Het auteursrecht op deze handleiding berust bij Vacon Ltd. Alle rechten voorbehouden.Deze
handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
In deze handleiding leest u over de functies van de Vacon® frequentieregelaar en hoe u deze
kunt gebruiken.De structuur van de handleiding komt overeen met de menustructuur van de
frequentieregelaar (hoofdstuk 1 en 4–8).
Hoofdstuk 1 – Snelstartgids
Aan de slag met het bedieningspaneel
•
Hoofdstuk 2 – Wizards
Snel applicaties instellen
•
Hoofdstuk 3 – Gebruikersinterfaces
De typen displays en het gebruik van het bedieningspaneel
•
De pc-tool Vacon Live
•
De functies van de veldbus
•
Hoofdstuk 4 – Menu Monitoring
Een overzicht van alle monitoringwaarden
•
Hoofdstuk 5 – Menu Parameters
Een overzicht van alle parameters van de frequentieregelaar
•
Hoofdstuk 6 – Menu Diagnose
Hoofdstuk 7 – Menu I/O en hardware
Hoofdstuk 8 – Menu's Gebruikersinstellingen, Favorieten en Gebruikersniveau
Hoofdstuk 9 – Beschrijving van controlewaarden
Hoofdstuk 10 – Parameterbeschrijvingen
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
IndexMinMaxUnitDefaultIDDescriptionParameter
A
I
BCDEFGH
VACON · 4VOORWOORD
Parameters gebruiken
•
Digitale en analoge ingangen programmeren
•
Applicatiespecifieke functies
•
Hoofdstuk 11 – Fouttracering
Fouten en bijbehorende oorzaken
•
Fouten resetten
•
Deze handleiding bevat een groot aantal tabellen met parameters.Hieronder wordt uitgelegd
hoe u deze tabellen moet interpreteren.
A.De locatie van de parameter in het
menu. Dit is ook het parameternummer.
B.De naam van de parameter.
C.De minimumwaarde van de parameter.
D. De maximumwaarde van de parameter.
E.De eenheid van de parameterwaarde.De
eenheid wordt getoond als deze
beschikbaar is.
F.De fabrieksinstelling.
G. Het ID-nummer van de parameter.
H. Een korte beschrijving van de waarden
van de parameter en/of de functie.
I.Dit symbool geeft aan dat er meer
informatie over deze parameter
beschikbaar is in het hoofdstuk
Parameterbeschrijvingen.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
VOORWOORD VACON · 5
FUNCTIES VAN DE VACON® FREQUENTIEREGELAAR
Wizards voor opstarten, PID-besturing, multipompmodus en fire modus, voor
•
eenvoudige inbedrijfstelling.
FUNCT-knop voor het eenvoudig schakelen tussen lokale en externe bediening.De
•
externe bedieningsplaats kan een I/O- of veldbusverbinding zijn.U kunt de externe
bedieningsplaats selecteren met een parameter.
Startvergrendelingsingang (dempervergrendeling).De frequentieregelaar start niet
•
voordat deze ingang is geactiveerd.
Een bedieningspagina voor snelle bediening en bewaking van de belangrijkste waarden.
•
Verschillende voorverwarmingsmodi om condensatie te voorkomen.
•
Maximale uitgangsfrequentie van 320 Hz.
•
Interne klok (RTC) en timerfuncties (optionele klokbatterij vereist).U kunt drie
•
tijdkanalen programmeren voor verschillende functies van de frequentieregelaar.
Ondersteuning voor externe PID-regelaar.Hiermee kunt u bijvoorbeeld een klep
•
bedienen met de I/O van de frequentieregelaar.
Een slaapmodus die de frequentieregelaar automatisch in- en uitschakelt om energie te
•
besparen.
PID-regelaar met twee zones en twee verschillende terugkoppelsignalen:minimum- en
•
maximumbesturing.
Twee referentiebronnen voor de PID-regelaar.U kunt de gewenste bron selecteren met
•
een digitale ingang.
Een functie voor PID-referentieversterking.
•
Vooruitsturing voor een betere respons bij procesveranderingen.
•
Bewaking van proceswaarden.
•
Multipompbesturing.
•
Drukverliescompensatie voor het compenseren van drukverliezen in leidingen,
•
bijvoorbeeld wanneer de sensor ten onrechte in de buurt van een pomp of ventilator is
geplaatst.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
VACON · 6
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
INHOUDSOPGAVE VACON · 7
INHOUDSOPGAVE
Voorwoord
Informatie over deze handleiding 3
Functies van de Vacon® frequentieregelaar 5
1Snelstartgids 11
1.1Bedieningspaneel 11
1.2De displays 11
1.3De eerste keer starten 12
1.4Beschrijving van de applicaties 13
1.4.1Vacon HVAC-applicatie 13
2Wizards 20
2.1PID Mini-Wizard 20
2.2Mini-wizard Multi-pomp 21
2.3Fire modus wizard 22
3Gebruikersinterfaces 24
3.1Navigatie met het bedieningspaneel 24
3.2Het grafische display 26
3.2.1Waarden bewerken 26
3.2.2Fouten resetten 29
3.2.3De FUNCT-knop 29
3.2.4Parameters kopiëren 33
3.2.5Parameters vergelijken 35
3.2.6Helpteksten 36
3.2.7Het menu Favorieten gebruiken 37
3.3Het tekstdisplay 37
3.3.1Waarden bewerken 38
3.3.2Fouten resetten 39
3.3.3De FUNCT-knop 39
3.4Menustructuur 43
3.4.1Quick setup 44
3.4.2Monitor 44
3.5Vacon Live 45
4Menu Monitoring 47
4.1Menugroep Monitor 47
4.1.1Multimonitor 47
4.1.2Basis 48
4.1.3Bewaking van timerfuncties 50
4.1.4Bewaking van de PID1-regelaar 51
4.1.5Bewaking van de PID2-regelaar 52
4.1.6Bewaking multi-pomp 52
4.1.7Bewaking van veldbusprocesdata 53
5Menu Parameters 54
5.1Groep 3.1: Motorinstellingen 54
5.2Groep 3.2: Start/Stop-instellingen 57
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
5.4Groep 3.4: Instellingen voor ramping en remmen 61
5.5Groep 3.5: I/O-configuratie 62
5.6Groep 3.6: Veldbusdatamap 70
5.7Groep 3.7: Verboden frequenties 71
5.8Groep 3.8: Grenswaardebewaking 72
5.9Groep 3.9: Beveiligingen 73
5.10Groep 3.10: Automatische reset. 76
5.11Groep 3.11: Timerfuncties 77
5.12Groep 3.12: PID-regelaar 1 80
5.13Groep 3.13: PID-regelaar 2 85
5.14Groep 3.14: Multi-pomp 88
5.15Groep 3.16: Fire modus 89
5.16Groep 3.17: Applicatie-instellingen 90
5.17Groep 3.18: Instellingen voor kWh-pulsuitgang 90
6Menu Diagnose 91
6.1Actieve fouten 91
6.2Reset Fouten 91
6.3Foutenhistorie 91
6.4Totaaltellers 92
6.5Triptellers 94
6.6Software-info 95
7Menu I/O en hardware 96
7.1Basis I/O 96
7.2Optiekaartslots 98
7.3Real-time klok 99
7.4Instellingen powerunit 100
7.5Bedieningspaneel 101
7.6Veldbus 101
8De menu's Gebruikersinstellingen, Favorieten en Gebruikersniveaus 102
8.1Gebruikersinstellingen 102
8.1.1Parameterback-up 103
8.2Favorieten 104
8.2.1Items toevoegen aan Favorieten 104
8.2.2Items verwijderen uit Favorieten 105
8.3Gebruikersniveaus 106
8.3.1De toegangscode voor gebruikersniveaus wijzigen 106
9Beschrijving van monitoring waardes 108
9.1Basis 108
9.2Timerfuncties 110
9.3PID1-regelaar 111
9.4PID2-regelaar 112
9.5Multi-pomp 112
9.6Veldbusgegevens 113
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
INHOUDSOPGAVE VACON · 9
10 Parameterbeschrijvingen 116
10.1Motorinstellingen 116
10.1.1Parametergroep Motor naamplaat 116
10.1.2Parametergroep Motorregeling 117
10.2Start/Stop-instellingen 121
10.3Referenties 129
10.3.1frequentiereferentie 129
10.3.2Vaste frequenties 130
10.3.3Parametergroep Motorpotentiometer 132
10.4Instellingen voor Ramping en Remmen 133
10.5I/O-configuratie 136
10.5.1Programmering van digitale en analoge ingangen 136
10.5.2Digitale ingangen 143
10.5.3Analoge ingangen 149
10.5.4Digitale uitgangen 149
10.5.5Analoge uitgangen 152
10.6Veldbusdatamap 155
10.7Verboden frequenties 156
10.8Grenswaardebewaking 159
10.9Beveiligingen 160
10.9.1Thermische motorbeveiligingen 160
10.9.2Beveiliging motorblokkering 163
10.9.3Onderbelastingsbescherming (droogloop) 165
10.10 Automatische reset 168
10.11 Timerfuncties 171
10.11.1Timerfuncties 171
10.12 PID-regelaar 1 175
10.12.1Basisinstellingen 175
10.12.2Referentiepunten 177
10.12.3Terugkoppeling 179
10.12.4Vooruitsturing 180
10.12.5Procesbewaking 181
10.12.6Drukverlies compensatie 183
10.13 PID-regelaar 2 185
10.13.1Basisinstellingen 185
10.14 Functie Multi-pomp 185
10.15 Fire modus 193
10.16 Applicatie-instellingen 196
10.17 kWh-pulsuitgang 197
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
VACON · 10INHOUDSOPGAVE
11 Fouttracering 198
11.1Er wordt een fout getoond 198
11.1.1Resetten met de resetknop 199
11.1.2Resetten met een parameter in het grafische display 199
11.1.3Resetten met een parameter in het tekstdisplay 200
11.2Foutenhistorie 201
11.2.1De foutenhistorie bekijken in het grafische display 201
11.2.2De Foutenhistorie bekijken in het tekstdisplay 202
11.3Foutcodes 204
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
ABC
I
HD
GFE
SNELSTARTGIDS VACON · 11
1SNELSTARTGIDS
1.1BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel vormt de interface tussen de frequentieregelaar en de gebruiker. Met
het bedieningspaneel kunt u het toerental van een motor regelen en de status van de
frequentieregelaar bewaken. Bovendien kunt u hiermee de parameters van de
frequentieregelaar instellen.
Afb. 1: De knoppen op het bedieningspaneel
A.De BACK/RESET-knop. Hiermee kunt u
teruggaan in het menu, de
bewerkingsmodus afsluiten en fouten
resetten.
B. De pijlknop OMHOOG. Hiermee kunt u
omhoog bladeren in een menu en
waarden verhogen.
C. De FUNCT-knop. Hiermee kunt u de
draairichting van de motor wijzigen, de
bedieningspagina openen en de
bedieningsplaats kiezen. Voor meer
informatie, zie Tabel 12 Instellingen
besturingsreferenties.
D. De pijlknop RECHTS.
E.De START-knop.
F.De pijlknop OMLAAG. Hiermee kunt u
omlaag bladeren in een menu en
waarden verlagen.
G. De STOP-knop.
H. De pijlknop LINKS. Hiermee kunt u de
cursor naar links verplaatsen.
I.De OK-knop. Hiermee kunt u een
geselecteerd niveau of item openen of
een keuze bevestigen.
1.2DE DISPLAYS
Er zijn twee typen displays: het grafische display en het tekstdisplay. Het bedieningspaneel
heeft altijd dezelfde toetsen en knoppen.
Het display toont de volgende gegevens:
De status van de motor en de frequentieregelaar.
•
Fouten in de motor en in de frequentieregelaar.
•
Uw locatie in de menustructuur.
•
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
1
STOP
READYI/O
Main Menu
ABCDE
F
H
G
Quick Setup
( 17 )
Monitor
( 5 )
Parameters
( 12 )
M1ID:
AB
F
C
D
E
VACON · 12SNELSTARTGIDS
Afb. 2: Het grafische display
A.Het eerste statusveld: STOP/RUN
B. De draairichting van de motor
C. Het tweede statusveld: GEREED/NIET
GEREED/FOUT
D. Het alarmveld: ALARM/E.Het bedieningsplaatsveld: PC/IO/
F.Het locatieveld: het ID-nummer van de
parameter en de huidige locatie in het
menu
G. De geselecteerde groep of parameter
H. Het aantal items in de desbetreffende
groep
BEDIENINGSPANEEL/VELDBUS
Afb. 3: Het tekstdisplay. Als de tekst te lang is om in één keer te worden weergegeven, schuift
deze automatisch over het display.
A.De statusindicatoren
B. De alarm- en foutindicatoren
C. De naam van de huidige groep of het
huidige item
1.3DE EERSTE KEER STARTEN
De opstartwizard begeleidt u bij het instellen van de vereiste gegevens voor een juiste
besturing van uw proces.
1
D. De huidige locatie in het menu
E.De indicatoren voor de bedieningsplaats
F.De indicatoren voor de draairichting
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
SNELSTARTGIDS VACON · 13
1
2
3Tijd*uu:mm:ss
4Datum*dd.mm.
5Jaar*jjjj
TaalkeuzeDe opties zijn verschillend voor alle verschil-
lende taalpakketten.
Zomertijd*
Rusland
US
EU
UIT
* Deze vragen worden alleen weergegeven als er een klokbatterij is geplaatst.
Opstartwizard uitvoeren?
6
Ja
Nee
Als u de parameterwaarden handmatig wilt instellen, selecteert u Nee en drukt u vervolgens
op OK.
Selecteer een proces
7
8
9Stel een waarde in voor Nominale motorstroom.Bereik: varieert
10Stel een waarde in voor Minimumfrequentie.Bereik: 0.00-50.00
11
Stel een waarde in voor Nominaal motortoerental
(zodat deze overeenkomt met de motornaamplaat).
Stel een waarde in voor Maximumfrequentiereferentie.
Pomp
Ventilator
Bereik: 24-19200
Bereik: 0.00-320.00
Wanneer deze parameters zijn ingesteld, is de opstartwizard voltooid. Als u de opstartwizard
opnieuw wilt uitvoeren, kan dat op twee manieren. Ga naar de parameter P6.5.1
Fabrieksinstellingen herstellen of de parameter P1.19 Opstartwizard. Selecteer vervolgens
Activeren.
1.4BESCHRIJVING VAN DE APPLICATIES
1.4.1VACON HVAC-APPLICATIE
De Vacon AC frequentieregelaar wordt geleverd met een Vacon HVAC-applicatie die
onmiddellijk gebruikt kan worden.
U kunt de frequentieregelaar bedienen vanaf het bedieningspaneel of via de veldbus, PC of
I/O-klemmen.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
Externe
referentie
4–20 mA/2–10 V
(programmeerbaar)
Referentiepotentiometer
1–10 kΩ
VACON · 14SNELSTARTGIDS
Afb. 4: Aansluitvoorbeelden van de besturingsaansluitingen voor de Standaard-I/O-kaart
* = Gebruik DIP-switches om deze te selecteren.Raadpleeg de Vacon 100
installatiehandleiding voor wandgemonteerde frequentieregelaars.
** = U kunt de digitale ingangen van de aarde isoleren met een DIP-schakelaar.
1
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
21
22
23
24
25
26
32
33
Van standaard-I/O-kaart
Van aansl.
6 of 12
Van aansl.
#13
RUN
Relaiskaart 1
Klem
Signaal
Standaard
Relaisuitgang 1
Relaisuitgang 2
Relaisuitgang 3
RUN
FOUT
GEREED
RO1/1 NC
RO1/2 CM
RO1/3 NO
RO2/1 NC
RO2/2 CM
RO2/3 NO
RO3/1 CM
RO3/2 NO
TI1+
TI1-
21
22
23
24
25
26
28
29
Van standaard-I/O-kaart
Van aansl.
#12
Van aansl.
#13
RUN
Relaiskaart 2
Klem Signaal
Standaard
Relaisuitgang 1
Relaisuitgang 2
Thermistoringang
RUN
FOUT
RO1/1 NC
RO1/2 CM
RO1/3 NO
RO2/1 NC
RO2/2 CM
RO2/3 NO
SNELSTARTGIDS VACON · 15
Afb. 5: Aansluitvoorbeeld van de besturingsaansluitingen voor relaiskaart 1
AANWIJZING!
Niet beschikbaar voor Vacon 100 X.
Afb. 6: Aansluitvoorbeeld van de besturingsaansluitingen voor relaiskaart 2
AANWIJZING!
Enige optie voor Vacon 100 X.
U kunt de digitale ingangen (klemmen 8–10 en 14–16) op de standaard-I/O-kaart desgewenst
isoleren van de aarde.Zet de DIP-switch op de besturingskaart daarvoor in de stand OFF.Zie
de afbeelding hieronder voor de locatie van de switches, zodat u deze in de gewenste stand
voor uw toepassing kunt instellen.
AANWIJZING!
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
Raadpleeg de installatiehandleiding van de Vacon 100 X voor DIPswitchconfiguratie in Vacon 100 X-systemen.
1
Digitale ingangen
Zwevend
Verbonden met GND
(standaard!)
VACON · 16SNELSTARTGIDS
Afb. 7: DIP-switch
1
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
SNELSTARTGIDS VACON · 17
Tabel 2: Parametergroep Quick setup
IndexParameterMin.Max.
P1.1
P1.2
P1.3
P1.4
P1.5Motor Cos Phi0.301.00varieert120
P1.6
Nominale motor-
spanning
Nominale motorfre-
quentie
Nominaal motortoe-
rental
Nominale motor-
stroom
Nominaal motorver-
mogen
varieertvarieertVvarieert110
8.0320.0Hz50111
2419200rpmvarieert112
varieertvarieertAvarieert113
varieertvarieertkWvarieert116
EenheidStandaar
d
IDBeschrijving
Neem de waarde U
over van de motornaamplaat.
Zie P3.1.1.1.
Neem de waarde f
over van de motornaamplaat.
Zie P3.1.1.2.
Neem de waarde n
over van de motornaamplaat.
Neem de waarde I
over van de motornaamplaat.
Neem de waarde over
van de motornaamplaat.
Neem de waarde n
over van de motornaamplaat.
n
n
n
n
n
P1.7MotorstroomlimietvarieertvarieertAvarieert107
P1.8Minimumfrequentie0.00P1.9Hzvarieert101
P1.9MaximumfrequentieP1.8320.00Hz50.00102
P1.10
P1.11Vaste frequentie 1P3.3.1300.00Hz10.00105
Referentieselectie
I/O A
186117
De maximale motorstroom van de frequentieregelaar.
De acceptabele minimumfrequentiereferentie.
De acceptabele maximumfrequentiereferentie.
De frequentiereferentiebron wanneer de
bedieningsplaats is
ingesteld op I/O A.
Zie P3.3.3 voor de
beschikbare opties.
De tijd die de uitgangsfrequentie nodig heeft
om van nul tot de ingestelde maximumfrequentie op te lopen.
De tijd die de uitgangsfrequentie nodig heeft
om van de ingestelde
maximumfrequentie
terug te lopen naar nul.
Selectie van de externe
bedieningsplaats
(start/stop).
0 = Besturing I/O
1 = Veldbusbediening
P1.16Automatische reset010731
P1.17Fout Thermistor030732
P1.18PID Mini-Wizard*0101803
P1.19Multipomp Wizard*010
0 = Uitgeschakeld
1 = Ingeschakeld
0 = Geen actie
1 = Alarm
2 = Fout (stop volgens
stopmodus)
3 = Fout (stop door uitlopen)
0 = Inactief
1 = Activeren
Zie
0 = Inactief
1 = Activeren
Zie hoofdstuk 2.2 Mini-wizard Multi-pomp.
1
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
SNELSTARTGIDS VACON · 19
Tabel 2: Parametergroep Quick setup
IndexParameterMin.Max.
P1.20Opstartwizard**0101171
P1.21Fire modus wizard**0101672
EenheidStandaar
d
IDBeschrijving
0 = Inactief
1 = Activeren
Zie hoofdstuk 1.3 De eerste keer starten.
0 = Inactief
1 = Activeren
* = De parameter wordt alleen getoond op het grafische bedieningspaneel.
** = De parameter wordt alleen getoond op het grafische en het tekstbedieningspaneel.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
1
VACON · 20WIZARDS
2WIZARDS
2.1PID MINI-WIZARD
De applicatiewizard helpt u om de basisparameters voor de geselecteerde applicatie in te
stellen.
Als u de PID Mini-Wizard wilt starten, selecteert u de optie Activeren voor parameter P1.17
PID Mini-Wizard in het menu Quick setup
De PID-regelaar is standaard ingesteld voor het gebruik van één terugkoppelsignaal en één
referentiepunt. De standaardbedieningsplaats is I/O A en de standaardproceseenheid is %.
1
Stel de gewenste waarden in voor Proceseenheid
(P3.12.1.4)
Meer dan één optie.
Als u een andere optie selecteert dan %, worden de volgende vragen weergegeven. Als u %
selecteert, gaat de wizard direct door naar vraag 5.
2
3
4
5
Stel een waarde in voor Minimale proceseenheid
(P3.12.1.5).
Stel een waarde in voor Maximale proceseenheid
(P3.12.1.6).
Stel een waarde in voor Decimale proceseenheid
(P3.12.1.7).
Stel een waarde in voor Terugkoppeling 1 bronselectie (P3.12.3.3).
Het bereik is afhankelijk van de geselecteerde optie in vraag 1.
Het bereik is afhankelijk van de geselecteerde optie in vraag 1.
Bereik: 0-4
Zie Tabel 34 Instellingen voor terugkoppeling
.
Als u een analoog ingangssignaal selecteert, wordt vraag 6 weergegeven. Als u een andere
optie selecteert, gaat de wizard door naar vraag 7.
Stel het signaalbereik van de analoge ingang in.
0 = 0–10 V/0…20 mA
6
1 = 2–10 V/4…20 mA
Zie Tabel 15 Instellingen voor analoge ingan-gen.
Stel een waarde in voor Inversie fout (P3.12.1.8).
7
8
Stel een waarde in voor Referentie bronselectie
(P3.12.2.4).
0 = Normaal
1 = Geïnverteerd
Zie Tabel 33 Instellingen voor referentiewaar-den.
Als u een analoog ingangssignaal selecteert, wordt vraag 9 weergegeven. Als u een andere
optie selecteert, gaat de wizard door naar vraag 11.
2
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
WIZARDS VACON · 21
Als u Bedieningspaneel Referentie 1 of Bedieningspaneel Referentie 2 instelt, gaat de wizard
direct door naar vraag 10.
Stel het signaalbereik van de analoge ingang in.
0 = 0–10 V/0–20 mA
9
1 = 2–10 V/4–20 mA
Zie Tabel 15 Instellingen voor analoge ingan-gen.
10
11
Stel een waarde in voor Bedieningspaneel Referentie 1 en Bedieningspaneel Referentie 2 (P3.12.2.2).
Stel het gebruik van de slaapfunctie in.
Afhankelijk van het bereik dat is ingesteld in
vraag 9.
0 = Nee
1 = Ja
Als u Ja selecteert bij vraag 11, worden de volgende drie vragen weergegeven. Als u Nee
selecteert, is de wizard voltooid.
12
13
14
Stel een waarde in voor Slaapfrequentielimiet
(P3.12.2.7).
Stel een waarde in voor Slaapvertraging 1
(P3.12.2.8).
Stel een waarde in voor Ontwaakniveau (P3.12.2.9).Het bereik is afhankelijk van de geselec-
Bereik: 0.00–320.00 Hz
Bereik: 0–3000 s
teerde proceseenheid.
De PID Mini-Wizard is nu voltooid.
2.2MINI-WIZARD MULTI-POMP
De mini-wizard Multi-pomp stelt de belangrijkste vragen voor het instellen van een
multipompsysteem. De mini-wizard Multi-pomp volgt altijd op de PID Mini-Wizard.
15
16
17
Stel een waarde in voor Aantal motoren (P.3.14.1).1-4
Stel een waarde in voor Vergrendelfunctie (P3.14.2).
0 = Niet gebruikt
1 = Ingeschakeld
Stel een waarde in voor Autowissel (P3.14.4).
0 = Uitgeschakeld
1 = Ingeschakeld
Als u de functie Autowissel inschakelt, worden de volgende drie vragen weergegeven. Als u
de functie Autowissel niet gebruikt, gaat de wizard direct door naar vraag 21.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
2
VACON · 22WIZARDS
Stel een waarde in voor Frequentieregelaar opne-
18
men (P3.14.3).
0 = Uitgeschakeld
1 = Ingeschakeld
19
20
21Stel een waarde in voor Bandbreedte (P3.14.8).0-100%
22
Stel een waarde in voor Autowissel interval
(P3.14.5).
Stel een waarde in voor Autowissel frequentielimiet
(P3.14.6)
Stel een waarde in voor Bandbreedtevertraging
(P3.14.9).
0,0–3000,0 u
0.00–50.00 Hz
0–3600 s
Hierna toont het bedieningspaneel de digitale ingangs- en relaisuitgangsconfiguratie die
door de applicatie is uitgevoerd (alleen grafisch bedieningspaneel). Noteer deze waarden
voor later.
2.3FIRE MODUS WIZARD
Als u de wizard Fire modus wilt starten, selecteert u de optie Activeren voor parameter
B1.1.4 in het menu Quick setup.
LET OP!
Lees voordat u doorgaat over het wachtwoord en de garantiebepalingen in
hoofdstuk 10.15 Fire modus.
1
Stel een waarde in voor parameter P3.17.2 Fire
modus-frequentiebron.
Meer dan één optie.
Als u een andere waarde instelt dan Fire modus frequentie, gaat de wizard direct door naar
vraag 3.
2
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
WIZARDS VACON · 23
2
3
4
5
6
Stel een waarde in voor parameter P3.17.3 Fire
modus frequentie.
Stel in of het signaal moet worden geactiveerd wanneer het contact wordt geopend of gesloten.
Stel een waarde in voor de parameters P3.17.4 Fire
modus activering openen / P3.17.5 Fire modus activering sluiten.
Stel een waarde in voor parameter P3.17.6 Fire
modus achteruit.
Stel een waarde in voor P3.17.1 Fire modus wachtwoord.
8,00 Hz…P3.3.1.2 (MaxFreqReferentie)
0 = Open contact
1 = Gesloten contact
Selecteer een digitale ingang voor het activeren van de Fire modus. Zie ook hoofdstuk
10.15 Fire modus.
Selecteer een digitale ingang voor het activeren van de omgekeerde draairichting in de
Fire modus.
DigIn Slot0.1 = VOORUIT
DigIn Slot0.2 = ACHTERUIT
Stel een wachtwoord in voor het inschakelen
van de functie Fire modus.
1234 = Testmodus inschakelen
1001 = Fire modus inschakelen
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
2
VACON · 24GEBRUIKERSINTERFACES
3GEBRUIKERSINTERFACES
3.1NAVIGATIE MET HET BEDIENINGSPANEEL
De gegevens van de frequentieregelaar zijn ondergebracht in menu's en submenu's.Met de
pijlknoppen Omhoog en Omlaag op het bedieningspaneel kunt u door de menu's
navigeren.Druk op OK om een groep of parameter te openen.Druk op de knop BACK/RESET
om terug te keren naar het vorige niveau.
Uw huidige locatie in het menu wordt op het scherm weergegeven als M5.5.1.Daarnaast
wordt de naam van de huidige groep of parameter weergegeven.
3
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
Hoofdmenu
Submenu'sSubmenu'sSubmenu's
HoofdmenuHoofdmenu
M2 Monitor
M1 Quick
setup
M2.1 Multimonitor
M3.1 Motorinstellingen
M3.2 Start/stop-instellingen
M3.3 Referenties
M3.4 Ramps en remmen
M3.5 I/O-configuratie
M3.6 Veldbusdatamap
M3.10 Automatische reset
M3.11 Timerfuncties
M3.18 kWh-pulsobject
M3.12 PID-regelaar 1
M3.13 PID-regelaar 2
M3.14 Multi-pomp
M3.16 Fire modus
M3.17 Applicatie- instellingen
M3.7 Verboden frequentie
M3.8 Grenswaardebewaking
M3.9 Beveiligingen
M2.2 Basis
M2.3 Timerfuncties
M2.4 PID-regelaar 1
M2.5 PID-regelaar 2
M2.6 Multi-pomp
M2.7 Veldbusgegevens
M3
Parameters
M4
Diagnose
M5 I/O en
hardware
M7
Favorieten
M5.1 Basis-I/O
M5.2–M5.4 Slot C,D,E
M5.5 Real-time klok
M5.6 Instellingen
voedingseenheid
M5.7 Bedieningspaneel
M5.8 RS-485
M5.9 Ethernet
M6.5 Parameterback-up
M6.1 Taalkeuze
M6.6 Parameters
vergelijken
M6.7 Naam
frequentieregelaar
M8.1 Gebruikersniveau
M8.2 Toegangscode
M4.5 Totaaltellers
M4.6 Triptellers
M4.7 Software-info
M4.3 Foutenhistorie
M4.2 Reset Fouten
M4.1 Actieve fouten
M6 Gebrui-
kersinstel-
lingen
M8 Gebrui-
kersniveaus
GEBRUIKERSINTERFACES VACON · 25
Afb. 8: De menustructuur van de frequentieregelaar
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
3
STOP
READYI/O
Main Menu
ABCDE
F
H
G
Quick Setup
( 17 )
Monitor
( 5 )
Parameters
( 12 )
M1ID:
STOP
READY
I/O
Rem Control Place
I/O Control
KeypadStopButton
Yes
Start Function
Ramping
Start / Stop Setup
M3.2.1ID:172
VACON · 26GEBRUIKERSINTERFACES
3.2HET GRAFISCHE DISPLAY
Afb. 9: Het hoofdmenu van het grafische display
A.Het eerste statusveld: STOP/RUN
B. De draairichting
C. Het tweede statusveld: GEREED/NIET
GEREED/FOUT
D. Het alarmveld: ALARM/E.De bedieningsplaats: PC/IO/
BEDIENINGSPANEEL/VELDBUS
F.Het locatieveld: de parameter-ID en de
huidige locatie in het menu
G. De geselecteerde groep of parameter:
druk op OK om te openen
H. Het aantal items in de desbetreffende
groep
3.2.1WAARDEN BEWERKEN
In het grafische display kunt u de waarde van een parameter op twee manieren bewerken.
In de meeste gevallen kunt u slechts één waarde selecteren voor een parameter. Selecteer
de gewenste optie in de reeks numerieke of tekstwaarden.
DE TEKSTWAARDE VAN EEN PARAMETER WIJZIGEN
1Ga met de pijltoetsen naar de parameter.
3
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
STOP
READY
I/O
Rem Control Place
M3.2.1ID:
Edit
Help
Add to favourites
STOP
READY
I/O
Rem Control Place
M3.2.1ID:
FieldbusCTRL
I/O Control
STOP
READY
I/O
Frequency Ref
P3.3.1.1ID:101
MaxFreqReference
0.00 Hz
MinFreqReference
50.00 Hz
PosFreqRefLimit
320.00 Hz
STOP
READY
I/O
MinFreqReference
P3.3.1.1ID:101
0.00 Hz
Min: 0.00Hz
Max: 50.00Hz
GEBRUIKERSINTERFACES VACON · 27
2Druk twee keer op OK of druk op de pijltoets
RECHTS om de bewerkingsmodus te activeren.
3Druk op de pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG om de
nieuwe waarde te selecteren.
4Druk op OK om de wijziging te accepteren. Druk op
de BACK/RESET-knop om de wijziging te
annuleren.
NUMERIEKE WAARDEN BEWERKEN
1Ga met de pijltoetsen naar de parameter.
2Activeer de bewerkingsmodus.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
3
STOP
READY
I/O
MinFreqReference
P3.3.1.1ID:101
00.00 Hz
Min: 0.00Hz
Max: 50.00Hz
STOP
READY
I/O
MinFreqReference
P3.3.1.1ID:101
11.00 Hz
Min: 0.00Hz
Max: 50.00Hz
STOP
READY
I/O
P3.12.1.3ID:1466
Interval 1
00:00:00
00:00:00
ON Time
OFF Time
Days
0
A
VACON · 28GEBRUIKERSINTERFACES
3Als de waarde numeriek is, kunt u met de
pijltoetsen LINKS en RECHTS van cijfer naar cijfer
gaan. Wijzig de cijfers met de pijltoetsen OMHOOG
en OMLAAG.
4Druk op OK om de wijziging te accepteren. Druk op
de BACK/RESET-knop om de wijziging te annuleren
en terug te keren naar het vorige niveau.
MEER DAN ÉÉN WAARDE SELECTEREN
Voor sommige parameters kunt u meer dan één waarde selecteren. Schakel het keuzevakje
bij de gewenste waarde in.
1Ga naar de parameter. Wanneer u keuzevakjes
kunt selecteren, wordt dat aangegeven met een
symbool.
A.Het symbool voor opties met
keuzevakjes
3
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
STOP
READY
I/O
M 3.12.1.3.1ID:
Days
Monday
Tuesday
Wednesday
Thursday
Friday
Sunday
STOP
READY
I/O
M 3.12.1.3.1ID:
Days
Monday
Tuesday
Wednesday
Thursday
Friday
Sunday
GEBRUIKERSINTERFACES VACON · 29
2Gebruik de pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG om
door de lijst met waarden te bladeren.
3Druk op de pijltoets RECHTS om het keuzevakje
naast de gewenste waarde te activeren en de
waarde toe te voegen.
3.2.2FOUTEN RESETTEN
U kunt fouten resetten met de Reset-knop en met de parameter Reset Fouten. Zie de
instructies in 11.1 Er wordt een fout getoond.
3.2.3DE FUNCT-KNOP
De FUNCT-knop heeft 3 functies.
Voor toegang tot de bedieningspagina
•
Voor eenvoudig wisselen tussen lokale bediening en bediening op afstand
•
Voor het wisselen van de draairichting
•
De geselecteerde bedieningsplaats bepaalt de bron van de start- en stopopdrachten voor de
frequentieregelaar.Alle bedieningsplaatsen hebben een parameter voor het selecteren van
de frequentiereferentiebron.De Lokale bedieningsplaats is altijd het bedieningspaneel.De
externe bedieningsplaats kan de I/O- of veldbusverbinding zijn.In de statusbalk van het
display wordt aangegeven wat de huidige bedieningsplaats is.
U kunt I/O A, I/O B en de veldbus instellen als externe bedieningsplaats.I/O A en de veldbus
hebben de laagste prioriteit.U kunt ze selecteren met P3.2.1 (Externe bedieningsplaats).Door
middel van een digitale ingang kan I/O B de externe bediening overnemen van
bedieningsplaatsen I/O A en Veldbus.U kunt de digitale ingang selecteren met parameter
P3.5.1.5 (Forceren naar I/O Bediening).
Wanneer de bedieningsplaats is ingesteld op lokaal, wordt het bedieningspaneel altijd
gebruikt als bedieningsplaats.Lokale bediening heeft een hogere prioriteit dan bediening op
afstand.Wanneer u bijvoorbeeld gebruikmaakt van bediening op afstand en parameter
P3.5.1.5 de bedieningsplaats heeft overgenomen met de digitale ingang, wordt het
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
3
STOP
READYKeypad
ID:M1
Main Menu
Monitor
( 12 )
( 21 )
( 6 )
Parameters
Diagnostics
STOP
READYKeypad
ID:1805
Choose action
Control page
Change direction
Local/Remote
STOP
READYKeypad
ID:211
Local/Remote
Remote
Local
STOP
READYI/O
ID:M1
Main Menu
( 21 )
( 6 )
Parameters
( 12 )
Monitor
Diagnostics
VACON · 30GEBRUIKERSINTERFACES
bedieningspaneel de bedieningsplaats zodra u Lokaal selecteert.Gebruik de FUNCT-knop of
de parameter P3.2.2 Lokaal/Afstand om te schakelen tussen de lokale en externe bediening.
DE BEDIENINGSPLAATS SELECTEREN
1Druk op de FUNCT-knop. Het maakt niet uit waar u
zich in het menu bevindt.
2Gebruik de pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG om
Lokaal/Afstand te selecteren.Druk op OK.
3Selecteer nu Lokaal of Op afstand met behulp van
de pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG.Druk op OK om
te bevestigen.
4Als u overschakelt van externe naar lokale
bediening (het bedieningspaneel), moet u een
bedieningspaneelreferentie selecteren.
Daarna gaat het display terug naar de menulocatie waar u was toen u op de FUNCT-knop
drukte.
3
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
STOP
READYI/O
Main Menu
( 21 )
( 6 )
Parameters
( 12 )
Monitor
Diagnostics
M1ID:
STOP
READYKeypad
ID:1805
Choose action
Control page
Change direction
Local/Remote
STOP
READYKeypad
ID: 184
Keypad Reference
0.00Hz
Output Frequency
Motor Current
Motor Torque
Motor Power
0.00Hz
0.00A
0.00%
0.00%
STOP
READYKeypad
ID: 168
Keypad Reference
0.00Hz
Output Frequency
Motor Current
Motor Torque
Motor Power
0.00Hz
0.00A
0.00%
0.00%
GEBRUIKERSINTERFACES VACON · 31
DE BEDIENINGSPAGINA OPENEN
Met de bedieningspagina kunt u gemakkelijk de belangrijkste waarden bewaken.
1Druk op de FUNCT-knop. Het maakt niet uit waar u
zich in het menu bevindt.
2Gebruik de pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG om
Bedieningspagina te selecteren.Open de pagina
door op OK te drukken.De bedieningspagina
verschijnt.
3Als u de lokale bedieningsplaats en de
bedieningspaneelreferentie gebruikt, kunt u P3.3.6
Bedieningspaneelreferentie instellen door op OK te
drukken.
4Druk op de pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG om de
cijfers van de waarde te wijzigen.Druk op OK om de
wijziging te accepteren.
Ga voor meer informatie over de bedieningspaneelreferentie naar hoofdstuk5.3 Groep 3.3: Instellingen besturingsreferenties.Als u andere bedieningsplaatsen of referentiewaarden
gebruikt, wordt de frequentiereferentie op het display getoond. Deze kunt u niet
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
3
STOP
READYI/O
ID: M1
Main Menu
Monitor
( 7 )
Parameters
( 15 )
Diagnostics
( 6 )
RUN
READYKeypad
ID:1805
Choose action
Control page
Change direction
Local/Remote
RUN
READYKeypad
ID:1805
Choose action
Forward
Reverse
VACON · 32GEBRUIKERSINTERFACES
bewerken.De andere waarden op de pagina zijn multimonitorwaarden.U kunt zelf bepalen
welke waarden hier worden getoond (zie de instructies in hoofdstuk4.1.1 Multimonitor).
DE DRAAIRICHTING WIJZIGEN
Met de FUNCT-knop kunt u de draairichting van de motor snel wijzigen.
AANWIJZING!
De opdracht Verandering draairichting is alleen beschikbaar in het menu als de
huidige bedieningsplaats is ingesteld op Lokaal.
1Druk op de FUNCT-knop. Het maakt niet uit waar u
zich in het menu bevindt.
2Gebruik de pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG om
Verandering draairichting te selecteren.Druk op
OK.
3Selecteer de gewenste draairichting.De huidige
draairichting knippert.Druk op OK.
3
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
STOP
READYI/O
ID: M1
Main Menu
Monitor
( 7 )
Parameters
( 15 )
Diagnostics
( 6 )
STOP
READYKeypad
ID: M6
Main Menu
I/O and Hardware
( 9 )
User settings
( 4 )
Favourites
( 0 )
GEBRUIKERSINTERFACES VACON · 33
4De draairichting wordt direct gewijzigd.U kunt zien
dat de pijlindicator in het statusveld van het display
verandert.
3.2.4PARAMETERS KOPIËREN
AANWIJZING!
Deze functie is alleen beschikbaar op het grafische bedieningspaneel.
Voordat u parameters van het bedieningspaneel naar de frequentieregelaar kunt kopiëren,
moet de frequentieregelaar gestopt zijn.
PARAMETERS VAN EEN FREQUENTIEREGELAAR KOPIËREN
Met deze functie kunt u parameters van de ene frequentieregelaar naar een andere
kopiëren.
1Sla de parameters op naar het bedieningspaneel.
2Ontkoppel het bedieningspaneel en sluit het aan op
een andere frequentieregelaar.
3Download de parameters naar de nieuwe
frequentieregelaar met de opdracht Herladen uit
bedieningspaneel.
PARAMETERS OPSLAAN NAAR HET BEDIENINGSPANEEL
1Open het menu Gebruikersinstellingen.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
3
STOP
READYKeypad
ID: M6.5
User settings
Language selection
English
Parameter backup
( 7 )
Drive name
Drive
STOP
READYKeypad
ID: M6.5.1
Parameter backup
Restore factory defaults
Save to keypad
Restore from keypad
VACON · 34GEBRUIKERSINTERFACES
2Open het submenu Parameter back-up.
3Gebruik de pijlknoppen Omhoog en Omlaag om een
functie te selecteren.Druk op OK om uw keuze te
bevestigen.
Met de opdracht Fabrieksinstellingen herstellen kunt u alle parameters terugzetten naar de
fabrieksinstellingen.Met de opdracht Opslaan in bedieningspaneel kunt u alle parameters
naar het bedieningspaneel kopiëren.Met de opdracht Herladen uit bedieningspaneel kunt u
alle parameters van het bedieningspaneel naar de frequentieregelaar kopiëren.
De volgende parameters kunt u niet kopiëren als de frequentieregelaars een ander
amperage hebben:
Als u het bedieningspaneel van een frequentieregelaar vervangt door een bedieningspaneel
van een ander amperage frequentieregelaar, worden de waarden van deze parameters niet
gewijzigd.
Nominale motorspanning (P3.1.1.1)
•
Nominale motorfrequentie (P3.1.1.2)
•
Nominaal motortoerental (P3.1.1.3)
•
Nominale motorstroom (P3.1.1.4)
•
Motor Cos Phi (P3.1.1.5)
•
Nominaal motorvermogen (P3.1.1.6)
•
Motorstroomlimiet (P3.1.1.7)
•
Schakelfrequentie (P3.1.2.1)
•
Spanning bij 0 Hz (P3.1.2.4)
•
Motorvoorverwarming stroom (P3.1.2.7)
•
Aanpassing statorspanning (P3.1.2.17)
•
Maximumfrequentie (P3.3.2)
•
Startmagnetiseringsstroom (P3.4.8)
•
DC-remstroom (P3.4.10)
•
Fluxremstroom (P3.4.13)
•
Blokkeerstroomlimiet (P3.9.5)
•
Motor thermische tijdconstante (P3.9.9)
•
3
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
STOP
READYI/O
ID: M6.6
User Settings
Language Selection
Parameter Backup
Parameter Compare
English
(4)
(7)
STOP
READYI/O
ID: B6.6.1
Parameter Compare
Active set-Set 1
Active set-Set 2
Active set-Defaults
STOP
READYI/O
ID: M6.6.1
Active set-Set 1
Active
Help
Add to Favourites
GEBRUIKERSINTERFACES VACON · 35
3.2.5PARAMETERS VERGELIJKEN
Met deze functie kunt u de huidige parameterset vergelijken met een van de volgende vier
sets.
Set 1 (P6.5.4 Opslaan in set 1)
•
Set 2 (P6.5.6 Opslaan in set 2)
•
De standaardwaarden (P6.5.1 Fabrieksinstellingen herstellen)
•
De set op het bedieningspaneel (P6.5.2 Opslaan in bedieningspaneel)
•
Ga voor meer informatie over deze parameters naar Tabel 57 Parameters vergelijken.
AANWIJZING!
Als u de parameterset die u wilt vergelijken met de huidige set niet hebt
opgeslagen, wordt de tekst Vergelijken is mislukt weergegeven op het scherm.
DE FUNCTIE PARAMETERS VERGELIJKEN GEBRUIKEN
1Ga naar het menu Gebruikersinstellingen en open
de functie Parameters vergelijken.
2Selecteer twee sets. Druk op OK om uw keuze te
bevestigen.
3Selecteer Actief en druk op OK.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
3
STOP
READYI/O
ID:113
Active set-Set 1
Motor Nom Currnt
Motor Cos Phi
0.56A
1.90A
0.68
1.74
ABCD
STOP
READYI/O
ID:403 M3.5.1.1
Digital Inputs
Ctrl Signal 1 A
Ctrl Signal 2 A
Ctrl Signal 1 B
STOP
READYI/O
ID:403 M3.5.1.1
Ctrl signal 1 A
Edit
Help
Add to favourites
VACON · 36GEBRUIKERSINTERFACES
4Vergelijk de huidige waarde met de waarde in de
andere set.
A.Huidige waarde
B. Waarde in de andere set
C. Huidige waarde
D. Waarde in de andere set
3.2.6HELPTEKSTEN
Het grafische display kan bij veel verschillende onderwerpen helpteksten weergeven. Bij alle
parameters is een helptekst beschikbaar.
De helpteksten zijn ook beschikbaar voor fouten en alarmen en in de opstartwizard.
HELPTEKSTEN LEZEN
1Ga naar de optie of het menu waarover u meer wilt
weten.
2Gebruik de pijlknoppen Omhoog en Omlaag om
Help te selecteren.
3
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
STOP
READYI/O
ID:403 M3.5.1.1
Ctrl signal 1 A
Start Signal 1 for control Place
I/O A. Start Signal 1
functionality chosen with I/O A
Logic in Start/Stop Setup Menu.
GEBRUIKERSINTERFACES VACON · 37
3Druk op OK om de helptekst te openen.
AANWIJZING!
Helpteksten zijn altijd in het Engels.
3.2.7HET MENU FAVORIETEN GEBRUIKEN
Als u dezelfde opties regelmatig gebruikt, kunt u deze toevoegen aan het menu Favorieten.
Zo kunt u een set parameters of controlewaarden uit alle menu's van het bedieningspaneel
verzamelen.
Zie hoofdstuk 8.2 Favorieten voor meer informatie over het gebruik van het menu Favorieten.
3.3HET TEKSTDISPLAY
Het is ook mogelijk om het tekstdisplay te gebruiken als gebruikersinterface. Het
tekstdisplay en het grafische display hebben vrijwel dezelfde functies. Sommige functies zijn
alleen beschikbaar op het grafische display.
Het display toont de status van de motor en de frequentieregelaar. Daarnaast worden
eventuele fouten in de werking van de motor en de frequentieregelaar getoond. Uw huidige
locatie in het menu wordt op het scherm weergegeven. Daarnaast wordt de naam van de
huidige groep of parameter weergegeven. Als de tekst te lang is voor het display, schuift de
tekst over het display om de volledige tekst te laten zien.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
3
AB
F
C
D
E
READY
FAULT
ALARM
STOP
RUN
BUS
KEYPAD
I/O
REV
FWD
READY
FAULT
ALARM
STOP
RUN
BUS
KEYPAD
I/O
REV
FWD
VACON · 38GEBRUIKERSINTERFACES
Afb. 10: Het hoofdmenu van het tekstdisplay
A.De statusindicatoren
B. De alarm- en foutindicatoren
C. De naam van de huidige groep of het
D. De huidige locatie in het menu
E.De indicatoren voor de bedieningsplaats
F.De indicatoren voor de draairichting
huidige item
3.3.1WAARDEN BEWERKEN
DE TEKSTWAARDE VAN EEN PARAMETER WIJZIGEN
Gebruik deze procedure om de waarde van parameters in te stellen.
1Ga met de pijltoetsen naar de parameter.
2Druk op OK om de bewerkingsmodus te openen.
3
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
READY
FAULT
ALARM
STOP
RUN
KEYPAD
I/O
REV
FWD
BUS
GEBRUIKERSINTERFACES VACON · 39
3Druk op de pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG om de
nieuwe waarde te selecteren.
4Druk op OK om de wijziging te accepteren. Druk op
de BACK/RESET-knop om de wijziging te annuleren
en terug te keren naar het vorige niveau.
NUMERIEKE WAARDEN BEWERKEN
1Ga met de pijltoetsen naar de parameter.
2Activeer de bewerkingsmodus.
3U kunt met de pijltoetsen LINKS en RECHTS van
cijfer naar cijfer gaan. Wijzig de cijfers met de
pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG.
4Druk op OK om de wijziging te accepteren. Druk op
de Back/Reset-knop om de wijziging te annuleren
en terug te keren naar het vorige niveau.
3.3.2FOUTEN RESETTEN
U kunt fouten resetten met de Reset-knop en met de parameter Reset Fouten. Zie de
instructies in 11.1 Er wordt een fout getoond.
3.3.3DE FUNCT-KNOP
De FUNCT-knop heeft 3 functies.
Voor toegang tot de bedieningspagina
•
Voor eenvoudig wisselen tussen lokale bediening en bediening op afstand
•
Voor het wisselen van de draairichting
•
De geselecteerde bedieningsplaats bepaalt de bron van de start- en stopopdrachten voor de
frequentieregelaar.Alle bedieningsplaatsen hebben een parameter voor het selecteren van
de frequentiereferentiebron.De Lokale bedieningsplaats is altijd het bedieningspaneel.De
externe bedieningsplaats kan de I/O- of veldbusverbinding zijn.In de statusbalk van het
display wordt aangegeven wat de huidige bedieningsplaats is.
U kunt I/O A, I/O B en de veldbus instellen als externe bedieningsplaats.I/O A en de veldbus
hebben de laagste prioriteit.U kunt ze selecteren met P3.2.1 (Externe bedieningsplaats).Door
middel van een digitale ingang kan I/O B de externe bediening overnemen van
bedieningsplaatsen I/O A en Veldbus.U kunt de digitale ingang selecteren met parameter
P3.5.1.5 (Forceren naar I/O Bediening).
Wanneer de bedieningsplaats is ingesteld op lokaal, wordt het bedieningspaneel altijd
gebruikt als bedieningsplaats.Lokale bediening heeft een hogere prioriteit dan bediening op
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
3
READY
FAULT
ALARM
STOP
RUN
KEYPAD
I/O
REV
FWD
BUS
READY
FAULT
ALARM
STOP
RUN
KEYPAD
I/O
REV
FWD
BUS
READY
FAULT
ALARM
STOP
RUN
KEYPAD
I/O
REV
FWD
BUS
VACON · 40GEBRUIKERSINTERFACES
afstand.Wanneer u bijvoorbeeld gebruikmaakt van bediening op afstand en parameter
P3.5.1.5 de bedieningsplaats heeft overgenomen met de digitale ingang, wordt het
bedieningspaneel de bedieningsplaats zodra u Lokaal selecteert.Gebruik de FUNCT-knop of
de parameter P3.2.2 Lokaal/Afstand om te schakelen tussen de lokale en externe bediening.
DE BEDIENINGSPLAATS SELECTEREN
1Druk op de FUNCT-knop. Het maakt niet uit waar u
zich in het menu bevindt.
2Gebruik de pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG om
Lokaal/Afstand te selecteren.Druk op OK.
3Selecteer nu Lokaal of Op afstand met behulp van
de pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG.Druk op OK om
te bevestigen.
4Als u overschakelt van externe naar lokale
bediening (het bedieningspaneel), moet u een
bedieningspaneelreferentie selecteren.
Daarna gaat het display terug naar de menulocatie waar u was toen u op de FUNCT-knop
drukte.
DE BEDIENINGSPAGINA OPENEN
Met de bedieningspagina kunt u gemakkelijk de belangrijkste waarden bewaken.
3
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
READY
FAULT
ALARM
STOP
RUN
KEYPAD
I/O
REV
FWD
BUS
READY
FAULT
ALARM
STOP
RUN
KEYPAD
I/O
REV
FWD
BUS
READY
FAULT
ALARM
STOP
RUN
KEYPAD
I/O
REV
FWD
BUS
GEBRUIKERSINTERFACES VACON · 41
1Druk op de FUNCT-knop. Het maakt niet uit waar u
zich in het menu bevindt.
2Gebruik de pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG om
Bedieningspagina te selecteren.Open de pagina
door op OK te drukken.De bedieningspagina
verschijnt.
3Als u de lokale bedieningsplaats en de
bedieningspaneelreferentie gebruikt, kunt u P3.3.6
Bedieningspaneelreferentie instellen door op OK te
drukken.
Ga voor meer informatie over de bedieningspaneelreferentie naar hoofdstuk5.3 Groep 3.3: Instellingen besturingsreferenties).Als u andere bedieningsplaatsen of referentiewaarden
gebruikt, wordt de frequentiereferentie op het display getoond. Deze kunt u niet
bewerken.De andere waarden op de pagina zijn multimonitorwaarden.U kunt zelf bepalen
welke waarden hier worden getoond (zie de instructies in hoofdstuk4.1.1 Multimonitor).
DE DRAAIRICHTING WIJZIGEN
Met de FUNCT-knop kunt u de draairichting van de motor snel wijzigen.
AANWIJZING!
De opdracht Verandering draairichting is alleen beschikbaar in het menu als de
huidige bedieningsplaats is ingesteld op Lokaal.
1Druk op de FUNCT-knop. Het maakt niet uit waar u
zich in het menu bevindt.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
3
VACON · 42GEBRUIKERSINTERFACES
2Gebruik de pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG om
Verandering draairichting te selecteren.Druk op
OK.
3Selecteer de gewenste draairichting.De huidige
draairichting knippert.Druk op OK.De draairichting
verandert onmiddellijk en de pijlindicator in het
statusveld van het display wordt verplaatst.
3
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
* = Deze functie is niet beschikbaar op bedieningspanelen met een tekstdisplay.
** = Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de OPT-88- of OPT-BH-optiekaart is
verbonden met de frequentieregelaar.
3.4.1QUICK SETUP
Het menu Quick setup omvat de minimale set met meest gebruikte parameters voor
installatie en inbedrijfstelling van de HVAC-applicatie van de Vacon 100. Ze zijn verzameld in
de eerste parametergroep zodat ze snel en gemakkelijk te vinden zijn. U kunt deze
parameters ook vinden en bewerken in de eigen parametergroepen. Als u een
parameterwaarde wijzigt in de groep Quick setup, wordt de waarde van deze parameter ook
gewijzigd in de eigen groep. Raadpleeg hoofdstuk 2 Wizards en hoofdstuk 1.3 De eerste keer starten voor gedetailleerde informatie over de parameters van deze groep.
3.4.2MONITOR
MULTIMONITOR
Met de functie Multimonitor kunt u 4–9 controlewaarden bij elkaar zetten. Zie hoofdstuk
4.1.1 Multimonitor.
3
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
GEBRUIKERSINTERFACES VACON · 45
AANWIJZING!
Het menu Multimonitor is niet beschikbaar op het tekstbedieningspaneel.
BASIS
De basiscontrolewaarden kunnen statuswaarden en metingen zijn, of de huidige waarde van
parameters en signalen. Zie hoofdstuk 4.1.2 Basis.
TIMERFUNCTIES
Met deze functie kunt u de timerfuncties en de real-time klok bewaken. Zie hoofdstuk 4.1.3
Bewaking van timerfuncties.
PID-REGELAAR 1
Met deze functie kunt u de waarden van de PID-regelaar bewaken. Zie hoofdstuk 4.1.4
Bewaking van de PID1-regelaar.
PID-REGELAAR 2
Met deze functie kunt u de waarden van de PID-regelaar bewaken. Zie hoofdstuk 4.1.5
Bewaking van de PID2-regelaar.
MULTI-POMP
Met deze functie kunt u waarden met betrekking tot de besturing van meer dan één
frequentieregelaar bewaken. Zie hoofdstuk 4.1.6 Bewaking multi-pomp.
VELDBUSGEGEVENS
Met deze functie kunt u veldbusgegevens weergeven als controlewaarden. Gebruik deze
functie bijvoorbeeld voor het bewaken van veldbuswaarden tijdens de inbedrijfstelling. Zie
hoofdstuk 4.1.7 Bewaking van veldbusprocesdata.
3.5VACON LIVE
Vacon Live is een pc-tool voor inbedrijfstelling en onderhoud van Vacon® 10, Vacon® 20 en
Vacon® 100-frequentieregelaars. U kunt Vacon Live downloaden van http://
drives.danfoss.com.
De Vacon Live pc-tool biedt de volgende functies.
Instellen van parameters, bewaking, informatie over frequentieregelaars, gegevens
•
vastleggen enzovoort.
De tool voor het downloaden van de Vacon Loader-software
•
Ondersteuning voor seriële communicatie en Ethernet
Portugees, Roemeens, Russisch, Slowaaks, Spaans, Tsjechisch, Turks en Zweeds
U kunt verbinding maken tussen de frequentieregelaar en de pc-tool met de Vacon-kabel
voor seriële communicatie. De drivers voor seriële communicatie worden automatisch
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
3
VACON · 46GEBRUIKERSINTERFACES
geïnstalleerd bij de installatie van Vacon Live. Nadat u de kabel hebt aangesloten, vindt
Vacon Live de verbonden frequentieregelaar automatisch.
Raadpleeg het menu Help in het programma voor meer informatie over het gebruik van
Vacon Live.
Afb. 11: De pc-tool Vacon Live
3
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
STOP
READYI/O
ID:M1
Main Menu
Monitor
(12)
Quick Setup
(4)
Parameters
(21)
STOP
READYI/O
ID:M2.1
Monitor
Multimonitor
Timer Functions
Basic
(13)
(7)
STOP
READYI/O
ID:25FreqReference
Multimonitor
20.0 Hz
Motor Curre
0.00A
DC-link volt
0.0V
Output Freq
0.00 Hz
Motor Speed
0.0 rpm
Motor Voltage
0.0V
Motor Tempera
0.0%
Motor Torque
0.00 %
Unit Tempera
81.9°C
FreqReference
MENU MONITORING VACON · 47
4MENU MONITORING
4.1MENUGROEP MONITOR
U kunt de werkelijke waarden van parameters en signalen bewaken. Daarnaast kunt u
statussen en metingen bewaken. U kunt bovendien bepaalde controlewaarden aanpassen.
4.1.1MULTIMONITOR
Op de pagina Multimonitor kunt u 9 controlewaarden bij elkaar zetten.
CONTROLEWAARDEN SELECTEREN
1Druk op OK om het menu Monitor te openen.
2Open Multimonitor.
3Als u een bestaand item wilt vervangen, moet u dit
eerst selecteren. Gebruik de pijltoetsen.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
4
STOP
READYI/O
ID:1M2.1.1.1
FreqReference
0.00 %Motor Power
Output frequency
FreqReference
Motor Speed
Motor Current
Motor Torque
0.00 Hz
10.00 Hz
0.00 rpm
0.00 A
0.00 %
VACON · 48MENU MONITORING
4Als u een nieuw item in de lijst wilt selecteren,
drukt u op OK.
4.1.2BASIS
De basismonitorwaarden zijn de werkelijke waarden van de geselecteerde parameters,
signalen, statuswaarden en metingen. De verschillende applicaties kunnen een verschillend
aantal controlewaarden hebben.
De volgende tabel bevat de basiscontrolewaarden en de bijbehorende data.
AANWIJZING!
In het menu Monitor zijn alleen de statussen van de standaard-I/O-kaart
beschikbaar. De statussen van alle I/O-kaartsignalen vindt u als onbewerkte data in
het systeemmenu I/O en hardware.
Controleer de statussen van de I/O-uitbreidingskaart in het systeemmenu I/O en hardware
wanneer het systeem daarom vraagt.
4
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
Toont alleen parameters voor aanwezige uitgangen in slot C/D/E. De selecties zijn hetzelfde
als die in Basis A01. Deze groep parameters is niet zichtbaar als er geen digitale uitgangen
aanwezig zijn in slot C, D of E.
5.6GROEP 3.6: VELDBUSDATAMAP
Tabel 18: Veldbusdatamap
IndexParameterMin.Max.
P3.6.1
P3.6.2
Veldbus DataUit 1
selectie
Veldbus DataUit 2
selectie
0350001852
0350002853
EenheidStandaar
d
IDBeschrijving
P3.6.3
P3.6.4
P3.6.5
P3.6.6
P3.6.7
P3.6.8
Veldbus DataUit 3
selectie
Veldbus DataUit 4
selectie
Veldbus DataUit 5
selectie
Veldbus DataUit 6
selectie
Veldbus DataUit 7
selectie
Veldbus DataUit 8
selectie
03500045854
0350004855
0350005856
0350006857
0350007858
03500037859
5
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
MENU PARAMETERS VACON · 71
Tabel 19: De standaardwaarden voor Procesdata uit via de veldbus.
DataStandaardwaardeSchaal
Procesdata uit 1Uitgangsfrequentie0,01 Hz
Procesdata uit 2Motortoerental1 rpm
Procesdata uit 3Motorstroom0,1 A
Procesdata uit 4Motorkoppel0.1%
Procesdata uit 5Motorvermogen0.1%
Procesdata uit 6Motorspanning0,1 V
Procesdata uit 7DC-spanning1 V
Procesdata uit 8Laatste actieve foutcode1
De waarde 2500 voor Uitgangsfrequentie komt bijvoorbeeld overeen met 25,00 Hz omdat de
schaal is ingesteld op 0,01. De schaalwaarde geldt voor alle controlewaarden die zijn
beschreven in hoofdstuk 4.1 Menugroep Monitor.
5.7GROEP 3.7: VERBODEN FREQUENTIES
Tabel 20: Verboden frequenties
IndexParameterMin.Max.
Verboden frequentie-
P3.7.1
P3.7.2
P3.7.3
P3.7.4
P3.7.5
gebied 1 onder-
grenswaarde
Verboden frequentie-
gebied 1 boven-
grenswaarde
Verboden frequentie-
gebied 2 onder-
grenswaarde
Verboden frequentie-
gebied 2 boven-
grenswaarde
Verboden frequentie-
gebied 3 onder-
grenswaarde
-1.00320.00Hz0.00509
0.00320.00Hz0.00510
0.00320.00Hz0.00511
0.00320.00Hz0.00512
0.00320.00Hz0.00513
EenheidStandaar
d
IDBeschrijving
0 = Niet gebruikt
0 = Niet gebruikt
0 = Niet gebruikt
0 = Niet gebruikt
0 = Niet gebruikt
Verboden frequentie-
P3.7.6
P3.7.7Ramp Tijdfactor0.110.0Tijden1.0518
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
MENU DIAGNOSE VACON · 91
6MENU DIAGNOSE
6.1ACTIEVE FOUTEN
Wanneer er één of een aantal fouten is gegenereerd, toont het display de naam van de fout
en knippert het. Druk op OK om terug te gaan naar het menu Diagnose. Het submenu Actieve
fouten geeft het aantal fouten aan. Selecteer een fout en druk op OK om de foutgegevens te
bekijken.
De fout blijft actief totdat u deze reset. Er zijn 5 manieren om een fout te resetten.
Houd de resetknop gedurende 2 s ingedrukt.
•
Open het submenu Reset Fouten en gebruik de parameter Reset Fouten.
•
Geef een resetsignaal via de I/O-klemmen.
•
Geef een resetsignaal met de veldbus.
•
Geef een resetsignaal in Vacon Live.
•
Het submenu Actieve fouten kan maximaal tien fouten bewaren. Het submenu toont de
fouten in de volgorde waarin ze zijn opgetreden.
6.2RESET FOUTEN
Met dit menu kunt u fouten resetten. Raadpleeg voor instructies hoofdstuk 11.1 Er wordt een
fout getoond.
LET OP!
Voordat u de fout reset, moet u het externe stuursignaal uitschakelen om te
voorkomen dat de frequentieregelaar onbedoeld opnieuw wordt gestart.
6.3FOUTENHISTORIE
De foutenhistorie bevat 40 fouten.
Als u de details van een fout wilt bekijken, opent u de foutenhistorie, selecteert u de fout en
drukt u op OK.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
6
VACON · 92MENU DIAGNOSE
6.4TOTAALTELLERS
Tabel 46: De totaaltellerparameters in het menu Diagnose
IndexParameterMin.Max.
V4.4.1Energietellervarieert2291
Bedrijfsuren (gra-
V4.4.3
V4.4.4
V4.4.5
fisch bedieningspa-
neel)
Bedrijfsuren (tekst-
bedieningspaneel)
Bedrijfsuren (tekst-
bedieningspaneel)
EenheidStandaar
d
j d
uu:mm
j
d
IDBeschrijving
De hoeveelheid energie
die is afgenomen van
het elektriciteitsnet.
Deze teller kan niet
worden gereset. In het
tekstdisplay: de grootste eenheid voor energie die het display
toont is MW. Als de
getelde energiewaarde
groter wordt dan 999,9
MW, wordt er geen
eenheid meer getoond
op het display.
De bedrijfsuren van de
2298
besturingsunit.
De bedrijfsuren van de
besturingsunit in jaren.
De bedrijfsuren van de
besturingsunit in
dagen.
V4.4.6
V4.4.7
V4.4.8
V4.4.9
V4.4.10
V4.4.11
V4.4.12
Bedrijfsuren (tekst-
bedieningspaneel)
Draaitijd (grafisch
bedieningspaneel)
Draaitijd (tekstbedie-
ningspaneel)
Draaitijd (tekstbedie-
ningspaneel)
Draaitijd (tekstbedie-
ningspaneel)
Netvoeding-aanwe-
zig tijd (grafisch
bedieningspaneel)
Netvoeding-aanwe-
zig tijd (tekstbedie-
ningspaneel)
uu:mm:
ss
j d
uu:mm
j
d
uu:mm:
ss
j d
uu:mm
j
2293
2294
De bedrijfsuren van de
besturingsunit in uren,
minuten en seconden.
De draaitijd van de
motor.
Totale draaitijd van de
motor in jaren.
Totale draaitijd van de
motor in dagen.
De draaitijd van de
motor in uren, minuten
en seconden.
De inschakelduur van
de voedingseenheid.
Deze teller kan niet
worden gereset.
De totale inschakelduur van de voeding in
jaren.
6
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
MENU DIAGNOSE VACON · 93
Tabel 46: De totaaltellerparameters in het menu Diagnose
IndexParameterMin.Max.
Netvoeding-aanwe-
V4.4.13
V4.4.14
V4.4.15Startopdrachtteller2295
zig tijd (tekstbedie-
ningspaneel)
Netvoeding-aanwe-
zig tijd (tekstbedie-
ningspaneel)
EenheidStandaar
d
d
uu:mm:
ss
IDBeschrijving
De totale inschakelduur van de voeding in
dagen.
De inschakelduur van
de voeding in uren,
minuten en seconden.
Het aantal keren dat de
voedingseenheid is
gestart.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
6
VACON · 94MENU DIAGNOSE
6.5TRIPTELLERS
Tabel 47: De parametergroep Triptellers in het menu Diagnose
IndexParameterMin.Max.
P4.5.1Energie triptellervarieert2296
EenheidStandaar
d
IDBeschrijving
Deze teller kan worden
gereset. In het tekstdisplay: de grootste
eenheid voor energie
die het display toont is
MW. Als de getelde
energiewaarde groter
wordt dan 999,9 MW,
wordt er geen eenheid
meer getoond op het
display.
De teller resetten
In het tekstdis-
•
play: Houd de OKknop gedurende 4
s ingedrukt.
In het grafische
•
display: Druk op
OK. De pagina
Tellerreset wordt
getoond. Druk
nogmaals op OK.
P4.5.3
P4.5.4
P4.5.5
P4.5.6
Bedrijfsuren (gra-
fisch bedieningspa-
neel)
Bedrijfsuren (tekst-
bedieningspaneel)
Bedrijfsuren (tekst-
bedieningspaneel)
Bedrijfsuren (tekst-
bedieningspaneel)
j d
uu:mm
j
d
uu:mm:
ss
2299
Deze teller kan worden
gereset. Raadpleeg
hoofdstuk P4.5.1 hierboven voor instructies.
Het totaalaantal
bedrijfsuren in jaren.
Het totaalaantal
bedrijfsuren in dagen.
Het totaalaantal
bedrijfsuren in uren,
minuten en seconden.
6
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
MENU DIAGNOSE VACON · 95
6.6SOFTWARE-INFO
Tabel 48: De parametergroep Software-info in het menu Diagnose
IndexParameterMin.Max.
Softwarepakket (gra-
V4.6.1
V4.6.2
V4.6.3
V4.6.4Systeembelasting0100%2300
V4.6.5
V4.6.6Applicatie-ID837
V4.6.7Applicatie-versie838
fisch bedieningspa-
neel)
Softwarepakket-ID
(tekstbedieningspa-
neel)
Softwarepakket ver-
sie (tekstbedienings-
paneel)
Applicatie naam
(grafisch bedienings-
paneel)
EenheidStandaar
d
IDBeschrijving
De code voor identifi-
2524
2525
catie van de software.
De CPU-belasting van
de besturingsunit.
De naam van de applicatie.
De code van de applicatie.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
6
VACON · 96MENU I/O EN HARDWARE
7MENU I/O EN HARDWARE
Dit menu bevat verschillende instellingen die afhankelijk zijn van andere opties.
7.1BASIS I/O
In het menu Basis I/O kunt u de statussen van in- en uitgangen bewaken.
7
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
MENU I/O EN HARDWARE VACON · 97
Tabel 49: De basis I/O-parameters in het menu I/O en hardware
IndexParameterMin.Max.
V5.1.1Digitale ingang 10102502
V5.1.2Digitale ingang 20102503
V5.1.3Digitale ingang 30102504
V5.1.4Digitale ingang 40102505
V5.1.5Digitale ingang 50102506
V5.1.6Digitale ingang 60102507
V5.1.7
Analoge ingang 1
modus
1332508
EenheidStandaar
d
IDBeschrijving
De status van het digitale ingangssignaal.
De status van het digitale ingangssignaal.
De status van het digitale ingangssignaal.
De status van het digitale ingangssignaal.
De status van het digitale ingangssignaal.
De status van het digitale ingangssignaal.
Toont de modus die is
ingesteld voor het analoge ingangssignaal.
De optie kan worden
geselecteerd met een
DIP-schakelaar op de
besturingskaart.
V5.1.8Analoge Ingang 10100%0.002509
V5.1.9
V5.1.10Analoge Ingang 20100%0.002511
Analoge ingang 2
modus
1332510
1 = 0…20 mA
3 = 0…10 V
De status van het analoge ingangssignaal.
Toont de modus die is
ingesteld voor het analoge ingangssignaal.
De optie kan worden
geselecteerd met een
DIP-schakelaar op de
besturingskaart.
1 = 0…20 mA
3 = 0…10 V
De status van het analoge ingangssignaal.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
7
VACON · 98MENU I/O EN HARDWARE
Tabel 49: De basis I/O-parameters in het menu I/O en hardware
IndexParameterMin.Max.
V5.1.11
V5.1.12Analoge uitgang 10100%0.002513
V5.1.13Relaisuitgang 10102514
V5.1.14Relaisuitgang 20102515
V5.1.15Relaisuitgang 30102516
Analoge uitgang 1
modus
1312512
EenheidStandaar
d
IDBeschrijving
Toont de modus die is
ingesteld voor het analoge ingangssignaal.
De optie kan worden
geselecteerd met een
DIP-schakelaar op de
besturingskaart.
1 = 0…20 mA
3 = 0…10 V
De status van het analoge uitgangssignaal.
De status van het uitgangsrelaissignaal.
De status van het uitgangsrelaissignaal.
De status van het uitgangsrelaissignaal.
7.2OPTIEKAARTSLOTS
De parameters in dit menu zijn verschillend voor alle optiekaarten. U ziet alleen de
parameters van de optiekaart die is geïnstalleerd. Als er geen optiekaart is geïnstalleerd in
slot C, D of E, worden er geen parameters getoond. Raadpleeg hoofdstuk 10.5 I/O-configuratie
voor meer informatie over de locatie van de slots.
Wanneer u een optiekaart verwijdert, worden foutcode 39 en de foutnaam Componentverwijderd weergeven op het display. Zie hoofdstuk 11.3 Foutcodes.
7
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
MENU I/O EN HARDWARE VACON · 99
Tabel 50: Parameters met betrekking tot optiekaarten
MenuFunctieBeschrijving
InstellingenDe instellingen die betrekking hebben op optiekaarten.
Slot C
Slot D
Slot E
MonitoringHiermee kunt u gegevens bewaken die betrekking hebben op
de optiekaart.
InstellingenDe instellingen die betrekking hebben op optiekaarten.
MonitoringHiermee kunt u gegevens bewaken die betrekking hebben op
de optiekaart.
InstellingenDe instellingen die betrekking hebben op optiekaarten.
MonitoringHiermee kunt u gegevens bewaken die betrekking hebben op
de optiekaart.
7.3REAL-TIME KLOK
Tabel 51: De Parametergroep Real-time klok in het menu I/O en hardware
IndexParameterMin.Max.
V5.5.1Batterij status132205
P5.5.2Tijd
P5.5.3Datumdd.mm.2202De huidige datum.
P5.5.4Jaarjjjj2203Het huidige jaar.
P5.5.5Zomertijd1412204
EenheidStandaar
d
uu:mm:
ss
IDBeschrijving
De status van de batterij.
1 = Niet geïnstalleerd
2 = Geïnstalleerd
3 = Vervang de batterij
2201
De huidige tijd van de
dag.
De regel voor het bepalen van de zomertijd.
1 = UIT
2 = EU: start op de
laatste zondag van
maart, eindigt op de
laatste zondag van
oktober
3 = US: start op de 2e
zondag van maart, eindigt op de 1e zondag
van november
4 = Rusland (permanent)
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
7
VACON · 100MENU I/O EN HARDWARE
7.4INSTELLINGEN POWERUNIT
In dit menu kunt u de instellingen van de ventilator en het sinusfilter instellen.
De ventilator kent twee standen: geoptimaliseerd of altijd-aan. In de stand Geoptimaliseerd
regelt de interne regelelektronica van de frequentieregelaar de ventilatorsnelheid aan de
hand van informatie over de temperatuur. Wanneer de frequentieregelaar overgaat naar de
status Gereed, draait de ventilator nog vijf minuten door voordat deze stopt. In de modus
Altijd aan werkt de ventilator altijd bij maximale snelheid en stopt deze niet.
Het sinusfilter houdt de overmodulatiediepte binnen de grenswaarden en zorgt ervoor dat de
functies voor warmteregeling de schakelfrequentie niet beïnvloeden.