Bedankt om een Electrolux-apparaat te kopen. U koos voor een product dat jaren professionele
ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd ontworpen met u in het achterhoofd.
Wanneer u het gebruikt, kunt u er op vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult
krijgen.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.electrolux.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.electrolux.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de hand
hebt.
De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
NEDERLANDS3
Dit apparaat is geschikt voor de volgende
markten: BE
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u het apparaat installeert of gebruikt:
• Voor uw eigen veiligheid en de veiligheid
van uw eigendommen
• Voor bescherming van het milieu
• Voor de correcte bediening en werking
van het apparaat.
Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, ook wanneer u het verplaatst of verkoopt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor
schade veroorzaakt door een foutieve installatie of foutief gebruik.
LU
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN
KWETSBARE MENSEN
• Mensen, met inbegrip van kinderen, met
beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of gebrek aan ervaring en kennis, mogen dit apparaat
niet gebruiken. Zij moeten onder toezicht
staan of instructies krijgen over het gebruik van dit apparaat van iemand die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de
buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking of lichamelijk letsel.
• Houd kinderen en dieren uit de buurt van
het apparaat als de deur openstaat of als
het apparaat in gebruik is. Gevaar voor
letsel of ander permanent lichamelijk letsel.
• Gebruik het kinderslot of de Key lockfunctie als het apparaat hiermee uitgerust is. Dit voorkomt dat kinderen en dieren het apparaat per ongeluk aanzetten.
ALGEMENE VEILIGHEID
• Verander de specificaties van dit product
niet en wijzig het niet. Er bestaat een gevaar voor letsel en schade aan het apparaat.
• Verwijder al het verpakkingsmateriaal,
stickers en folie van het apparaat voordat u het in gebruik neemt.
• Schakel de kookzones na ieder gebruik
uit.
MONTAGE
• De afstellingsvoorwaarden voor dit apparaat worden op het label weergegeven
(of op het gegevensplaatje).
• Alleen een bevoegd elektriciën mag het
apparaat installeren en aansluiten. Neem
contact op met een erkend servicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of structurele schade te voorkomen.
• Controleer of het apparaat niet is beschadigd tijdens het transport. Sluit geen
beschadigd apparaat aan. Neem indien
nodig contact op met de leverancier.
• Verwijder al het verpakkingsmateriaal,
stickers en folie van het apparaat voordat u het voor het eerst in gebruik
neemt. Verwijder niet het typeplaatje. Dit
kan de garantie ongeldig maken.
• De wetten, voorschriften, richtlijnen en
normen die van kracht zijn in het land
waar het apparaat wordt gebruikt dienen
in acht genomen te worden (veiligheidsvoorschriften, recyclingvoorschriften, veiligheidsvoorschriften met betrekking tot
elektra of gas, etc.).
• Wees voorzichtig bij het verplaatsen van
het apparaat. Het apparaat is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen.
Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats.
• Zorg ervoor dat de stekker van het apparaat uit het stopcontact is getrokken
tijdens de installatie (indien van toepassing).
• Houd de minimumafstanden naar andere
apparaten en units in acht.
• Plaats het apparaat niet op een basis.
AANSLUITING OP HET
ELEKTRICITEITSNET
• Alleen een bevoegd elektriciën mag het
apparaat installeren en aansluiten. Neem
contact op met een erkend servicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of structurele schade te voorkomen.
• Dit apparaat moet worden geaard.
• Controleer of de elektrische gegevens op
het typeplaatje overeenkomen met de
stroomvoorziening in uw woning.
www.electrolux.com
4
• Informatie over het voltage vindt u op het
• U dient te beschikken over de juiste
• De elektrische installatie moet isolatie be-
• De schokbeschermingsonderdelen moe-
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
• Houd kabels bij het aansluiten van elek-
• Gebruik geen meerwegstekkers, -aan-
• Zorg ervoor dat de stroomsnoeren (in-
• Zorg ervoor dat de aansluiting op het net
• Trek niet aan het netsnoer om het appa-
• Vervang of verander het netsnoer niet
GASAANSLUITING
• Alleen een vakkundig gasinstallateur kan
• Zorg ervoor dat de luchtstroom rond het
• Controleer voor de installatie of de lokale
typeplaatje.
scheidingsvoorzieningen: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen
moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers.
vatten waardoor het apparaat volledig
van het lichtnet afgesloten kan worden.
De isolatie moet een contactopening
hebben met een minimale breedte van
3mm.
ten zo worden bevestigd dat zij niet kunnen worden verwijderd zonder gereedschap.
schokbestendig stopcontact.
trische apparaten op stopcontacten uit
de buurt van de hete deur van het apparaat.
sluitingen en verlengkabels. Er kan brand
ontstaan.
dien van toepassing) en kabel niet knakken of beschadigd raken achter het apparaat.
toegankelijk is na de installatie.
raat los te koppelen. Trek altijd aan de
stekker zelf (indien van toepassing).
zelf. Neem contact op met een erkend
servicecentrum.
het apparaat installeren en aansluiten.
Neem contact op met een erkend servicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of
structurele schade te voorkomen.
apparaat goed is. Een defectueuze
luchttoevoer kan zuurstofgebrek veroorzaken.
toevoercondities (gastype -en druk) en
de afstelling van het apparaat compatibel
zijn.
• Op het typeplaatje staat informatie over
de gastoevoer.
• Dit apparaat mag niet aangesloten worden op een afvoerinrichting voor verbrandingsproducten. Het moet in plaats
daarvan worden geïnstalleerd en aangesloten volgens de actuele installatieregels. Bijzondere aandacht moet gegeven
worden aan de geldende regels betreffende ventilatie.
• Het gebruik van een kooktoestel op gas
veroorzaakt warmte en vocht in de ruimte waar het geïnstalleerd is. Zorg dat de
ventilatie in de keuken goed is: houd de
natuurlijke ventilatiegaten open of installeer een mechanisch ventilatieapparaat
(mechanische afzuigkap).
• Meer ventilatie (bijvoorbeeld door het
openen van een venster of het verhogen
van het niveau van de mechanische ventilatie, indien aanwezig) is noodzakelijk
wanneer u het apparaat gedurende een
lange periode intensief gebruikt.
GEBRUIK
• Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor
huishoudelijk koken. Gebruik het apparaat niet voor commerciële of industriële
doeleinden. Zo voorkomt u lichamelijk
letsel of schade aan eigendommen.
• Controleer het apparaat altijd tijdens gebruik.
• Sta niet te dicht bij het apparaat als u de
deur van het apparaat opent als het apparaat aan staat. Er kan hete stoom ontsnappen. Er bestaat gevaar voor brandwonden.
• Gebruik dit apparaat niet als het contact
maakt met water. Bedien het apparaat
niet met natte handen.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt
als werkblad of aanrecht.
• De kookplaat van het apparaat wordt
heet tijdens gebruik. Er bestaat gevaar
voor brandwonden. Leg geen metalen
voorwerpen, zoals bestek of deksels, op
de kookplaat; deze kunnen zeer heet
worden.
• De binnenkant van het apparaat wordt
heet tijdens gebruik. Er bestaat gevaar
voor brandwonden. Gebruik ovenhandschoenen wanneer u bakroosters, schalen e.d. plaatst of verwijdert.
• Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik.
Zorg ervoor dat u de verwarmingselementen niet aanraakt. Houd jonge kinderen uit de buurt of onder permanent toezicht.
• Open de deur voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-luchtmengsel ontstaan. Er kan brand
ontstaan.
• Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
• Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlambare
producten, en/of onstekingsproducten
(gemaakt van plastic of aluminium) in, bij
of op het apparaat. Er kan brand of een
explosie ontstaan.
• Zet de kookzones op "uit" na ieder gebruik.
• Gebruik de kookzones niet met leeg
kookgerei of zonder kookgerei erop
• Laat kookgerei niet droogkoken. Dit kan
schade veroorzaken aan kookgerei en
het kookoppervlak.
• Als er voorwerpen of kookgerei op de
kookplaat vallen, kan het oppervlak beschadigd raken.
• Zet geen heet kookgerei naast het bedieningspaneel, want de warmte kan het
apparaat beschadigen.
• Wees voorzichtig bij het verwijderen of
installeren van toebehoren om schade
aan het emaille van het apparaat te voorkomen.
• Pannen van gietijzer, aluminium of met
beschadigde bodems kunnen krassen
veroorzaken op de kookplaat als u ze
over het oppervlak schuift.
• Verkleuring van het email heeft geen ongewenst effect op de werking van het
apparaat.
• Om schade of verkleuring van het emaille
te voorkomen:
– plaats geen voorwerpen direct op de
bodem van het apparaat en bedek het
niet met aluminiumfolie;
– plaats heet water niet direct in het ap-
paraat;
– haal vochtige schotels en eten uit het
apparaat als u klaar bent met koken.
• Oefen geen kracht uit op een geopende
deur.
NEDERLANDS5
• Leg geen ontvlambaar materiaal in het
deel onder de oven. Bewaar daar alleen
hittebestendige accessoires (indien van
toepassing).
• Dek de stoomuitgangen van de oven niet
af. Deze bevinden zich aan de achterzijde van de bovenkant (indien van toepassing).
• Plaats geen voorwerpen op de kookplaat
die kunnen gaan smelten.
• Gebruik alleen stabiel kookgerei met de
juiste vorm en diameter om per ongeluk
kantelen of knoeien te voorkomen. Er
bestaat gevaar voor brandwonden.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd om
mee te koken. Het mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals het
verwarmen van een kamer.
DEKSEL
• Het deksel beschermt het apparaat tegen stof als het gesloten is en vangt vetspatten op indien geopend. Gebruik het
niet voor andere doeleinden.
• Houd het deksel altijd schoon.
• Verwijder steeds gemorste etensresten
van het oppervlak van het deksel alvorens het te openen.
• Sluit het deksel niet tot de kookplaat en
de oven volledig zijn afgekoeld.
• Glazen deksels kunnen barsten als ze
heet zijn. Zet alle branders uit alvorens
het deksel dicht te doen.
ONDERHOUD EN REINIGING
• Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld voordat u onderhoud verricht. Gevaar voor brandwonden. De glazen panelen kunnen breken.
• Houd het apparaat altijd schoon. Opeenhopingen van vetten of andere voedselresten kunnen brand veroorzaken.
• Regelmatig reinigen voorkomt dat het
oppervlaktemateriaal van de oven achteruitgaat.
• Gebruik voor uw eigen veiligheid en de
veiligheid van uw eigendommen alleen
water en zeep om het apparaat te reinigen. Gebruik geen ontvlambare producten of bijtende producten.
• Reinig het apparaat niet met stoomreinigers, hogedrukreinigers, scherpe voor-
www.electrolux.com
6
• Volg de aanwijzingen van de ovenfabri-
• Reinig de glazen ovendeur niet met
• Als de glasplaten beschadigd raken,
• Wees voorzichtig bij het verwijderen van
• De lampjes die in dit apparaat worden
• Vervang de lampjes indien nodig alleen
• Haal de stekker van het apparaat uit het
werpen, schuurmiddelen, schuursponzen en vlekverwijderaars.
kant op als u een ovenspray gebruikt.
Spray niets op de verwarmingselementen en de thermostaatsensor (indien van
toepassing).
schurende reinigingsmiddelen of een
metalen schraper. Het hittebestendige
oppervlak van de binnenruit kan hierdoor
breken en versplinteren.
worden ze zwak en kunnen ze breken. U
dient ze te vervangen. Neem contact op
met een erkend servicecentrum.
de deur uit het apparaat. De deur is
zwaar.
gebruikt, zijn speciale lampjes voor huishoudelijke apparaten. Ze kunnen niet
worden gebruikt voor de gehele of gedeeltelijke verlichting van een woonruimte.
door nieuwe lampjes met hetzelfde vermogen die specifiek bedoeld zijn voor
huishoudelijke apparaten.
stopcontact voordat u de ovenlamp vervangt. Gevaar voor elektrische schokken. Laat het apparaat afkoelen. Gevaar
voor brandwonden.
ken. Er bestaat gevaar voor verstikking.
SERVICECENTRUM
• Alleen een bevoegde servicemonteur
mag dit apparaat repareren. Neem contact op met een erkend servicecentrum.
• Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
VERWIJDERING VAN HET
APPARAAT
• Om lichamelijk letsel of schade te voorkomen:
– Trek de stekker uit het stopcontact.
– Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
– Verwijder de deurvergrendeling. Dit
voorkomt dat kinderen of kleine huisdieren in het apparaat opgesloten ra-
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
ALGEMEEN OVERZICHT
13542
5
4
3
9
2
1
INDELING KOOKPLAAT
1
5
43
1
2
3
4
6
5
7
6
8
7
8
9
1
2
2
3
4
5
NEDERLANDS7
Toetsen voor de kookplaat
Elektronische tijdschakelklok
Knop voor ovenfuncties
Knop voor de temperatuur
Temperatuurweergave
Verwarmingselement
Ovenlampje
Ventilator- en verwarmingselement
Inzetniveaus
• Verwijder alle accessoires en uitneembare rails (indien van toepassing).
• Reinig het apparaat voor het eerste gebruik.
Zie het hoofdstuk "Onderhoud en
reiniging".
TIJD INSTELLEN
U moet de tijd instellen voordat u
de oven bedient.
Als het apparaat wordt aangesloten op de
stroomtoevoer of na een stroomonderbreking, gaat het indicatielampje voor de tijd
knipperen.
Druk op de toets + of - om de juiste tijd in
te stellen.
3.
Stel de functie en de maximumtemperatuur in.
4.
Laat het apparaat tien minuten aan
staan.
5.
Stel de functie en de maximumtemperatuur in.
6.
Laat het apparaat tien minuten aan
staan.
Accessoires kunnen heter worden dan normaal. Het apparaat kan een vreemde geur
en rook afgeven. Dit is normaal. Zorg dat er
voldoende luchtcirculatie is.
Na ongeveer 5 seconden stopt het knipperen en geeft de klok de ingestelde tijd van
de dag weer.
Druk om de tijd te wijzigen herhaaldelijk op
voor de tijd knippert. U moet de
functie Bereidingsduur
niet gelijktijdig instellen.
tot het indicatielampje
of Einde
VOORVERWARMEN
Verwarm het apparaat voor om het resterende vet weg te branden.
1.
Stel de functie en de maximumtemperatuur in.
2.
Laat het apparaat een uur aan staan.
KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
NEDERLANDS9
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
DE BRANDERS AANSTEKEN
WAARSCHUWING!
Ga voorzichtig te werk bij het gebruik van branders (open vuur) in
de keuken. De fabrikant kan niet
aansprakelijk gesteld worden in geval van onjuist gebruik van de vlam.
De brander steeds aansteken alvorens het kookgerei erop te plaatsen.
1.
Druk de knop helemaal in en draai hem
naar de maximale stand
drukken van de knop wordt de vonkontsteking automatisch geactiveerd.
2.
Houd de bedieningsknop ongeveer 10
seconden ingedrukt. Het thermokoppel
kan dan opwarmen. Als u dat niet
doet, wordt de gastoevoer onderbroken.
3.
Stel de vlam af zodra deze regelmatig
brandt.
Als de brander na enkele pogingen
niet aan gaat, controleer dan of de
kroon en het branderdeksel goed
op hun plaats zitten.
. Bij het in-
A
WAARSCHUWING!
Als de brander na 10 seconden
niet aan gaat, laat u de knop los en
draait u de knop naar de uitstand.
Wacht 1 minuut voordat u de brander nogmaals probeert aan te steken.
U kunt de brander aansteken zonder elektrisch apparaat (bijvoorbeeld wanneer er geen elektriciteit
is in de keuken). Breng hiertoe de
vlam dicht bij de brander, druk de
knop 10 seconden in en draai de
knop naar de stand voor maximale
gasuitgifte.
Als de brander per ongeluk dooft,
draait u de knop naar de uitstand.
Wacht 1 minuut voordat u de brander nogmaals probeert aan te steken.
De vonkontsteking kan automatisch starten wanneer u de stekker
in het stopcontact steekt, na de installatie of na een stroomonderbreking. Dat is normaal.
DE BRANDER UITSCHAKELEN
Draai de knop naar het symbool om de
vlam te doven.
WAARSCHUWING!
Draai de vlam altijd lager of schakel
de brander uit voordat u de pan
van de brander haalt.
A)
Branderdeksel
B)
Branderkroon
C)
Ontstekingsbougie
D)
Thermokoppeling
B
C
D
www.electrolux.com
10
KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
ENERGIEBESPARING
• Doe indien mogelijk altijd een deksel op
het kookgerei.
• Wanneer de vloeistof begint te koken,
draait u de vlam omlaag, totdat de vloeistof zachtjes pruttelt.
WAARSCHUWING!
Gebruik pannen met een bodem
die geschikt zijn voor de afmeting
van de brander.
BranderDiameter van het
kookgerei
Snel160 - 240 mm
Normaal120 - 220 mm
Sudder80 - 160 mm
Gebruik kookgerei met een bodem die zo
dik en plat mogelijk is.
KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
NEDERLANDS11
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Reinig het apparaat telkens na gebruik
Gebruik altijd pannen met een schone bodem.
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit en laat het
afkoelen voordat u het schoonmaakt. Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat
u reinigings- of onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat gaat
uitvoeren.
WAARSCHUWING!
Reiniging van het apparaat met een
stoom- of hogedrukreiniger is om
veiligheidsredenen niet toegestaan.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen, sponzen van staalwol of zuren. Deze kunnen het apparaat beschadigen.
Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed
op de werking van het apparaat.
pannendrager in het midden van de
brander worden geplaatst.
• Ga zeer voorzichtig te werk bij het
vervangen van de pannendrager, dit
om schade aan het oppervlak van de
kookplaat te vermijden.
Droog het apparaat na reiniging af met een
zachte doek.
• U kunt de pannendrager verwijderen
voor een gemakkelijke reiniging van de
kookplaat.
• Was de geëmailleerde delen, het deksel
en de kroon met een warm sopje en laat
ze goed drogen alvorens ze terug te
plaatsen.
• Was de onderdelen van roestvrij staal af
met water en droog ze vervolgens met
een zachte doek.
• De pannendrager mag niet in de afwasautomaat worden afgewassen. Hij moet
met de hand worden afgewassen.
• Als u de pannendrager met de hand afwast, let dan op bij het afdrogen, omdat
hij door het emailleerproces soms scherpe randen heeft. Verwijder hardnekkige
vlekken zo nodig met een pastareiniger.
• Zorg ervoor dat u de pannendrager na
de reiniging correct terugplaatst.
• Om ervoor te zorgen dat de branders
goed werken, moeten de armen van de
www.electrolux.com
12
OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
2.
KOELVENTILATOR
Als het apparaat in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van het apparaat koel
te houden. Na het uitschakelen van het apparaat blijft de ventilatie door werken totdat
de temperatuur in het apparaat is afgekoeld.
3.
HET APPARAAT AAN- EN
UITZETTEN
1.
Draai de knop voor de ovenfuncties
naar een ovenfunctie.
OVENFUNCTIES
OvenfunctieApplicatie
Uit-standHet apparaat staat uit.
Voor het braden of braden en bakken van gerechten waarvoor dezelfde bereidingstemperatuur nodig is, op meer dan
Multi hetelucht
Boven + On-
derwarmte
Pizzafunctie
Circulatiegrill
Grill intens
Drogen
één steunhoogte, zonder dat er smaken worden overgebracht van het ene naar het andere gerecht. Stel de oventemperatuur (20-40 °C) lager in dan bij bereiding met onder- en bovenwarmte.
Bakken en braden op één ovenniveau. De bovenste en onderste verwarmingselementen worden gelijktijdig ingeschakeld.
Om pizza, quiche of pasteitjes te maken. Stel de oventemperatuur (20-40 °C) lager in dan bij bereiding met onder- en
bovenwarmte.
Voor het bakken van grote stukken vlees. Het grillelement
en de ovenventilator werken samen, zodat de hetelucht
rond de gerechten circuleert.
Voor het grillen van plat voedsel in grote hoeveelheden.
Voor het maken van toast. Het volledige grillelement wordt
geactiveerd.
Voor het drogen van gesneden fruit (zoals appels, pruimen,
perziken) en groenten (zoals tomaten, courgette of champignons).
Draai de knop voor de temperatuur
naar een temperatuur.
Het temperatuurlampje gaat aan zolang de temperatuur in het apparaat
stijgt.
Draai om het apparaat uit te schakelen, de knop voor de ovenfuncties en
de knop voor de temperatuur in de uitstand.
OntdooienVoor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
NEDERLANDS13
OvenfunctieApplicatie
OvenlampjeHet ovenlampje activeren zonder een bereidingsfunctie.
www.electrolux.com
14
OVEN - KLOKFUNCTIES
ELEKTRONISCHE TIJDSCHAKELKLOK
121
hr min
KlokfunctieToepassing
Tijdstip van de
dag
KookwekkerVoor het instellen van een afteltijd. Deze functie heeft
DuurInstellen hoe lang het apparaat in werking moet zijn.
EindeInstellen wanneer het apparaat moet worden uitgescha-
U kunt Duur en Eindtijd tegelijkertijd
gebruiken om in te stellen wanneer
het apparaat moet worden geactiveerd, en vervolgens gedeactiveerd. Stel eerst de Duur in, en
daarna de Eindtijd.
Het tijdstip van de dag instellen, wijzigen of controleren.
geen invloed op de werking van de oven.
keld.
Functie-indicatielampjes
1
Tijdindicatie
2
Toets +
3
Keuzetoets
4
Toets -
5
345
hr minhr min
DE KLOKFUNCTIES INSTELLEN
1.
Stel voor Bereidingsduur en Einde
een ovenfunctie en temperatuur in.
Dit is niet nodig voor de kookwekker
.
2.
Druk meerdere malen op de keuzetoets tot het functielampje voor de benodigde klokfunctie knippert.
3.
Druk op + of - om de benodigde klokfunctie in te stellen.
Het display toont de weergave voor de
klokfunctie die u instelt. Wanneer de
ingestelde tijd is verlopen, knippert het
indicatielampje en klinkt er gedurende
twee minuten een geluidssignaal.
Bij de functies Bereidingsduur
en Einde schakelt het apparaat
automatisch uit.
4.
Druk op een toets om het signaal uit te
zetten.
5.
Draai de knop voor de ovenfuncties en
de temperatuurknop naar de uit stand.
DE KLOKFUNCTIES
ANNULEREN
1.
Druk meerdere malen op de keuzetoets tot het gewenste functielampje
knippert.
2.
Druk op de toets - en houdt de toets
ingedrukt.
De klokfunctie gaat na een paar seconden uit.
NEDERLANDS15
www.electrolux.com
16
OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
DE OVENACCESSOIRES PLAATSEN
De diepe pan en het ovenrek hebben zijranden. Deze randen en de
vorm van de geleidestangen vormen een speciaal accessoire om te
zorgen dat het kookgerei niet verschuift.
Het ovenrek en de diepe pan samen
plaatsen
Plaats het ovenrek op de diepe pan. Plaats
de diepe pan tussen de geleidestangen van
een van de ovenniveaus.
OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
NEDERLANDS17
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
De temperaturen en baktijden in de
tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de
recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten.
LET OP!
Gebruik voor cakes met veel vocht
een diep bakblik. Vruchtensappen
kunnen het emaille beschadigen.
BAKKEN
Algemene aanwijzingen
• Uw nieuwe oven kan een andere bak-/
braadverhouding hebben dan het apparaat dat u tot nu toe gebruikt heeft. Pas
uw normale instellingen (temperatuur,
gaartijden) en de ovenniveaus aan de tabelwaarden aan.
• Bij langere baktijden kunt u de oven ca.
10 minuten voor het einde van de baktijd
uitschakelen, om te profiteren van de
restwarmte.
Wanneer u diepgevroren levensmiddelen gebruikt, kunnen de platen in de
oven tijdens het bakken vervormen.
Wanneer de platen afkoelen, verdwijnt
de vervorming.
Aanwijzigen bij de baktabellen
• Wij raden aan om de eerste keer de lagere temperatuur in te stellen.
• Als u geen concrete aanwijzingen kunt
vinden voor uw eigen recept, kijkt u dan
bij een soortgelijk product.
• Bij het bakken van gebak op meerdere
niveaus kan de baktijd ca. 10-15 minuten langer zijn.
• Als het gebak niet overal even hoog is,
wordt het gebak in het begin van het
bakproces niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling
niet. De verschillen verminderen tijdens
het bakproces.
BAKTIPS
BakresultaatMogelijke oorzaakOplossing
De onderkant van de cake
is te licht van kleur.
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, streperig).
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, streperig).
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, streperig).
De cake is te droog.
De cake is te droog.Te lange baktijd.
Verkeerde rekstand.Plaats de cake lager.
De oventemperatuur is te
hoog.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur lager in.
Baktijd verlengen. Baktij-
Te korte baktijd.
den kunnen niet worden
verkort door hogere
Minder vocht gebruiken.
Er zit te veel vloeistof in
het mengsel.
De oventemperatuur is te
laag.
Let op de kneedtijden,
vooral bij het gebruik van
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur hoger in.
De volgende keer dat u
een cake bakt, gebruikt u
baktemperaturen.
keukenmachines.
een kortere baktijd.
www.electrolux.com
18
De cake wordt ongelijkmatig bruin.
De cake wordt ongelijkmatig bruin.
De cake wordt niet gaar
binnen de aangegeven
baktijd.
MULTI HETELUCHT
Bakken op één gebruiksniveau
Bakken in vormen
Tulband of brioche2150 - 16050 - 70
Zandgebak/vruch-
tencake
Fatless sponge ca-
ke
Taartbodem van
zandtaartdeeg
Taartbodem - roer-
deeg
Apple pie (2 vor-
men Ø20cm, diagonaal geplaatst)
1)
BakresultaatMogelijke oorzaakOplossing
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te kort.
Het deeg is niet gelijkmatig
verdeeld.
De baktemperatuur lager
instellen en de baktijd ver-
Verdeel het deeg gelijkma-
tig over de bakplaat.
De volgende keer dat u
Verwarmings-
De oventemperatuur is te
laag.
PlaathoogteTemperatuur °CTijd in min.
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur een beet-
soort
1 - 2140 - 16050 - 90
3
2
150 - 160
170-180
1)
1)
2150 - 17020 - 25
2 - 316060 - 90
Oven voorverwarmen
lengen.
je hoger in.
25 - 40
10 - 25
Cakes/pastei/broden op bakblik
Verwarmings-
soort
Kruimeltaart
(droog)
PlaathoogteTemperatuur °CTijd in min.
3150 - 16020 - 40
Vruchtentaart (op
gistdeeg/roerdeeg)
1)
Vruchtentaart met
kruimeldeeg
1)
Gebruik diepe pan
315035 - 55
3160 - 17040 - 80
NEDERLANDS19
Koekjes
Verwarmings-
soort
PlaathoogteTemperatuur °CTijd in min.
Zandkoekjes3150 - 16010 - 20
Short bread / Pa-
stry Stripes
314020 - 35
Roerdeegkoekjes3150 - 16015 - 20
Eiwitgebak,
schuimgebak
380 - 100120 - 150
Bitterkoekjes3100 - 12030 - 50
Klein gerezen ge-
bak
Klein bladerdeeg-
gebak
Bolletjes3
Small cakes (20
per plaat)
1)
Oven voorverwarmen
3150 - 16020 - 40
160
150
1)
1)
1)
20 - 30
10 - 35
20 - 35
3
170 - 180
3
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
SchotelPlaathoogteTemperatuur °CTijd in min.
Stokbroden bedekt
met gesmolten
1
160 - 170
1)
15 - 30
kaas
Gevulde groente1160 - 17030- 60
1)
Oven voorverwarmen
Bakken op meerdere niveaus
Cakes/pastei/broden op bakblik
Verwarmings-
soort
Roomsoezen/tompoezen
Kruimeltaart2/4150 - 16030 - 45
1)
Oven voorverwarmen
Koekjes/small cakes/gebak/broodjes
Verwarmings-
soort
Zandkoekjes2/4150 - 16020 - 40
Plaathoogte
2 niveaus
2/4
Plaathoogte
2 niveaus
Temperatuur °CTijd in min.
160 - 180
1)
25 - 45
Temperatuur °CTijd in min.
www.electrolux.com
20
Verwarmings-
soort
Zandtaartdeeg/
Deegreepjes
Plaathoogte
2 niveaus
Temperatuur °CTijd in min.
2/414025 - 45
Roerdeegkoekjes2/4160 - 17025 - 40
Eiwitgebak,
schuimgebak
2/480 - 100130 - 170
Bitterkoekjes2/4100 - 12040 - 80
Klein gerezen ge-
bak
Klein bladerdeeg-
gebak
Bolletjes2/4
Small cakes (20
per plaat)
1)
Oven voorverwarmen
2/4160 - 17030 - 60
180
150
1)
1)
1)
30 - 50
25- 40
20 - 40
2/4
2/4
170 - 180
BAKKEN OP ÉÉN NIVEAU:
Bakken in vormen
Verwarmings-
soort
Tulband of brioche2160 - 18050 - 70
Zandgebak/vruch-