Electrolux EKM90750X User Manual [nl]

g
Gebruiksaanwijzin
Fornuizen
Welkom in de wereld van Electrolux
Wij danken je voor de keuze van een Electrolux product van hoge kwaliteit en wij zijn er zeker van dat het je naar volle tevredenheid tot dienst zal zijn. Het doel van Electrolux bestaat uit het aanbeiden van kwaliteitsproducten die ontworpen zijn om je leven comfortabeler te maken. We nodigen je uit om enkele minuten tijd aan de raadpleging van deze handleiding te besteden om alle voordelen van je nieuwe apparaat te kunnen benutten. Dit product zal je een maximaal rendement bieden in combinatie met een uiterst gemakkelijk gebruik.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATEUR: deze zijn bestemd voor de bevoegde technicus bestemd, die een geschikte controle van de gas installatie dient uit te
voeren, de installatie in te bouwen en zorgen voor de inbedrijfstelling en de test van het toestel.
AANWIJZINGEN VOOR DE VERBRUIKER: deze geven raadgevingen m.b.t. het gebruik, de beschrijving van de bedieningen en de passende reiniging - en onderhoudsbewerkingen van het toestel.
We dachten aan jou
toen we dit product gecreëerd hebben
Inhoudsopgave
1. Algemene aanwijzingen ___________________________________ 5
1.1 Technische bijstand _______________________________________________________ 5
2. Waarschuwingen voor de veiligheid en het gebruik ______________ 6
3. Installatie_______________________________________________ 8
3.1 Algemene waarschuwingen _________________________________________________ 8
3.2 Montage van de instelbare voeten ____________________________________________ 8
3.3 Elektrische aansluiting _____________________________________________________ 9
3.4 Vermogen van de plaat in vuurvast aardewerk _________________________________ 11
3.5 Ventilatie in vertrekken met gasapparaten_____________________________________ 12
3.6 Gasaansluiting __________________________________________________________ 13
3.7 Gasafstellingen __________________________________________________________ 15
3.8 Aansluiting aan vloeibaar gas_______________________________________________ 15
4. Eindbewerkingen _______________________________________ 16
4.1 Nivellering van het fornuis ten opzichte van de vloer _____________________________ 16
5. Beschrijving van de bedieningen ___________________________ 17
5.1 Het voorpaneel__________________________________________________________ 17
6. Gebruik van de kookplaat_________________________________ 23
6.1 Inschakeling van de branders_______________________________________________ 23
6.2 Uitschakeling van de branders______________________________________________ 23
7. Gebruik van de fry-top ___________________________________ 24
7.1 Vooraleer de fry-top in werking te stellen______________________________________ 24
7.2 Inschakeling ____________________________________________________________ 24
7.3 Gebruikstabel van de energieregelaar ________________________________________ 24
7.4 Uitschakeling ___________________________________________________________ 24
8. Gebruik van de plaat in vuurvast aardewerk___________________ 25
8.1 Algemene waarschuwingen ________________________________________________ 25
8.2 Inschakeling ____________________________________________________________ 25
8.3 Uitschakeling ___________________________________________________________ 25
9. Gebruik van de ovens____________________________________ 26
9.1 Algemene waarschuwingen ________________________________________________ 26
9.2 Opberglade_____________________________________________________________ 26
9.3 Gebruik van de elektrische, multifunctionele oven_______________________________ 26
9.4 Gebruik van de hulpoven met natuurlijke convectie______________________________ 28
3
10. Aanbevelingen voor het koken ____________________________ 29
10.1 Aanbevelingen voor een correct gebruik van de branders_________________________ 29
10.2 Aanbevelingen voor een correct gebruik van de fry-top___________________________ 29
10.3 Aanbevelingen voor een correct gebruik van de plaat in vuurvast aardewerk __________ 29
10.4 Aanbevelingen voor een correct gebruik van de oven ____________________________ 29
Inhoudsopgave
11. Reiniging en onderhoud _________________________________ 32
11.1 Reiniging van de oppervlakken in roestvrij staal_________________________________ 32
11.2 Reiniging van de geëmailleerde oppervlakken__________________________________ 32
11.3 Reiniging van de gelakte oppervlakken _______________________________________ 32
11.4 Reiniging van de knoppen en het bedienpaneel_________________________________ 32
11.5 Reiniging van de roosters en branders________________________________________ 32
11.6 Reiniging van de bougies en thermo - elementen _______________________________ 33
11.7 Reiniging van de fry-top ___________________________________________________ 33
11.8 Reiniging van de plaat in vuurvast aardewerk __________________________________ 33
11.9 Reiniging van de oven ____________________________________________________ 34
11.10 Vervanging van het verlichtingslampje van de oven______________________________ 34
12. Groot onderhoud_______________________________________ 35
12.1 Demontage van de ovendeur_______________________________________________ 35
12.2 Verwijdering van de ondersteuningsframe aan de zij kante n _______________________ 36
12.3 Demontage en reiniging van de interne ventilator van de oven _____________________ 36
12.4 Hoogteinstelling van de lade _______________________________________________ 36
Waarschuwingen
Deze handleiding voor gebruik en onderhoud maakt integraal deel uit van het gekochte product. De operator heeft de plicht de handleiding op correcte wijze te bewaren en ervoor te zorgen dat hij altijd voor raadpleging ter beschikking staat tijdens de onderhoudswerkzaamheden van het product. Bewaar deze handleiding voor toekomstige raadpleging. Indien het product doorverkocht wordt moet deze handleiding overgaan naar iedere volgende houder of gebrui ker van het product.
De fabrikant stelt zich niet aansprakelijk voor mogelijke onjuistheden die te wijten zijn aan druk- of overschrijffouten die in dit boekje staan. De fabrikant behoudt zich het recht voor om wijzigingen aan de eigen producten aan te brengen, die zij noodzakelijk of nuttig acht, ook in het belang van de gebruikers, zonder dat de fundamentele kenmerken op het gebied van de werkzaamheid en de veiligheid gecompromitteerd worden.
KLASSEN VAN DE APPARATEN
De in het bijgevoegde handboek beschreven kookplaten behoren aan de volgende installatieklassen toe:
1 Klasse: kookplaat niet voor inbouw bedoeld;
2 Klasse – 1 Subklasse: kookplaat voor de inbouw tussen twee
meubels, bestaande uit een stuk, maar waar de zijkanten steeds toegankelijk blijven.
1. Algemene aanwijzingen
Dit product voldoet aan de vereisten van de EU richtlijnen:
73/23/EEC m.b.t. “Laagspanning”.
89/336/EEC m.b.t. "Elektromagnetische storing”.
90/396/ EEC m.b.t. "Gastoestellen”.
89/109/EEC m.b.t. "Materialen in aanraking met voedsel”.
Het apparaat is in overeenstemming met Richtlijn 2002/95/EG (RoHS - Reduction of Hazardous Substances) inzake de beperking van het gebruik van gevaarlijke substanties in fabricagematerialen.
1.1 Technische bijstand
Alvorens dit toestel de fabriek verliet, werd het getest en bekwame en gespecialiseerd personeel afgesteld, om de beste bewerkingsresultaten te garanderen. Elke noodzakelijke reparatie of afstelling dient nauwkeurig en oplettend uitgevoerd te worden. Wend U zich daarom steeds tot de Concessiehouder die het toestel verkocht heeft of tot het dichtbij gelegen servicecentrum en geeft u daarbij steeds de aard van storing en het model van toestel aan.
5
Waarschuwingen
2. Waarschuwingen voor de veiligheid en het gebruik
DIT HANDBOEK IS EEN NOODZAKELIJK DEEL VAN HET TOESTEL. HET MOET INTACT BEWAARD WORDEN EN STEEDS BESCHIKBAAR ZIJN GEDURENDE DE LEVENSCYCLUS VAN DE KOOKPLAAT. WIJ RADEN U AAN DIT HANDBOEK EN DE AANWIJZINGEN ERIN NAUWKEURIG TE LEZEN ALVORENS DE KOOKPLAAT IN GEBRUIK TE NEMEN. BEWAAR, INDIEN AANWEZIG, OOK DE SERIE BIJGELEVERDE STRAALPIJPJES. ALLEEN BEVOEGD PERSONEEL MAG DE KOOKPLAAT VOLGENS DE WETTELIJKE RICHTLIJNEN INSTALLEREN. DIT TOESTEL IS VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK BEDOELD EN IS OVEREENKOMSTIG MET DE IN KRACHT ZIJNDE EEC
RICHTLIJNEN. HET TOESTEL IS GEBOUWD OM DE VOLGENDE FUNCTIES UIT TE VOEREN: HET KOKEN EN OPWARMEN VAN VOEDSEL; HET MAG NIET VOOR ANDERE DOELEN GEBRUIKT WORDEN. DE FABRIKANT WIJST IEDER VERANTWOORDELIJKHEID AF BIJ EEN ONJUIST GEBRUIK.
OP HET MOMENT VAN AANKOOP WORDT DE OPERATOR RECHTSTREEKS VERANTWOORDELIJK VOOR HET PRODUCT EN ZAL HIJ DUS MOETEN CONTROLEREN, TIJDENS HET GEWONE GEBRUIK VAN HET PRODUCT, OF IN DE LOOP DER TIJD GEEN INSTABILITEIT, VERVORMINGEN, SLIJTAGE EN BREUKEN OPTREDEN, WAARDOOR DE VEILIGHEID AFNEEMT.
HET PRODUCT IS ONTWORPEN EN TOT STAND GEKOMEN OM ONDER VEILIGE OMSTANDIGHEDEN TE KUNNEN WERKEN EN GEEN GEVAAR VOOR PERSONEN, HUISDIEREN EN VOORWERPEN TE VORMEN.
LAAT DE VERPAKKINGSRESTEN NIET ZONDER TOEZICHT IN HET HUISHOUDEN LIGGEN. SCHEID DE VERSCHILLENDE AFVALMATERIALEN VAN DE VERPAKKING EN BRENG DEZE NAAR HET DICHTBIJ GELEGEN CENTRUM VOOR HET INZAMELEN VAN GESCHEIDEN AFVAL.
DE AARDVERBINDING IS VERPLICHTEND EN MOET VOLGENS DE BESTAANDE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR ELEKTRISCHE INSTALLATIES UITGEVOERD WORDEN.
DE STEKKER DIE AAN DE ELEKTRISCHE VOEDINGSKABEL VERBONDEN WORDT EN HET PASSENDE STOPCONTACT MOETEN VAN HETZELFDE MODEL ZIJN EN OVEREENKOMSTIG MET DE GELDENDE VOORSCHRIFTEN. NA DE INSTALLATIE VAN HET TOESTEL MOET DE STEKKER VOOR DE PERIODIEKE CONTROLE TOEGANKELIJK ZIJN. TREK NIET AAN DE KABEL OM DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE HALEN.
INDIEN DE GASKRANEN WEERSTAND BIEDEN TEGEN HET DRAAIEN VAN DE KNOPPEN, MOETEN DE KRANEN INGESMEERD WORDEN MET EEN SPECIFIEK PRODUCT BESTAND TEGEN HOGE TEMPERATUREN.
DEZE BEWERKING DIENT DOOR DE TECHNISCHE KLANTENDIENST UITGEVOERD TE WORDEN.
VOER ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE EEN KORTE TEST VAN HET TOESTEL UIT VOLGENS DE NAVOLGENDE WEERGEGEVEN INSTRUCTIES. BIJ ONTBREKENDE WERKING, HET TOESTEL VAN HET STROOMNET ONTKOPPELEN EN DIRECT CONTACT MET HET DICHTBIJ GELEGEN TECHNISCHE SERVICECENTRUM OPNEMEN. PROBEER NIET HET TOESTEL ZELF TE REPAREREN.
CONTROLEER STEEDS DAT DE BEDIENKNOPPEN ZICH OP HET EINDE VAN IEDERE PLAATBEWERKING IN DE “NUL” POSITIE BEVINDEN (UIT).
6
NOOIT ONTVLAMBARE VOORWERPEN IN DE OVEN PLAATSEN: INDIEN DE OVEN TOEVALLIG ZOU WORDEN INGESCHAKELD ZOU ER EEN BRAND KUNNEN ONTSTAAN. BIJ BRAND: DE GASHOOFDKRAAN DICHTDRAAIEN EN DE ELEKTRICITEIT AFSLUITEN; GEEN WATER OP HET BRANDENDE OF KOKENDE OLIE GIETEN. GEEN ONTVLAMBARE PRODUCTEN OF AEROSOL FLESSEN DICHT BIJ HET TOESTEL PLAATSEN EN NIET IN DE NABIJHEID VAN DE INGESCHAKELDE BRANDERS VERSTUIVEN. GEEN WIJDE KLEDEREN OF ACCESSOIRES DRAGEN WANNEER DE BRANDERS INGESCHAKELD ZIJN: INDIEN HET TEXTIEL ONTVLAMT KAN DIT ERNSTIGE BRANDWONDEN AAN DE PERSOON VEROORZAKEN.
Waarschuwingen
GEEN POTTEN EN PANNEN MET ONREGELMATIGE BODEM OP DE KOOKPLAAT PLAATSEN.
GEEN RECIPIËNTEN OF VLEESROOSTERS GEBRUIKEN DIE DE UITWENDIGE OMTREK VAN DE PLAAT
OVERSCHRIJDEN.
HET IDENTITEITSPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET REGISTRATIENUMMER EN DE MERKING BEVINDEN ZICH OP DE ACHTERKANT VAN HET TOESTEL.
HET PLAATJE MAG NOOIT VERWIJDERD WORDEN.
HET APPARAAT IS BESTEMD OM DOOR VOLWASSENEN GEBRUIKT TE WORDEN. STA HET KINDEREN NIET TOE
HET APPARAAT TE NADEREN OF HET APPARAAT IN HUN SPEL TE BETREKKEN. VERMIJD HET OBJECTEN OP HET APPARAAT TE PLAATSEN DIE DE AANDACHT VAN KINDEREN KUNNEN TREKKEN. DE VERHITTING VAN ENKELE DELEN VAN HET APPARAAT EN VAN DE GEBRUIKTE PANNEN KUNNEN POTENTIËLE BRONNEN VAN GEVAAR VORMEN. TIJDENS DE WERKING EN TIJDENS DE VOLLEDIGE TIJD DIE VOOR DE KOELING NODIG IS, MOETEN DE PANNEN DAN OOK ZO GEPLAATST WORDEN DAT HET GEVAAR OP BRANDWONDEN EN OMVALLEN VERMEDEN WORDT. VERMIJD HET DE OVENDEUR OPEN TE LATEN STAAN, ZOWEL TIJDENS DE WERKING ALS TIJDENS DE MINUTEN NA DE UITSCHAKELING. VERMIJD HET EVENEENS DE VERHITTINGSELEMENTEN VAN DE OVEN AAN TE RAKEN.
INDIEN MEN ZICH OP DE OPEN OVENDEUR, DE SCHUIFLADEN OF DE OPB ERGRUIMTE ZET OF LEUNT, KAN DIT HET OMSTOTEN VAN HET TOESTEL VEROORZAKEN, MET DAAROPVOLGEND GEVAAR AAN PERSONEN. DE SCHUIFLADEN HEBBEN EEN DYNAMISCH DRAAGVERMOGEN VAN 25 KG.
INDIEN HET FORNUIS OP EEN VOETSTUK STAAT, MOETEN MAATREGELEN GETROFFEN WORDEN OM TE VOORKOMEN DAT HET DAAR VAN AF GLIJDT.
HET TOESTEL BUITEN GEBRUIK IN HET DICHTBIJ GELEGEN CENTRUM VOOR HET VERZAMELEN VAN GESCHEIDEN AFVAL BRENGEN. SNIJ DE VOEDINGSKABEL DOOR NADAT DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT GETROKKEN IS. MAAK DE DELEN ONSCHADELIJK DIE EEN GEVAAR VOOR KINDEREN KUNNEN VORMEN (DEUREN, ENZ..).
DIT APPARAAT IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN VOLGENS DE EUROPESE RICHTLIJN 2002/96/EG INZAKE AFGEDANKTE ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATEN (AEEA). DOOR ERVOOR TE ZORGEN DAT DIT PRODUCT OP DE JUISTE MANIER ALS AFVAL WORDT VERWERKT, HELPT U MOGELIJK NEGATIEVE CONSEQUENTIES VOOR HET MILIEU EN DE MENSELIJKE GEZONDHEID TE VOORKOMEN DIE ANDERS ZOUDEN KUNNEN WORDE N VEROORZAAKT DOOR ONJ UISTE VERWERKING VAN DIT PR ODUCT ALS AFVAL.
HET SYMBOOL OP HET PRODUCT OF OP DE BIJBEHORENDE DOCU MENTATIE GEEFT AAN DAT DIT PRODUCT NIET ALS HUISHOUDELIJK AFVAL MAG WORDEN BEHANDELD. IN PLAATS DAARVAN MOET HET WORDEN AFGEGEVEN BIJ EEN VERZAMELPUNT VOOR RECYCLING VA N ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATEN. AFDANKING MOET WORDEN UITGEVOERD IN OVEREENSTEMMING MET DE PLAATSELIJKE MILIEUVOORSCHRIFTEN VOOR AFVALVERWERKING. VOOR NADERE INFORMATIE OVER DE BEHANDELING, TERUGWINNING EN RECYCLING VAN DIT PRODUCT WORDT U VERZOCHT CONTACT OP TE NEMEN MET HET STADSKANTOOR IN UW WOONPLAATS, UW AFVALOPHAALDIENST OF DE WINKEL WAAR U HET PRODUCT HEEFT AANGESCHAFT.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor eventuele persoonlijk of materiële schade als
gevolg van het niet in acht nemen van de bovengenoemde voorschriften of voortkomend uit een onjuist gebruik van een enkel bestanddeel van het apparaat en het gebruik van niet originele reserveonderdelen.
7
Aanwijzingen voor de installateur
3. Installatie
AFMETINGEN VAN DE FORNUIZEN
3.1 Algemene waarschuwingen
De volgende ingrepen mogen alleen door bevoegde installateur uitgevoerd worden. De installateur is verantwoordelijk voor de juiste inbedrijfstelling volgens de geldende veiligheidsvoorschriften. Alvorens het toestel in werking te zetten, moeten de plastische
beschermingen op het bedienpaneel, op de roestvrije onderdelen, enz. verwijderd worden.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor eventuele schade aan personen, dieren of voorwerpen ten gevolge van het niet in acht nemen van de bovengenoemde normen. (zie
hoofdstuk “2. Waarschuwingen voor de veiligheid en het gebruik”).
De technische gegevens zijn aangegeven op het plaatje met de kenmerken, dat zich op de achterkant van het toestel bevindt. De afstelvoorwaarden bevinden zich op een etiket, aangebracht op de verpakking en op het toestel.
Gebruik de hangreep van de ovendeur niet voor verplaatsingsbewerkingen, inclusief deze
voor het verwijderen van het toestel uit de verpakking.
3.2 Montage van de instelbare voeten
Alvorens over te gaan tot het kantelen van het fornuis, wordt het aangeraden alle delen die niet stabiel bevestigd zijn, met name de roosters van het kookvlak en de branders, te verwijderen. Om het gewicht van het fornuis te verlagen, wordt het aangeraden alle accessoires uit de oven te verwijderen, om te vermijden dat tijdens het kantelen schade kan ontstaan.
Het fornuis wordt geleverd met gedemonteerde voeten. Voordat verplaatsingen of aansluitingen uitgevoerd worden, moeten de voeten uit de verpakking gehaald worden en vastgeschroefd worden. Dit kan op twee manieren gebeuren:
A Door het toestel van de vloer op te tillen. B Door het toestel op de achterkant te
leggen.
De definitieve instelling van de voeten, om het toestel te nivelleren ten opzichte van de vloer, moet uitgevoerd worden nadat de
gas- en elektrische aansluitingen tot
stand gebracht zijn.
8
Indien het nodig is het toestel te verplaatsen, dan moeten de voeten tot het einde toe vastgeschroefd worden en pas ingesteld worden na afloop van de werkzaamheden.
Aanwijzingen voor de installateur
3.3 Elektrische aansluiting
Zich ervan verzekeren dat de voltage en dimensie van de voedingslijn in overeenkomst zijn met de kenmerken aangegeven op het plaatje aan de achterkant van het toestel.
Het plaatje mag nooit verwijderd worden.
De stekker aan het einde van de voedingskabel en het stopcontact in de muur moeten van hetzelfde model zijn en in overeenkomst met de geldende normen voor elektrische installaties. Controleer dat de voedingslijn van een passende aardverbinding is voorzien. Na de installatie van het toestel moet de stekker voor de periodieke controle toegankelijk zijn.
Voorzie op de voedingslijn van het toestel een meerpolige onderbreking met een openingsafstand van tenminste 3 mm tussen de contacten, geplaatst in een gemakkelijk te bereiken positie en in de nabijheid van het toestel.
Gebruik geen adapters, tussenverbindingen of afleiders.
Verzeker u van de efficiënte aarding alvorens de elektrische aansluiting uit te voeren.
Zich ervan verzekeren dat de begrenzerklep en de huishoudelijke installatie de elektrische lading van het toestel kunnen dragen.
De geel/groene geaarde kabel mag niet onderbroken worden. De elektrische kabel mag niet in aanraking komen met bestanddelen die een hogere temperatuur
dan 50°C bezitten.
3.3.1 Doorsnede van de elektrische voedingskabel
Gebruik een kabel met de kenmerken volgens de navolgende tabel en in overeenkomst met het voedingstype.
Aansluiten op 400V3N~ (modellen aangesloten volgens SCHEMA
“A”): gebruik een vijfpolig kabel model H05RR-F (kabel van 5 x 2.5
mm²).
Aansluiten op 230V3~ (modellen aangesloten volgens SCHEMA “C” maar door de Installateur veranderd volgens SCHEMA “B”):
gebruik een vierpolig kabel model H05RR-F (kabel van 4 x 4 mm²).
Aansluiten op 230V1N~ (modellen aangesloten volgens SCHEMA
“C”): tot aan 2.9 kW gebruik een driepolig kabel model H05RR-F (kabel
van 3 x 1.5 mm²); en van 2.9 kW tot aan 5.4 kW gebruik een driepo lig kabel model H05RR-F (kabel van 3 x 2.5 mm²); en van 5,4 kW tot aan 7 kW gebruik een driepolig kabel model H05RR-F (kabel van 3 x 4 mm2); en van 7 kW gebruik een driepolig kabel model H05RR-F (kabel van 3 x 6 mm2).
De aan het toestel aan te sluiten einddelen moeten een gea arde kabel (geel/groen) van langer dan 20 mm bedragen.
9
Aanwijzingen voor de installateur
3.3.2 Voedingstype
Er kunnen verschillende aansluitingen volgens de voltage bereikt worden door de steunstukken op het klemmenbord te verplaatsen zoals aangegeven in de volgende schema’s. De tabel “A
ANSLUITING OP HET AANSLUITBLOK” volgens het model raadplegen.
SCHEMA “A” SCHEMA “B” SCHEMA “C”
AANSLUITING OP HET AANSLUITBLOK
MODEL
FORNUIS 6 BRANDERS (1 OVEN) 2,9
FORNUIS KERAMISCHE KOOKPLAAT (1 OVEN) (5 RESI STERS) 12,7
FORNUIS 6 BRANDERS (2 OVENS) 3,9
FORNUIS 4 BRANDERS (2 OVENS) + FRY-TOP 6,3
FORNUIS KERAMISCHE KOOKPLAAT (2 OVENS) (5 RESISTERS) 13,7
DE MODELLEN AANGESLOTEN VOLGENS SCHEMA “A” KUNNEN DOOR DE INSTALLATEUR IN SCHEMA “B” WORDEN
VERANDERD.
DE MODELLEN AANGESLOTEN VOLGENS SCHEMA “C” KUNNEN DOOR DE INSTALLATEUR IN SCHEMA “A” WORDEN
VERANDERD.
VERMOGEN kW VOEDING
SCHEMA “C”
SCHEMA “A”
SCHEMA “C”
SCHEMA “A”
10
Aanwijzingen voor de installateur
3.3.3 Vervanging van de elektrische kabel
De vervanging van de elektrische kabel kan d.m.v. het klemmenbord geschieden. Het bevindt zich op de achterkant van het toestel links boven, zoals aangegeven in de figuur.
Voor de vervanging van de kabel als volgt handelen:
De doos van het klemmenbord openen;
Schroef A, die de kabel blokkeert, afschroeven;
De schroefcontacten losmaken en de kabel met
een andere kabel van dezelfde lengte vervangen en in overeenstemming met de kenmerken, beschreven in tabel van hoofdstuk “3.3.1 Doorsnede van de elektrische voedingskabel”;
De “geel-groene” aardverbinding wordt aan de klem
aangesloten en moet langer zijn dan 20
mm t.o.z. de lijngeleiders;
De neutrale “blauwe” leiding wordt aangesloten aan de klem met de merking N;
De lijngeleider wordt aangesloten aan de klem met de merking L.
3.4 Vermogen van de plaat in vuurvast aardewerk
De plaat in vuurvast aardewerk drukt verschillede opnemingskrachten uit ten opzichte van het gebruikte verwarmingselement. Het diagram toont de waarde van zulke vermogens.
In de voorziene gevallen betrekt zich de eerste numerieke waarde zich op het totale vermogen, terwijl de waarde na het symbool “/” zich op de binnendiameter betrekt, uitgesloten het centrale verwarmingselement, wiens waarde na het symbool “/” zich op de voorste diameter betrekt.
11
Aanwijzingen voor de installateur
3.5 Ventilatie in vertrekken met gasapparaten
Dit toestel is niet aan een uitlaatapparaat van verbrandingsproducten aangesloten, en moet dus in overeenkomst met de geldende normen geïnstalleerd en aangesloten worden. De normen m.b.t. het ventileren van de ruimten dienen bijzonder overwogen te worden.
Dit toestel mag alleen maar in goed geventileerde ruimten geïnstalleerd worden en in overeenkomst met de geldende normen zodat met behulp van openingen aan de buitenwanden of door middel van daarvoor bestemde leidingen, een natuurlijke of gedwongen ventilatie toegestaan wordt, die een voortdurende en voldoende luchtstroom verzekert om de verbruikte lucht te ontlasten.
Indien er in alleen maar dit gasapparaat in het vertrek aanwezig is, dient een kap aangebracht te worden, die de verbruikte lucht op een natuurlijke wijze en rechtstreeks ontlast d.m.v. een verticale rechtlijnige leiding met een lengte van twee keer de diameter en een minimum doorsnede van 100 cm².
Voor de noodzakelijke frisse luchtstroom in het vertrek moet een overeenkomstige opening van 100 cm² voorzien worden, die rechtstreeks naar buiten voert en op de hoogte van de vloer geplaatst is zodat hij niet langs de binnen- of de buitenkant zich kan verstoppen en de juiste verbranding van de branders alsook de regelmatige ontlasting van de verbruikte lucht gegarandeerd wordt, en met een hoogteverschil t.o.z. van de uitlaatopening van tenminste 180 cm.
Elektroventilator
Let erop dat de lucht noodzakelijk voor de verbranding nooit minder dan 2 m3/h voor elk kW vermogen mag zijn (zie het totale kW vermogen dat zich op het technische plaatje van het toestel bevindt).
In alle andere gevallen, wanneer zich andere gasapparaten in hetzelfde vertrek bevinden, of wanneer geen rechtstreekse natuurlijke ventilatie mogelijk is, moet een natuurlijke indirecte of gedwongen ventilatie aangebracht worden: voor deze ingreep dient men zich aan een
bevoegde technicus te wenden, die de installatie en de uitvoering van de ventilatie-
installatie uitvoert en alles met inachtneming van de geldende richtlijnen.
De plaatsing van de openingen mogen geen luchtstromen veroorzaken die niet door de bewoners verdragen worden; bovendien is het verboden gebruikte rookafvoerbuizen van andere toestellen te gebruiken voor de ontlading van de verbrandingsproducten.
12
Loading...
+ 28 hidden pages