Dell OptiPlex 360 User Manual [nl]

Dell™ OptiPlex™ 360 Onderhoudshandleiding

Voordat u aan de computer gaat werken

Knoopcelbatterij

Computerkap

Luidsprekers

Montagekader van stations

Processor

Kaarten

Stroomtoevoer

Stations

BIOS

I/O-paneel

Systeemkaart

Warmteafleider van processor

Problemen oplossen

Geheugenmodules

Contact opnemen met Dell

 

 

Opmerkingen, waarschuwingen en gevaar-kennisgevingen

OPMERKING: Een OPMERKING bevat belangrijke informatie voor een beter gebruik van de computer.

WAARSCHUWINGEN: WAARSCHUWINGEN geeft aan dat er schade aan hardware of potentieel gegevensverlies kan optreden als de instructies niet worden opgevolgd.

GEVAAR: Een GEVAAR duidt een risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aan.

Als u een Dell™-computer uit de N-serie hebt aangeschaft, zijn de verwijzingen naar de Microsoft® Windows®- besturingssystemen in dit document niet van toepassing.

De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.

© 2008-2009 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden.

Verveelvoudiging van dit materiaal op welke wijze dan ook, zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc., is strikt verboden.

Handelsmerken die in deze tekst worden gebruikt: Dell, het DELL-logo en OptiPlex zijn handelsmerken van Dell Inc.; Intel is een gedeponeerd handelsmerk van Intel Corporation in de V.S. en andere landen; Microsoft, Windows, Windows Vista, en het logo op de startknop van Windows Vista zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Bluetooth is een gedeponeerd handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc. en wordt onder licentie gebruikt door Dell Inc.

Andere merken en handelsnamen die mogelijk in dit document worden gebruikt, dienen ter aanduiding van de rechthebbenden met betrekking tot de merken en namen of ter aanduiding van hun producten. Dell Inc. claimt op geen enkele wijze enig eigendomsrecht ten aanzien van andere merken of handelsnamen dan haar eigen merken en handelsnamen.

Modellen DCSM en DCNE

Maart 2009 Rev. A01

Terug naar inhoudsopgave

Voordat u aan de computer gaat werken

Dell™ OptiPlex™ 360 Onderhoudshandleiding

Aanbevolen hulpmiddelen

Voordat u aan de computer gaat werken

De binnenkant van uw computer

Onderdelen van het moederbord

Nadat u aan de computer hebt gewerkt

Dit hoofdstuk bevat instructies over het verwijderen en installeren van de componenten in uw computer. Tenzij anders vermeld, wordt er bij elke procedure van uitgegaan dat:

U de stappen in Voordat u aan de computer gaat werken hebt uitgevoerd.

U hebt de veiligheidsinformatie geraadpleegd die bij uw computer is geleverd.

Wanneer u een onderdeel vervangt, u het oorspronkelijke onderdeel reeds hebt verwijderd.

OPMERKING: De kleur van uw systeem en bepaalde systeemonderdelen kunnen verschillen van de kleur die in dit document is afgebeeld.

Aanbevolen hulpmiddelen

Voor de procedures in dit document hebt u mogelijk de volgende hulpmiddelen nodig:

Kleine platte schroevendraaier

Kruiskopschroevendraaier

Klein plastic pennetje

Update voor Flash BIOS (zie de Dell Support-website op support.dell.com)

Voordat u aan de computer gaat werken

Volg onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer en werkomgeving te beschermen tegen mogelijke schade.

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.

WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.

WAARSCHUWINGEN: Verwijder kabels door aan de stekker of aan de ontkoppellus te trekken en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn voorzien van een connector met borglippen. Als u dit type kabel loskoppelt, moet u de borglippen ingedrukt houden voordat u de kabel verwijdert. Als u stekkers van elkaar los trekt, moet u ze recht tegenover elkaar houden om te voorkomen dat de stekkerpennen worden verbogen.

Controleer, vóór u een kabel aansluit, ook of beide connectoren op de juiste wijze zijn geplaatst en uitgelijnd.

WAARSCHUWINGEN: Om schade aan de computer te voorkomen, volgt u de volgende instructies voordat u werkzaamheden in de computer uitvoert.

1.Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is om te voorkomen dat de computerkap bekrast raakt.

2.Schakel uw computer uit (zie De computer uitschakelen).

WAARSCHUWINGEN: Wanneer u een netwerkkabel wilt verwijderen, moet u eerst de stekker van de netwerkkabel uit de computer verwijderen. Vervolgens verwijdert u de stekker van de netwerkkabel uit de netwerkaansluiting.

3.Verwijder alle stekkers van telefoonen netwerkkabels uit de computer.

4.Verwijder de stekker van de computer en alle daarop aangesloten apparaten uit het stopcontact.

5.Houd de aan-uitknop ingedrukt terwijl de stekker van de computer uit het stopcontact is verwijderd om het moederbord te aarden.

WAARSCHUWINGEN: Raak onderdelen pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd metalen oppervlak van de behuizing aan te raken, zoals het metaal rondom de openingen voor de kaarten aan de achterkant van de computer. Raak tijdens het werken aan uw computer af en toe een ongeverfd metalen oppervlak aan om eventuele statische elektriciteit, die schadelijk kan zijn voor interne componenten, te ontladen.

Dell OptiPlex 360 User Manual

De computer uitschakelen

WAARSCHUWINGEN: U voorkomt gegevensverlies door alle geopende bestanden op te slaan en te sluiten. Sluit vervolgens alle geopende programma's voordat u de computer uitschakelt.

1.Sluit het besturingssysteem af.

2.Controleer of de computer en alle daaraan gekoppelde apparaten zijn uitgeschakeld. Houd de aan/uit-knop 4 seconden ingedrukt, indien uw computer en aangesloten apparaten niet automatisch worden uitgeschakeld wanneer u het besturingssysteem afsluit.

De binnenkant van uw computer

Mini Tower-computer

1

optisch station

2

voedingseenheid

 

 

 

 

3

USBen audioconnectoren op

4

systeemkaart

 

achterzijde

 

 

 

 

 

 

5

warmteafleider

6

vaste schijf

 

 

 

 

7

ventilator

8

USBen audioconnectoren op

 

 

 

voorzijde

9

stationscompartimenten

 

 

 

 

 

 

Pc

1

stationscompartimenten (mediakaartlezer of

2

voedingseenheid

 

 

diskettestation, optisch station en vaste

 

 

 

 

schijf)

 

 

 

 

 

 

 

 

3

USBen audioconnectoren op achterzijde

4

systeemkaart

 

 

 

 

 

 

5

warmteafleider

6

USBen

 

 

 

 

audioconnectoren op

 

 

 

 

voorzijde

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Onderdelen van het moederbord

Onderdelen van moederbord Mini Tower-computer

1

connector interne

2

netsnoerconnector

3

connectoren

 

inbouwluidspreker

 

 

 

geheugenmodules

 

(optioneel)

 

 

 

(DIMM1, DIMM2)

 

 

 

 

 

 

4

connectoren seriële ATA-

5

primaire

6

connector diskettestation

 

schijven (SATA0, SATA1,

 

voedingsconnector

 

 

 

SATA2)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7

audioaansluitingen (2)

8

connector

9

USB-poorten (4)

 

 

 

netwerkadapter,

 

 

 

 

 

USB-poorten (2)

 

 

 

 

 

 

 

 

10

VGA-videoconnector

11

RTC reset-jumper

12

parallelle connector

 

 

 

(RTCRS)

 

(printer)

13

seriële connector

14

wachtwoordjumper

15

batterijsocket

 

 

 

(PSWD)

 

 

 

 

 

 

 

 

16

luidspreker moederbord

17

PCI x1-connectoren

18

PCI Express x16-

 

(BEEP)

 

(SLOT2, SLOT 3)

 

connector (PCIE_X16)

 

 

 

 

 

 

19

connector PS/2 naar serieel

20

aansluiting voor

21

connector

 

 

 

diskettestation (DSKT)

 

processorventilator

 

 

 

 

 

 

Onderdelen van moederbord pc

1

connector interne

2

netsnoerconnector

3

connectoren

 

 

inbouwluidspreker

 

 

 

geheugenmodules

 

 

(optioneel)

 

 

 

(DIMM1, DIMM2)

 

 

 

 

 

 

 

 

4

connectoren seriële ATA-

5

primaire

6

connector diskettestation

 

 

schijven (SATA0, SATA1,

 

voedingsconnector

 

 

 

 

SATA2)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7

audioaansluitingen (2)

8

connector

9

USB-poorten (4)

 

 

 

 

netwerkadapter,

 

 

 

 

 

 

USB-poorten (2)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

10

VGA-videoconnector

11

RTC reset-jumper

12

parallelle connector

 

 

 

 

(RTCRS)

 

(printer)

 

 

 

 

 

 

 

 

13

seriële connector

14

wachtwoordjumper

15

batterijsocket

 

 

 

 

(PSWD)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

16

luidspreker moederbord

17

PCI Express x1-

18

PCI Express x16-

 

 

(BEEP)

 

connectoren (SLOT2,

 

connector (PCIE_X16)

 

 

 

 

SLOT 3)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

19

seriële connector

20

aansluiting voor

21

connector

 

 

 

 

diskettestation (DSKT)

 

processorventilator

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nadat u aan de computer hebt gewerkt

Nadat u de terugplaatsingsprocedures hebt uitgevoerd, moet u nagaan of u de externe apparaten, kaarten, kabels etc. hebt aangesloten voordat u de computer weer aanzet.

1.Plaats de computerkap terug (zie De kap van de Mini Tower-computer terugplaatsen).

2.Sluit alle telefoonof netwerkkabels aan op uw computer.

WAARSCHUWINGEN: Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst aan op het netwerkapparaat en sluit u de kabel vervolgens aan op de computer.

3.Sluit uw computer en alle aangesloten apparaten aan op het stopcontact.

4.Zet de computer aan.

Terug naar inhoudsopgave

Terug naar inhoudsopgave

Montagekader van stations

Dell™ OptiPlex™ 360 Onderhoudshandleiding

Het montagekader van de stations verwijderen

Het montagekader van de stations terugplaatsen

Een inzetstuk uit het montagekader verwijderen

Een inzetstuk in het montagekader plaatsen

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.

GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te halen voordat u de kap opent.

OPMERKING: Deze procedure is alleen van toepassing op de Mini Tower-computer. De pc bevat geen verwijderbaar montagekader.

Het montagekader van de stations verwijderen

1.Volg de procedure in Voordat u aan de computer gaat werken.

2.Verwijder de computerkap (zie De kap van de Mini Tower-computer verwijderen).

3.Zoek naar de blauwe vergrendeling naast het montagekader van de stations langs de rechterkant van de computer. Schuif de vergrendeling omlaag en houd hem op zijn plaats.

4.Maak de rechterzijde van het montagekader voorzichtig los en laat de vergrendeling los.

1

montagekader

2

vergrendeling van montagekader

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het montagekader van de stations terugplaatsen

OPMERKING: Bij deze procedure wordt ervan uitgegaan dat u het oude onderdeel al hebt verwijderd.

1.Plaats de computer rechtop en plaats de klemmen op de linkerrand van het montagekader in de sleuven voor de klemmen van het montagekader langs de linkerrand van het voorpaneel.

2.Schuif de vergrendeling omlaag en houd hem op zijn plaats.

3.Draai het voorpaneel naar de computer totdat de grepen op de rechterrand van het paneel op hun plaats klikken en laat de vergrendeling los.

4.Volg de procedure in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.

1 klemmen op montagekader (3)

2 montagekader

3 vergrendeling van montagekader

Een inzetstuk uit het montagekader verwijderen

OPMERKING: Gooi de schroeven aan de binnenzijde van het inzetstuk niet weg. U hebt deze schroeven nodig om het nieuwe station in het stationscompartiment te bevestigen.

1.Volg de procedure in Voordat u aan de computer gaat werken.

2.Verwijder het montagekader (zie Het montagekader van de stations verwijderen) en plaats het montagekader met de voorzijde omlaag op een vlakke ondergrond.

3.Houd het lipje voor het inzetstuk op het montagekader vast en gebruik een plastic pennetje om het klemmetje aan de rechterzijde voor het inzetstuk van het montagekader voorzichtig los te maken.

4.Draai het inzetstuk naar links om het klemmetje aan de linkerzijde los te maken.

1

inzetstuk van montagekader voor

2

lipje voor inzetstuk van

 

 

5,25-inch station

 

montagekader

 

 

 

 

 

 

3

klemmetje voor inzetstuk van

4

inzetstuk van montagekader voor

 

 

montagekader

 

3,5-inch station

 

 

 

 

 

 

5

lipje voor inzetstuk van

6

klemmetje voor inzetstuk van

 

 

montagekader

 

montagekader

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een inzetstuk in het montagekader plaatsen

OPMERKING: Bij deze procedure wordt ervan uitgegaan dat u het oude onderdeel al hebt verwijderd.

1.Plaats het montagekader met de voorzijde omlaag op een vlakke ondergrond.

2.Houd het inzetstuk van het montagekader bijna verticaal en plaats het klemmetje aan de linkerzijde van het inzetstuk terug in de linkerrand op de achterzijde van het montagekader.

3.Duw de rechterzijde van het inzetstuk omlaag tot het op zijn plaats klikt.

4. Volg de procedure in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.

Terug naar inhoudsopgave

Terug naar inhoudsopgave

BIOS

Dell™ OptiPlex™ 360 Onderhoudshandleiding

Het BIOS flashen vanaf een cd

Het BIOS vanaf de vaste schijf flashen

OPMERKING: Als er een cd met een BIOS-updateprogramma bij een nieuw moederbord is geleverd, flasht u de BIOS vanaf die cd. Zie Het BIOS vanaf de vaste schijf flashen als u niet over een cd met een BIOS-updateprogramma beschikt.

Het BIOS flashen vanaf een cd

1.Zet de computer aan.

2.Druk op de uitwerpknop aan de voorkant van het optische station om de lade te openen.

3.Plaats de schijf met de BIOS-update in het midden van de stationslade en druk op de eject-knop of druk voorzichtig op de lade om deze te sluiten.

4.Start de computer opnieuw op.

5.Druk op <F12> zodra het DELL™-logo verschijnt.

OPMERKING: Soms werkt het toetsenbord niet meer wanneer u een toets erg lang hebt ingedrukt. U voorkomt dit door met regelmatige tussenpozen op <F12> te drukken om het opstartbronmenu te openen.

Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem verschijnt, moet u blijven wachten tot het bureaublad van Microsoft® Windows® wordt weergegeven. Daarna sluit u de computer af en probeert u het opnieuw.

6.Maak in het Boot Device Menu gebruik van de toetsen pijl-omhoog en pijl-omlaag of druk op de juiste cijfertoets op het toetsenbord om Onboard of USB CD-ROM te selecteren en druk op <Enter>.

OPMERKING: De eenmalige opstartfunctie verandert alleen de opstartvolgorde van de huidige opstartsessie. Wanneer de computer opnieuw wordt opgestart, wordt de opstartvolgorde aangehouden die in de System Setup is opgegeven.

WAARSCHUWINGEN: Als het proces eenmaal is begonnen, mag u het niet onderbreken. Onderbreken van het proces kan het systeem beschadigen.

7.Volg de instructies op het scherm. De computer gaat verder met opstarten en werkt de nieuwe BIOS bij. Wanneer de flash-update is voltooid zal de computer automatisch opnieuw starten.

8.Verwijder de cd met het BIOS-updateprogramma uit het station.

Het BIOS vanaf de vaste schijf flashen

1.Zet de computer aan.

2.Zoek naar het bestand met de BIOS-update voor uw computer op support.dell.com.

3.Klik op Download Now (Nu downloaden) om het bestand te downloaden.

4.Als het venster Export Compliance Disclaimer (Afwijzing van aansprakelijkheid bij export) verschijnt, klikt u op Yes, I Accept this Agreement (Ja, ik accepteer deze overeenkomst).

Het venster File Download (Bestand downloaden) wordt weergegeven.

5.Klik op Save this program to disk (Dit programma opslaan op schijf)en klik vervolgens op OK.

Het venster Save In (Opslaan in) wordt weergegeven.

6.Klik op de pijl omlaag om het menu Save In (Opslaan in) weer te geven. Selecteer Desktop (Bureaublad) en klik vervolgens op Save (Opslaan).

Het bestand wordt naar het bureaublad gedownload.

7.Klik op Close (Sluiten) als het venster Download Complete (Download voltooid) wordt weergegeven.

Het bestandspictogram wordt op het bureaublad geplaatst en heeft dezelfde naam als het BIOS-updatebestand dat u hebt gedownload.

8. Dubbelklik op het bestandspictogram op het bureaublad en volg de instructies op het scherm.

Terug naar inhoudsopgave

Terug naar inhoudsopgave

Kaarten

Dell™ OptiPlex™ 360 Onderhoudshandleiding

PCIen PCI Express-kaarten

Adapter voor PS/2- naar seriële poort

Een kaart uit de optionele riserkaartbehuizing verwijderen

Een kaart in de optionele riserkaartbehuizing plaatsen of vervangen

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.

GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te halen voordat u de kap opent.

PCIen PCI Express-kaarten

Uw computer ondersteunt een adapter voor een PS/2-poort naar een seriële poort en bevat de volgende sleuven voor PCI Expressen PCI-kaarten:

Eén PCI Express x16-kaartsleuf

Twee PCI-kaartsleuven (SLOT2, SLOT3)

Een optionele riserkaart en riserkaartbehuizing zijn beschikbaar voor de pc.

OPMERKING: Zie Onderdelen van moederbord Mini Tower-computer of Onderdelen van moederbord pc voor de locaties van de kaartsleuven.

Volg de procedures in deze sectie als u een kaart plaatst of vervangt.

Zie Een PCIof PCI Express-kaart uit de Mini Tower-computer verwijderen of Een PCIof PCI Express-kaart uit de pc verwijderen als u een kaart verwijdert maar niet vervangt.

Als u een kaart verwijdert, moet u ook het huidige stuurprogramma voor de kaart uit het besturingssysteem verwijderen. Raadpleeg de documentatie die u bij de kaart hebt ontvangen voor instructies.

Als u een kaart plaatst, moet u er ook voor zorgen dat het juiste stuurprogramma voor de kaart wordt geïnstalleerd. Raadpleeg de documentatie die u bij de kaart hebt ontvangen voor instructies.

Een PCIof PCI Express-kaart uit de Mini Tower-computer verwijderen

1.Volg de procedure in Voordat u aan de computer gaat werken.

2.Verwijder de computerkap (zie De kap van de Mini Tower-computer verwijderen).

3.Druk voorzichtig op de ontgrendeling van het vergrendelingsmechanisme van de kaart om het vergrendelingsmechanisme open te kantelen. Het vergrendelingsmechanisme blijft geopend.

1

kaartgeleiders (4)

2

kaart

 

 

 

 

3

ontgrendeling

4

kaartsleuven (4)

 

 

 

 

5

vergrendelingsmechanisme kaart

 

 

 

 

 

 

4. Verwijder indien nodig de stekkers van alle op de kaart aangesloten kabels.

5.Ga als volgt te werk als u de kaart permanent verwijdert: a. Plaats een vulbeugel in de lege kaartsleufopening.

OPMERKING: Het plaatsen van vulbeugels in lege kaartsleufopeningen is nodig in verband met het FCC-certificaat van de computer. De beugels houden ook stof en vuil tegen en zorgen dat de ventilatie voor de koeling van de computer behouden blijft.

b.Volg de procedure in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.

c.Verwijder het stuurprogramma van de kaart. Raadpleeg de documentatie die u bij de kaart hebt ontvangen voor instructies.

6.Ga als volgt te werk als u een geluidskaart hebt verwijderd:

a.Start het System Setup-programma, ga naar Onboard Devices (Apparaten op moederbord) en selecteer Integrated Audio (Geïntegreerde audio). Wijzig de instelling in On (Aan). Zie de Technologiehandleiding van Dell op uw computer of ga naar support.dell.com voor meer informatie over het gebruik van het System Setup-programma.

b.Sluit externe audioapparaten aan op de audioconnectoren op het achterpaneel van de computer. Raadpleeg de Setupen naslaggids voor meer informatie over de aansluitingen op het achterpaneel.

7.Ga als volgt te werk als u een extra netwerkconnector hebt verwijderd:

a.Start het System Setup-programma, ga naar Onboard Devices (Apparaten op moederbord) en selecteer Integrated NIC (Geïntegreerde netwerkadapter). Wijzig de instelling in On (Aan). Zie de Technologiehandleiding van Dell op uw computer of ga naar support.dell.com voor meer informatie over het gebruik van het System Setup-programma.

b.Sluit de netwerkkabel aan op de ingebouwde aansluiting op het achterpaneel van de computer. Raadpleeg de Setupen naslaggids voor meer informatie over de aansluitingen op het achterpaneel.

Een PCIof PCI Express-kaart in een Mini Tower-computer plaatsen of vervangen

OPMERKING: Verwijder het stuurprogramma voor de bestaande kaart als u de kaart vervangt. Raadpleeg de documentatie die u bij de kaart hebt ontvangen voor instructies.

1.Verwijder de computerkap (zie De kap van de Mini Tower-computer verwijderen).

2.Druk voorzichtig op de ontgrendeling van het vergrendelingsmechanisme van de kaart om het vergrendelingsmechanisme open te kantelen. Het vergrendelingsmechanisme blijft geopend.

1

kaartgeleider

2

kaart

 

 

 

 

3

kaartrandconnector

4

kaartconnector

 

 

 

 

5

kaartsleuven (4)

6

ontgrendeling

 

 

 

 

7

vergrendelingsmechanisme kaart

 

 

 

 

 

 

3.Als u een nieuwe kaart plaatst, verwijdert u eerst de beugel uit de lege kaartsleuf. Als u een beugel verwijdert, plaatst u voorzichtig een pennetje onder de bovenste rand van de beugel.

4.Verwijder de huidige kaart als u een reeds geplaatste kaart wilt vervangen. Verwijder indien nodig de stekkers van alle op de kaart aangesloten kabels.

In het geval van een PCI-kaart moet u de kaart bij de bovenste hoeken vastpakken en deze voorzichtig uit de connector trekken.

Trek aan het vergrendelingslipje, pak de kaart vast bij de bovenste hoekpunten en trek hem vervolgens rustig uit de connector.

5.Verwijder de vergrendelingsbeugel als de kaart een vergrendelingsbeugel bevat. Trek voorzichtig aan het vergrendelingslipje, pak de kaart vast bij de bovenste hoeken en trek deze vervolgens voorzichtig uit de connector.

6.Maak de nieuwe kaart klaar voor installatie.

OPMERKING: Raadpleeg de documentatie die u bij de kaart hebt ontvangen voor meer informatie over het configureren van de kaart, de interne verbindingen of het aanpassen van de kaart voor uw computer.

GEVAAR: Sommige netwerkadapters starten de computer automatisch op wanneer ze zijn verbonden met een netwerk. Haal de stekker van de computer uit het stopcontact voordat u een kaart installeert om u te beschermen tegen elektrische schokken.

7.Tijdens het installeren van een kaart in de PCI Express x16-kaartconnector moet u de kaart zodanig plaatsen dat de bevestigingsinkeping zich op één lijn met het bevestigingslipje bevindt. Trek vervolgens voorzichtig aan het bevestigingslipje.

8.Plaats de kaart in de connector en druk de kaart stevig aan. Controleer of de kaart volledig in de sleuf is geplaatst.

1

kaartgeleider

2

kaart

 

 

 

 

3

kaartrandconnector

4

kaartconnector

 

 

 

 

9. Controleer, voordat u het kaartvergrendelingsmechanisme laat zakken, of:

de bovenkant van alle kaarten en beugels zich op één lijn bevinden met de kaartgeleider;

de inkeping boven in de kaart of beugel om de kaartgeleider past.

1

kaartgeleiders (4)

 

 

10. Vergrendel de kaart(en) door het vergrendelingsmechanisme te sluiten en op zijn plaats te klikken.

WAARSCHUWINGEN: Geleid geen kabels van kaarten over of achter de kaarten. Kabels die over de kaarten zijn geleid, kunnen er voor zorgen dat de computerkap niet goed sluit of dat er schade aan de apparatuur ontstaat.

11.Sluit alle kabels aan die met de kaart verbonden moeten zijn.

Zie de documentatie van de kaart voor meer informatie over de kabelaansluitingen van de kaart.

12.Volg de procedure in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.

13.Gebruik het System Setup-programma als u een netwerkadapterkaart hebt geplaatst en de geïntegreerde netwerkadapter wilt uitschakelen. Zie de

Technologiehandleiding van Dell op uw computer of ga naar support.dell.com voor meer informatie over het gebruik van het System Setup-programma.

WAARSCHUWINGEN: Als u de geïntegreerde netwerkadapter uitschakelt en uw computer AMT (Active Management Technology) ondersteunt, worden de AMT-functies ook uitgeschakeld.

14. Installeer de benodigde stuurprogramma's voor de kaart zoals beschreven in de documentatie bij de kaart.

Een PCIof PCI Express-kaart uit de pc verwijderen

OPMERKING: Zie Een kaart uit de optionele riserkaartbehuizing verwijderen indien van toepassing.

1.Volg de procedure in Voordat u aan de computer gaat werken.

2.Verwijder de computerkap (zie De computerkap van de pc verwijderen).

3.Druk voorzichtig op de ontgrendeling van het vergrendelingsmechanisme van de kaart om het vergrendelingsmechanisme open te kantelen. Het vergrendelingsmechanisme blijft geopend.

1

ontgrendeling

2

vulbeugel

 

 

 

 

3

kaartgeleiders (3)

4

kaart

 

 

 

 

5

vergrendelingsmechanisme kaart

6

connector systeemkaart

 

 

 

 

4.Verwijder indien nodig de stekkers van alle op de kaart aangesloten kabels.

5.Als u een PCI Express x16-kaart vervangt, verwijdert u de geplaatste kaart door de vergrendeling voorzichtig naar buiten te trekken totdat het bevestigingslipje loskomt uit de inkeping in de kaart.

6.Pak de kaart vast bij de bovenste hoeken en trek hem voorzichtig uit de connector.

7.Ga als volgt te werk als u de kaart permanent verwijdert: a. Plaats een vulbeugel in de lege kaartsleuf.

WAARSCHUWINGEN: Het plaatsen van vulbeugels in lege kaartsleufopeningen is nodig in verband met het FCC-certificaat van de computer. De beugels houden ook stof en vuil tegen en zorgen dat de ventilatie voor de koeling van de computer behouden blijft.

b.Volg de procedure in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.

c.Verwijder het stuurprogramma van de kaart. Raadpleeg de documentatie die u bij de kaart hebt ontvangen voor instructies.

d.Zie de Technologiehandleiding van Dell op uw computer of ga naar support.dell.com voor meer informatie over het gebruik van het System Setupprogramma.

Een PCIof PCI Express-kaart in een pc computer plaatsen of vervangen

OPMERKING: Zie Een kaart in de optionele riserkaartbehuizing plaatsen of vervangen indien van toepassing.

OPMERKING: Verwijder eerst de bestaande kaart uit de computer als u een kaart vervangt (zie Een PCIof PCI Express-kaart uit de pc verwijderen of Een kaart uit de optionele riserkaartbehuizing verwijderen).

1.Volg de procedure in Voordat u aan de computer gaat werken.

2.Verwijder de computerkap (zie De computerkap van de pc verwijderen).

3.Druk voorzichtig op de ontgrendeling van het vergrendelingsmechanisme van de kaart om het vergrendelingsmechanisme open te kantelen. Het vergrendelingsmechanisme blijft geopend.

1

ontgrendeling

2

vulbeugel

 

 

 

 

3

kaartgeleiders (3)

4

kaart

 

 

 

 

5

vergrendelingsmechanisme kaart

6

connector systeemkaart

 

 

 

 

4.Als u een nieuwe kaart plaatst, verwijdert u eerst de beugel uit de lege kaartsleuf. Als u een beugel verwijdert, plaatst u voorzichtig een pennetje onder de bovenste rand van de beugel.

5.Maak de nieuwe kaart klaar voor installatie.

OPMERKING: Raadpleeg de documentatie die u bij de kaart hebt ontvangen voor meer informatie over het configureren van de kaart, de interne verbindingen of het aanpassen van de kaart voor uw computer.

1

ontgrendeling op vergrendelingsmechanisme kaart

2

kaart

 

 

 

 

3

kaartrandconnector

4

kaartconnector

 

 

 

 

GEVAAR: Sommige netwerkadapters starten de computer automatisch op wanneer ze zijn verbonden met een netwerk. Haal de stekker van de computer uit het stopcontact voordat u een kaart installeert om u te beschermen tegen elektrische schokken.

6.Als u een PCI Express x16-kaart plaatst, moet u zorgen dat de ontgrendeling van het bevestigingslipje zich niet boven de kaartconnector bevindt terwijl u de nieuwe kaart in de connectorsleuf plaatst.

7.Plaats de kaart in de connector en druk de kaart stevig aan. Gebruik de volgende afbeelding als leidraad en zorg dat de kaart volledig in de sleuf is geplaatst.

1

volledig geplaatste kaart

2

niet volledig geplaatste kaart

 

 

 

 

3

onjuist geplaatste beugel

4

juist geplaatste beugel

 

 

 

 

OPMERKING: Als u een PCI Express x16-kaart plaatst, moet u ervoor zorgen dat het bevestigingslipje op de ontgrendeling van de connector in de inkeping aan de voorzijde van de kaart past.

8. Draai de ontgrendeling voorzichtig naar beneden om de kaartvergrendeling op zijn plaats te zetten en de kaarten te vergrendelen.

1

ontgrendeling

2

vergrendelingsmechanisme kaart

 

 

 

 

3

kaart

4

kaartrandconnector

 

 

 

 

5

kaartconnector

 

 

WAARSCHUWINGEN: Geleid geen kabels van kaarten over of achter de kaarten. Kabels die over de kaarten zijn geleid, kunnen er voor zorgen dat de computerkap niet goed sluit of dat er schade aan de apparatuur ontstaat.

9.Sluit alle kabels aan die met de kaart verbonden moeten zijn.

10.Volg de procedure in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.

11.Gebruik het System Setup-programma als u een netwerkadapterkaart hebt geplaatst en de geïntegreerde netwerkadapter wilt uitschakelen. Zie de

Technologiehandleiding van Dell op uw computer of ga naar support.dell.com voor meer informatie over het gebruik van het System Setup-programma.

WAARSCHUWINGEN: Als u de geïntegreerde netwerkadapter uitschakelt en uw computer AMT (Active Management Technology) ondersteunt, worden de AMT-functies ook uitgeschakeld.

12. Installeer de benodigde stuurprogramma's voor de kaart zoals beschreven in de documentatie bij de kaart.

Adapter voor PS/2- naar seriële poort

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over weten regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.

WAARSCHUWINGEN: Om te voorkomen dat statische elektriciteit schade veroorzaakt binnen in uw computer, dient u de statische elektriciteit van uw lichaam te ontladen voordat u een elektronisch component van uw computer aanraakt. Dit kunt u doen door een ongeverfd metalen oppervlak van het computerchassis aan te raken.

Een adapter voor PS/2- naar seriële poort uit de Mini Tower-computer verwijderen

1.Volg de procedure in Voordat u aan de computer gaat werken.

2.Verwijder de computerkap (zie De kap van de Mini Tower-computer verwijderen).

3.Druk voorzichtig op de ontgrendeling van het vergrendelingsmechanisme van de kaart om het vergrendelingsmechanisme open te kantelen.

Het vergrendelingsmechanisme blijft geopend.

1 vergrendelingsmechanisme kaart

2 kaartgeleider

3kabel adapter PS/2- naar seriële poort

4.Koppel de kabel van de adapter voor PS/2- naar seriële poort los van het moederbord (zie Onderdelen van moederbord Mini Tower-computer).

5.Verwijder indien nodig de connectoren van alle externe, op de adapter aangesloten kabels.

6.Neem de beugel van de adapter voorzichtig uit de sleuf.

7.Plaats een beugel in de lege kaartsleufopening als u de adapter permanent verwijdert.

OPMERKING: Het plaatsen van vulbeugels in lege kaartsleufopeningen is nodig in verband met het FCC-certificaat van de computer. De beugels houden ook stof en vuil tegen en zorgen dat de ventilatie voor de koeling van de computer behouden blijft.

8. Controleer, voordat u het kaartvergrendelingsmechanisme sluit, of:

de bovenkant van alle kaarten en beugels zich op één lijn bevinden met de kaartgeleider;

de inkeping boven in de kaart of beugel om de kaartgeleider past.

9.Vergrendel eventuele andere kaarten door het vergrendelingsmechanisme te sluiten en op zijn plaats te klikken.

10.Volg de procedure in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.

Een adapter voor PS/2- naar seriële poort in een Mini Tower-computer plaatsen of vervangen

OPMERKING: Verwijder het stuurprogramma voor de bestaande kaart als u de kaart vervangt. Raadpleeg de documentatie die u bij de kaart hebt ontvangen voor instructies.

1.Volg de procedure in Voordat u aan de computer gaat werken.

2.Verwijder de computerkap (zie De kap van de Mini Tower-computer verwijderen).

3.Til de ontgrendeling van het vergrendelingsmechanisme van de kaart voorzichtig omhoog om het vergrendelingsmechanisme open te kantelen. Het vergrendelingsmechanisme blijft geopend.

1 vergrendelingsmechanisme kaart

2 kaartgeleider

3 kabel adapter PS/2- naar seriële poort

4. Verwijder de vulbeugel (indien van toepassing).

OPMERKING: Raadpleeg de documentatie die u bij de adapter hebt ontvangen voor meer informatie over het configureren van de adapter, de interne verbindingen of het aanpassen van de adapter voor uw computer.

5.Breng de adapter op één lijn met de sleuf en druk de adapter stevig aan. Controleer of de adapter volledig in de sleuf is geplaatst.

Controleer, voordat u het kaartvergrendelingsmechanisme sluit, of:

de bovenkant van alle kaarten en beugels zich op één lijn bevinden met de kaartgeleider;

de inkeping boven in de kaart of beugel om de kaartgeleider past.

6. Vergrendel de kaart(en) door het vergrendelingsmechanisme te sluiten en op zijn plaats te klikken.

WAARSCHUWINGEN: Geleid geen kabels van kaarten over de kaarten. Kabels die over de kaarten zijn geleid, kunnen er voor zorgen dat de computerkap niet goed sluit of dat er schade aan de apparatuur ontstaat.

7.Sluit de kabel van de adapter aan op de connector van de seriëlepoortadapter op het moederbord (zie Onderdelen van moederbord Mini Towercomputer voor de locaties van connectoren).

8. Volg de procedure in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.

Een adapter voor PS/2- naar seriële poort uit de pc verwijderen

OPMERKING: Zie Een kaart uit de optionele riserkaartbehuizing verwijderen indien van toepassing.

1.Volg de procedure in Voordat u aan de computer gaat werken.

2.Verwijder de computerkap (zie De computerkap van de pc verwijderen).

3.Til de ontgrendeling van het vergrendelingsmechanisme van de kaart voorzichtig omhoog om het vergrendelingsmechanisme open te kantelen. Het vergrendelingsmechanisme blijft geopend.

4.Koppel de kabel van de adapter voor PS/2- naar seriële poort los van het moederbord (zie Onderdelen van moederbord pc).

1 vergrendelingsmechanisme kaart

2 kaartgeleider

3kabel adapter PS/2- naar seriële poort

5.Neem de beugel van de adapter voorzichtig uit de sleuf.

6.Plaats een beugel in de lege kaartsleufopening als u de adapter permanent verwijdert.

OPMERKING: Het plaatsen van vulbeugels in lege kaartsleufopeningen is nodig in verband met het FCC-certificaat van de computer. De beugels houden ook stof en vuil tegen en zorgen dat de ventilatie voor de koeling van de computer behouden blijft.

7. Controleer, voordat u het kaartvergrendelingsmechanisme sluit, of:

de bovenkant van alle kaarten en beugels zich op één lijn bevinden met de kaartgeleider;

de inkeping boven in de kaart of beugel om de kaartgeleider past.

8.Vergrendel eventuele andere kaarten door het vergrendelingsmechanisme te sluiten en op zijn plaats te klikken.

9.Volg de procedure in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.

Een adapter voor PS/2- naar seriële poort in een pc plaatsen of vervangen

OPMERKING: Zie Een kaart in de optionele riserkaartbehuizing plaatsen of vervangen indien van toepassing.

OPMERKING: Verwijder het stuurprogramma voor de bestaande kaart als u de kaart vervangt. Raadpleeg de documentatie die u bij de kaart hebt ontvangen voor instructies.

1.Volg de procedure in Voordat u aan de computer gaat werken.

2.Verwijder de computerkap (zie De computerkap van de pc verwijderen).

3.Til de ontgrendeling van het vergrendelingsmechanisme van de kaart voorzichtig omhoog om het vergrendelingsmechanisme open te kantelen. Het vergrendelingsmechanisme blijft geopend.

4. Verwijder de vulbeugel (indien van toepassing).

OPMERKING: Raadpleeg de documentatie die u bij de adapter hebt ontvangen voor meer informatie over het configureren van de adapter, de interne verbindingen of het aanpassen van de adapter voor uw computer.

5. Breng de adapter op één lijn met de sleuf en druk de adapter stevig aan. Controleer of de adapter volledig in de sleuf is geplaatst.

1

vergrendelingsmechanisme kaart

2

kaartgeleider

 

 

 

 

3

kabel adapter PS/2- naar seriële poort

 

 

 

 

 

 

6. Controleer, voordat u het kaartvergrendelingsmechanisme sluit, of:

de bovenkant van alle kaarten en beugels zich op één lijn bevinden met de kaartgeleider;

de inkeping boven in de kaart of beugel om de kaartgeleider past.

7.Vergrendel de kaart(en) door het vergrendelingsmechanisme te sluiten en op zijn plaats te klikken.

WAARSCHUWINGEN: Geleid geen kabels van kaarten over de kaarten. Kabels die over de kaarten zijn geleid, kunnen er voor zorgen dat de computerkap niet goed sluit of dat er schade aan de apparatuur ontstaat.

1

ontgrendeling

2

vergrendelingsmechanisme

 

 

 

adapter

 

 

 

 

3

beugel adapter PS/2- naar seriële

4

connector seriële-poortadapter

 

poort

 

 

 

 

 

 

5

connector seriële-poortadapter op

 

 

 

moederbord

 

 

 

 

 

 

8.Sluit de kabel van de adapter aan op de connector van de adapter voor PS/2- naar seriële poort op het moederbord (zie Onderdelen van moederbord pc).

OPMERKING: Zie de documentatie van de adapter voor PS/2- naar seriële poort voor meer informatie over de kabelverbindingen.

9. Volg de procedure in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.

Een kaart uit de optionele riserkaartbehuizing verwijderen

OPMERKING: De riserkaartbehuizing is alleen optioneel voor de pc.

1.Volg de procedure in Voordat u aan de computer gaat werken.

2.Verwijder de computerkap (zie De computerkap van de pc verwijderen).

3.Ga als volgt te werk om de riserkaartbehuizing te verwijderen:

a.Controleer alle kabels die via openingen in het achterpaneel op kaarten zijn aangesloten.

b.Draai de greep van de riserkaartbehuizing omhoog en trek voorzichtig aan de greep om de riserkaartbehuizing uit de computer te tillen.

1

riserkaartbehuizing

2

greep

3riserkaarten (2)

4.Druk voorzichtig op de ontgrendeling van het vergrendelingsmechanisme van de kaart om het vergrendelingsmechanisme open te kantelen. Het vergrendelingsmechanisme blijft geopend.

5.Koppel eventuele kaartkabels los van het moederbord (zie Onderdelen van moederbord pc).

6.Pak de kaart vast bij de bovenste hoeken en trek hem voorzichtig uit de connector.

7.Plaats een beugel in de lege kaartsleufopening als u de kaart permanent verwijdert.

OPMERKING: Het plaatsen van vulbeugels in lege kaartsleufopeningen is nodig in verband met het FCC-certificaat van de computer. De beugels houden ook stof en vuil tegen en zorgen dat de ventilatie voor de koeling van de computer behouden blijft.

8. Controleer, voordat u het kaartvergrendelingsmechanisme sluit, of:

de bovenkant van alle kaarten en beugels zich op één lijn bevinden met de kaartgeleider;

de inkeping boven in de kaart of beugel om de kaartgeleider past.

1

kaartgeleiders (3)

 

 

9. Vergrendel de kaart(en) door het vergrendelingsmechanisme te sluiten en op zijn plaats te klikken.

10.Ga als volgt te werk om de riserkaartbehuizing te plaatsen:

a.Breng de lipjes op de zijkant van de riserkaartbehuizing op één lijn met de sleuven op de zijkant van de computer en schuif de riserkaartbehuizing omlaag op zijn plaats.

b.Zorg dat de riserkaartconnectoren volledig in de connectoren op het moederbord zijn geplaatst.

c.Draai de greep van de riserkaartbehuizing omlaag.

Een kaart in de optionele riserkaartbehuizing plaatsen of vervangen

OPMERKING: De riserkaartbehuizing is alleen optioneel voor de pc.

1.Volg de procedure in Voordat u aan de computer gaat werken.

2.Verwijder de computerkap (zie De computerkap van de pc verwijderen).

3.Ga als volgt te werk om de riserkaartbehuizing te verwijderen:

a.Koppel alle kabels los die via openingen in het achterpaneel op kaarten zijn aangesloten.

b.Draai de greep van de riserkaartbehuizing omhoog en trek voorzichtig aan de greep om de riserkaartbehuizing uit de computer te tillen.

1

riserkaartbehuizing

2

greep

3riserkaarten (2)

4.Druk voorzichtig op de ontgrendeling van het vergrendelingsmechanisme van de kaart om het vergrendelingsmechanisme open te kantelen. Het vergrendelingsmechanisme blijft geopend.

5.Als u een nieuwe kaart installeert, verwijdert u eerst de beugels om een kaartsleuf te openen.

6.Verwijder de huidige kaart als u een reeds geplaatste kaart vervangt (zie Een PCIof PCI Express-kaart uit de pc verwijderen of Een adapter voor PS/2- naar seriële poort uit de pc verwijderen).

7.Koppel indien nodig alle op de adapter aangesloten kabels los.

GEVAAR: Haal de stekker van de computer uit het stopcontact voordat u een kaart of adapter installeert om u te beschermen tegen elektrische schokken.

8.Breng de kaart op één lijn met de aansluiting en druk de kaart stevig aan. Controleer of de adapter volledig in de sleuf is geplaatst.

9.Controleer, voordat u het kaartvergrendelingsmechanisme sluit, of:

de bovenkant van alle kaarten en beugels zich op één lijn bevinden met de kaartgeleider;

de inkeping boven in de kaart of beugel om de kaartgeleider past.

10.Vergrendel de kaart(en) door het vergrendelingsmechanisme te sluiten en op zijn plaats te klikken.

WAARSCHUWINGEN: Geleid geen kabels van kaarten over de kaarten. Kabels die over de kaarten zijn geleid, kunnen er voor zorgen dat de computerkap niet goed sluit of dat er schade aan de apparatuur ontstaat.

11.Sluit eventuele kaartkabels aan op het moederbord (zie Onderdelen van moederbord pc).

12.Ga als volgt te werk om de riserkaartbehuizing te plaatsen:

a.Breng de lipjes op de zijkant van de riserkaartbehuizing op één lijn met de sleuven op de zijkant van de computer en schuif de riserkaartbehuizing omlaag op zijn plaats.

b.Zorg dat de riserkaartconnectoren volledig in de connectoren op het moederbord zijn geplaatst.

c.Draai de greep van de riserkaartbehuizing omlaag om de riserkaartbehuizing vast te klikken.

13.Sluit eventuele verwijderde kabels weer aan.

14.Volg de procedure in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.

15.Installeer eventuele benodigde stuurprogramma's voor de kaart. Raadpleeg de documentatie die u bij de kaart hebt ontvangen voor instructies voor het installeren van het stuurprogramma.

Terug naar inhoudsopgave

Terug naar inhoudsopgave

Knoopcelbatterij

Dell™ OptiPlex™ 360 Onderhoudshandleiding

De knoopcelbatterij verwijderen

De knoopbatterij terugplaatsen

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.

GEVAAR: Een nieuwe batterij kan exploderen als deze niet goed wordt geïnstalleerd. Vervang batterijen alleen door batterijen van hetzelfde of een vergelijkbaar type, zoals aanbevolen door de fabrikant. Gooi gebruikte batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant.

Een knoopcelbatterij handhaaft informatie over computerconfiguratie, datum en tijd. De batterij gaat enkele jaren mee. Vervang de batterij, wanneer u de tijd en datum herhaaldelijk opnieuw moet instellen als u de computer aanzet.

De knoopcelbatterij verwijderen

1.Maak notities van de informatie op de schermen in het System Setupprogramma zodat u de juiste instellingen kunt herstellen tijdens stap 4 van De knoopbatterij terugplaatsen. Zie de Technologiehandleiding van Dell op uw computer of ga naar support.dell.com voor meer informatie over het gebruik van het System Setup-programma.

2.Volg de procedure in Voordat u aan de computer gaat werken.

3.Verwijder de computerkap (zie De kap van de Mini Tower-computer verwijderen of De computerkap van de pc verwijderen).

4.Zoek naar de batterijhouder op de systeemkaart (zie Onderdelen van het moederbord).

WAARSCHUWINGEN: Als u de batterij met een stomp voorwerp uit de socket wrikt, dient u op te letten dat u de systeemkaart niet met dat voorwerp aanraakt. Zorg ervoor dat het voorwerp tussen de batterij en de socket is geplaatst voordat u probeert de batterij los te krijgen. Als u dit niet doet, kunt u de systeemkaart beschadigen door de socket los te wrikken of door de kopersporen te breken.

1 batterij (positieve kant) 2 vergrendelingslipje batterij

5.Plaats een plastic pennetje tussen het vergrendelingslipje en de batterij en wrik de batterij voorzichtig los.

6.Verwijder de batterij uit de computer en dank de batterij op de juiste wijze af.

De knoopbatterij terugplaatsen

OPMERKING: Bij deze procedure wordt ervan uitgegaan dat u het oude onderdeel al hebt verwijderd.

1.Plaats de rand van de nieuwe batterij met het plusteken (+) naar boven in de zijkant van de houder tegenover het vergrendelingslipje.

2.Klik de batterij op zijn plaats. Zorg dat de batterij vastzit met het vergrendelingslipje.

3.Volg de procedure in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.

4.Start het System Setup-programma om de instellingen weer te wijzigen in de instellingen die u hebt genoteerd bij stap 1 in het gedeelte De knoopcelbatterij verwijderen en voer de juiste datum en tijd in. Zie de Technologiehandleiding van Dell op uw computer of ga naar support.dell.com voor meer informatie over het gebruik van het System Setup-programma.

Terug naar inhoudsopgave

Terug naar inhoudsopgave

Contact opnemen met Dell

Dell™ OptiPlex™ 360 Onderhoudshandleiding

U neemt als volgt contact op met Dell voor zaken op het gebied van verkoop, ondersteuning of klantenservice:

1.Ga naar support.dell.com.

2.Zoek naar uw land of regio in het vervolgkeuzemenu Choose a Country/Region (Kies een land/regio) onderaan de pagina.

3.Klik vervolgens aan de linkerzijde van de pagina op Contact opnemen.

4.Selecteer de gewenste dienstof ondersteuningslink.

5.Selecteer de gewenste methode om contact met Dell op te nemen.

Terug naar inhoudsopgave

Loading...
+ 58 hidden pages