ELECTROLUX EKK6450AO User Manual

EKK6450AO
.................................................. ...............................................
NL FORNUIS GEBRUIKSAANWIJZING 2 FR CUISINIÈRE NOTICE D'UTILISATION 38
www.electrolux.com
2
INHOUD
VEILIGHEIDSINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
VOOR HET EERSTE GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
OVEN - KLOKFUNCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
MILIEUBESCHERMING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
WE DENKEN AAN U
Bedankt om een Electrolux-apparaat te kopen. U koos voor een product dat jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult krijgen.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.electrolux.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.electrolux.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan. Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de hand hebt. De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie. Algemene informatie en tips Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
NEDERLANDS 3
Dit apparaat is geschikt voor de volgende markten: BE
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u het apparaat installeert of ge­bruikt:
• Voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen
• Voor bescherming van het milieu
• Voor de correcte bediening en werking van het apparaat.
Bewaar deze instructies altijd bij het appa­raat, ook wanneer u het verplaatst of ver­koopt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door een foutieve in­stallatie of foutief gebruik.
LU
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE MENSEN
• Mensen, met inbegrip van kinderen, met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of ver­standelijke vermogens of gebrek aan er­varing en kennis, mogen dit apparaat niet gebruiken. Zij moeten onder toezicht staan of instructies krijgen over het ge­bruik van dit apparaat van iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstik­king of lichamelijk letsel.
• Houd kinderen en dieren uit de buurt van het apparaat als de deur openstaat of als het apparaat in gebruik is. Gevaar voor letsel of ander permanent lichamelijk let­sel.
• Gebruik het kinderslot of de Key lock­functie als het apparaat hiermee uitge­rust is. Dit voorkomt dat kinderen en die­ren het apparaat per ongeluk aanzetten.
ALGEMENE VEILIGHEID
• Verander de specificaties van dit product niet en wijzig het niet. Er bestaat een ge­vaar voor letsel en schade aan het appa­raat.
• Verwijder al het verpakkingsmateriaal, stickers en folie van het apparaat voor­dat u het in gebruik neemt.
• Schakel de kookzones na ieder gebruik uit.
MONTAGE
• De afstellingsvoorwaarden voor dit appa­raat worden op het label weergegeven (of op het gegevensplaatje).
• Alleen een bevoegd elektriciën mag het apparaat installeren en aansluiten. Neem contact op met een erkend servicecen­trum. Dit om lichamelijk letsel of structu­rele schade te voorkomen.
• Controleer of het apparaat niet is be­schadigd tijdens het transport. Sluit geen beschadigd apparaat aan. Neem indien nodig contact op met de leverancier.
• Verwijder al het verpakkingsmateriaal, stickers en folie van het apparaat voor­dat u het voor het eerst in gebruik neemt. Verwijder niet het typeplaatje. Dit kan de garantie ongeldig maken.
• De wetten, voorschriften, richtlijnen en normen die van kracht zijn in het land waar het apparaat wordt gebruikt dienen in acht genomen te worden (veiligheids­voorschriften, recyclingvoorschriften, vei­ligheidsvoorschriften met betrekking tot elektra of gas, etc.).
• Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat. Het apparaat is zwaar. Ge­bruik altijd veiligheidshandschoenen. Trek het apparaat nooit aan de hand­greep van zijn plaats.
• Zorg ervoor dat de stekker van het ap­paraat uit het stopcontact is getrokken tijdens de installatie (indien van toepas­sing).
• Houd de minimumafstanden naar andere apparaten en units in acht.
• Plaats het apparaat niet op een basis.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
• Alleen een bevoegd elektriciën mag het apparaat installeren en aansluiten. Neem contact op met een erkend servicecen­trum. Dit om lichamelijk letsel of structu­rele schade te voorkomen.
• Dit apparaat moet worden geaard.
• Controleer of de elektrische gegevens op het typeplaatje overeenkomen met de stroomvoorziening in uw woning.
www.electrolux.com
4
• Informatie over het voltage vindt u op het
• U dient te beschikken over de juiste
• De elektrische installatie moet isolatie be-
• De schokbeschermingsonderdelen moe-
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
• Houd kabels bij het aansluiten van elek-
• Gebruik geen meerwegstekkers, -aan-
• Zorg ervoor dat de stroomsnoeren (in-
• Zorg ervoor dat de aansluiting op het net
• Trek niet aan het netsnoer om het appa-
• Vervang of verander het netsnoer niet
GASAANSLUITING
• Alleen een vakkundig gasinstallateur kan
• Zorg ervoor dat de luchtstroom rond het
• Controleer voor de installatie of de lokale
typeplaatje.
scheidingsvoorzieningen: stroomonder­brekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwij­derd), aardlekschakelaars en contactge­vers.
vatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. De isolatie moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3mm.
ten zo worden bevestigd dat zij niet kun­nen worden verwijderd zonder gereed­schap.
schokbestendig stopcontact.
trische apparaten op stopcontacten uit de buurt van de hete deur van het appa­raat.
sluitingen en verlengkabels. Er kan brand ontstaan.
dien van toepassing) en kabel niet knak­ken of beschadigd raken achter het ap­paraat.
toegankelijk is na de installatie.
raat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker zelf (indien van toepassing).
zelf. Neem contact op met een erkend servicecentrum.
het apparaat installeren en aansluiten. Neem contact op met een erkend servi­cecentrum. Dit om lichamelijk letsel of structurele schade te voorkomen.
apparaat goed is. Een defectueuze luchttoevoer kan zuurstofgebrek veroor­zaken.
toevoercondities (gastype -en druk) en de afstelling van het apparaat compatibel zijn.
• Op het typeplaatje staat informatie over de gastoevoer.
• Dit apparaat mag niet aangesloten wor­den op een afvoerinrichting voor ver­brandingsproducten. Het moet in plaats daarvan worden geïnstalleerd en aange­sloten volgens de actuele installatiere­gels. Bijzondere aandacht moet gegeven worden aan de geldende regels betref­fende ventilatie.
• Het gebruik van een kooktoestel op gas veroorzaakt warmte en vocht in de ruim­te waar het geïnstalleerd is. Zorg dat de ventilatie in de keuken goed is: houd de natuurlijke ventilatiegaten open of instal­leer een mechanisch ventilatieapparaat (mechanische afzuigkap).
• Meer ventilatie (bijvoorbeeld door het openen van een venster of het verhogen van het niveau van de mechanische ven­tilatie, indien aanwezig) is noodzakelijk wanneer u het apparaat gedurende een lange periode intensief gebruikt.
GEBRUIK
• Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk koken. Gebruik het appa­raat niet voor commerciële of industriële doeleinden. Zo voorkomt u lichamelijk letsel of schade aan eigendommen.
• Controleer het apparaat altijd tijdens ge­bruik.
• Sta niet te dicht bij het apparaat als u de deur van het apparaat opent als het ap­paraat aan staat. Er kan hete stoom ont­snappen. Er bestaat gevaar voor brand­wonden.
• Gebruik dit apparaat niet als het contact maakt met water. Bedien het apparaat niet met natte handen.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
• De kookplaat van het apparaat wordt heet tijdens gebruik. Er bestaat gevaar voor brandwonden. Leg geen metalen voorwerpen, zoals bestek of deksels, op de kookplaat; deze kunnen zeer heet worden.
• De binnenkant van het apparaat wordt heet tijdens gebruik. Er bestaat gevaar voor brandwonden. Gebruik ovenhand­schoenen wanneer u bakroosters, scha­len e.d. plaatst of verwijdert.
• Het apparaat en de toegankelijke onder­delen ervan worden heet tijdens gebruik. Zorg ervoor dat u de verwarmingsele­menten niet aanraakt. Houd jonge kinde­ren uit de buurt of onder permanent toe­zicht.
• Open de deur voorzichtig. Als u alcoholi­sche toevoegingen gebruikt, kan er alco­hol-luchtmengsel ontstaan. Er kan brand ontstaan.
• Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de deur.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten, en/of onstekingsproducten (gemaakt van plastic of aluminium) in, bij of op het apparaat. Er kan brand of een explosie ontstaan.
• Zet de kookzones op "uit" na ieder ge­bruik.
• Gebruik de kookzones niet met leeg kookgerei of zonder kookgerei erop
• Laat kookgerei niet droogkoken. Dit kan schade veroorzaken aan kookgerei en het kookoppervlak.
• Als er voorwerpen of kookgerei op de kookplaat vallen, kan het oppervlak be­schadigd raken.
• Zet geen heet kookgerei naast het be­dieningspaneel, want de warmte kan het apparaat beschadigen.
• Wees voorzichtig bij het verwijderen of installeren van toebehoren om schade aan het emaille van het apparaat te voor­komen.
• Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen veroorzaken op de kookplaat als u ze over het oppervlak schuift.
• Verkleuring van het email heeft geen on­gewenst effect op de werking van het apparaat.
• Om schade of verkleuring van het emaille te voorkomen:
– plaats geen voorwerpen direct op de
bodem van het apparaat en bedek het niet met aluminiumfolie;
– plaats heet water niet direct in het ap-
paraat;
– haal vochtige schotels en eten uit het
apparaat als u klaar bent met koken.
• Oefen geen kracht uit op een geopende deur.
NEDERLANDS 5
• Leg geen ontvlambaar materiaal in het deel onder de oven. Bewaar daar alleen hittebestendige accessoires (indien van toepassing).
• Dek de stoomuitgangen van de oven niet af. Deze bevinden zich aan de achterzij­de van de bovenkant (indien van toepas­sing).
• Plaats geen voorwerpen op de kookplaat die kunnen gaan smelten.
• Gebruik alleen stabiel kookgerei met de juiste vorm en diameter om per ongeluk kantelen of knoeien te voorkomen. Er bestaat gevaar voor brandwonden.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken. Het mag niet worden ge­bruikt voor andere doeleinden, zoals het verwarmen van een kamer.
DEKSEL
• Het deksel beschermt het apparaat te­gen stof als het gesloten is en vangt vet­spatten op indien geopend. Gebruik het niet voor andere doeleinden.
• Houd het deksel altijd schoon.
• Verwijder steeds gemorste etensresten van het oppervlak van het deksel alvo­rens het te openen.
• Sluit het deksel niet tot de kookplaat en de oven volledig zijn afgekoeld.
• Glazen deksels kunnen barsten als ze heet zijn. Zet alle branders uit alvorens het deksel dicht te doen.
ONDERHOUD EN REINIGING
• Zorg ervoor dat het apparaat is afge­koeld voordat u onderhoud verricht. Ge­vaar voor brandwonden. De glazen pa­nelen kunnen breken.
• Houd het apparaat altijd schoon. Opeen­hopingen van vetten of andere voedsel­resten kunnen brand veroorzaken.
• Regelmatig reinigen voorkomt dat het oppervlaktemateriaal van de oven ach­teruitgaat.
• Gebruik voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen alleen water en zeep om het apparaat te reini­gen. Gebruik geen ontvlambare produc­ten of bijtende producten.
• Reinig het apparaat niet met stoomreini­gers, hogedrukreinigers, scherpe voor-
www.electrolux.com
6
• Volg de aanwijzingen van de ovenfabri-
• Reinig de glazen ovendeur niet met
• Als de glasplaten beschadigd raken,
• Wees voorzichtig bij het verwijderen van
• De lampjes die in dit apparaat worden
• Vervang de lampjes indien nodig alleen
• Haal de stekker van het apparaat uit het
werpen, schuurmiddelen, schuurspon­zen en vlekverwijderaars.
kant op als u een ovenspray gebruikt. Spray niets op de verwarmingselemen­ten en de thermostaatsensor (indien van toepassing).
schurende reinigingsmiddelen of een metalen schraper. Het hittebestendige oppervlak van de binnenruit kan hierdoor breken en versplinteren.
worden ze zwak en kunnen ze breken. U dient ze te vervangen. Neem contact op met een erkend servicecentrum.
de deur uit het apparaat. De deur is zwaar.
gebruikt, zijn speciale lampjes voor huis­houdelijke apparaten. Ze kunnen niet worden gebruikt voor de gehele of ge­deeltelijke verlichting van een woonruim­te.
door nieuwe lampjes met hetzelfde ver­mogen die specifiek bedoeld zijn voor huishoudelijke apparaten.
stopcontact voordat u de ovenlamp ver­vangt. Gevaar voor elektrische schok­ken. Laat het apparaat afkoelen. Gevaar voor brandwonden.
ken. Er bestaat gevaar voor verstik­king.
SERVICECENTRUM
• Alleen een bevoegde servicemonteur mag dit apparaat repareren. Neem con­tact op met een erkend servicecentrum.
• Gebruik alleen originele reserveonderde­len.
VERWIJDERING VAN HET APPARAAT
• Om lichamelijk letsel of schade te voor­komen:
– Trek de stekker uit het stopcontact. – Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
– Verwijder de deurvergrendeling. Dit
voorkomt dat kinderen of kleine huis­dieren in het apparaat opgesloten ra-
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
ALGEMEEN OVERZICHT
1 3 542
5
4
3
9
2
1
INDELING KOOKPLAAT
1
5
4 3
1 2 3 4
6
5
7
6
8
7 8 9
1 2
2
3 4 5
NEDERLANDS 7
Toetsen voor de kookplaat Elektronische tijdschakelklok Knop voor ovenfuncties Knop voor de temperatuur Temperatuurweergave Verwarmingselement Ovenlampje Ventilator- en verwarmingselement Inzetniveaus
Stoomuitlaat Normale brander Sudderbrander Snelle brander Normale brander
ACCESSOIRES
Ovenrek
• Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Vlakke bakplaat Voor gebak en koekjes.
Braadpan
• Voor braden en roosteren of als pan om
vet op te vangen.
Bewaarlade
• Onder de ovenruimte bevindt zich een
bewaarlade.
www.electrolux.com
8
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinfor­matie'.
EERSTE REINIGING
• Verwijder alle accessoires en uitneemba­re rails (indien van toepassing).
• Reinig het apparaat voor het eerste ge­bruik.
Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
TIJD INSTELLEN
U moet de tijd instellen voordat u de oven bedient.
Als het apparaat wordt aangesloten op de stroomtoevoer of na een stroomonderbre­king, gaat het indicatielampje voor de tijd knipperen. Druk op de toets + of - om de juiste tijd in te stellen.
3.
Stel de functie en de maximumtem­peratuur in.
4.
Laat het apparaat tien minuten aan staan.
5.
Stel de functie en de maximumtem­peratuur in.
6.
Laat het apparaat tien minuten aan
staan. Accessoires kunnen heter worden dan nor­maal. Het apparaat kan een vreemde geur en rook afgeven. Dit is normaal. Zorg dat er voldoende luchtcirculatie is.
Na ongeveer 5 seconden stopt het knippe­ren en geeft de klok de ingestelde tijd van de dag weer.
Druk om de tijd te wijzigen herhaal­delijk op
voor de tijd knippert. U moet de functie Bereidingsduur
niet gelijktijdig instellen.
tot het indicatielampje
of Einde
VOORVERWARMEN
Verwarm het apparaat voor om het reste­rende vet weg te branden.
1.
Stel de functie en de maximumtem­peratuur in.
2.
Laat het apparaat een uur aan staan.
KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
NEDERLANDS 9
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinfor­matie'.
DE BRANDERS AANSTEKEN
WAARSCHUWING!
Ga voorzichtig te werk bij het ge­bruik van branders (open vuur) in de keuken. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden in ge­val van onjuist gebruik van de vlam.
De brander steeds aansteken alvo­rens het kookgerei erop te plaat­sen.
1.
Druk de knop helemaal in en draai hem naar de maximale stand
drukken van de knop wordt de vonk­ontsteking automatisch geactiveerd.
2.
Houd de bedieningsknop ongeveer 10 seconden ingedrukt. Het thermokoppel kan dan opwarmen. Als u dat niet doet, wordt de gastoevoer onderbro­ken.
3.
Stel de vlam af zodra deze regelmatig brandt.
Als de brander na enkele pogingen niet aan gaat, controleer dan of de kroon en het branderdeksel goed op hun plaats zitten.
. Bij het in-
A
WAARSCHUWING!
Als de brander na 10 seconden niet aan gaat, laat u de knop los en draait u de knop naar de uitstand. Wacht 1 minuut voordat u de bran­der nogmaals probeert aan te ste­ken.
U kunt de brander aansteken zon­der elektrisch apparaat (bijvoor­beeld wanneer er geen elektriciteit is in de keuken). Breng hiertoe de vlam dicht bij de brander, druk de knop 10 seconden in en draai de knop naar de stand voor maximale gasuitgifte.
Als de brander per ongeluk dooft, draait u de knop naar de uitstand. Wacht 1 minuut voordat u de bran­der nogmaals probeert aan te ste­ken.
De vonkontsteking kan automa­tisch starten wanneer u de stekker in het stopcontact steekt, na de in­stallatie of na een stroomonderbre­king. Dat is normaal.
DE BRANDER UITSCHAKELEN
Draai de knop naar het symbool om de vlam te doven.
WAARSCHUWING!
Draai de vlam altijd lager of schakel de brander uit voordat u de pan van de brander haalt.
A)
Branderdeksel
B)
Branderkroon
C)
Ontstekingsbougie
D)
Thermokoppeling
B
C
D
www.electrolux.com
10
KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinfor­matie'.
ENERGIEBESPARING
• Doe indien mogelijk altijd een deksel op het kookgerei.
• Wanneer de vloeistof begint te koken, draait u de vlam omlaag, totdat de vloei­stof zachtjes pruttelt.
WAARSCHUWING!
Gebruik pannen met een bodem die geschikt zijn voor de afmeting van de brander.
Brander Diameter van het
kookgerei
Snel 160 - 240 mm
Normaal 120 - 220 mm
Sudder 80 - 160 mm
Gebruik kookgerei met een bodem die zo dik en plat mogelijk is.
KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
NEDERLANDS 11
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinfor­matie'.
Reinig het apparaat telkens na gebruik Gebruik altijd pannen met een schone bo­dem.
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen voordat u het schoon­maakt. Trek de stekker van het ap­paraat uit het stopcontact voordat u reinigings- of onderhoudswerk­zaamheden aan het apparaat gaat uitvoeren.
WAARSCHUWING!
Reiniging van het apparaat met een stoom- of hogedrukreiniger is om veiligheidsredenen niet toegestaan.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen agressieve reini­gingsmiddelen, sponzen van staal­wol of zuren. Deze kunnen het ap­paraat beschadigen.
Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte hebben geen invloed op de werking van het apparaat.
pannendrager in het midden van de brander worden geplaatst.
Ga zeer voorzichtig te werk bij het
vervangen van de pannendrager, dit om schade aan het oppervlak van de kookplaat te vermijden.
Droog het apparaat na reiniging af met een zachte doek.
• U kunt de pannendrager verwijderen voor een gemakkelijke reiniging van de kookplaat.
• Was de geëmailleerde delen, het deksel en de kroon met een warm sopje en laat ze goed drogen alvorens ze terug te plaatsen.
• Was de onderdelen van roestvrij staal af met water en droog ze vervolgens met een zachte doek.
• De pannendrager mag niet in de afwas­automaat worden afgewassen. Hij moet met de hand worden afgewassen.
• Als u de pannendrager met de hand af­wast, let dan op bij het afdrogen, omdat hij door het emailleerproces soms scher­pe randen heeft. Verwijder hardnekkige vlekken zo nodig met een pastareiniger.
• Zorg ervoor dat u de pannendrager na de reiniging correct terugplaatst.
• Om ervoor te zorgen dat de branders goed werken, moeten de armen van de
www.electrolux.com
12
OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinfor­matie'.
2.
KOELVENTILATOR
Als het apparaat in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Na het uitschakelen van het ap­paraat blijft de ventilatie door werken totdat de temperatuur in het apparaat is afge­koeld.
3.
HET APPARAAT AAN- EN UITZETTEN
1.
Draai de knop voor de ovenfuncties naar een ovenfunctie.
OVENFUNCTIES
Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand Het apparaat staat uit.
Voor het braden of braden en bakken van gerechten waar­voor dezelfde bereidingstemperatuur nodig is, op meer dan
Multi hetelucht
Boven + On-
derwarmte
Pizzafunctie
Circulatiegrill
Grill intens
Drogen
één steunhoogte, zonder dat er smaken worden overge­bracht van het ene naar het andere gerecht. Stel de oven­temperatuur (20-40 °C) lager in dan bij bereiding met on­der- en bovenwarmte.
Bakken en braden op één ovenniveau. De bovenste en on­derste verwarmingselementen worden gelijktijdig ingescha­keld.
Om pizza, quiche of pasteitjes te maken. Stel de oventem­peratuur (20-40 °C) lager in dan bij bereiding met onder- en bovenwarmte.
Voor het bakken van grote stukken vlees. Het grillelement en de ovenventilator werken samen, zodat de hetelucht rond de gerechten circuleert.
Voor het grillen van plat voedsel in grote hoeveelheden. Voor het maken van toast. Het volledige grillelement wordt geactiveerd.
Voor het drogen van gesneden fruit (zoals appels, pruimen, perziken) en groenten (zoals tomaten, courgette of cham­pignons).
Draai de knop voor de temperatuur naar een temperatuur.
Het temperatuurlampje gaat aan zo­lang de temperatuur in het apparaat stijgt.
Draai om het apparaat uit te schake­len, de knop voor de ovenfuncties en de knop voor de temperatuur in de uit­stand.
Ontdooien Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
NEDERLANDS 13
Ovenfunctie Applicatie
Ovenlampje Het ovenlampje activeren zonder een bereidingsfunctie.
www.electrolux.com
14
OVEN - KLOKFUNCTIES
ELEKTRONISCHE TIJDSCHAKELKLOK
1 2 1
hr min
Klokfunctie Toepassing
Tijdstip van de
dag
Kookwekker Voor het instellen van een afteltijd. Deze functie heeft
Duur Instellen hoe lang het apparaat in werking moet zijn.
Einde Instellen wanneer het apparaat moet worden uitgescha-
U kunt Duur en Eindtijd tegelijkertijd gebruiken om in te stellen wanneer het apparaat moet worden geacti­veerd, en vervolgens gedeacti­veerd. Stel eerst de Duur in, en daarna de Eindtijd.
Het tijdstip van de dag instellen, wijzigen of controleren.
geen invloed op de werking van de oven.
keld.
Functie-indicatielampjes
1
Tijdindicatie
2
Toets +
3
Keuzetoets
4
Toets -
5
345
hr minhr min
DE KLOKFUNCTIES INSTELLEN
1.
Stel voor Bereidingsduur en Einde
een ovenfunctie en temperatuur in.
Dit is niet nodig voor de kookwekker
.
2.
Druk meerdere malen op de keuzet­oets tot het functielampje voor de be­nodigde klokfunctie knippert.
3.
Druk op + of - om de benodigde klok­functie in te stellen.
Het display toont de weergave voor de klokfunctie die u instelt. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, knippert het indicatielampje en klinkt er gedurende twee minuten een geluidssignaal.
Bij de functies Bereidingsduur en Einde schakelt het apparaat
automatisch uit.
4.
Druk op een toets om het signaal uit te zetten.
5.
Draai de knop voor de ovenfuncties en de temperatuurknop naar de uit stand.
DE KLOKFUNCTIES ANNULEREN
1.
Druk meerdere malen op de keuzet­oets tot het gewenste functielampje knippert.
2.
Druk op de toets - en houdt de toets ingedrukt.
De klokfunctie gaat na een paar se­conden uit.
NEDERLANDS 15
www.electrolux.com
16
OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinfor­matie'.
DE OVENACCESSOIRES PLAATSEN
De diepe pan en het ovenrek heb­ben zijranden. Deze randen en de vorm van de geleidestangen vor­men een speciaal accessoire om te zorgen dat het kookgerei niet ver­schuift.
Het ovenrek en de diepe pan samen plaatsen
Plaats het ovenrek op de diepe pan. Plaats de diepe pan tussen de geleidestangen van een van de ovenniveaus.
OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
NEDERLANDS 17
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinfor­matie'.
De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn be­doeld. Deze zijn afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoe­veelheid van de gebruikte ingre­diënten.
LET OP!
Gebruik voor cakes met veel vocht een diep bakblik. Vruchtensappen kunnen het emaille beschadigen.
BAKKEN
Algemene aanwijzingen
• Uw nieuwe oven kan een andere bak-/ braadverhouding hebben dan het appa­raat dat u tot nu toe gebruikt heeft. Pas uw normale instellingen (temperatuur, gaartijden) en de ovenniveaus aan de ta­belwaarden aan.
• Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uitschakelen, om te profiteren van de restwarmte.
Wanneer u diepgevroren levensmidde­len gebruikt, kunnen de platen in de oven tijdens het bakken vervormen. Wanneer de platen afkoelen, verdwijnt de vervorming.
Aanwijzigen bij de baktabellen
• Wij raden aan om de eerste keer de la­gere temperatuur in te stellen.
• Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor uw eigen recept, kijkt u dan bij een soortgelijk product.
• Bij het bakken van gebak op meerdere niveaus kan de baktijd ca. 10-15 minu­ten langer zijn.
• Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak in het begin van het bakproces niet overal even bruin. Veran­der in dit geval de temperatuurinstelling niet. De verschillen verminderen tijdens het bakproces.
BAKTIPS
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de cake is te licht van kleur.
De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig).
De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig).
De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig).
De cake is te droog.
De cake is te droog. Te lange baktijd.
Verkeerde rekstand. Plaats de cake lager.
De oventemperatuur is te
hoog.
De volgende keer dat u een cake bakt, stelt u de baktemperatuur lager in.
Baktijd verlengen. Baktij-
Te korte baktijd.
den kunnen niet worden
verkort door hogere
Minder vocht gebruiken.
Er zit te veel vloeistof in
het mengsel.
De oventemperatuur is te
laag.
Let op de kneedtijden,
vooral bij het gebruik van
De volgende keer dat u een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur hoger in.
De volgende keer dat u
een cake bakt, gebruikt u
baktemperaturen.
keukenmachines.
een kortere baktijd.
www.electrolux.com
18
De cake wordt ongelijkma­tig bruin.
De cake wordt ongelijkma­tig bruin.
De cake wordt niet gaar binnen de aangegeven baktijd.
MULTI HETELUCHT
Bakken op één gebruiksniveau
Bakken in vormen
Tulband of brioche 2 150 - 160 50 - 70 Zandgebak/vruch-
tencake Fatless sponge ca-
ke Taartbodem van
zandtaartdeeg Taartbodem - roer-
deeg Apple pie (2 vor-
men Ø20cm, dia­gonaal geplaatst)
1)
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te kort.
Het deeg is niet gelijkmatig
verdeeld.
De baktemperatuur lager
instellen en de baktijd ver-
Verdeel het deeg gelijkma-
tig over de bakplaat.
De volgende keer dat u
Verwarmings-
De oventemperatuur is te
laag.
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur een beet-
soort
1 - 2 140 - 160 50 - 90
3
2
150 - 160
170-180
1)
1)
2 150 - 170 20 - 25
2 - 3 160 60 - 90
Oven voorverwarmen
lengen.
je hoger in.
25 - 40
10 - 25
Cakes/pastei/broden op bakblik
Verwarmings-
soort
Kruimeltaart (droog)
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
3 150 - 160 20 - 40
Vruchtentaart (op gistdeeg/roerdeeg)
1)
Vruchtentaart met kruimeldeeg
1)
Gebruik diepe pan
3 150 35 - 55
3 160 - 170 40 - 80
NEDERLANDS 19
Koekjes
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Zandkoekjes 3 150 - 160 10 - 20 Short bread / Pa-
stry Stripes
3 140 20 - 35
Roerdeegkoekjes 3 150 - 160 15 - 20 Eiwitgebak,
schuimgebak
3 80 - 100 120 - 150
Bitterkoekjes 3 100 - 120 30 - 50 Klein gerezen ge-
bak Klein bladerdeeg-
gebak Bolletjes 3 Small cakes (20
per plaat)
1)
Oven voorverwarmen
3 150 - 160 20 - 40
160
150
1)
1)
1)
20 - 30
10 - 35
20 - 35
3
170 - 180
3
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Schotel Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Stokbroden bedekt met gesmolten
1
160 - 170
1)
15 - 30
kaas Gevulde groente 1 160 - 170 30- 60
1)
Oven voorverwarmen
Bakken op meerdere niveaus
Cakes/pastei/broden op bakblik
Verwarmings-
soort
Roomsoezen/tom­poezen
Kruimeltaart 2/4 150 - 160 30 - 45
1)
Oven voorverwarmen
Koekjes/small cakes/gebak/broodjes
Verwarmings-
soort
Zandkoekjes 2/4 150 - 160 20 - 40
Plaathoogte
2 niveaus
2/4
Plaathoogte
2 niveaus
Temperatuur °C Tijd in min.
160 - 180
1)
25 - 45
Temperatuur °C Tijd in min.
www.electrolux.com
20
Verwarmings-
soort
Zandtaartdeeg/ Deegreepjes
Plaathoogte
2 niveaus
Temperatuur °C Tijd in min.
2/4 140 25 - 45
Roerdeegkoekjes 2/4 160 - 170 25 - 40 Eiwitgebak,
schuimgebak
2/4 80 - 100 130 - 170
Bitterkoekjes 2/4 100 - 120 40 - 80 Klein gerezen ge-
bak Klein bladerdeeg-
gebak Bolletjes 2/4 Small cakes (20
per plaat)
1)
Oven voorverwarmen
2/4 160 - 170 30 - 60
180
150
1)
1)
1)
30 - 50
25- 40
20 - 40
2/4
2/4
170 - 180
BAKKEN OP ÉÉN NIVEAU:
Bakken in vormen
Verwarmings-
soort
Tulband of brioche 2 160 - 180 50 - 70 Zandgebak/vruch-
tencake Fatless sponge ca-
ke Taartbodem van
zandtaartdeeg Taartbodem - roer-
deeg Apple pie (2 vor-
men Ø20cm, dia­gonaal geplaatst)
Hartige taart (bijv. quiche lorraine)
Kwarktaart 1 - 2 160 - 180 60 - 90
1)
Oven voorverwarmen
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
1 - 2 150 - 170 50 - 90
3
2
1)
170
190 - 210
25 - 40
1)
10 - 25
2 170 - 190 20 - 25
1 - 2 180 60 - 90
1 180 - 220 35- 60
Cakes/pastei/broden op bakblik
Verwarmings-
soort
Vlechtbrood/ broodkrans
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
2 170 - 190 40 - 50
Kerststol 2
Brood (rogge­brood):
1.
Eerste deel van het bakproces.
2.
Tweede deel
1 - 2
van het bak­proces.
Roomsoezen/tom­poezen
3
Koninginnenbrood (opgerolde cake
3
met jam) Kruimeltaart
(droog) Amandelcake/sui-
kertaart
3 160 - 180 20 - 40
3
Vruchtentaart (op gistdeeg/roerdeeg)
2)
3 170 35 - 55
160 - 180
1.
2.
160 - 180
190 - 210
180 - 200
190 - 210
230
NEDERLANDS 21
1)
1)
1)
1)
1)
1)
1.
2.
50 - 70
20
30 - 60
20 - 35
10 - 20
20 - 30
Vruchtentaart met kruimeldeeg
3 170 - 190 40 - 60
Plaatkoek met kwetsbare garne­ring (bijv. kwark,
3
160 - 180
1)
40 - 80 room, puddingvul­ling)
Pizza (met veel gar-
2)
nering)
1 - 2
Pizza (dunne korst) 1 - 2 Ongedesemd
brood
1 230 - 250 10 - 15
190 - 210
220 - 250
1)
1)
30 - 50
15 - 25
Vlaaien (CH) 1 210 - 230 35 - 50
1)
Oven voorverwarmen
2)
Gebruik diepe pan
www.electrolux.com
22
Koekjes
Zandkoekjes 3 170 - 190 10 - 20 Short bread/ Pastry
Stripes Roerdeegkoekjes 3 170 - 190 20 - 30 Eiwitgebak,
schuimgebak Bitterkoekjes 3 120 - 130 30 - 60 Klein gerezen ge-
bak Klein bladerdeeg-
gebak Bolletjes 3 Small cakes (20
per plaat)
1)
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Pastaschotel 1 180 - 200 45 - 60 Lasagne 1 180 - 200 35 - 50 Groentegratin 1
Stokbroden bedekt met gesmolten kaas
Zoete ovenschotels 1 180 - 200 40 - 60 Visschotels 1 180 - 200 40 - 60 Gevulde groente 1 180 - 200 40 - 60
1)
Verwarmings-
soort
Inzetniveaus Temperatuur °C Tijd in min.
3
160
1)
3 80 - 100 120- 150
3 170 - 190 20 - 40
170
1)
1)
1)
Oven voorverwarmen
3
3 - 4
190 - 210
190 - 210
Schotel Inzetniveaus Temperatuur °C Tijd in min.
1)
1)
Oven voorverwarmen
180 - 200
1
200 - 220
20 - 35
20 - 30
10 - 55
20 - 30
15 - 30
15 - 30
PIZZAFUNCTIE
Verwarmings-
soort
Pizza (dunne korst)
1)
Pizza (met veel gar-
1)
nering) Taarten 1 - 2 170 - 200 35 - 55
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd min.
1 - 2
200 - 230
2)
10 - 20
1 - 2 180 - 200 20 - 35
NEDERLANDS 23
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd min.
Spinazietaart 1 - 2 160 - 180 45 - 60 Quiche Lorraine
(hartige taart)
1 - 2 170 - 190 45 - 55
Zwitserse flan 1 - 2 170 - 200 35 - 55 Kwarktaart 1 - 2 140 - 160 60 - 90 Appeltaart, bedekt 1 - 2 150 - 170 50 - 60 Groentetaart 1 - 2 160 - 180 50 - 60 Ongedesemd
brood Bladerdeegtaart
Flammekuchen
Piroggen (Russi­sche variant op cal-
2 - 3
2 - 3
2 - 3
2 - 3
230 - 250
160 - 180
230 - 250
180 - 200
2)
2)
2)
2)
10 - 20
45 - 55
12 - 20
15 - 25 zone)
1)
Gebruik diepe pan
2)
Oven voorverwarmen
BRADEN
Braadservies
• Gebruik hittebestendig servies om te braden (lees de instructies van de fabri­kant).
• Grote braadstukken kunt u direct in de diepe braadpan braden (indien aanwe-
zig) of op een rooster boven de braad­pan.
• Braad mager vlees in een braadpan met deksel. Op die manier blijft het vlees sap­piger.
• Alle soorten vlees, die een korst moeten krijgen, kunt u in de braadschaal zonder deksel braden.
BRADEN MET BOVEN- EN ONDERWARMTE
Rundvlees
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur°CTijd in min.
Stoofvlees 1-1,5 kg 1 200 - 230 105 - 150 Rosbief of os-
sehaas: rood Rosbief of os-
sehaas: medi­um
Rosbief of os­sehaas: gaar
1)
Oven voorverwarmen
per cm dikte 1
230 - 250
per cm dikte 1 220 - 230 8 - 10
per cm dikte 1 200 - 220 10 - 12
1)
6 - 8
Loading...
+ 53 hidden pages