaatvervanger.
Het wasmiddel bestaat echter uit vele
ingrediënten. Gaat u meer doseren, dan doet u
dat feitelijk slechts om meer kalkbindende
stoffen aan het water toe te voegen.
Automatisch doseert u dan eigenlijk teveel van
al die andere actieve stoffen. U kunt dat
verhelpen door minder wasmiddel te doseren en
het verschil op te vangen door een
onthardingsmiddel, zoals Calgon, mee te
doseren. Houdt u zich aan de aanwijzingen van
de fabrikant van het onthardingsmiddel.
Waterhardheid
Bereik
1
2
3
4
Eigenschap
zacht
gemiddeld
hard
zeer hard
Duitse
schaal
00-07
08-14
15-21
meer dan 21
Franse
schaal
00-15
16-25
26-37
meer dan 37
Waterontharder
Water is «harder» naarmate er meer calcium en
magnesium in voorkomt. In Nederland wordt de
hardheid aangegeven in «DH» (Duitse graden).
Op de verpakking van het wasmiddel vindt u, in
drie globale zones verdeeld, hoeveel wasmiddel
u moet doseren. U ziet dat dat meer is naarmate
de hardheid hoger is.
58
Page 15
S
i
Volgorde van handelingen
Voer een wasgang zonder wasgoed uit, opdat
vetresten (die bij de fabricage zijn ontstaan) uit
de wastrommel en de kuip worden verwijderd.
Programma: bonte was 60°C, met een halve
maatbeker wasmiddel.
1.Doe het wasgoed in de trommel
Open de vuldeur . Doe de stukken wasgoed één
voor één in de trommel. Haal opgevouwen
wasgoed eerst uit elkaar. Sluit de vuldeur; druk
hem goed in het slot.
2.Doe wasmiddel in het vakje
Trek de wasmiddellade uit het bedieningspaneel
tot hij stuit.
Meet de gewenste hoeveelheid wasmiddel in
een maatbekertje af en giet het in het vakje voor
het hoofdwasmiddel .
Gaat u ook voorwassen, doe dan een biologisch
voorwasmiddel in het vakje .
3.Doe, eventueel, wasverzachter in
het vakje
Giet, indien gewenst, wasverzachter in het
daarvoor bestemde vakje .
Overschrijd het niveau MAX niet.
P0004
P0876
P0877
NEDERLAND
4.Kies de gewenste functie
59
Page 16
5. Kies het centrifugeertoerental
Draai de knop op de gewenste stand.
6. Stel de temperatuur in
Draai de knop voor de temperatuurregeling op de
gewenste temperatuur.
7. Kies het gewenste programma
en start de machine
Draai de programmaknop rechtsom op het
gewenste programma.
Druk op de AAN/UIT-toets: het lichtnet- en
deurvergrendelingslampje lichten op en de
machine start.
P0880
5
0
6
■
I
N
M
0
0
■
7
0
0
■
5
0
7
5
5
0
■
0
8
0
5
4
5
7
4
1
M
6
2
5
A
■
0
0
X
0
95°
A
6
0
0
1
1
■
0
5
7
0
5
■
1
0
0
0
2
5
0
5
5
■
0
0
9
8. De machine is klaar
De machine stopt automatisch.
Heeft u de machine een programma met
spoelstop laten doen, dan moet het laatste
spoelwater afgepompt worden.
Wacht één tot twee minuten alvorens de vuldeur
te openen; die tijd heeft de elektrische
deurvergrendeling nodig om te ontgrendelen.
Nadat het lampje voor de deurvergrendeling
uitgegaan is, kunt u de vuldeur openen.
Schakel de machine UIT door de AAN/UIT-toets
in te drukken. Het lichtnet-controlelampje gaat
uit.
Draai de kraan dicht en neem de steker uit het
stopcontact of trek de badkamertrekschakelaar
op UIT.
Open de vuldeur en neem het wasgoed uit de
trommel.
Controleert u of de trommel helemaal leeg is,
anders zou wasgoed bij de volgende wasbeurt
kunnen beschadigen (bijv. doorlopen) of op
ander wasgoed kunnen afgeven.
P0882
P0033
Laat de vuldeur enige tijd op een kier staan,
zodat de machine uit kan dampen.
60
Page 17
S
Niet wassen,
ook niet weken
40
40
40
60
handwas
Alleen snelle
Wolwas-
programma
Anti-kreuk-
programma
Gewoon
programma
Anti-kreuk-
programma
Niet mogelijk
Niet strijkenLauw strijkenWarm strijken
Niet drogen in droogtrommel
F
NEDERLAND
F
Speciale reinigingNiet chemisch reinigen
P
van het maximale gewicht.
4
/
1
tot
3
/
Anti-kreukprogramma's:voor artikelen die synthetische vezels bevatten en/of kreukherstellend zijn gemaakt; machine
beladen met de helft van het maximale gewicht.Handwas lauw of koud.
Wolwas in de machine:uitsluitend Superwash en alleen met door het internationaal Wol Secretariaat (IWS) goedgekeurde
1
programma's.Belading:
Koud bleken met bleekwater of geconcentreerd chloorbleekmiddel in verdunde oplossing mogelijk
BLEKEN
60
Gewoon
programma
95
Anti-kreuk-
programma
De getallen in de tobben geven de hoogst toelaatbare temperaturen aan:deze niet overschrijden.
Tot de gewone wasprogramma's behoren ook E-, spaar- en halve wasprogramma's.
TEXTIELBEHANDELINGSSYMBOLEN
i
95
Gewoon
programma
WASSEN
De punten verwijzen naar de punten op de regelknop van het strijkijzer.
Heet strijken
STRIJKEN
P
A
Gewone reiniging
Artikelen met P of F in de cirkel kunnen meestal niet worden ontvlekt met tetra of tri.
De letters zijn vooral bestemd voor de chemisch reiniger. Zij geven het te gebruiken oplosmiddel aan.Reiniging met F is nauwelijks mogelijk.
CHEMISCH
REINIGEN=
De streep onder de cirkel betekent:lichte belading, hoge vlotverhouding, weinig mechanische beweging, korte reinigings, -spoel- en
centrifugeertijden; en vooral: geen water toevoegen.
STOMEN=
DRY CLEANING
Hittegevoelige textiel
Normale textiel
DROGEN
TROMMEL-
Meer informatie in het boekje «Textiel ABC», te verkrijgen door overmaking van f 16,25 op gironummer 666402 van VTWS, Delft.Telefoon (015) 261 12 05
61
Page 18
Wasprogramma’s voor katoen en linnen
Maximum belading: 5 kg
Programma-
knop op
M
A
A+E
(*)
B
C
Temp.
(°C)
30°-40°
60°-95°
40°-60°
40°- 60°
Programma
voor
Extra voorwas voor
kook- en bontwas
(erg vuil)
Kookwas
(normaal vuil)
E-Kookwas
(normaal vuil)
Bontwas
(normaal vuil)
Spoelen
Korte beschrijving
Voorwassen 30°-40°C
Kort centrifugeren
Wassen 60°-95°C
3 maal spoelen
Lang centrifugeren
Wassen 40°-60°C
3 maal spoelen
Lang centrifugeren
Wassen 40°-60°C
3 maal spoelen
Lang centrifugeren
Compleet spoelprogramma,
eventueel met wasverzachter
Lang centrifugeren
Eventuele
aanvullende
functies
D
(* ) Verbruik bij 60°C programma en 5 kg katoenen wasgoed:
Water (liters)56
Energie (kWh)1,3
Tijdsduur (min.)130
Deze gegevens gelden voor het verbruiksetiket, volgens EEC norm 92/75.
Voor elk programma wordt de meest geschikte temperatuur aangegeven. De temperatuurkeuze is
afhankelijk van het soort wasgoed en de vuilgraad hiervan.
Lang centrifugeren
Afpompen en lang
centrifugeren
62
Page 19
S
Wasprogramma’s voor synthetica, fijne was en wol
Maximum belading: 2 kg, wol 1 kg
Programma-
knop op
M
F
F+E
G
H
Temp.
(°C)
30°-40°
40°- 60°
30°- 40°
30°- 40°
30°- 40°
Programma
voor
Extra voorwas
voor synthetica
(erg vuile was)
Synthetica
(normaal vuil)
E-Synthetica
(normaal vuil)
Fijne was
Wol
Korte beschrijving
Voorwassen 30°-40°C
Kort centrifugeren
Wassen 40°- 60°C
3 maal spoelen
Kort centrifugeren
Wassen 30°- 40°C
3 maal spoelen
Kort centrifugeren
Wassen 30°- 40°C
3 maal spoelen
Kort centrifugeren
Wassen 30°- 40°C
3 maal spoelen
Kort centrifugeren
Eventuele
aanvullende
functies
NEDERLAND
Compleet spoelprogramma,
J
K
L
Voor elk programma wordt de meest geschikte temperatuur aangegeven. De temperatuurkeuze is
afhankelijk van het soort wasgoed en de vuilgraad hiervan.
Spoelen
Kort centrifugeren
Afpompen
eventueel met wasverzachter
Kort centrifugeren
Afpompen en kort
centrifugeren
63
Page 20
ONDERHOUD
1.Machine ontkalken
Bij een juiste dosering van het wasmiddel zal
het in het algemeen niet nodig zijn om de
machine te ontkalken.
Als u toch wilt ontkalken, houdt u dan aan de
gegevens van de fabrikant op de verpakking.
2.De buitenkant
De buitenkant van de machine kunt u, naar
behoefte, reinigen met een vochtige doek en
een neutraal huishoudschoonmaakmiddel.
Moderne schoonmaakmiddelen drogen
doorgaans streeploos op.
Nalappen met schoon water en daarna
droogzemen.
Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en
dergelijke oplosmiddelen.
3.De wasmiddellade
Wasmiddelen en wasverzachter koeken na
verloop van tijd aan.
Maak de wasmiddelhouder af en toe schoon
onder de stromende kraan. U kunt daartoe de
houder geheel uit de machine nemen door op
de pal, links achterin, in te drukken.
De bovenkant van het vakje voor de
wasverzachter kunt u, ten behoeve van het
schoonmaken, verwijderen.
Ook in de behuizing van de wasmiddelhouder
kan zich op den duur wasmiddel verzamelen.
Maak de binnenkant met een oude
tandenborstel schoon.
Plaats de houder terug in z’n behuizing en laat
de machine, zonder wasgoed, een spoelgang
doen.
4.Het toevoerfilter
Wanneer u merkt dat de machine langer over
het wateropnemen gaat doen, verdient het
aanbeveling om het toevoerfilter te controleren
op verstopping.
Daartoe draait u eerst de kraan dicht en
vervolgens draait u de slangwartel van de kraan
af.
Reinig het filter met een borsteltje.
Draai de wartel weer stevig op de kraan.
P0879
P0038
P0878
64
Page 21
S
5.Het afvoerfilter
Het afvoerfilter is bedoeld voor het opvangen
van grove pluis en rafels. Raakt het filter
verstopt, dan zal onherroepelijk
programmastoring optreden.
Controleer regelmatig of het filter schoon is.
Open het klepje.
Plaats een schaaltje onder het filter en schroef
het filter linksom los.
Trek het filter uit het filterhuis.
Reinig het filter onder de stromende kraan.
P0861
P0860
6.Waterafvoer in noodgevallen
Als de machine niet leegpompt (afvoerpomp
geblokkeerd of afvoerleiding verstopt) moet u als
volgt te werk gaan om het water uit de machine
te lozen:
■
haal de steker uit het stopcontact
■
draai de waterkraan dicht
■
wacht (indien nodig) totdat het zeepsop
afgekoeld is
■
plaats een bakje onder het filter om het water
op te vangen
■
draai het filter voorzichtig los zodat het water
rustig uit de machine kan stromen.
P0859
P0040
7.Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Indien de wasautomaat wordt blootgesteld aan
temperaturen onder 0°C moeten enkele
voorzorgsmaatregelen worden getroffen.
■ Draai de waterkraan dicht en schroef de
toevoerslang los.
■ Leg het uiteinde van de toe- en afvoerslang in
een bak.
■ Stel het programma L (afpompen) in en laat
de machine tot aan het einde draaien.
■ Schakel de machine uit door de AAN/UIT-toets
in te drukken.
■ Draai de wartel van de toevoerslang weer
stevig op de kraan en breng ook de
afvoerslang weer op zijn plaats aan.
Het water dat in de leidingen is achtergebleven,
wordt op deze manier afgevoerd en hiermee
wordt voorkomen dat er ijsvorming optreedt die
de machine kan beschadigen.
Controleer, wanneer u de wasautomaat opnieuw
wilt gebruiken, of de omgevingstemperatuur
hoger dan 0°C is.
NEDERLAND
65
Page 22
EENVOUDIGE STORINGEN
Het is de moeite waard om vóór u de servicedienst belt even de volgende punten te controleren:
StoringenMogelijke oorzaaken
■
■ De machine start niet
■ De machine neemt geen water
op:
■ De machine neemt wel water op,
maar dat stroomt er door de
afvoer weer uit:
■ De machine pompt niet af en/of
centrifugeert niet:
Is de vuldeur goed gesloten?
■
Is de betreffende groepzekering heel?
■
Is de programmaknop juist ingesteld en de
AAN/UIT-toets ingedrukt?
■
Staat de waterkraan open?
■
Geeft de kraan water? Probeert u dat even
uit.
■
Toevoerslang bekneld of geknikt geraakt?
■
Toevoerfilter verstopt?
■
Vuldeur goed gesloten?
■
Het uitstroomeind van de afvoerslang bevindt
zich op een te laag punt, ten opzichte van de
vloer waarop de machine staat. Raadpleeg
het betreffende hoofdstuk.
■
Afvoerslang bekneld of geknikt geraakt?
■
Programma met spoelstop-functie gekozen?
■
Afvoerfilter verstopt?
■
Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel?
■ Er ligt water op de vloer:
■ Het wasresultaat is niet als
gewoonlijk
■ De machine dreunt of is erg
luidruchtig:
■
Teveel wasmiddel gebruikt?
■
Wasmiddel is ongeschikt omdat het teveel
schuimt? Teveel schuim veroorzaakt lekkage.
■
Een van de toevoerslangwartels lekt? U ziet
nauwelijks dat er water langs de slang loopt;
voelt u dus even of de slang nat is.
■
Is de wasmiddellade schoon?
■
Is het afvoerfilter dichtgeschroefd?
■
Misschien hebt u te weinig of te veel
wasmiddel gedoseerd.
Onderdosering leidt tot vergrauwing van het
wasgoed en tot kalkaanslag in het toestel.
Nauwkeuriger doseren!
■
Hebt u bijzondere vlekken voorbehandeld?
■
Hebt u het juiste programma en de juiste
temperatuur gekozen?
■
Is de machine overbeladen?
■
Zijn alle transportbeveiligingen verwijderd?
■
Leunt de machine ergens tegenaan?
■
Staan alle stelvoeten stevig op de vloer en
zijn de contramoeren goed tegen de
machinebodem gedraaid?
■
Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel?
66
Page 23
S
■ De deur kan niet geopend
worden
■
Het centrifugeren begint traag of
helemaal niet
■ De machine maakt een
ongewoon geluid
■
Is de machine in bedrijf?
■
Is de deur nog vergrendeld?
■
Het elektronische stabilisatiecontrolesysteem is in werking getreden. Het
wasgoed wordt, doordat de draairichting van
de trommel gewijzigd wordt, losgemaakt,
beter verdeeld en er wordt opnieuw met
centrifugeren begonnen. Dit kan herhaaldelijk
het geval zijn, totdat de onbalans opgeheven
is en het centrifugeren definitief afgewerkt
kan worden.
Indien het wasgoed na 10 minuten niet
losgemaakt is, wordt het niet gecentrifugeerd.
In dit geval moet u zelf het wasgoed beter in
de trommel verdelen en opnieuw het
centrifugeerprogramma kiezen.
■
De machine heeft een modern
aandrijfsysteem, dat in vergelijking met
oudere wasautomaten een afwijkend, ietwat
fluitend geluid maakt. Het nieuwe
aandrijfsysteem maakt de trage aanloop bij
centrifugeren mogelijk. Hierdoor wordt de
stabiliteit verbeterd.
NEDERLAND
■ In de trommel is geen water te
zien
Kunt u de storing niet zelf opsporen of
verhelpen, raadpleegt u dan de servicedienst.
Noteer, voor u gaat telefoneren, even merk,
modelnummer en aankoopdatum van uw
machine; de servicedienst zal u er om vragen.
■
Moderne wasmachines werken heel zuinig,
met lage waterniveaus. Was- en
spoelresultaat zijn desondanks uitstekend.
Mod.
..........
Ser.
Mod. ..........
Prod. No. ...........
P0042
Ser. No. .........
67
Page 24
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.