LET OP! U kunt de Engelse en Franse producthandleidingen met de bijbehorende veiligheids- en waarschuwingsinformatie
downloaden van https://www.danfoss.com/en/service-and-support/.
REMARQUE Vous pouvez télécharger les versions anglaise et française des manuels produit contenant l'ensemble des informations de sécurité, avertissements et mises en garde applicables sur le site https://www.danfoss.com/en/service-and-support/.
089
VACON® NXS/NXP luchtgekoeld
Bedieningshandleiding
Inleiding
1 Inleiding
1.1 Doel van deze bedieningshandleiding
Deze bedieningshandleiding biedt informatie voor veilige installatie en inbedrijfstelling van de frequentieregelaar. Het document is
bedoeld voor gebruik door gekwalificeerd personeel. Lees de instructies en volg deze op om de frequentieregelaar op veilige en
professionele wijze te gebruiken. Let met name op de veiligheidsinstructies en algemene waarschuwingen. Bewaar deze bedieningshandleiding altijd in de buurt van de frequentieregelaar.
1.2 Aanvullende informatiebronnen
Er zijn andere hulpmiddelen beschikbaar om inzicht te krijgen in geavanceerde functies van de frequentieregelaar en de bijbehorende programmering.
•
De VACON® NX handleidingen gaan dieper in op het gebruik van parameters en bevatten veel toepassingsvoorbeelden.
•
De VACON® NX IO Boards User Manual bevat meer informatie over de I/O-kaarten en de installatie ervan.
•
Instructies voor gebruik met optiekaarten en andere optionele apparatuur.
Aanvullende documentatie en handleidingen zijn beschikbaar bij Danfoss.
1.3 Verwijdering
Voer apparatuur die elektrische componenten bevat, niet af als huishoudelijk afval. Dergelijke apparatuur moet gescheiden worden
ingezameld volgens de geldende lokale voorschriften.
1.4 Typegoedkeuringen en certificeringen
Onderstaande lijst geeft een overzicht van mogelijke typegoedkeuringen en certificeringen voor Danfoss frequentieregelaars:
L E T O P
De specifieke goedkeuringen en certificeringen voor de frequentieregelaar zijn te vinden op het typeplaatje van de frequentieregelaar. Neem voor meer informatie contact op met de Danfoss-vestiging of -partner in uw regio.
1.5 Beknopte opstartgids
Voer minimaal de onderstaande procedures uit tijdens de installatie en inbedrijfstelling.
Neem bij problemen contact op met de distributeur in uw regio.
Vacon Ltd kan niet verantwoordelijk worden gehouden als de frequentieregelaar niet volgens de instructies wordt gebruikt.
Procedure
1.
Controleer of de levering overeenkomt met de bestelling; zie 4.1 De levering controleren.
2.
Lees de veiligheidsinstructies in 2.1 Gevaren en waarschuwingen en 2.2 Waarschuwingen en aandachtspunten zorgvuldig
door voordat u met de inbedrijfstelling begint.
3.
Controleer de minimale vrije ruimte rondom de frequentieregelaar (5.2.2 Koeling voor FR4 tot FR9 en 5.2.3 Koeling voor
standalone frequentieregelaars (FR10 tot FR11)) voordat u met de mechanische installatie begint en controleer ook de om-
gevingscondities in 12.8 Technische gegevens VACON® NXP.
4.
Controleer de dimensionering van de motorkabel, netkabel, netzekeringen en controleer de kabelaansluitingen. Lees 6.1
Kabelaansluitingen, 6.2 EMC-correcte installatie en 6.3 Aarding.
5.
Volg de installatie-instructies op; zie 6.5 De kabels installeren.
6.
Raadpleeg 7.3.2 Stuurklemmen op OPTA1 voor informatie over de besturingsaansluitingen.
7.
Als de opstartwizard actief is, moet u de taal van het bedieningspaneel en de toepassing selecteren. Druk op de [enter]knop om de selecties te bevestigen. Volg de instructies a en b als de opstartwizard niet actief is.
a.
Selecteer de taal van het bedieningspaneel via menu M6, pagina 6.1. Zie 8.7.3 De taal wijzigen voor de instructies.
b.
Selecteer de toepassing via menu M6, pagina 6.2. Zie 8.7.4 De toepassing wijzigen voor de instructies.
8.
Alle parameters hebben standaard fabrieksinstellingen. Om een correcte werking van de frequentieregelaar te garanderen,
moet u ervoor zorgen dat de waarden van de parameters in deze groep, G2.1, overeenkomen met de waarden op het typeplaatje. Zie de VACON® NX All in One Applicatiehandleiding voor meer informatie over de parameters in de lijst.
Inleiding
•
Nominale spanning van de motor
•
Nominale frequentie van de motor
•
Nominaal toerental van de motor
•
Nominale stroom van de motor
•
Motor cos phi
9.
Volg de installatie-instructies op; zie 9.2 De frequentieregelaar in bedrijf stellen.
De VACON® NXS/NXP frequentieregelaar is gereed voor gebruik.
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK DOOR VOEDINGSCOMPONENTEN
De voedingscomponenten staan onder spanning wanneer de frequentieregelaar is aangesloten op het net. Contact met deze
spanning kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Raak geen voedingscomponenten aan wanneer de frequentieregelaar is aangesloten op het net. Verzeker u ervan dat de
-
afdekkingen van de frequentieregelaar zijn gesloten voordat u de frequentieregelaar op het net aansluit.
G E V A A R
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK DOOR KLEMMEN
De motorklemmen U, V, W, de remweerstandsklemmen of de DC-klemmen staan onder spanning wanneer de frequentieregelaar
is aangesloten op het net, ook wanneer de motor niet werkt. Contact met deze spanning kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Raak de motorklemmen U, V, W, de remweerstandsklemmen of de DC-klemmen niet aan wanneer de frequentieregelaar is
-
aangesloten op het net. Verzeker u ervan dat de afdekkingen van de frequentieregelaar zijn gesloten voordat u de frequentieregelaar op het net aansluit.
G E V A A R
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK DOOR DC-TUSSENKRING OF EXTERNE BRON
Nadat de voeding naar de frequentieregelaar is onderbroken en de motor is gestopt, kunnen de klemaansluitingen en de componenten van de frequentieregelaar nog 5 minuten onder spanning blijven staan. Ook kan de belastingzijde van de frequentieregelaar spanning genereren. Contact met deze spanning kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Voordat u elektrische werkzaamheden aan de frequentieregelaar gaat uitvoeren:
-
Onderbreek de voeding naar de frequentieregelaar en verzeker u ervan dat de motor is gestopt.
Vergrendel de voedingsbron van de frequentieregelaar en voorzie die van een label (Lockout/Tagout).
Verzeker u ervan dat er geen externe bronnen zijn die onbedoeld spanning kunnen genereren tijdens de werkzaamheden.
Wacht 5 minuten voordat u de kastdeur of de afdekking van de frequentieregelaar opent.
Gebruik een meetinstrument om vast te stellen dat er geen spanning is.
W A A R S C H U W I N G
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK DOOR STUURKLEMMEN
Op de stuurklemmen kan gevaarlijke spanning staan, ook als de frequentieregelaar is losgekoppeld van het net. Contact met
deze spanning kan letsel veroorzaken.
Verzeker u ervan dat er geen spanning op de stuurklemmen staat voordat u de stuurklemmen aanraakt.
-
W A A R S C H U W I N G
ONBEDOELDE MOTORSTART
Als er een startsignaal actief is, start de motor meteen bij het inschakelen van de voeding, na een spanningsonderbreking of na
het resetten van een fout, tenzij pulsbesturing is ingesteld als start-/stoplogica. Bij een wijziging van parameters, toepassingen of
software kunnen ook de I/O-functies (waaronder de startingangen) veranderen. Als u de autoresetfunctie activeert, start de motor automatisch na het automatisch resetten van een fout. Zie de applicatiehandleiding. Als u niet controleert of de motor, het
systeem en alle aangesloten apparatuur klaar zijn voor de start, kan dat leiden tot lichamelijk letsel of schade aan apparatuur.
Koppel de motor los van de frequentieregelaar als onbedoeld starten gevaar kan opleveren. Verzeker u ervan dat de appara-
De lekstromen zijn hoger dan 3,5 mA. Als de frequentieregelaar niet correct wordt geaard, kan dat leiden tot ernstig of dodelijk
letsel.
Zorg voor een correcte aarding van de apparatuur door een erkende elektrisch installateur.
-
W A A R S C H U W I N G
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK DOOR PE-GELEIDER
De frequentieregelaar kan een DC-stroom veroorzaken in de PE-geleider. Als u geen reststroomapparaat (RCD) van type B of een
reststroommonitor (RCM) gebruikt, kan dat ertoe leiden dat de RCD niet de beoogde bescherming biedt, wat kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Gebruik aan de netzijde van de frequentieregelaar een RCD van type B of een RCM.
-
2.2 Waarschuwingen en aandachtspunten
V O O R Z I C H T I G
SCHADE AAN DE FREQUENTIEREGELAAR DOOR ONJUISTE METINGEN
Het uitvoeren van metingen aan de frequentieregelaar terwijl die op het net is aangesloten, kan schade aan de frequentieregelaar veroorzaken.
Voer geen metingen uit wanneer de frequentieregelaar is aangesloten op het net.
-
V O O R Z I C H T I G
SCHADE AAN DE FREQUENTIEREGELAAR DOOR ONJUISTE RESERVEONDERDELEN
Het gebruik van andere reserveonderdelen dan die van de fabrikant kan schade aan de frequentieregelaar veroorzaken.
Gebruik geen reserveonderdelen die niet van de fabrikant afkomstig zijn.
-
V O O R Z I C H T I G
SCHADE AAN DE FREQUENTIEREGELAAR DOOR ONVOLDOENDE AARDING
Als u geen aardleiding gebruikt, kan dat schade aan de frequentieregelaar veroorzaken.
Verzeker u ervan dat de frequentieregelaar is voorzien van een aardleiding die is aangesloten op de aardingsklem die met
-
het PE-symbool is gemarkeerd.
V O O R Z I C H T I G
GEVAAR VOOR SNIJWONDEN DOOR SCHERPE RANDEN
De scherpe randen van de frequentieregelaar kunnen snijwonden veroorzaken.
Draag veiligheidshandschoenen wanneer u montage-, bekabelings- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
-
V O O R Z I C H T I G
GEVAAR VOOR BRANDWONDEN WEGENS HETE OPPERVLAKKEN
Het aanraken van oppervlakken die met de sticker 'heet oppervlak' zijn gemarkeerd, kan leiden tot letsel.
Raak geen oppervlakken aan die met de sticker 'heet oppervlak' zijn gemarkeerd.
SCHADE AAN DE FREQUENTIEREGELAAR DOOR STATISCHE SPANNING
Sommige elektronische componenten in de frequentieregelaar zijn gevoelig voor elektrostatische ontlading (ESO). Statische
elektriciteit kan schade aan de componenten veroorzaken.
Vergeet niet om altijd ESO-bescherming te gebruiken wanneer u met elektronische componenten van de frequentieregelaar
-
werkt. Raak de componenten op de printkaarten niet aan zonder adequate ESO-bescherming.
L E T O P
SCHADE AAN DE FREQUENTIEREGELAAR DOOR VERPLAATSING
Verplaatsing na installatie kan schade aan de frequentieregelaar veroorzaken.
Verplaats de frequentieregelaar niet tijdens bedrijf. Gebruik een vaste installatie om beschadiging van de frequentieregelaar
-
te voorkomen.
L E T O P
SCHADE AAN DE FREQUENTIEREGELAAR DOOR ONJUIST EMC-NIVEAU
De EMC-niveauvereisten voor de frequentieregelaar hangen af van de installatieomgeving. Een incorrect EMC-niveau kan schade
aan de frequentieregelaar veroorzaken.
Verzeker u ervan dat het EMC-niveau van de frequentieregelaar correct is voor het net voordat u de frequentieregelaar op
-
het net aansluit.
L E T O P
RADIOSTORING
In een woonomgeving kan dit product radiostoring veroorzaken.
Tref aanvullende corrigerende maatregelen.
-
L E T O P
NETSCHAKELAAR
Als de frequentieregelaar wordt gebruikt als onderdeel van een machine, moet de machinefabrikant zorgen voor een netschakelaar (zie EN 60204-1).
L E T O P
STORING IN FOUTSTROOMBEVEILIGINGEN
Omdat er in de frequentieregelaar hoge capacitieve stromen aanwezig zijn, kan het gebeuren dat foutstroombeveiligingen niet
goed werken.
L E T O P
SPANNINGSWEERSTANDSTESTS
Het uitvoeren van spanningsweerstandstests kan schade aan de frequentieregelaar veroorzaken.
Voer geen spanningsweerstandstests uit op de frequentieregelaar. De fabrikant heeft deze tests al uitgevoerd.
In de hele handleiding informatie toegevoegd over FR10 en FR11 Standalone frequentieregelaars.
Kleine aanpassingen in de hele handleiding.
VACON® NXS/NXP luchtgekoeld
Bedieningshandleiding
Productoverzicht
3 Productoverzicht
3.1 Beoogd gebruik
De frequentieregelaar is een elektronische motorregelaar die is bedoeld voor:
•
Het regelen van het motortoerental op basis van terugkoppeling vanuit het systeem of externe commando's vanuit externe
regelaars. Een elektrisch aandrijfsysteem bestaat uit de frequentieregelaar, de motor en alle door de motor aangedreven apparatuur.
•
Bewaking van de systeem- en motorstatus.
De frequentieregelaar kan ook worden gebruikt om de motor te beschermen tegen overbelasting.
De VACON® NXP frequentieregelaar kan worden gebruikt als programmable logic controller (PLC) in veel toepassingen, dankzij de
uitgebreide I/O- en veldbusopties en de eenvoudige programmering. Aangepaste applicatieontwikkeling is mogelijk via de VACON® programmeersoftware en standaard PLC-programmeertalen die zijn gedefinieerd in IEC 61131/3.
Afhankelijk van de configuratie kan de frequentieregelaar worden gebruikt in zelfstandige toepassingen of deel uitmaken van een
omvangrijkere toepassing of installatie.
De frequentieregelaar mag worden gebruikt in woon-, industriële en commerciële omgevingen in overeenstemming met lokale
wetten en normen.
L E T O P
In een woonomgeving kan dit product radiostoring veroorzaken. In dat geval kan het nodig zijn om aanvullende corrigerende
maatregelen te treffen.
Te voorzien onjuist gebruik
Gebruik de frequentieregelaar niet in toepassingen die niet voldoen aan de gespecificeerde bedrijfsomstandigheden en -omgevingen. Zorg dat wordt voldaan aan de voorwaarden die zijn gespecificeerd in
12.8 Technische gegevens VACON® NXP.
3.2 Handleidingversie
Deze handleiding wordt regelmatig herzien en bijgewerkt. Alle suggesties voor verbetering zijn welkom.
De originele taal van deze handleiding is Engels.
Tabel 1: Handleiding- en softwareversie
3.3 Verpakkingslabel
Het verpakkingslabel geeft gedetailleerde informatie over de levering.
P = standaard en ingangsschakelaar UL (Standalone)
K = DC-tussenkringconnectoren en ingangsschakelaar UL (Standalone)
De montage bepaalt de tweede letter: (xXx):
S = luchtgekoelde frequentieregelaar
De kaarten bepalen de derde letter (xxX):
S = standaardkaarten (FR4 tot FR8)
V = gecoate kaarten (FR4 tot FR8)
F = standaardkaarten (FR9 tot FR11)
G = gecoate kaarten (FR9 tot FR11)
A = optisch, geïntegreerde regeling (FR10 tot FR11 standalone frequentieregelaars)
B = optisch, geïntegreerde regeling, gecoate kaarten (FR10 tot FR11 standalone frequentieregelaars)
N = afzonderlijke IP
54 (UL type 12) schakelkast, standaardkaarten, optische verbinding (FR9 IP 00, ≥ FR10)
O = afzonderlijke IP 54 (UL type 12) schakelkast, gecoate kaarten, optische verbinding (FR9 IP 00, ≥ FR10)
X = afzonderlijke IP 00 schakelkast, standaardkaarten (FR9 IP 00)
Y = afzonderlijke IP 00 schakelkast, gecoate kaarten (FR9 IP 00)
A1A2C30000
De optiekaarten, 2 tekens voor elke sleuf. 00 = de sleuf wordt niet gebruikt
De afkortingen voor de optiekaarten:
A = basis-I/O-kaart
B = uitbreidings-I/O-kaart
C = veldbuskaart
D = speciale kaart
E = veldbuskaart
Voorbeeld: C3 = PROFIBUS DP
+DNOT
De optionele codes. Zie de volledige lijst met optiecodes in de VACON® NXP Selectiegids
Nominale netspanning
Nominale stroom
Behuizingsgrootte
2 (208–240 V)
0003
FR4
0004
0007
VACON® NXS/NXP luchtgekoeld
Bedieningshandleiding
Productoverzicht
1
er is een optionele remweerstand leverbaar voor externe installatie voor 208–240 V (FR7–FR11), 380–500 V (FR7–FR11) en 525–690 V (alle behui-
zingsgroottes).
3.5 Behuizingsgroottes
Voorbeeld
De codes voor nominale stroom en nominale netspanning maken deel uit van de typecode (zie 3.4 Beschrijving van typecode) op
het verpakkingslabel (zie 3.3 Verpakkingslabel). Gebruik die waarden om in de tabel de behuizingsgrootte van de frequentieregelaar te vinden.
In het voorbeeld 'NXP00035-A2H1SSS-A1A2C30000+DNOT' is 0003 de code voor de nominale stroom en 5 de code voor de nominale netspanning.
C1CDe beste EMC-bescherming. Deze frequentieregelaars hebben een nominale
spanning van minder dan 1000 V. Ze worden gebruikt in de 1e omgeving.
L E T O P
Als de beschermingsklasse van de frequentieregelaar IP 21 (UL type 1) is, valt
enkel de emissie via geleiding in categorie C1.
380-500 V, FR4 tot
FR6, IP 54 (UL type
12)
C2HOmvat frequentieregelaars in vaste installaties. Deze frequentieregelaars hebben
een nominale spanning van minder dan 1000 V. Frequentieregelaars in categorie
C2 kunnen worden gebruikt in de 1e en 2e omgeving.
380-500 V, FR4 tot
FR9 en 208–240 V,
FR4 tot FR9
C3LOmvat frequentieregelaars met een nominale spanning van minder dan 1000 V.
Deze frequentieregelaars worden alleen gebruikt in 2e omgeving.
IP 21 (UL type 1)
en IP 54 (UL type
12) in 380-500 V
FR10 en groter,
525-690 V FR6 en
groter
C4TDeze frequentieregelaars voldoen aan de norm IEC-EN 61800-3 + A1 als ze worden gebruikt in IT-systemen. In IT-systemen is het net geïsoleerd van aarde of
door middel van een hoge impedantie verbonden met aarde, om de lekstroom te
beperken.
L E T O P
Als de frequentieregelaars met andere voedingen worden gebruikt, voldoen ze
niet aan de EMC-vereisten.
Zie de instructies in 6.6 Installatie in een IT-systeem als u de EMC-klasse van de
VACON® NX luchtgekoelde frequentieregelaars van C2 of C3 wilt wijzigen naar C4.
Alle producten
Geen EMCemissiebescherming
N
De frequentieregelaars in deze categorie voorzien niet in EMC-emissiebescherming. Deze frequentieregelaars worden in een behuizing geïnstalleerd.
In IP 00
VACON® NXS/NXP luchtgekoeld
Bedieningshandleiding
Productoverzicht
3.7 Beschikbare EMC-klassen
De productnorm (EMC-immuniteit) IEC-EN 61800-3 + A1 heeft 5 categorieën. De VACON® frequentieregelaars zijn ingedeeld in 5
EMC-klassen die equivalent zijn aan de klassen in de norm. Alle VACON® NX frequentieregelaars voldoen aan de norm IEC-EN
61800-3 + A1.
De typecode geeft informatie over de specifieke categorie waaraan de frequentieregelaar voldoet (zie 3.4 Beschrijving van type-
code).
De categorie wijzigt wanneer de kenmerken van de frequentieregelaar wijzigen:
•
het niveau van elektromagnetische verstoringen
•
de vereisten van een voedingsnet
•
de installatieomgeving (zie de norm IEC-EN 61800-3 + A1)
Er is meestal een extern EMC-filter nodig om te voldoen aan de EMC-emissievereisten.
L E T O P
RADIOSTORING
In een woonomgeving kan dit product radiostoring veroorzaken.
Tref aanvullende corrigerende maatregelen.
e30bf978.10
K
ABC
L
D
E
J
F
IHG
reset
ready
run
fault
selectenter
VACON® NXS/NXP luchtgekoeld
Bedieningshandleiding
3.8 Bedieningspaneel
Productoverzicht
3.8.1 Inleiding tot het bedieningspaneel
Het bedieningspaneel vormt de interface tussen de frequentieregelaar en de gebruiker. Gebruik het bedieningspaneel om het motortoerental te regelen en de status van de frequentieregelaar te bewaken. Gebruik het ook om de parameters van de frequentieregelaar in te stellen.
Het bedieningspaneel kan van de frequentieregelaar worden verwijderd. Het bedieningspaneel is gescheiden van de potentiaal van
de ingangslijn.
3.8.2 Bedieningspaneel
Het bedieningspaneel van de VACON® heeft 9 knoppen waarmee u de frequentieregelaar (en motor) kunt bedienen, parameters
kunt instellen en waarden kunt bewaken.
Het [ready]-indicatielampje brandt wanneer de frequentieregelaar is aangesloten op de netvoeding en
er geen actieve fouten zijn. Bovendien wordt voor
de frequentieregelaar de statusindicatie GEREED
weergegeven.
B
Het [run]-indicatielampje brandt wanneer de frequentieregelaar in bedrijf is. De indicatielampje
knippert wanneer de Stop-knop wordt ingedrukt en
de frequentieregelaar uitloopt.
C
Het [fault]-indicatielampje knippert wanneer de frequentieregelaar is gestopt wegens gevaarlijke condities (Uitschakeling wegens een fout). Zie 8.5.1 Naar
het menu Actieve Fouten navigeren.
D
Start-knop. Wanneer het bedieningspaneel de actieve bedieningsmodus is, start u de motor met
deze knop. Zie 8.4.3 De bedieningsmodus wijzigen.
E
Stop-knop. Met deze knop stopt u de motor (tenzij
de stop is uitgeschakeld via parameter R3.4/R3.6).
Zie 8.4.2 Paneelsturingsparameters M3.
F
Menuknop Rechts. Hiermee kunt u verdergaan in
het menu, de cursor naar rechts verplaatsen (in het
parametermenu) en naar de bewerkingsmodus
gaan.
G
[enter]-knop. Hiermee kunt u een selectie accepteren of de foutenhistorie resetten (2–3 s ingedrukt
houden).
H
Navigatieknop Omlaag. Hiermee kunt u door het
hoofdmenu en de pagina's van diverse submenu's
schuiven of een waarde verlagen.
I
[select]-knop. Hiermee kunt u tussen de 2 laatste
weergaven schakelen, bijvoorbeeld om te zien hoe
nieuwe waarden leiden tot wijzigingen in andere
waarden.
J
Menuknop Links. Hiermee kunt u teruggaan in het
menu of de cursor naar links verplaatsen (in het parametermenu).
K
[reset]-knop. Hiermee kunt u een fout resetten.
L
Navigatieknop Omhoog. Hiermee kunt u door het
hoofdmenu en de pagina's van diverse submenu's
schuiven of een waarde verhogen.
Het [ready]-indicatielampje brandt wanneer de frequentieregelaar is aangesloten op de netvoeding en
er geen actieve fouten zijn. Bovendien wordt voor
de frequentieregelaar de statusindicatie GEREED
weergegeven.
B
Het [run]-indicatielampje brandt wanneer de frequentieregelaar in bedrijf is. De indicatielampje
knippert wanneer de Stop-knop wordt ingedrukt en
de frequentieregelaar uitloopt.
C
Het [fault]-indicatielampje knippert wanneer de frequentieregelaar is gestopt wegens gevaarlijke condities (Uitschakeling wegens een fout). Zie 8.5.1 Naar
het menu Actieve Fouten navigeren.
D
[START]-knop. Wanneer het bedieningspaneel de
actieve bedieningsmodus is, start u de motor met
deze knop. Zie 8.4.3 De bedieningsmodus wijzigen.
E
[STOP]-knop. Met deze knop stopt u de motor (tenzij
de stop is uitgeschakeld via parameter R3.4/R3.6).
Zie 8.4.2 Paneelsturingsparameters M3.
F
Menuknop Rechts. Hiermee kunt u verdergaan in
het menu, de cursor naar rechts verplaatsen (in het
parametermenu) en naar de bewerkingsmodus
gaan.
G
[enter]-knop. Hiermee kunt u een selectie accepteren of de foutenhistorie resetten (2–3 s ingedrukt
houden).
H
Navigatieknop Omlaag. Hiermee kunt u door het
hoofdmenu en de pagina's van diverse submenu's
schuiven of een waarde verlagen.
I
[select]-knop. Hiermee kunt u tussen de 2 laatste
weergaven schakelen, bijvoorbeeld om te zien hoe
nieuwe waarden leiden tot wijzigingen in andere
waarden.
J
Menuknop Links. Hiermee kunt u teruggaan in het
menu of de cursor naar links verplaatsen (in het parametermenu).
K
[reset]-knop. Hiermee kunt u een fout resetten.
L
Navigatieknop Omhoog. Hiermee kunt u door het
hoofdmenu en de pagina's van diverse submenu's
schuiven of een waarde verhogen.
A
K
L
M
BCDE
H
I
J
FG
e30bf979.10
READY
FAULT
STOP
RUN
Bus/CommKeypadI/O term
ALARM
VACON® NXS/NXP luchtgekoeld
Bedieningshandleiding
Productoverzicht
3.8.3 Display
Onderstaande afbeelding bevat een overzicht van de delen van het display.
De motor bevindt zich in de RUN-toestand. De indicatie gaat knipperen wanneer er een stopcommando wordt gegeven en blijft knipperen terwijl het
toerental blijft afnemen.
B
De motor draait in voorwaartse richting.
C
De motor draait in achterwaartse richting.
D
De frequentieregelaar werkt niet.
E
De netspanning is ingeschakeld.
F
Er is een alarm gegenereerd.
G
Er is een fout opgetreden en de frequentieregelaar
is gestopt.
H
De I/O-klemmen zijn de actieve bedieningsmodus.
I
Het bedieningspaneel is de actieve bedieningsmodus.
J
De veldbus is de actieve bedieningsmodus.
K
De locatie-indicatie. De regel toont het symbool en
nummer van het menu, de parameter enzovoort. Bijvoorbeeld: M2 = Menu 2 (Parameters) of P2.1.3 = Acceleratietijd.
L
De beschrijvingsregel. De regel toont de beschrijving van het menu, de waarde of de fout.
M
De waarderegel. De regel toont de numerieke en
tekstwaarden van referenties, parameters enzovoort. De regel toont ook het aantal submenu's dat
in elk menu beschikbaar is.
VACON® NXS/NXP luchtgekoeld
Bedieningshandleiding
De statusindicatoren (A-G) van de frequentieregelaar geven informatie over de status van de motor en de frequentieregelaar.
De bedieningsmodusindicatoren (H, I, J) geven de geselecteerde bedieningsmodus aan. De bedieningsmodus geeft aan van waar-
uit de START/STOP-commando's worden gegeven en referentiewaarden worden gewijzigd. U kunt die modus instellen via het
menu Paneelsturing (M3) (zie 8.4.3 De bedieningsmodus wijzigen).
De drie tekstregels (K, L, M) geven informatie over de huidige locatie in de menustructuur en de werking van de frequentieregelaar.
Productoverzicht
3.8.4 Basismenustructuur
De gegevens van de frequentieregelaar zijn ondergebracht in menu's en submenu's. Onderstaande afbeelding toont de basismenustructuur van de frequentieregelaar.
Deze menustructuur dient slechts als voorbeeld. De inhoud en opties kunnen variëren, afhankelijk van de gebruikte toepassing.
Rubber doorvoertules (maat varieert per klasse),
3 stuks
4
Kabelinvoerplaat
5
Schroeven, M4x10, 5 stuks
6
Schroeven, M4x16, 3 stuks
7
Aardingsbeugels voor aardleiding (FR6/FI6), 2 stuks
8
Aardingsschroeven M5x16 (FR6/FI6), 4 stuks
VACON® NXS/NXP luchtgekoeld
Bedieningshandleiding
De levering in ontvangst nemen
4 De levering in ontvangst nemen
4.1 De levering controleren
Voordat een VACON® frequentieregelaar naar de klant wordt verzonden, voert de fabrikant er diverse tests op uit.
Procedure
1.
Inspecteer de frequentieregelaar na het verwijderen van de verpakking op transportschade.
-
Neem contact op met de ladingverzekeraar of de vervoerder als de frequentieregelaar tijdens het vervoer is beschadigd.
2.
Controleer de juistheid van de levering door de gegevens van uw bestelling te vergelijken met die op het verpakkingslabel;
zie 3.3 Verpakkingslabel.
-
Neem onmiddellijk contact op met de leverancier als de levering niet overeenkomt met de bestelling.
3.
Controleer de juistheid en volledigheid van de levering door de typecode van het product te vergelijken met de bestelde
typecode; zie 3.4 Beschrijving van typecode.
4.
Controleer of de accessoiretas alle in de afbeelding getoonde items bevat. Deze accessoires maken deel uit van de elektrische installatie. De exacte inhoud van de accessoiretas hangt af van de behuizingsgrootte en de beschermingsklasse.
-
- FR4/FI4–FR4–FR6: 4.1.1 Accessoires voor FR4/FI4–FR6/FI6
-
- FR7/FI7–FR8/FI8: 4.1.2 Accessoires voor FR7/FI7–FR8/FI8
-
- FR10–FR11 Standalone: 4.1.3 Accessoires voor FR10–FR11 Standalone
4.1.1 Accessoires voor FR4/FI4–FR6/FI6
Afbeelding 6: Inhoud van de accessoiretas voor FR4–FR6/FI4–FI6
Rubber doorvoertules GD21 (FR7/FI7 IP 54/
UL type 12), 3 stuks
/ (FR8/FI8), 6 stuks
4
Rubber doorvoertules GDM36 (FR7/FI7), 3 stuks
e30bh766.10
VACON® NXS/NXP luchtgekoeld
Bedieningshandleiding
4.1.2 Accessoires voor FR7/FI7–FR8/FI8
Afbeelding 7: Inhoud van de accessoiretas voor FR7–FR8/FI7–FI8
4.1.3 Accessoires voor FR10–FR11 Standalone
De sleutel van de kastdeur is bevestigd aan de hijsrail bovenaan de frequentieregelaar.
De levering in ontvangst nemen
Afbeelding 8: Locatie van kastdeursleutel bij levering
4.2 Het product opslaan
Volg onderstaande instructies als het product voorafgaand aan de installatie moet worden opgeslagen.
Procedure
1.
Als de frequentieregelaar moet worden opgeslagen voordat hij in gebruik wordt genomen, moet u ervoor zorgen dat de
omgevingscondities aan de volgende voorwaarden voldoen:
•
Opslagtemperatuur: -40…+70° C (-40...+158° F)
•
Relatieve vochtigheid: 0–95%, niet-condenserend
2.
Als de frequentieregelaar langere tijd moet worden opgeslagen, moet u de frequentieregelaar eenmaal per jaar van spanning voorzien. Houd de spanning minstens 2 uur ingeschakeld.
3.
Laad de elektrolytische DC-condensatoren voorzichtig op als de opslagtijd langer dan 12 maanden is. Volg de instructies in
10.2 De condensatoren reformeren om de condensatoren te reformeren.
De exacte hijsinstructies hangen af van het gewicht van de frequentieregelaar. Het gebruik van een hijstoestel kan nodig zijn om de
frequentieregelaar uit te verpakking te hijsen.
Procedure
1.
Controleer het gewicht van de frequentieregelaar; zie 12.1 Gewicht van de frequentieregelaar.
2.
Gebruik een giekkraan om frequentieregelaars van FR7/FI7 en groter uit de verpakking te hijsen.