Geachte klant,
Voordat u uw koelkast in bedrIjf neemt, dient u deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig door te lezen !
1. Toepassingsbereik
In weg- en watervoertuigen mag de koelbox niet voor gastoepassing worden
geinstalleerd! Toepassing met vloeibaar gas in gesloten ruimten is niet
toegestaan !
DIT KOELAPPARAAT MAG ALLEEN BUITEN MET GAS WORDEN
TOEGEPAST !
Het gebruik in de openlucht betekent : ook tenten (voortenten), die tijdens
het bedrijf van het apparaat goed geventileerd zijn, alsmede terrassen op de
begane grond.
Elektrische toepassing is onbeperkt toegestaan.
De locatie dient in ieder geval tegen regen en spatwater te worden
beschermd.
2. Het bewaren van gasflessen
Flessen met vloeibaar gas nooit op ongeventileerde plekken of onder het
maaiveld (trechtervormige kuilen in de aarde) bewaren. Beschermende
maatregelen tegen direct zonlicht nemen. De gasfles mag niet op meer dan
50°C worden verhit.
3. Plaatsing
Horizontaal op een gladde, vaste vloer of overeenkomstige ondergrond.
Desgewenst met waterpas of een met water gevuld reservoir richten.
De afstand tussen de achterkant van het apparaat en een begrenzing aan
de achterkant (muur) dient ten minste 10 cm te bedragen en aan de zijkant
ten minste 5 cm.
Standplaatsen in de volle zon en dicht bij warmtebronnen dienen te worden
voorkomen.
Ventilatiegleuven zowel aan de boven- en onderkant als aan de achterkant
van de koelbox ten behoeve van een goede luchtcirculatie van het
koelaggregaat vrijhouden.
Een goede, energiebesparende koelcapaciteit zal hiervan het gevolg zijn.
10
4. Reiniging
Voor de eerste inbedrijfstelling, later na het ontdooien of voor langdurige
bedrijfsonderbrekingen dient u het compartiment en het deksel met
lauwwarm water en eventueel huishoudelijke reinigingsmiddelen schoon te
maken. Gebruik in geen geval schurende of bijtende middelen als
additief. Gereinigde oppervlakken met een zachte vaatkoek droogwrijven.
De deurafdichting alleen met schoon water reinigen en van tijd tot tijd met
talkpoeder inwrijven.
5. Toepassing met netstroom (AC)
Geen extra energiebron - batterij/gas - gebruiken.
Controleer of de netspanning en de gegevens van de bedrijfsspanning op
het typeplaatje overeenstemmen (zie de achterzijde van het apparaat).
Bij overeenstemming dient u de geaarde stekker in het volgens de
voorschriften geinstalleerde geaarde stopcontact te steken. In het
buitenland kan vanwege andere stopcontacten een adapter noodzakelijk
zijn.
Inschakelen (fig.1)
Thermostaatknop (A) naar rechts draaien in pos. 7/MAX. De koeling
merkt u pas na ongeveer 1 uur duidelijk (rijp op de verdamper).
De koelkasttemperatuur kan via de thermostaatklok worden geregeld.
'0' = koeling uitgeschakeld, van 1-7 neemt de koeling toe.
Nadat er voldoende gekoeld is (na ongeveer 5 uur) kan de
thermostaatstand in het middelste bereik tussen pos. 2 en 5 worden
ingesteld. De ingestelde koeltemperatuur wordt nu automatisch
geregeld door de thermostaat.
Uitschakelen (fig.1)
Thermostaatknop (A) naar links in positie '0' draaien (voor deze positie
dient er een lichte weerstand te worden overwonnen).
Stekker uit het stopcontact trekken.
6. Toepassing met batterijstroom (DC)
Geen extra energietype - netstroom/gas - gebruiken! In de
stroomvoedingskabel tussen batterij en koelkast moet in een kabel een
zekering zijn of worden ingebouwd.
11
Bij max. 12V max. 15 ampère.
Max. kabellengte
Kabeldiameters Bij 12 V
2.5 mm² tot 2.5 m
4.0 mm² tot 4.0 m
6.0 mm² tot 6.0 m
Bij aansluiten van de apparaten hoeft met de aansluitpolen geen rekening
te worden gehouden. Controleer of de batterijspanning en de weergegeven
bedrijfspanning op het typeplaatje van de koelbox overeenstemmen. Als er
geen van het voertuig onafhankelijke batterij wordt gebruikt, mag de koelbox
uitsluitend tijdens het rijden worden gebruikt omdat bij stilstand van de
motor de accu zover kan worden ontladen, dat de motor van de auto bij het
starten niet meer aanspringt.
Bij het gebruik met accu kan de koelkast-temperatuur niet met de
thermostaatknop worden geregeld.
Advies:
Voordat u begint te rijden, dient u de koelbox via netstroomtoepassing voor
te koelen.
Inschakelen:
De aan de aansluitkabel gemonteerde autostekker in de
contactdoos/sigarettenaansteker steken (de autostekker wordt niet voor elk
model meegeleverd).
Apparaat uitschakelen:
Stekker uit de contactdoos trekken.
7. Toepassing met vloeibaar gas
Geen extra energietype - net-/accustroom gebruiken. Het apparaat mag niet
op stads- of aardgas worden aangesloten. Het is uitsluitend geschikt voor
propaan-/butaangas-toepassing.
Op het typeplaatje (zie achterwand van het apparaat) is de voorgeschreven
gasaansluitdruk in mbar vermeld (normdruk in Nederland : 30 mbar).
Het apparaat mag met geen andere dan de op het typeplaatje vermelde
druk worden toegepast. Er dient een dienovereenkomstige drukregelaar
te worden gebruikt.
12