Dell Inspiron 14z N411z Owner's Manual [nl]

Dell Inspiron 14z-N411z
Eigenaarshandleiding
Wettelijk model: P23G Wettelijk type: P23G001
Opmerkingen, waarschuwingen en gevaar­kennisgevingen
OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter
gebruik van het product.
potentieel gegevensverlies kan optreden als de instructies niet worden opgevolgd.
GEVAAR: GEVAAR duidt op een risico op schade aan eigendommen, lichamelijk
letsel of overlijden.
____________________
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. © 2011 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden.
Verveelvoudiging van dit materiaal, op welke wijze dan ook, zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden.
Handelsmerken die in dit document worden gebruikt: Dell™, het DELL-logo en Inspiron™ zijn handelsmerken van Dell Inc; Intel handelsmerken van Intel Corporation in de VS en andere landen; Microsoft startknop van Windows Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Overige handelsmerken en handelsnamen kunnen in dit document gebruikt om te verwijzen naar entiteiten die het eigendomsrecht op de merken claimen dan wel de namen van hun producten. Dell Inc. waart zich vrij van enig eigendomsbelang in handelsmerken en handelsnamen anders dan die van zichzelf.
®
en SpeedStep™ zijn handelsmerken of gedeponeerde
zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
®
en het logo op de
Wettelijk model: P23G Wettelijk type: P23G001
2011-07 Rev. A00

Inhoud

1 Voordat u begint . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Aanbevolen hulpmiddelen. . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Uw computer uitschakelen
Voordat u binnen de computer gaat werken
. . . . . . . . . . . . . . . . 9
. . . . . . 10
2 Batterij. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
De batterij verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
De batterij terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . . . . 14
3 Moduleplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
De moduleplaat verwijderen . . . . . . . . . . . . . . 15
De moduleplaat terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . 16
4 Knoopcelbatterij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
De knoopbatterij verwijderen . . . . . . . . . . . . . . 17
De knoopcelbatterij terugplaatsen
. . . . . . . . . . . 18
5 Vasteschijfgedeelte. . . . . . . . . . . . . . . . . 19
De vaste schijf verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . 20
Het vasteschijfgedeelte terugplaatsen
. . . . . . . . . 21
Inhoud 3
6 Optisch station. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Het optisch station verwijderen . . . . . . . . . . . . . 23
Het optische station vervangen
. . . . . . . . . . . . . 25
7 Geheugenmodule(s). . . . . . . . . . . . . . . . 27
Systeemgeheugen bijwerken . . . . . . . . . . . . . . 27
De geheugenmodule(s) verwijderen
De geheugenmodule(s) terugplaatsen
. . . . . . . . . . 28
. . . . . . . . . . 29
8 Toetsenbord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Het toetsenbord verwijderen . . . . . . . . . . . . . . 31
Het toetsenbord terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . 33
9 Polssteun . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
De polssteun verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . 35
De polssteun terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . . . 38
10 Draadloze minikaart. . . . . . . . . . . . . . . . 41
4 Inhoud
De minikaart verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . 41
De minikaart vervangen
. . . . . . . . . . . . . . . . . 43
11 Beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Het beeldscherm verwijderen . . . . . . . . . . . 45
Het beeldscherm opnieuw installeren . . . . . . . 47
Scharnierkap. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
De scharnierkap verwijderen . . . . . . . . . . . 48
De scharnierkap terugplaatsen . . . . . . . . . . 49
Montagekader van het beeldscherm . . . . . . . . . . 50
Het montagekader van het beeldscherm
verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
Het montagekader terugplaatsen . . . . . . . . . 51
Beeldschermpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Het beeldschermpaneel verwijderen . . . . . . . 52
Het beeldschermpaneel terugplaatsen . . . . . . 53
Scharnier. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
De scharnier verwijderen . . . . . . . . . . . . . 54
De scharnier terugplaatsen . . . . . . . . . . . . 55
12 Gelijkstroomconnector . . . . . . . . . . . . . . 57
De gelijkstroomconnector verwijderen. . . . . . . . . 57
De connector van de gelijkstroomingang terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
13 USB-kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
De USB-kaart verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . 61
De USB-kaart terugplaatsen. . . . . . . . . . . . . . . 63
Inhoud 5
14 Cameramodule . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
De cameramodule verwijderen . . . . . . . . . . . . . 65
De cameramodule terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . 67
15 Ventilator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
De ventilator verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . 69
De ventilator terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . . . 70
16 Moederbord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Het moederbord verwijderen . . . . . . . . . . . . . . 73
Het moederbord terugplaatsen . . . . . . . . . . . . . 76
Het serviceplaatje invoeren in het BIOS
. . . . . . . . 77
17 Warmteafleider . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
De warmteafleider verwijderen . . . . . . . . . . . . . 79
De warmteafleider terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . 81
18 Mediakaartlezerkaart . . . . . . . . . . . . . . 83
6 Inhoud
De mediakaartlezerkaart verwijderen . . . . . . . . . 83
De mediakaartlezerkaart terugplaatsen
. . . . . . . . . 84
19 Luidsprekers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
De luidsprekers verwijderen . . . . . . . . . . . . . . 87
De luidsprekers terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . 88
20 System Setup . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91
Systeeminstellingen openen . . . . . . . . . . . . . . 91
Opties voor systeeminstellingen
Bootsequence (Opstartvolgorde)
Boot Options (Opstartopties) . . . . . . . . . . . . 97
De opstartvolgorde voor de huidige
opstartprocedure wijzigen . . . . . . . . . . . . . 98
De opstartvolgorde voor toekomstige
opstartprocedures wijzigen . . . . . . . . . . . . 98
. . . . . . . . . . . . 92
. . . . . . . . . . . . 97
21 Het BIOS flashen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
Inhoud 7
8 Inhoud

Voordat u begint

Deze handleiding bevat componenten in de computer. Tenzij anders vermeld, wordt voor elke procedure uitgegaan van de volgende condities:
U hebt de stappen in "Uw computer uitschakelen" op pagina 9 en "Voordat u binnen de computer gaat werken" op pagina 10 uitgevoerd.
U hebt de veiligheidsinformatie geraadpleegd die bij uw computer is geleverd
U kunt componenten terugplaatsen of, wanneer u deze los hebt aangeschaft, installeren door de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit te voeren.
instructies
over het verwijderen en installeren van

Aanbevolen hulpmiddelen

Voor de procedures in dit document hebt u mogelijk de volgende hulpmiddelen nodig:
Kruiskopschroevendraaier
Kleine platte schroevendraaier
•Plastic pennetje
BIOS uitvoerbaar updateprogramma, beschikbaar via
support.dell.com

Uw computer uitschakelen

WAARSCHUWINGEN: u voorkomt gegevensverlies door alle geopende
bestanden op te slaan en de bestanden te sluiten. Sluit vervolgens alle geopende programma's voordat u de computer uitzet.
1
Sla alle geopende bestanden op en sluit deze, en sluit alle geopende programma's af.
2
Klik op uitgezet nadat het besturingssysteem is afgesloten.
3
Zorg ervoor dat de computer uitstaat. Als de computer niet automatisch wordt uitgeschakeld nadat u het besturingssysteem uitschakelt, houdt u de aan/uit-knop ingedrukt totdat de computer is uitgeschakeld.
Start en klik vervolgens op
Afsluiten
. De computer wordt
.
Voordat u begint 9

Voordat u binnen de computer gaat werken

Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer en werkomgeving tegen mogelijke schade te beschermen.
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over de wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWINGEN: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden
met een aardingspolsbandje of door regelmatig een ongeverfd metalen oppervlak aan te raken (zoals een aansluiting op de computer).
WAARSCHUWINGEN: Ga voorzichtig met componenten en kaarten om. Raak de
componenten en de contacten op kaarten niet aan. Pak kaarten bij de uiteinden vast of bij de metalen bevestigingsbeugel. Houd een component vast aan de uiteinden, niet aan de pinnen.
WAARSCHUWINGEN: Verwijder kabels door aan de stekker of het treklipje te
trekken en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn voorzien van een connector met borglippen. Als u dit type kabel loskoppelt, moet u de borglippen ingedrukt houden voordat u de kabel verwijdert. Trek connectors in een rechte lijn uit elkaar om te voorkomen dat connectorpinnen verbuigen. Ook moet u voordat u een kabel verbindt, controleren of beide connectors op juiste wijze zijn opgesteld en uitgelijnd.
voor meer
WAARSCHUWINGEN: Om schade aan de computer te voorkomen moet u de
volgende instructies opvolgen voordat u binnen de computer gaat werken.
1
Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is, om te voorkomen dat de computerkap bekrast raakt.
2
Schakel de computer en alle op de computer aangesloten apparaten uit. Zie
"Uw computer uitschakelen" op pagina 9.
WAARSCHUWINGEN: Wanneer u een netwerkkabel wilt verwijderen, moet u
eerst de stekker van de netwerkkabel uit de computer verwijderen en de stekker van de netwerkkabel uit het netwerkcontact verwijderen.
3
Verwijder alle stekkers van telefoon- en netwerkkabels uit de computer.
10 Voordat u begint
4
Verwijder alle kaarten uit de mediakaartlezer.
5
Verwijder de stekker van de computer en alle daarop aangesloten apparaten uit het stopcontact.
6
Ontkoppel alle aangesloten apparaten van de computer.
WAARSCHUWINGEN: U voorkomt schade aan het moederbord door de
hoofdbatterij te verwijderen (zie verwijderen voordat u in de computer gaat werken.
7
Verwijder de batterij. Zie "De batterij verwijderen" op pagina 13.
8
Draai de computer om (bovenkant boven), klap de computer open en druk
"De batterij verwijderen" op pagina 13) te
op de aan/uit-knop om het moederbord te aarden.
Voordat u begint 11
12 Voordat u begint

Batterij

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over de wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWINGEN: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden
met een aardingspolsbandje of door regelmatig een ongeverfd metalen oppervlak aan te raken (zoals een aansluiting op de computer).
WAARSCHUWINGEN: U voorkomt schade aan de computer door alleen de
batterij te gebruiken die speciaal voor deze Dell-computer is bedoeld. Gebruik geen batterijen die voor andere Dell-computers zijn bedoeld.

De batterij verwijderen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Schakel de computer uit en draai deze om.
3
Schuif de batterijvergrendeling naar de ontgrendelde positie. De batterij veert uit het batterijcompartiment.
4
Haal de batterij uit de houder.
voor meer
OPMERKING: Zorg er bij het verwijderen van de batterij voor dat de
batterijvergrendeling in de vergrendelde positie staat.
Batterij 13
2
1
1 batterij 2 batterijvergrendeling (2)

De batterij terugplaatsen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Plaats de batterij in het batterijcompartiment en druk deze omlaag totdat de batterij vastklikt.
3
Zorg ervoor dat de batterijvergrendeling in de vergrendelde positie staat.
14 Batterij

Moduleplaat

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over de wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWINGEN: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden
met een aardingspolsbandje of door regelmatig een ongeverfd metalen oppervlak aan te raken (zoals een aansluiting op de computer).

De moduleplaat verwijderen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder de batterij. Zie "De batterij verwijderen" op pagina 13.
3
Maak de borgschroef los waarmee de moduleplaat aan de computerbasis is bevestigd.
4
Gebruik uw vingers om de bevestigingslipjes op de moduleplaat uit de sleuven op de basisplaat te verwijderen.
5
Til de moduleplaat van de computerbasis af.
voor meer
Moduleplaat 15
1
3
4
1 moduleplaat 2 geborgde schroef
3 lipjes 4 onderzijde computer

De moduleplaat terugplaatsen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Lijn de lipjes op de moduleplaat uit met de sleuven in de behuizing en klik de moduleplaat voorzichtig op zijn plaats.
3
Breng de borgschroef waarmee de moduleplaat aan de computer is bevestigd weer aan.
4
Plaats de batterij terug. Zie "De batterij terugplaatsen" op pagina 14.
2
16 Moduleplaat

Knoopcelbatterij

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over de wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWINGEN: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden
met een aardingspolsbandje of door regelmatig een ongeverfd metalen oppervlak aan te raken (zoals een aansluiting op de computer).
WAARSCHUWINGEN: U voorkomt schade aan het moederbord door de
hoofdbatterij te verwijderen (zie verwijderen voordat u in de computer gaat werken.
"De batterij verwijderen" op pagina 13) te

De knoopbatterij verwijderen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder de batterij. Zie "De batterij verwijderen" op pagina 13.
3
Verwijder de modulekap. Zie "De moduleplaat verwijderen" op pagina 15.
4
Wrik met een plastic pennetje de knoopcelbatterij uit de batterijhouder op de computerbasis.
voor meer
Knoopcelbatterij 17
1 plastic pennetje 2 knoopcelbatterij

De knoopcelbatterij terugplaatsen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Duw de knoopcelbatterij in de batterijhouder op het moederbord, waarbij de pluskant van de batterij omhoog wijst.
3
Plaats de moduleplaat terug. Zie "De moduleplaat terugplaatsen" op pagina 16.
4
Plaats de batterij terug. Zie "De batterij terugplaatsen" op pagina 14.
WAARSCHUWINGEN: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten, en controleren of er geen losse schroeven in de computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de computer beschadigd raakt.
1
2
18 Knoopcelbatterij

Vasteschijfgedeelte

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over de wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Als u de vaste schijf uit de computer verwijderd terwijl deze heet is,
mag u de metalen behuizing van de vaste schijf
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWINGEN: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden
met een aardingspolsbandje of door regelmatig een ongeverfd metalen oppervlak aan te raken (zoals een aansluiting op de computer).
WAARSCHUWINGEN: Voorkom het verlies van gegevens door de computer uit
te schakelen (zie schijf verwijdert. Verwijder de vaste schijf niet terwijl de computer aan staat of zich in de slaapstand bevindt.
WAARSCHUWINGEN: U voorkomt schade aan het moederbord door de
hoofdbatterij te verwijderen (zie verwijderen voordat u in de computer gaat werken.
WAARSCHUWINGEN: Vaste schijven zijn ontzettend kwetsbaar. Wees
voorzichtig met de vaste schijf.
OPMERKING: Dell garandeert geen compatibiliteit met, en biedt geen
ondersteuning voor vaste schijven die niet van Dell afkomstig zijn.
"Uw computer uitschakelen" op pagina 9) voordat u de vaste
"De batterij verwijderen" op pagina 13) te
niet aanraken
voor meer
.
OPMERKING: Als u een vaste schijf installeert die niet van Dell afkomstig is, moet
u een besturingssysteem, stuurprogramma's en hulpprogramma's installeren op de nieuwe vaste schijf. Zie Me and My Dell.
Vasteschijfgedeelte 19

De vaste schijf verwijderen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder de batterij. Zie "De batterij verwijderen" op pagina 13.
3
Verwijder de modulekap. Zie "De moduleplaat verwijderen" op pagina 15.
4
Verwijder de vier schroeven waarmee de vaste schijf aan de systeembasis is bevestigd.
5
Gebruik het treklipje om de vaste schijf opzij te schuiven en los te koppelen van de aansluiting op het moederbord.
6
Til het vasteschijfgedeelte uit de computerbasis.
3
1
2
1 schroeven (4) 2 treklipje
3 vaste schijf
7
Verwijder de schroeven waarmee de bracket van de vaste schijf aan de computer is bevestigd.
20 Vasteschijfgedeelte
8
Til de vaste schijf uit de beugel.
1
2
1 vaste schijf 2 bracket van de vaste schijf
3 schroeven (4)

Het vasteschijfgedeelte terugplaatsen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Haal de vervangende vaste schijf uit de verpakking. Bewaar de verpakking om de oude vaste schijf in te bewaren of te vervoeren.
3
Lijn de schroefgaten in de bracker van de vaste schijf uit met de schroefgaten in de vaste schijf.
4
Plaats de vier schroeven terug waarmee de beugel aan de vaste schijf is bevestigd.
5
Plaats de vaste schijf in de computerbasis.
6
Gebruik het treklipje om de vaste schijf in de aansluiting op het moederbord te schuiven.
7
Plaats de vier schroeven terug waarmee de vaste schijf aan de computerbasis is bevestigd.
3
Vasteschijfgedeelte 21
8
Plaats de moduleplaat terug. Zie "De moduleplaat terugplaatsen" op pagina 16.
9
Plaats de batterij terug. Zie "De batterij terugplaatsen" op pagina 14.
WAARSCHUWINGEN: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten, en controleren of er geen losse schroeven in de computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de computer beschadigd raakt.
10
Sluit de computer en alle aangesloten apparaten aan op het lichtnet en zet ze aan.
11
Installeer indien nodig het besturingssysteem op de computer.
12
Installeer indien nodig de stuur- en hulpprogramma's voor uw computer.
OPMERKING: Zie Me and My Dell op support.dell.com\manuals. voor meer
informatie over de installatie van het besturingssysteem, stuurprogramma's en hulpprogramma's voor uw computer.
22 Vasteschijfgedeelte

Optisch station

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over de wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWINGEN: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden
met een aardingspolsbandje of door regelmatig een ongeverfd metalen oppervlak aan te raken (zoals een aansluiting op de computer).

Het optisch station verwijderen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder de batterij. Zie "De batterij verwijderen" op pagina 13.
3
Verwijder de modulekap. Zie "De moduleplaat verwijderen" op pagina 15.
4
Verwijder de schroef waarmee de vaste schijf aan de computerbasis is bevestigd.
5
Schuif de optische schijf uit het schijfcompartiment.
voor meer
Optisch station 23
3
2
1
1 optische schijf 2 onderzijde computer
3 schroef
6
Verwijder de vier schroeven waarmee het optische station aan de optische­schijfsteun is bevestigd.
7
Verwijder de optische-schijfsteun van het optische station.
8
Maak de lipjes op het montagekader van het optische station los en verwijder het montagekader van het optische station.
24 Optisch station
1
2
3
4
1 montagekader van het optische
station
3 optische-schijfsteun 4 schroeven (2)
2 optisch station

Het optische station vervangen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Lijn de lipjes op het montagekader van het optische station uit met de sleuven op het optische station en klik het montagekader van het optische station op zijn plaats.
3
Lijn de schroefgaten op de optische schijfsteun uit met de schroefgaten in het optische station.
4
Verwijder de vier schroeven waarmee de optische schijfsteun aan het optische station is bevestigd.
5
Schuif het optische station terug in het stationscompartiment.
Optisch station 25
6
Plaats de schroef terug waarmee de optische schijf aan de computerbasis is bevestigd.
7
Plaats de moduleplaat terug. Zie "De moduleplaat terugplaatsen" op pagina 16.
8
Plaats de batterij terug. Zie "De batterij terugplaatsen" op pagina 14.
WAARSCHUWINGEN: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten, en controleren of er geen losse schroeven in de computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de computer beschadigd raakt.
26 Optisch station

Geheugenmodule(s)

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over de wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWINGEN: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden
met een aardingspolsbandje of door regelmatig een ongeverfd metalen oppervlak aan te raken (zoals een aansluiting op de computer).
WAARSCHUWINGEN: U voorkomt schade aan het moederbord door de
hoofdbatterij te verwijderen (zie verwijderen voordat u in de computer gaat werken.
"De batterij verwijderen" op pagina 13) te

Systeemgeheugen bijwerken

Uw computer ondersteunt maximaal twee geheugenmoduleconnectors. U kunt bij de DIMM B-connector door de modulekap aan de onderzijde van uw computer te verwijderen. U kunt bij de DIMM A-connector door de polssteun te verwijderen.
U kunt het geheugen van uw computer uitbreiden voor geheugenmodules te installeren op het moederbord. Raadpleeg de Uitgebreide specificaties van uw computer op support.dell.com/manuals voor meer informatie over het geheugen dat wordt ondersteunt door uw computermodel.
voor meer
OPMERKING: Geheugen dat via Dell is aangeschaft, valt onder de garantie van
uw computer.
OPMERKING: Als u één geheugenmodule bij uw systeem hebt besteld, dan is deze
in de DIMM A-connector geïnstalleerd.
Geheugen 27

De geheugenmodule(s) verwijderen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder de batterij. Zie "De batterij verwijderen" op pagina 13.
3
Verwijder de modulekap. Zie "De moduleplaat verwijderen" op pagina 15.
WAARSCHUWINGEN: Gebruik geen gereedschap om de
bevestigingsklemmetjes van de geheugenmoduleconnector uit elkaar te duwen. Zo voorkomt u schade aan de geheugenmoduleconnector.
4
Ga naar stap 5 als u de geheugenmodule uit de DIMM B-connector wilt verwijderen. Als u de geheugenmodule uit de DIMM A-connector wilt verwijderen:
a
Zet de computer ondersteboven.
b
Verwijder het toetsenbord. Zie "Het toetsenbord verwijderen" op pagina 31.
5
Gebruik uw vingertoppen om de bevestigingsklemmetjes aan weerszijden van de geheugenmoduleconnector voorzichtig uit elkaar te duwen totdat de module omhoog komt.
28 Geheugen
3
2
1
1 borgklemmen (2) 2 geheugenmoduleconnector
3 geheugenmodule
6
Verwijder de geheugenmodule uit de connector.

De geheugenmodule(s) terugplaatsen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Lijn de inkeping op de geheugenmodule uit met het lipje op de geheugenmoduleconnector.
3
Schuif de geheugenmodule stevig in de geheugenmoduleconnector onder een hoek van 45 graden en druk de geheugenmodule aan beide zijden omlaag totdat deze vastklikt. Als u geen klik hoort, verwijdert u de geheugenmodule en installeert u deze nogmaals.
OPMERKING: Als de geheugenmodule niet op juiste wijze wordt geplaatst, start
de computer mogelijk niet op.
Geheugen 29
1
1 tabje 2 inkeping
4
Ga naar stap 6 als u de geheugenmodule in de DIMM B-connector hebt
2
teruggeplaatst.
5
Als u de geheugenmodule in de DIMM A-connector hebt teruggeplaatst:
a
Plaats het toetsenbord terug. Zie "Het toetsenbord terugplaatsen" op pagina 33.
b
Zet de computer ondersteboven.
6
Plaats de moduleplaat terug. Zie "De moduleplaat terugplaatsen" op pagina 16.
7
Plaats de batterij terug. Zie "De batterij terugplaatsen" op pagina 14.
Sluit de computer en alle aangesloten apparaten aan op het lichtnet en zet ze
Bij het opstarten van de computer worden de geheugenmodules
aan. gedetecteerd en wordt de systeemconfiguratie automatisch bijgewerkt.
Controleer als volgt hoeveel geheugen in de computer is geïnstalleerd:
Klik op Start ConfiguratieschermSysteem en beveiliging Systeem.
30 Geheugen
Loading...
+ 70 hidden pages