dixell T66, XW60K Installing And Operating Instructions

dIXEL
Time
Temper.
Installat
Installatie
Installat Installat
ie---- en Gebruikershandleiding
ieie
en Gebruikershandleiding
en Gebruikershandleidingen Gebruikershandleiding
Digitale regelaar met ontdooi- en ventilator
management
T66 - XW60K
INHOUDSOPGAVE
1. ALGEMENE WAARSCHUWING___________________________________1
2. ALGEMENE BESCHRIJVING _____________________________________1
3. WERKING UITGANGEN _________________________________________1
4. BEDIENING OP HET FRONTPANEEL______________________________1
5. TEMPERATUUR ALARM MET TIJDSDUUR REGISTRATIE (HACCP)_____ 2
6. BASISFUNCTIES_______________________________________________2
7. PARAMETERS ________________________________________________2
8. DIGITALE INGANG _____________________________________________3
9. INSTALLATIE EN MONTAGE_____________________________________3
10. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN _________________________________3
11. GEBRUIK VAN DE HOTKEY PROGRAMMEERSLEUTEL ______________3
12. ALARMSIGNALEN______________________________________________4
13. TECHNISCHE GEGEVENS ______________________________________4
14. AANSLUITINGEN ______________________________________________4
15. FABRIEKSINSTELLINGEN PARAMETERS__________________________4
1.
ALGEMENE WAARSCHUWING
1.1 VOOR U DEZE HANDLEIDING GEBRUIKT
Deze handleiding dient ter referentie bij de regelaar te worden bewaard.
De regelaar mag niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan hieronder
beschreven. Het toestel mag niet als veiligheidstoestel gebruikt worden.
Controleer het toepassingsbereik alvorens verder te gaan.
1598023051
3.
REGELAARS
3.1 COMPRESSOR
De compressor wordt geregeld op basis van de door de thermostaatsonde gemeten temperatuur met een positieve afwijking tov het instelpunt: als de temperatuur stijgt en de waarde instelpunt + afwijking bereikt, schakelt het koelsysteem in, zodra de waarde van het instelpunt weer bereikt wordt schakelt het uit. Indien de sonde defect raakt, zal de compressor werken gedurende COn” minuten en vervolgens gedurende COF minuten uitgeschakeld worden.
3.2 ONTDOOIING
Met de “tdF” parameter zijn twee ontdooimethodes mogelijk: door middel van elektrische weerstand (tdF = EL) of door middel van heetgas (tdF = in). Andere parameters worden gebruikt om de ontdooi-interval (IdF), de maximum ontdooitijd (MdF) en het beëindigen van de ontdooiing (op tijd of op temperatuur van de verdampersonde ) te programmeren. Op het einde van de ontdooiing start de met parameter FST in te stellen druptijd. (FST=0, betekent dat deze gedeactiveerd is)
4.
BEDIENING OP HET FRONTPANEEL
SET
Compr.
ON
1.2
Controleer of de voedingsspanning correct is voordat het toestel wordt
Zorg dat het toestel niet in aanraking komt met water of vocht, gebruik de
Waarschuwing: voor het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden door een
Het toestel mag nooit geopend worden. Indien dit toch gebeurt, vervalt de
In geval het toestel defect raakt dient u contact op te nemen met de leverancier.
Overschrijdt de max. toegelaten capaciteit van de relais van de toestellen niet
Voor de goede werking van het toestel is het heel belangrijk dat alle
Bij gebruik van het toestel in een schakelkast waarin zich contactoren bevinden
2.
De XW60K, afmeting 32x74 mm, is een door een microprocessor gestuurde regelaar die geschikt is voor toepassing bij zowel positieve als negatieve koelkamers. De regelaar is voorzien van 3 uitgangsrelais om compressor, ontdooisysteem (elektrisch of heetgas) en verdamperventilatoren te sturen. De XR60C is ook voorzien van drie ingangen voor PTC of NTC sondes, één voor de ruimtetemperatuur, één voor de einde dooitemperatuur en het sturen van de verdamperventilatoren en één optionele aan te sluiten aan de hotkey klemmen voor een 3de temperatuur eventueel van condensor. De ingang voor de digitale ingang kan gebruikt worden als 4de temperatuursonde ingang. De HOTKEY uitgang biedt het toestel de mogelijkheid om aangesloten te worden op een met RS485 ModBUS-RTU compatibel netwerk (zoals de XWEB serie) via de externe interface module XJ485-CX. Het toestel is kan worden geprogrammeerd d.m.v. de HotKey programmeersleutel, het toetsenbord of via het RS485 netwerk.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
aangesloten. regelaar uitsluitend binnen het aangegeven toepassingsbereik en vermijd
plotselinge temperatuurswisselingen bij hoge vochtigheid om condensvorming te voorkomen.
daartoe bevoegde servicemonteur dienen alle elektrische verbindingen verbroken te worden.
garantie onmiddellijk.
(zie Technische gegevens). ingangssignalen (sondes, digitale ingangen) strikt gescheiden worden van
stroomvoerende kabels, relais en voedingen. De draden van de sondes en digitale ingangen MOETEN op min. 10cm van alle stroomvoerende geleiders gemonteerd worden. Kan dit niet, dan dient een afgeschermde kabel gebruikt te worden (afscherming aan één kant geaard).
die inductieve lasten schakelen wordt aangeraden om parallel over de spoelen en/of contacten van deze contactoren een RC-keten (type FT1) te plaatsen. Tevens wordt aangeraden ook op de voeding van het toestel zelf een dergelijke RC-keten te plaatsen.
ALGEMENE BESCHRIJVING
NB: op het toetsenbord bevindt zich een z.g. jumper waarmee de digitale invoer kan worden aan- en uitgezet. Raadpleeg voor het bedradingschema´s voor het aansluiten van de regelaar met of zonder jumper.
SET: Om het instelpunt te tonen. In programmeer modus kunt u met deze toets een
parameter selecteren of de waarde bevestigen
(DEF) Start manuele ontdooiing
o (UP): toont hoogst opgeslagen temperatuur. In programmeerfase kunt u hiermee
door de parameters lopen of de waarde verhogen.
n (DOWN) toont laagst opgeslagen temperatuur. In programmeerfase kunt u hiermee
door de parameters lopen of de waarde verlagen.
LICHT: AAN en UITSCHAKELEN van het licht in de unit.
TOETSENCOMBINATIES o + n blokkeren/deblokkeren van het toetsenbord
SET + n toegang tot programmeren SET + o terug naar de temperatuuruitlezing
4.1 GEBRUIK VAN DE LEDS
Elke LED functie wordt beschreven in onderstaande tabel:
LED BEELD FUNCTIE
AAN Compressor in werking Knipperen
AAN Ontdooiing actief Knipperen
AAN Ventilatoren in werking Knipperen Startvertraging ventilatoren na ontdooiing actief AAN Licht aan.
AAN Alarm aanwezig
-Programmeer stand (knipperend ) Anti-pendel beveiliging actief
-Programmeer stand (knipperend ) Druiptijd actief
Gebruiksaanwijzing NL T66 + XW60K r1.1 15.11.2007.doc T66 – XW60K 1/4
dIXEL
Set
ALu
Temperature
Alarm duration
5.
TEMPERATUUR ALARM EN TIJDDUUR REGISTRATIE
Installat
Installatie
Installat Installat
ie---- en Gebruikershandleiding
ieie
en Gebruikershandleiding
en Gebruikershandleidingen Gebruikershandleiding
(HACCP)
De T66 signaleert en registreert temperatuur alarm, evenals de tijdduur en de maximale waarde die bereikt is. Zie de tekening:
Ex. Te hoge temperatuur
Max
Temperature
High temp. alarm
X
X
X
Safe food zone
ALL
Low temp. alarm
Time
5.1 WEERGAVE VAN DE ALARM TIJDSDUUR EN DE MAX (MIN) TEMPERATUUR
Als het LED alarm oplicht, is er een alarm geweest. Om de aard van het alarm, de max (min) bereikte temperatuur en de tijdsduur te zien dient u als volgt te handelen:
1. Druk de Up of Down toets in.
2. Het display toont de volgende melding:: “HAL” voor een te hoge temperatuur (“LAL” voor te lage temperatuur), gevolgd door de Maximale (minimale) temperatuur. Vervolgens wordt de melding “tiM” (tiMe) weergegeven, gevolgd door de tijdduur “Duration” in uren.minuten.
3. Vervolgens gaat het instrument terug naar de actuele temperatuur.
NB 1: als het alarm nog voortduurt toont de “tim” de tijdduur tot dat moment. NB 2: het alarm wordt geregistreerd als de temperatuur de normale waarde weer
bereikt
5.2 WIJZIGEN VAN EEN GEREGISTREERD ALARM OF ACTIEF ALARM
1. Houdt de SET toetst langer dan 3 seconden ingedrukt, terwijl het geregistreerde
alarm wordt weergegeven. (de rSt melding wordt weergegeven)
2. Ter bevestiging begint de “rSt” melding te knipperen en wordt de normale
temperatuur weergegeven.
6.
BASISFUNCTIES
6.1 HET SETPUNT WEERGEVEN
1. Druk kort op de SET toets, het setpunt wordt weergegeven;
2. Druk opnieuw kort op de SET toets of wacht 5s om terug te keren naar de normale weergave.
6.2 HET SETPUNT WIJZIGEN
1. Houdt de SET toets langer dan 3s ingedrukt om het setpunt te selecteren;
2. De waarde van het setpunt wordt weergegeven en knippert;
3. Met de toetsen o en n kunt u nu wijzigingen aanbrengen (binnen 10s)
4. Na 10s wordt het nieuwe instelpunt automatisch opgeslagen of dient de SET toets ingedrukt te worden.
6.3 EEN HANDMATIGE ONTDOOIING STARTEN
Houdt de DEF toets langer dan 2s ingedrukt om de ontdooicyclus te starten.
6.4 EEN PARAMETER WIJZIGEN
Om een parameter te wijzigen, ga als volgt te werk:
Om uit de programmeerfase te gaan: Duw SET + o of wacht 15sec NOTA: de ingestelde waarde is opgeslagen zelfs wanneer de procedure is verlaten
door te wachten tot de time-out verloopt.
6.5 HET VERBORGEN MENU
Het verborgen menu bevat alle parameters van het toestel.
6.5.1 HOE HET VERBORGEN MENU TE GEBRUIKEN
1. Betreed de programmeerfase door Set en DOWN gedurende 3sec. samen in te drukken ( en knippert).
2. Selecteer de te wijzigen parameter.
3. Duw op de “SET” toets om zijn waarde af te beelden
4. Gebruik o en n om de waarde te wijzigen.
5. Duw op “SET” om de nieuwe waarde op te slaan en naar de volgende parameter over te stappen
1. Ga in de programmeer modus door de Set + n toets gedurende 3s ingedrukt te houden (LED 1 en
2. Als een parameter is afgebeeld houd de Set+ n ingedrukt voor meer dan 7sec. Het Pr2 label zal onmiddellijk afgebeeld worden gevolgd door de HY parameter. NU BENT U IN HET VERBORGEN MENU.
3. Selecteer de gewenste parameter.
4. Druk de “SET” toets in om de waarde weer te geven.
5. Gebruik o of n om de waarde te veranderen.
6. Druk op “SET” om de nieuwe waarde op te slaan en naar de volgende parameter te gaan.
knippert).
1598023051
Om het menu te verlaten: Druk op SET + o of wacht 15sec zonder op een toets te drukken. NB 1: -de ingestelde waarde wordt opgeslagen zelfs als de procedure wordt afgebroken doordat exit time-out verloopt. NB 2: indien geen parameters aanwezig in PR1 (gebruikerniveau) wordt na 3s "noP" weergegeven en dienen de toetsen Set + à ingedrukt te worden tot PR2 wordt geopend.
6.5.2 HET VERPLAATSEN VAN EEN PARAMETER VAN HET VERBORGEN MENU NAAR EEN EERSTE NIVEAU BRENGEN EN VICEVERSA.
Elke parameter in het VERBORGEN MENU kan verplaatst worden naar “HET EERSTE NIVEAU” (gebruikersniveau) door op de “SET + nte drukken. Als een parameter naar gebruikersniveau is verplaatst wordt dit in het VERBORGEN MENU aangegeven door een decimale punt.
6.6 HET TOETSENBORD BLOKKEREN
1.
Hou de o en n toetsen gedurende 3 seconden tegelijk ingedrukt.
2.
De melding “POF” wordt weergegeven en het toetsenbord wordt geblokkeerd. Uitsluitend het instelpunt en de MIN/MAX temperaturen zijn nu zichtbaar.
1.
Indien een toets langer dan 3 seconden wordt ingedrukt wordt de melding “POF” weergegeven.
6.7 HET TOETSENBORD DEBLOKKEREN
Houd de beide pijltjestoetsen langer dan 3 seconden tegelijk ingedrukt totdat de melding "Pon" wordt weergegeven.
6.8 DE CONTINUE CYCLUS
Als de ontdooicyclus niet in werking is, kan deze geactiveerd worden door de “o” toets gedurende 3sec in te drukken. De compressor blijft aktief tot het setpunt "ccs" vastgesteld in de “CCt” parameter bereikt is. De cyclus kan vóór het einde van de ingestelde tijd beëindigd worden door de activatietoets “o” gedurende 3sec ingedrukt te houden.
7.
PARAMETERS
REGELING Hy Differentieel: (0,1 ÷ 25,5°C), differentieel. De compressor star t bij
instelpunt+differentieel (Hy). De compressor stopt als het instelpunt is bereikt.
LS Minimum set punt: (- 50°C÷SET / -58°F÷SET), Bepaalt de minimum
aanvaardbare waarde voor het setpunt.
US Maximum set punt: (SET÷ 110°C / SET÷230°F), Bepaalt de maximum
aanvaardbare waarde voor het setpunt.
Ot Thermostaatsonde kalibratie: (-12.0÷12.0°C; -120÷120°F), mogelijkheid om de
thermostaatsonde te kalibreren
P2P Verdampersonde aanwezig: aanwezigheid van de tweede sonde : n= niet
aanwezig: de ontdooiing stopt op tijd; y= aanwezig: de ontdooiing/ventilatie stopt op temperatuur.
OE Verdampersonde kalibratie: (-12.0÷12.0°C; -120÷120°F), mogelijkheid om
afwijking van de verdampersonde aan te passen.
OdS Vertraagde opstart: (0÷255min), deze functie wordt geactiveerd bij het
opstarten van het toestel en vertraagt de opstart met de periode die is ingesteld in de parameter.
AC Rusttijd compressor: (0÷50 min), geeft de minimum tijd aan dat de compressor
stil moet staan voor deze weer kan opstarten. (anti-pende lbescherming).
CCt Duur van de continue cyclus Compressor AAN: (0.0÷24.0h; res. 10min),
Mogelijkheid om de duur van de continue cyclus te bepalen: de compressor blijft zonder onderbreking draaien gedurende de CCt tijd. Kan bijv. gebruikt worden, wanneer de ruimte is gevuld met nieuwe producten.
COn Compressor AAN bij defecte sonde: (0÷255 min), periode dat de compressor
aanstaat bij een defecte thermostaatsonde. Bij instelling COn=0 staat de compressor altijd UIT.
COF Compressor UIT bij defecte sonde: (0÷255 min), periode dat de compressor
uitgeschakeld is bij een defecte thermostaatsonde. Bij instelling COF=0 staat de compressor constant AAN.
CH Modus: CL = koelen; Ht = verwarmen WEERGAVE CF Temperatuur: (°C÷°F), °C = Celsius; °F = Fahrenheit. Waarschuwing: Als de
meeteenheid veranderd is, moeten het SET punt en de waarden van de parameters Hy, LS, US, Ot, ALU en ALL gecontroleerd en veranderd worden
rES Resolutie (uitsluitend bij °C): (dE 0,1°C ÷ in 1°C), dE= decimaal punt; in=
integer
Lod Default display: (P1; P2), mogelijkheid om in te stellen welke sonde op het
scherm wordt weergegeven : P1 = thermostaatsonde; P2 = Verdampersonde.
dLy Display vertraging: (0 ÷15m; instelbaar met 10s), wanneer de temperatuur
verandert wordt het display bijgewerkt met 1 °C/1°F na deze tijd.
ONTDOOIING tdF Type ontdooiing: EL = elektrisch; in = heet gas.
dtE Eindtemperatuur ontdooicyclus: (-50÷50 °C/ -58÷122°F), de temperatuur
gemeten door de thermostaatsonde waarop de ontdooicyclus beëindigd wordt.
IdF Interval tussen ontdooicycli: (0÷120h), de tijd tussen 2 ontdooicycli. MdF (Maximum) duur ontdooicylus: (0÷255min), de instelling dFP = nP, (geen
thermostaatsonde: vaste ontdooicyclus) bepaalt de duur van de cylcus ingesteld in deze parameter, de instelling dFP ≠≠≠ nP (ontdooiing gestuurd door temperatuur) bepaalt de max. temperatuur van de ontdooiing wordt in deze parameter ingesteld.
dSd Vertraagde start van de ontdooiing: (0÷99min), tijdvertraging voor het starten
van de ontdooicyclus i.v.m. belasting elektrisch net
Gebruiksaanwijzing NL T66 + XW60K r1.1 15.11.2007.doc T66 – XW60K 2/4
dIXEL
dFd Weergave tijdens ontdooiing: (rt = reële temperatuur; it = temperatuur bij start
ontdooiing; SEt = setpunt; dEF = “dEF” label)
dAd MAX display vertraging na ontdooiing: (0÷255min), maximum periode tussen
het einde van de ontdooiing en het opnieuw weergeven van de actuele temperatuur.
Fdt Drup tijd: (0÷120 min), periode tussen het bereiken van de temperatuur aan het
einde van de ontdooicyclus en het hervatten van de normale werking. In deze periode kunnen waterdruppels verdampen die mogelijk gevormd zijn tijdens de ontdooiing.
dPo Eerste ontdooicyclus na opstart: (y = onmiddellijk; n = na de IdF tijd) dAF Vertraging ontdooicyclus na continu draaien: (0÷23.5h) periode tussen het
einde van de snelkoelcyclus en de hieraan gekoppelde ontdooicyclus.
VENTILATOREN FnC Functie ventilatoren:
C-n = samen met de compressor, UIT tijdens ontdooicyclus; o-n = continu, UIT tijdens ontdooicyclus; C-Y = samen met de compressor, AAN tijdens ontdooicyclus; o-Y = continu, AAN tijdens ontdooicyclus;
Fnd Ventilatorvertraging na ontdooicyclus: (0÷255min), Vertragingstijd ventilatoren
na einde ontdooicyclus.
FSt Ventilator UIT temperatuur: (-50÷50°C), boven deze temperatuur is de ventilator
altijd UIT.
ALARMEN ALC Temperatuur alarm configuratie: (Ab; rE), Ab= absolute temperatuur:
alarmtemperatuur is afgesteld op de ALL of ALU waarden. rE = temperatuuralarm is afgesteld op het setpunt. Temperatuuralarm wordt geactiveerd wanneer de temperatuur de “SET+ALU” of “SET-ALL” waarden overschrijdt.
ALU Maximum temperatuur alarm: (ALL÷110°C), alarmgrens voor maximum
temperatuur, als deze temperatuur bereikt wordt zal, na de tijdsvertraging ingesteld onder parameter “Ald”, het alarm geactiveerd worden.
ALL Minimum temperatuur alarm: (-50.0 °C ÷ ALU), alarmgrens voor laagste
temperatuur, als deze temperatuur bereikt wordt zal, na de tijdsvertraging ingesteld onder parameter “Ald”, het alarm geactiveerd worden.
AFH Differentieel voor alarmherstel: (0,1÷25,5°C; 1÷45°F), differentieel voor herstel
temperatuuralarm.
ALd Vertraging temperatuur alarm: (0÷255 min), periode tussen het detecteren van
een alarmtoestand en het alarmsignaal.
dAO Vertraging temperatuur alarm na opstart regelaar: (van 0.0 min tot 23.5h), na
inschakeling van het toestel periode tussen het detecteren van de alarmtoestand en het alarmsignaal.
INSTELLING RELAIS oA2 Relais 5-6 instelling: ALr: alarm; LHt: licht; onF: altijd aan; dEF: niet
selecteren!!.; FAn: niet selecteren!!.
DIGITALE INPUT: is afhankelijk van het al of niet aanwezig zijn van een jumper
op het toetsenbord.
Met jumper aangebracht (digital input niet mogelijk) instelling i1P = oP. i1P Polariteit digitale ingang: Polariteit van de digitale ingang, oP: digitale ingang
wordt geactiveerd door het contact te openen, CL: digitale ingang wordt geactiveerd door het contact te sluiten.
i1F Configuratie digitale ingang: EAL = extern alarm: “EA” melding wordt
weergegeven; bAL = extern belangrijk alarm: “CA” wordt weergegeven; PAL = compressor druk alarm: “CA” wordt weergegeven; dor = deurschakelaar; dEF = ontdooicyclus aktief; LHt =niet ingesteld; Htr = keuze van de functie (koeling of verwarming).
did: Alarm vertraging digitale ingang: (0÷255 min), periode tussen het tijdstip van
het alarm en het signaleren van het alarm (i1F= EAL / bAL). Indien i1F = dor: vertraging voor het deuralarm; i1F = PAL : compressor aan/uit, de periode waarover het aantal aan/uitschakelingen wordt berekend (nps).
Lio = licht op deurschakelaar.
met Lio = y wordt het lichtrelais geactiveerd als de deur wordt geopend
(i1F=dor, oA2 = Lht) met Lio = n heeft de doorschakeaar gen invloed op het lichtrelais. nPS Aantal compressorschakelingen: (0 ÷15), Aantal schakelingen toegestaan
gedurende de “did” periode voordat alarm wordt gesignaleerd en de installatie geblokkeerd.
odc Compressorfunctie bij open deur: geen; FAN = normale werking; CPr, F_C =
Compressor uit.
OVERIG PbC Selectie type sonde: (Ptc=PTC sonde; ntc=NTC sonde). Keuze van het type
sonde.
dP1 Weergeven thermostaat sonde dP2 Weergeven verdamper sonde rEL Software release voor intern gebruik. Ptb Parameter tabel code: enkel ter inzage.
8.
DIGITALE INVOER
******Digital invoer is alleen mogelijk als de jumper, in het toetsenbord niet is ingevoerd.***** Als de jumper is aangebracht, gebruik instelling i1P = op De digitale invoer is vrij programmeerbaar met de parameter “i1F”.
Installat
Installatie
Installat Installat
ie---- en Gebruikershandleiding
ieie
en Gebruikershandleiding
en Gebruikershandleidingen Gebruikershandleiding
8.1 INVOER DEURCONTACT (i1F = dor)
Via deze invoer wordt de status van de deur en het relais doorgegeven naar de regelaar. Met de “odc” parameter kan de functie van het relais worden ingesteld:
No, Fan = normaal verder werken CPr, F_C = compressor UIT
Nadat de deur is geopend en een vertraging (ingesteld via “did”) is het deuralarm geactiveerd worden, het scherm geeft de melding “dA” en de regelaar herstart. Het
1598023051
alarm stopt zodra de digitale invoer gedeactiveerd is. Met open deur is het alarm hoge en lage temperatuur uitgeschakeld.
8.2 GENERIC ALARM (i1F = EAL)
Als de digitale invoer geactiveerd is, wacht het toestel gedurende de ingestelde periode “did” voordat de melding “EAL” wordt weergegeven. Het functioneren blijft ongewijzigd en het alarm stopt zodra de digitale invoer gedeactiveerd is.
8.3 ERNSTIG ALARM (i1F = bAL)
Als de digitale invoer geactiveerd is, wacht het toestel gedurende de ingestelde periode “did” voordat de melding “CA” wordt weergegeven. De uitgangen worden uitgeschakeld en het stopt zodra de ingang niet meer geactiveerd is.
8.4 PRESSOSTAAT (i1F = PAL)
Als gedurende de tijd “did” het aantal schakelingen zoals ingesteld in “nPS” bereikt zijn, zal het “CA” alarm geactiveerd worden. De uitgangen worden uitgeschakeld en de regeling geblokkeerd. Het alarm kan gereset worden door de regelaar in en uit stand-by te zetten of door voedingsspanning even uit te schakelen. De compressor wordt telkens uitgeschakeld als de digitale ingang actief is en start weer op als de digitale ingang niet meer actief is en de anti-pendelvertraging is verlopen.
8.5 START ONTDOOIING (i1F = dFr)
Hiermee wordt een ontdooiing gestart (indien aan voorwaarden verdaan is). Als de ontdooiing beëindigd is, zal de normale regeling verder gezet worden. Als de ingang nog steeds geactiveerd is zal de normale regeling pas gestart worden als de veiligheidstijd “Mdf” verstreken is.
8.6 INVERTERING VAN DE ACTIE: VERWARMEN / KOELEN (i1F = Htr)
Via deze weg is het mogelijk om de werking te inverteren van koeling naar verwarming, en omgekeerd.
8.7 POLARITEIT VAN DE DIGITALE INGANG
De polariteit van de digitale ingang is afhankelijk van de parameter “I1P” :
CL : De digitale ingang is geactiveerd door de ingang te sluiten. OP : De digitale ingang is geactiveerd door de ingang te openen
9.
INSTALLATIE EN MONTAGE
9.1 T66 MONTEREN IN EEN OPENING IN VERTIKALE POSITIE
10.
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
De toestellen worden geleverd met een schroefklem voor kabels tot 2,5 mm2. Voordat u de kabels worden aangesloten dient gecontroleerd te worden of de voedingsspanning correct is. Het is heel belangrijk voor de goede werking van het toestel dat alle ingangssignalen (sondes, digitale ingangen) strikt gescheiden worden van stroomvoerende kabels, relais en voedingen. De draden van de sondes en digitale ingangen MOETEN op min. 10cm van alle stroomvoerende geleiders gemonteerd worden. Kan dit niet, dan dient afgeschermde kabel gebruikt te worden (afscherming aan één kant geaard). Houdt rekening met de max. capaciteit van de relais, bij zwaardere belastingen dient een extern relais gebruikt te worden
10.1 SONDE AANSLUITING
De sondes moeten met de kop omhoog gemonteerd worden om het binnendringen van vocht in de sondes te vermijden. Het wordt aanbevolen om de temperatuur sonde niet in de luchtstroom van de verdamper te plaatsen zodat een correct beeld van de gemiddelde ruimtetemperatuur verkregen wordt. Plaats de einde ontdooisonde tussen de verdamper vinnen op de koudste plaats, waar de meeste ijsvorming is, verwijderd van verwarmingselementen of de warmste plaats tijdens ontdooiing om een te vroege beëindiging van de ontdooiing te voorkomen.
11.
GEBRUIK VAN DE HOTKEY PROGRAMMEERSLEUTEL
11.1 UPLOAD (VAN HET TOESTEL NAAR DE “HOT KEY”)
1. Programmeer eerst een regelaar via het toetsenbord.
2. Als het toestel AAN is steekt u de “Hot key” in de TTL poort en drukt u op de è toets; de tekst "uL" verschijnt., gevolgd door “End”.
3. Druk de “SET” toets in om de knipperende tekst “End” te verwijderen.
4. Schakel het toestel uit, verwijder de “Hot Key” en schakel vervolgens het toestel weer AAN.
Aan het einde van de gegevensoverdracht kan het toestel de volgende teksten tonen: “end “ voor juiste programmering, en “Err” voor foute programmering. In dit laatste geval dient de o toets te worden ingedrukt om opnieuw te programmeren of kan de niet geprogrammeerde “Hot key” verwijderd worden.
11.2 DOWNLOAD (VAN DE “HOT KEY” NAAR HET TOESTEL)
1. Schakel het toestel uit en steek de geprogrammeerde “Hot Key” in de TTL poort, schakel de regelaar dan AAN.
2. Automatisch wordt de parameterlijst van de “Hot Key” gedownload naar het geheugen, de tekst “DoL” knippert, gevolgd door “End”.
3. Na 10sec zal het toestel heropstarten met de nieuwe parameters.
4. Verwijder de ”Hot Key”.
Op het einde van de gegevensoverdrachts kan het toestel de volgende berichten tonen: “End “ voor juiste programmering. Het toestel start opnieuw met de nieuwe programmering. “Err” voor foute programmering. In dit geval, schakelt u het toestel uit en dan weer aan om opnieuw te downloaden of verwijdert u de “Hot key” om de bewerking te onderbreken.
Gebruiksaanwijzing NL T66 + XW60K r1.1 15.11.2007.doc T66 – XW60K 3/4
dIXEL
12.
ALARMSIGNALEN
Label Oorzaak Uitgangen
“P1” Defecte ruimtesonde Compressor uitgang volgens“Con” en “P2” Defecte 2de sonde Einde ontdooiing op tijd MdF (indien verd. “HA” Maximum temperatuur “LA” Minimum temperatuur alarm Uitgangen onveranderd
“dA” Open deur alarm (i1F=dor) Comp en/of vent herstarten afhankelijk van “EA” Extern alarm (i1F=EAL) Uitgangen onveranderd
“CA” Serieus extern alarm “CA” Pressostaat alarm
alarm
(i1F=bAL) (i1F=PAL)
Installat
Installatie
Installat Installat
“COF” sonde)
Uitgangen onveranderd
"rrd"
Uitgangen uitgeschakeld Uitgangen uitgeschakeld
ie---- en Gebruikershandleiding
ieie
en Gebruikershandleiding
en Gebruikershandleidingen Gebruikershandleiding
12.1 ALARM HERSTEL
Sonde alarms P1”, “P2” start enkele seconden nadat de fout gedetecteerd is en stopt automatisch als het probleem opgelost is. Controleer de connecties voor de sonde te vervangen. Temperatuur alarm “HA”, “LA” stopt automatisch zodra de temperatuur weer binnen het normale bereik is. Alarm “EA” en “CA” (met i1F=bAL) worden hersteld zodra de digitale ingang niet meer actief is. Alarm “CA” (met i1F=PAL) wordt hersteld nadat het toestel af en weer aan gezet wordt (of standby).
13.
TECHNISCHE GEGEVENS
T66 keyboard Behuizing: zelfdovend ABS; front 38x185 mm; diepte 23mm; Montage: paneel te bevestigen d.m.v. 2 schroeven ∅ 3 x 2mm in een uitsparing van
150x31 mm. Afstand tussen de gaten 165mm
Bescherming: IP20. Beschermingsklasse front: IP65 met pakking voor front mod RG-L. (optioneel) Verbindingen: schroefklemmenblok voor draden 2,5 mm Voeding: een XW60K module Display: 2 cijfers, rode LED, 14,2 mm hoog
Module XW60K Behuizing: “OS”: open board 132x 94 mm; hoogte: 40mm. Verbindingen: schroefklemmenblok voor draden 2,5 mm Voeding: 230Vac Opgenomen vermogen: 10VA max. Ingangen: 2 NTC of PTC sondes. Digitale ingangen: spanningsloos. Relais uitgangen: Totale spanning MAX. 20A
compressor SPST 20(8)A 250Vac
ontdooien: SPST 8(3) A, 250Vac ventilator: SPST 8(3) A, 250Vac
licht: SPST 8(3) A, 250Vac Gegevensopslag: niet volatiel geheugen (EEPROM). Soort actie: 1B. Pollutiegraad: normaal. Software klasse: A. Werkingstemperatuur: 0÷60 °C. Opslagtemperatuur: -25÷60 °C. Relatieve vochtigheid: 20÷85% (niet condenserend) Meet- en regelbereik: NTC sonde: -40÷110°C (-58÷230°F). Resolutie: 0,1 °C of 1°C of 1°F (instelbaar). Nauwkeurigheid (ambiente temp. 25°C) : ±0,5 °C ±1 cijfer.
14.
CONNECTIES
2
en 6,3mm Faston.
2
en 6,3mm Faston.
14.1 XW60K BEDRADING SCHEMA MET JUMPER
1598023051
14.2 XW60K BEDRADINGSCHEMA ZONDER JUMPER
15.
FABRIEKSINSTELLINGEN PARAMETERS
Label Beschrijving Bereik °C/°F
Set
Afstelling LS÷US -5.0
Hy
Differential
LS
Minimum afstelling
US
Maximum afstelling
Ot
CalibratieThermostaat sonde
P2P
Verdamper sonde aanwezig n=not present; Y=pres. Y
OE
Calibratie verdamper sonde
OdS
Output vertraging bij start 0÷255 min 0
AC
Vertraging anti korte cyclus
CCt
Contine cyclus 0.0÷24.0h 0.0
Con
Compressor AAN tijd met defecte sensor
COF
Compressor UIt tijd met defecte sensor
CH
Moduls CL=koelen; Ht= verwarmen cL
CF
Temperatuur eenheid
rES
Resolutie in=integer; dE= dec.point dE
Lod
Sonde op het scherm P1;P2 P1
tdF
Ontdooi methode EL=el. heater; in= hot gas EL
dtE
Eind ontdooicyclus temperatuur
IdF
Interval tussen ontdooicycli
MdF
(Maximum) periode voor ontdooicyclus
dSd
Start vertraging ontdooicyclus 0÷99min 0
dFd
Tekst op scherm tijdens ontdooicyclus rt, it, SEt, DEF it
dAd
MAX vertraging scherm na ontdooicyclus
Fdt
Uitlektijd 0÷120 min 0
dPo
1e ontdooicyclus na opstart n=na IdF; y=meteen n
dAF
Vertraging ontdooicyclys na snelvriezen 0 ÷ 23h e 50’ 0.0
Fnc
Modus ventilator C-n, o-n, C-y, o-Y o-n
Fnd
Vertraging ventilator na ontdooicyclus 0÷255min 10
FSt
Uitschakeltemperatuur ventilator -50÷50°C/-58÷122°F 2
Fon Tijd ventilator aan bij compressor uit 0÷15 (min.) 0
Alc
Configuratie temperatuur alarm rE= gekoppeld aan afstelling; Ab =
ALU
MAXIMUM temperatuur alarm
ALL
Minimum temperatuur alarm
Ald
Vertraging temperatuur alarm
dAO
Vertraging temperatuur alarm bij opstart
oA2
Relais 5-6 configuratie
i1P
Digital invoer polariteit oP=opening;CL=closing oP
i1F
Digital invoer configuratie EAL, bAL, PAL, dor; dEF; LHt, Htr EAL
Did
Digital invoer vertraging alarm 0÷255min 15
Lio
Licht aan, deurschakelaar geactiveerd n, y y
Nps
Aantal compressor activaties 0 ÷15 15
Odc
Status compressor en ventilator met deur open
PbC
Sensor soort Ptc; ntc 1
dP1
Thermostaat sensor op scherm -- nu
dP2
Verdamper sensor op scherm -- --
rEL
Software editie -- --
Ptb
Kaart code -- --
Verborgen parameters
0,1÷25.5°C/ 1÷ 255°F
-50°C÷SET/-58°F÷SET
SET÷110°C/ SET ÷ 230°F
-12÷12°C /-120÷120°F
-12÷12°C /-120÷120°F
0 ÷ 50 min
0 ÷ 255 min 0 ÷ 255 min
°C ÷ °F
-50 ÷ 50 °C 1 ÷ 120 ore 0 ÷ 255 min
0 ÷ 255 min 30
absoluut
Set÷110.0°C; Set÷230°F
-50.0°C÷Set/ -58°F÷Set 0 ÷ 255 min
0 ÷ 23h e 50’
ALr= alarm; dEF=niet selecteren;
LHt=auxiliary; onF=altijd aan; Fan=
niet selecteren
no; Fan; CPr; F_C
-40.0 110
110
-40.0
LHt
2.0
0.0
0.0
1
15 30
°C
8 6
30
Ab
15
1.3
no
Gebruiksaanwijzing NL T66 + XW60K r1.1 15.11.2007.doc T66 – XW60K 4/4
dIXEL
Z.I. Via dell’Industria, 27 - 32010 Pieve d’Alpago (BL) ITALY tel. +39 - 0437 - 98 33 - fax +39 - 0437 - 98 93 13
http://www.dixell.com E-mail: dixell@dixell.com
S.p.a.
dIXEL
A
A
Installing and Operating Instructions
Digital controller with defrost management
T66 - XW60K
CONTENTS
1.
GENERAL WARNING __________________________________________ 1
2. GENERAL DESCRIPTION _______________________________________ 1
3. CONTROLLING LOADS ________________________________________ 1
4. FRONT PANEL COMMANDS ____________________________________ 1
5. TEMPERATURE ALARM AND ITS DURATION RECORDING (HACCP) ___1
6. MAIN FUNCTIONS_____________________________________________ 2
7. PARAMETERS ________________________________________________ 2
8. DIGITAL INPUT:_______________________________________________ 3
9. INSTALLATION AND MOUNTING _________________________________ 3
10. ELECTRICAL CONNECTIONS ___________________________________ 3
11. HOW TO USE THE HOT KEY ____________________________________3
12. ALARM SIGNALS______________________________________________ 3
13. TECHNICAL DATA_____________________________________________ 3
14. CONNECTIONS _______________________________________________ 4
15. DEFAULT SETTING VALUES ____________________________________4
1. GENERAL WARNING
1.1 PLEASE READ BEFORE USING THIS MANUAL
This manual is part of the product and should be kept near the instrument for easy and quick reference.
The instrument shall not be used for purposes different from those described hereunder. It cannot be used as a safety device.
Check the application limits before proceeding.
1.2 SAFETY PRECAUTIONS
Check the supply voltage is correct before connecting the instrument.
Do not expose to water or moisture: use the controller only within the
operating limits avoiding sudden temperature changes with high atmospheric humidity to prevent formation of condensation
Warning: disconnect all electrical connections before any kind of maintenance.
Fit the probe where it is not accessible by the End User. The instrument must not be opened.
In case of failure or faulty operation send the instrument back to the distributor or to “Dixell S.p.A.” (see address) with a detailed description of the fault.
Consider the maximum current which can be applied to each relay (see Technical Data).
Ensure that the wires for probes, loads and the power supply are separated and far enough from each other, without crossing or intertwining.
In case of applications in industrial environments, the use of mains filters (our mod. FT1) in parallel with inductive loads could be useful.
2. GENERAL DESCRIPTION
Models XW60K + T66 is microprocessor based controller, suitable for applications on medium or low temperature refrigerating units. It has 4 relay outputs to control compressor, defrost can be either electrical or reverse cycle (hot gas), fans and light. It is also provided with two NTC or PTC probe inputs, one for temperature control, the other, to be located onto the evaporator, to control the defrost termination temperature. The instrument is fully configurable through special parameters that can be easily programmed through the keyboard.
NOTE: on the keyboard is present a jumper enabling or disabling the digital input. Please refer to wiring diagrams to see how the connections are modified according to the use of the jumper.
3. CONTROLLING LOADS
3.1 COMPRESSOR
The regulation is performed according to the temperature measured by the thermostat probe with a positive differential from the set point: if the temperature increases and reaches set point plus differential the compressor is started and then turned off when the temperature reaches the set point value again.
3.2 DEFROST
Two defrost modes are available through the “tdF” parameter: defrost through electrical heater (tdF = EL) and hot gas defrost (tdF = in). Other parameters are used to control the interval between defrost cycles (IdF), its maximum length (MdF) and two defrost modes: timed or controlled by the evaporator’s probe (P2P). At the end of defrost dripping time is started, its length is set in the FSt parameter. With FSt =0 the dripping time is disabled.
Tempe r.
SET
Time
Compr.
ON
In case of fault in the thermostat probe the start and stop of the compressor are timed through parameters “COn” and “COF”.
PRELIMINARY
4. FRONT PANEL COMMANDS
SET: To display target set point; in programming mode it selects a parameter or
confirm an operation.
(DEF) To start a manual defrost
o (UP): To see the last temperature alarm happened; in programming mode it
browses the parameter codes or increases the displayed value.
n (DOWN) To see the last temperature alarm happened ;in programming mode
it browses the parameter codes or decreases the displayed value.
LIGHT: Switch ON and OFF the cold room light.
KEY COMBINATIONS:
o + n To lock & unlock the keyboard. SET + n To enter in programming mode.
SET + o To return to the room temperature display.
4.1 USE OF LEDS
Each LED function is described in the following table.
LED MODE FUNCTION
ON Compressor enabled
Flashin
-Programming Phase (flashing with
g
- Anti-short cycle delay enabled
ON Defrost enabled
Flashin
- Programming Phase (flashing with
g
- Drip time in progress
ON Fans enabled
Flashing Fans delay after defrost in progress.
ON Light relay on.
ON An temperature alarm happened
)
)
5. TEMPERATURE ALARM AND ITS DURATION RECORDING (HACCP)
T66 signals and records temperature alarms, together with their duration and max value reached. See drawing:
Ex. High temperature alarm
Temperature
Max
Temperature
Lu
High temp. alarm
Set
ALL
Low temp. alarm
X
Safe food zone
X
larm duration
X
Time
5.1 HOW TO SEE THE ALARM DURATION AND MAX (MIN) TEMPERATURE
If the alarm LED is on, an alarm has taken place. To see the kind of alarm, the max (min) reached temperature and alarm duration do as follows:
1. Push the Up or Down key.
2. On the display the following message is shown::
MANUAL RNC 2007 053 PRELIMINARY T66 + XW60K.doc T66 – XW60K 1/4
Loading...
+ 11 hidden pages