Dit document is auteursrechtelijk beschermd door DJI, met alle rechten voorbehouden. Tenzij
anders geautoriseerd door DJI, komt u niet in aanmerking om het document of enig deel van
het document te gebruiken of anderen toe te staan het te gebruiken door het document te
reproduceren, over te dragen of te verkopen. Gebruikers mogen dit document en de inhoud
ervan alleen raadplegen als gebruiksaanwijzing voor DJI-producten. Het document mag niet
voor andere doeleinden worden gebruikt.
Zoeken naar trefwoorden
Zoek naar trefwoorden, zoals 'batterij' en 'installeren', om een onderwerp te vinden. Als u
Adobe Acrobat Reader gebruikt om dit document te openen, druk dan op Ctrl+F (Windows)
of Command+F (Mac) om een trefwoord in te vullen en een zoekopdracht te starten.
Naar een onderwerp navigeren
Bekijk de volledige lijst van onderwerpen in de inhoudsopgave. Klik op een onderwerp om
naar dat gedeelte te navigeren.
Dit document afdrukken
Dit document ondersteunt afdrukken met hoge resolutie.
DJI™ biedt gebruikers instructievideo's en de volgende documenten:
1. Gebruikershandleiding
2. Gebruikershandleiding
Het wordt aanbevolen om de instructievideo's te bekijken en de gebruikershandleiding in
de verpakking te lezen voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt. Raadpleeg de
gebruikershandleiding voor meer informatie.
Instructievideo’s
Bezoek de link of scan de onderstaande QR-code om de instructievideo's te bekijken, die tonen
hoe u het product veilig kunt gebruiken:
https://www.dji.com/avata-2/video
Download de DJI Fly-app
Scan de QR-code om de nieuwste versie te downloaden.
• De Android-versie van DJI Fly is compatibel met Android v7.0 en later. De iOS-versie
van DJI Fly is compatibel met iOS v11.0 en later.
• De interface en functies van DJI Fly kunnen variëren naarmate de softwareversie
wordt bijgewerkt. De daadwerkelijke gebruikservaring is gebaseerd op de gebruikte
softwareversie.
Download DJI Assistant 2
Download DJI ASSISTANT™ 2 (consumentendrones-serie) van:
Sluit de lader aan op de USB-C-poort van de afstandsbediening en laad de afstandsbediening
op totdat er minimaal drie LED's branden.
• Het wordt aanbevolen om een USB-lader te gebruiken die een uitvoer van 5 V/2 A of
meer ondersteunt om het apparaat op te laden.
• Zorg ervoor dat de afstandsbediening vóór elke vlucht voldoende stroom heeft. De
afstandsbediening piept wanneer het batterijniveau laag is.
• Laad de batterij ten minste éénmaal per drie maanden volledig op om ervoor te
zorgen dat de batterij in goede staat blijft.
In- en uitschakelen
Druk één keer op de aan/uit-knop om het huidige batterijniveau te controleren. Als het
batterijniveau te laag is, moet u het apparaat vóór gebruik opladen.
Druk eenmaal, daarna nog eens en houd twee seconden ingedrukt om de afstandsbediening in
of uit te schakelen.
c. Zodra de koppeling is voltooid, gaan de batterijniveau-LED's van de drone continu
branden en wordt het batterijniveau weergegeven, stopt de bril met piepen en kan de
beeldoverdracht normaal worden weergegeven.
• De drone kan tijdens de vlucht met slechts één afstandsbedieningsapparaat worden
bestuurd. Als de drone is gekoppeld aan meerdere afstandsbedieningen, schakel dan de
andere afstandsbedieningen uit voordat u gaat koppelen.
• Zorg ervoor dat de apparaten zich tijdens het koppelen binnen 0,5 m van elkaar bevinden.
In de normale modus of sportmodus wordt de gecombineerde joystickopdracht (CSC) gebruikt
om de motoren te starten. Zodra beide motoren zijn gaan draaien, laat u beide joysticks tegelijk
los. Duw de gasjoystick langzaam omhoog om op te stijgen.
De motoren stoppen
De motoren kunnen op twee manieren worden gestopt:
Methode 1: Nadat de drone is geland, drukt u de gashendel naar beneden en houdt u deze ingedrukt
totdat de motoren stoppen.
Methode 2: Nadat de drone is geland, voert u dezelfde CSC uit die u hebt gebruikt om de motoren
te starten totdat de motoren stoppen.
Raadpleeg het hoofdstuk Handmatige modus gebruiken voor informatie over het starten en
stoppen van de motoren in de handmatige modus.
Noodstop van de propeller
Bij gebruik van de normale of sportmodus kan de instelling voor Noodstop van de propeller in
de bril worden gewijzigd. Druk op de 5D-knop op de bril en selecteer Instellingen > Veiligheid >
Geavanceerde veiligheidsinstellingen.
Noodstop van de propeller is standaard uitgeschakeld. Indien uitgeschakeld kunnen de
motoren van de drone alleen halverwege de vlucht worden gestopt door een CSC uit te voeren
in een noodsituatie, zoals wanneer de motor van de drone afslaat, de drone betrokken is bij
een botsing, de drone door de lucht rolt, de drone onbestuurbaar is of als hij snel stijgt of daalt.
Indien ingeschakeld, kunnen de motoren op elk moment halverwege de vlucht worden gestopt
door de CSC uit te voeren.
Wanneer u de handmatige modus gebruikt, drukt u tweemaal op de start/stop-knop op de
afstandsbediening om de motoren op elk gewenst moment te stoppen.
• Wanneer u de motoren stopzet tijdens het vliegen, zal de drone neerstorten. Bedien
voorzichtig.
De joysticks van de afstandsbediening kunnen worden gebruikt om de beweging van de drone te
besturen. De joysticks kunnen worden bediend in modus 1, modus 2 of modus 3, zoals hieronder
weergegeven.
De standaard bedieningsmodus van de afstandsbediening is modus 2. In deze handleiding
wordt modus 2 als voorbeeld gebruikt om te illustreren hoe u de joysticks in de normale modus
of sportmodus kunt gebruiken.
Afstandsbediening 3 Gebruikershandleiding
Joystick
(modus 2)
DroneOpmerkingen
Gashendel
• Duw de joystick omhoog of omlaag om de drone te
laten stijgen of dalen.
• Hoe verder de joystick van het midden wordt
geduwd, hoe sneller de drone stijgt of daalt.
• Duw de joystick voorzichtig om plotselinge en
onverwachte hoogteveranderingen tijdens het
opstijgen te voorkomen.
Yaw-joystick (giering)
• Duw de stick naar links of rechts om de oriëntatie
van de drone te veranderen.
• Hoe verder de joystick van het midden wordt
geduwd, hoe sneller de drone draait.
Pitch-joystick (hellingshoek)
• Duw de joystick op en neer om de drone vooruit of
achteruit te laten vliegen.
• Hoe verder de joystick van het midden wordt
geduwd, hoe sneller de drone beweegt.
Rol-joystick
• Duw de joystick naar links of rechts om de drone
horizontaal naar links of rechts te laten bewegen.
• Hoe verder de joystick van het midden wordt
geduwd, hoe sneller de drone beweegt.
• De modus van de joysticks kan in de bril worden aangepast.
• In de handmatige modus heeft de gashendel geen middenpositie. Voordat u gaat vliegen,
moet u de gashendel bijstellen om te voorkomen dat hij terugkeert naar het midden.
Druk eenmaal om de drone te laten remmen en op zijn plaats te laten stilhangen (alleen wanneer
GNNS of zichtsystemen beschikbaar zijn). Zorg ervoor dat de pitch-joystick en de rol-joystick
terugkeren naar het midden. Druk de gashendel in om de controle over de vlucht te hervatten.
Druk op de knop en houd de knop ingedrukt totdat de afstandsbediening piept en RTH start. De
drone keert terug naar de laatst geregistreerde Thuisbasis.
Wanneer de drone bezig is met RTH of automatische landing, drukt u eenmaal op de toets om
RTH of landing te annuleren.
Wanneer u de normale of sportmodus gebruikt, drukt u eenmaal op de start/stop-knop om de
lage-batterij-RTH te annuleren wanneer de prompt in de bril verschijnt; de drone gaat dan niet
naar de lage-batterij-RTH.
Vluchtmodi wisselen
Schakel de vluchtmodusschakelaar in om te schakelen tussen de normale modus, de sportmodus
of de handmatige modus.
IllustratieVluchtmodus
MHandmatige modus
SSportmodus
NNormale modus
• De vliegbedieningen kunnen variëren in verschillende vluchtmodi. Lees de DJI Avata
2 Gebruikershandleiding zorgvuldig door en leer elke vluchtmodus kennen. Schakel
NIET over van de normale modus naar de sportmodus of de handmatige modus,
tenzij u voldoende bekend bent met het dronegedrag van elke vluchtmodus.
• Om de veiligheid te garanderen is de handmatige modus standaard uitgeschakeld.
Raadpleeg het gedeelte Handmatige modus gebruiken voor meer informatie.
• De handmatige modus is de klassieke FPV-dronebedieningsmodus met de hoogste
manoeuvreerbaarheid. Bij gebruik van de handmatige modus kunnen de joysticks van de
afstandsbediening worden gebruikt om de gashendel en de stand van de drone rechtstreeks te
regelen. De drone heeft geen vluchtondersteuningsfuncties zoals automatische stabilisatie en
kan elke stand bereiken. Alleen ervaren piloten mogen de handbediening gebruiken. Het niet
correct bedienen in deze modus is een veiligheidsrisico en kan zelfs leiden tot het neerstorten
van de drone.
• De handmatige modus is standaard uitgeschakeld. De drone blijft in de normale of sportmodus
als de aangepaste modus in de bril niet is ingesteld op handmatige modus. Voordat u overschakelt
naar de handmatige modus, draait u de schroeven achter de gashendel vast om te voorkomen dat
de joystick automatisch wordt gecentreerd en stelt u de aangepaste modus in op de handmatige
modus in de bril. Raadpleeg het gedeelte Handmatige modus inschakelen voor meer informatie.
• Voordat u de handmatige modus gebruikt, moet u ervoor zorgen dat u voldoende
vliegoefeningen heeft gedaan met behulp van vluchtsimulators, zodat u veilig kunt vliegen.
• Als u de handmatige modus gebruikt bij een laag batterijniveau, is het uitgangsvermogen van
de drone beperkt. Vlieg voorzichtig.
• Vlieg wanneer u de handbediening gebruikt in een open, weidse en dunbevolkte omgeving
om de vliegveiligheid te waarborgen.
• Gebruikers kunnen de handmatige modus niet inschakelen als de maximale vliegafstand in de
bril is ingesteld op minder dan 30 m.
Handmatige modus inschakelen
De gashendel aanpassen
Voordat u de handmatige modus inschakelt, moet u de F1- en F2-schroeven achter de gashendel
aanpassen om te voorkomen dat de joystick automatisch wordt gecentreerd, en de joystickweerstand instellen volgens de voorkeur van de gebruiker.
1. F1 afstelschroef weerstand rechter joystick (verticaal)
Draai de schroef rechtsom vast om de verticale weerstand van de corresponderende joystick
te verhogen. Draai de schroef los om de verticale weerstand te verminderen.
Draai de schroef rechtsom vast om de verticale veer van de betreende joystick te verminderen,
waardoor de joystick losser komt.
3. F1 afstelschroef weerstand linker joystick (verticaal)
Draai de schroef rechtsom vast om de verticale weerstand van de corresponderende joystick
te verhogen. Draai de schroef los om de verticale weerstand te verminderen.
Draai de schroef rechtsom vast om de verticale veer van de betreende joystick te verminderen,
waardoor de joystick losser komt.
• De schroeven die moeten worden afgesteld, variëren voor verschillende joystick-modi.
Stel schroef en af voor modus 2. Stel schroef en af voor modus 1 en modus 3.
De schroeven afstellen
Neem modus 2 als voorbeeld en volg de onderstaande stappen om de F1- en F2-schroeven aan
te passen:
1. Draai de afstandsbediening om en open de rubberen greep aan de achterkant van de
afstandsbediening achter de gashendel.
2. Draai de F1- en F2-schroeven ( en ) vast met de 1,5 mm inbussleutel die is meegeleverd
in de verpakking van de afstandsbediening om te voorkomen dat de gashendel automatisch
gaat hercentreren.
a. Draai de F2-schroef () rechtsom vast om de vering te verkleinen en de gashendel los te
maken.
b. Draai de F1-schroef () met de klok mee vast om de joystick-weerstand te vergroten. Het
wordt aanbevolen om de joystick-weerstand in te stellen volgens de voorkeur van de gebruiker.
3. Herbevestig de rubberen greep als de afstelling voltooid is.
• Pas de gashendel aan voordat de drone opstijgt. NIET bijstellen tijdens de vlucht.
Na het afstellen van de gashendels kan de handmatige modus in de bril worden ingeschakeld:
1. Zet de drone, de bril en de afstandsbediening aan. Zorg ervoor dat alle apparaten verbonden zijn.
2. Druk op de 5D-knop en open het menu. Ga naar Instellingen > Bediening > Afstandsbediening
> Knopaanpassing > Aangepaste modus en stel het in op Handmatige modus.
• Wanneer u de handmatige modus voor het eerst gebruikt, is de maximumstand van de
drone beperkt. Nadat de piloot vertrouwd is geraakt met het vliegen in de handmatige
modus, kan de standbeperking in de bril worden uitgeschakeld en kunnen de
versterking en belichting worden aangepast op basis van de werkelijke behoeften.
Vliegen in handmatige modus
De motoren starten
Houd de gashendel in de laagste stand en druk tweemaal op de start/stop-knop om de motoren
te starten.
+
Gashendel
Duw de gasjoystick langzaam omhoog om op te stijgen.
De motoren stoppen
Wanneer de drone is geland, drukt u twee keer op de start/stop-knop om de motoren te stoppen.
• Wanneer de drone zich in de handmatige modus bevindt, drukt u één keer op de
vliegpauze/RTH-knop om de drone te laten remmen en op zijn plaats te laten zweven.
De drone gaat in horizontale stand en de vluchtmodus schakelt automatisch over naar
de normale modus.
• Land op een vlakke ondergrond om te voorkomen dat de drone tijdens de landing
omkantelt.
• Het wordt aanbevolen om vóór de landing over te schakelen naar de normale modus
om de vliegveiligheid te garanderen.
Opleiding in vluchtsimulators
In de handmatige modus worden de joysticks gebruikt om de gashendel en de stand van de drone
rechtstreeks te regelen. De drone heeft geen vluchtondersteuningsfuncties zoals automatische
stabilisatie en kan elke stand bereiken.
Zorg ervoor dat u de vliegvaardigheden in de handmatige modus leert en oefent met behulp
van vluchtsimulators voordat u de drone in de handmatige modus bestuurt.
• DJI FPV Afstandsbediening 3 ondersteunt vluchtsimulators zoals Liftoff, Uncrashed,
the Drone Racing League (DRL), en the Drone Champions League (DCL).
Afstandsbediening 3 Gebruikershandleiding
De gimbal en camera bedienen
1
2
1. Gimbalwiel:
2. Sluiter-/opnameknop
of te stoppen. Ingedrukt houden om te schakelen tussen foto- en videomodus.
Gebruik om de kantelas van de gimbal te regelen.
Druk eenmaal om een foto te maken of om een opname te starten
Aanpasbare knoppen
1
De functies van de C1-knop en C2-schakelaar en de aangepaste modus op de vluchtmodusschakelaar
kunnen worden aangepast. Druk op de 5D-knop op de bril en open het menu. Ga naar Instellingen >
Bediening > Afstandsbediening en wijzig de instellingen voor de aanpasbare knoppen:
1. C1-knop (aanpasbaar)
modus in te schakelen.
2. Aangepaste modus:
sportmodus.
3. C2-schakelaar (aanpasbaar):
kanteling, hercentrering of neerwaartse kanteling van de gimbal te regelen.
+
De C1-knop kan worden ingesteld om de ESC-pieptoon of Schildpad-
De aangepaste modus kan worden ingesteld op handbediening of
De C2-schakelaar is standaard ingesteld om de opwaartse
Het signaal tussen de bril en de afstandsbediening is het meest betrouwbaar wanneer de
afstandsbediening ten opzichte van de bril wordt geplaatst, zoals hieronder weergegeven.
Optimaal zendgebied
• GEBRUIK GEEN andere draadloze apparaten op dezelfde frequentie als de
afstandsbediening, om interferentie te voorkomen.
Waarschuwing afstandsbediening
De afstandsbediening laat een waarschuwing horen tijdens RTH, en de waarschuwing wordt
geannuleerd door op de pauze-/RTH-knop te drukken. De afstandsbediening geeft een
waarschuwing wanneer het batterijniveau van de afstandsbediening laag is (6 tot 10%). Een
waarschuwing voor een laag batterijniveau kan worden geannuleerd door op de aan/uit-knop
te drukken. De waarschuwing voor kritiek batterijniveau die wordt geactiveerd wanneer het
batterijniveau minder dan 5% bedraagt, kan niet worden geannuleerd.
De afstandsbediening kalibreren
De afstandsbediening ondersteunt joystick-kalibratie. Kalibreer de joysticks wanneer daarom
wordt gevraagd:
1. Druk op de 5D-knop op de bril en open het brilmenu.
3. Volg de instructies om de joysticks te kalibreren.
• Kalibreer het apparaat NIET op locaties met sterke magnetische interferentie, zoals
nabij magneten, parkeerplaatsen of bouwplaatsen met ondergrondse gewapende
betonconstructies.
• Draag tijdens het kalibreren GEEN ferromagnetische materialen zoals mobiele
telefoons bij u.
Gebruik een van de volgende methoden om de rmware bij te werken:
1. Gebruik de DJI Fly-app om de rmware voor de volledige set apparaten bij te werken, inclusief
de drone, de bril en de afstandsbediening.
2. Gebruik DJI Assistant 2 (consumentendrones-serie) om de rmware van een enkel apparaat
bij te werken.
Het gebruik van DJI Fly
Bij gebruik met DJI Avata 2: Zet de drone, de bril en de afstandsbediening aan. Zorg ervoor dat
alle apparaten verbonden zijn. Sluit de USB-C-poort van de bril aan op het mobiele apparaat,
start DJI Fly en volg de melding om te updaten. Zorg ervoor dat het mobiele apparaat of de
computer tijdens de rmware-update verbonden zijn met het internet.
Het gebruik van DJI Assistant 2 (consumentendrones-serie)
1. Schakel het apparaat in en sluit het met een USB-C-kabel aan op een computer.
2. Activeer DJI Assistant 2 en meld u aan met een geregistreerd DJI-account.
3. Selecteer het apparaat en klik op Firmware-update aan de linkerzijde van het scherm.
4. Selecteer en bevestig de rmwareversie waarnaar u wilt updaten.
5. Wacht tot de rmware is gedownload. De rmware-update start automatisch.
6. Nadat de rmware-update is voltooid, wordt het apparaat automatisch opnieuw opgestart.
• Zorg er voordat u de rmware bijwerkt voor dat het apparaat voldoende stroom heeft.
• Zorg ervoor dat de computer een internetverbinding heeft.
• Volg alle stappen om de rmware bij te werken, anders kan de update mislukken.
• De rmware-update duurt een aantal minuten. Wacht geduldig tot de rmware-update
is voltooid.
• Het is normaal dat het apparaat automatisch opnieuw opstart tijdens het updateproces.
Schakel het apparaat NIET uit, koppel de USB-C-kabel NIET los en sluit de software NIET
af tijdens het updateproces.