ELECTROLUX ABB68211AF User Manual

USER MANUAL
ABB68211AF
NL Gebruiksaanwijzing 2
Vriezer
FR Notice d'utilisation 15
Congélateur
DE Benutzerinformation 29
Gefriergerät
www.aeg.com
2
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE.........................................................................................2
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................4
3. BEDIENING..................................................................................................................6
4. DAGELIJKS GEBRUIK..................................................................................................7
5. AANWIJZINGEN EN TIPS...........................................................................................8
6. ONDERHOUD EN REINIGING...................................................................................9
7. PROBLEEMOPLOSSING...........................................................................................11
8. MONTAGE ................................................................................................................13
9. TECHNISCHE GEGEVENS........................................................................................14
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.aeg.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer. Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.

VEILIGHEIDSINFORMATIE

1.
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik.
NEDERLANDS
Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.

1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen

Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet
worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.

1.2 Algemene veiligheid

Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
Boerderijen, personeelskeukens in winkels,
kantoren of andere werkomgevingen
Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en
andere woonomgevingen
Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van
obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde modellen.
Gebruik geen mechanische of andere middelen om
het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen.
Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast,
tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen.
Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat
te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte
doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
3
www.aeg.com4
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen
met drijfgas in dit apparaat.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.

2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

2.1 Montage

WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
• Verwijder de verpakking en de transportbouten.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Wees altijd voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat omdat het zwaar is. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan circuleren.
• Bij de eerste installatie of na het omdraaien van de deur moet u minstens 4 uur wachten voordat u het apparaat op de stroom aansluit. Hierdoor kan de olie terug in de compressor stromen.
• Trek de stekker uit het stopcontact voordat u handelingen aan het apparaat uitvoert (bijv. het omdraaien van de deur).
• Installeer het apparaat niet in de nabijheid van radiatoren, fornuizen, ovens of kookplaten.
• Installeer het apparaat niet op een plaats met direct zonlicht.
• Gebruik dit apparaat niet in ruimtes die te vochtig of te koud zijn, zoals bijgebouwen, garages of wijnkelders.
• Til de voorkant van het apparaat op als u hem wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen.

2.2 Aansluiting op het elektriciteitsnet

WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren.
• Zorg dat u de elektrische onderdelen (hoofdstekker, kabel, compressor) niet beschadigt. Neem contact met de erkende servicedienst of een elektricien om de elektrische onderdelen te wijzigen.
• De stroomkabel moet lager blijven dan het niveau van de stopcontact.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.

2.3 Gebruik

WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken.
NEDERLANDS
5
• De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
• Plaats geen elektrische apparaten (bijv. ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard door de fabrikant.
• Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet beschadigt. Het bevat isobutaan (R600a), aardgas met een hoge ecologische compatibiliteit. Dit gas is ontvlambaar.
• Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg er dan voor dat er zich geen vlammen en andere ontstekingsbronnen in de kamer bevinden. Ventileer de kamer goed.
• Zet geen hete items op de kunststofonderdelen van het apparaat.
• Plaats geen koolzuurhoudende dranken in het vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles veroorzaken.
• Bewaar geen ontvlambare gassen en vloeistoffen in het apparaat.
• Plaats geen ontvlambare producten of gerechten die vochtig zijn gemaakt met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
• Raak de compressor of condensator niet aan. Ze zijn heet.
• Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige handen items uit het vriesvak verwijderd of aanraakt.
• Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw in.
• Bewaar de voedingswaren volgens de instructies op de verpakking.

2.4 Onderhoud en reiniging

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
• Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen mogen de eenheid onderhouden en herladen.
• Controleer regelmatig de afvoer van het apparaat en reinig het indien nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen.

2.5 Servicedienst

• Neem contact op met een erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat.
• Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.

2.6 Verwijdering

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg.
• Verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat.
• Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit apparaat zijn ozonvriendelijk.
• Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen. Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat.
• Veroorzaak geen schade aan het deel van de koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar bevindt.
1 2 3 4 5
www.aeg.com
6

3. BEDIENING

3.1 Bedieningspaneel

Stroomaanduidinglampje
1
Temperatuurregelaar
2
FROSTMATIC verlichting
3
FROSTMATIC schakelaar knop en
4
alarmreset

3.2 Inschakelen

Sluit het apparaat op het lichtnet aan.
1. Draai de thermostaatknop naar
rechts op een gemiddelde stand. Het vermogensindicatielampje gaat aan en er klinkt gedurende 2 seconden een geluidssignaal.
Als de temperatuur in het apparaat te hoog wordt, gaat het alarmlampje knipperen en klinkt er een alarm.
2. Druk op de FROSTMATIC schakelaar
en het akoestisch signaal zal worden
uitgeschakeld.
3. Druk nogmaals op de FROSTMATIC
schakelaar en het FROSTMATIC
lampje gaat branden. Het apparaat
zal gaan werken.

3.3 Uitschakelen

Draai de thermostaatknop naar de stand "O" waarna u ongeveer gedurende 2 seconden een geluid hoort. Het vermogensindicatielampje gaat uit.
Alarmlampje
5

3.4 Temperatuurregelaar

De temperatuur wordt automatisch geregeld.
1. Draai de thermostaatknop op een
lagere stand om de minimale koude te verkrijgen.
2. Draai de thermostaatknop op een
hogere stand om de maximale koude te verkrijgen.
Een gemiddelde instelling is over het algemeen het meest geschikt. De exacte instelling moet echter worden gekozen rekening houdend met het feit dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
• de kamertemperatuur
• hoe vaak de deur geopend wordt
• de hoeveelheid voedsel die wordt bewaard
• de plaats van het apparaat
NEDERLANDS
7

3.5 FROSTMATIC-functie

De FROSTMATIC-functie versnelt het invriezen van vers voedsel en beschermt voedsel dat al wordt bewaard tegen ongewenste opwarming.
Druk op deze toets om de functie FROSTMATIC te activeren. Het FROSTMATIC-lampje verschijnt. Deze functie stopt automatisch na 52 uur.
U kunt de FROSTMATIC-functie voordat hij automatisch eindigt, uitschakelen door te drukken op de FROSTMATIC­knop. Het FROSTMATIC-indicatielampje gaat uit.
De functie wordt uitgeschakeld door een andere ingestelde temperatuur te selecteren.

3.6 Alarm bij open deur

Als de deur ongeveer 80 seconden heeft opengestaan klinkt er een geluidsalarm.
Als de normale omstandigheden hersteld zijn (deur gesloten), wordt het geluidsalarm uitgeschakeld.
U kunt altijd de terugzetschakelaar van het alarm indrukken om het geluidsalarm uit te schakelen.

3.7 Alarm bij hoge temperatuur

Als de temperatuur in de vriezer stijgt tot een punt waarop de veilige opslag van ingevroren voedsel niet langer wordt verzekerd (bijvoorbeeld door stroomuitval) dan zal er een alarmlampje knipperen en een akoestisch alarm worden weergegeven.
Wanneer de vriezer voor de eerste maal wordt ingeschakeld, zal het alarmlampje knipperen totdat de temperatuur een veilig niveau bereikt voor het bewaren van ingevroren voedsel.
1. U kunt dit waarschuwingsgeluid
uitschakelen door op de FROSTMATIC -schakelaar te
drukken. Het lampje FROSTMATIC verschijnt. Het alarmlampje zal blijven knipperen totdat de vereiste temperatuur weer is bereikt.
2. Laat deFROSTMATIC-schakelaar los
zodra het alarmlampje uit is. Het FROSTMATIC-controlelampje gaat uit.

DAGELIJKS GEBRUIK

4.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

4.1 Vers voedsel invriezen

Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en om diepvriesvoedsel langere tijd te bewaren.
Activeer om vers voedsel in te vriezen de functie FROSTMATIC en leg het in te vriezen voedsel in het vriesvak.
Plaats het verse in te vriezen voedsel in de twee bovenste vakken.
De maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden is vermeld op het typeplaatje, een etiket dat aan de binnenkant van het apparaat zit.
Het invriesproces duurt 24 uur. voeg tijdens deze periode geen ander voedsel toe om in te vriezen.
Wanneer het invriesproces is voltooid, de vereiste temperatuur weer instellen (zie "FROSTMATIC functie").

4.2 Het bewaren van ingevroren voedsel

Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet gebruikt is inschakelt, dient u het apparaat minstens 2 uur te laten werken met de FROSTMATIC functie ingeschakeld.
8
www.aeg.com
In het geval van onbedoelde ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen dan de duur die op de kaart met technische kenmerken onder "tijdsduur" is vermeld, moet het ontdooide voedsel snel geconsumeerd worden of onmiddellijk bereid worden en dan weer worden ingevroren (nadat het afgekoeld is).

4.3 Ontdooien

Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt u, voordat het gebruikt wordt, in het koelvak of op kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is.
Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de vriezer gekookt worden als ze

5. AANWIJZINGEN EN TIPS

5.1 Normale bedrijfsgeluiden:

De volgende geluiden zijn normaal tijdens de werking:
• Een zacht gorgelend en borrelend geluid als het koelmiddel door leidingen wordt gepompt.
• Een zoemend en kloppend geluid van de compressor als het koelmiddel wordt rondgepompt.
• Een plotseling krakend geluid uit de binnenkant van het apparaat veroorzaakt door thermische uitzetting (een natuurlijk en ongevaarlijk natuurkundig fenomeen).
• Een zacht klikkend geluid van de thermostaat als de compressor aan of uit gaat.
5.2 Tips voor
energiebesparing
• De deur niet vaker openen of open laten staan dan strikt noodzakelijk.
• Verwijder de koelelementen niet uit de vriesmand.
nog bevroren zijn: in dat geval zal de bereiding iets langer duren.

4.4 Het maken van ijsblokjes

Dit apparaat is uitgerust met een of meer bladen voor het maken van ijsblokjes
Gebruik geen metalen instrumenten om de laden uit de vriezer te halen
1. Vul de bakjes met water.
2. Zet de ijsbakjes in het vriesvak.

4.5 Koude accumulators

De vriezer is uitgerust met minstens een koude accumulator die de bewaartijd verlengt in geval van een stroomonderbreking of stroomuitval.
Dit moet in het voorste gedeelte bovenop het bevroren voedsel worden geplaatst.

5.3 Tips voor het invriezen

Om u te helpen het voedsel zo goed mogelijk in te vriezen, volgen hier een paar belangrijke tips:
• de maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden, staat vermeld op het typeplaatje;
• het invriesproces duurt 24 uur. Tijdens deze periode moet er geen ander in te vriezen voedsel worden toegevoegd;
• vries alleen vers en grondig schoongemaakte levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in;
• bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan het snel en volledig worden ingevroren en zo kunt u later alleen die hoeveelheid laten ontdooien die u nodig heeft;
• wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht zijn;
• leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen het al ingevroren voedsel, om te voorkomen dat dit laatste warm wordt;
NEDERLANDS
9
• mager voedsel kan beter worden ingevroren dan vet voedsel. Zout zorgt dat het voedsel in de vriezer minder lang goed blijft;
• water bevriest, als dit rechtstreeks uit het vriesvak geconsumeerd wordt, kan het aan de huid vastvriezen;
• het is aan te bevelen de invriesdatum op elk pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het al bewaard is.
5.4 Tips voor het bewaren van
ingevroren voedsel
Om de beste resultaten van dit apparaat te verkrijgen, dient u

6. ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

6.1 Algemene waarschuwingen

LET OP!
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de stekker uit het stopcontact trekken.
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de koeleenheid. Onderhoud en hervullen mag alleen uitgevoerd worden door bevoegde technici.
De toebehoren en onderdelen van het apparaat zijn niet geschikt om in een afwasmachine gewassen te worden.
6.2 De binnenkant
schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typische geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
• verzeker u ervan dat de commercieel ingevroren levensmiddelen op geschikte wijze door de detailhandelaar werden opgeslagen;
• zorg ervoor dat de ingevroren levensmiddelen zo snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer gebracht worden;
• de deur niet vaker te openen of open te laten staan dan strikt noodzakelijk;
• als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het snel en kan het niet opnieuw worden ingevroren;
• bewaar het voedsel niet langer dan de door de fabrikant aangegeven bewaarperiode.
LET OP!
Gebruik geen reinigingsmiddelen, schuurpoeders, chloor of reinigers op oliebasis. Deze beschadigen de afwerking.

6.3 Periodieke reiniging

LET OP!
Trek niet aan leidingen en/of kabels aan de binnenkant van de kast en verplaats of beschadig ze niet.
LET OP!
Zorg ervoor dat u het koelsysteem niet beschadigt.
LET OP!
Til de voorkant van de koelkast op als u hem wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen.
Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de
accessoires schoon met lauw water en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen
regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze schoon en vrij van restjes zijn.
C AB
10
www.aeg.com
3. Spoel ze af en maak ze grondig
droog.
4. Maak indien toegankelijk de
condensor en de compressor aan de achterkant van het apparaat schoon met een borstel. Deze handeling zal de prestatie van het apparaat verbeteren en het elektriciteitsverbruik besparen.

6.4 Het reinigen van de luchtkanalen

1. Verwijder de plint (A) en daarna het
ventilatierooster (B).
2. Reinig het ventilatierooster.
3. Trek het luchtplaatje (C) er
voorzichtig uit, controleer of er geen dooiwater is achtergebleven.
4. Maak het onderste deel van het
apparaat schoon met een stofzuiger.

6.5 De vriezer ontdooien

LET OP!
Gebruik nooit scherpe metalen hulpmiddelen om de rijp van de verdamper te krabben, deze zou beschadigd kunnen raken. Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. Een temperatuurstijging tijdens het ontdooien van de ingevroren levensmiddelen, kan de veilige bewaartijd verkorten.
Stel ongeveer 12 uur voordat u gaat ontdooien een lagere temperatuur in om voldoende koudereserve op te bouwen voor de onderbreking tijdens de werking.
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd vormen op de schappen van de vriezer en rond het bovenste vak.
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft.
1. Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel,
wikkel het in een paar lagen krantenpapier en leg het op een koele plaats.
WAARSCHUWING!
Raak ingevroren voedsel niet met natte handen aan. Uw handen kunnen dan aan de producten vastvriezen.
3. Laat de deur open staan.
Om het ontdooiproces te versnellen kunt u een bak warm water in het vriesvak zetten. Verwijder bovendien stukken ijs die afbreken voordat het ontdooien voltooid is.
4. Na afloop van het ontdooien, de
binnenkant grondig droog maken.
NEDERLANDS 11
5. Zet het apparaat aan.
Plaats na drie uur het eerder verwijderde voedsel terug in het vriesvak.

6.6 Periodes dat het apparaat niet gebruikt wordt

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel.

7. PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

7.1 Problemen oplossen

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgescha-
keld.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig
en stabiel geplaatst.
Er is een hoorbaar of zicht­baar alarm.
De compressor werkt conti­nu.
Er zijn grote hoeveelheden
De kast is recent ingescha­keld.
De temperatuur in het appa­raat is te hoog.
De deur is open gelaten. Sluit de vuldeur.
De temperatuur is niet goed ingesteld.
voedsel tegelijk in de vriezer geplaatst.
3. Ontdooi het apparaat en toebehoren
(indien nodig) en maak alles schoon.
4. Laat de deur/deuren open staan om
onaangename luchtjes te voorkomen.
WAARSCHUWING!
Als u uw apparaat ingeschakeld wilt laten, vraag dan iemand om het zo nu en dan te controleren, om te voorkomen dat het bewaarde voedsel bederft, als de stroom uitvalt.
Zet het apparaat aan.
Steek de stekker goed in het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch ap­paraat op het stopcontact aan. Neem contact op met een gekwalificeerd elektri­cien.
Controleer of het apparaat stabiel staat.
Zie 'Deur Open Alarm' of 'Alarm Hoge Temperatuur'.
Zie 'Deur Open Alarm' of 'Alarm Hoge Temperatuur'.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Bediening'.
Wacht een paar uur en con­troleer dan nogmaals de temperatuur.
www.aeg.com12
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De omgevingstemperatuur
is te hoog.
Het voedsel dat in het appa-
raat werd geplaatst, was te warm.
De deur is niet goed geslo­ten.
De functie FROSTMATIC is ingeschakeld.
Er is te veel rijp en ijs. De deur is niet correct ge-
sloten of de deurpakking is vervormd/vies.
De dop van de waterafvoer bevindt zich niet op de juiste plaats.
De producten zijn niet op de juiste wijze verpakt.
De temperatuur is niet goed ingesteld.
De compressor start niet on­middellijk na het drukken op
Dit is normaal, er is geen
storing. FROSTMATIC, of na het ver­anderen van de tempera­tuur.
De temperatuur kan niet worden ingesteld.
De temperatuur in het appa­raat is te laag/hoog.
De functie FROSTMATIC is
ingeschakeld.
De temperatuurknop is niet
goed ingesteld.
De deur is niet goed geslo-
ten.
De temperatuur van het
voedsel is te hoog.
Er worden veel producten
tegelijk bewaard.
Zie het typeplaatje voor de klimaatklasse.
Laat voedsel afkoelen tot ka­mertemperatuur voordat u het opslaat.
Zie 'De deur sluiten'.
Raadpleeg de "functie FROSTMATIC".
Zie 'De deur sluiten'.
Plaats de dop voor de water­afvoer op de juiste manier.
Pak de producten beter in.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Bediening'.
De compressor start na eni­ge tijd.
Schakel FROSTMATIC hand­matig uit of wacht tot de functie automatisch reset om de temperatuur in te stellen. Raadpleeg "functie FROST­MATIC"
Stel een hogere/lagere tem­peratuur in.
Zie 'De deur sluiten'.
Laat het voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het conserveert.
Conserveer minder produc­ten tegelijk.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Deur gaat niet makkelijk open.
De dikte van de rijp is meer dan 4-5 mm.
De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het
De functie FROSTMATIC is ingeschakeld.
Er is geen koude luchtcircu­latie in het apparaat aanwe­zig.
U probeerde de deur na het sluiten meteen weer te ope­nen.
Ontdooi het apparaat.
nodig is.
Raadpleeg de "functie FROSTMATIC".
Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het appa­raat aanwezig is.
Wacht een paar seconden tussen het sluiten en weer openen van de deur.
NEDERLANDS 13
Bel, wanneer het advies niet tot resultaten leidt, de dichtstbijzijnde klantenservice voor dit merk.

7.2 De deur sluiten

1. Maak de afdichtingen van de deur
schoon.

8. MONTAGE

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

8.1 Locatie

Raadpleeg de montage­instructies voor de installatie.
Installeer, om de beste prestatie te garanderen, het apparaat van hittebronnen vandaan, zoals radiatoren, boilers, direct zonlicht enz. Zorg er voor dat lucht vrij aan de achterkant van het apparaat kan circuleren.

8.2 Plaatsing

Installeer het apparaat op een droge, goed geventileerde plaats binnen waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse die vermeld is op het typeplaatje van het apparaat.
2. Stel de deur, indien nodig, af.
Raadpleeg de montageaanwijzingen.
3. Vervang, indien nodig, de defecte
deurafdichtingen. Neem contact op met de erkende servicedienst.
Klimaat­klasse
SN +10°C tot + 32°C
N +16°C tot + 32°C
ST +16°C tot + 38°C
T +16°C tot + 43°C
Omgevingstemperatuur
www.aeg.com14
Bij bepaalde modeltypes kunnen er functionele problemen ontstaan als deze temperaturen niet worden gerespecteerd. De juiste werking van het apparaat kan enkel gegarandeerd worden als het opgegeven temperatuurbereik wordt gerespecteerd. Als u twijfels hebt over waar het apparaat te installeren, raadpleeg dan de verkoper, de klantenservice of de dichstsbijzijnde erkende servicedienst.

8.3 Aansluiting op het elektriciteitsnet

• Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het

9. TECHNISCHE GEGEVENS

9.1 Technische gegevens

In hoogte mm 815
Breedte mm 596
Diepte mm 550
Maximale bewaartijd bij stroomuitval Uur 21
Spanning Volt 230 - 240
Frequentie Hz 50
typeplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels, raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien
• De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden als bovenstaande veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden.
• Dit apparaat voldoet aan de EEG­richtlijnen.
De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de binnen- of buitenkant van het apparaat en op het energielabel.
10. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
Loading...
+ 30 hidden pages