Eclipse AVN8826 INSTALLATION Manual [hr]

Page 1
Deutsch Español Français Italiano
Nederlands
SvenskaEnglish
Lees deze installatiehandleiding zorgvuldig alvorens de installatie uit te voeren en de verbindingen te maken. Als er installatiemethoden of niet-standaard onderdelen gebruikt worden die niet in deze installatiehandleiding staan vermeld, kan dit ongelukken of letsel veroorzaken. Installatie door een deskundige wordt aanbevolen. Neem contact op met de plaats van aankoop voor een afspraak. Nadat u de gebruikershandleiding en de installatiehandleiding grondig heeft gelezen, deze op een veilige plaats bewaren voor latere naslag. Aan dealers:
Geef deze installatiehandleiding aan de klant nadat de installatie en de verbindingen voltooid zijn.
Inhoud
Inhoud
Onderdelen
Alvorens te
installeren
Installatie
Verbindingen
2
Voor uw veiligheid bij gebruik van de AVN8826 3
Namen en functies van de aansluitingen 4
Installeren van de GPS antenne 9
HDD Navigation System with 7 "Wide TFT Display and DVD/MS Multi-Source Receiver
INSTALLATIEHANDLEIDING
Voorbeeld van systeemaansluiting 8
MODEL
Installeren van de hoofdeenheid 11
Aansluiten van de rijsnelheidsimpuls-, parkeerrem- en achteruitrijsignaalkabels (draden)
6
Page 2
-2-
Deutsch English Español Français Italiano
Nederlands
Svenska
Onderdelen van GPS antenne
GPS antenne
x 1
Waterdicht kussen
x 1
Massaplaat
x 1
Carrosseriebeschermfolie
x 1
Verbindingskabel
(Rijsnelheidsimpuls, parkeersignaal,
achteruitrijsignaal, video, enz.)
(20P) x 1
Hoofdeenheid
x 1
Bij het installeren van de hoofdeenheid, kan het bij bepaalde voertuigmodellen noodzakelijk zijn dat er afzonderlijke onderdelen aangeschaft moeten worden zoals een voedingsadapterkabel, een radioantenneadapterkabel of montagesteun.
Tip
Verbindingskabel
(stroomvoorziening en luidspreker connector)
(16P) x 1
Onderdelen van hoofdeenheid
Verbindingskabel
(E-LAN enz.)
(16P) x 1
Bedradingsonderdelen
Kabelklemband
x 4
Bedradingsbundeltape
x 3
Montagemof
x 1
Antennekabel
x 1
Sierstuk
x 1
Zijsteun
x 2
Schroef met platte kop
(M4x6) x 4
Houder
(voor afneembaar paneel) x 1
Verbindingsconnector
x 3
Dunne platte schroef
(M4x5) x 4
Panschroef met onderlegring
(Blauw:M4x3) x 4
Onderdelen
Onderdelen
Controleer of alle onderstaande onderdelen voorhanden zijn.
Controleer of alle onderstaande onderdelen voorhanden zijn.
Klem
(voor GPS antenne)x 3
1
5
9
13
2
6
10
3
7
11
4
8
12
14
18
15
19
16
17
20
Page 3
-3-
Deutsch Español Français Italiano
Nederlands
SvenskaEnglish
Overal in deze handleiding, zoals ook op de AVN8826, staan symbolen voor waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen, zoals hieronder afgebeeld, aangegeven. Deze laten de veilige en correcte manieren voor de behandeling van het product zien met als doel lichamelijk letsel aan uzelf en anderen en beschadiging van eigendom te voorkomen. Neem alvorens de handleiding door te lezen de tijd om de belangrijke informatie die in dit hoofdstuk wordt vermeld te lezen en te bestuderen.
Dit symbool geeft een situatie aan waarbij verkeerde behandeling door het veronachtzamen van een symbool ernstig of dodelijk lichamelijk letsel kan veroorzaken.
Dit symbool geeft een situatie aan waarbij verkeerde behandeling door het veronachtzamen van een symbool ernstig lichamelijk letsel kan veroorzaken of enkel schade aan eigendom tot gevolg kan hebben.
Dit hoofdstuk bevat informatie die kan helpen problemen en schade aan het apparaat te voorkomen en bevat ook andere belangrijke informatie.
Tip
VVoor uw v
oor uw v
eiligheid bij gebr
eiligheid bij gebr
uik v
uik v
an de A
an de A
VN8826
VN8826
Let er op bij het doortrekken van kabels dat deze niet in aanraking komen met scherpe metalen onderdelen zoals steunen of schroefpunten. Anders bestaat de kans op kortsluiting, het ontstaan van elektrische schokken, brand of ongelukken.
Speel de audio af op een gematigd volumeniveau dat u in staat stelt de geluiden van buiten de auto te horen. Rijden zonder dat u de geluiden van buitenaf kunt horen kan ongelukken veroorzaken.
Dit product dient uitsluitend als boordapparatuur gebruikt te worden, anders bestaat de kans op elektrische schokken of letsel.
Geef niet gedurende langere tijd vervormde geluiden weer; de kans bestaat dat de luidsprekers oververhit raken en brand veroorzaken.
Voor de beste resultaten dient dit product geïnstalleerd te worden door een deskundige installateur.Neem contact op met de plaats van aankoop van het product voor het maken van een afspraak.
Gebruik bij installatie van dit product de bijgeleverde bevestigingsmaterialen. Als andere onderdelen worden gebruikt dan die welke zijn bijgeleverd, kan het apparaat intern beschadigd raken of niet voldoende stevig bevestigd worden en van zijn plaats schuiven.
Vermijd het installeren van dit product op plaatsen waar dit nat kan worden, zoals in de buurt van ramen, of op plaatsen die vochtig of stoffig zijn. De aanwezigheid van vloeistof, vocht of stof binnen in dit product kan kortsluiting veroorzaken, hetgeen tot rookontwikkeling of brand kan leiden.
Als dit product niet op de juiste wijze wordt aangesloten, kan dit een ongeluk, brand of het ontstaan van elektrische schokken veroorzaken.
Waarschuwing
Opgelet
Installeer dit product niet op plaatsen waar dit het uitzicht van de bestuurder kan belemmeren of waar dit de passagiers in de auto in gevaar kan brengen. Anders kan dit een ongeluk of letsel veroorzaken.
Installeer dit product niet op plaatsen waar dit de bediening van het stuurwiel, de schakelhendel, het rempedaal, enz., kan hinderen. Anders kan dit een ongeluk of letsel veroorzaken.
Bepaal ter voorkoming van schade aan de auto de positie van slangen, elektrische bedrading en de brandstoftank alvorens gaten te boren om dit product te installeren. Neem ook voorzorgsmaatregelen dat het product niet in aanraking komt met deze onderdelen of deze hindert. Anders kan dit brandgevaar veroorzaken.
Gebruik bij het installeren van dit product nooit de bestaande moeren of bouten waarmee onderdelen van de brandstoftank, het stuursysteem of het remsysteem bevestigd zijn. Anders kan dit problemen bij het sturen of remmen of brandgevaar veroorzaken.
Ter voorkoming van het ontstaan van kortsluiting, de negatieve aansluiting van de accu losmaken alvorens dit product te installeren. Anders bestaat de kans op het ontstaan van elektrische schokken of letsel.
Bij het gebruik van een bestaande moer en/of bout van de auto voor het aarden van dit product, geen moeren en/of bouten gebruiken waarmee onderdelen van het stuursysteem of het remsysteem bevestigd zijn. Anders kan dit een ongeluk veroorzaken.
Bind kabels en bedradingsbundels met isolatieband of kabelklembanden aan elkaar om te voorkomen dat deze bewegende onderdelen hinderen. Als deze in het stuurwiel, de schakelhendel of het rempedaal verstrikt raken, kan dit een ongeluk veroorzaken.
Nooit een ander elektrisch apparaat van stroom voorzien door de stroomtoevoerdraad (kabel) van dit product te splitsen of af te tappen. Anders zal de stroomcapaciteit van de kabel worden overschrooden, hetgeen brand of een elektrische schok kan veroorzaken.
Probeer nooit het product te demonteren of te wijzigen. Anders bestaat de kans op een ongeluk, brand of het ontstaan van elektrische schokken.
Bij het installeren van dit product in een auto met een passagierszij­airbag, dit niet bevestigen op de afdekking van de airbag of op plaatsen waar dit de activering van de airbag kan hinderen. Anders kan de juiste werking van de airbag in het geval van een ongeluk niet gegarandeerd worden, hetgeen letsel mogelijk met dodelijke afloop kan veroorzaken.
Gebruik oogbescherming bij het maken van gaten (bijvoorbeeld: boren). Anders kan letsel zoals het verlies van gezichtsvermogen worden veroorzaakt.
Blootliggende bedrading dient geïsoleerd te worden met isolatieband. Anders bestaat de kans op kortsluiting, brand of het ontstaan van elektrische schokken.
Breng geen wijzigingen aan in dit systeem voor een ander gebruik dan in deze handleiding wordt aangegeven. Wijk ook niet af van de installatieprocedures die in deze handleiding worden beschreven. Fujitsu ten kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade zoals bijvoorbeeld, maar niet beperkt tot, ernstig of dodelijk letsel of schade aan eigendommen die het gevolg is van installaties die onbedoelde activering veroorzaken.
Dit apparaat is enkel bestemd voor gebruik in voertuigen met 12 volt gelijkstroom en negatieve massa. Gebruik het apparaat nooit in 24­volt voertuigen zoals zware vrachtwagens of dieselauto’s met koud klimaat specificaties.
De plastic opbergzak niet over iemands hoofd plaatsen. Dit kan een ernstig ongeluk of dood door verstikking veroorzaken.
Dit product niet demonteren of er wijzigingen in aanbrengen. Dit kan een ongeluk, brand of het ontstaan van elektrische schokken veroorzaken.
Wanneer het vervangen van de zekering noodzakelijk is, altijd een zekering van de juiste capaciteit gebruiken (aantal ampères). Gebruik van zekeringen met hogere amperages kan brandgevaar veroorzaken.
Gebruik dit product niet bij een toestand van defect, zoals bijvoorbeeld wanneer de audio-installatie niet werkt. Dit kan een ongeluk, brand of het ontstaan van elektrische schokken veroorzaken.
Als zich een abnormale situatie voordoet, zoals wanneer er vreemde bestanddelen in het apparaat zijn terechtgekomen of er water over gemorst is, of wanneer er rook of een vreemde geur uit het apparaat komt, het product onmiddellijk uitschakelen en contact opnemen met de plaats van aankoop. Doorgaan met gebruik kan een ongeluk, brand of het ontstaan van elektrische schokken veroorzaken.
Waarschuwing
Opgelet
Page 4
Deutsch English Español Français Italiano
Nederlands
Svenska
-4-
Nooit de isolatie van de spanningskabel doorknippen of deze voor de voeding van andere apparatuur gebruiken. Als de nominale stroomcapaciteit van de stroomkabel wordt overschrooden, bestaat de kans op brand en het
ontstaan van elektrische schokken.
De kabels dienen met tape of een soortgelijke bevestigingsmethode vastgezet te worden zodat deze tijdens het rijden geen hinder kunnen vormen. Als deze vast komen te zitten of verstrikt raken rondom onderdelen zoals het
stuurwiel, de schakelhendel of het rempedaal, kan dit ongelukken veroorzaken.
Als het uiteinde van de kabel wordt verwijderd voor verbinding met een andere kabel, PVC tape of een soortgelijk draadisolatiemateriaal rondom de verbinding wikkelen om deze te isoleren. Als de verbinding niet geïsoleerd
wordt, kan dit brand of ongelukken veroorzaken.
Zie onderstaande tabel voor de draadkleuren en de verbindingsplaatsen voor de verbindingskabels , en
.
Tip
8
1
2
3
4
20P
GPS ANTENNE
14
1P
5
7
6
B
E
ANTENNESTEKKER
HOOFDEENHEID
16P
1
VERBINDINGSKABEL (E-LAN enz.)
4
VERBINDINGSKABEL (Rijsnelheidsimpuls, parkeersignaal,
achteruitrijsignaal, video, enz.)
3
VERBINDINGSKABEL (stroomvoorziening en
luidspreker connector)
2
A
8
D
C
F
16P
ANTENNEKABEL
5
4P
Tip*1
De posities van de B+ en ACC pinnen op de connector kunnen
verschillen afhankelijk van de auto. Vervang in dergelijke
gevallen het uiteinde van de connector. Vraag uw dealer naar
bijzonderheden betreffende de posities van de connectorpinnen.
Tip*1
NAAR CONNECTOR ZIJDE AUTO
Namen en functies v
Namen en functies v
an de aansluitingen
an de aansluitingen
Waarschuwing
13P
Installatie is alleen mogelijk in voertuigen met ACC.
Opgelet
4
32
Page 5
-5-
Deutsch Español Français Italiano
Nederlands
SvenskaEnglish
Stroomvoorziening van antenne (Blauw)
Aansluiten op de besturingsaansluiting van de automatische antenne van de auto.
Stroomvoorziening van besturing (Blauw/Wit)
Sluit de besturingsaansluiting aan voor de externe versterker, enz.
Rijsnelheidsimpulssignaalkabel(Paars/Wit)
Aansluiten op de rijsnelheidsimpulssignaalaansluiting.
Parkeerremsignaalkabel(Rood/Wit)
Aansluiten op de parkeerremsignaalaansluiting.
Achteruitrijsignaalkabel (Groen)
Sluit de achteruitrijsignaaluitvoer van de auto aan op deze aansluiting.
NAVI uitschakeldraad (Bruin)
Aansluiten op de NAVI-MUTE aansluiting van een DCU105 of soortgelijke apparatuur (afzonderlijk verkrijgbaar).
Uitschakeldraad mobiele telefoon (Rose)
Aansluiten op de massauitgangsaansluiting van een mobiele telefoon.
H/A uitschakeldraad (Lichtgroen)
Aansluiten op de DVD-MUTE aansluiting van een DCU105 of soortgelijke apparatuur (afzonderlijk verkrijgbaar).
Massa (Zwart)
Aansluiten op een punt waar een goede carrosseriemassa beschikbaar is.
NAVI-VOICE uitgangsaansluiting
Aansluiten op de NAVI-VOICE ingangsaansluiting van een extern apparaat zoals een DCU105 (afzonderlijk verkrijgbaar).
Digitale uitgangsaansluiting
Aansluiten op de DIGITAL ingangsaansluiting van een extern apparaat zoals een DCU105 (afzonderlijk verkrijgbaar).
VTR ingangsaansluitingen
Voor aansluiting van de uitgangskabel van externe videoapparatuur zoals een videorecorder.
Geel: Videosignaal Wit: Audio (links) signaal Rood: Audio (rechts) signaal
VTR uitgangsaansluitingen
Aansluiten op de monitor met videosignaalingang.
Geel: Videosignaal Wit: Audio (links) signaal Rood: Audio (rechts) signaal
Externe ingangsaansluiting van achteruitzichtcamera (4P)
Te gebruiken met de Eclipse achteruitzichtcamera (afzonderlijk verkrijgbaar)
E-LAN aansluiting (13P)
Aansluiten op de E-LAN aansluiting van de CD wisselaar, enz.
9
8
7
6
5
4
3
2
1
-
Aansluitingen aan auto
-
U dient de noodzakelijke onderdeeladapterkabel voor de auto aan te schaffen, zodat de stroomvoorzieningen gebruikt kunnen worden. (Neem contact op met uw dealer voor nadere bijzonderheden.)
Omwikkel de aansluitkabels met plastic tape om deze te isoleren.
Tip
A
C
D
E
F
Draadkleuren en aansluitpunten voor aansluiting van kabels en en
B
2
43
Page 6
-6-
Deutsch English Español Français Italiano
Nederlands
Svenska
Opmerkingen betreffende installatie
Controleer nauwkeurig het rijsnelheidsimpulssignaal, het parkeerremsignaal en het achteruitrijsignaal alvorens de aansluitingen te maken. Als de kabels verkeerd worden aangesloten, kan dit ongelukken of problemen met het
correct functioneren tot gevolg hebben.
Het label op de rijsnelheidsimpulssignaalkabel bevat een beveiligingscircuit, dus de kabel niet doorknippen en het beveiligingscircuit niet verwijderen, anders kan dit problemen met het correct functioneren tot gevolg hebben.
Bind de kabels bij elkaar met tape of iets dergelijks zodat deze tijdens het rijden geen hinder vormen. Als deze vast komen te zitten of verstrikt raken rondom onderdelen zoals het stuurwiel, de schakelhendel of het rempedaal,
kan dit ongelukken veroorzaken.
De plaatsen waar de rijsnelheidsimpulssignaalkabel, de parkeerremsignaalkabel en de achteruitrijsignaalkabel zich bevinden verschillen afhankelijk van het voertuigmodel en de uitvoering. Vraag de autodealer of uw dichtstbijzijnde Eclipse dealer voor bijzonderheden.
Tip
-
Een aansluitpunt voor het rijsnelheidsimpulssignaal (voorbeeld)
-
Rijsnelheidsimpulssignaalkabel (voertuigkabelbundel)
Motorcomputer
Rijsnelheidsimpulssign aalkabel (paars/wit) van aansluitkabel.
Bevat een beveiligingscircuit, dus nooit verwijderen.
Verbindingsconnector
Altijd de rijsnelheidsimpulssignaalkabel aansluiten, aangezien anders de meetprecisie in grote mate verminderd wordt.
Tip
Gebruik een verbindingsconnector voor het verbinden van de rijsnelheidsimpulssignaalkabel (paars/wit) die afkomstig is vanaf de hoofdeenheid met de rijsnelheidsimpulssignaalkabel van de auto.
1
Leid de rijsnelheidsimpulssignaalkabel naar de hoofdeenheid.
2
Voetbediende parkeerrem
Parkeerremsig naalkabel
Handbediende parkeerrem
-
Een aansluitpunt voor parkeerremsignaalkabel (voorbeeld)
-
Bevestig een kabelverbindingsstekker op deze plaats.
Parkeerremsig naalkabel
Gebruik een verbindingsconnector voor het verbinden van de parkeerremsignaalkabel (rood/wit) die afkomstig is van de hoofdeenheid met de parkeerremsignaalkabel van de auto.
1
Leid de parkeerremsignaalkabel naar de hoofdeenheid.
2
Aansluiten v
Aansluiten v
an de r
an de r
ijsnelheidsimpuls-, par
ijsnelheidsimpuls-, par
kkeerrem- en
eerrem- en
achter
achter
uitr
uitr
ijsignaalkabels (dr
ijsignaalkabels (dr
aden)
aden)
Parkeerremsig naalkabel
10
Waarschuwing
Page 7
-7-
Deutsch Español Français Italiano
Nederlands
SvenskaEnglish
Bevestig een kabelverbindingsstekker op deze plaats.
Achteruitrijsignaalkabel
Achteruitrijlamp
Achteruitrijsignaalkabel
-
Een verbindingspunt voor de achteruitrijsignaalkabel (voorbeeld)
-
Let er op de achteruitrijsignaalkabel aan te sluiten. Als deze niet wordt aangesloten, bestaat de kans dat de
positie van de auto niet correct is wanneer met de auto achteruit wordt gerooden.
Gebruik een circuittestapparaat om te bepalen of een aftastspanning van 6 V of hoger wordt opgewekt
wanneer er met de auto achteruit gerooden wordt.
Tip
-
Gebruik van de verbindingsconnector
-
Steek de verbindingskabel [rijsnelheidsimpulssignaalkabel (paars/wit), parkeerremsignaalkabel (rood/wit) of achteruitrijsignaalkabel (groen) van de hoofdeenheid en de kabel van de auto in de verbindingsconnector.
1
Duw de aansluiting (het metalen gedeelte) van de verbindingsconnector in met behulp van een tang.
2
Bedradingsbundel in de auto
Rijsnelheidsimpulssignaalkabel (paars/wit), parkeerremsignaalkabel (rood/wit) of achteruitrijsignaalkabel (groen)
Verbindingsconnector
10
Druk het kapje van de verbindingsconnector naar beneden en duw het in totdat het vergrendelt.
3
Vergrendelen
Verbindingsconnector
10
Gebruik een verbindingsconnector voor het verbinden van de achteruitrijsignaalkabel (groen) die afkomstig is van de hoofdeenheid met de achteruitrijsignaalkabel van de auto.
1
Leid de achteruitrijsignaalkabel naar de hoofdeenheid.
2
Page 8
-8-
Deutsch English Español Français Italiano
Nederlands
Svenska
Nooit de isolatie van de spanningskabel doorknippen of deze voor de voeding van andere apparatuur gebruiken. Als de nominale stroomcapaciteit van de stroomkabel wordt overschrooden, bestaat de kans op brand en het ontstaan van elektrische schokken.
De kabels dienen met tape of een soortgelijke bevestigingsmethode vastgezet te worden zodat deze tijdens het rijden geen hinder kunnen vormen. Als deze vast komen te zitten of verstrikt raken rondom onderdelen zoals het stuurwiel, de schakelhendel of het rempedaal, kan dit ongelukken veroorzaken.
Als het uiteinde van de kabel wordt verwijderd voor verbinding met een andere kabel, PVC tape of een soortgelijk draadisolatiemateriaal rondom de verbinding wikkelen om deze te isoleren. Als de verbinding niet geïsoleerd wordt, kan dit brand of ongelukken veroorzaken.
Installeer alle randapparatuur en sluit deze aan alvorens deze op de hoofdeenheid aan te sluiten.
De beschermingskapjes (RCA, enz.) niet verwijderen wanneer deze niet in gebruik zijn.
Omwikkel de aansluitkabels met tape (PVC tape) om deze te isoleren.
Tip
HOOFDEENHEID
1
16P
GPS ANTENNE
NAAR MASSA
NAAR ACCU+12V
(Permanente
stroomvoorziening)
Geel
4P
DIGITAAL
UITGANGSSIGNAAL
NAAR RIJSNELHEIDSIMPULSSIGNAALAANSLUITING
(Zie pagina 6)
NAAR PARKEERREMSIGNAAL
(Zie pagina 6)
Rood/
Wit
NAAR
ACHTERUITRIJSIGNAAL
(Zie pagina 7)
Groen
Paars/
Wit
NAVI MUTE
Bruin
20P
NAVI UITGANGSSIGNAAL
H/A UITSCHAKELING
TEL UITSCHAKELING
Rose
Lichtgroen
13P
DIGITAAL UIT (Kapje niet verwijderen)
CH3083 (Afzonderlijk verkrijgbaar)
DIN KABEL (Meegeleverd met CH3083)
STROOMVOORZIENINGSAANSLUITKABEL (Meegeleverd met CH3083)
ANTENNESTEKKER
NAAR ACCU+12V
(Permanente stroomvoorziening)
Geel
Blauw
1P
16P
DVD-UITSCHAKELING
Rose
NAVI MUTE
Bruin
Zwart
VERBINDINGSKABEL (Meegeleverd met DCU105)
12P
DCU105 (Afzonderlijk verkrijgbaar)
MICROFOON (Meegeleverd met DCU105)
NAVI VOICE UITGANGSSIGNAAL
VIDEO UITGANGSSIGNAAL
13P
13P
BEC105
(afzonderlijk verkrijgbaar)
Blauw/Wit
Zwart
14
Deze luidsprekerkabels worden niet gebruikt bij het aansluiten van een externe versterker. Als geen externe versterker wordt gebruikt, de voorste en achterste luidsprekers met behulp van deze luidsprekerkabels aansluiten.
Tip*1
NAAR MIDDELSTE LUIDSPREKER (MET VERSTERKER) OF EXTERNE VERSTERKER
Bij een voorste 3-weg luidsprekersysteem
-
Voorbeelden van luidsprekeraansluitingen
-
Tip*1
NAAR SUBWOOFER (MET VERSTERKER) OF EXTERNE VERSTERKER
Bij een voorste 1-weg luidsprekersysteem
Zwart
VVoorbeeld v
oorbeeld v
an systeemaansluiting
an systeemaansluiting
NAAR SPANNINGSKABEL VAN ELK APPARAAT
(Stroomvoorziening)
NAAR RELAIS VAN ELEKTRISCHE ANTENNE
(Stroomvoorziening)
DIGITAAL
INGANGSSIGNAAL
VERBINDINGSKABEL (Rijsnelheidsimpuls, parkeersignaal, achteruitrijsignaal, video, enz.)
3
VERBINDINGSKABEL
(E-LAN enz.)
4
VERBINDINGSKABEL (stroomvoorziening en luidspreker connector)
2
NAAR CONNECTOR ZIJDE AUTO
NAAR EXTERNE VERSTERKER
NAAR EXTERNE VERSTERKER
NAAR EXTERNE VERSTERKER
NAAR EXTERNE VERSTERKER
Waarschuwing
DIN KABEL (Meegeleverd met DCU105)
RCA KABEL
(Meegeleverd met DCU105)
GEEN VERBINDING
(Kapje niet verwijderen)
RCA KABEL
(Meegeleverd met DCU105)
VERBINDINGSKABEL (Meegeleverd met DCU105)
NAAR MASSA
NAAR MASSA
ANTENNEKABEL
5
• Zie de gebruikerhandleiding van de DCU 105 voor bijzonderheden.
13P
16P
NAAR EXTERNE VERSTERKER
NAAR MIDDELSTE LUIDSPREKER (MET VERSTERKER) OF EXTERNE VERSTERKER
NAAR SUBWOOFER (MET VERSTERKER) OF EXTERNE VERSTERKER
NAAR EXTERNE VERSTERKER
L
CENTER
R
SWREAR
L
FRONT
R
MidLowMidHi
L
R
L
CENTER
FRONT
R
SWREAR
MidLowMidHi
Page 9
-9-
Deutsch Español Français Italiano
Nederlands
SvenskaEnglish
Tip
Opmerkingen betreffende installatie
Installeer de antenne niet op plaatsen (zoals voorstijlen en dakpaneel) die van de lucht zijn afgeschermd.
De GPS antenne dient in een horizontale positie geïnstalleerd te worden waar de signalen zo ongehinderd mogelijk kunnen worden opgevangen, zoals op het dak van de auto. Satellietsignalen kunnen niet worden opgevangen als de antenne afgeschermd is of gehinderd wordt.
Als de GPS antenne buiten de auto geïnstalleerd wordt, de hoofdantenne-eenheid verwijderen als u de auto gedurende langere tijd onbeheerd achterlaat, om diefstal of vandalisme aan de antenne te voorkomen.
Houd bij het verwijderen van de antenne de hoofdantenne-eenheid vast. Niet aan de kabel trekken, aangezien deze anders beschadigd wordt, hetgeen problemen ten aanzien van het correct functioneren kan opleveren.
Als de GPS antenne buiten de auto geïnstalleerd wordt, de hoofdantenne-eenheid verwijderen wanneer u de auto gaat wassen. (Als u de auto gaat wassen wanneer de hoofdantenne-eenheid nog bevestigd is, er voor zorgen dat het kabelgedeelte niet rechtstreeks met water wordt afgespoten om te voorkomen dat water de auto kan binnendringen.)
De magneet die aan de GPS antenne is bevestigd is buitengewoon krachtig. Let bij het installeren van de antenne op de volgende punten.
Zet de antenne niet op de grond neer of op een vuile of stoffige ondergrond. Als kleine metaaldeeltjes zich aan de magneet gaan hechten, kunnen deze beschadiging van de carrosserie van de auto veroorzaken.
Houd de antenne uit de buurt van horloges en magneetkaarten, anders bestaat de kans dat deze beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt worden.
Als de autoruit van een speciaal soort glas is gemaakt, zoals warmtewerend glas of kogelvrij glas, de GPS antenne aan de buitenzijde van de auto installeren. Als de GPS antenne aan de binnenzijde van de auto geïnstalleerd wordt, zal de ontvangstgevoeligheid aanzienlijk afnemen, waardoor de precisie van de positiebepaling nadelig beïnvloed wordt.
Als de GPS antenne binnen in de auto geïnstalleerd wordt, dient deze aan de aardingsplaat gemonteerd te worden.
Als de GPS antenne binnen in de auto geïnstalleerd wordt, zal de lokatie en de helling van de voorruit van de auto de nauwkeurigheid van de GPS antenne bepalen voor het ontvangen van het GPS signaal. Als de plaatsing van de GPS antenne binnen in de auto de nauwkeurigheid van de GPS antenne hindert, is het wellicht beter de antenne aan de buitenzijde van de auto te monteren.
De materialen die in de voor- en achterruit van de auto gebruikt worden kunnen de gevoeligheid van de GPS ontvangst aanzienlijk verminderen. Als dit gebeurt, de antenne aan de buitenzijde van de auto monteren.
Als het montagevlak een niet-plastic oppervlak is, zoals echt leder, houtpaneel of stof, kan door het monteren van de antenne de afwerking beschadigd worden. Monteer de aardingsplaat niet op dergelijke plaatsen.
Veeg het montagevlak grondig schoon zodat dit vrij is van alle vuil, vocht of vet alvorens de antenne te installeren.
Breng geen beschermende lagen aan op de GPS antenne, aangezien dit een vermindering van de ontvangstgevoeligheid van de antenne kan veroorzaken.
Leid de GPS antennekabel zo ver mogelijk van TV en radioantennes en kabels vandaan, anders kan dit storing veroorzaken met video en audiosignalen.
De kabels dienen met tape of een soortgelijke bevestigingsmethode (bijvoorbeeld: kabelklembanden) vastgezet te worden zodat deze tijdens het rijden geen hinder kunnen vormen. Als deze vast komen te zitten of verstrikt raken rondom onderdelen zoals het stuurwiel, de schakelhendel of het rempedaal, kan dit ongelukken veroorzaken.
Installeer de GPS antenne niet op een plaats waar het uitzicht van de bestuurder belemmerd wordt of waar dit tijdens het rijden een obstakel vormt, aangezien dit ongelukken kan veroorzaken.
Installeren v
Installeren v
an de GPS antenne
an de GPS antenne
Waarschuwing
Page 10
-10-
Deutsch English Español Français Italiano
Nederlands
Svenska
-
Installatie buiten de auto (voorbeeld)
-
Kies een installatiepositie waar de GPS antenne stevig bevestigd kan worden.
1
Verwijder het kleefpapier van de carrosseriebeschermfolie en bevestig de beschermfolie aan de auto.
2
Installeer de GPS antenne bovenop de carrosseriebeschermfolie.
3
Carrosseriebesche rmfolie
17
GPS antenne
14
Voorzijde van auto
-
Installatie binnen in de auto (voorbeeld)
-
Kies een installatiepositie op het dashboard dat horizontaal is met een onbelemmerd uitzicht op de lucht.
1
Monteer de aardingsplaat aan het dashboard.
2
Monteer de GPS antenne aan de aardingsplaat.
3
Massaplaat
16
Leid de GPS antennekabel naar de installatiepositie van de hoofdeenheid.
4
GPS antenne
14
Voorzijde van auto
Kies een lokatie die tenminste 50 cm verwijderd is van de hoofdeenheid. Als dit niet gebeurt, zal de GPS metingprecisie afnemen.
Gebruik bij het installeren van de GPS antenne de aardingsplaat. Als de aardingsplaat niet gebruikt wordt, zal de ontvangstgevoeligheid afnemen, waardoor de precisie van de positiebepaling nadelig beïnvloed wordt.
Tip
Als de GPS antenne binnen in de auto geïnstalleerd wordt, bepaalt de plaats van de installatie en de vorm van de carrosserie van de auto de nauwkeurigheid van de GPS. De nauwkeurigheid is in het algemeen lager wanneer de GPS antenne binnen in de auto geïnstalleerd wordt.
Tip
Snijd met een schaar de bedradingsbundeltape in bruikbare lengten. Doe hetzelfde voor de rest van de installatie.
Tip
Tip
Leid de GPS antennekabel naar binnen in de kofferruimte van de auto en zet de kabel met klemmen vast.
4
Bevestig het waterdichte stootkussen zodanig dat de GPS antennekabel plat tegen de afdichtrubber gedrukt wordt wanneer het kofferdeksel gesloten wordt.
5
Waterdicht kussen
Voorzijde van auto
Afdichtrubber
15
Breng normaal water of zeepwater aan op het waterdichte stootkussen om bij het vinden van de gewenste montagepositie het waterdichte stootkussen te helpen glijden.
Tip
Bedradingbevestigingstape
Leid de GPS antennekabel naar de hoofdeenheid en bevestig de kabel met bedradingsbundeltape.
6
Snijd met een schaar de bedradingsbundeltape in bruikbare lengten. Doe hetzelfde voor de rest van de installatie.
Tip
20
Page 11
30˚ of minder
Horizontaal (referentie)
Voor
-
Installatiehoek
-
Waarschuwingslabel
Opgelet
-
Voorbereiding voor installatie
-
Om goed te kunnen blijven functioneren moet het apparaat onder een hoek van minder dan 30 graden gemonteerd worden. Als de hoek groter is dan 30 graden, is het mogelijk dat de DVD/CD gaat verspringen en dat de DVD/CD en memorystick foutief wordt uitgeworpen.
Tip
Verwijder alvorens de hoofdeenheid te installeren het waarschuwingslabel.
1
Tip
In het geval de hoofdeenheid opgestuurd moet worden, het waarschuwingslabel weer aanbrengen om mogelijke schade veroorzaakt door het vervoer te helpen voorkomen.
Hoofdeenheid
1
Steek de montagemof in de opening in het dashboard van de auto of in het consolevak.
1
Buig met behulp van een schroevendraaier of iets dergelijks de uitsteeksels in de montagemof om de montagemof vast te zetten.
2
-
Installatievoorbeeld van hoofdeenheid (als de hoofdeenheid met behulp van de montagemof geïnstalleerd wordt)
-
Bind voorzichtig alle overtollige lengten van de bedrading die op de hoofdeenheid is aangesloten bij elkaar en maak deze op een plaats met vrije ruimte in de auto vast zodat de kabels niet kunnen verschuiven of verstrikt raken tussen de hoofdeenheid of overige onderdelen van de auto. Als de kabels niet correct bevestigd worden, kan dit defecten of kortsluitingen veroorzaken, hetgeen tot brand of andere ongelukken kan leiden.
Sluit alle kabels aan alvorens de hoofdeenheid aan te sluiten.
Tip
Buig de montageuitsteeksels.
Dashboard of consolevak
Montagemof
7
Voorbeeld2
3
Door de posities van de steunen af te stellen kan de montagediepte van de hoofdeenheid afgesteld worden.
Voorbeeld1
Voorzijde van auto
Bevestig de zijsteunen aan de hoofdeenheid met behulp van de schroeven met platte koppen.
Maak voor de montageschroeven gebruik van de meegeleverde montageschroeven (M4 x 6). Als andere schroeven gebruikt worden, bestaat de kans dat het binnenste van het apparaat beschadigd wordt.
Tip
Zijsteuns
Schroef met platte kops
(M4 x 6) x 2
Hoofdeenheid
1
Voorzijde van auto
11
Hoofdeenheid
1
Hoofdeenheid
1
Plaats van schroef
Plaats van schroef
-11-
Deutsch Español Français Italiano
Nederlands
SvenskaEnglish
Installeren v
Installeren v
an de hoofdeenheid
an de hoofdeenheid
8
Zijsteuns
8
Zijsteuns
8
Page 12
-12-
Deutsch English Español Français Italiano
Nederlands
Svenska
Verwijder de bevestigingshouder en alle overige accessoires van de middelste accessoiregroep om plaats te maken voor de hoofdeenheid.
1
Buig met behulp van een schroevendraaier of iets dergelijks de uitsteeksels in de montagemof om de montagemof vast te zetten.
2
Bevestigingsbouten
Bevestigingshouder, enz.
Paneel van middelste accessoiregroep
Bevestig de steunen aan de hoofdeenheid.
3
Installeer de hoofdeenheid in de auto.
4
Hoofdeenheid
Montagesteun
1
Bind voorzichtig alle overtollige lengten van de bedrading die op de hoofdeenheid is aangesloten bij elkaar en maak deze op een plaats met vrije ruimte in de auto vast zodat de kabels niet kunnen verschuiven of verstrikt raken tussen de hoofdeenheid of overige onderdelen van de auto. Als de kabels niet correct bevestigd worden, kan dit defecten of kortsluitingen veroorzaken, hetgeen tot brand of andere ongelukken kan leiden.
Sluit alle kabels aan alvorens de hoofdeenheid aan te sluiten.
Tip
Wees voorzichtig tijdens het installeren niet te hard tegen de display of de toetsen van de hoofdeenheid te drukken. Anders bestaat de kans dat de hoofdeenheid beschadigd worden.
Deze installatiemethode is slechts één voorbeeld. Vraag wanneer u de hoofdeenheid in de auto installeert bij de plaats van aankoop informatie over welke installatiemethode u kunt gebruiken.
Tip
6
5
4
Installeer het sierstuk op de hoofdeenheid.
Bevestig de achterzijde van de hoofdeenheid.
Steek de hoofdeenheid in de montagemof totdat deze op zijn plaats vergrendelt.
-Installatievoorbeeld van hoofdeenheid (als de hoofdeenheid geïnstalleerd wordt met behulp van de zijsteunen van de auto)
-
Sierstuk
6
Montagemof
7
Metalen gedeelte van auto
Dashboard of consolevak
Maak voor de montageschroeven (M4 x 5) gebruik van de meegeleverde montageschroeven. Als andere schroeven gebruikt worden, bestaat de kans dat het binnenste van het apparaat beschadigd wordt.
Tip
Voorbeeld2
Door de posities van de steunen af te stellen kan de montagediepte van de hoofdeenheid afgesteld worden.
Voorbeeld1
Voorzijde van autoVoorzijde van auto
Bevestigingshouder
Schroef met platte kop
(M4 x 5) x 4
12
Schroef x 2
Plaats van schroef
Plaats van schroef
Als deze montagegaten gebruikt worden, gebruik maken van de panschroef met onderlegring (Blauw: M4 x 3).
Hoofdeenheid
1
Hoofdeenheid
1
Wees voorzichtig tijdens het installeren van de hoofdeenheid in de auto niet te hard tegen de display van de hoofdeenheid of de toetsen te drukken, anders bestaat de kans dat de hoofdeenheid en de toetsen beschadigd worden.
Deze installatiemethode is slechts één voorbeeld. Vraag wanneer u de hoofdeenheid in de auto installeert bij de plaats van aankoop informatie over welke installatiemethode u kunt gebruiken.
Tip
13
Loading...