Zoek naar trefwoorden zoals "accu" en "installeren" om een onderwerp te vinden. Gebruik je Adobe
Acrobat Reader om dit document te openen? Druk dan op CTRL+F (Windows) of Command+F (Mac) om
een zoekopdracht in te voeren.
Naar een onderwerp navigeren
Bekijk de volledige lijst van onderwerpen in de inhoudsopgave. Klik op een onderwerp om naar dat
gedeelte te navigeren.
Dit document afdrukken
Dit document ondersteunt afdrukken met hoge resolutie.
Leeswijzer
Legenda
WaarschuwingBelangrijkHints en tipsReferentie
Lees eerst het volgende vóór de eerste vlucht
Lees de volgende documenten voordat je de MAVICTM Air in gebruik neemt:
1. Mavic Air In de doos
2. Mavic Air Gebruikershandleiding
3. Mavic Air Snelstartgids
4. Mavic Air Disclaimer en veiligheidsrichtlijnen
5. Mavic Air Intelligent Flight Battery - Veiligheidsrichtlijnen
Het verdient aanbeveling om op de officiële DJITM-website alle rondleidingvideo's te bekijken en de Mavic
Air Disclaimer en veiligheidsrichtlijnen te lezen voordat je de drone in gebruik neemt. Lees de Mavic Air
Snelstartgids en raadpleeg deze Mavic Air Gebruikershandleiding voor meer bijzonderheden om je voor te
bereiden op je eerste vlucht.
Videorondleidingen
Ga naar onderstaand adres of scan de QR-code rechts om de Mavic Air rondleidingvideo's te
bekijken waarin je kunt zien hoe je veilig gebruikmaakt van de Mavic Air:
http://www.dji.com/mavic-air/info#video
Download de DJI GO 4-app
Zorg dat je de DJI GOTM 4-app tijdens de vlucht gebruikt*. Scan de QR-code aan de
rechterzijde om de nieuwste versie te downloaden. De Android-versie van DJI GO 4 is
compatibel met Android v4.4 of later. De iOS-versie van DJI GO 4 is compatibel met iOS v9.0
of later.
* Voor een betere veiligheid is vliegen beperkt tot een hoogte van 30 meter en een actieradius van 50 meter
wanneer de drone tijdens het vliegen niet is verbonden met de app of niet is aangemeld bij de app. Dit geldt
voor DJI GO 4 en alle apps die compatibel zijn met de DJI-drone.
Download DJI Assistant 2
Download de DJI Assistant 2 via http://www.dji.com/mavic-air/download
The DJI Mavic Air heeft een nieuw inklapsysteem en een volledig gestabiliseerde 3-assige gimbalcamera die
4K-videobeelden kan opnemen en 12 megapixel-foto's kan maken. De voor DJI zo kenmerkende technologieën
zoals Obstacle Avoidance (vermijden van obstakels) en Intelligent Flight Modes (intelligente vluchtmodi) zoals
SmartCapture, Panorama, Advanced Pilot Assistance Systems, QuickShots, ActiveTrackTM en TapFlyTM zorgen
ervoor dat je eenvoudig de meest complexe opnamen kunt maken. De Mavic Air kan bogen op een maximale
vliegsnelheid van 68,4 km/u (42,5 mph) en een maximale vliegduur van 21 minuten*.
Belangrijkste functies
Camera en gimbal: Met de Mavic Air kun je 4K-video-opnamen maken tot 30 beelden per seconde en uiterst
heldere en scherpe foto's van 12 megapixels, dit alles gestabiliseerd door de 3-assige gimbal aan boord.
Vluchtcontroller: Deze nieuwe generatie vluchtcontroller is nóg veiliger en betrouwbaarder. De drone kan
automatisch terugkeren naar de thuisbasis wanneer het signaal van de afstandsbediening verloren gaat of
het accuniveau te laag is. De drone kan niet alleen stilhangen op lage hoogtes binnen, maar op zijn route ook
obstakels detecteren en vermijden, wat de veiligheid vergroot.
HD Video Downlink: De geavanceerde wifi-technologie van DJI is geïntegreerd in de afstandsbediening en
biedt een maximaal zendbereik van 4 km (2,49 mi)** waardoor je 720 p video kunt streamen naar je mobiele
apparaat.
De Mavic Air voorbereiden
Drone voorbereiden
1. Verwijder de gimbalbescherming van de camera.
2. Alle armen worden ingeklapt wanneer de drone wordt verpakt in de fabriek. Klap eerst de achterste armen
uit en dan de voorarmen en het voorste landingsgestel.
2
1
3. Om veiligheidsredenen moeten de propellerafschermingen worden
aangebracht bij het gebruik van SmartCapture en het is raadzaam dat
de propellerafschermingen zijn aangebracht tijdens het vliegen in de
beginnersmodus of binnenshuis. Raadpleeg de gebruikersgids voor Mavic Air-propellerafschermingen voor meer informatie.
* De maximale vliegduur is getest bij omstandigheden zonder wind en met
een constante snelheid van 25 km/u (15,5 mph). Deze waarde is slechts indicatief.
** De afstandsbediening kan de maximale overdrachtsafstand (FCC) bereiken in een grote open ruimte zonder
elektromagnetische interferentie, en op een hoogte van circa 120 meter (400 ft).
Het is raadzaam om de gimbalbescherming op de drone te laten zitten wanneer deze niet in gebruik
is. Zorg dat de gimbal horizontaal is bij het monteren of verwijderen van de gimbalbescherming.
Zorg dat het landingsgestel goed is uitgeklapt voor gebruik. Anders kunnen de ingebouwde antennes
hinder ondervinden, waardoor ernstige problemen met de videokoppeling kunnen ontstaan.
Als je de drone opbergt na gebruik, zorg dan dat je het landingsgestel eerst inklapt voordat je de
armen van de drone inklapt.
Wanneer je de modus Beginner wilt inschakelen, ga je naar Camera View in the DJI GO 4-app, tik
je op en tik je vervolgens op de schakelaar voor de modus Beginner. Vlieghoogte, afstand en
snelheid zijn beperkt in de modus Beginner. De modus Beginner werkt het beste wanneer het GPSsignaal sterk is.
4. Met het oog op de veiligheid zijn vóór verzending alle Intelligent Flight Batteries in de slaapstand gezet.
Gebruik de bijgeleverde netstroomadapter om de Intelligent Flight Batteries voor de eerste keer op te laden
en te activeren. Het is raadzaam de Intelligent Flight Battery vóór elke vlucht volledig op te laden. Voor het
opladen van een Intelligent Flight Battery na een vlucht verwijder je de accu uit de drone en bevestig je hem
aan de netstroomadapter.
Stopcontact
100-240 V
A
A
Voorbereiding van de afstandsbediening
1. Klap de antennes en de klemmen van het mobiele apparaat uit.
2. Verwijder de joysticks uit de sleuven op de afstandsbediening en schroef ze op hun plek.
3. Kies een geschikte afstandsbedieningskabel op basis van het soort mobiele apparaat dat je gebruikt.
Een kabel met een Lightning-connector is standaard aangesloten en Micro-USB- en USB-C-kabels zijn
meegeleverd in de verpakking. Beweeg de kabelschuif naar het uiteinde van de sleuf in de linkerklem
en sluit het uiteinde van de kabel aan op je mobiele apparaat. Zet je mobiele apparaat vast door beide
klemmen naar binnen te duwen.
1
5
2
Wanneer je een tablet gebruikt, gebruik dan de USB-poort op de afstandsbediening.
3
4
Gebruik de micro-USB- en de USB-poorten niet tegelijkertijd om video te koppelen. Koppel alle
apparaten los van de ene poort voordat u een apparaat op de andere poort aansluit om video te
koppelen.
Sluit de netstroomadapter aan om de
batterij van de afstandsbediening op te
laden. Sluit aan op een mobiel apparaat
voor videokoppeling via een RC-kabel.
Mavic Air Gebruikershandleiding
5. Joysticks
Bestuur de richting en beweging van de drone.
6. Vluchtpauzeknop
Druk eenmaal voor een noodstop (wanneer GPS
of Vision System beschikbaar is).
7. Klemmen mobiel apparaat
Hiermee klem je je mobiele apparaat stevig vast
op de afstandsbediening.
8. Vluchtmodusschakelaar
Met deze schakelaar kun je kiezen tussen de
P-modus en S-modus.
9. USB / secundaire videoverbindingspoort
Sluit aan op een mobiel apparaat voor videodownlink via een standaard USB-kabel.
13. Gimbalwiel
Bestuurt de kanteling van de camera.
14. Opnameknop
Druk hierop om een video-opname te maken.
Druk nogmaals om te stoppen met opnemen.
15. Aanpasbare knop
Voert diverse functies uit op basis van de
instellingen in de DJI GO 4-app.
16. Sluiterknop
Druk hierop om een foto te maken. Als je de
burstmodus selecteert, wordt er een vooraf
ingesteld aantal foto's gemaakt.
10. Functietoets
Voert diverse functies uit op basis van de
instellingen in de DJI GO 4-app.
11. Aan-/uitknop
Druk eenmaal op de knop om het huidige
accuniveau te controleren. Druk eenmaal en
druk vervolgens opnieuw en houd vast om de
afstandsbediening aan/uit te zetten.
12. Accuniveau-leds
Voor het weergeven van het accuniveau van
de afstandsbediening.
13
14
15
16
Activering
De Mavic Air moet vóór het eerste gebruik worden geactiveerd. Volg de onderstaande stappen voor het
activeren van de Mavic Air met de DJI GO 4-app:
1. Sluit je mobiele apparaat aan op de afstandsbediening en start vervolgens DJI GO 4.
2. Meld je aan bij de app met je DJI-account of registreer een nieuwe DJI-account.
3. Zet de drone en de afstandsbediening aan.
4. Selecteer 'Mavic Air' en vervolgens 'Connect to the Aircraft’s Wi-Fi' en 'Wired Connection'. Volg dan de
aanwijzingen om de verbinding tot stand te brengen.
5. Tik op 'Activating Device' nadat de verbinding is voltooid en volg de aanwijzingen voor het activeren van de
Mavic Air.
De Mavic Air bestaat uit een vluchtcontroller, een video-downlinksysteem, een voortstuwingssysteem en een
Intelligent Flight Battery. Raadpleeg het overzicht van de drone in het hoofdstuk Productproel.
Vluchtmodi
De Mavic Air heeft twee vluchtmodi die gebruikers kunnen kiezen, plus een derde vluchtmodus waar de drone
onder bepaalde omstandigheden op terugvalt:
P-modus (positiebepaling): De P-modus werkt het beste wanneer het GPS-signaal sterk is. De drone
maakt gebruik van GPS en Vision Systems om zichzelf te lokaliseren, te stabiliseren en tussen obstakels te
navigeren. Intelligente vluchtmodi zoals SmartCapture, QuickShots, TapFly en ActiveTrack zijn in deze modus
ingeschakeld.
Wanneer de Forward en Backward Vision Systems zijn ingeschakeld en de lichtomstandigheden voldoende
zijn, dan is de maximale hoek van de vluchtattitude 15° en de maximale vliegsnelheid 28,8 km/u (17,9 mph).
Opmerking: De P-modus vereist grotere bewegingen van de joystick om hoge snelheden te kunnen bereiken.
S-modus (sport): In S-modus gebruikt de drone alleen GPS voor positionering en zijn de Forward en Backward
Vision Systems uitgeschakeld. Als zodanig kan de drone geen obstakels detecteren en vermijden en zijn
intelligente vluchtmodi niet beschikbaar.
Opmerking: De respons van de drone in S-modus is afgestemd op een optimale wendbaarheid en snelheid,
zodat de drone eectiever reageert op bewegingen van de joystick.
ATTI-modus: De drone schakelt automatisch naar Attitude-modus (ATTI) wanneer de Vision Systems niet
beschikbaar zijn of zijn uitgeschakeld en het GPS-signaal zwak is of als het kompas interferentie ondervindt.
Wanneer de Vision Systems niet beschikbaar zijn, is de drone niet in staat zichzelf te positioneren of
automatisch te remmen. Vliegen in ATTI-modus brengt dus mogelijke gevaren met zich mee. In ATTI-modus
wordt de drone gemakkelijk beïnvloed door zijn omgeving. Omgevingsfactoren zoals wind kunnen leiden tot
horizontale kanteling, waardoor gevaarlijke situaties kunnen ontstaan, vooral wanneer er in krappe ruimtes
wordt gevlogen.
Het wordt sterk aanbevolen zo spoedig mogelijk een veilige plek te zoeken om te landen als de
drone in ATTI-modus gaat. Je kunt de kans dat de drone naar ATTI-modus schakelt verkleinen en als
dit toch gebeurt de risico's ervan tot een minimum beperken, door niet te vliegen in gebieden waar
het GPS-signaal zwak is en door krappe ruimtes te vermijden.
De Forward en Backward Vision Systems zijn uitgeschakeld in S-modus, wat inhoudt dat de drone
obstakels op zijn vliegroute niet automatisch kan detecteren.
De maximale snelheid en de remafstand van de drone zijn in de S-modus aanzienlijk groter. In
windloze omstandigheden is een minimale remafstand van 30 meter (98,4 ft) vereist.
De daalsnelheid is in de S-modus aanzienlijk groter.
De respons van de drone is in de S-modus aanzienlijk groter, wat betekent dat een kleine beweging
van de joystick op de afstandsbediening zich vertaalt in een grote reisafstand van de drone. Wees
tijdens een vlucht oplettend en houd een toereikende manoeuvreerruimte aan.
Schakel de optie 'Multi Flight Modes' in de DJI GO 4-app in om te schakelen tussen de S-modus en
P-modus.
Gebruik de vluchtmodusschakelaar op de afstandsbediening om tussen de vluchtmodi van de drone
te schakelen.
De S-modus is alleen beschikbaar met een Mavic Air-afstandsbediening. De S-modus wordt
uitgeschakeld bij vliegen met een mobiel apparaat.
De Mavic Air heeft LED's aan de voorzijde en een statusindicator voor de drone zoals weergegeven in de
onderstaande afbeelding:
LED aan voorzijdeLED aan voorzijde
Statusindicator drone
De LED's aan de voorzijde geven de richting van de drone en de status van sommige functies weer (raadpleeg
het hoofdstuk Functies voor meer bijzonderheden). Wanneer de drone wordt aangezet, branden de LED's aan
de voorzijde continu rood om de voorkant van de drone aan te geven.
De statusindicator van de drone toont de status van het Flight Control System en de Intelligent Flight Battery
van de drone. Raadpleeg onderstaande tabel voor meer informatie over de dronestatussen die met de
statusindicator worden aangeduid. De statusindicator van de drone knippert ook wanneer het Home Point
(thuisbasis) wordt opgenomen, zoals beschreven in het hoofdstuk Terug-naar-Basis.
De functie Return-to-Home (RTH) (terug naar thuisbasis) brengt de drone terug naar de laatst geregistreerde
thuisbasis (Home Point). Er zijn drie RTH-types: Smart RTH, RTH bij laag accuniveau, en uitvalbeveiligde RTH.
In dit hoofdstuk worden deze drie scenario's gedetailleerd beschreven.
GPS
Indien een sterk GPS-signaal werd ontvangen voordat de drone opsteeg, dan is
deze locatie, vanwaar de drone opsteeg, de thuisbasis. De sterkte van het GPS-
Thuisbasis
signaal wordt aangegeven door het GPS-pictogram ( ). De statusindicator
van de drone knippert snel groen wanneer het Home Point (thuisbasis) wordt
geregistreerd.
Smart RTH
Als het GPS-signaal voldoende sterk is, kan Smart RTH worden gebruikt om de drone terug te brengen naar
de thuisbasis. Je activeert Smart RTH door te tikken op in de DJI GO 4-app (en de aanwijzingen op het
scherm te volgen) of door de RTH-knop op de afstandsbediening ingedrukt te houden.
Je verlaat Smart RTH door te tikken op in de DJI GO 4-app of door de RTH-knop op de afstandsbediening
in te drukken.
RTH bij laag accuniveau
De RTH bij laag accuniveau wordt geactiveerd wanneer de capaciteit van de Intelligent Flight Battery is
gedaald tot een punt waarbij een veilige terugkeer van de drone in gevaar komt. Laat de drone onmiddellijk
terugkomen of onmiddellijk landen wanneer dit wordt gevraagd. DJI GO 4 toont een mededeling wanneer
een waarschuwing voor een bijna lege accu wordt geactiveerd. De drone keert automatisch terug naar de
thuisbasis indien geen actie wordt ondernomen nadat tien seconden is afgeteld. De gebruiker kan de RTHprocedure afbreken door op de RTH-knop of de vluchtpauzeknop op de afstandsbediening te drukken.
Als de RTH-procedure wordt afgebroken na een waarschuwing voor lage accucapaciteit, is de Intelligent Flight
Battery mogelijk niet voldoende geladen om de drone veilig te laten landen. Hierdoor kan de drone neerstorten
of verloren raken. De drempels voor waarschuwingen voor een laag accuniveau worden automatisch bepaald
op basis van de huidige hoogte van de drone en de afstand vanaf de thuisbasis. De RTH bij laag accuniveau
wordt slechts één keer geactiveerd tijdens elke vlucht.
Beschrijving
Waarschuwing kritiek laag accuniveau
(rood)
Waarschuwing laag
accuniveau (geel)
Opladen vereist om terug te
Indicatorbalk DJI GO 4 voor accuniveau
Accuniveau is hoog
genoeg (groen)
Resterende vliegtijd
12:29
keren naar de thuisbasis
De gekleurde zones en markeringen op de indicatorbalk van DJI GO 4 voor het accuniveau geven de
geschatte resterende vliegtijd aan. Zij passen zich automatisch aan de huidige locatie en status van
de drone aan.
Als het huidige accuniveau alleen nog maar voldoende is om de drone te laten dalen vanaf zijn
huidige hoogte, wordt een waarschuwing gegeven voor een ernstig laag accuniveau en gaat de
drone automatisch dalen en landen. Deze procedure kan niet worden geannuleerd. Als het gevaar
van een botsing bestaat, duw je de gashendel omhoog en navigeer je van het obstakel vandaan.
Als het accuniveau voldoende is, geeft de indicatorbalk voor het accuniveau in de DJI GO 4-app de
geschatte resterende vliegtijd weer op basis van het huidige accuniveau.
Als een waarschuwing wordt weergegeven voor een laag accuniveau, neem je de maatregelen zoals
beschreven in de onderstaande tabel.
Waarschuwingen RTH en accuniveau
Waarschu-
wing
Laag
accuniveau
Kritiek laag
accuniveau
Statusindicator
drone
Langzaam rood
knipperend
Snel rood
knipperend
DJI GO 4-app
Tik op 'Go-home' om de
drone automatisch te laten
terugkeren naar de thuisbasis
of tik op 'Cancel' om de
normale vlucht te hervatten.
Als geen actie wordt
ondernomen, gaat de drone
na 10 seconden automatisch
terug naar de thuisbasis.
Scherm knippert roodAlarm klinkt
Afstandsbe-
diening
Alarm klinkt
continu
continu
Opmerkingen/instructies
Accuniveau is laag. Laat
de drone onmiddellijk
terugvliegen en landen, zet
vervolgens de motoren stop
en vervang de accu.
De drone gaat automatisch
dalen en landen. Deze
procedure kan niet worden
geannuleerd. Als het gevaar
van een botsing bestaat,
duw je de gashendel
omhoog en navigeer je van
het obstakel vandaan.
Uitvalbeveiligde RTH (Failsafe)
Met het systeem voor voorwaarts gericht zicht kan de drone tijdens een vlucht een real-time kaart van zijn
vliegroute maken. Als het Home Point (thuisbasis) met succes is geregistreerd en het kompas normaal
functioneert, wordt de uitvalbeveiligde RTH automatisch geactiveerd als het signaal van de afstandsbediening
gedurende een bepaalde periode verloren is geraakt (3 seconden bij gebruik van de afstandsbediening en 20
seconden bij vliegen met een mobiel apparaat).
Als de uitvalbeveiligde RTH (Failsafe) wordt geactiveerd, begint de drone via zijn oorspronkelijke route terug te
vliegen naar huis. Als het draadloze signaal binnen 60 seconden na het activeren van de uitvalbeveiligde RTH
wordt hersteld, blijft de drone gedurende 10 seconden op zijn huidige locatie zweven en wacht op opdrachten
van de piloot. De gebruiker kan op in de DJI GO 4-app tikken of op de RTH-knop op de afstandsbediening
drukken om Uitvalbeveiligde RTH te annuleren en weer de controle over de drone over te nemen. Als er door
de piloot geen opdrachten worden gegeven, vliegt de drone in een rechte lijn naar de thuisbasis. Als het
draadloze signaal 60 seconden na het activeren van de uitvalbeveiligde RTH nog steeds niet is hersteld, stopt
de drone met het traceren van zijn oorspronkelijke route naar huis en vliegt in een rechte lijn naar de thuisbasis.
RTH-procedure
Smart RTH, RTH bij laag accuniveau en uitvalbeveiligde RTH volgen de volgende procedure:
1. De drone past zijn richting aan.
2. a. Als de drone verder dan 20 meter van de thuisbasis (Home Point ) is verwijderd, stijgt hij op naar de
vooraf ingestelde RTH-attitude en vliegt dan naar de thuisbasis.
b. Als de drone 5 m tot 20 m van de thuisbasis is verwijderd, vliegt hij op de huidige hoogte naar de
thuisbasis, tenzij de huidige hoogte lager is dan 2,5 meter. In dat geval stijgt hij op naar 2,5 meter en
vliegt dan naar de thuisbasis.
c. Als de drone minder dan 5 meter van de thuisbasis is verwijderd, landt hij onmiddellijk.
3. Wanneer de drone de thuisbasis heeft bereikt, landt hij en gaan de motoren uit.
1 Registratie thuisbasis 2 Bezig met thuisbasis bevestigen
3 Signaal afstandsbediening verloren
×
4 Signaal langere tijd verloren
×
RTH (instelbare hoogte)
5
Hoogte boven thuisbasis > Uitvalbeveiligde hoogte
×
Stijgen naar uitvalbeveiligde hoogte
Uitvalbeveiligde hoogte
Hoogte boven thuisbasis<=Uitvalbeveiligde hoogte
6 Landen
×
Vermijden van obstakels tijdens RTH
De Mavic Air kan nu tijdens RTH obstakels detecteren en actief proberen te vermijden, mits de
lichtomstandigheden toereikend zijn voor voorwaarts en achterwaarts gericht zicht (Forward en Backward
Vision Systems). De procedure voor het vermijden van obstakels is als volgt:
1. De drone vertraagt wanneer een obstakel wordt gedetecteerd.
2. De drone stopt en zweeft, vliegt dan achteruit en stijgt verticaal tot geen obstakel wordt gedetecteerd.
3. De RTH-procedure wordt hervat. De drone vliegt verder naar de thuisbasis op de nieuwe hoogte.
De drone kan niet terugkeren naar de thuisbasis als het GPS-signaal zwak is of als GPS niet
beschikbaar is.
In Smart RTH en RTH bij laag accuniveau gaat tijdens stijgen naar de RTH-hoogte het stijgen
automatisch tot een hoogte van 20 meter is bereikt. Zodra een hoogte van 20 meter of meer is
bereikt en de gashendel wordt bewogen, stopt de drone met stijgen en vliegt op zijn huidige hoogte
naar de thuisbasis.
De drone kan geen obstakels vermijden tijdens uitvalbeveiligde RTH (Failsafe) als de Forward en
Backward Vision Systems niet beschikbaar zijn. Het is belangrijk om vóór elke vlucht een geschikte
RTH-hoogte in te stellen. Start de DJI GO 4-app, tik op en stel vervolgens de RTH-hoogte in.
De drone kan geen obstakels vermijden boven of naast de drone.
Tijdens de RTH-procedure kunnen de snelheid en hoogte van de drone worden geregeld met de
afstandsbediening of de DJI GO 4-app, maar de oriëntatie en vliegrichting worden aangestuurd door
Landingsbeveiliging wordt geactiveerd tijdens Smart RTH.
1. Wanneer de landingsbeveiliging bepaalt dat de grond geschikt is voor een landing, zal de Mavic Air
voorzichtig landen.
2. Wanneer de landingsbeveiliging bepaalt dat de grond niet geschikt is voor een landing, zal de Mavic Air
blijven stilhangen en op bevestiging van de piloot wachten.
3. Indien de landingsbeveiliging niet operationeel is, zal de DJI GO 4-app een landingsprompt weergeven
wanneer de Mavic Air tot onder 0,5 meter daalt. Trek de gashendel omlaag of gebruik de schuif voor
automatische landing om te landen.
Precisielanding
De Mavic Air scant tijdens Return-to-Home automatisch de terreinkenmerken onder de drone en probeert
overeenstemmende kenmerken te zoeken. Wanneer het huidige terrein overeenkomt met het terrein van
het Home Point (thuisbasis), begint de Mavic Air met landen. De DJI GO 4-app toont een prompt 'geen
overeenstemmend terrein' indien geen overeenstemmende kenmerken worden gevonden.
De prestatie van de precisielanding is onderhevig aan de volgende voorwaarden:
a. Het Home Point (thuisbasis) moet worden geregistreerd bij opstijging en mag niet worden
veranderd tijdens de vlucht, omdat de drone anders geen informatie heeft over de
terreinkenmerken van de thuisbasis.
b. Tijdens het opstijgen moet de drone 7 meter verticaal stijgen voordat hij horizontaal beweegt.
c. De terreinkenmerken van de thuisbasis moeten grotendeels ongewijzigd blijven.
d. De terreinkenmerken van de thuisbasis moeten voldoende onderscheidend zijn.
e. De lichtomstandigheden mogen niet te licht of te donker zijn.
Tijdens een precisielanding zijn de volgende acties beschikbaar:
a. Gashendel naar beneden om de landing te versnellen.
b. De joysticks in een andere richting bewegen om de precisielanding te stoppen. De Mavic Air landt
verticaal nadat de joysticks zijn losgelaten.
Vision Systems
De Mavic Air is uitgerust met systemen voor voorwaarts, achterwaarts en neerwaarts gericht zicht waarmee de
omgeving vóór en achter de drone constant wordt gescand op obstakels, waardoor botsingen kunnen worden
voorkomen door om of over obstakels heen te vliegen of door stil te hangen (als de lichtomstandigheden
toereikend zijn).
De belangrijkste onderdelen van deze Forward en Backward Vision Systems zijn vier camera's op de neus en
de achterzijde van de drone.
Het Downward Vision System helpt de drone zijn huidige positie te behouden. Met behulp van het Downward
Vision System kan je Mavic Air preciezer op zijn plaats stilhangen en binnen of in andere omgevingen vliegen
waar geen GPS-signaal beschikbaar is. De belangrijkste onderdelen van het Downward Vision System zijn twee
camera's en één 3D-infraroodmodule aan de onderzijde van de drone.
Systeem zicht naar vorenVision System naar achteren
De detectievelden van de systemen voor voorwaarts, achterwaarts en neerwaarts gericht zicht (Forward Vision
System, Backward Vision System en Downward Vision System) zijn hieronder afgebeeld. Merk op dat de drone
geen obstakels kan detecteren of vermijden die zich niet binnen de detectievelden bevinden.
50°
50°
50°
Middenlijn
5°
van camera
50°
50°
50°
53°
53°
53°
38°
5°
38°
67°
Camera's van de zichtsystemen kalibreren
De op de drone geïnstalleerde camera's van de systemen voor voorwaarts, achterwaarts en neerwaarts gericht
zicht zijn in de fabriek gekalibreerd. Het is echter mogelijk dat kalibratie nodig is met DJI Assistant 2 of de DJI
GO 4-app als de drone ergens tegenaan is gebotst.
De nauwkeurigste manier voor het kalibreren van de zichtsystemen is met DJI Assistant 2. Volg onderstaande
stappen voor het kalibreren van de camera's van het Forward Vision System en herhaal dan de stappen om de
camera's van het Backward en het Downward Vision System te kalibreren.
01
Richt de drone naar het scherm
02
Lijn de vakken uit
03
Pan en kantel de drone
1. Richt de drone naar het scherm.
2. Verplaats de drone om de vakken op het scherm uit te lijnen.
3. Pan (draai) en kantel de drone zoals gevraagd.
Wanneer de DJI GO 4-app meldt dat kalibratie van een zichtsysteem nodig is, maar er geen computer bij de
hand is, kan een snelle kalibratie worden uitgevoerd in de app. Tik achtereenvolgens op 'Aircraft Status' >
'Vision Sensors' om de snelle kalibratie te starten.
Een snelle kalibratie is een snelle oplossing voor problemen met zichtsystemen. Als het mogelijk
is, dan verdient het aanbeveling de drone op een computer aan te sluiten om een volledige
kalibratie uit te voeren met behulp van DJI Assistant 2. Voer alleen een kalibratie uit wanneer de
lichtomstandigheden toereikend zijn en op geproleerde oppervlakken zoals gras.
Voer geen kalibratie uit op sterk reecterende oppervlakken zoals marmer of keramische tegels.
Het systeem voor benedenwaarts gericht zicht wordt automatisch geactiveerd wanneer de drone wordt
ingeschakeld. Er is geen verdere actie vereist. Met het systeem voor benedenwaarts gericht zicht kan de drone
zelfs zonder GPS precies stil blijven hangen.
Het systeem voor benedenwaarts gericht zicht wordt vaak gebruikt in binnen gelegen ruimtes waar GPS niet
beschikbaar is. Het Downward Vision System werkt het best wanneer de drone op een hoogte van 0,5 tot
8 meter vliegt. Als de drone hoger vliegt dan 8 meter, werkt de functie Vision Positioning mogelijk niet naar
behoren, waardoor extra voorzichtigheid vereist is.
Voer de stappen hieronder uit om het Downward Vision System te gebruiken:
1. Zorg ervoor dat de drone in de P-modus is en plaats de drone op een vlakke ondergrond. Merk op dat het
systeem voor benedenwaarts gericht zicht niet goed werkt op oppervlakken zonder duidelijke variaties in
het patroon.
2. Schakel de drone in. Na het opstijgen zal de drone stilhangen op zijn plaats. De statusindicator van de drone
knippert tweemaal groen, wat aangeeft dat het Downward Vision System in werking is.
Met de Forward en Backward Vision Systems kan de drone actief remmen wanneer de drone obstakels
herkent die vóór de drone aanwezig zijn. De Forward and Backward Vision Systems werken het best wanneer
er voldoende licht is en obstakels duidelijk gemarkeerd zijn of een duidelijke structuur hebben. De drone mag
niet sneller vliegen dan 22,8 km/u (17,9 mph) om er zeker van te zijn dat de remafstand voldoende is.
De prestaties van de Vision Systems worden beïnvloed door het oppervlak waarboven wordt
gevlogen. De drone schakelt automatisch naar Attitude-modus (ATTI) wanneer de Vision Systems
niet beschikbaar zijn of zijn uitgeschakeld en het GPS-signaal zwak is of als het kompas interferentie
ondervindt. Bestuur de drone met uiterste voorzichtigheid in de volgende situaties:
a. Bij het vliegen met hoge snelheid op een hoogte lager dan 0,5 m (1,6 ft).
b. Bij het vliegen boven monochrome oppervlakken (bijv. volkomen zwart, volkomen wit, volkomen
rood, volkomen groen).
c. Bij het vliegen boven sterk reecterende oppervlakken.
d. Bij het vliegen boven water of transparante oppervlakken.
e. Bij het vliegen boven bewegende oppervlakken of voorwerpen.
f. Bij het vliegen in een gebied waar de verlichting vaak of sterk verandert.
g. Bij het vliegen boven extreem donkere (< 10 lux) of lichte (> 100.000 lux) oppervlakken of in de
richting van heldere lichtbronnen (bijvoorbeeld richting de zon).
h. Bij het vliegen boven oppervlakken zonder duidelijke patronen of structuur.
i. Bij het vliegen boven oppervlakken met identieke herhalende patronen of structuren (bijvoorbeeld
tegels).
j. Bij het vliegen boven kleine en jne voorwerpen (bijv. takken of hoogspanningsleidingen).
k. Bij het vliegen met hoge snelheden van meer dan 18 km/u (11,2 mph) op een hoogte van 1 meter