Als er een risico bestaat op waterdruppels
of een waternevel moet een afdekplaatje
worden gemonteerd. Met dit plaatje wordt
de beschermingsklasse van de behuizing
verhoogd naar IP 44. Het plaatje past op alle
KP-pressostaten. Het afdekplaatje moet apart
worden aangeschaft (060-109766 voor de
enkele uitvoering, 060-109866 voor de dubbele
uitvoering).
Om IP 44 te bereiken, moeten alle gaten in
de achterplaat van de thermostaat worden
afgedekt.
Als de thermostaat wordt gemonteerd in een
vuile omgeving of als er water op gespoten
kan worden, moet er een beschermkap worden
gemonteerd. De kap kan zowel met een
hoekbeugel (060-105666) als een wandbeugel
(060-105566) worden gebruikt.
Aj0_0001
Thermostaten
KP thermostaat met luchtvoeler
Aj0_0002
Als de thermostaat op een plaats wordt
gemonteerd op een plaats waar hij aan een
hoge vochtigheid wordt blootgesteld, kan een
hogere beschermingsgraad worden bereikt door
het product in een speciale IP 55-behuizing te
plaatsen.
De IP 55-behuizing is verkrijgbaar voor zowel
de enkelvoudige uitvoering (060-033066) als de
dubbele uitvoering (060-035066).
Ak0_0020
Denk eraan dat het gemeten verschil beïnvloed
wordt door de luchtcirculatie rondom de voeler.
Bij onvoldoende luchtcirculatie kan het verschil
2-3 °C groter zijn.
Monteer de ruimtethermostaat zo dat de lucht
vrij om de voeler heen kan stromen. Zorg er
tevens voor dat de voeler niet wordt beïnvloed
door tocht vanaf deuren of door straling vanaf
het verdamperoppervlak.
Monteer de thermostaat nooit rechtstreeks op
een koude wand; dit vergroot het gemeten
verschil. Monteer de thermostaat in plaats
daarvan op een isolatieplaat.
Bij het plaatsen van de voeler: denk eraan dat
de lucht vrij om de voeler heen moet kunnen
stromen. Bij regeling op basis van bijvoorbeeld
de temperatuur van de retourlucht mag de voeler
geen contact maken met de verdamper.
KP thermostaat met cilindrische voeler
Er zijn drie manieren om de voeler te bevestigen:
1) Op de pijp.
2) Tussen de lamellen van de verdamper.
3) In een dompelbuis.
Stel altijd de hoogste temperatuur in op
de schaalverdeling. Stel vervolgens het
temperatuurverschil in op de DIFF-schaal.
De temperatuur die op de schaalverdeling is
ingesteld, komt overeen met de temperatuur
waarbij de koelcompressor wordt gestart bij een
stijgende temperatuur. De compressor wordt
uitgeschakeld als de temperatuur gedaald is met
de waarde die is ingesteld op de DIFF-schaal.
Gebruik de graeken op het instructieblad om
thermostaten met dampvulling vooraf in te
stellen.
Indien de compressor niet uitschakelt terwijl hij
is ingesteld voor een lage uitschakeltemperatuur:
controleer of de dierentie te hoog is ingesteld.
Ah0_0006
Bij gebruik van een dompelbuis: gebruik altijd
warmtegeleidingspasta (bestelnummer 041E0110)
om een goed contact tussen de voeler en het
medium te waarborgen.
Aj0_0004
Aj0_0005
Thermostaten met
maximumreset
Stel de hoogste temperatuur oftewel de
inschakeltemperatuur in op de schaalverdeling.
De dierentie is vast. Als de temperatuur op
de thermostaatvoeler overeenkomt met de
dierentie kan het systeem opnieuw worden
gestart door op de ‘Reset’-knop te drukken.
Thermostaten met
minimumreset
Stel de laagste temperatuur oftewel de
uitschakeltemperatuur in op de schaalverdeling.
De dierentie is vast.
Als de temperatuur bij de thermostaatvoeler is
gestegen met een waarde die gelijk is aan de
dierentie kan de compressor opnieuw worden
gestart door op de ‘Reset’-knop te drukken.
De temperatuur in een vriescel moet worden
geregeld door een thermostaat die een
magneetventiel sluit. De installatie, een
zogenaamd ‘pumpdown’-systeem, wordt door
een lagedrukpressostaat uitgeschakeld.
Hierbij mag de pressostaat niet worden ingesteld
voor uitschakeling bij een lagere druk dan
noodzakelijk is. Tegelijkertijd moet worden
ingeschakeld bij een druk die overeenkomt met
de inschakeltemperatuur van de thermostaat.
Voorbeeld:
Vriescel met R404A
Ruimtetemperatuur: -20 °C
Uitschakeltemperatuur thermostaat: -20 °C
Inschakeltemperatuur thermostaat: -18 °C
Uitschakeldruk
pressostaat: 0,9 bar (-32 °C)
Inschakeldruk
pressostaat: 2,2 bar (-18 °C)
Thermostaten
Aj0_0007
Als de elektrische draden zijn aangesloten, kan de
contactfunctie handmatig worden gecontroleerd.
Afhankelijk van de voelertemperatuur en de
thermostaatinstelling moet de testarm omhoog
of omlaag worden gedrukt. Een eventueel
resetmechanisme wordt gedurende de test
buiten werking gesteld.
Gebruik de testarm linksboven.
KP 98 dubbelthermostaat
Aj0_0009
Waarschuwing!
De contactfunctie van een
enkelvoudige KP thermostaat mag
nooit worden getest door activering
van de testarm aan de rechterzijde. Als deze
waarschuwing niet in acht
wordt genomen, kan de thermostaat ontregeld
raken. In het ergste geval kan de thermostaat
defect raken.
Gebruik de testarm aan de linkerzijde om
de functie bij een stijgende olietemperatuur
te testen en de testarm rechtsonder om de
functie bij een stijgende persgastemperatuur
te testen.
De vulling van de thermostaat moet geschikt zijn
voor de toepassing, zoals hieronder beschreven.
DampvullingLage temperaturen, balg het koudst, behuizing
niet temperatuursafhankelijk.
Thermostaat met luchtspiraal: bij geleidelijke
temperatuurveranderingen (minder dan
0,2 K/min), bijv. in grote koelcellen met veel
artikelen en weinig inloop, wordt de KP 62 met
dampvulling aanbevolen.
AdsorptievullingHoge temperaturen, behuizing wel
temperatuursafhankelijk. Balg kouder of warmer.
Thermostaat met luchtspiraal: bij snelle
temperatuurveranderingen (meer dan 0,2 K/min),
bijv. in kleinere koelcellen met veel inloop, wordt
de KP 62 met adsorptievulling aanbevolen.
60I8012
60I8032
Dampvulling
60I8013
60I8017
60I8008
Recht
capillair
Externe luchtspiraal
Luchtspiraal
(één geheel met
thermostaat)
Externe voeler met
dubbel contact
Cilindrische
externe voeler
Laagspanning
Voor systemen waarbij de KP af en toe wordt
geactiveerd (alarm) en voor systemen waarbij
de KP fungeert als signaalbron voor een PLC,
enz. (laagspanning): gebruik een KP met
gouden contacten; deze bieden een goed
contact bij lage spanning.
Adsorptievulling
Aj0_0012
Luchtspiraal
(één geheel met
thermostaat)
60I8013
Externe luchtspiraal
(voor montage in luchtkanaal)
Het capillair kan breken als gevolg van
trillingen, wat kan leiden tot verlies van de
thermostaatvulling. Het is daarom zeer belangrijk
om de volgende regels in acht te nemen:
Bij montage direct op de compressor:
Bevestig het capillair zodanig dat de
combinatie compressor/thermostaat als
één geheel trilt. Het capillair moet worden
opgerold en vastgezet.
Andere manieren van monteren: Rol het
capillair op in een losse lus. Zet het capillair
tussen de compressor en de lus vast op de
compressor.
Zet het capillair tussen de lus en de
thermostaat vast aan de ondergrond waarop
de thermostaat is gemonteerd.
Monteer een KP thermostaat met dampvulling
nooit in een ruimte waar de temperatuur lager
is of kan worden dan de temperatuur in de
koelruimte.
Aj0_0017
Thermostaten
Zorg ervoor dat het capillair van een KP
thermostaat nooit samen met een zuigleiding
door één wanddoorvoer loopt.