ELECTROLUX A81000TNW0 User Manual [fr]

A81000TNW0
NL
VRIEZER GEBRUIKSAANWIJZING
FR
CONGÉLATEUR NOTICE D'UTILISATION
DE
18 35
2
2
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al uw apparaten van AEG mooi te houden en perfect te laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de hoge kwaliteitsnormen die u verwacht, van speciaal kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot waszakken…
Bezoek onze webshop op www.aeg-electrolux.com/shop
INHOUD
4 Veiligheidsinformatie 7 Bedieningspaneel 9 Het eerste gebruik 9 Dagelijks gebruik
9 Nuttige aanwijzingen en tips 10 Onderhoud en reiniging 12 Problemen oplossen 14 Technische gegevens 14 Montage 17 Het milieu
Inhoud
3
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt:
Belangrijke informatie over uw persoonlijke veiligheid en informatie over het voorkomen van schade aan het apparaat.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden
4 Veiligheidsinformatie
VEILIGHEIDSINFORMATIE
In het belang van uw veiligheid en om een correct gebruik te kunnen waarborgen is het van belang dat u, alvorens het apparaat te installeren en in gebruik te nemen, deze gebruiks­aanwijzing, inclusief de tips en waarschuwingen, grondig doorleest. Om onnodige vergissin­gen en ongevallen te voorkomen is het belangrijk ervoor te zorgen dat alle mensen die het apparaat gebruiken, volledig bekend zijn met de werking ervan en de veiligheidsvoorzienin­gen. Bewaar deze instructies en zorg ervoor dat zij bij het apparaat blijven als het wordt verplaatst of verkocht, zodat iedereen die het apparaat gedurende zijn hele levensduur ge­bruikt, naar behoren is geïnformeerd over het gebruik en de veiligheid van het apparaat. Voor de veiligheid van mensen en eigendommen dient u zich aan de voorzorgsmaatregelen uit dit instructieboekje te houden, de fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die door het niet opvolgen van de aanwijzingen veroorzaakt is.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder begrepen kinderen) met verminderde fysieke, zintuiglijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij dit onder toezicht gebeurt van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon of tenzij zij van een dergelijke persoon instructie hebben ontvangen over het gebruik van het apparaat.
Houd kinderen uit de buurt om te voorkomen dat ze met het apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakkingsmateriaal buiten het bereik van kinderen. Gevaar voor verstikking.
• Als u het apparaat afdankt trek dan de stekker uit het stopcontact, snij de voedingskabel door (zo dicht mogelijk bij het apparaat) en verwijder de deur om te voorkomen dat kin­deren een elektrische schok krijgen of zichzelf in het apparaat opsluiten.
• Als dit apparaat, dat voorzien is van een magnetische deursluiting, een ouder apparaat vervangt, dat voorzien is van een veerslot (slot) op de deur of het deksel, zorg er dan voor dat u het slot onbruikbaar maakt voordat u het oude apparaat weggooit. Dit voorkomt dat kinderen er in opgesloten kunnen raken.
Algemene veiligheid
LET OP!
Houd de ventilatie-openingen altijd vrij van obstructies.
• Dit apparaat is bedoeld voor het bewaren van levensmiddelen en/of dranken in een ge­woon huishouden, zoals uitgelegd in dit instructieboekje.
• Gebruik geen mechanische hulpmiddelen of kunstgrepen om het ontdooiproces te ver­snellen.
• Gebruik geen andere elektrische apparaten (bijvoorbeeld ijsmachines) in koelkasten, tenzij ze voor dit doel goedgekeurd zijn door de fabrikant.
• Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
• Het koelmiddel isobutaan (R600a) bevindt zich in het koelcircuit van het apparaat, dit is een natuurlijk gas dat weliswaar milieuvriendelijk is, maar ook uiterst ontvlambaar.
Controleer of de onderdelen van het koelcircuit tijdens transport en installatie van het apparaat niet beschadigd zijn geraakt.
Veiligheidsinformatie 5
Indien het koelcircuit beschadigd is: – open vuur en ontstekingsbronnen vermijden – de ruimte waar het apparaat zich bevindt grondig ventileren
• Het is gevaarlijk om wijzigingen aan te brengen in de specificaties of dit product op eni­gerlei wijze te modificeren. Een beschadigd netsnoer kan kortsluiting, brand en/of een elektrische schok veroorzaken.
WAARSCHUWING!
Alle elektrische onderdelen (netsnoer, stekker, compressor) mogen uitsluitend vervangen worden door een erkende onderhoudsdienst of gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
1. Het netsnoer mag niet verlengd worden.
2. Verzeker u ervan dat de stekker niet platgedrukt of beschadigd wordt door de ach-
terkant van het apparaat. Een platgedrukte of beschadigde stekker kan oververhit ra­ken en brand veroorzaken.
3. Verzeker u ervan dat u de stekker van het apparaat kunt bereiken.
4. Trek niet aan het snoer.
5. Als de stekker los zit, steek hem dan niet in het stopcontact. Dan bestaat er een risico
op een elektrische schok of brand.
6.
U mag het apparaat niet gebruiken zonder de afdekking van het lampje
1)
voor de
binnenverlichting.
• Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als u het apparaat verplaatst.
• Haal geen artikelen uit het vriesvak en raak ze niet aan als uw handen vochtig/nat zijn, dit kan uw huid beschadigen of vrieswonden veroorzaken.
• Stel het apparaat niet langdurig bloot aan direct zonlicht.
Gloeilampjes
2)
gebruikt voor dit apparaat is een speciaal lampje voor huishoudelijke ap-
paraten. De lampjes zijn niet geschikt voor de verlichting van ruimtes.
WAARSCHUWING!
Plaats geen bevroren voedsel op het werkblad omdat kou en damp condenswater kunnen produceren aan de binnenkant. De druppelende vloeistof kan storingen veroorzaken. Leg daarom geen bevroren dingen op het werkblad.
Dagelijks gebruik
• Zet geen hete potten op de kunststof onderdelen in het apparaat.
• Bewaar geen brandbare gassen of vloeistoffen in het apparaat, deze kunnen ontploffen.
Zet geen levensmiddelen direct tegen de luchtopening in de achterwand.
• Diepgevroren voedsel mag niet opnieuw worden ingevroren als het eenmaal ontdooid is.
• Bewaar voorverpakte diepvriesproducten volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
• U dient zich strikt te houden aan de aanbevelingen van de fabrikant van het apparaat met betrekking tot het bewaren van voedsel. Raadpleeg de betreffende aanwijzingen.
1) Als er een afdekking voor het lampje is voorzien.
2) Als er is voorzien in een lamp.
3) Als het apparaat vorstvrij is.
3)
6 Veiligheidsinformatie
• Leg geen koolzuurhoudende of mousserende dranken in de vriezer, deze veroorzaken druk op de fles die daardoor kan ontploffen, dit kan schade toebrengen aan het apparaat.
• IJslollies kunnen vrieswonden veroorzaken als ze rechtstreeks vanuit het apparaat gecon­sumeerd worden.
Onderhoud en reiniging
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhouds­handelingen verricht.
• Maak het apparaat niet schoon met metalen voorwerpen.
• Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs van het apparaat te krabben. Gebruik een kunststof schraper.
• Gebruik nooit een haardroger of ander verwarmingsapparaat om het ontdooien te ver­snellen. Oververhitting kan de kunststof binnenkant beschadigen, en door binnendrin­gend vocht kan het apparaat onder stroom komen staan.
Installatie
Voor de aansluiting van elektriciteit dienen de instructies in de desbetreffende paragrafen nauwgezet te worden opgevolgd.
• Pak het apparaat uit en controleer of er beschadigingen zijn. Sluit het apparaat niet aan als het beschadigd is. Meld mogelijke beschadigingen onmiddellijk bij de winkel waar u het apparaat gekocht heeft. Gooi in dat geval de verpakking niet weg.
• Wij adviseren u om 4 uur te wachten voordat u het apparaat aansluit, dan kan de olie terugvloeien in de compressor.
• Rond het apparaat dient adequate luchtcirculatie te zijn, anders kan dit tot oververhit­ting leiden. Om voldoende ventilatie te verkrijgen de instructies met betrekking tot de installatie opvolgen.
• De achterkant dient zo mogelijk tegen een muur geplaatst te worden, teneinde te voor­komen dat hete onderdelen (compressor, condensator) aangeraakt kunnen worden en brandwonden veroorzaken.
• Het apparaat mag niet vlakbij radiatoren of kooktoestellen geplaatst worden.
• Verzeker u ervan dat de stekker bereikbaar is nadat het apparaat geïnstalleerd is.
Sluit het apparaat alleen aan op een drinkwaterleiding.
4)
Onderhoud
• Alle elektrotechnische werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van on­derhoud aan het apparaat, dienen uitgevoerd te worden door een gekwalificeerd elektri­cien of competent persoon.
• Dit product mag alleen worden onderhouden door een erkend onderhoudscentrum en er dient alleen gebruik te worden gemaakt van originele reserveonderdelen.
4) Indien er een wateraansluiting voorzien is.
Bedieningspaneel
Bescherming van het milieu
Dit apparaat bevat geen gassen die de ozonlaag kunnen beschadigen, niet in het koelcircuit en evenmin in de isolatiematerialen. Het apparaat mag niet worden weggegooid bij het normale huishoudelijke afval. Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen: het apparaat moet weggegooid worden conform de van toepassing zijnde regels die u bij de lokale over­heidsinstanties kunt verkrijgen. Voorkom beschadiging aan de koeleenheid, vooral aan de achterkant bij de warmtewisselaar. De materialen die gebruikt zijn voor dit apparaat en die voorzien zijn van het symbool
zijn recyclebaar.
BEDIENINGSPANEEL
1 2 3 4 5 6 7 8 9
1 Groen controlelampje AAN/UIT 2 AAN-/UIT-toets 3 Thermostaatknop (voor hogere temperaturen) 4 Display (geeft de ingestelde temperatuur weer) 5 Thermostaatknop (voor lagere temperaturen) 6 Rood controlelampje ALARM 7 Knop ALARM STOP 8 Geel SUPER -functie controlelampje 9 Knop SUPER
7
Inschakelen
• Laat het apparaat na plaatsing 4 uur staan.
• Steek dan de stekker in het stopcontact.
• Druk op de AAN/UIT-toets (deze toets hoeft niet te worden ingedrukt bij de eerste keer inschakelen).
• Het groene AAN/UIT-controlelampje gaat continu branden.
• Als het groene AAN/UIT-controlelampje gaat branden, betekent dit dat het apparaat is ingeschakeld.
• Als het rode controlelampje ALARM gaat knipperen en u een alarmsignaal hoort, bete­kent dit een onjuiste temperatuur in de vriezer.
• Als u het geluidssignaal en knipperende temperatuurdisplay wilt uitschakelen, drukt u op ALARM STOP geluidsalarm UIT-knop.
• Als de vriezer voor de eerste keer wordt ingeschakeld, gaat het rode controlelampje ALARM knipperen tot de temperatuur is bereikt die nodig is voor het invriezen van voed­sel.
8 Bedieningspaneel
Uitschakelen
• Druk op de AAN/UIT-toets gedurende ongeveer 3 seconden.
• Het groene AA/UIT-controlelampje gaat branden en het display wordt uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact om de stroomtoevoer naar het apparaat af te sluiten.
Temperatuurregeling
De ingestelde temperatuur van de vriezer kan worden aangepast door op de thermostaat­knoppen te drukken. Stel de temperatuur standaard in op -18 °C. Dit is optimaal voor het bewaren van bevroren voedsel. De ingestelde temperatuur wordt in het display weergegeven. De ingestelde temperatuur zal binnen 24 uur worden bereikt. Schommelingen van een paar graden rond de ingestelde temperatuur zijn normaal en vor­men geen storing van het apparaat.
Na een stroomonderbreking blijft de ingestelde temperatuur opgeslagen.
Rood controlelampje ALARM
Onder normale omstandigheden zorgt de temperatuur in de vriezer ervoor dat het voedsel lang kan worden bewaard. Als de temperatuur boven een bepaald niveau komt (-12 °C), klinkt er een alarm en gaat het lampje knipperen. Het lichtalarm is een rood alarmlampje (rood controlelampje ALARM) dat gaat knipperen en u hoort met met tussenpozen een alarmsignaal. U kunt het geluidsalarm stopzetten door op de toets ALARM STOP te drukken.
Als de vriezer voor de eerste keer wordt ingeschakeld, gaat het rode controlelampje ALARM knipperen tot de temperatuur is bereikt die nodig is voor het invriezen van voedsel.
De snelvriesfunctie FROSTMATIC
Als er meer dan 3-4 kg voedsel wordt ingevroren:
1. Druk 6-24 uur voordat er vers voedsel in de vriezer wordt geplaatst gedurende 2-3 se-
conden op de snelvriesknop SUPER om de functie FROSTMATIC te activeren. Het gele controlelampje SUPER gaat branden. De compressor zal constant gaan lopen om ervoor te zorgen dat het verse voedsel zo snel mogelijk wordt ingevroren.
2. Het is mogelijk om de functie op elk moment uit te schakelen door op de snelvriestoets
SUPER te drukken.
3. Plaats het voedsel in het vriesvak of de vriesvakken (aangegeven door de afbeeldingen)
en laat de functie FROSTMATIC nog eens 24 uur aan staan.
4. Druk dan nogmaals op de snelvriestoets SUPER (het gele controlelampje SUPER gaat
uit).
5. Verplaats het bevroren voedsel van het bovenste vriesvak naar de andere vakken (be-
waarvakken) om plaats te maken voor in te vriezen voedsel.
Als de snelvriestoets SUPER per ongeluk aan blijft staan, raakt de vriezer niet beschadigd, maar wordt er energie verspild. De functie wordt 52 uur later automatisch uitgeschakeld. Het controlelampje SUPER gaat ook uit.
Het eerste gebruik
HET EERSTE GEBRUIK
De binnenkant schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typische geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
Gebruik geen oplosmiddelen of schuurpoeders. Deze beschadigen de lak.
DAGELIJKS GEBRUIK
Vers voedsel invriezen
De vriesvakken (aangegeven met de afbeeldingen) zijn geschikt voor het invriezen van vers voedsel en het gedurende een lange periode bewaren van ingevroren en diepgevroren voedsel. Als u vers voedsel wilt invriezen, activeert u de snelvriesfunctie SUPER. De maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden, staat vermeld op het typeplaatje, een etiket dat zich aan de binnenkant van het apparaat bevindt. Het invriesproces duurt 24 uur. Vries tijdens deze periode geen ander voedsel in.
Het bewaren van ingevroren voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet gebruikt is inschakelt, het apparaat minstens 2 uur op een hoge instelling laten werken voordat u er producten in plaatst.
In het geval van onbedoelde ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen dan de duur die op de kaart met technische kenmerken onder "tijdsduur" is vermeld, moet het ontdooide voedsel snel geconsumeerd worden of onmiddellijk bereid worden en dan weer worden ingevroren (nadat het afgekoeld is).
9
Ontdooien
Diepgevroren of ingevroren voedsel, kan voordat het wordt gebruikt, ontdooid worden op kamertemperatuur. Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de vriezer gekookt worden als ze nog be­vroren zijn: in dat geval zal de bereiding iets langer duren.
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
Normale bedrijfsgeluiden
• U kunt een zwak gorgelend en borrelend geluid horen wanneer het koelmiddel door lei­dingen wordt gepompt. Dat is normaal.
• Als de compressor aan staat, wordt het koelmiddel rondgepompt en dan zult u een zoe­mend en kloppend geluid van de compressor horen. Dat is normaal.
10 Onderhoud en reiniging
• De thermische uitzetting kan een plotseling krakend geluid veroorzaken. Dit is een na­tuurlijk, niet gevaarlijk fysisch verschijnsel. Dat is normaal.
• Als de compressor in- of uitgeschakeld wordt, zult u een zacht "klikje" van de thermo­staat horen. Dat is normaal.
Tips voor het invriezen
Om u te helpen om het beste van het invriesproces te maken, volgen hier een paar belang­rijke tips:
• de maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden. is vermeld op het typeplaatje;
• het invriesproces duurt 24 uur. Voeg gedurende deze periode niet meer in te vriezen voedsel toe;
• vries alleen vers en grondig schoongemaakte levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in;
• bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan het snel en volledig worden ingevroren en zo kunt u later alleen die hoeveelheid laten ontdooien die u nodig heeft;
• wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht zijn;
• leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen het al ingevroren voedsel, om te voorko­men dat dit laatste warm wordt;
• smalle pakjes zijn makkelijker op te bergen dan dikke; zout maakt voedsel minder lang houdbaar;
• water bevriest, als dit rechtstreeks uit het vriesvak geconsumeerd wordt, kan het aan de huid vastvriezen;
• het is aan te bevelen de invriesdatum op elk pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het al bewaard is;
Tips voor het bewaren van ingevroren voedsel
Om de beste resultaten van dit apparaat te verkrijgen, dient u:
• er zich van te verzekeren dat de commercieel ingevroren levensmiddelen op geschikte wijze door de detailhandelaar werden opgeslagen;
• ervoor te zorgen dat de ingevroren levensmiddelen zo snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer gebracht worden;
• de deur niet vaker te openen of open te laten staan dan strikt noodzakelijk.
• Als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het snel en kan het niet opnieuw worden inge­vroren.
• Bewaar het voedsel niet langer dan de door de fabrikant aangegeven bewaarperiode.
ONDERHOUD EN REINIGING
LET OP!
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de stekker uit het stopcontact trekken.
Onderhoud en reiniging
Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen; onderhoud en herladen mag alleen uitgevoerd worden door bevoegde technici.
Periodieke reiniging
Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt:
• maak de binnenkant en de accessoires schoon met lauw water en wat neutrale zeep.
• controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze schoon zijn en vrij van restjes zijn.
• spoel ze af en maak ze grondig droog.
Trek niet aan leidingen en/of kabels aan de binnenkant van de kast en verplaats of bescha­dig ze niet. Gebruik nooit schoonmaakmiddelen, schuurpoeders, erg geparfumeerde reinigingsproduc­ten en waspolijstmiddelen om de binnenkant schoon te maken, aangezien deze het opper­vlak beschadigen en een sterke geur achterlaten.
Maak de condensor (zwart rooster) en de compressor op de achterkant van het apparaat schoon met een borstel of stofzuiger. Deze handeling zal de prestatie van het apparaat ver­beteren en het elektriciteitsverbruik besparen.
Zorg ervoor dat u het koelsysteem niet beschadigt.
Veel normaal verkrijgbare keukenreinigers bevatten chemicaliën die de kunststoffen die in dit apparaat gebruikt zijn kunnen aantasten/beschadigen. Daarom wordt het aanbevolen de buitenkant van dit apparaat alleen schoon te maken met warm water met een beetje af­wasmiddel. Steek, na het schoonmaken van het apparaat, de stekker weer in het stopcontact.
11
Het ontdooien van de vriezer
Het vriesvak van dit model is een "no-frost"-type. Dit betekent dat zich in het vriesvak geen ijs vormt als deze in bedrijf is, noch tegen de wanden noch op de levensmiddelen. Het voorkomen van ijsvorming wordt gerealiseerd door een continue circulatie van koude lucht in het vak, die aangedreven wordt door een automatisch geregelde ventilator.
No-Frost-technologie
Om het verwijderen van de ijslaag mogelijk te maken, wordt de verdamper tijdens de ont­dooiprocedure geholpen door elektrische verwarming. De ventilator staat uit. Het dooiwater druppelt in de lade die in de compressor wordt geplaatst en verdampt dan. Tijdens de ont­dooiprocedure (die ongeveer 30 minuten duurt) wordt de verdamper warm, maar dit heeft geen invloed op de temperatuur in de vriezer zelf. De levensmiddelen moeten goed verpakt zijn om vochtverlies ten gevolge van de luchtcir­culatie te voorkomen. Dek de ventilatieopeningen niet af. Het wordt aanbevolen om alle levensmiddelen in de manden van het vriesvak te plaatsen.
Periodes dat het apparaat niet gebruikt wordt
Als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt, neem dan de volgende voor­zorgsmaatregelen:
12 Problemen oplossen
1. trek de stekker uit het stopcontact
2. Haal al het voedsel eruit
3. Maak het apparaat en alle toebehoren schoon
4. Laat het deksel open om onaangename geurtjes te voorkomen.
Als uw apparaat aan blijft staan, vraag dan iemand om het zo nu en dan te controleren, om te voorkomen dat het bewaarde voedsel bederft, als de stroom uitvalt.
PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHUWING!
Haal de stekker uit het stopcontact voordat u problemen gaat oplossen. Alleen een gekwalificeerd elektricien of een bevoegde persoon mag problemen oplossen die niet in deze handleiding beschreven zijn.
Tijdens het normale gebruik hoort u geluiden (compressor, koelmiddelcirculatie).
Het apparaat werkt niet continu dus als de compressor stopt, betekent dit niet dat er geen stroom is. Daarom moet u geen elektrische onderdelen van het apparaat aanraken voordat u de stroom hebt uitgeschakeld.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat maakt la­waai.
De compressor werkt con­tinu.
Deuren sluiten niet goed af of
De deur is te vaak open gedaan. Laat de deur niet langer open
Er zijn grote hoeveelheden
Het voedsel dat in het apparaat
De kamertemperatuur is te
Er is te veel rijp en ijs. De producten zijn niet op de
Het apparaat wordt niet goed ondersteund.
De thermostaatregeling is ver­keerd ingesteld.
zijn niet goed gesloten.
voedsel tegelijk in de vriezer ge­plaatst.
is geplaatst, was te warm.
hoog.
juiste wijze verpakt.
Controleer of het apparaat stabiel staat (alle vier de voetjes moeten op de vloer staan).
Stel een hogere temperatuur in.
Controleer of de deuren goed sluiten en of de pakkingen onbe­schadigd en schoon zijn.
staan dan noodzakelijk. Wacht een paar uur en controleer
dan nogmaals de temperatuur.
Laat voedsel afkoelen tot kamer­temperatuur voordat u het op­slaat.
Verlaag de temperatuur in de ka­mer.
Pak de producten beter in.
Problemen oplossen 13
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Deuren sluiten niet goed af of
De thermostaatknop staat mis-
Het is te warm in de vrie­zer.
De deur sluit niet stevig of is
Er zijn grote hoeveelheden
Het voedsel dat in het apparaat
In te vriezen producten zijn te
Het is te koud in de vrie­zer.
Het apparaat werkt hele­maal niet. De koeling en de verlichting werken niet.
De stroom bereikt het apparaat
Het apparaat staat niet aan. Schakel het apparaat in. Er staat geen spanning op het
Het apparaat koelt hele­maal niet.
Er staat geen spanning op het
Het apparaat staat niet aan. Schakel het apparaat in.
Er verschijnt een recht­hoekig symbool aan de rechterkant van de tempe­ratuurdisplay.
zijn niet goed gesloten.
schien niet goed. De thermostaatknop staat mis-
schien niet goed.
niet op de juiste manier geslo­ten.
voedsel tegelijk in de vriezer ge­plaatst.
is geplaatst, was te warm.
dicht bij elkaar geplaatst.
De thermostaatknop staat mis­schien niet goed.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
niet.
stopcontact (probeer een ander apparaat op het stopcontact aan te sluiten).
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
stopcontact (probeer een ander apparaat op het stopcontact aan te sluiten).
Probleem met de temperatuur­sensor.
Controleer of de deuren goed sluiten en of de pakkingen onbe­schadigd en schoon zijn.
Stel een hogere temperatuur in.
Stel een lagere temperatuur in.
Controleer of de deur goed sluit en de pakking onbeschadigd en schoon is.
Leg kleinere hoeveelheden voed­sel tegelijk in de vriezer.
Laat voedsel afkoelen tot kamer­temperatuur voordat u het op­slaat.
Plaats de producten zodanig dat er koude lucht tussen kan circule­ren.
Stel een hogere temperatuur in.
Sluit de stekker goed aan.
Probeer een ander elektrisch ap­paraat op het stopcontact aan te sluiten.
Bel een elektricien.
Sluit de stekker goed aan.
Bel een elektricien.
Neem contact op met de klanten­service.
14 Technische gegevens
De deur sluiten
1. Maak de afdichtingen van de deur schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg "Montage".
3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact met de service-afde-
ling.
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen Hoogte 850 mm Breedte 595 mm Diepte 635 mm Tijdsduur 13 uur
De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de linker binnenkant in het apparaat en op het energielabel.
MONTAGE
WAARSCHUWING!
Lees voor uw eigen veiligheid en correcte werking van het apparaat eerst de "veiligheidsin­formatie" aandachtig door, alvorens het apparaat te installeren.
Opstelling
Dit apparaat kan ook in een droge, goed geventileerde binnenruimte (garage of kelder) ge­installeerd worden, maar voor de beste prestatie kunt u het apparaat beter installeren op een plaats waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse die staat aangegeven op het typeplaatje van het apparaat.
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10°C tot + 32°C N +16°C tot + 32°C ST +16°C tot + 38°C T +16°C tot + 43°C
Montage 15
Waterpas zetten
Zorg er voor dat, wanneer u het apparaat plaatst, het waterpas staat. Deze stand kan bereikt worden met de twee afstelbare voetjes (2) die aan de voorkant en onderkant van het apparaat beves­tigd zijn. Stel de voetjes indien nodig bij door het afstandsstuk (1) te verwijderen.
Plaats
Het apparaat moet ver van hittebronnen, zoals ra­diatoren, boilers, direct zonlicht enz., vandaan worden geïnstalleerd. Zorg er voor dat lucht vrij kan circuleren aan de achterkant van het meubel. Als het apparaat onder een hangend keukenkastje wordt geplaatst, moet de minimale afstand tussen de bovenkant van het meubel en het wandkastje minstens 100 mm bedragen om optimale presta­ties te garanderen. Voor de beste prestatie kunt u het apparaat beter niet onder een hangend keu­kenkastje zetten. De afstelbare voetjes aan de on­derkant van het apparaat garanderen een nauw­keurig horizontale uitlijning. Als het meubel in een hoek is geplaatst en de zijkant bevat scharnieren die naar de muur wijzen, moet de af­stand tussen de muur en het meubel ten minste 10 mm zijn om de deur ver genoeg open te krijgen zodat de planken verwijderd kunnen worden.
WAARSCHUWING!
Het moet mogelijk zijn het apparaat van de hoofdstroomtoevoer af te koppelen; de stekker moet daarom na installatie gemakkelijk toegankelijk zijn.
15mm 100mm
1
2
15mm
Omkeerbaarheid van de deur
Om de volgende handelingen uit te voeren, raden we aan dat dit wordt gedaan met de hulp van een tweede persoon die de deuren van het apparaat stevig vasthoudt tijdens de werk­zaamheden.
Om de draairichting van de deur te veranderen, gaat u als volgt te werk:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Kantel het apparaat voorzichtig naar achteren, zodat de compressor de vloer niet kan raken.
16 Montage
3. Schroef beide afstelbare voetjes los.
4. Draai de schroeven van het onderste scharnier van de deur los.
5. Haal de deur uit de koelkast door hem iets naar beneden te trekken.
6. Schroef de bovenste deurscharnierpen los en monteer deze aan de andere kant.
7. Bevestig de bovenste deur op het bo­venste scharnier.
8. Verwijder het onderste scharnier. Breng de pin over in de richting van de pijl.
9. Draai de schroef los en monteer deze aan de andere kant.
10. Monteer het onderste scharnier op de andere kant, verander de stand van de deur niet.
11. Draai de ene schroef in het gat op de andere kant, schroef ook de afstelbare voetjes (2 stuks) vast.
12.
Verwijder en monteer het handvat
5)
op
de tegenoverliggende zijde.
13. Zet het apparaat op zijn plaats, zet het waterpas, wacht minstens vier uur en steek dan de stekker in het stopcontact.
Controleer goed en verzeker u ervan dat:
• alle schroeven zijn aangehaald,
• de deur goed open en dicht gaat.
Als de omgevingstemperatuur laag is (bijv. in de winter), kan het zijn dat de pakking niet precies op de kast past. Wacht in dat geval tot de pakking op natuurlijke wijze passend wordt. Als u bovenstaande handelingen liever niet zelf uitvoert, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde Klantenservice. De deskundige van de Klantenservice zal de draairichting van de deuren op uw kosten veranderen.
5) Indien dat nodig is.
Loading...
+ 36 hidden pages