Eclipse AVN2227P User Manual [it]

HANDBOEK
In-Car Audio Visual Navigation
Wij danken u voor de koop van deze receiver. Lees het handboek door om de juiste bediening te leren kennen. We adviseren u het handboek na het doorlezen zodanig op te bergen dat het te allen tijde kan worden geraadpleegd.

Voor een veilig gebruik van de AVN2227P

De waarschuwings- en veiligheidssymbolen afgebeeld hieronder worden systematisch gebruikt zowel in de handleiding als op de AVN2227P zelf. Ze helpen u veilig en correct om te gaan met het product, zodat noch u of noch iemand anders letsel oploopt en het product niet wordt beschadigd. Wij raden u aan, dit hoofdstuk aandachtig te lezen zodat u met de de informatie vertrouwd raakt voordat u de handleiding zelf gaat lezen.
Deze opmerking waarschuwt u voor een situatie waarin een
Waarschuwing
verkeerde behandeling of niet-inachtneming van de waarschuwing ernstig letsel of zelfs de dood tot gevolg kan hebben.
Let op!
Gelieve alle bij het product geleverde documentatie (handleidingen, garantiebepalingen) zorgvuldig. Eclipse kan niet aansprakelijk worden gesteld indien het product niet goed werkt doordat deze instructies niet werden nagevolgd.
Deze opmerking geeft een situatie aan waarin een verkeerde behandeling tot lichamelijk letsel of beschadiging kan leiden.
Waarschuwing
Gebruik dit systeem niet voor andere doeleinden dan in dit document aangegeven. Wijk ook niet af v an de hieronder beschreven installatieprocedure. Eclipse aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade, met inbegrip van maar niet beperkt tot ernstig letsel, dood of materiële schade, veroorzaakt door installatieprocedures die niet voorziene bediening mogelijk maken.
Dit apparaat werkt op een voeding van 12V DC en mag uitsluitend worden geïnstalleerd in een auto met een elektrisch systeem met 12V massaverbinding. Elke andere wijze van installatie kan brand veroorzaken, of andere ernstige schade aan het apparaat en de auto zelf.
Installeer dit apparaat nooit indien het een veilig gebruik van de auto kan belemmeren. Blokkeer nooit het uitzicht van de bestuurder. Installeer het apparaat nooit zodanig dat het gebruik van de remmen, het stuur, of andere veiligheidsuitrusting, zoals de veiligheidsgordels en de airbags, belemmert.
Voordat u in de auto gaten boort voor het aanbrengen, moet u controleren waar de leidingen, reservoirs, elektrische kabels en andere systemen en componenten van de auto zich bevinden, zodat elk contact of storing wordt vermeden. Bovendien moet u rond de boorgaten de nodige maatregelen treffen tegen roest en lekkage. Als u dit niet doet, kan dat leiden tot brand of elektrische schokken.
Om het apparaat aan te brengen, mag u geen bestaande bevestigingen van de auto verwijderen, zoals moeren, bouten, schroeven, clips en andere sluitingen. Verwijder of verander nooit bestaande bedrading in de auto, met inbegrip van massa-aansluitingen en klemmen.. Het wijzigen van bestaande kabels en onderdelen kan de auto onveilig maken.
Koppel voordat u begint, de negatieve (-) accuklem los, om elektrische schokken of vonkv orming te vermijden, evenals schade aan de bekabeling van de auto en het apparaat.
Beveilig de bekabeling met tape of plastic straps, zodat de kabels het normale gebruik van de auto niet kunnen belemmeren, met name het gebruik van de remmen, de versnellingshendel of het stuur. Plaats de kabels zodanig dat ze niet schuren of andersszins kunnen beschadigen door bewegende auto-onderdelen, met inbegrip van elektrisch verplaatsbare stoelen.
Om brand of schade aan de auto en het apparaat te voorkomen, mag u het apparaat nooit op de vooeding aansluiten indien dat het bestaande elektrische systeem kan overbelasten. Alle elektrische kabels of verbindingen moeten worden geïsoleerd. Installeer altijd zekeringen, stroomonderbrekers en relais.
Airbags zijn vitale veiligheidsvoorzieningen. Installeer het apparaat nooit op een wijze die de bekabeling of ontplooiing van de airbag kan hinderen. Airbags moeten tijdens een ongeval correct werken.
Controleer, als de installatie is voltooid, of alle elektrische systemen goed werken, m.i.v. de verlichting, de claxon, de remlichten en de alarmknipperlichten.
Gebruik voor uw eigen veiligheid nooit een elektrische boor zonder veiligheids- of stofbril. Boorschilfertjes of stof kunnen de ogen ernstig verwonden en tot blindheid leiden.
Gebruik isolatieband om alle kabels, ook niet-gebruiket, te isoleren. Goede isolatie voorkomt vonken, schokken en brand.
Voor sommige hoofdunits zijn batterijen nodig. Installeer nooit een apparaat waarvan de batterijen toegankelijk zijn voor jonge kinderen. Indien een batterij wordt ingeslikt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
Tijdens het rijden mag u uw blik nooit van de weg afwenden om het apparaat te bedienen. Let op de weg, om ongevallen te voorkomen. Laat het bedienen van het apparaat niet uw aandacht van het rijden afleiden.
De bestuurder moet tijdens het rijden niet naar het scherm kijken. Als u niet op de weg let, kan dat tot ongevallen leiden.
Waarschuwing
Deponeer geen vreemde objecten in de cd-lade of de USB-poort.. Dat elektrische schokken of brand veroorzaken.
Neem het apparaat niet uit elkaar en verander het niet. Dat kan leiden tot ongevallen, brand of elektrische schok.
Zorg dat geen water of vreemde voorwerpen in de inwendige delen van het apparaat terechtkomen. Dat kan,
rook, brand of elektrische schokken veroorzaken.
Gebruik het apparaat niet als het defect is (als het scherm niet aangaat of geen geluid hoorbaar is). Dat kan leiden tot ongevallen, brand of elektrische schok.
Vervang de zekeringen altijd door zekeringen met dezelfde capaciteit en kenmerken. Gebruik nooit een zekering met een hoger vermogen dan de oorspronkelijke. Gebruik van een verkeerd type zekering kan brand of ernstige schade veroorzaken.
Als water of vreemde voorwerpen in het apparaat terechtkomen, of er rook uitkomt of een vreemde geur, stop dan onmiddellijk met het gebruik en neem contact op met uw dealer. Als u het apparaat onder die omstandigheden blijft gebruiken. kan dit leiden tot ongevallen, brand of elektrische schok.
De bestuurder dient tijdens het rijden niet de cd of usb-stick te wisselen, geen aandacht schenken aan de weg voor u kan leiden tot ongevallen. Stop de auto eerst op een veilige plaats.
Plastic zakken en verpakkingen kunnen verstikking en dood veroorzaken. Hou ze daarom weg van babies en kinderen. Doe de zak nooit over uw hoofd of mond.
Let op!
Het bekabelen en installeren van dit apparaat vereist kennis en ervaring. Daarom wordt installatie door een vakman aangeraden. Raadpleeg uw dealer of elektro-installateur. Onjuiste bekabeling zou het apparaat kunnen beschadigen of veilig gebruik van de auto kunnen beelemmeren.
Gebruik uitsluitend de gespecificeerde accessoires. Andere accessoires kunnen leiden tot schade aan het apparaat of afvallende onderdelen.
Installeer het apparaat niet op plaatsen waar het is blootgesteld aan condensatie (rond de air conditioning, etc.), water, sterke vochtigheid, stof of oliedampen. Indien water, vocht, stof of oliedamp in het apparaat binnendringt kan dat rook, brand of storingen veroorzaken.
Vermijd installatie op plaatsen waar het apparaat niet veilig kan worden bevestigd of waar het sterk trilt. Als u het apparaat met dubbelzijdige kleefband installeert, moet u de installatiezone eerst schoonmaken. Als u dat verzuim,t kan het apparaat lostrillen tijdens het rijden, wat kan leiden tot verkeersongevallen en/of letsel.
Installeer het apparaat niet in direct zonlicht of in de warme luchtstroom van de verwarming. Dat zou de temperatuur van de inwendige elementen van de unit kunnen verhogen, wat brand of storingen kan veroorzaken.
Blokkeer nooit de ventilator, koelelement of ventilatieopeningen van deze hoofdunit. Wanneer deze elementen geblokkeerd zijn, raakt apparaat oververhit, wat tot brand kan leiden.
Sluit het apparaat aan zoals in de handleiding aangegeven. Indien het apparaat op onjuiste wijze wordt aangesloten, kan dat leiden tot brand of ongevallen.
Bij installatie in auto’s uitgerust met airbags moet u voor u begint de veiligheidsvoorschriften van de fabrikant raadplegen. Als u dat niet doet, zouden de airbags verkeerd kunnen werken.
Breng de bedradeling zo aan, dat de kabels niet kunnen worden afgekneld of beschadigd door bewegende delen zoals stoelrails of met aangeschroefde onderdelen. Loskoppelen van kabels kan kortsluiting veroorzaken, waarvan ongevallen, brand en elektrische schokken het gevolg kunnen zijn.
Breng de bekabeling zodanig aan, dat deze niet in direct contact komt met metalen onderdelen. Kabels kunnen schade oplopen door contact met metaal, wat brand en elektrische schokken kan veroorzaken.
Laat de bedrading niet over warme oppervlakken lopen. Hoge temperaturen kunnen de isolatie aantasten en kortsluitingen, vonken of brand veroorzaken.
Als u het apparaat op een andere plaats wilt aanbrengen, raden wij u aan eerst contact op te nemen met uw dealer voor veiligheidsaanwijzingen. Het verwijderen en installeren vereist een zekere technische kennis.
Beperk het volume tot een redelijk niveau zodat u nog steeds hoort wat buiten de auto gebeurt, zoals waarschuwingen, stemmen of sirenes. Als u dit niet doet kan dat leiden tot ongevallen.
Zorg dat uw handen of vingers niet bekneld raken tijdens het afstellen van de kantelhoek of het sluiten van het display. Dat kan letsel veroorzaken.
Steek uw handen of vingers niet in de cd-lade of USB-poort. Dat kan letsel veroorzaken.
Let op!
Raak de warmteafleider van de versterker niet aan. Dat kan leiden tot cerbrandingen.
Als de vloeistof van alkalische accu’s in contact komt met uw huid of kleding, direct spoelen met schoon water.
Als de vloeistof in contact komt met uw ogen, spoel ze dan met schoon water en raadpleeg een arts.
Bevestig, na het verwijderen van lege lithium batterijen te verwijderen, zelfklevend isolatietape op de positieve en negatieve uiteinden. Na het isoleren kunt u ze inleveren overeenkomstig de plaatselijke voorschriften in uw gemeente. Kortsluitingen, brand en draadbreuken kunnen ontstaan door contact met elektrisch leidende voorwerpen zoals metaaldelen, etc.
U mag de batterijen niet openen, uit elkaar nemen of verwarmen, of ze in water of vuur gooien. Kapottee en lekkende batterijen kunnen brand en letsel veroorzaken.
Gebruik het apparaat uitsluitend in de auto, om elektrische schokken en letsel te vermijden.
Let op de stand van het volumeniveau als u het apparaat inschakelt. Te harde geluiden kunnen leiden tot
gehoorschade.
Gebruik het apparaat niet onder bijzondere omstandigheden, bijv. wanneer het geluid wordt onderbroken of vervormd is. Dat kan brand veroorzaken.
Dit apparaat maakt gebruik van onzichtbaar laserlicht. Neem het apparaat niet uit elkaar en verander het niet. Neem bij storingen contact op met het bedrijf waar u het apparaat hebt gekocht. Als u iets aan het apparaat verandert, kunnen laserstralen vrijkomen, wat uw ogen kan beschadigen, of leiden tot ongevallen, brand of elektrische schokken.
Als het apparaat valt of beschadigd is, zet het dan uit en neem contact op met uw dealer. Gebruik onder dergelijke omstandigheden kan leiden tot brand of elektrische schokken.
Met behulp van het snelheidspulssignaal van de auto kunt u de routegeleidingsfunctie ook gebruiken op plaatsen waar normaal gesproken geen geleiding beschikbaar is (bijv. in een tunnel). De nauwkeurigheid van de geleiding is dan echter niet gegarandeerd, omdat deze dan afhangt van de toestand van het wegdek en de rijsnelheid.
Voorzorgsmaatregelen voor het verwyderen van SD kaart Verwijder de SD kaart niet terwijl u op de PND bezig bent Schakel de PND uitgeschakeld en wacht tenminste 3 seconden nadat de display uitgeschakeld is vooraleer u de SD kaart verwijdert. Als u dit niet navolgt, kunnen de gegevens op de SD kaart verloren of beschadigd raken.
Bovenop het apparaat bevindt zich een sticker met de tekst A CLASS 1 LASER PRODUCT.
Conform de Europese Richtlijn 2002/96/EC (voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur = WEEE),
mogen producten die zijn gekenmerkt met een doorgekruiste vuilcontainer, in de EU-landen niet worden vermengs met huishoudelijk afval. WEEE : Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparatuur Als u dit product kwijt wilt in een EU-land, moet u de hiervoor in het betreffende land geldende regels in acht nemen, bijvoorbeeld door het apparaat aan de leverancier te retourneren. WEEE heeft een negatieve invloed op milieu en gezondheid als gevolg van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen. U kunt bijdragen aan een beter milieu door hergebruik en recycling van producten te ondersteunen.

Algemene voorzorgsmaatregelen

<Uw AVN2227P zal gedurende lange tijd naar tevredenheid werken, wanneer u het op de juiste wijze behandelt en onderhoudt.>

Opmerkingen bij de bediening

• Stel voor uw eigen veiligheid het geluidsvolume in op een gemidelde waarde, zodat u ook nog
geluiden van buitenaf hoort.
• U kunt cd’s afspelen waarbij het logo op de linkerkant staat.
• U kunt op deze speler ook muziek-cd’s afspelen (cd-r/cd-rw). Gebruik alleen cd’s die op de juiste wijze zijn gebrand. Afhankelijk van het bewerkingsformaat en de gebruikte software kan het voorkomen dat sommige cd’s niet goed afspelen..
TEXT
• Voer uitsluitend cd’s in het apparaat in. Leg geen vreemde objecten, zoals munten of creditcards, in de lade.
• Vermijd zware mechanische schokken. Als de speler zware trillingen ondergaat, bijvoorbeeld bij rijden over een slecht wegdek, kan het afspelen onregelmatig zijn.. Zet onder dergelijke omstandigheden het apparaat uit, en schakel het pas weer in wanneer u weer op een beter wegdek rijdt.
• Condensvorming Bij koud en regenachtig weer kan het apparaat condensafzetting vertonen, net als de binnenkant van uw ruiten. In dat geval is afspelen mogelijk niet storingsvrij of zelf onmogelijk. Laat de lucht in de auto eerst droger worden, voordat u het apparaat weer inschakelt.
• De lade reinigen. In de lade kan zich stof ophopen. Reinig de lade van tijd tot tijd, om te voorkomen dat het stof krassen op de cd’s maakt.

Basisfuncties

Geluid instellen

Het geluid onderdrukken

Druk op de [MUTE]-toets.
1
Om het geluid weer te laten horen, kunt u nogmaals op de [MUTE]-toets drukken of de [VOL]-knop naar rechts draaien. Als het geluid is onderdrukt, geld dat niet voor de gesproken navigatieaanwijzingen.

Geluid voor de geleiding instellen

Druk op de [FUNC/AF]-toets om te switchen naar de functiemodus.
1
Druk op de [FUNC/AF]-toets tot de indicatie op het subscherm verandert in PIEP.
2
Druk op de [SELECT (rechts/links)]-toets om te switchen tussen de status AAN
3
en UIT voor PIEP.
Rechts: AAN Links: UIT
Druk op de [ENTER]-toets.
4

Audiobedieningsmodi wijzigen

Zodra op de [ENTER]-toets wordt gedrukt wijzigt de modus één stap in
1
onderstaande volgorde.
BASS MID TREB BAL FAD NON-F NF-P LPF LOUD SVC VOL BASS ...
Draai in de audiomodus de [VOL]-knop naar rrechts of links om het geluid in te stellen; zie onderstaande tabel.
Modus Functie [VOL]-draaiknop/functie
Worden de lage tonen
benadrukt.
Worden de lage tonen
zachter.
Worden de middentonen
benadrukt.
Worden de middentonen
verzacht.
Worden de hoge tonen
benadrukt.
Worden de hoge tonen
verzacht.
Worden de
rechterluidsprekers
benadrukt.
Worden de
linkerluidsprekers
benadrukt.
Worden de luidsprekers
voor benadrukt.
Worden de luidsprekers
achter benadrukt.
Verhoogt het niveau van
de sub-woofer.
Verlaagt het niveau van
de subwoofer.
BASS
(LAGE TONEN)
MID
(MIDDENTONEN)
TREB
(HOGE TONEN)
BAL (BALANCE)
FAD (FADER)
NON-F (NON-FADER
LEVEL)
Instellen lage tonen..
Instellen
middentonen..
Instellen hoge tonen..
Stelt de balans tussen
rechter- en
linkerluidspreker(s) af.
Stelt de balans tussen de luidspreker(s) voor
en achter af.
Regelt niet-fader
niveau (voor
aangesloten sub-
woofer).
Als u naar rechts draait
Als u naar links draait
Als u naar rechts draait
Als u naar links draait
Als u naar rechts draait
Als u naar links draait
Als u naar rechts draait
Als u naar links draait
Als u naar rechts draait
Als u naar links draait
Als u naar rechts draait
Als u naar links draait
Modus Functie [VOL]-draaiknop/functie
De afstemming van
NF-P (NON-FADER
PHASE)
LPF (Lage Pass Filter voor uitvoer van Sub-
Woofer)
LOUD (LOUDNESS)
SVC
(Source Volume
Control)
het geluid tussen de
voor- en
achterluidsprekers
kan verbeterd worden
door de fase te selecteren. Schakel over tot een fase in
welke de luidsprekers
combineren in
perfecte harmonie.
Regelt de frequentie
filterinstellingen.
Benadrukt lage en
hoge frequenties als
het geluidsvolume
laag is.
Als de functie
Loudness is
ingeschakeld, worden
de tekortkomingen in
de hoge tonen
gecompenseerd.
In deze modus kan u
het volume niveau
voor elke audio bron
regelen, met als
referentie niveau het
volume niveau van de
FM radio. (Het
volume niveau van de
audio bron waar u nu
naar luistert wordt
geregeld.)
Als u naar rechts draait
Als u naar links draait
Als u naar rechts draait
Als u naar links draait
Als u naar rechts draait AAN
Als u naar links draait UIT
Als u naar rechts draait
Als u naar links draait
NORMAL
(Doet de timing van de uitvoer van de voor- en
achter luidsprekers en de
woofer samenvallen.)
REVERSE
(Wijzigt de fase van de
timing van de uitvoer van
de voor- en achter luidsprekers en de
woofer.)
LPF ON:
Laat enkel lagere
frenquenties door (lage
reeks).
LPF OFF:
Laat alle frequenties door of ze nu laag zijn of hoog.
Wordt het SVC-niveau
verhoogd.
Wordt het SVC-niveau
verlaagd.

Telefoononderdrukkingsfunctie

Als u een telefonische oproep ontvangt, wordt het geluid van de audiofunctie geheel onderdrukt. Deze functie werkt wanneer de autotelefoon met een kabel op het apparaat is aangesloten. Zodra een telefonische oproep binnenkomt, wordt de MUTE-functie geactiveerd. Als de MUTE-functie is ingeschakeld, wordt op het display "TEL-MUTE" weergegeven. Zodra het telefoongesprek is beëindigd, schakelt de MUTE-functie uit en wordt het het geluidsvolume van voor de oproep hersteld.
Let op!
Gebruik tijdens het rijden een handsfree- kit om gevaarlijke situaties te vermijden.

Schakelen tussen audio- en navigatiescherm

Telkens wanneer u de [SCREEN]-toets indrukt, wijzigt de weergave van audio-
1
naar navigatiescherm en v.v.

PND-display in- en uitschakelen

Als het PND-display is uitgeschakeld en u op de [SCREEN]-toets drukt,
1
Wordt het PND-display ingeschakeld.
Als u, wanneer het PND-display is ingeschakeld, langer dan één seconde op de
2
[SCREEN]-toets drukt,
Wordt het PND-display uitgeschakeld.
Opmerking
Raadpleeg voor meer gegevens over het gebruik van het PND-display de bijbehorende bedieningshandleiding.

Schakelen tussen luidsprekers links en rechts voor de navigatiegeleiding

De gesproken aanwijzingen kunnen via de luidsprekers links of rechts worden weergegeven.
Druk langer dan één seconde op de [SOURCE/PWR]-toets om de audiomodus
1
uit te schakelen (op het display ziet u dan "GOOD BYE").
U kunt schakelen tussen de luidsprekers links en rechts door de toetsen [FUNC/
2
AF] en [SCREEN] gelijktijdig langer dan 3 seconden ingedrukt te houden.
RECHTS LINKS Rechts: Het geluid komt uit de luidspreker rechtsvoor Links: Het geluid komt uit de luidsprekerlinksvoor

De dimmerinstelling selecteren

Om de afleesbaarheid van het scherm te verbeteren, wordt de helderheid aangepast zodra de lichten van de auto (flankverlichting, achterlichten, nummerplaatverlichting) worden ontstoken.
Druk langer dan één seconde op de [SOURCE/PWR]-toets om de audiomodus
1
uit te schakelen (op het display ziet u dan "GOOD BYE").
U kunt de dimmer in- en uitschakelen door de toetsen [FUNC/AF] en [MUTE]
2
gelijktijdig langer dan 3 seconden ingedrukt te houden.
DIMM ON DIMM OFF ON: gedimd OFF: niet gedimd
Opmerking
De helderheid en de dag/nacht-instelling van het PND-display kunnen samen met de instelling van de dimmer worden gewijzigd. Handmatige aanpassing via het PND is eveneens mogelijk. Raadpleeg de PND-handleiding voor informatie over "Dockingvoorkeuren".

De Audio Klep gebruiken

De Audio Klep gebruiken

Nadat u de PND van de hoofdunit hebt verwijderd raden we u aan om de optionele Audio Klep te gebruiken dat aangepast is aan de TRK-107p* om te vermijden dat de connector bevlekt wordt. * TRK-107p: Apart verkrijgbaar

De Audio Klep bevestigen

Schuif de linkerkant van de Audio Klep in de hoofd unit.
1
Schuif de vergrendeling aan de linkerkant van de Audio Klep in het slot van het apparaat.
De Audio Klep bevestigen
2
Druk op de rechterkant van de Audio Klep tot het op zijn plaats klikt.

De Audio Klep uit de hoofdunit nemen

Druk op de [Release]-toets.
1
De rechterkant van de Audio Klep komt los van de hoofdunit.
De Audio Klep verwijderen.
2
De Audio Klep vasthouden aan de rechterkant, opheffen en naar u toe trekken om het te verwijderen.
ATTENTIE!
Als de Audio Klep nat is, mag u hem niet op de hoofdunit bevestigen.
Opmerking
Nadat u de PND hebt verwijderd, kunt u de connector klep op de Audio Klep bevestigen zoals hieronder getoond.
Connector Klep
Audio Klep

De radiotuner bedienen

Vooraf ingestelde zenders oproepen

Druk op de [MODE/PTY]-toets om het kanaal van de vooraf ingestelde zenders te
1
selecteren.
Draai aan de [VOL]-knop om een vooraf ingestelde zender op te roepen tussen
2
P1 en P6.
Druk op de [ENTER]-toets.
3
Het vooraf ingestelde kanaal wordt geselecteerd en u ontvangt de betreffende zender. Van elke FM-band ( 1, 2 en 3) kunt u zes zenders opslaan en nog eens zes zenders op de AM-frequentie, in totaal dus 24 zenders.

Een vooraf ingesteld kanaal oproepen vanaf het PND-display

Raak de betreffende schakelaar aan, om de zender via het display op te roepen.
1
Vooraf ingestelde schakelaars

Zenders opslaan

Zenders handmatig opslaan

Stem af op een zender die u in het voorinstellingskanaal wilt opslaan.
1
Druk op de [MODE/PTY]-toets om de draaiselectiemodus te selecteren.
2
Draai aan de [VOL]-knop om een van de vooraf ingestelde kanalen P1 t/m P6 te
3
selecteren.
Loading...
+ 27 hidden pages