|
................................................ ............................................. |
||
EKK6130AO |
NL FORNUIS |
GEBRUIKSAANWIJZING |
2 |
|
FR CUISINIÈRE |
NOTICE D'UTILISATION |
34 |
2 www.electrolux.com
INHOUD
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 4. VOOR HET EERSTE GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 6. KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 9. OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
10. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 11. PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 12. MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
WE DENKEN AAN U
Bedankt om een Electrolux-apparaat te kopen. U koos voor een product dat jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult krijgen.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie: www.electrolux.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.electrolux.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat: www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de hand hebt.
De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
NEDERLANDS 3
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invaliditeit.
•Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan van een volwassene of van iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
•Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
•Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen.
•Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
•Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveiliging, raden wij aan dit te activeren.
•Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
1.2 Algemene veiligheid
•Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. De verwarmingselementen niet aanraken.
•Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart afstandbedieningssysteem.
4www.electrolux.com
•Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
•Probeer brand nooit met water te blussen, maar schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken.
•Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
•Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken.
•Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
•Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe metalen schrapers om de glazen deur schoon te maken, deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak, waardoor het glas zou kunnen breken.
•Wees voorzichtig als u de opslaglade aanraakt. Deze kan heet worden.
•Om de inschuifrailen te verwijderen trekt u eerst de voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit de zijwanden. Installeer de inschuifrail in de omgekeerde volgorde.
•Verwijder spillage van het deksel voordat u het opent. Laat de kookplaat afkoelen voordat u het deksel sluit.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Dit apparaat is geschikt voor de volgende
markten: BE
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
•Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
•Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
•Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat.
•Wees voorzichtig met het verplaatsen van het apparaat, het is zwaar. Draag altijd veiligheidshandschoenen.
•Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats.
•Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht.
•Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige installaties wordt geïnstalleerd.
•De zijkanten van het apparaat moeten naast apparaten of units staan van dezelfde hoogte.
•Installeer het apparaat niet op een platform.
•Installeer het apparaat niet naast een deur of onder een raam. Dit voorkomt dat hete pennen van het apparaat vallen als de deur of het raam wordt geopend.
WAARSCHUWING!
Installeer een stabilisator om te voorkomen dat het apparaat kantelt. Raadpleeg de installatiegids.
Aansluiting op het elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
•Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
•Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
•Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur.
•Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact.
•Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren.
•Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet beschadigt. Neem contact op met de service-afdeling of een elektromonteur om een beschadigde hoofdkabel te vervangen.
•Laat de stroomkabel niet in aanraking komen met de deur van het apparaat, met name niet als deze heet is.
•De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst.
•Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
•Sluit de stroomstekker niet aan op een losse stroomaansluiting.
NEDERLANDS 5
•Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
•Gebruik alleen de juiste isolatie-appara- ten: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers.
•De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm.
Gasaansluiting
•Alle gasaansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
•Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het apparaat aanwezig is.
•Op het typeplaatje staat informatie over de gastoevoer.
•Dit apparaat mag niet aangesloten worden op een inrichting dat producten afvoert voor verbranding. Sluit het apparaat aan volgens de geldende installatieregels. Let op de vereisten voor voldoende ventilatie.
2.2 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken.
•Gebruik dit apparaat in een huishoudelijke omgeving.
•De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
•Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn.
•Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.
•Schakel het apparaat telkens na gebruik uit.
•Van binnen wordt het apparaat heet als het in werking is. Raak de verwarmingselementen in het apparaat niet aan. Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of kookgerei te plaatsen of verwijderen.
•Wees voorzichtig met het openen van de deur van het apparaat als het appa-
6 www.electrolux.com
raat aan staat. Er kan hete lucht ontsnappen.
•Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water.
•Oefen geen kracht uit op een geopende deur.
•Houd de deur van het apparaat altijd dicht als het apparaat in werking is.
•Leg geen bestek of deksels van steelpannen op de kookzones. Ze zijn heet.
•Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik.
•Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
•Zorg voor een goede ventilatie in de ruimte waar het apparaat is geïnstalleerd.
•Gebruik alleen stabiel kookgerei met de juiste vorm en een diameter groter dan de afmetingen van de branders.
•Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de knop snel van de maximale stand naar de minimale stand draait.
•Zorg ervoor dat de pannen in het midden van de ringen worden gezet en niet uitsteken over de randen van de kookplaat.
•Gebruik alleen de accessoires die zijn meegeleverd met het apparaat.
•Plaats geen vlamverdeler op de brander.
WAARSCHUWING!
Brandof explosiegevaar.
•Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er mee kookt.
•De dampen die hete olie afgeeft kunnen spontane ontbranding veroorzaken.
•Gebruikte olie die voedselresten bevat kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt.
•Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
•Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de deur.
•Open de deur van het apparaat voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen
gebruikt, kan er alcohol-luchtmengsel ontstaan.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
•Om schade of verkleuring van het email te voorkomen:
–Zet geen kookgerei of andere voorwerpen direct op de bodem van het apparaat.
–Leg geen aluminiumfolie op de bodem van het apparaat.
–plaats geen water direct in het hete apparaat.
–haal vochtige schotels en eten uit het apparaat als u klaar bent met koken.
–wees voorzichtig bij het verwijderen of bevestigen van accessoires.
•Verkleuring van het email heeft geen ongewenst effect op de werking van het apparaat. Dit is geen defect dat geldt voor het recht op garantie.
•Gebruik voor cakes met veel vocht een diep bakblik. Fruitsappen kunnen permanente vlekken maken.
•Zet geen heet kookgerei op het bedieningspaneel.
•Laat kookgerei niet droogkoken.
•Laat geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen.
•Activeer de kookzones niet met leeg kookgerei of zonder kookgerei erop.
•Geen aluminiumfolie op het apparaat leggen.
•Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen veroorzaken in het glaskeramiek. Til deze voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen op de kookplaat.
Deksel
•De specificatie van de deksel mag niet worden veranderd.
•Maak de deksel regelmatig schoon.
•Open het deksel niet als er is geknoeid op het oppervlak.
•Schakel alle branders uit voordat u het deksel sluit.
•Sluit het deksel niet tot de kookplaat en de oven volledig zijn afgekoeld.
•Glazen deksels kunnen breken als ze warm worden (indien van toepassing).
NEDERLANDS 7
•Raadpleeg als u een ovenspray gebruikt eerst de aanwijzingen op de verpakking.
•Reinig niet het katalytisch emaille (indien van toepassing) met een schoonmaakmiddel.
•De branders niet in de afwasautomaat reinigen.
2.3 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en schade aan het apparaat.
•Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
•Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken.
•Vervang direct de glazen deurpanelen als deze beschadigd zijn. Neem contact op met de service-afdeling.
•Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar!
•Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat.
•Resterend vet of voedsel in het apparaat kan brand veroorzaken.
•Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
2.4 Binnenverlichting
•De gloeilampen of halogeenlampen in dit apparaat zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik in huishoudelijke apparaten. Gebruik deze niet voor andere doeleinden.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken!
•Voordat u het lampje vervangt, dient u de stekker van het apparaat uit het stopcontact te halen.
•Gebruik alleen lampjes met dezelfde specificaties.
2.5 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
•Haal de stekker uit het stopcontact.
•Snijd het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg.
•Verwijder de deurgreep om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat.
8 www.electrolux.com
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
|
|
|
1 |
Toetsen voor de kookplaat |
|
|
|
|
2 |
Knop voor de kookwekker |
|
|
|
|
3 |
Knop voor de ovenfuncties |
|
|
|
6 |
4 |
Knop voor de temperatuur |
|
|
|
5 |
Temperatuurweergave |
||
|
5 |
7 |
|||
|
6 |
Verwarmingselement |
|||
9 |
4 |
||||
3 |
8 |
7 |
Ovenlampje |
||
2 |
|||||
|
|
8 |
Ventilator |
||
|
1 |
|
|||
|
|
|
9 |
Rekstanden |
3.2 Indeling kookplaat
1
|
|
1 |
Stoomuitlaat |
|
5 |
2 |
2 |
Normale brander |
|
3 |
Sudderbrander |
|||
|
|
|||
|
|
4 |
Driekronenbrander |
|
4 |
3 |
5 |
Normale brander |
|
|
|
3.3 Accessoires
•Ovenrek
Voor kookgerei, baken braadvormen.
•Vlakke bakplaat
Voor gebak en koekjes.
•Braadpan
Voor braden en roosteren of als pan om vet op te vangen.
•Bewaarlade
Onder de ovenruimte bevindt zich een bewaarlade.
4. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING! |
4.1 Eerste reiniging |
Raadpleeg de hoofdstukken Vei-
ligheid. • Verwijder alle accessoires en uitneembare rails (indien van toepassing).
•Reinig het apparaat voor het eerste gebruik.
Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
4.2 Voorverwarmen
Warm het lege apparaat voor om het resterende vet weg te branden.
1.Selecteer de functie en de maximum temperatuur.
NEDERLANDS 9
2.Laat het apparaat 45 minuten werken.
3.Selecteer de functie en de maximum temperatuur.
4.Laat het apparaat 15 minuten wer-
ken.
De accessoires kunnen warmer worden dan normaal. Het apparaat kan een geur en rook vrijgeven. Dit is normaal. Zorg dat er voldoende luchtcirculatie is.
5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
5.1 De branders aansteken
WAARSCHUWING!
Ga voorzichtig te werk bij het gebruik van branders (open vuur) in de keuken. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden in geval van onjuist gebruik van de vlam.
De brander steeds aansteken alvorens het kookgerei erop te plaatsen.
1.Druk de knop helemaal in en draai
hem naar de maximale stand . Bij het indrukken van de knop wordt de vonkontsteking automatisch geactiveerd.
2.Houd de bedieningsknop ongeveer 10 seconden ingedrukt. Het thermokoppel kan dan opwarmen. Als u dat niet doet, wordt de gastoevoer onderbroken.
3.Stel de vlam af zodra deze regelmatig brandt.
Als de brander na enkele pogingen niet aan gaat, controleer dan of de kroon en het branderdeksel goed op hun plaats zitten.
A
B
C
D
A
B
C
D
A)Branderdeksel
B)Branderkroon
C)Ontstekingsbougie
D)Thermokoppeling
WAARSCHUWING!
Als de brander na 10 seconden niet aan gaat, laat u de knop los en draait u de knop naar de uitstand. Wacht 1 minuut voordat u de brander nogmaals probeert aan te steken.
10 www.electrolux.com
U kunt de brander aansteken zonder elektrisch apparaat (bijvoorbeeld wanneer er geen elektriciteit is in de keuken). Breng hiertoe de vlam dicht bij de brander, druk de knop 10 seconden in en draai de knop naar de stand voor maximale gasuitgifte.
Als de brander per ongeluk dooft, draait u de knop naar de uitstand. Wacht 1 minuut voordat u de brander nogmaals probeert aan te steken.
De vonkontsteking kan automatisch starten wanneer u de stekker in het stopcontact steekt, na de installatie of na een stroomonderbreking. Dat is normaal.
5.2 De brander uitschakelen
Draai de knop naar het symbool om de vlam te doven.
WAARSCHUWING!
Draai de vlam altijd lager of schakel de brander uit voordat u de pan van de brander haalt.
6. KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
6.1 Energiebesparing
•Doe indien mogelijk altijd een deksel op het kookgerei.
•Wanneer de vloeistof begint te koken, draait u de vlam omlaag, totdat de vloeistof zachtjes pruttelt.
WAARSCHUWING!
Gebruik pannen met een doorsnede die geschikt is voor de afmeting van de brander.
Gebruik geen pannen op de kookplaat die de randen overschrijden.
Brander |
Diameter van het |
|
kookgerei |
Driekronen |
180 - 260 mm |
Normaal |
120 - 220 mm |
Sudderen |
80 - 160 mm |
|
|
Gebruik kookgerei met een bodem die zo dik en plat mogelijk is.
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
Reinig het apparaat telkens na gebruik Gebruik altijd pannen met een schone bodem.
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen voordat u het schoonmaakt. Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u reinigingsof onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat gaat uitvoeren.
WAARSCHUWING!
Reiniging van het apparaat met een stoomof hogedrukreiniger is om veiligheidsredenen niet toegestaan.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen, sponzen van staalwol of zuren. Deze kunnen het apparaat beschadigen.
Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte hebben geen invloed op de werking van het apparaat.
•U kunt de pannendrager verwijderen voor een gemakkelijke reiniging van de kookplaat.
•Was de geëmailleerde delen, het deksel en de kroon met een warm sopje en laat ze goed drogen alvorens ze terug te plaatsen.
•Was de onderdelen van roestvrij staal af met water en droog ze vervolgens met een zachte doek.
NEDERLANDS 11
•De pannendrager mag niet in de afwasautomaat worden afgewassen. Hij moet met de hand worden afgewassen.
•Als u de pannendrager met de hand afwast, let dan op bij het afdrogen, omdat hij door het emailleerproces soms scherpe randen heeft. Verwijder hardnekkige vlekken zo nodig met een pastareiniger.
•Zorg ervoor dat u de pannendrager na de reiniging correct terugplaatst.
•Om ervoor te zorgen dat de branders goed werken, moeten de armen van de pannendrager in het midden van de brander worden geplaatst.
•Ga zeer voorzichtig te werk bij het vervangen van de pannendrager, dit om schade aan het oppervlak van de kookplaat te vermijden.
Droog het apparaat na reiniging af met een zachte doek.
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
8.1 Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Na het uitschakelen van het apparaat blijft de ventilatie door werken totdat de temperatuur in het apparaat is afgekoeld.
8.2 Het apparaat aanen uitzetten
2.Draai de knop voor de temperatuur naar een temperatuur.
Het temperatuurlampje gaat aan zolang de temperatuur in het apparaat stijgt.
3.Draai om het apparaat uit te schakelen, de knop voor de ovenfuncties en de knop voor de temperatuur in de uit-stand.
1.Draai de knop voor de ovenfuncties naar een ovenfunctie.
12 www.electrolux.com
8.3 Ovenfuncties
|
|
Ovenfunctie |
Applicatie |
|
|
Uit-stand |
Het apparaat staat uit. |
|
|
|
|
|
|
Ovenlampje |
Het ovenlampje activeren zonder een bereidings- |
|
|
functie. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Verschillende gerechten tegelijkertijd koken. Om |
|
|
Gecirculeerd koken |
zelfgemaakte vruchten in siroop te bereiden en |
|
|
|
champignons of fruit te drogen. |
|
|
Boven + onder- |
Bakken en braden op 1 ovenniveau. De bovenste |
|
|
en onderste verwarmingselementen worden gelijk- |
|
|
|
warmte |
|
|
|
tijdig ingeschakeld. |
|
|
|
|
|
|
|
Onderwarmte |
Voor het bakken van taarten met een knapperige |
|
|
bodem. Alleen het onderste verwarmingselement |
|
|
|
|
werkt. |
|
|
Ontdooien |
Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel. |
|
|
|
|
|
|
Grill |
Voor het grillen van plat voedsel in kleine hoeveel- |
|
|
heden op het midden van de rooster. Voor het ma- |
|
|
|
|
ken van toast. |
|
|
Licht koken |
Om te bakken in bakblikken en te drogen op één |
|
|
niveau bij lage temperatuur. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Circulatiegrill |
Voor het bakken van grote stukken vlees. Het grill- |
|
|
element en de ovenventilator werken samen, zodat |
|
|
|
|
de hete lucht rond de gerechten circuleert. |
|
|
|
|
8.4 Timer - kookwekker
Gebruik de kookwekker voor het instellen van een afteltijd.
Draai de functieknop voor de kookwekker (zie "Beschrijving van het product") zover
als mogelijk naar rechts. Draai de knop vervolgens linksom en stel de gewenste tijdsduur in. Er klinkt een geluidssignaal wanneer de tijd is verstreken.
Deze functie is niet van invloed op de werking van de oven.
9. OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten.
LET OP!
Gebruik voor cakes met veel vocht een diep bakblik. Vruchtensappen kunnen het emaille beschadigen.
9.1 Bakken
Algemene aanwijzingen
•Uw nieuwe oven kan een andere bak-/ braadverhouding hebben dan het ap-
NEDERLANDS 13
paraat dat u tot nu toe gebruikt heeft. Pas uw normale instellingen (temperatuur, gaartijden) en de ovenniveaus aan de tabelwaarden aan.
•Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uitschakelen, om te profiteren van
de restwarmte.
Wanneer u diepgevroren levensmiddelen gebruikt, kunnen de platen in de oven tijdens het bakken vervormen. Wanneer de platen afkoelen, verdwijnt de vervorming.
Aanwijzigen bij de baktabellen
•Wij raden aan om de eerste keer de lagere temperatuur in te stellen.
9.2 Baktips
•Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor uw eigen recept, kijkt u dan bij een soortgelijk product.
•Bij het bakken van gebak op meerdere niveaus kan de baktijd ca. 10-15 minuten langer zijn.
•Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak in het begin van het bakproces niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. De verschillen verminderen tijdens het bakproces.
Bakresultaat |
Mogelijke oorzaak |
Oplossing |
|
De onderkant van de ca- |
Verkeerde rekstand. |
Plaats de cake lager. |
|
ke is te licht van kleur. |
|||
|
|
||
De cake zakt in (wordt |
De oventemperatuur is te |
De volgende keer dat u |
|
een cake bakt, stelt u de |
|||
klef, klonterig, streperig). |
hoog. |
||
baktemperatuur lager in. |
|||
|
|
||
|
|
Baktijd verlengen. Baktij- |
|
De cake zakt in (wordt |
Te korte baktijd. |
den kunnen niet wor- |
|
klef, klonterig, streperig). |
den verkort door hoge- |
||
|
|||
|
|
re baktemperaturen. |
|
De cake zakt in (wordt |
Er zit te veel vloeistof in |
Minder vocht gebruiken. |
|
Let op de kneedtijden, |
|||
klef, klonterig, streperig). |
het mengsel. |
vooral bij het gebruik van |
|
|
|
keukenmachines. |
|
De cake is te droog. |
De oventemperatuur is te |
De volgende keer dat u |
|
een cake bakt, stelt u de |
|||
laag. |
|||
|
baktemperatuur hoger in. |
||
|
|
||
De cake is te droog. |
Te lange baktijd. |
De volgende keer dat u |
|
een cake bakt, gebruikt u |
|||
|
|
een kortere baktijd. |
|
De cake wordt ongelijk- |
De oventemperatuur is te |
De baktemperatuur lager |
|
hoog en de baktijd te |
instellen en de baktijd |
||
matig bruin. |
|||
kort. |
verlengen. |
||
|
|||
De cake wordt ongelijk- |
Het deeg is niet gelijkma- |
Verdeel het deeg gelijk- |
|
matig bruin. |
tig verdeeld. |
matig over de bakplaat. |
|
De cake wordt niet gaar |
De oventemperatuur is te |
De volgende keer dat u |
|
een cake bakt, stelt u de |
|||
binnen de aangegeven |
|||
laag. |
baktemperatuur een |
||
baktijd. |
|||
|
beetje hoger in. |
||
|
|
||
|
|
|
14www.electrolux.com
9.3Licht koken
Tips voor de functie Licht koken:
•Gebruik de functie om te bakken in bakblikken en te drogen op één niveau bij lage temperatuur.
•Bak maar één bakblik of bakplaat tegelijkertijd.
•Als u de oven wilt voorverwarmen, gebruik dan .
Verwarmingssoort |
|
|
Temperatuur °C |
Tijd in minuten |
||
Koekjes |
|
|
|
180 – 190 |
10 - 201) |
|
Gebak: Soesjes |
|
|
|
180 – 190 |
30 - 401) |
|
Gebak: Zandtaartdeeg |
|
|
|
180 - 190 |
25 - 351) |
|
Schuimgebakjes |
|
|
|
80-100 |
120 - 150 |
|
1) Oven voorverwarmen. |
|
|
|
|
|
|
9.4 Gecirculeerd koken |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Bakken op één gebruiksniveau |
|
|
||||
Bakken in vormen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Verwarmings- |
Rekstand |
Temperatuur °C |
|
Tijd in min. |
||
soort |
|
|
|
|
|
|
Tulband of brioche |
2 |
150 - 160 |
|
50 - 70 |
||
Zandgebak/vruch- |
1 - 2 |
140 - 160 |
|
50 - 90 |
||
tencake |
|
|
|
|
|
|
Fatless sponge |
3 |
150 - 160 1) |
|
25 - 40 |
||
cake |
|
|
|
|
|
|
Taartbodem van |
2 |
170-180 1) |
|
10 - 25 |
||
zandtaartdeeg |
|
|
|
|
|
|
Taartbodem - |
2 |
150 - 170 |
|
20 - 25 |
||
roerdeeg |
|
|
|
|
|
|
Apple pie (2 vor- |
2- 3 |
160 |
|
60 - 90 |
||
men Ø20cm, dia- |
|
|||||
gonaal geplaatst) |
|
|
|
|
|
|
1) Oven voorverwarmen |
|
|
|
|
|
|
Cakes/pastei/broden op bakblik |
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
Verwarmings- |
Rekstand |
Temperatuur °C |
|
Tijd in min. |
||
soort |
|
|||||
|
|
|
|
|
|
|
Kruimeltaart |
3 |
150 - 160 |
|
20 - 40 |
||
(droog) |
|
|||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
NEDERLANDS 15
Verwarmings- |
Rekstand |
Temperatuur °C |
Tijd in min. |
||
soort |
|||||
|
|
|
|
||
Vruchtentaart (be- |
|
|
|
|
|
reid met gistdeeg/ |
3 |
150 |
35 |
- 55 |
|
roerdeeg) 1) |
|
|
|
|
|
Vruchtentaart met |
3 |
160 - 170 |
40 |
- 80 |
|
kruimeldeeg |
|||||
|
|
|
|
||
1) Gebruik diepe pan |
|
|
|
|
|
Koekjes |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Verwarmings- |
Rekstand |
Temperatuur °C |
Tijd in min. |
||
soort |
|||||
|
|
|
|
||
Zandkoekjes |
3 |
150 - 160 |
10 |
- 20 |
|
Short bread / Pa- |
3 |
140 |
20 |
- 35 |
|
stry Stripes |
|||||
|
|
|
|
||
Roerdeegkoekjes |
3 |
150 - 160 |
15 |
- 20 |
|
Eiwitgebak, |
3 |
80 - 100 |
120 |
- 150 |
|
schuimgebak |
|||||
|
|
|
|
||
Bitterkoekjes |
3 |
100 - 120 |
30 |
- 50 |
|
Klein gerezen ge- |
3 |
150 - 160 |
20 |
- 40 |
|
bak |
|||||
|
|
|
|
||
Klein bladerdeeg- |
3 |
170 - 180 1) |
20 |
- 30 |
|
gebak |
|||||
|
|
|
|
||
Broodjes |
3 |
160 1) |
10 |
- 35 |
|
Small cakes (20 |
3 |
150 1) |
20 |
- 35 |
|
per plaat) |
|||||
|
|
|
|
||
1) Oven voorverwarmen |
|
|
|
|
|
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten |
|
|
|||
|
|
|
|
||
Schotel |
Rekstand |
Temperatuur °C |
Tijd in min. |
||
Stokbroden be- |
1 |
160 - 170 1) |
15 |
- 30 |
|
dekt met gesmol- |
|
|
|
|
|
ten kaas |
|
|
|
|
|
Gevulde groente |
1 |
160 - 170 |
3060 |
||
1) Oven voorverwarmen |
|
|
|
|
16 www.electrolux.com
Bakken op meerdere niveaus
Cakes/pastei/broden op bakblik
Verwarmings- |
|
Rekstand |
Temperatuur °C |
Tijd in min. |
||
soort |
|
2 niveaus |
||||
|
|
|
|
|||
Roomsoezen/tom- |
2/4 |
160 - 1801) |
25 |
- 45 |
||
poezen |
||||||
|
|
|
|
|||
Kruimeltaart |
2/4 |
150 - 1601) |
30 |
- 45 |
||
1) Oven voorverwarmen |
|
|
|
|
||
Klein gebak/cakejes/gebak/broodjes |
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
||
Verwarmings- |
|
Rekstand |
Temperatuur °C |
Tijd in min. |
||
soort |
|
2 niveaus |
||||
|
|
|
|
|||
Zandkoekjes |
2/4 |
150 - 1601) |
20 |
- 40 |
||
Short bread/ Pa- |
2/4 |
1401) |
20 |
- 45 |
||
stry Stripes |
|
|
|
|
||
Roerdeegkoekjes |
2/4 |
160 - 1701) |
25 |
- 45 |
||
Eiwitgebak, |
2/4 |
80 - 100 |
130 |
- 170 |
||
schuimgebak |
|
|
|
|
||
Bitterkoekjes |
2/4 |
100 - 1201) |
40 |
- 80 |
||
Klein gerezen ge- |
2/4 |
160 - 1701) |
30 |
- 60 |
||
bak |
|
|
|
|
||
Klein bladerdeeg- |
2/4 |
170 - 1801) |
30 |
- 50 |
||
gebak |
|
|
|
|
1) Oven voorverwarmen
9.5 Bakken op één niveau:
Bakken in vormen
Verwarmings- |
Plaathoogte |
Temperatuur °C |
Tijd in min. |
|
soort |
||||
|
|
|
||
Tulband of brioche |
2 |
160 - 180 |
50 - 70 |
|
Zandgebak/vruch- |
1 - 2 |
150 - 170 |
50 - 90 |
|
tencake |
||||
|
|
|
||
Fatless sponge |
3 |
170 1) |
25 - 40 |
|
cake |
||||
|
|
|
||
Taartbodem van |
2 |
190 - 210 1) |
10 - 25 |
|
zandtaartdeeg |
||||
|
|
|
||
Taartbodem - |
2 |
170 - 190 |
20 - 25 |
|
roerdeeg |
||||
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
NEDERLANDS 17 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Verwarmings- |
Plaathoogte |
Temperatuur °C |
|
Tijd in min. |
|
|
soort |
|
||||
|
|
|
|
|
|
|
Apple pie (2 vor- |
1 - 2 |
|
180 |
|
60 - 90 |
|
men Ø20cm, dia- |
|
|
||||
gonaal geplaatst) |
|
|
|
|
|
|
Hartige taart (bijv. |
1 |
|
180 - 220 |
|
3560 |
|
quiche lorraine) |
|
|
||||
|
|
|
|
|
||
Kwarktaart |
1 - 2 |
|
160 - 180 |
|
60 - 90 |
|
1) Oven voorverwarmen |
|
|
|
|
|
|
Gebak op bakplaat |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Verwarmings- |
Plaathoogte |
Temperatuur °C |
|
Tijd in min. |
|
|
soort |
|
||||
|
|
|
|
|
|
|
Vlechtbrood/ |
2 |
|
170 - 190 |
|
40 - 50 |
|
broodkrans |
|
|
||||
|
|
|
|
|
||
Kerststol |
2 |
|
160 - 180 1) |
|
50 - 70 |
|
Brood (rogge- |
|
|
|
|
|
|
brood): |
|
|
|
|
|
|
1. |
Eerste deel |
|
1. |
230 1) |
1. |
20 |
|
van het bak- |
1 - 2 |
||||
|
proces. |
2. |
160 - 180 1) |
2. |
30 - 60 |
|
2. |
|
|||||
Tweede deel |
|
|
|
|
|
|
|
van het bak- |
|
|
|
|
|
|
proces. |
|
|
|
|
|
Roomsoezen/tom- |
3 |
|
190 - 210 1) |
|
20 - 35 |
|
poezen |
|
|
||||
|
|
|
|
|
||
Koninginnenbrood |
3 |
|
180 - 200 1) |
|
10 - 20 |
|
(opgerolde cake |
|
|
||||
met jam) |
|
|
|
|
|
|
Kruimeltaart |
3 |
|
160 - 180 |
|
20 - 40 |
|
(droog) |
|
|
||||
|
|
|
|
|
||
Amandelcake/sui- |
3 |
|
190 - 210 1) |
|
20 - 30 |
|
kertaart |
|
|
||||
|
|
|
|
|
||
Vruchtentaart (op |
|
|
|
|
|
|
gistdeeg/roerdeeg) |
3 |
|
170 |
|
35 - 55 |
|
2) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Vruchtentaart met |
3 |
|
170 - 190 |
|
40 - 60 |
|
kruimeldeeg |
|
|
||||
|
|
|
|
|
||
Plaatkoek met |
|
|
|
|
|
|
kwetsbare garne- |
3 |
|
160 - 180 1) |
|
40 - 80 |
|
ring (bijv. kwark, |
|
|
||||
room, puddingvul- |
|
|
|
|
|
|
ling) |
|
|
|
|
|
|
Pizza (met veel |
1 - 2 |
|
190 - 210 1) |
|
30 - 50 |
|
garnering) 2) |
|
|
||||
|
|
|
|
|
18 www.electrolux.com
Verwarmings- |
Plaathoogte |
Temperatuur °C |
Tijd in min. |
|
soort |
||||
|
|
|
||
Pizza (dunne korst) |
1 - 2 |
220 - 250 1) |
15 - 25 |
|
Ongedesemd |
1 |
230 - 250 |
10 - 15 |
|
brood |
||||
|
|
|
||
Vlaaien (CH) |
1 |
210 - 230 |
35 - 50 |
|
1) Oven voorverwarmen |
|
|
|
|
2) Gebruik diepe pan |
|
|
|
|
Koekjes |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Verwarmings- |
Inzetniveaus |
Temperatuur °C |
Tijd in min. |
|
soort |
||||
|
|
|
||
Zandkoekjes |
3 |
170 - 190 |
10 - 20 |
|
Short bread/ Pa- |
3 |
160 1) |
20 - 35 |
|
stry Stripes |
||||
|
|
|
||
Roerdeegkoekjes |
3 |
170 - 190 |
20 - 30 |
|
Eiwitgebak, |
3 |
80 - 100 |
120150 |
|
schuimgebak |
||||
|
|
|
||
Bitterkoekjes |
3 |
120 - 130 |
30 - 60 |
|
Klein gerezen ge- |
3 |
170 - 190 |
20 - 40 |
|
bak |
||||
|
|
|
||
Klein bladerdeeg- |
3 |
190 - 210 1) |
20 - 30 |
|
gebak |
||||
|
|
|
||
Bolletjes |
3 |
190 - 2101) |
10 - 55 |
|
Small cakes (20 |
3 - 4 |
170 1) |
20 - 30 |
|
per plaat) |
||||
|
|
|
||
1) Oven voorverwarmen |
|
|
|
|
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten |
|
|||
|
|
|
|
|
Schotel |
Inzetniveaus |
Temperatuur °C |
Tijd in min. |
|
Pastaschotel |
1 |
180 - 200 |
45 - 60 |
|
Lasagne |
1 |
180 - 200 |
35 - 50 |
|
Groentegratin |
1 |
180 - 200 1) |
15 - 30 |
|
Stokbroden be- |
1 |
200 - 220 1) |
15 - 30 |
|
dekt met gesmol- |
|
|
|
|
ten kaas |
|
|
|
|
Zoete ovenscho- |
1 |
180 - 200 |
40 - 60 |
|
tels |
|
|
|
|
Visschotels |
1 |
180 - 200 |
40 - 60 |
|
Gevulde groente |
1 |
180 - 200 |
40 - 60 |
|
|
|
|
|
1) Oven voorverwarmen
9.6 Braden
Braadservies
•Gebruik hittebestendig servies om te braden (lees de instructies van de fabrikant).
•Grote braadstukken kunt u direct in de diepe braadpan braden (indien aanwe-
NEDERLANDS 19
zig) of op een rooster boven de braadpan.
•Braad mager vlees in een braadpan met deksel. Op die manier blijft het vlees sappiger.
•Alle soorten vlees, die een korst moeten krijgen, kunt u in de braadschaal zonder deksel braden.
9.7 Braden met bovenen onderwarmte
Rundvlees
Soort vlees |
Hoeveelheid |
Plaathoogte |
Temperatuur |
Tijd in min. |
|
|
|
|
°C |
|
|
Stoofvlees |
1-1,5 kg |
1 |
200 - 230 |
105 - 150 |
|
Rosbief of os- |
per cm dikte |
1 |
230 - 2501) |
6 - 8 |
|
sehaas: rood |
|||||
|
|
|
|
||
Rosbief of os- |
per cm dikte |
1 |
220 - 230 |
8 - 10 |
|
sehaas: medi- |
|||||
um |
|
|
|
|
|
Rosbief of os- |
per cm dikte |
1 |
200 - 220 |
10 - 12 |
|
sehaas: gaar |
|||||
|
|
|
|
||
1) Oven voorverwarmen |
|
|
|
||
Varkensrug |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Soort vlees |
Hoeveelheid |
Plaathoogte |
Temperatuur |
Tijd in min. |
|
°C |
|||||
|
|
|
|
||
Schouderstuk, |
1-1,5 kg |
1 |
210 - 220 |
90 - 120 |
|
nekstuk, ham- |
|||||
lap |
|
|
|
|
|
Kotelet, ribbe- |
1-1,5 kg |
1 |
180 - 190 |
60 - 90 |
|
tje |
|||||
|
|
|
|
||
Gehaktbrood |
750 g -1 kg |
1 |
170 - 190 |
50 - 60 |
|
Varkens- |
750 g -1 kg |
1 |
200 - 220 |
90 - 120 |
|
schenkel |
|||||
(voorgekookt) |
|
|
|
|
|
Kalfsvlees |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Soort vlees |
Hoeveelheid |
Plaathoogte |
Temperatuur |
Tijd in min. |
|
°C |
|||||
|
|
|
|
||
Geroosterd |
1 kg |
1 |
210 - 220 |
90 - 120 |
|
kalfsvlees1) |
|||||
|
|
|
|
||
Kalfsschenkel |
1,5-2 kg |
1 |
200 - 220 |
150 - 180 |
|
|
|
|
|
|
1) gebruik een afgesloten braadpan
20 www.electrolux.com
Lamsvlees
Soort vlees |
Hoeveelheid |
Plaathoogte |
Temperatuur |
Tijd in min. |
||
°C |
||||||
|
|
|
|
|
||
Lamsbout, ge- |
1 - 1,5 kg |
1 |
210 - 220 |
90 - 120 |
||
roosterd lams- |
||||||
vlees |
|
|
|
|
|
|
Lamsrug |
1 - 1,5 kg |
1 |
210 - 220 |
40 |
- 60 |
|
Wild |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Soort vlees |
Hoeveelheid |
Plaathoogte |
Temperatuur |
Tijd in min. |
||
°C |
||||||
|
|
|
|
|
||
Hazenrug, ha- |
tot 1 kg |
1 |
220 - 240 1) |
30 |
- 40 |
|
zenbout |
||||||
|
|
|
|
|
||
Reerug, her- |
1,5-2 kg |
1 |
210 - 220 |
35 |
- 40 |
|
tenrug |
||||||
|
|
|
|
|
||
Reebout, her- |
1,5-2 kg |
1 |
200 - 210 |
90 - 120 |
||
tenbout |
||||||
|
|
|
|
|
||
1) Oven voorverwarmen |
|
|
|
|
||
Gevogelte |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Soort vlees |
Hoeveelheid |
Plaathoogte |
Temperatuur |
Tijd in min. |
||
°C |
||||||
|
|
|
|
|
||
Stukken gevo- |
200-250g elk |
1 |
220 - 250 |
20 |
- 40 |
|
gelte |
||||||
|
|
|
|
|
||
Halve kip |
400-500 g elk |
1 |
220 - 250 |
35 |
- 50 |
|
Kip, haantje |
1-1,5 kg |
1 |
220 - 250 |
50 |
- 70 |
|
Eend |
1,5-2 kg |
1 |
210 - 220 |
80 - 100 |
||
Gans |
3,5-5 kg |
1 |
200 - 210 |
150 |
- 180 |
|
Kalkoen |
2,5-3,5 kg |
1 |
200 - 210 |
120 |
- 180 |
|
Kalkoen |
4-6 kg |
1 |
180 - 200 |
180 |
- 240 |
|
Vis |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Soort vlees |
Hoeveelheid |
Plaathoogte |
Temperatuur |
Tijd in min. |
||
°C |
||||||
|
|
|
|
|
||
Hele vis |
1-1,5 kg |
1 |
210 - 220 |
40 |
- 70 |
|
|
|
|
|
|
|
9.8 Braden met circulatiegrill
Rundvlees
Soort vlees Hoeveelheid |
Plaathoogte |
Temperatuur |
Tijd min. |
||
°C |
|||||
|
|
|
|
||
Rosbief of os- |
per cm dikte |
1 |
190 - 200 1) |
5 - 6 |
|
sehaas: rood |
|||||
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
NEDERLANDS 21 |
||
|
|
|
|
|
|
|
Soort vlees |
Hoeveelheid |
Plaathoogte |
Temperatuur |
|
Tijd min. |
|
°C |
|
|||||
|
|
|
|
|
||
Rosbief of os- |
per cm dikte |
1 |
180 - 190 |
6 - 8 |
||
sehaas: medi- |
||||||
um |
|
|
|
|
|
|
Rosbief of os- |
per cm dikte |
1 |
170 - 180 |
8 - 10 |
||
sehaas: gaar |
||||||
|
|
|
|
|
||
1) Oven voorverwarmen |
|
|
|
|
||
Varkensrug |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Soort vlees |
Hoeveelheid |
Plaathoogte |
Temperatuur |
|
Tijd min. |
|
°C |
|
|||||
|
|
|
|
|
||
Schouderstuk, |
1-1,5 kg |
1 |
160 - 180 |
|
90 - 120 |
|
nekstuk, ham- |
|
|||||
lap |
|
|
|
|
|
|
Kotelet, ribbe- |
1-1,5 kg |
1 |
170 - 180 |
|
60 - 90 |
|
tje |
|
|||||
|
|
|
|
|
||
Gehaktbrood |
750 g -1 kg |
1 |
160 - 170 |
|
50 - 60 |
|
Varkensschen- |
750 g -1 kg |
1 |
150 - 170 |
|
90 - 120 |
|
kel (voorge- |
|
|||||
kookt) |
|
|
|
|
|
|
Kalfsvlees |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Soort vlees |
Hoeveelheid |
Plaathoogte |
Temperatuur |
|
Tijd min. |
|
|
|
|
°C |
|
|
|
Geroosterd |
1 kg |
1 |
160 - 180 |
|
90 - 120 |
|
kalfsvlees |
|
|
|
|
|
|
Kalfsschenkel |
1,5-2 kg |
1 |
160 - 180 |
|
120 - 150 |
|
Lamsvlees |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Soort vlees |
Hoeveelheid |
Plaathoogte |
Temperatuur |
|
Tijd min. |
|
|
|
|
°C |
|
|
|
Lamsbout, ge- |
1-1,5 kg |
1 |
150 - 170 |
|
100 - 120 |
|
roosterd lams- |
|
|
|
|
|
|
vlees |
|
|
|
|
|
|
Lamsrug |
1-1,5 kg |
1 |
160 - 180 |
|
40 - 60 |
|
Gevogelte |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Soort vlees |
Hoeveelheid |
Plaathoogte |
Temperatuur |
|
Tijd min. |
|
|
|
|
°C |
|
|
|
Stukken gevo- |
200-250 g elk |
1 |
200 - 220 |
|
30 - 50 |
|
gelte |
|
|
|
|
|
|
Halve kip |
400-500 g elk |
1 |
190 - 210 |
|
35 - 50 |
|
Kip, haantje |
1-1,5 kg |
1 |
190 - 210 |
|
50 - 70 |
|
|
|
|
|
|
|